Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012R0044

    Verordening (EU) nr. 44/2012 van de Raad van 17 januari 2012 tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden

    PB L 25 van 27.1.2012, p. 55–147 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 29/04/2012

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2012/44/oj

    27.1.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 25/55


    VERORDENING (EU) Nr. 44/2012 VAN DE RAAD

    van 17 januari 2012

    tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In artikel 43, lid 3, van het Verdrag is bepaald dat de Raad op voorstel van de Commissie de maatregelen vaststelt voor de vaststelling en de verdeling van de vangstmogelijkheden.

    (2)

    Krachtens Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1) moeten, met inachtneming van de beschikbare wetenschappelijke, technische en economische adviezen en met name van de verslagen van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV), en in het licht van eventuele van regionale adviesraden ontvangen adviezen, maatregelen van de Unie inzake de toegang tot wateren en hulpbronnen en de duurzame uitoefening van visserijactiviteiten worden vastgesteld.

    (3)

    De Raad moet maatregelen voor de vaststelling en de toewijzing van de vangstmogelijkheden vaststellen per visserijtak of groep visserijtakken, inclusief, waar nodig, bepaalde voorwaarden die er functioneel verband mee houden. De vangstmogelijkheden moeten zo over de lidstaten worden verdeeld dat elke lidstaat een relatieve stabiliteit van de visserijactiviteiten voor elk bestand of elke visserijtak geniet, met inachtneming van de in Verordening (EG) nr. 2371/2002 vastgestelde doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

    (4)

    Teneinde eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen met betrekking tot de herziening van quota voor lodde die voor de Unie in de Groenlandse wateren van de ICES-deelgebieden V en XIV beschikbaar zijn krachtens de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij met Groenland, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend.

    (5)

    Teneinde eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de toepassing van vangstbeperkingen voor bepaalde bestanden van kortlevende soorten, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot de herziening van de totaal toegestane vangst (total allowable catch, TAC) in het licht van de tijdens de eerste helft van 2012 vergaarde wetenschappelijke informatie. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (2).

    (6)

    De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen met betrekking tot de herziening van de TAC voor deze bestanden van kortlevende soorten vaststellen wanneer dit in naar behoren gerechtvaardigde gevallen die verband houden met de noodzaak voor de Unie om aan haar internationale verplichtingen te voldoen, om dwingende urgente redenen is vereist.

    (7)

    Sommige TAC's bieden de lidstaten de mogelijkheid om aan vaartuigen die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, extra toewijzingen toe te kennen. Met die proeven wordt beoogd een op de vangst gebaseerde quotaregeling (vangstquotaregeling) te testen die tot doel heeft teruggooi en de daarmee gepaarde gaande verspilling van anders bruikbare visbestanden te vermijden; ongecontroleerde teruggooi van vis is een bedreiging voor de langetermijnduurzaamheid van vis als collectief goed en dus voor de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Inherent aan vangstquotaregelingen is dat zij de vissers een stimulans bieden om de vangstselectiviteit van hun activiteiten te optimaliseren. Om tot een rationeel beheer van de teruggooi te komen, moet een volledig gedocumenteerde visserij betrekking hebben op elke activiteit op zee in plaats van op de aanlandingen in de haven. Daarom moeten de voorwaarden waaronder de lidstaten dergelijke extra toewijzingen verlenen, de verplichting inhouden te garanderen dat gebruik wordt gemaakt van aan een sensorsysteem gekoppelde camera's in een gesloten televisiecircuit (CCTV); hiermee moeten alle aan boord gehouden en teruggegooide delen van de vangsten in detail kunnen worden geregistreerd. Een regeling met menselijke waarnemers die in real time aan boord actief zijn, zou minder efficiënt, duurder en minder betrouwbaar zijn. Bijgevolg is het gebruik van CCTV in dit stadium een eerste vereiste voor het halen van de doelstellingen van regelingen tot verlaging van de teruggooi zoals de volledig gedocumenteerde visserij, voor zover daarbij wordt voldaan aan de vereisten van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3).

    (8)

    De TAC's moeten worden vastgesteld op basis van de beschikbare wetenschappelijke adviezen, met inachtneming van de biologische en sociaaleconomische aspecten waarbij een gelijke behandeling van de visserijsectoren moet worden gegarandeerd, en in het licht van de standpunten die naar voren zijn gekomen tijdens de raadpleging van de belanghebbenden, met name op de vergaderingen met het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur en de betrokken regionale adviesraden.

    (9)

    Voor bestanden waarvoor specifieke meerjarenplannen gelden, dienen de TAC's overeenkomstig de in die plannen vervatte voorschriften te worden vastgesteld. Bijgevolg dienen de TAC's voor de bestanden van tong in de Noordzee, schol in de Noordzee, kabeljauw in de Noordzee, het Skagerrak en het oostelijke deel van het Kanaal en blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee te worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in respectievelijk Verordening (EG) nr. 676/2007 van de Raad van 11 juni 2007 tot vaststelling van een beheersplan voor de bevissing van de schol- en tongbestanden in de Noordzee (4), Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden (5) („het kabeljauwplan”) en Verordening (EG) nr. 302/2009 van de Raad van 6 april 2009 betreffende een meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee (6).

    (10)

    Voor bestanden waarvoor onvoldoende gegevens of geen betrouwbare gegevens voorhanden zijn om ramingen van de omvang te kunnen maken, moeten de beheersmaatregelen en de TAC-niveaus worden vastgesteld volgens de voorzorgsaanpak bij visserijbeheer als omschreven in artikel 3, onder i), van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad, waarbij rekening wordt gehouden met bestandsspecifieke factoren, waaronder met name de beschikbare gegevens over de ontwikkelingen van de bestanden en overwegingen betreffende de gemengde visserij.

    (11)

    Conform artikel 2 van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad van 6 mei 1996 tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC's en quota (7) moet worden bepaald op welke bestanden de verschillende in de verordening bedoelde maatregelen van toepassing zijn.

    (12)

    De maxima voor de visserijinspanning voor 2012 moeten worden vastgesteld overeenkomstig de artikelen 11 en 12 van Verordening (EG) nr. 1342/2008, artikel 9 van Verordening (EG) nr. 676/2007 en de artikelen 5 en 9 van Verordening (EG) nr. 302/2009, met inachtneming van Verordening (EG) nr. 754/2009 van de Raad van 27 juli 2009 tot uitsluiting van bepaalde groepen vaartuigen uit de visserijinspanningsregeling die is vastgesteld in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1342/2008 (8).

    (13)

    Volgens het advies van de International Council for the Exploration of the Sea (ICES) is het dienstig een systeem voor het beheer van zandspieringen in de EU-wateren van de ICES-sectoren IIa en IIIa en ICES-deelgebied IV te handhaven en bij te werken.

    (14)

    Voor sommige soorten, zoals bepaalde haaisoorten, kan zelfs een beperkte vorm van visserijactiviteit een ernstig risico inhouden voor de instandhouding van de soort. Voor dergelijke soorten moet derhalve een volledige beperking van de vangstmogelijkheden worden opgelegd middels een totaalverbod op de visserij op deze soorten.

    (15)

    Langoustine wordt in gemengde visserijen op demersale soorten samen met diverse andere soorten gevangen. Voor het gebied ten westen van Ierland bekend als de Porcupine Bank wordt in het wetenschappelijk advies aanbevolen de vangsten van deze soort in 2012 niet te verhogen. Om een verder herstel van dit bestand te bevorderen is het dienstig de vangstmogelijkheden, in een bepaald deel van dat gebied en gedurende bepaalde perioden, te beperken tot uitsluitend de vangst van pelagische soorten die niet gepaard gaat met bijvangst van langoustine.

    (16)

    De Unie heeft, volgens de procedure die is vastgesteld in de overeenkomsten of protocollen inzake de visserijrelaties met Noorwegen (9), de Faeröer (10), Groenland (11) en IJsland (12), met deze partners overleg gepleegd over de visserijrechten. Het overleg met de Faeröer is nog niet afgesloten, en verwacht wordt dat de regeling voor 2012 met deze partner begin 2012 tot stand zal komen. Ook het overleg met IJsland wordt in 2012 voortgezet. Om te voorkomen dat de visserijactiviteiten van de Unie moeten worden gestaakt, en tegelijkertijd voldoende ruimte te laten om in 2012 tot een regeling te komen, is het dienstig dat de Unie voor bestanden die onder de overeenkomsten met IJsland en/of de Faeröer vallen, voorlopige vangstmogelijkheden vaststelt.

    (17)

    Conform het overleg tussen kuststaten over het beheer van makreel, blauwe wijting, Noord-Atlantische haring en noordzeeschelvis mag de Unie haar vaartuigen toestaan tot 10 % meer te vangen dan het voor de Unie beschikbare quotum, op voorwaarde dat hoeveelheden die worden gevangen bovenop het voor de Unie beschikbare quotum in 2013 van het Uniequotum worden afgetrokken. Ook mag de Unie in 2013 onbenutte hoeveelheden tot 10 % van het Uniequotum voor 2012, gebruiken. Deze flexibiliteit in het beheer van die vangstmogelijkheden moet aan de betrokken lidstaten worden geboden, in het bijzonder door de betrokken lidstaten toe te staan te kiezen voor een flexibiliteitsquotum.

    (18)

    De uniale visserij op kabeljauw in EU- en internationale wateren van ICES-zone I en IIB gaat traditioneel gepaard met bijvangsten van schelvis. Daarom is het noodzakelijk voor deze visserijactiviteiten beperkingen voor de bijvangst van schelvis vast te stellen die sporen met de historische niveaus.

    (19)

    De Unie is verdragsluitende partij bij verscheidene visserijorganisaties en neemt aan andere organisaties deel als samenwerkende niet-verdragsluitende partij. Voorts worden de visserijovereenkomsten die de Republiek Polen vóór de toetreding tot de Europese Unie heeft gesloten, zoals de Overeenkomst voor de instandhouding en het beheer van de koolvisbestanden in het centrale gedeelte van de Beringzee, krachtens de Toetredingsakte van 2003 sinds de datum van toetreding beheerd door de Unie. De visserijorganisaties hebben aanbevolen om voor 2012 een aantal maatregelen in te voeren, waaronder vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen. Deze vangstmogelijkheden moeten in Unierecht worden omgezet.

    (20)

    Tijdens haar 33ste jaarlijkse vergadering in 2011 heeft de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (North West Atlantic Fisheries Organisation, NAFO) een aantal vangstmogelijkheden voor 2012 vastgesteld voor bepaalde bestanden in de deelgebieden 1-4 van het NAFO-verdragsgebied. Deze vangstmogelijkheden, die bestaan in bepaalde TAC's en, in het geval van garnaal in sector 3M, in een regeling voor het toewijzen van visserijinspanningen, moeten in Unierecht worden omgezet.

    (21)

    Tijdens haar 82ste jaarlijkse vergadering in 2011 heeft de Interamerikaanse Commissie voor Tropische Tonijn (Inter-American Tropical Tuna Commission, IATTC) instandhoudingsmaatregelen voor geelvintonijn, grootoogtonijn en gestreepte tonijn vastgesteld. Voorts heeft de IATTC een resolutie betreffende de instandhouding van oceanische witpunthaaien aangenomen. Die maatregelen moeten in Unierecht worden omgezet.

    (22)

    Tijdens haar jaarlijkse vergadering in 2011 heeft de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas, ICCAT) de nalevingstabellen aangenomen waarin aangepaste quota worden vastgesteld en de onder- en overbenutting van de vangstmogelijkheden van de bij de ICCAT aangesloten partijen wordt vermeld. In dit verband heeft de ICCAT geconstateerd dat de Unie in 2010 haar quota voor noordelijke en zuidelijke zwaardvisbestanden, grootoogtonijn en Noord-Atlantische witte tonijn heeft onderbenut. Teneinde de door de ICCAT vastgestelde aanpassingen van de quota van de Unie na te leven dienen de uit deze onderbenutting voortvloeiende vangstmogelijkheden te worden verdeeld op basis van de respectieve bijdragen van de verschillende lidstaten aan die onderbenutting, zonder dat daarbij aan de in deze verordening vastgestelde verdeelsleutel voor de jaarlijkse toewijzing van de TAC's wordt geraakt. Voorts is naar aanleiding van diezelfde jaarlijkse vergadering het herstelplan voor blauwe en witte marlijn aangepast, is het quotum van de Unie voor blauwe marlijn verlaagd, het quotum van de Unie voor witte marlijn licht verhoogd en een aanbeveling van de ICCAT aangenomen voor de instandhouding van de zijdehaai. Die maatregelen moeten in Unierecht worden omgezet.

    (23)

    Tijdens haar jaarlijkse vergadering in 2011 heeft de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (Indian Ocean Tuna Commission, IOTC) haar maatregelen betreffende vangstmogelijkheden, zoals omgezet in Unierecht, niet gewijzigd. De momenteel geldende maatregelen vastgesteld door de IOTC moeten in Unierecht worden omgezet.

    (24)

    Tijdens de derde internationale vergadering over de oprichting van een Regionale Organisatie voor het visserijbeheer (ROVB) op volle zee in het zuidelijk deel van de Stille Oceaan (South Pacific Regional Fisheries Management Organisation, SPRFMO) in mei 2007 hebben de deelnemers tussentijdse maatregelen goedgekeurd, waaronder vangstmogelijkheden, om, in afwachting van de oprichting van deze regionale organisatie voor het visserijbeheer, de pelagische en de bodemvisserij in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan te reguleren. Deze tussentijdse maatregelen zijn herzien tijdens de 2de voorbereidende conferentie voor de SPRFMO-Commissie in januari 2011 en zullen nogmaals worden herzien tijdens de komende 3de voorbereidende conferentie voor de SPRFMO-Commissie die van 30 januari tot en met 3 februari 2012 zal worden gehouden. Deze tussentijdse maatregelen zijn vrijwillig en niet juridisch bindend uit hoofde van het internationaal recht. In het kader van de uit het internationale zeerecht voortvloeiende verplichtingen inzake samenwerking en instandhouding is het evenwel dienstig deze maatregelen in Unierecht om te zetten door een algemeen quotum voor de Unie vast te stellen en dit quotum over de betrokken lidstaten te verdelen.

    (25)

    Tijdens haar jaarlijkse vergadering in 2011 heeft de Visserijorganisatie voor het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (South East Atlantic Fisheries Organisation, SEAFO) de totaal toegestane vangsten voor zwarte Patagonische ijsheek, Atlantische slijmkop, Beryx spp. en rode diepzeekrab die zij tijdens haar jaarlijkse vergadering van 2010 was overeengekomen voor 2011 en 2012, niet gewijzigd. De momenteel geldende maatregelen vastgesteld door de SEAFO moeten in Unierecht worden omgezet.

    (26)

    In het licht van het meest recente wetenschappelijke advies van de ICES en overeenkomstig de internationale verbintenissen in het kader van het Verdrag inzake de visserij in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (North East Atlantic Fisheries Commissison, NEAFC) dient de visserijinspanning op bepaalde diepzeesoorten te worden beperkt.

    (27)

    De achtste jaarvergadering van de Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan (Western and Central Pacific Fisheries Commission, WCPFC) is verplaatst van 2011 naar 2012. Het is echter passend dat de momenteel geldende instandhoudings- en beheersmaatregelen van kracht blijven totdat die jaarvergadering plaatsvindt.

    (28)

    Op hun jaarlijkse vergadering in 2011 hebben de partijen tot de Overeenkomst voor de instandhouding en het beheer van de koolvisbestanden in het centrale gedeelte van de Beringzee hun maatregelen met betrekking tot de vangstmogelijkheden niet gewijzigd. De thans geldende maatregelen moeten in Unierecht worden omgezet.

    (29)

    Bepaalde internationale maatregelen waarbij vangstmogelijkheden voor de Unie worden ingesteld of beperkt, worden door de betrokken ROVB's op het einde van het jaar vastgesteld en worden van kracht vóór de inwerkingtreding van deze verordening. De bepalingen tot omzetting van deze maatregelen in Unierecht dienen derhalve met terugwerkende kracht van toepassing te zijn. Aangezien het visseizoen in het CCAMLR-verdragsgebied (Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren - Commission for the Conservation of Antarctic Marine Living Resources, CCAMLR) loopt van 1 december tot en met 30 november en bepaalde vangstmogelijkheden of -verboden in het CCAMLR-verdragsgebied derhalve worden vastgesteld voor een periode die ingaat op 1 december 2011, dienen de relevante bepalingen van deze verordening vanaf die datum van toepassing te zijn. Deze toepassing met terugwerkende kracht laat het beginsel van het gewettigd vertrouwen onverlet, aangezien CCAMLR-leden niet zonder machtiging in het CCAMLR-verdragsgebied mogen vissen.

    (30)

    Op 16 december 2011 heeft de Unie met betrekking tot de Bolivariaanse republiek Venezuela (Venezuela) een verklaring afgelegd over het toekennen van vangstmogelijkheden in EU-wateren aan vissersvaartuigen die onder de vlag van Venezuela varen in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans-Guyana. Er moeten voor Venezuela vangstmogelijkheden worden vastgesteld voor het vissen op snappers in EU-wateren.

    (31)

    De in deze verordening voor EU-vaartuigen vastgestelde vangstmogelijkheden moeten worden gebruikt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (13), en met name de artikelen 33 en 34 betreffende de registratie van de vangsten en de visserijinspanning, respectievelijk de melding van gegevens over de uitputting van de vangstmogelijkheden. Derhalve dient te worden gepreciseerd welke codes de lidstaten moeten gebruiken wanneer zij gegevens met betrekking tot de aanlandingen van onder deze verordening vallende bestanden aan de Commissie doen toekomen.

    (32)

    Met het oog op de continuïteit van de visserijactiviteiten en om het inkomen van de vissers in de Unie veilig te stellen, dient deze verordening met ingang van 1 januari 2012 van toepassing te zijn, met uitzondering van de bepalingen betreffende de beperkingen van de visserijinspanning, die van toepassing moeten zijn vanaf 1 februari 2012, en specifieke bepalingen voor bijzondere gebieden, waarvoor een specifieke datum van toepassing moet gelden zoals aangegeven in overweging 29. Gezien de urgentie dient deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking te treden.

    (33)

    De vangstmogelijkheden dienen in volledige overeenstemming met het toepasselijke recht van de Unie te worden gebruikt,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    TITEL I

    TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINTIES

    Artikel 1

    Onderwerp

    1.   Deze verordening voorziet in vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden.

    2.   De in lid 1 bedoelde vangstmogelijkheden omvatten:

    a)

    de vangstbeperkingen voor 2012;

    b)

    de beperkingen van de visserijinspanning voor de periode van 1 februari 2012 tot en met 31 januari 2013;

    c)

    de vangstmogelijkheden voor de periode van 1 december 2011 tot en met 30 november 2012 voor bepaalde bestanden in het CCAMLR-verdragsgebied, en

    d)

    de vangstmogelijkheden voor de in artikel 27 vastgestelde perioden voor bepaalde bestanden in het IATTC-gebied.

    3.   Bij deze verordening worden tevens voorlopige vangstmogelijkheden vastgesteld voor sommige visbestanden en groepen visbestanden die onder het visserijoverleg met derde landen vallen. Na het afsluiten van dit overleg worden de definitieve vangstmogelijkheden vastgesteld in overeenstemming met het Verdrag.

    4.   Bepaalde in bijlage I bij deze verordening vermelde vangstmogelijkheden blijven niet-toegewezen en mogen door de lidstaten niet worden benut zolang de definitieve vangstmogelijkheden niet overeenkomstig lid 3 zijn vastgesteld.

    Artikel 2

    Toepassingsgebied

    Deze verordening is van toepassing op:

    a)

    EU-vaartuigen, en

    b)

    vaartuigen van derde landen in EU-wateren.

    Artikel 3

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    a)   „EU-vaartuig”: een vissersvaartuig dat de vlag voert van een lidstaat en is geregistreerd in de Unie;

    b)   „vaartuig van derde landen”: een vissersvaartuig dat de vlag voert van en is geregistreerd in een derde land;

    c)   „EU-wateren”: wateren onder de soevereiniteit of jurisdictie van de lidstaten, met uitzondering van wateren die grenzen aan de in bijlage II bij het Verdrag vermelde landen en gebieden overzee;

    d)   „totaal toegestane vangst” (total allowable catch, TAC): de hoeveelheid die elk jaar van elk visbestand mag worden gevangen en aangeland;

    e)   „quotum”: een gedeelte van de TAC dat is toegewezen aan de Unie, aan een lidstaat of aan een derde land;

    f)   „internationale wateren”: wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van enige staat vallen;

    g)   „maaswijdte”: de maaswijdte van visnetten zoals vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 517/2008 (14).

    Artikel 4

    Visserijzones

    Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende afbakening van visserijzones:

    a)   voor de ICES-zones (International Council for the Exploration of the Sea, Internationale Raad voor het onderzoek van de zee): de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 218/2009 (15) gespecificeerde geografische zones;

    b)   voor het Skagerrak: het geografisch gebied dat in het westen wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm naar die van Lindesnes, en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbij gelegen punt op de Zweedse kust, en

    c)   voor het Kattegat: het geografisch gebied dat in het noorden wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbij gelegen punt op de Zweedse kust, en in het zuiden door een lijn van Kaap Hasenøre naar Kaap Gniben, van Korshage naar Spodsbjerg en van Kaap Gilbjerg naar Kullen;

    d)   voor de CECAF-zones (Committee for Eastern Central Atlantic Fisheries, Visserijcommissie voor het centraaloostelijk deel van de Atlantische Oceaan): de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 216/2009 (16) gespecificeerde geografische zones;

    e)   voor de NAFO-zones (Northwest Atlantic Fisheries Organisation, Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan): de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 217/2009 (17) gespecificeerde geografische zones;

    f)   voor het SEAFO-verdragsgebied (South East Atlantic Fisheries Organisation, Organisatie voor de visserij in het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan): de geografische zone omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (18);

    g)   voor het ICCAT-verdragsgebied (International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas, Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen): de geografische zone omschreven in het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (19);

    h)   voor het CCAMLR-verdragsgebied (Commission for the Conservation of Antarctic Marine Living Resources, Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren): de geografische zone omschreven in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 601/2004 (20);

    i)   voor het IATTC-verdragsgebied (Inter American Tropical Tuna Commission, Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn): de geografische zone omschreven in het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (21);

    j)   voor het IOTC-verdragsgebied (Indian Ocean Tuna Commission, Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan): de geografische zone omschreven in de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (22);

    k)   voor het SPRFMO-verdragsgebied (South Pacific Regional Fisheries Management Organisation, Regionale visserijorganisatie voor het zuidelijke deel van de Stille Oceaan): de geografische zone op volle zee bezuiden 10o NB, ten noorden van het CCAMLR-verdragsgebied, ten oosten van het SIOFA-verdragsgebied zoals vastgesteld in de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (23), en ten westen van de gebieden die onder de visserijjurisdictie van de Zuid-Amerikaanse staten vallen;

    l)   voor het WCPFC-verdragsgebied (Western and Central Pacific Fisheries Commission, Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan): de geografische zone omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (24);

    m)   voor de volle zee van de Beringzee: de geografische zone van de volle zee van de Beringzee vanaf 200 zeemijlen van de basislijnen vanwaar de breedte van de territoriale zee van de aan de Beringzee gelegen kuststaten wordt gemeten.

    TITEL II

    VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR EU-VAARTUIGEN

    HOOFDSTUK I

    Algemene bepalingen

    Artikel 5

    TAC's en toewijzingen

    1.   De TAC's voor EU-vaartuigen in de EU-wateren of bepaalde niet-EU-wateren, de toewijzing van deze TAC's aan de lidstaten en, in voorkomend geval, de voorwaarden die er functioneel verband mee houden, worden vastgesteld in bijlage I.

    2.   EU-vaartuigen mogen, met inachtneming van de in bijlage I vastgestelde TAC's en de voorschriften van artikel 14 en bijlage III van de onderhavige verordening en van Verordening (EG) nr. 1006/2008 (25) en de uitvoeringsbepalingen daarvan, vissen in de wateren die onder de visserijjurisdictie van de Faeröer, Groenland, IJsland en Noorwegen vallen, en in de visserijzone rond Jan Mayen.

    3.   De Commissie herziet de quota voor lodde in de Groenlandse wateren van de ICES-deelgebieden V en XIV voor de Unie vast op basis van de TAC en de toewijzing voor de Unie, zoals die zijn vastgesteld door Groenland overeenkomstig de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland, anderzijds, en het daarbij behorende protocol.

    4.   In het licht van de in het eerste halfjaar 2012 verzamelde wetenschappelijke gegevens kan de Commissie de in bijlage I vastgestelde TAC's voor de onderstaande bestanden middels uitvoeringshandelingen overeenkomstig de in artikel 38, lid 2, bedoelde procedure herzien:

    a)

    zandspieringen en bijvangsten in de EU-wateren van de ICES-sectoren IIa en IIIa en ICES-deelgebied IV volgens de bepalingen van bijlage IIB bij deze verordening;

    b)

    kever en bijvangsten in ICES-deelgebied IIIa en de EU-wateren van ICES-sector IIa en ICES-deelgebied IV, en

    c)

    sprot en bijvangsten in de EU-wateren van ICES-sector IIa en ICES-deelgebied IV.

    5.   Om naar behoren gemotiveerde dwingende urgente redenen die verband houden met de verplichting van de Unie om haar internationale verplichtingen na te komen, herziet de Commissie de in bijlage I vastgestelde TAC's voor de in lid 4 van dit artikel bedoelde bestanden middels onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen overeenkomstig de in artikel 38, lid 3, bedoelde procedure. Die uitvoeringshandelingen blijven van kracht gedurende de toepassingsperiode van deze verordening, doch niet langer dan 31 december 2012.

    Artikel 6

    Extra toewijzing voor vaartuigen die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij

    1.   Voor bepaalde bestanden kan een lidstaat aan vaartuigen die zijn vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, een extra toewijzing toekennen. Deze bestanden worden vermeld in bijlage I. De extra toewijzing mag niet meer bedragen dan de algemene limiet die in bijlage I is bepaald als een percentage van het aan die lidstaat toegewezen quotum.

    2.   De in lid 1 bedoelde extra toewijzingen mogen alleen onder de volgende voorwaarden worden toegestaan:

    a)

    het vaartuig gebruikt aan een sensorsysteem gekoppelde camera's in een gesloten televisiecircuit (CCTV) waarmee alle visserij- en verwerkingsactiviteiten die aan boord van de vaartuigen plaatsvinden, worden geregistreerd;

    b)

    de extra toewijzing die aan een afzonderlijk vaartuig dat deelneemt aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij wordt toegekend, mag niet meer bedragen dan 75 % van de teruggooi die voor dat type vaartuig wordt geraamd, en mag in geen geval een toename met meer dan 30 % van de basistoewijzing voor dat vaartuig vertegenwoordigen, en

    c)

    alle vangsten door dat vaartuig van het betrokken bestand waarvoor een extra toewijzing is toegekend, worden in mindering gebracht op de totale toewijzing voor dat vaartuig.

    Niettegenstaande punt b) mag een lidstaat bij wijze van uitzondering aan een vaartuig die zijn vlag voert een extra toewijzing toekennen die overeenstemt met meer dan 75 % van de geraamde teruggooi voor het type vaartuig waartoe het betrokken vaartuig behoort, op voorwaarde dat:

    i)

    de geraamde teruggooi van het vaartuigtype minder dan 10 % bedraagt,

    ii)

    kan worden aangetoond dat het voor het evalueren van het nut van het CCTV-systeem voor controledoeleinden van belang is dat type vaartuig bij de proeven te betrekken, en

    iii)

    een bovengrens van 75 % van de geraamde teruggooi niet wordt overschreden voor alle vaartuigen die aan de proeven deelnemen.

    3.   Wanneer een lidstaat vaststelt dat een vaartuig dat deelneemt aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, niet voldoet aan de voorwaarden van lid 2, trekt die lidstaat de extra toewijzing voor dat vaartuig onmiddellijk in en sluit hij dat vaartuig voor de rest van het jaar 2012 uit van deelname aan de proeven.

    4.   Voordat de lidstaten de in lid 1 bedoelde extra toewijzing toekennen, delen zij de Commissie de volgende gegevens mee:

    a)

    de lijst van de vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij;

    b)

    de specificaties van de elektronische systemen voor toezicht op afstand die aan boord van die vaartuigen zijn geïnstalleerd;

    c)

    de capaciteit, het soort en de specificaties van het vistuig dat wordt gebruikt door die vaartuigen;

    d)

    de geraamde teruggooi voor elk type vaartuig dat aan de proeven deelneemt, en

    e)

    de hoeveelheden die in 2011 door aan de proeven deelnemende vaartuigen zijn gevangen uit het bestand waarvoor de betrokken TAC geldt.

    5.   De Commissie kan verzoeken de beoordeling van de geraamde teruggooi voor het type vaartuig als bedoeld in lid 2, onder b), ter evaluatie aan een wetenschappelijk adviesorgaan voor te leggen. Wanneer de beoordeling niet wordt bevestigd, stelt de betrokken lidstaat de Commissie schriftelijk in kennis van de maatregelen die zijn genomen om te garanderen dat de betrokken vaartuigen voldoen aan de in lid 2, onder b), gestelde voorwaarde betreffende de geraamde teruggooi.

    Artikel 7

    Flexibiliteit in het beheer van bepaalde bestanden

    1.   Voor bepaalde in bijlage I genoemde bestanden kan een lidstaat ervoor kiezen zijn oorspronkelijke in bijlage I vastgestelde quotum met 10 % te verhogen. De betrokken lidstaat deelt zijn besluit mede aan de Commissie. Wanneer zo'n mededeling wordt gedaan wordt het verhoogde quotum beschouwd als het aan die lidstaat toegewezen quotum.

    2.   De in 2012 uit hoofde van het verhoogde quotum gevangen hoeveelheden die het oorspronkelijke quotum overstijgen, worden bij de berekening van het quotum van de betrokken lidstaat voor het bestand in kwestie voor 2013, in mindering gebracht.

    3.   Hoeveelheden die niet worden gevangen binnen het oorspronkelijke quotum tot 10 % van dat quotum, worden bij de berekening van het quotum van de betrokken lidstaat voor het bestand in kwestie voor 2013, toegevoegd.

    Artikel 8

    Voorwaarden voor de aanlanding van vangsten en bijvangsten

    Vis van bestanden waarvoor TAC's zijn vastgesteld, mag slechts aan boord worden gehouden of aangeland mits:

    a)

    die vis is gevangen met vaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat die een quotum heeft, en dat quotum nog niet is opgebruikt, of

    b)

    die vis deel uitmaakt van een EU-quotum dat niet in de vorm van quota aan de lidstaten is toegewezen, en dat EU-quotum nog niet is opgebruikt.

    Artikel 9

    Beperkingen van de visserijinspanning

    Vanaf 1 februari 2012 tot en met 31 januari 2013 zijn de maatregelen tot vermindering van de visserijinspanning die zijn vastgesteld in bijlage IIA, van toepassing op het beheer van bepaalde kabeljauw-, schol- en tongbestanden in:

    a)

    het Skagerrak;

    b)

    het deel van ICES-sector IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort;

    c)

    ICES-deelgebied IV;

    d)

    de EU-wateren van ICES-sector IIa, en

    e)

    ICES-sector VIId.

    Artikel 10

    Vangst- en inspanningsbeperkingen voor de diepzeevisserij

    1.   Artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2347/2002 (26), op grond waarvan vaartuigen in het bezit moeten zijn van een diepzeevisdocument, is van toepassing op Groenlandse heilbot/zwarte heilbot. Voor het vangen, aan boord houden, overladen en aanlanden van Groenlandse heilbot/zwarte heilbot gelden de voorwaarden van dat artikel.

    2.   De lidstaten zorgen ervoor dat de voor 2012 geldende visserijinspanningsniveaus, gemeten in kilowattdagen buitengaats, van vaartuigen met diepzeevisdocumenten als bedoeld in artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2347/2002, niet meer bedragen dan 65 % van de gemiddelde jaarlijkse visserijinspanning van de vaartuigen van de betrokken lidstaat in 2003 op reizen tijdens welke er werd beschikt over diepzeevisdocumenten of er diepzeesoorten, als opgesomd in de bijlagen I en II bij die verordening, werden gevangen. Dit lid is alleen van toepassing op visreizen tijdens welke meer dan 100 kg andere diepzeesoorten dan grote zilvervis is gevangen.

    Artikel 11

    Bijzondere bepalingen inzake de toewijzing van vangstmogelijkheden

    1.   De vangstmogelijkheden worden overeenkomstig de onderhavige verordening aan de lidstaten toegewezen onverminderd:

    a)

    het ruilen van vangstmogelijkheden op grond van artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002;

    b)

    nieuwe toewijzingen op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 of op grond van artikel 10, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1006/2008;

    c)

    het aanlanden van extra hoeveelheden op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96;

    d)

    de op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 naar het volgende jaar overgedragen hoeveelheden;

    e)

    kortingen en verlagingen op grond van de artikelen 37, 105, 106 en 107 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

    2.   Tenzij anders vermeld in bijlage I bij deze verordening is artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 van toepassing op bestanden waarvoor TAC's bij wijze van voorzorgsmaatregel zijn vastgesteld, en zijn artikel 3, leden 2 en 3, en artikel 4 van die verordening van toepassing op bestanden waarvoor analytische TAC's zijn vastgesteld.

    Artikel 12

    Gesloten visseizoen

    1.   Van 1 mei tot en met 31 juli 2012 is het verboden om de volgende soorten op de Porcupine Bank te vangen of aan boord te houden: lom, blauwe leng en leng.

    2.   Voor de toepassing van dit artikel omvat de Porcupine Bank het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

    Punt

    Breedtegraad

    Lengtegraad

    1

    52° 27′ NB

    12° 19′ WL

    2

    52° 40′ NB

    12° 30′ WL

    3

    52° 47′ NB

    12° 39.600′ WL

    4

    52° 47′ NB

    12° 56′ WL

    5

    52° 13,5′ NB

    13° 53.830′ WL

    6

    51° 22′ NB

    14° 24′ WL

    7

    51° 22′ NB

    14° 03′ WL

    8

    52° 10′ NB

    13° 25′ WL

    9

    52° 32′ NB

    13° 07,500′ WL

    10

    52° 43′ NB

    12° 55′ WL

    11

    52° 43′ NB

    12° 43′ WL

    12

    52° 38.800′ NB

    12° 37′ WL

    13

    52° 27′ NB

    12° 23′ WL

    14

    52° 27′ NB

    12° 19′ WL

    3.   In afwijking van lid 1 is het vaartuigen toegestaan door de Porcupine Bank te varen met de in lid 1 genoemde soorten aan boord overeenkomstig artikel 50, leden 3, 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

    Artikel 13

    Verboden

    1.   Het is EU-vaartuigen verboden de onderstaande soorten te vangen, aan boord te houden, over te laden of aan te landen:

    a)

    reuzenhaai (Cetorinhus maximus) en witte haai (Carcharodon carcharias) in de EU- en de niet-EU-wateren, en

    b)

    haringhaai (Lamna nasus) in alle wateren, tenzij in bijlage I, deel B, van Verordening (EU) nr. 43/2012 (27) anders is bepaald;

    c)

    zee-engel (Squatina squatina) in EU-wateren;

    d)

    vleet (Dipturus batis) in de EU-wateren van ICES-sector IIa en de ICES-deelgebieden III, IV, VI, VII, VIII, IX en X;

    e)

    golfrog (Raja undulata) en witte rog (Rostroraja alba) in de EU-wateren van de ICES-deelgebieden VI, VII, VIII, IX en X;

    f)

    gitaarroggen (Rhinobatidae) in de EU-wateren van de ICES-deelgebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X en XII.

    2.   Bij incidentele vangsten van de in lid 1 bedoelde soorten, worden de vissen ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

    Artikel 14

    Gegevenstransmissie

    Wanneer de lidstaten overeenkomstig de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 gegevens met betrekking tot de aanlanding van hoeveelheden gevangen vis aan de Commissie doen toekomen, gebruiken zij daarvoor de in bijlage I bij de onderhavige verordening vermelde bestandscodes.

    HOOFDSTUK II

    Vismachtigingen in wateren van derde landen

    Artikel 15

    Vismachtigingen

    1.   Het maximumaantal vismachtigingen voor EU-vaartuigen in wateren van derde landen wordt vastgesteld in bijlage III.

    2.   Indien een lidstaat quota in de in bijlage III genoemde visserijzones op basis van artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 overdraagt aan een andere lidstaat (ruil of „swap”), worden daarbij ook de overeenkomstige vismachtigingen overgedragen en wordt de Commissie hiervan in kennis gesteld. Het in bijlage III vastgestelde totale aantal vismachtigingen per visserijzone mag echter niet worden overschreden.

    HOOFDSTUK III

    Vangstmogelijkheden in wateren van regionale organisaties voor visserijbeheer

    Afdeling 1

    ICCAT-verdragsgebied

    Artikel 16

    Beperkingen van de vangst-, kweek- en mestcapaciteit voor blauwvintonijn

    1.   Het aantal met de hengel of de sleeplijn vissende EU-vaartuigen dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig punt 1 van bijlage IV.

    2.   Het aantal in het kader van de ambachtelijke kustvisserij vissende EU-vaartuigen dat in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig punt 2 van bijlage IV.

    3.   Het aantal EU-vaartuigen dat in de Adriatische Zee voor kweekdoeleinden actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig punt 3 van bijlage IV.

    4.   Het aantal en de totale capaciteit in brutoton van de vissersvaartuigen die in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee op blauwvintonijn mogen vissen, deze aan boord mogen houden en mogen overladen, vervoeren of aanlanden, worden beperkt overeenkomstig punt 4 van bijlage IV.

    5.   Het aantal tonnara's dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee wordt gebruikt bij de visserij op blauwvintonijn, wordt beperkt overeenkomstig punt 5 van bijlage IV.

    6.   De capaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn, alsmede de maximale hoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn die wordt toegewezen aan kweek- en mestbedrijven in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, worden beperkt overeenkomstig punt 6 van bijlage IV.

    Artikel 17

    Bijkomende voorwaarden voor de in bijlage ID toegekende quota voor blauwvintonijn

    Onverminderd de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 302/2009 vastgestelde verbodsperiode is het in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee van 15 april tot en met 15 mei 2012 verboden met ringzegenvaartuigen op blauwvintonijn te vissen.

    Artikel 18

    Recreatie- en sportvisserij

    De lidstaten kennen een specifiek quotum van de hun in bijlage ID toegekende quota voor blauwvintonijn toe aan de recreatie- en sportvisserij.

    Artikel 19

    Haaien

    1.   In alle visserijtakken geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van grootoogvoshaaien (Alopias superciliosus).

    2.   Het is verboden gericht te vissen op voshaaisoorten van het geslacht Alopias.

    3.   In verband met de visserij in het ICCAT-verdragsgebied geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van hamerhaaien van de familie Sphyrnidae (met uitzondering van Sphyrna tiburo (kaphamerhaai)).

    4.   In alle visserijtakken geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus).

    5.   In alle visserijtakken geldt een verbod op het aan boord houden van zijdehaaien (Carcharhinus falciformis).

    Afdeling 2

    CCAMLR-verdragsgebied

    Artikel 20

    Verbodsbepalingen en vangstbeperkingen

    1.   Gerichte visserij op de in bijlage V, deel A, vermelde soorten is verboden in de daarin aangegeven zones en perioden.

    2.   Voor experimentele visserij worden de beperkingen van de TAC's en de bijvangsten per deelgebied vastgelegd in bijlage V, deel B.

    Artikel 21

    Experimentele visserij

    1.   Alleen lidstaten die lid zijn van de CCAMLR, mogen in 2012 deelnemen aan de experimentele visserij met de beug op Dissostichus spp. in de FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en de FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a buiten gebieden onder nationale jurisdictie. Lidstaten die aan die voorwaarde voldoen en die voornemens zijn om aan die visserij deel te nemen, stellen het CCAMLR-secretariaat daarvan overeenkomstig artikel 7 en artikel 7 bis van Verordening (EG) nr. 601/2004 uiterlijk op 1 juni 2012 in kennis.

    2.   De beperkingen van de TAC's en de bijvangsten in de FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en de FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a en de verdeling daarvan over de kleine onderzoeksvakken (Small Scale Research Units, SSRU's) in elk gebied worden vastgesteld in bijlage V, deel B. De visserijactiviteiten in een SSRU worden stopgezet zodra de gemelde vangsten de geldende vangstbeperking hebben bereikt, waarna dit vak voor de rest van het seizoen voor de visserij wordt gesloten.

    3.   De visserijactiviteiten vinden plaats in een zo groot mogelijk geografisch gebied en op zoveel mogelijk verschillende diepten om de nodige informatie te verzamelen voor het bepalen van het visserijpotentieel en om overconcentratie van vangsten en visserijinspanning te voorkomen. In de FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en de FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a is het echter verboden om te vissen op diepten van minder dan 550 m.

    Artikel 22

    Visserij op Antarctisch krill in het visseizoen 2012/2013

    1.   Alleen de lidstaten die lid zijn van de CCAMLR, mogen tijdens het visseizoen 2012/2013 in het CCAMLR-verdragsgebied op Antarctisch krill (Euphausia superba) vissen. Lidstaten die lid zijn van de CCAMLR en die voornemens zijn om in het CCAMLR-verdragsgebied op Antarctisch krill te vissen, stellen het CCAMLR-secretariaat, overeenkomstig artikel 5 bis van Verordening (EG) nr. 601/2004, en de Commissie uiterlijk op 1 juni 2012 in kennis van:

    a)

    hun voornemen om op Antarctisch krill te vissen, waarbij zij gebruik maken van het formulier in bijlage V, deel C;

    b)

    de vorm van de netten, waarbij zij gebruik maken van het formulier in bijlage V, deel D.

    2.   De in lid 1 van dit artikel bedoelde kennisgeving omvat de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 601/2004 bedoelde informatie voor elk vaartuig dat van de lidstaat toestemming krijgt om aan de visserij op Antarctisch krill deel te nemen.

    3.   Een lidstaat die voornemens is om in het CCAMLR-verdragsgebied de visserij op Antarctisch krill te beoefenen, geeft alleen kennis van dit voornemen voor gemachtigde vaartuigen die ten tijde van de kennisgeving zijn vlag voeren of die de vlag van een ander CCAMLR-lid voeren, maar naar verwachting ten tijde van de genoemde visserijactiviteit de vlag van de lidstaat zullen voeren.

    4.   De lidstaten mogen toestaan dat een ander vaartuig dan de overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 van dit artikel aan het secretariaat van de CCAMLR gemelde vaartuigen, deelneemt aan de visserij op Antarctisch krill, wanneer een gemachtigd vaartuig om legitieme operationele redenen of vanwege overmacht niet aan die visserij kan deelnemen. De betrokken lidstaten brengen in dat geval het CCAMLR-secretariaat en de Commissie onverwijld op de hoogte, met opgave van:

    a)

    alle bijzonderheden over het vervangende vaartuig (of de vervangende vaartuigen), inclusief de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 601/2004 bedoelde informatie;

    b)

    een volledig overzicht van de redenen voor de vervanging, alsmede van alle relevante ondersteunende bewijsstukken of referenties.

    5.   De lidstaten staan niet toe dat een vaartuig dat voorkomt op één van de door de CCAMLR vastgestelde lijsten van vaartuigen die illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten verrichten (IOO-vaartuigen), aan de visserij op Antarctisch krill deelneemt.

    Afdeling 3

    IOTC-verdragsgebied

    Artikel 23

    Beperking van de vangstcapaciteit van vaartuigen die in het IOTC-verdragsgebied vissen

    1.   Het maximumaantal EU-vaartuigen dat in het IOTC-verdragsgebied op tropische tonijn vist, en de overeenkomstige in brutotonnage uitgedrukte capaciteit, worden vastgesteld in bijlage VI, punt 1.

    2.   Het maximumaantal EU-vaartuigen dat in het IOTC-verdragsgebied op zwaardvis (Xiphias gladius) en witte tonijn (Thunnus alalunga) vist, en de overeenkomstige in brutotonnage uitgedrukte capaciteit, worden vastgesteld in bijlage VI, punt 2.

    3.   De lidstaten kunnen vaartuigen die zijn toegewezen aan één van de twee in de leden 1 en 2 bedoelde visserijtakken, opnieuw toewijzen aan de andere visserijtak, mits zij ten genoegen van de Commissie kunnen aantonen dat deze wijziging niet tot een stijging van de visserijinspanning voor de betrokken visbestanden leidt.

    4.   De lidstaten zorgen er bij een voorgestelde overdracht van capaciteit naar hun vloot voor dat de over te dragen vaartuigen voorkomen in het vaartuigenregister van de IOTC of van andere regionale tonijnvisserijorganisaties. Voorts mogen vaartuigen die voorkomen op de door een ROVB bijgehouden lijst van vaartuigen die illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten verrichten (IOO-vaartuigen), niet worden overgedragen.

    5.   Teneinde rekening te houden met de uitvoering van de bij de IOTC ingediende ontwikkelingsplannen mogen de lidstaten hun vangstcapaciteit slechts binnen de in die ontwikkelingsplannen bepaalde grenzen verhogen tot boven de in de leden 1 en 2 bedoelde maxima.

    Artikel 24

    Haaien

    1.   In alle visserijtakken geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van alle voshaaisoorten van de familie Alopiidae.

    2.   Bij incidentele vangsten van de in lid 1 bedoelde soorten, worden de vissen ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

    Afdeling 4

    SPRFMO-verdragsgebied

    Artikel 25

    Pelagische visserij - capaciteitsbeperking

    De lidstaten die in 2007, 2008 of 2009 actief pelagische visserijactiviteiten hebben uitgeoefend in het SPRFMO-verdragsgebied, beperken de totale brutotonnage van de vaartuigen die hun vlag voeren en die in 2012 op pelagische bestanden vissen, tot het niveau van 78 610 brutotonnage in dat gebied, op zodanige wijze dat de duurzame exploitatie van de pelagische visbestanden in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan is gewaarborgd.

    Artikel 26

    Pelagische visserij — TAC's

    1.   Alleen de lidstaten die in 2007, 2008 of 2009 actief pelagische visserijactiviteiten hebben uitgeoefend in het SPRFMO-verdragsgebied, zoals gespecificeerd in artikel 25, mogen in dat gebied op pelagische bestanden vissen met inachtneming van de in bijlage IJ vastgestelde TAC's.

    2.   De lidstaten stellen de Commissie maandelijks in kennis van de naam en de kenmerken, met inbegrip van de brutotonnage, van vaartuigen die hun vlag voeren en die betrokken zijn bij de in dit artikel bedoelde visserij.

    3.   Voor het toezicht op de in dit artikel bedoelde visserij sturen de lidstaten de Commissie, ter toezending aan het interim-secretariaat van de SPRFMO, gegevens van satellietvolgsystemen voor vissersvaartuigen (VMS-gegevens), maandelijkse vangstaangiften en, indien voorhanden, gegevens over aanloophavens, uiterlijk de 15e dag van de maand na die waarop de gegevens betrekking hebben.

    Artikel 27

    Bodemvisserij

    Lidstaten met een geregistreerde activiteit in de bodemvisserij of uit die visserij voortkomende vangsten in het SPRFMO-verdragsgebied in de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006 beperken hun inspanning of vangsten tot:

    a)

    de gemiddelde vangsten of inspanningsparameters in die periode, en

    b)

    uitsluitend de delen van het SPRFMO-verdragsgebied waar in een eerder visseizoen bodemvisserijactiviteiten hebben plaatsgevonden.

    Afdeling 5

    IATTC-verdragsgebied

    Artikel 28

    Ringzegenvisserij

    1.   De visserij met ringzegens op geelvintonijn (Thunnus albacares), grootoogtonijn (Thunnus obesus) en gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis) is verboden:

    a)

    van 29 juli tot en met 28 september 2012, of van 18 november 2012 tot en met 18 januari 2013, in het gebied dat wordt begrensd door:

    de kustlijnen van Amerika langs de Stille Oceaan,

    lengtegraad 150° WL,

    breedtegraad 40° NB,

    breedtegraad 40° ZB;

    b)

    van 29 september tot en met 29 oktober 2012 in het gebied dat wordt begrensd door:

    lengtegraad 96° WL,

    lengtegraad 110° WL,

    breedtegraad 4° NB,

    breedtegraad 3° ZB.

    2.   De betrokken lidstaten delen de Commissie vóór 1 april 2012 de in lid 1 bedoelde periode mee waarin de visserijactiviteiten worden stilgelegd. Alle ringzegenvissers van de betrokken lidstaten zetten de visserij met de ringzegen in de in lid 1 beschreven gebieden en gedurende de geselecteerde periode stop.

    3.   Ringzegenvissers die in het IATTC-verdragsgebied op tonijn vissen, houden alle gevangen geelvintonijnen, grootoogtonijnen en gestreepte tonijnen aan boord en, vervolgens, landen deze aan of laden ze over.

    4.   Lid 3 geldt niet in de volgende gevallen:

    a)

    wanneer de vis om andere redenen dan de grootte niet geschikt wordt geacht voor menselijke consumptie, of

    b)

    wanneer er tijdens de laatste trek van een visreis onvoldoende ruimte is overgebleven om alle bij die trek gevangen tonijn op te slaan.

    5.   Het is verboden in het IATTC-verdragsgebied te vissen op oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus), en delen van of volledige karkassen van in dat gebied gevangen oceanische witpunthaaien aan boord te houden, over te laden, op te slaan, voor verkoop aan te bieden, te verkopen of aan te landen.

    6.   Bij incidentele vangsten van de in lid 5 bedoelde soorten, worden de vissen ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet door de exploitanten van vaartuigen, die eveneens:

    a)

    het aantal teruggezette exemplaren registreren, met vermelding van de status (levend of dood);

    b)

    de onder a) vermelde informatie meedelen aan de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn. De lidstaten delen deze informatie uiterlijk op 31 januari 2013 aan de Commissie mee.

    Afdeling 6

    SEAFO-verdragsgebied

    Artikel 29

    Verbod op de visserij op diepzeehaaien

    De gerichte visserij op de volgende diepzeehaaien in het SEAFO-verdragsgebied is verboden:

    roggen (Rajidae),

    doornhaai (Squalus acanthias),

    gevlekte gladde lantaarnhaai (Etmopterus bigelowi),

    kortstaartlantaarnhaai (Etmopterus brachyurus),

    grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps),

    gladde lantaarnhaai (Etmopterus pusillus),

    spookkathaai (Apristurus manis),

    fluweelijshaai (Scymnodon squamulosus),

    en diepzeehaaien van de superorde Selachimorpha.

    Adfeling 7

    WCFPC-verdragsgebied

    Artikel 30

    Beperkingen van de visserijinspanning voor grootoogtonijn, geelvintonijn, gestreepte tonijn en Zuid-Pacifische witte tonijn

    De lidstaten zien erop toe dat de totale inspanning bij de visserij op grootoogtonijn (Thunnus obesus), geelvintonijn (Thunnus albacares), gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis) en Zuid-Pacifische witte tonijn (Thunnus alalunga) in het WCPFC-verdragsgebied wordt beperkt tot de visserijinspanning die in partnerschapsovereenkomsten tussen de Unie en kuststaten in de regio is overeengekomen.

    Artikel 31

    Gesloten gebied voor de visserij met visconcentratievoorzieningen (FAD's)

    1.   In het gedeelte van het WCPFC-gebied tussen 20° NB en 20° ZB zijn visserijactiviteiten van ringzegenvaartuigen die gebruik maken van vis aantrekkende voorzieningen (fish aggregating devices — FAD's), verboden tussen 1 juli 2012 00.00 uur en 30 september 2012 24.00 uur. In die periode mogen ringzegenvaartuigen in dat gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied alleen visserijactiviteiten verrichten indien zich aan boord een waarnemer bevindt die erop toeziet dat het vaartuig op geen enkel ogenblik:

    a)

    een FAD of soortgelijk elektronisch apparaat gebruikt of in dienst heeft;

    b)

    met behulp van FAD's vist op scholen.

    2.   Alle ringzegenvaartuigen die in het in lid 1 bedoelde gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied vissen, houden alle gevangen grootoogtonijn, geelvintonijn en gestreepte tonijn aan boord en landen deze aan of laden deze over.

    3.   Lid 2 geldt niet in de volgende gevallen:

    a)

    tijdens de laatste trek van een visreis, indien onvoldoende ruimte is overgebleven om al deze vis op te slaan;

    b)

    wanneer de vis om andere redenen dan de grootte niet geschikt is voor menselijke consumptie, of

    c)

    wanneer zich een ernstige storing van de koelinstallatie voordoet.

    Artikel 32

    Gesloten gebieden voor de ringzegenvisserij

    De visserij met ringzegens op grootoogtonijn en geelvintonijn is verboden in de volgende, in volle zee gelegen gebieden:

    a)

    de internationale wateren die worden afgebakend door de grenzen van de exclusieve economische zones van Indonesië, Palau, Micronesia en Papoea-Nieuw-Guinea;

    b)

    de internationale wateren die worden afgebakend door de grenzen van de exclusieve economische zones van Micronesia, de Marshalleilanden, Nauru, Kiribati, Tuvalu, Fiji, de Salomonseilanden en Papoea-Nieuw-Guinea.

    Artikel 33

    Beperking van het aantal EU-vaartuigen dat op zwaardvis mag vissen

    Het maximumaantal EU-vaartuigen dat in de gebieden bezuiden 20° ZB van het WCPFC-verdragsgebied op zwaardvis (Xiphias gladius) mag vissen, wordt vastgesteld in bijlage VII.

    Afdeling 8

    Beringzee

    Artikel 34

    Verbod op de visserij in de volle zee van de Beringzee

    De visserij op alaskakoolvis (Theragra chalcogramma) in de volle zee van de Beringzee is verboden.

    TITEL III

    VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN IN EU-WATEREN

    Artikel 35

    TAC's

    Vissersvaartuigen die de vlag voeren van Noorwegen, alsook vissersvaartuigen die op de Faeröer zijn geregistreerd, mogen, met inachtneming van de in bijlage I bij deze verordening vastgestelde TAC's en de in de onderhavige titel en hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1006/2008 vastgestelde voorwaarden, in EU-wateren vissen.

    Artikel 36

    Vismachtigingen

    1.   Het maximumaantal vismachtigingen voor vaartuigen van derde landen die in EU-wateren vissen, wordt vastgesteld in bijlage VIII.

    2.   Vis van bestanden waarvoor TAC's zijn vastgesteld, mag slechts aan boord worden gehouden of aangeland mits die vis is gevangen met vaartuigen van derde landen die een quotum hebben, en dat quotum niet is opgebruikt.

    Artikel 37

    Verboden

    1.   Het is vaartuigen van derde landen verboden de onderstaande soorten te vangen, aan boord te houden, over te laden of aan te landen:

    a)

    reuzenhaai (Cetorhinus maximus) en witte haai (Carcharodon carcharias) in alle EU-wateren;

    b)

    zee-engel (Squatina squatina) in alle EU-wateren;

    c)

    vleet (Dipturus batis) in de EU-wateren van ICES-sector IIa en de ICES-deelgebieden III, IV, VI, VII, VIII, IX en X;

    d)

    golfrog (Raja undulata) en witte rog (Rostroraja alba) in de EU-wateren van de ICES-deelgebieden VI, VII, VIII, IX en X;

    e)

    haringhaai (Lamna nasus) in alle EU-wateren, en

    f)

    gitaarroggen (Rhinobatidae) in de EU-wateren van de ICES-deelgebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X en XII.

    2.   Bij incidentele vangsten van de in lid 1 bedoelde soorten, worden de vissen ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

    TITEL IV

    SLOTBEPALINGEN

    Artikel 38

    Comitéprocedure

    1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EG) nr. 2371/2002 bedoelde Comité voor de visserij en de aquacultuur. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

    2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

    3.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011, in samenhang met artikel 5, van toepassing.

    Artikel 39

    Inwerkingtreding en toepassing

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2012.

    Artikel 9 is evenwel van toepassing met ingang van 1 februari 2012.

    De in de artikelen 20, 21 en 22 en de bijlagen IE en V vastgestelde vangstmogelijkheden of verbodsbepalingen voor het CCAMLR-verdragsgebied zijn van toepassing met ingang van het begin van de respectieve perioden waarin de betrokken vangstmogelijkheden of verbodsbepalingen van toepassing zijn.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 17 januari 2012.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    N. WAMMEN


    (1)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

    (2)  PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

    (3)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

    (4)  PB L 157 van 19.6.2007, blz. 1.

    (5)  PB L 348 van 24.12.2008, blz. 20.

    (6)  PB L 96 van 15.4.2009, blz. 1.

    (7)  PB L 115 van 9.5.1996, blz. 3.

    (8)  PB L 214 van 19.8.2009, blz. 16.

    (9)  Overeenkomst betreffende de visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (PB L 226 van 29.8.1980, blz. 48).

    (10)  Overeenkomst betreffende de visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de plaatselijke regering van de Faeröer, anderzijds (PB L 226 van 29.8.1980, blz. 12).

    (11)  Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland, anderzijds (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 4) en Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in die overeenkomst (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 9).

    (12)  Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland inzake de visserij en het mariene milieu (PB L 161 van 2.7.1993, blz. 2).

    (13)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

    (14)  Verordening (EG) nr. 517/2008 van de Commissie van 10 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad wat betreft de bepaling van de maaswijdte en de meting van de twijndikte van visnetten (PB L 151 van 11.6.2008, blz. 5).

    (15)  Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 70).

    (16)  Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten in bepaalde gebieden buiten de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 1).

    (17)  Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de indiening van statistieken van de vangsten en de visserijactiviteit van de lidstaten die in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 42).

    (18)  Gesloten bij Besluit 2002/738/EG van de Raad (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39).

    (19)  De Unie is tot het verdrag toegetreden bij Besluit 86/238/EEG van de Raad (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33).

    (20)  Verordening (EG) nr. 601/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot vaststelling van bepaalde controlemaatregelen voor de visserij in het verdragsgebied van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PB L 97 van 1.4.2004, blz. 16).

    (21)  Gesloten bij Besluit 2006/539/EG van de Raad (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22).

    (22)  De Unie is tot de overeenkomst toegetreden bij Besluit 95/399/EG van de Raad (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24).

    (23)  Gesloten bij Besluit 2008/780/EG van de Raad (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27).

    (24)  De Unie is tot de overeenkomst toegetreden bij Besluit 2005/75/EG van de Raad (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1).

    (25)  Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2009 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33).

    (26)  Verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften (PB L 351 van 28.12.2002, blz. 6).

    (27)  Verordening (EU) nr. 43/2012 van de Raad van 18 januari 2012 tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor geen internationale onderhandelingen worden gevoerd of geen internationale overeenkomsten (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).


    LIJST VAN BIJLAGEN

    BIJLAGE I

    :

    TAC's voor EU-vaartuigen in gebieden waar TAC's gelden, per soort en per gebied

    BIJLAGE IA

    :

    Skagerrak, Kattegat, ICES-deelgebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV, EU-wateren van CECAF

    BIJLAGE IB

    :

    Noordoostelijke Atlantische Oceaan en Groenland, ICES-deelgebieden I, II, V, XII en XIV en Groenlandse wateren van NAFO 0 en 1

    BIJLAGE IC

    :

    Noordwestelijke Atlantische Oceaan — NAFO-verdragsgebied

    BIJLAGE ID

    :

    Over grote afstanden trekkende soorten — alle gebieden

    BIJLAGE IE

    :

    Antarctisch gebied — CCAMLR-verdragsgebied

    BIJLAGE IF

    :

    Zuidoost-Atlantische Oceaan — SEAFO-verdragsgebied

    BIJLAGE IG

    :

    Zuidelijke blauwvintonijn — alle gebieden

    BIJLAGE IH

    :

    WCPFC-verdragsgebied

    BIJLAGE IJ

    :

    SPRFMO-verdragsgebied

    BIJLAGE IIA

    :

    Visserijinspanning voor vaartuigen in het kader van het beheer van bepaalde kabeljauw-, schol- en tongbestanden in het Skagerrak, het deel van ICES-sector IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, ICES-deelgebied IV, de EU-wateren van ICES-sector IIa en ICES-sector VIId

    BIJLAGE IIB

    :

    Vangstmogelijkheden voor vaartuigen die vissen op zandspiering in de ICES-sectoren IIa en IIIa en ICES-deelgebied IV

    BIJLAGE III

    :

    Maximumaantal vismachtigingen voor EU-vaartuigen in wateren van derde landen

    BIJLAGE IV

    :

    ICCAT-verdragsgebied

    BIJLAGE V

    :

    CCAMLR-verdragsgebied

    BIJLAGE VI

    :

    IOTC-verdragsgebied

    BIJLAGE VII

    :

    WCPFC-verdragsgebied

    BIJLAGE VIII

    :

    Kwantitatieve beperkingen inzake vismachtigingen voor vissersvaartuigen van derde landen die in de EU-wateren vissen

    BIJLAGE I

    TAC'S VOOR EU-VAARTUIGEN IN GEBIEDEN WAAR TAC'S GELDEN, PER SOORT EN PER GEBIED

    De tabellen in de bijlagen IA, IB, IC, ID, IE, IF, IG, IH en IJ bevatten de TAC's en quota (in ton levend gewicht, tenzij anders vermeld) per bestand en, in voorkomend geval, de voorwaarden die er functioneel verband mee houden. Alle in deze bijlage vastgestelde vangstmogelijkheden vallen onder het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1224/2009, met name de artikelen 33 en 34.

    Tenzij anders bepaald zijn de verwijzingen naar visserijzones verwijzingen naar ICES-zones. Per gebied staan de visbestanden vermeld in alfabetische volgorde op de Latijnse naam van de vissoort. Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende vergelijkende tabel van de wetenschappelijke en gebruikelijke namen:

    Wetenschappelijke naam

    Drielettercode

    Gebruikelijke naam

    Amblyraja radiata

    RJR

    Sterrog

    Ammodytides spp.

    SAN

    Zandspieringen

    Argentina silus

    ARU

    Grote zilvervis

    Beryx spp.

    ALF

    Beryx spp.

    Brosme brosme

    USK

    Lom

    Caproidae

    BOR

    Evervissen

    Centrophorus squamosus

    GUQ

    Schubzwelghaai

    Centroscymnus coelolepis

    CYO

    Portugese ijshaai

    Chaceon maritae

    CGE

    Rode diepzeekrab

    Champsocephalus gunnari

    ANI

    IJsvis

    Chionoecetes spp.

    PCR

    Pacifische sneeuwkrabben

    Clupea harengus

    HER

    Haring

    Coryphaenoides rupestris

    RNG

    Grenadiervis

    Dalatias licha

    SCK

    Zwarte haai

    Deania calcea

    DCA

    Spitssnuitsnavelhaai

    Dipturus batis

    RJB

    Vleet

    Dissostichus eleginoides

    TOP

    Zwarte Patagonische ijsheek

    Dissostichus mawsoni

    TOA

    Antarctische ijsheek

    Engraulis encrasicolus

    ANE

    Ansjovis

    Etmopterus princeps

    ETR

    Grote lantaarnhaai

    Etmopterus pusillus

    ETP

    Gladde lantaarnhaai

    Euphausia superba

    KRI

    Antarctisch krill

    Gadus morhua

    COD

    Kabeljauw

    Galeorhinus galeus

    GAG

    Ruwe haai

    Glyptocephalus cynoglossus

    WIT

    Witje

    Hippoglossoides platessoides

    PLA

    Lange schar

    Hippoglossus hippoglossus

    HAL

    Heilbot

    Hoplostethus atlanticus

    ORY

    Atlantische slijmkop

    Illex illecebrosus

    SQI

    Kortvinpijlinktvis

    Lamna nasus

    POR

    Haringhaai

    Lepidonotothen squamifrons

    NOS

    Grijze zuidpoolkabeljauw

    Lepidorhombus spp.

    LEZ

    Scharretongen

    Leucoraja circularis

    RJI

    Zandrog

    Leucoraja fullonica

    RJF

    Kaardrog

    Leucoraja naevus

    RJN

    Grootoogrog

    Limanda ferruginea

    YEL

    Geelstaartschar

    Limanda limanda

    DAB

    Schar

    Lophiidae

    ANF

    Zeeduivels

    Macrourus spp.

    GRV

    Grenadiervissen

    Makaira nigricans

    BUM

    Blauwe marlijn

    Mallotus villosus

    DOP

    Lodde

    Martialia hyadesi

    SQS

    Inktvis

    Melanogrammus aeglefinus

    HAD

    Schelvis

    Merlangius merlangus

    WHG

    Wijting

    Merluccius merluccius

    HKE

    Heek

    Micromesistius poutassou

    WHB

    Blauwe wijting

    Microstomus kitt

    LEM

    Tongschar

    Molva dypterygia

    BLI

    Blauwe leng

    Molva molva

    LIN

    Leng

    Nephrops norvegicus

    NEP

    Langoustine

    Pandalus borealis

    PRA

    Noorse garnaal

    Paralomis spp.

    PAI

    Krabben

    Penaeus spp.

    PEN

    Peneïde garnalen

    Platichthys flesus

    FLE

    Bot

    Pleuronectes platessa

    PLE

    Schol

    Pleuronectiformes

    FLX

    Platvissen

    Pollachius pollachius

    POL

    Witte koolvis

    Pollachius virens

    POK

    Koolvis

    Psetta maxima

    TUR

    Tarbot

    Raja brachyura

    RJH

    Blonde rog

    Raja clavata

    RJC

    Stekelrog

    Raja (Dipturus) nidarosiensis

    JAD

    Noorse rog

    Raja microocellata

    RJE

    Kleinoogrog

    Raja montagui

    RJM

    Gevlekte rog

    Raja undulata

    RJU

    Golfrog

    Rajiformes

    SRX

    Roggen

    Reinhardtius hippoglossoides

    GHL

    Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

    Rostroraja alba

    RJA

    Witte rog

    Scomber scombrus

    MAC

    Makreel

    Scophthalmus rhombus

    SOO

    Griet

    Sebastes spp.

    RED

    Roodbaarzen

    Solea solea

    SOL

    Tong

    Solea spp.

    SOO

    Tongen

    Sprattus sprattus

    SPR

    Sprot

    Squalus acanthias

    DGS

    Doornhaai

    Tetrapturus albidus

    WHM

    Witte marlijn

    Thunnus maccoyii

    SBF

    Zuidelijke blauwvintonijn

    Thunnus obesus

    BET

    Grootoogtonijn

    Thunnus thynnus

    BFT

    Blauwvintonijn

    Trachurus spp.

    JAX

    Horsmakrelen

    Trisopterus esmarkii

    NOP

    Kever

    Urophycis tenuis

    HKW

    Witte heek

    Xiphias gladius

    SWO

    Zwaardvis

    De volgende vergelijkende tabel van de gebruikelijke en de wetenschappelijke namen wordt uitsluitend ter verduidelijking gegeven:

    Ansjovis

    ANE

    Engraulis encrasicolus

    Antarctisch krill

    KRI

    Euphausia superba

    Antarctische ijsheek

    TOA

    Dissostichus mawsoni

    Atlantische slijmkop

    ORY

    Hoplostethus atlanticus

    Beryx spp.

    ALF

    Beryx spp.

    Blauwe leng

    BLI

    Molva dypterygia

    Blauwe marlijn

    BUM

    Makaira nigricans

    Blauwe wijting

    WHB

    Micromesistius poutassou

    Blauwvintonijn

    BFT

    Thunnus thynnus

    Blonde rog

    RJH

    Raja brachyura

    Bot

    FLE

    Platichthys flesus

    Doornhaai/hondshaai

    DGS

    Squalus acanthias

    Evervissen

    BOR

    Caproidae

    Geelstaartschar

    YEL

    Limanda ferruginea

    Gevlekte rog

    RJM

    Raja montagui

    Gladde lantaarnhaai

    ETP

    Etmopterus pusillus

    Golfrog

    RJU

    Raja undulata

    Grenadiervis

    RNG

    Coryphaenoides rupestris

    Grenadiervissen

    GRV

    Macrourus spp.

    Griet

    SOO

    Scophthalmus rhombus

    Grijze zuidpoolkabeljauw

    NOS

    Lepidonotothen squamifrons

    Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

    GHL

    Reinhardtius hippoglossoides

    Grootoogrog

    RJN

    Leucoraja naevus

    Grootoogtonijn

    BET

    Thunnus obesus

    Grote lantaarnhaai

    ETR

    Etmopterus princeps

    Grote zilvervis

    ARU

    Argentina silus

    Haring

    HER

    Clupea harengus

    Haringhaai

    POR

    Lamna nasus

    Heek

    HKE

    Merluccius merluccius

    Heilbot

    HAL

    Hippoglossus hippoglossus

    Horsmakrelen

    JAX

    Trachurus spp.

    IJsvis

    ANI

    Champsocephalus gunnari

    Inktvis

    SQS

    Martialia hyadesi

    Kaardrog

    RJF

    Leucoraja fullonica

    Kabeljauw

    COD

    Gadus morhua

    Kever

    NOP

    Trisopterus esmarkii

    Kleinoogrog

    RJE

    Raja microocellata

    Koolvis

    POK

    Pollachius virens

    Kortvinpijlinktvis

    SQI

    Illex illecebrosus

    Krabben

    PAI

    Paralomis spp.

    Lange schar

    PLA

    Hippoglossoides platessoides

    Langoustine

    NEP

    Nephrops norvegicus

    Leng

    LIN

    Molva molva

    Lodde

    DOP

    Mallotus villosus

    Lom

    USK

    Brosme brosme

    Makreel

    MAC

    Scomber scombrus

    Noorse garnaal

    PRA

    Pandalus borealis

    Noorse rog

    JAD

    Raja (Dipturus) nidarosiensis

    Pacifische sneeuwkrabben

    PCR

    Chionoecetes spp.

    Peneïde garnalen

    PEN

    Penaeus spp.

    Platvissen

    FLX

    Pleuronectiformes

    Portugese ijshaai

    CYO

    Centroscymnus coelolepis

    Rode diepzeekrab

    CGE

    Chaceon maritae

    Roggen

    SRX

    Rajiformes

    Roodbaarzen

    RED

    Sebastes spp.

    Ruwe haai

    GAG

    Galeorhinus galeus

    Schar

    DAB

    Limanda limanda

    Scharretongen

    LEZ

    Lepidorhombus spp.

    Schelvis

    HAD

    Melanogrammus aeglefinus

    Schol

    PLE

    Pleuronectes platessa

    Schubzwelghaai

    GUQ

    Centrophorus squamosus

    Spitssnuitsnavelhaai

    DCA

    Deania calcea

    Sprot

    SPR

    Sprattus sprattus

    Stekelrog

    RJC

    Raja clavata

    Sterrog

    RJR

    Amblyraja radiata

    Tarbot

    TUR

    Psetta maxima

    Tong

    SOL

    Solea solea

    Tongen

    SOO

    Solea spp.

    Tongschar

    LEM

    Microstomus kitt

    Vleet

    RJB

    Dipturus batis

    Wijting

    WHG

    Merlangius merlangus

    Witje

    WIT

    Glyptocephalus cynoglossus

    Witte heek

    HKW

    Urophycis tenuis

    Witte koolvis

    POL

    Pollachius pollachius

    Witte marlijn

    WHM

    Tetrapturus albidus

    Witte rog

    RJA

    Rostroraja alba

    Zandrog

    RJI

    Leucoraja circularis

    Zandspieringen

    SAN

    Ammodytides spp.

    Zeeduivels

    ANF

    Lophiidae

    Zuidelijke blauwvintonijn

    SBF

    Thunnus maccoyii

    Zwaardvis

    SWO

    Xiphias gladius

    Zwarte haai

    SCK

    Dalatias licha

    Zwarte Patagonische ijsheek

    TOP

    Dissostichus eleginoides

    BIJLAGE IA

    Skagerrak, Kattegat, ICES-deelgebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII EN XIV, EU-wateren van CECAF

    Soort

    :

    Zandspieringen

    Ammodytes spp.

    Gebied

    :

    Noorse wateren van IV

    (SAN/04-N.)

    Denemarken

    0

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Verenigd Koninkrijk

    0

    Unie

    0

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Zandspieringen en bijvangsten

    Ammodytides spp.

    Gebied

    :

    EU-wateren van IIa, IIIa en IV (1)

    (SAN/2A3A4.)

    Denemarken

    167 436 (2)  (3)

    Analytische TAC

    Verenigd Koninkrijk

    3 660 (2)  (3)

    Duitsland

    256 (2)  (3)

    Zweden

    6 148 (2)  (3)

    Niet toegewezen

    2 500 (4)

    Unie

    180 000 (3)

    Noorwegen

    20 000

    TAC

    200 000

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande beheersgebieden voor zandspieringen als bepaald in bijlage IIB, niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

    Gebied

    :

    EU-wateren van de beheersgebieden voor zandspieringen ()

     

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

     

    (SAN/*234_1)

    (SAN/*234_2)

    (SAN/*234_3)

    (SAN/*234_4)

    (SAN/*234_5)

    (SAN/*234_6)

    (SAN/*234_7)

    Denemarken

    167 436

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    Verenigd Koninkrijk

    3 660

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    Duitsland

    256

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    Zweden

    6 148

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    Unie

    177 500

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    Noorwegen

    20 000

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    Totaal

    197 500

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    ()  Mag in overeenstemming met artikel 5, lid 4, van deze verordening worden herzien.


    Soort

    :

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied

    :

    EU- en internationale wateren van I, II en XIV

    (USK/1214EI)

    Duitsland

    6 (6)

    Analytische TAC

    Frankrijk

    6 (6)

    Verenigd Koninkrijk

    6 (6)

    Andere

    3 (6)

    Unie

    21 (6)

    TAC

    21


    Soort

    :

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied

    :

    EU-wateren van IV

    (USK/04-C.)

    Denemarken

    53

    Analytische TAC

    Duitsland

    16

    Frankrijk

    37

    Zweden

    5

    Verenigd Koninkrijk

    80

    Andere

    5 (7)

    Unie

    196

    TAC

    196


    Soort

    :

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied

    :

    EU- en internationale wateren van V, VI en VII

    (USK/567EI.)

    Duitsland

    4

    Analytische TAC

    Artikel 12 van deze verordening is van toepassing.

    Spanje

    14

    Frankrijk

    172

    Ierland

    17

    Verenigd Koninkrijk

    83

    Andere

    4 (8)

    Unie

    294

    Noorwegen

    2 923 (9)  (10)  (11)

    TAC

    3 217


    Soort

    :

    Lom

    Brosme brosme

    Gebied

    :

    Noorse wateren van IV

    (USK/04-N.)

    België

    0

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    165

    Duitsland

    1

    Frankrijk

    0

    Nederland

    0

    Verenigd Koninkrijk

    4

    Unie

    170

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Haring (12)

    Clupea harengus

    Gebied

    :

    IIIa

    (HER/03A.)

    Denemarken

    18 912 (13)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    303 (13)

    Zweden

    19 783 (13)

    Unie

    38 998 (13)

    TAC

    45 000


    Soort

    :

    Haring (14)

    Clupea harengus

    Gebied

    :

    EU-wateren en Noorse wateren van IV benoorden 53° 30′ NB

    (HER/04AB.)

    Denemarken

    64 369

    Analytische TAC.

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    41 852

    Frankrijk

    21 286

    Nederland

    53 537

    Zweden

    4 120

    Verenigd Koninkrijk

    57 836

    Unie

    243 000

    Noorwegen

    117 450 (15)

    TAC

    405 000

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

     

    Noorse wateren bezuiden

    62°NB (HER/*04N-)

    Unie

    50 000


    Soort

    :

    Haring (16)

    Clupea harengus

    Gebied

    :

    Noorse wateren bezuiden 62°NB

    (HER/04-N.)

    Zweden

    922 (16)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    922

    TAC

    405 000


    Soort

    :

    Haring (17)

    Clupea harengus

    Gebied

    :

    Bijvangsten in IIIa

    (HER/03A-BC)

    Denemarken

    5 692

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    51

    Zweden

    916

    Unie

    6 659

    TAC

    6 659


    Soort

    :

    Haring (18)

    Clupea harengus

    Gebied

    :

    Bijvangsten in IV, VIId en in EU-wateren van IIa

    (HER/2A47DX)

    België

    89

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    17 134

    Duitsland

    89

    Frankrijk

    89

    Nederland

    89

    Zweden

    84

    Verenigd Koninkrijk

    326

    Unie

    17 900

    TAC

    17 900


    Soort

    :

    Haring (19)

    Clupea harengus

    Gebied

    :

    IVc, VIId (20)

    (HER/4CXB7D)

    België

    8 774 (21)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    882 (21)

    Duitsland

    573 (21)

    Frankrijk

    10 871 (21)

    Nederland

    19 261 (21)

    Verenigd Koninkrijk

    4 189 (21)

    Unie

    44 550

    TAC

    405 000


    Soort

    :

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied

    :

    EU- en internationale wateren van Vb, VIb en VIaN (22)

    (HER/5B6ANB)

    Duitsland

    2 486 (23)

    Analytische TAC

    Frankrijk

    470 (23)

    Ierland

    3 360 (23)

    Nederland

    2 486 (23)

    Verenigd Koninkrijk

    13 438 (23)

    Niet toegewezen

    660 (24)

    Unie

    22 900 (23)

    TAC

    22 900


    Soort

    :

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied

    :

    Skagerrak

    (COD/03AN.)

    België

    9 (25)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    3 026 (25)

    Duitsland

    76 (25)

    Nederland

    19 (25)

    Zweden

    530 (25)

    Unie

    3 660

    TAC

    3 783


    Soort

    :

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied

    :

    IV; EU-wateren van IIa; het gedeelte van IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

    (COD/2A3AX4)

    België

    782 (26)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    4 495 (26)

    Duitsland

    2 850 (26)

    Frankrijk

    966 (26)

    Nederland

    2 540 (26)

    Zweden

    30 (26)

    Verenigd Koninkrijk

    10 311 (26)

    Unie

    21 974

    Noorwegen

    4 501 (27)

    TAC

    26 475

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

     

    Noorse wateren van IV

    (COD/*04N-)

    Unie

    19 099


    Soort

    :

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied

    :

    Noorse wateren bezuiden 62°NB

    (COD/04-N.)

    Zweden

    382 (28)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    382

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied

    :

    VIId

    (COD/07D.)

    België

    66 (29)

    Analytische TAC

    Frankrijk

    1 295 (29)

    Nederland

    39 (29)

    Verenigd Koninkrijk

    143 (29)

    Unie

    1 543

    TAC

    1 543


    Soort

    :

    Schar en bot

    Limanda limanda en Platichthys flesus

    Gebied

    :

    EU-wateren van IIa en IV

    (D/F/2AC4-C)

    België

    503

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

    1 888

    Duitsland

    2 832

    Frankrijk

    196

    Nederland

    11 421

    Zweden

    6

    Verenigd Koninkrijk

    1 588

    Unie

    18 434

    TAC

    18 434


    Soort

    :

    Zeeduivels

    Lophiidae

    Gebied

    :

    EU-wateren van IIa en IV

    (ANF/2AC4-C)

    België

    324 (30)

    Analytische TAC

    Denemarken

    714 (30)

    Duitsland

    349 (30)

    Frankrijk

    66 (30)

    Nederland

    245 (30)

    Zweden

    8 (30)

    Verenigd Koninkrijk

    7 455 (30)

    Unie

    9 161 (30)

    TAC

    9 161


    Soort

    :

    Zeeduivels

    Lophiidae

    Gebied

    :

    Noorse wateren van IV

    (ANF/04-N.)

    België

    45

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    1 152

    Duitsland

    18

    Nederland

    16

    Verenigd Koninkrijk

    269

    Unie

    1 500

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied

    :

    IIIa, EU-wateren van de deelsectoren 22-32

    (HAD/3A/BCD)

    België

    11

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    1 943

    Duitsland

    123

    Nederland

    2

    Zweden

    229

    Unie

    2 308

    TAC

    2 409


    Soort

    :

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied

    :

    IV; EU-wateren van IIa

    (HAD/2AC4.)

    België

    224

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 7 van deze verordening is van toepassing

    Denemarken

    1 539

    Duitsland

    979

    Frankrijk

    1 707

    Nederland

    168

    Zweden

    155

    Verenigd Koninkrijk

    25 386

    Unie

    30 158

    Noorwegen

    9 008

    TAC

    39 166

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

     

    Noorse wateren van IV

    (HAD/*04N-)

    Unie

    22 433


    Soort

    :

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied

    :

    Noorse wateren bezuiden 62°NB

    (HAD/04-N.)

    Zweden

    707 (31)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    707

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied

    :

    EU- en internationale wateren van VIb, XII en XIV

    (HAD/6B1214)

    België

    7

    Analytische TAC

    Duitsland

    9

    Frankrijk

    364

    Ierland

    260

    Verenigd Koninkrijk

    2 660

    Unie

    3 300

    TAC

    3 300


    Soort

    :

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied

    :

    IIIa

    (WHG/03A.)

    Denemarken

    929

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Nederland

    3

    Zweden

    99

    Unie

    1 031

    TAC

    1 050


    Soort

    :

    Wijting

    Merlangius merlangus

    Gebied

    :

    IV; EU-wateren van IIa

    (WHG/2AC4.)

    België

    337

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    1 458

    Duitsland

    379

    Frankrijk

    2 191

    Nederland

    843

    Zweden

    3

    Verenigd Koninkrijk

    10 539

    Unie

    15 750

    Noorwegen

    1 306 (32)

    TAC

    17 056

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

     

    Noorse wateren van IV

    (WHG/*04N-)

    Unie

    10 671


    Soort

    :

    Wijting en witte koolvis

    Merlangius merlangus en Pollachius pollachius

    Gebied

    :

    Noorse wateren bezuiden 62°NB

    (W/P/04-N.)

    Zweden

    190 (33)

    Voorzorgs-TAC.

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    190

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied

    :

    Noorse wateren van II en IV

    (WHB/24-N.)

    Denemarken

    0

    Analytische TAC

    Verenigd Koninkrijk

    0

    Unie

    0

    TAC

    391 000


    Soort

    :

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied

    :

    EU- en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV (WHB/1X14)

    Denemarken

    9 683 (34)  (36)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 7 van deze verordening is van toepassing.

    Duitsland

    3 765 (34)  (36)

    Spanje

    8 209 (34)  (35)  (36)

    Frankrijk

    6 738 (34)  (36)

    Ierland

    7 498 (34)  (36)

    Nederland

    11 807 (34)  (36)

    Portugal

    763 (34)  (35)  (36)

    Zweden

    2 395 (34)  (36)

    Verenigd Koninkrijk

    12 563 (34)  (36)

    Niet toegewezen

    4 500 (37)

    Unie

    63 421 (34)  (36)

    Noorwegen

    30 000

    TAC

    391 000


    Soort

    :

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied

    :

    VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

    (WHB/8C3411)

    Spanje

    8 034

    Analytische TAC

    Portugal

    2 009

    Unie

    10 043 (38)

    TAC

    391 000


    Soort

    :

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied

    :

    EU-wateren van II, IVa, V, VI ten noorden van 56° 30′ NB en VII ten westen van 12° WL

    (WHB/24A567)

    Noorwegen

    64 226 (39)  (40)

    Analytische TAC

    TAC

    391 000


    Soort

    :

    Tongschar en witje

    Microstomus kitt en Glyptocephalus cynoglossus

    Gebied

    :

    EU-wateren van IIa en IV

    (L/W/2AC4-C)

    België

    346

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

    953

    Duitsland

    122

    Frankrijk

    261

    Nederland

    793

    Zweden

    11

    Verenigd Koninkrijk

    3 905

    Unie

    6 391

    TAC

    6 391


    Soort

    :

    Blauwe leng

    Molva dypterygia

    Gebied

    :

    EU- en internationale wateren van Vb, VI, VII

    (BLI/5B67-) (43)

    Duitsland

    20 (46)

    Analytische TAC

    Artikel 12 van deze verordening is van toepassing.

    Estland

    3 (46)

    Spanje

    62 (46)

    Frankrijk

    1 423 (46)

    Ierland

    5 (46)

    Litouwen

    1 (46)

    Polen

    1 (46)

    Verenigd Koninkrijk

    362 (46)

    Andere

    5 (41)  (46)

    Niet toegewezen

    150 (47)

    Unie

    1 882 (46)

    Noorwegen

    150 (42)

    TAC

    2 032


    Soort

    :

    Leng

    Molva molva

    Gebied

    :

    EU- en internationale wateren van I en II

    (LIN/1/2.)

    Denemarken

    8

    Analytische TAC

    Duitsland

    8

    Frankrijk

    8

    Verenigd Koninkrijk

    8

    Andere

    4 (48)

    Unie

    36

    TAC

    36


    Soort

    :

    Leng

    Molva molva

    Gebied

    :

    EU-wateren van IV

    (LIN/04-C.)

    België

    16

    Analytische TAC

    Denemarken

    243

    Duitsland

    150

    Frankrijk

    135

    Nederland

    5

    Zweden

    10

    Verenigd Koninkrijk

    1 869

    Unie

    2 428

    TAC

    2 428


    Soort

    :

    Leng

    Molva molva

    Gebied

    :

    EU- en internationale wateren van V

    (LIN/05.)

    België

    9

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

    6

    Duitsland

    6

    Frankrijk

    6

    Verenigd Koninkrijk

    6

    Unie

    33

    TAC

    33


    Soort

    :

    Leng

    Molva molva

    Gebied

    :

    EU- en internationale wateren van VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV (LIN/6X14.)

    België

    29 (51)

    Analytische TAC

    Artikel 12 van deze verordening is van toepassing.

    Denemarken

    5 (51)

    Duitsland

    107 (51)

    Spanje

    2 156 (51)

    Frankrijk

    2 299 (51)

    Ierland

    576 (51)

    Portugal

    5 (51)

    Verenigd Koninkrijk

    2 647 (51)

    Niet toegewezen

    200 (52)

    Unie

    7 824 (51)

    Noorwegen

    6 140 (49)  (50)

    TAC

    14 164


    Soort

    :

    Leng

    Molva molva

    Gebied

    :

    Noorse wateren van IV

    (LIN/04-N.)

    België

    6

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    747

    Duitsland

    21

    Frankrijk

    8

    Nederland

    1

    Verenigd Koninkrijk

    67

    Unie

    850

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied

    :

    IIIa; EU-wateren van de deelsectoren 22-32

    (NEP/3A/BCD)

    Denemarken

    4 409

    Analytische TAC

    Duitsland

    13

    Zweden

    1 578

    Unie

    6 000

    TAC

    6 000


    Soort

    :

    Langoustine

    Nephrops norvegicus

    Gebied

    :

    Noorse wateren van IV

    (NEP/04-N.)

    Denemarken

    1 135

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    1

    Verenigd Koninkrijk

    64

    Unie

    1 200

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied

    :

    IIIa

    (PRA/03A.)

    Denemarken

    2 457

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Zweden

    1 323

    Unie

    3 780

    TAC

    7 080


    Soort

    :

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied

    :

    EU-wateren van IIa en IV

    (PRA/2AC4-C)

    Denemarken

    2 273

    Analytische TAC

    Nederland

    21

    Zweden

    91

    Verenigd Koninkrijk

    673

    Unie

    3 058

    TAC

    3 058


    Soort

    :

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied

    :

    Noorse wateren bezuiden 62°NB

    (PRA/04-N.)

    Denemarken

    357

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Zweden

    123 (53)

    Unie

    480

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied

    :

    Skagerrak

    (PLE/03AN.)

    België

    48

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    6 189

    Duitsland

    32

    Nederland

    1 190

    Zweden

    332

    Unie

    7 791

    TAC

    7 950


    Soort

    :

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied

    :

    Kattegat

    (PLE/03AS.)

    Denemarken

    1 769

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    20

    Zweden

    199

    Unie

    1 988

    TAC

    1 988


    Soort

    :

    Schol

    Pleuronectes platessa

    Gebied

    :

    IV; EU-wateren van IIa; het gedeelte van IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

    (PLE/2A3AX4)

    België

    4 874

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    15 840

    Duitsland

    4 569

    Frankrijk

    914

    Nederland

    30 462

    Verenigd Koninkrijk

    22 542

    Unie

    79 201

    Noorwegen

    5 209

    TAC

    84 410

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

     

    Noorse wateren van IV

    (PLE/*04N-)

    Unie

    32 500


    Soort

    :

    Koolvis

    Pollachius virens

    Gebied

    :

    IIIa en IV; EU-wateren van IIa, IIIb, IIIc en deelsectoren 22-32

    (POK/2A34.)

    België

    27

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    3 263

    Duitsland

    8 241

    Frankrijk

    19 395

    Nederland

    82

    Zweden

    448

    Verenigd Koninkrijk

    6 318

    Unie

    37 774

    Noorwegen

    41 546 (54)

    TAC

    79 320


    Soort

    :

    Koolvis

    Pollachius virens

    Gebied

    :

    VI; EU- en internationale wateren van Vb, XII en XIV

    (POK/56-14)

    Duitsland

    391

    Analytische TAC

    Frankrijk

    3 878

    Ierland

    407

    Verenigd Koninkrijk

    3 154

    Unie

    7 830

    Noorwegen

    400 (55)

    TAC

    8 230


    Soort

    :

    Koolvis

    Pollachius virens

    Gebied

    :

    Noorse wateren bezuiden 62°NB

    (POK/04-N.)

    Zweden

    880 (56)

    Analytische TAC

    Unie

    880

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Tarbot en griet

    Psetta maxima en Scopthalmus rhombus

    Gebied

    :

    EU-wateren van IIa en IV

    (T/B/2AC4-C)

    België

    340

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

    727

    Duitsland

    186

    Frankrijk

    88

    Nederland

    2 579

    Zweden

    5

    Verenigd Koninkrijk

    717

    Unie

    4 642

    TAC

    4 642


    Soort

    :

    Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied

    :

    EU-wateren van IIa en IV; EU- en internationale wateren van Vb en VI

    (GHL/2A-C46)

    Denemarken

    2

    Analytische TAC

    Duitsland

    3

    Estland

    2

    Spanje

    2

    Frankrijk

    31

    Ierland

    2

    Litouwen

    2

    Polen

    2

    Verenigd Koninkrijk

    123

    Unie

    169

    TAC

    520 (57)


    Soort

    :

    Makreel

    Scomber scombrus

    Gebied

    :

    IIIa en IV; EU-wateren van IIa, IIIb, IIIc en IIId

    (MAC/2A34.)

    België

    421 (60)  (62)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 7 van deze verordening is van toepassing.

    Denemarken

    11 097 (60)  (62)

    Duitsland

    439 (60)  (62)

    Frankrijk

    1 326 (60)  (62)

    Nederland

    1 335 (60)  (62)

    Zweden

    4 001 (58)  (59)  (60)  (62)

    Verenigd Koninkrijk

    1 236 (60)  (62)

    Unie

    19 855 (58)  (60)  (62)

    Noorwegen

    89 537 (61)

    TAC

    Niet relevant

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden. Dit zijn voorlopige quota in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening:

     

    IIIa

    (MAC/*03A.)

    IIIa en IVbc

    (MAC/*3A4BC)

    IVb

    (MAC/*04B.)

    IVc

    (MAC/*04C.)

    VI, internationale wateren van IIa, van 1 januari tot en met 31 maart 2012 en in december 2012 (MAC/*2A6.)

    Denemarken

    0

    4 130

    0

    0

    7 735

    Frankrijk

    0

    490

    0

    0

    0

    Nederland

    0

    490

    0

    0

    0

    Zweden

    0

    0

    390

    10

    1 503

    Verenigd Koninkrijk

    0

    490

    0

    0

    0

    Noorwegen

    3 000

    0

    0

    0

    0


    Soort

    :

    Makreel

    Scomber scombrus

    Gebied

    :

    VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; EU- en internationale wateren van Vb; internationale wateren van IIa, XII en XIV

    (MAC/2CX14-)

    Duitsland

    16 487 (65)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 7 van deze verordening is van toepassing.

    Spanje

    18 (65)

    Estland

    137 (65)

    Frankrijk

    10 993 (65)

    Ierland

    54 956 (65)

    Letland

    101 (65)

    Litouwen

    101 (65)

    Nederland

    24 043 (65)

    Polen

    1 161 (65)

    Verenigd Koninkrijk

    151 132 (65)

    Unie

    259 129 (65)

    Noorwegen

    10 463 (63)  (64)

    TAC

    Niet relevant

    Bijzondere voorwaarde:

    In de onderstaande gebieden en tijdvakken mogen, binnen de limieten van bovenstaande quota, niet meer dan de opgegeven hoeveelheden worden gevangen. Dit zijn voorlopige quota in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening:

     

    EU-wateren en Noorse wateren van IVa

    (MAC/*04A-EN)

    Gedurende de perioden van 1 januari tot en met 15 februari 2012 en van 1 september tot en met 31 december 2012

    Noorse wateren van IIa

    (MAC/*2AN-)

    Duitsland

    6 633

    675

    Frankrijk

    4 423

    450

    Ierland

    22 112

    2 252

    Nederland

    9 674

    985

    Verenigd Koninkrijk

    60 810

    6 192

    Unie

    103 652

    10 554


    Soort

    :

    Makreel

    Scomber scombrus

    Gebied

    :

    VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

    (MAC/8C3411)

    Spanje

    24 438 (66)  (67)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 7 van deze verordening is van toepassing.

    Frankrijk

    162 (66)  (67)

    Portugal

    5 051 (66)  (67)

    Unie

    29 651 (67)

    TAC

    Niet relevant

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden. Dit zijn voorlopige quota in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening:

     

    VIIIb

    (MAC/*08B.)

    Spanje

    2 052

    Frankrijk

    14

    Portugal

    424


    Soort

    :

    Makreel

    Scomber scombrus

    Gebied

    :

    Noorse wateren van IIa en IVa

    (MAC/2A4A-N.)

    Denemarken

    10 176 (68)  (69)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 7 van deze verordening is van toepassing.

    Unie

    10 176 (68)  (69)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Tong

    Solea solea

    Gebied

    :

    EU-wateren van II en IV

    (SOL/24-C.)

    België

    1 346

    Analytische TAC

    Denemarken

    615

    Duitsland

    1 077

    Frankrijk

    269

    Nederland

    12 151

    Verenigd Koninkrijk

    692

    Unie

    16 150

    Noorwegen

    50 (70)

    TAC

    16 200


    Soort

    :

    Sprot en bijvangsten

    Sprattus sprattus

    Gebied

    :

    IIIa

    (SPR/03A.)

    Denemarken

    34 843 (71)

    Voorzorgs-TAC

    Duitsland

    73 (71)

    Zweden

    13 184 (71)

    Unie

    48 100

    TAC

    52 000


    Soort

    :

    Sprot en bijvangsten

    Sprattus sprattus

    Gebied

    :

    EU-wateren van IIa en IV

    (SPR/2AC4-C)

    België

    1 631 (75)  (76)

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

    129 103 (75)  (76)

    Duitsland

    1 631 (75)  (76)

    Frankrijk

    1 631 (75)  (76)

    Nederland

    1 631 (75)  (76)

    Zweden

    1 330 (72)  (75)  (76)

    Verenigd Koninkrijk

    5 383 (75)  (76)

    Niet-toegewezen

    9 160 (77)

    Unie

    151 500 (76)

    Noorwegen

    10 000 (73)

    TAC

    161 500 (74)


    Soort

    :

    Horsmakrelen en bijvangsten

    Trachurus spp.

    Gebied

    :

    EU-wateren van IVb, IVc and VIId

    (JAX/4BC7D)

    België

    44 (80)

    Voorzorgs-TAC

    Denemarken

    19 339 (80)

    Duitsland

    1 708 (78)  (80)

    Spanje

    359 (80)

    Frankrijk

    1 604 (78)  (80)

    Ierland

    1 216 (80)

    Nederland

    11 642 (78)  (80)

    Portugal

    41 (80)

    Zweden

    75 (80)

    Verenigd Koninkrijk

    4 602 (78)  (80)

    Unie

    40 630

    Noorwegen

    3 550 (79)

    TAC

    44 180


    Soort

    :

    Horsmakrelen en bijvangsten

    Trachurus spp.

    Gebied

    :

    EU-wateren van IIa, IVa; VI, VIIa-c, VIIe-k, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; EU- en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

    (JAX/2A-14)

    Denemarken

    15 502 (81)  (83)  (84)

    Analytische TAC

    Duitsland

    12 096 (81)  (82)  (83)  (84)

    Spanje

    16 498 (83)  (84)

    Frankrijk

    6 226 (81)  (82)  (83)  (84)

    Ierland

    40 284 (81)  (83)  (84)

    Nederland

    48 532 (81)  (82)  (83)

    Portugal

    1 589 (83)  (84)

    Zweden

    675 (81)  (83)  (84)

    Verenigd Koninkrijk

    14 587 (81)  (82)  (83)  (84)

    Niet-toegewezen

    2 000 (84)  (85)

    Unie

    157 989 (84)

    TAC

    157 989


    Soort

    :

    Kever en bijvangsten

    Trisopterus esmarkii

    Gebied

    :

    IIIa; EU-wateren van IIa en IV

    (NOP/2A3A4.)

    Denemarken

    0

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    0

    Nederland

    0

    Unie

    0

    Noorwegen

    0

    TAC

    0


    Soort

    :

    Kever

    Trisopterus esmarkii

    Gebied

    :

    Noorse wateren van IV

    (NOP/04-N.)

    Denemarken

    0

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Verenigd Koninkrijk

    0

    Unie

    0

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Industriële vis

    Gebied

    :

    Noorse wateren van IV

    (I/F/04-N.)

    Zweden

    800 (86)  (87)

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    800

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Gecombineerde quota

    Gebied

    :

    EU-wateren van Vb, VI en VII

    (R/G/5B67-C)

    Unie

    Niet relevant

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Noorwegen

    140 (88)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Andere soorten

    Gebied

    :

    Noorse wateren van IV

    (OTH/04-N.)

    België

    27

    Voorzorgs-TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Denemarken

    2 500

    Duitsland

    282

    Frankrijk

    116

    Nederland

    200

    Zweden

    Niet relevant (89)

    Verenigd Koninkrijk

    1 875

    Unie

    5 000 (90)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Andere soorten

    Gebied

    :

    EU-wateren van IIa, IV en VIa benoorden 56° 30′ NB

    (OTH/2A46AN)

    Unie

    Niet relevant

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Noorwegen

    2 720 (91)  (92)

    TAC

    Niet relevant


    (1)  Exclusief wateren binnen 6 mijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula.

    (2)  Ten minste 98 % van de TAC-aanlanding moet bestaan uit zandspieringen. Bijvangsten van schar, makreel en wijting worden in mindering gebracht op de resterende 2 % van de TAC.

    (3)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (4)  Niet-toegewezen quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 4, van deze verordening.

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande beheersgebieden voor zandspieringen als bepaald in bijlage IIB, niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

    Gebied

    :

    EU-wateren van de beheersgebieden voor zandspieringen ()

     

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

     

    (SAN/*234_1)

    (SAN/*234_2)

    (SAN/*234_3)

    (SAN/*234_4)

    (SAN/*234_5)

    (SAN/*234_6)

    (SAN/*234_7)

    Denemarken

    167 436

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    Verenigd Koninkrijk

    3 660

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    Duitsland

    256

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    Zweden

    6 148

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    Unie

    177 500

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    Noorwegen

    20 000

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    Totaal

    197 500

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    ()  Mag in overeenstemming met artikel 5, lid 4, van deze verordening worden herzien.

    (5)  Mag in overeenstemming met artikel 5, lid 4, van deze verordening worden herzien.

    (6)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    (7)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    (8)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    (9)  Te vangen in de EU-wateren van IIa, IV, Vb, VI en VII (USK/*24X7C).

    (10)  Bijzondere voorwaarde: Waarvan in bijvangsten van andere soorten tot 25 % per vaartuig in Vb, VI en VII is toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale bijvangsten van andere soorten in Vb, VI en VII mogen niet meer bedragen dan 3 000 ton (OTH/*5B67-).

    (11)  Inclusief leng. De quota voor Noorwegen zijn: 6 490 ton leng (LIN/*5B67-), en 2 923 ton lom (USK/*5B67-) en mogen tot 2 000 ton onderling gewisseld worden. De betrokken soorten mogen alleen met beuglijnen in Vb, VI en VII worden gevangen.

    (12)  Aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

    (13)  Bijzondere voorwaarde: Tot 50 % van deze hoeveelheid mag worden gevangen in EU-wateren van IV (HER/*04-C.).

    (14)  Aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. Elke lidstaat moet zijn aanlanding van haring aan de Commissie melden, uitgesplitst naar IVa (HER/04A.) en IVb (HER/04B.).

    (15)  Tot 50 000 ton van deze hoeveelheid mag worden gevangen in EU-wateren van IVa en IVb (HER/*4AB-C). Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel.

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

     

    Noorse wateren bezuiden

    62°NB (HER/*04N-)

    Unie

    50 000

    (16)  Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

    (17)  Aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm.

    (18)  Aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm.

    (19)  Aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

    (20)  Uitgezonderd het Blackwater-bestand: het gaat om het haringbestand van het zeegebied van de Theemsmonding in een gebied dat wordt begrensd door een loxodroom die rechtwijzend zuid gaat vanaf Landguard Point (51° 56′ NB, 1° 19,1′ OL) tot 51° 33′ NB en vandaar rechtwijzend west naar een punt op de kust van het Verenigd Koninkrijk.

    (21)  Bijzondere voorwaarde: Tot 50 % van dit quotum mag worden gevangen in IVb. Gebruikmaking van deze bijzondere voorwaarde moet evenwel vooraf aan de Commissie worden gemeld (HER*04B.).

    (22)  Bedoeld is het haringbestand in VIa, benoorden 56° 00′ NB, en in het gedeelte van VIa ten oosten van 07° 00′ WL en benoorden 55° 00′ NB, met uitzondering van de Clyde.

    (23)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (24)  Niet-toegewezen quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 4, van deze verordening.

    (25)  De lidstaten mogen vaartuigen die hun vlag voeren en deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, extra toewijzingen toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 12 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig artikel 7 van deze verordening.

    (26)  Een lidstaat mag de vaartuigen die zijn vlag voeren en deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, extra toewijzingen toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 12 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig artikel 6 van deze verordening.

    (27)  Mag in EU-wateren worden gevangen. Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel.

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

     

    Noorse wateren van IV

    (COD/*04N-)

    Unie

    19 099

    (28)  Bijvangsten van schelvis, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

    (29)  Een lidstaat mag vaartuigen die zijn vlag voeren en deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, extra toewijzingen toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 12 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig artikel 6 van deze verordening.

    (30)  Bijzondere voorwaarde: Waarvan tot 5 % mag worden gevist in VI; EU- en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV (ANF/*56-14).

    (31)  Bijvangsten van kabeljauw, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

    (32)  Mag in EU-wateren worden gevangen. Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel.

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

     

    Noorse wateren van IV

    (WHG/*04N-)

    Unie

    10 671

    (33)  Bijvangsten van kabeljauw, schelvis en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

    (34)  Bijzondere voorwaarde: Waarvan tot 68 % mag worden gevangen in de Noorse exclusieve economische zone of in de visserijzone rond Jan Mayen (WHB/*NZJM1).

    (35)  Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1. Deze overdrachten moeten evenwel vooraf aan de Commissie worden gemeld.

    (36)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (37)  Niet-toegewezen quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 4, van deze verordening.

    (38)  Bijzondere voorwaarde: Waarvan tot 68 % mag worden gevangen in de Noorse exclusieve economische zone of in de visserijzone rond Jan Mayen (WHB/*NZJM2).

    (39)  In mindering te brengen op de vangstbeperkingen van Noorwegen die zijn vastgelegd in de overeenkomst met de kuststaten.

    (40)  Bijzondere voorwaarde: In zone IV mag ten hoogste 20 581 ton worden gevangen, zijnde 25 % van het toegangsquotum van Noorwegen.

    (41)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    (42)  Te vangen in de EU-wateren van IIa, IV, Vb, VI en VII (BLI/*24X7C).

    (43)  Bijzondere voorschriften gelden overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1288/2009 () en punt 7 van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 43/2009 ().

    (44)  Verordening (EG) nr. 1288/2009 van de Raad van 27 november 2009 tot vaststelling van technische overgangsmaatregelen van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2011 (PB L 347 van 24.12.2009, blz. 6).

    (45)  Verordening (EG) nr. 43/2009 van de Raad van 16 januari 2009 tot vaststelling, voor 2009, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn (PB L 22 van 26.1.2009, blz. 1).

    (46)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (47)  Niet-toegewezen quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 4, van deze verordening.

    (48)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    (49)  Bijzondere voorwaarde: Waarvan in bijvangsten van andere soorten tot 25 % per vaartuig in Vb, VI en VII is toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale bijvangsten van andere soorten in VI en VII mogen niet meer bedragen dan 3 000 ton.

    (50)  Inclusief lom. De quota voor Noorwegen zijn 6 140 ton leng en 2 923 ton lom en mogen tot 2 000 ton onderling gewisseld worden en de betrokken soorten mogen alleen met beuglijnen in Vb, VI en VII worden gevangen.

    (51)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (52)  Niet-toegewezen quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 4, van deze verordening.

    (53)  Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

    (54)  Mag uitsluitend in de EU-wateren van IV en in IIIa worden gevangen (POK/*3A4-C). Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel.

    (55)  Dienen te worden gevangen ten noorden van 56°30′ NB.

    (56)  Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis en wijting worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

    (57)  Waarvan 350 ton wordt toegewezen aan Noorwegen. Deze hoeveelheid moet worden gevangen in de EU-wateren van IIa en VI. In VI mag deze hoeveelheid alleen met beuglijnen worden gevangen (GHL/*2A6-C).

    (58)  Bijzondere voorwaarde: Waarvan 242 ton te vangen in Noorse wateren bezuiden 62° NB (MAC/*04N-).

    (59)  Bij het vissen in Noorse wateren worden bijvangsten van kabeljauw (COD/*2134.), schelvis 5(HAD/*2134.), witte koolvis (POL/*2134.), wijting (WHG/*2134.)en koolvis (POL/*2134.) in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

    (60)  Mag tevens in de Noorse wateren van IVa worden gevangen (MAC/*4AN.).

    (61)  Af te trekken van het Noorse TAC-aandeel („toegangsquotum”). Dit quotum omvat het Noorse aandeel in de Noordzee-TAC van 35 145 ton. Dit quotum mag uitsluitend in IVa worden gevangen (MAC/*04A.), behalve 3 000 ton die mag worden gevangen in IIIa (MAC/*03A.).

    (62)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden. Dit zijn voorlopige quota in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening:

     

    IIIa

    (MAC/*03A.)

    IIIa en IVbc

    (MAC/*3A4BC)

    IVb

    (MAC/*04B.)

    IVc

    (MAC/*04C.)

    VI, internationale wateren van IIa, van 1 januari tot en met 31 maart 2012 en in december 2012 (MAC/*2A6.)

    Denemarken

    0

    4 130

    0

    0

    7 735

    Frankrijk

    0

    490

    0

    0

    0

    Nederland

    0

    490

    0

    0

    0

    Zweden

    0

    0

    390

    10

    1 503

    Verenigd Koninkrijk

    0

    490

    0

    0

    0

    Noorwegen

    3 000

    0

    0

    0

    0

    (63)  Mag worden gevangen in IIa, VIa benoorden 56° 30′ NB, IVa, VIId, VIIe, VIIf en VIIh (MAC/*AX7H).

    (64)  Noorwegen mag 17 907 ton extra aan toegangquotum vangen benoorden 56° 30′ NB; deze hoeveelheid wordt in mindering gebracht op de vangstbeperking van Noorwegen (MAC/*N6530).

    (65)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    Bijzondere voorwaarde:

    In de onderstaande gebieden en tijdvakken mogen, binnen de limieten van bovenstaande quota, niet meer dan de opgegeven hoeveelheden worden gevangen. Dit zijn voorlopige quota in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening:

     

    EU-wateren en Noorse wateren van IVa

    (MAC/*04A-EN)

    Gedurende de perioden van 1 januari tot en met 15 februari 2012 en van 1 september tot en met 31 december 2012

    Noorse wateren van IIa

    (MAC/*2AN-)

    Duitsland

    6 633

    675

    Frankrijk

    4 423

    450

    Ierland

    22 112

    2 252

    Nederland

    9 674

    985

    Verenigd Koninkrijk

    60 810

    6 192

    Unie

    103 652

    10 554

    (66)  Bijzondere voorwaarde: De hoeveelheden die met andere lidstaten worden geruild mogen in VIIIa, VIIIb en VIIId worden gevangen (MAC/*8ABD.). De door Spanje, Portugal of Frankrijk te ruil aangeboden hoeveelheden die in VIIIa, VIIIb en VIIId worden gevangen, mogen echter niet meer dan 25 % van de quota van de donorlidstaat bedragen.

    (67)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden. Dit zijn voorlopige quota in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening:

     

    VIIIb

    (MAC/*08B.)

    Spanje

    2 052

    Frankrijk

    14

    Portugal

    424

    (68)  Vangsten in IIa (MAC/*02A.) en in IVa (MAC/*4A.) worden afzonderlijk gemeld.

    (69)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (70)  Mag uitsluitend in de EU-wateren van IV (SOL/*04-C.) worden gevangen.

    (71)  Ten minste 95 % van de TAC-aanlanding moet bestaan uit sprot. Bijvangsten van schar, wijting en schelvis worden in mindering gebracht op de resterende 5 % van de TAC.

    (72)  Inclusief zandspiering.

    (73)  Mag uitsluitend in de EU-wateren van IV worden gevangen (SPR/*04-C.).

    (74)  Kan overeenkomstig artikel 5, lid 4, van deze verordening worden herzien.

    (75)  Ten minste 98 % van de TAC-aanlanding moet bestaan uit sprot. Bijvangsten van schar en wijting worden in mindering gebracht op de resterende 2 % van de TAC (OTH/*2AC4C).

    (76)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (77)  Niet-toegewezen quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 4, van deze verordening.

    (78)  Bijzondere voorwaarde: Tot 5 % van wat voor dit quotum in sector VIId wordt gevangen, mag worden verrekend met de quota voor het gebied: EU-wateren van IIa, IVa, VI, VIIa-c, VIIe-k, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; EU- en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV. Gebruikmaking van deze bijzondere bepaling moet evenwel vooraf aan de Commissie worden gemeld (JAX*/2A-14).

    (79)  Mag uitsluitend in de EU-wateren van IV worden gevangen (JAX/*04-C.).

    (80)  Ten minste 95 % van de TAC-aanlanding moet bestaan uit horsmakreel. Bijvangsten van evervis, schelvis, wijting en makreel worden in mindering gebracht op de resterende 5 % van de TAC (OTH/*4BC7D).

    (81)  Bijzondere voorwaarde: Tot 5 % van wat voor dit quotum vóór 30 juni 2012 in EU-wateren van IIa of IVa wordt gevangen, mag worden verrekend met de quota voor de EU-wateren van IVb, IVc en VIId. Gebruikmaking van deze bijzondere bepaling moet evenwel vooraf aan de Commissie worden gemeld (JAX/*4BC7D).

    (82)  Bijzondere voorwaarde: Tot 5 % van dit quotum mag in VIId worden gevangen. Gebruikmaking van deze bijzondere bepaling moet evenwel vooraf aan de Commissie worden gemeld (JAX/*07D.).

    (83)  Ten minste 95 % van de TAC-aanlanding moet bestaan uit horsmakreel. Bijvangsten van evervis, schelvis, wijting en makreel worden in mindering gebracht op de resterende 5 % van de TAC (OTH/*2A-14).

    (84)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (85)  Niet-toegewezen quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 4, van deze verordening.

    (86)  Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

    (87)  Bijzondere voorwaarde: Waarvan tot 400 ton mag bestaan uit horsmakreel (JAX/*04-N.).

    (88)  Uitsluitend vangsten met beuglijnen, inclusief grenadiervissen, diepzeekabeljauw en gaffelkabeljauw.

    (89)  Door Noorwegen aan Zweden toegekend quotum op traditioneel niveau voor „andere soorten”.

    (90)  Met inbegrip van niet specifiek vermelde visserijen. Uitzonderingen kunnen worden opgenomen na overleg.

    (91)  Beperkt tot IIa en IV (OTH/*2A4-C).

    (92)  Met inbegrip van niet specifiek vermelde visserijen. Uitzonderingen kunnen worden opgenomen na overleg.

    BIJLAGE IB

    NOORDOOSTELIJKE ATLANTISCHE OCEAAN EN GROENLAND ICES-DEELGEBIEDEN I, II, V, XII EN XIV EN GROENLANDSE WATEREN VAN NAFO 0 EN 1

    Soort

    :

    Sneeuwkrabben

    Chionoecetes spp.

    Gebied

    :

    Groenlandse wateren van NAFO 0 en 1

    (PCR/N01GRN)

    Ierland

    62

     

    Spanje

    437

    Unie

    500

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Haring

    Clupea harengus

    Gebied

    :

    EU-wateren, Noorse en internationale wateren van I en II

    (HER/1/2.)

    België

    19 (1)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 7 van deze verordening is van toepassing.

    Denemarken

    18 580 (1)

    Duitsland

    3 254 (1)

    Spanje

    61 (1)

    Frankrijk

    802 (1)

    Ierland

    4 810 (1)

    Nederland

    6 649 (1)

    Polen

    940 (1)

    Portugal

    61 (1)

    Finland

    288 (1)

    Zweden

    6 885 (1)

    Verenigd Koninkrijk

    11 879 (1)

    Unie

    54 228 (1)

    Noorwegen

    508 130 (2)

    TAC

    833 000

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van het bovenstaande TAC-aandeel van de Unie mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan 48 805 ton:

    Noorse wateren ten noorden van 62° NB en de visserijzone rond Jan Mayen

    (HER/*2AJMN)


    Soort

    :

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied

    :

    Noorse wateren van I en II

    (COD/1N2AB.)

    Duitsland

    1 971

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Griekenland

    244

    Spanje

    2 198

    Ierland

    244

    Frankrijk

    1 809

    Portugal

    2 198

    Verenigd Koninkrijk

    7 645

    Unie

    16 309

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied

    :

    Groenlandse wateren van NAFO 0 en 1; Groenlandse wateren van V en XIV

    (COD/N01514)

    Duitsland

    1 636 (3)  (4)  (5)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Verenigd Koninkrijk

    364 (3)  (4)  (5)

    Unie

    2 000 (3)  (4)  (5)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied:

    :

    I en IIb

    (COD/1/2B.)

    Duitsland

    5 195 (8)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Spanje

    11 870 (8)

    Frankrijk

    2 339 (8)

    Polen

    2 285 (8)

    Portugal

    2 449 (8)

    Verenigd Koninkrijk

    3 397 (8)

    Andere lidstaten

    250 (6)

    Unie

    27 785 (7)

    TAC

    737 000


    Soort

    :

    Kabeljauw en schelvis

    Gadus morhua en Melanogrammus aeglefinus

    Gebied

    :

    Wateren van de Faeröer van Vb

    (C/H/05B-F.)

    Duitsland

    0 (9)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    0 (9)

    Verenigd Koninkrijk

    0 (9)

    Unie

    0 (9)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Heilbot

    Hippoglossus hippoglossus

    Gebied

    :

    Groenlandse wateren van V en XIV

    (HAL/514GRN)

    Portugal

    1 000 (10)

     

    Unie

    1 200 (11)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Heilbot

    Hippoglossus hippoglossus

    Gebied

    :

    Groenlandse wateren van NAFO 0 en 1

    (HAL/N01GRN)

    Unie

    200 (12)

     

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Lodde

    Mallotus villosus

    Gebied

    :

    IIb

    (CAP/02B.)

    Unie

    0

     

    TAC

    0


    Soort

    :

    Lodde

    Mallotus villosus

    Gebied

    :

    Groenlandse wateren van V en XIV

    (CAP/514GRN)

    Unie

    56 364 (13)  (14)

     

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Schelvis

    Melanogrammus aeglefinus

    Gebied

    :

    Noorse wateren van I en II

    (HAD/1N2AB.)

    Duitsland

    289

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    174

    Verenigd Koninkrijk

    887

    Unie

    1 350

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Blauwe wijting

    Micromesistius poutassou

    Gebied

    :

    Wateren van de Faeröer

    (WHB/2A4AXF)

    Denemarken

    0 (16)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    0 (16)

    Frankrijk

    0 (16)

    Nederland

    0 (16)

    Verenigd Koninkrijk

    0 (16)

    Unie

    0 (16)

    TAC

    0 (15)


    Soort

    :

    Leng en blauwe leng

    Molva molva en Molva dypterygia

    Gebied

    :

    Wateren van de Faeröer van Vb

    (B/L/05B-F.)

    Duitsland

    0 (17)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    0 (17)

    Verenigd Koninkrijk

    0 (17)

    Unie

    0 (17)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied

    :

    Groenlandse wateren van V en XIV

    (PRA/514GRN)

    Denemarken

    1 883 (19)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    1 883 (19)

    Niet toegewezen

    1 334 (20)

    Unie

    8 000 (18)  (19)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Noordse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied

    :

    Groenlandse wateren van NAFO 0 en 1

    (PRA/N01GRN)

    Denemarken

    2 000

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    2 000

    Unie

    4 000

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Koolvis

    Pollachius virens

    Gebied

    :

    Noorse wateren van I en II

    (POK/1N2AB.)

    Duitsland

    2 040

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    328

    Verenigd Koninkrijk

    182

    Unie

    2 550

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Koolvis

    Pollachius virens

    Gebied

    :

    Internationale wateren van I en II

    (POK/1/2INT)

    Unie

    0

     

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Koolvis

    Pollachius virens

    Gebied

    :

    Wateren van de Faeröer van Vb

    (POK/05B-F.)

    België

    0 (21)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    0 (21)

    Frankrijk

    0 (21)

    Nederland

    0 (21)

    Verenigd Koninkrijk

    0 (21)

    Unie

    0 (21)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied

    :

    Noorse wateren van I en II

    (GHL/1N2AB.)

    Duitsland

    25 (22)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Verenigd Koninkrijk

    25 (22)

    Unie

    50 (22)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied

    :

    Internationale wateren van I en II

    (GHL/1/2INT)

    Unie

    0

     

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied

    :

    Groenlandse wateren van NAFO 0 en 1

    (GHL/N01GRN)

    Duitsland

    1 850

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Unie

    2 650 (23)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied

    :

    Groenlandse wateren van V en XIV

    (GHL/514GRN)

    Duitsland

    5 221

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Verenigd Koninkrijk

    275

    Unie

    6 320 (24)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Roodbaarzen (ondiep pelagisch)

    Sebastes spp.

    Gebied

    :

    EU- en internationale wateren van V; internationale wateren van XII en XIV

    (RED/51214S)

    Estland

    0 (25)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    0 (25)

    Spanje

    0 (25)

    Frankrijk

    0 (25)

    Ierland

    0 (25)

    Letland

    0 (25)

    Nederland

    0 (25)

    Polen

    0 (25)

    Portugal

    0 (25)

    Verenigd Koninkrijk

    0 (25)

    Unie

    0 (25)

    TAC

    0 (25)


    Soort

    :

    Roodbaarzen (diep pelagisch)

    Sebastes spp.

    Gebied

    :

    EU- en internationale wateren van V, internationale wateren van XII en XIV

    (RED/51214D)

    Estland

    149 (26)  (27)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    3 005 (26)  (27)

    Spanje

    533 (26)  (27)

    Frankrijk

    283 (26)  (27)

    Ierland

    1 (26)  (27)

    Letland

    54 (26)  (27)

    Nederland

    2 (26)  (27)

    Polen

    273 (26)  (27)

    Portugal

    637 (26)  (27)

    Verenigd Koninkrijk

    7 (26)  (27)

    Unie

    4 944 (26)  (27)

    TAC

    32 000 (26)  (27)


    Soort

    :

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied

    :

    Noorse wateren van I en II

    (RED/1N2AB.)

    Duitsland

    766 (28)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Spanje

    95 (28)

    Frankrijk

    84 (28)

    Portugal

    405 (28)

    Verenigd Koninkrijk

    150 (28)

    Unie

    1 500 (28)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied

    :

    Internationale wateren van I en II

    (RED/1/2INT)

    Unie

    Niet relevant (29)  (30)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    TAC

    7 500


    Soort

    :

    Roodbaarzen (pelagisch)

    Sebastes spp.

    Gebied

    :

    Groenlandse wateren van V en XIV

    (RED/514GRN)

    Duitsland

    4 446 (31)  (32)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    22 (31)  (32)

    Verenigd Koninkrijk

    31 (31)  (32)

    Unie

    6 000 (31)  (32)  (33)  (34)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied

    :

    IJslandse wateren van Va

    (RED/05A-IS)

    België

    0 (35)  (36)  (37)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    0 (35)  (36)  (37)

    Frankrijk

    0 (35)  (36)  (37)

    Verenigd Koninkrijk

    0 (35)  (36)  (37)

    Unie

    0 (35)  (36)  (37)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied

    :

    Wateren van de Faeröer van Vb

    (RED/05B-F.)

    België

    0 (38)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    0 (38)

    Frankrijk

    0 (38)

    Verenigd Koninkrijk

    0 (38)

    Unie

    0 (38)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Bijvangsten

    Gebied

    :

    Groenlandse wateren van NAFO 0 en 1

    (XBC/N01GRN)

    Unie

    2 300 (39)

     

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Andere soorten (41)

    Gebied

    :

    Noorse wateren van I en II

    (OTH/1N2AB.)

    Duitsland

    117 (41)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    47 (41)

    Verenigd Koninkrijk

    186 (41)

    Unie

    350 (41)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Andere soorten (42)

    Gebied

    :

    Wateren van de Faeröer van Vb

    (OTH/05B-F.)

    Duitsland

    0 (43)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    0 (43)

    Verenigd Koninkrijk

    0 (43)

    Unie

    0 (43)

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Platvissen

    Gebied

    :

    Wateren van de Faeröer van Vb

    (FLX/05B-F.)

    Duitsland

    0 (44)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Frankrijk

    0 (44)

    Verenigd Koninkrijk

    0 (44)

    Unie

    0 (44)

    TAC

    Niet relevant


    (1)  Bij het rapporteren van vangsten aan de Commissie worden tevens de gevangen hoeveelheden in elk van de volgende gebieden gerapporteerd: het gereglementeerde gebied van NEAFC, de EU-wateren, de wateren van de Faeröer, de Noorse wateren, de visserijzone rond Jan Mayen, de visserijbeschermingszone rond Svalbard.

    (2)  Binnen dit quotum gedane vangsten moeten worden afgetrokken van het TAC-aandeel van Noorwegen (toegangsquotum). Dit quotum mag worden gevangen in de EU-wateren ten noorden van 62° NB.

    Bijzondere voorwaarde:

    Binnen de limieten van het bovenstaande TAC-aandeel van de Unie mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan 48 805 ton:

    Noorse wateren ten noorden van 62° NB en de visserijzone rond Jan Mayen

    (HER/*2AJMN)

    (3)  Het gebied in Oost-Groenland genaamd de „Kleine Banke” is gesloten voor alle visserijactiviteiten. Het gebied wordt begrensd door de volgende punten:

    64°40′ NB 37°30′ WL,

    64°40′ NB 36°30′ WL,

    64°15′ NB 36°30′ WL, en

    64°15′ NB 37°30′ WL.

    (4)  Mag in de oostelijke of westelijke wateren worden gevangen. In Oost-Groenland is de visserij uitsluitend toegestaan van 1 juli tot en met 31 december 2012.

    (5)  De visserij wordt uitgevoerd met permanente aanwezigheid van waarnemers en met VMS. Maximaal 80 % van het quotum mag in één van de onderstaande gebieden worden gevangen. Bovendien moet in elk gebied een minimuminspanning van 20 trekken per vaartuig worden verricht.

    Gebied

    Grens

    1.

    Oost-Groenland (COD/N64E44)

    Ten noorden van 64° NB ten oosten van 44° WL

    2.

    Oost-Groenland (COD/S64E44)

    Ten zuiden van 64° NB ten oosten van 44° WL

    3.

    West-Groenland (COD/GRLW44)

    Ten westen van 44° WL

    (6)  Met uitzondering van Duitsland, Spanje, Frankrijk, Polen, Portugal en het Verenigd Koninkrijk.

    (7)  De toewijzing van het aandeel van het voor de Unie beschikbare kabeljauwbestand in de zone Spitsbergen en Bereneiland en de bijvangsten van schelvis laat de uit het Verdrag van Parijs van 1920 voortvloeiende rechten en verplichtingen geheel onverlet.

    (8)  Bijvangsten van schelvis mogen per trek tot 19 % van de aanvoer vertegenwoordigen. De totale hoeveelheid schelvis in bijvangst komt bovenop de quota voor kabeljauw.

    (9)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (10)  Moet worden gevangen door niet meer dan zes EU-vaartuigen voor de visserij met de grondbeug die op heilbot vissen. Vangsten van aanverwante soorten worden op dit quotum in mindering gebracht.

    (11)  Waarvan 75 ton, uitsluitend met beuglijnen te vangen, aan Noorwegen is toegewezen (HAL/*514GN).

    (12)  Waarvan 75 ton, met beuglijnen te vangen, aan Noorwegen is toegewezen (HAL/*N01GN).

    (13)  Waarvan 7 965 ton is toegewezen aan Noorwegen.

    (14)  Te vangen tot en met 30 april 2012.

    (15)  TAC vastgesteld in overeenstemming met het overleg tussen de Unie, de Faeröer, Noorwegen en IJsland.

    (16)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (17)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (18)  Waarvan 2 900 ton toegewezen aan Noorwegen.

    (19)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (20)  Niet-toegewezen quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 4, van deze verordening.

    (21)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (22)  Enkel als bijvangst.

    (23)  Waarvan 800 ton is toegewezen aan Noorwegen, uitsluitend te vangen in NAFO 1.

    (24)  Waarvan 824 ton toegewezen aan Noorwegen.

    (25)  Mag niet worden gevangen van 1 januari tot en met 9 mei 2012.

    (26)  Mag alleen worden gevangen binnen het gebied met de onderstaande coördinaten:

    Punt nr.

    Noorderbreedte

    Westerlengte

    1

    64° 45′

    28° 30′

    2

    62° 50′

    25° 45′

    3

    61° 55′

    26° 45′

    4

    61° 00′

    26° 30′

    5

    59° 00′

    30° 00′

    6

    59° 00′

    34° 00′

    7

    61° 30′

    34° 00′

    8

    62° 50′

    36° 00′

    9

    64° 45′

    28° 30′

    (27)  Mag niet worden gevangen van 1 januari tot en met 9 mei 2012.

    (28)  Enkel als bijvangst.

    (29)  Er mag enkel worden gevist in de periode van 15 augustus tot en met 30 november 2012. De visserij wordt gesloten wanneer de TAC volledig is opgebruikt door de verdragsluitende partijen bij de NEAFC. De Commissie stelt de lidstaten in kennis van de datum waarop het NEAFC-secretariaat de verdragsluitende partijen van de NEAFC heeft meegedeeld dat de TAC volledig is opgebruikt. Vanaf die datum wordt door de lidstaten het gericht vissen op roodbaars door vaartuigen die hun vlag voeren, verboden.

    (30)  De vaartuigen beperken hun bijvangsten van roodbaars in andere visserijtakken tot maximaal 1 % van de totale aan boord gehouden vangst.

    (31)  Mag alleen met pelagische trawls worden gevangen. Mag in de oostelijke of westelijke wateren worden gevangen.

    (32)  Bijzondere voorwaarde: De quota mogen in het gereglementeerde NEAFC-gebied worden gevangen mits de Groenlandse voorwaarden voor vangstrapportage vervuld zijn (RED/*51214). In het gereglementeerde NEAFC-gebied mag pas vanaf 10 mei 2012 in diep pelagisch water op roodbaars worden gevist, en alleen binnen het gebied met de onderstaande coördinaten (RED/*5-14) („NEAFC-vak”):

    Punt nr.

    Noorderbreedte

    Westerlengte

    1

    64° 45′

    28° 30′

    2

    62° 50′

    25° 45′

    3

    61° 55′

    26° 45′

    4

    61° 00′

    26° 30′

    5

    59° 00′

    30° 00′

    6

    59° 00′

    34° 00′

    7

    61° 30′

    34° 00′

    8

    62° 50′

    36° 00′

    9

    64° 45′

    28° 30′

    (33)  Bijzondere voorwaarde: waarvan 1 800 ton wordt gevist in combinatie met demersale componenten buiten het in voetnoot 2 omschreven NEAFC-vak (RED/*5-14X).

    (34)  Waarvan 1 500 wordt toegewezen aan Noorwegen, uitsluitend te vangen in het in voetnoot 2 omschreven NEAFC-vak (RED/*5-14N).

    (35)  Inclusief onvermijdelijke bijvangst (bijvangst van kabeljauw niet toegestaan).

    (36)  Mag alleen tussen juli en december 2012 worden gevangen.

    (37)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (38)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (39)  Bijvangsten worden gedefinieerd als vangsten van andere soorten dan de in de vismachtiging vermelde doelsoorten van het vaartuig. Mag in de oostelijke of westelijke wateren worden gevangen.

    (40)  Waarvan 120 ton grenadiervis wordt toegewezen aan Noorwegen, uitsluitend te vangen in V, XIV en NAFO 1 (RNG/*514N1).

    (41)  Enkel als bijvangst.

    (42)  Exclusief soorten zonder handelswaarde.

    (43)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    (44)  Voorlopig quotum in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    BIJLAGE IC

    NOORDWESTELIJKE ATLANTISCHE OCEAAN

    NAFO-VERDRAGSGEBIED

    Alle TAC's en visserijvoorschriften zijn vastgesteld in het kader van de NAFO.

    Soort

    :

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied

    :

    NAFO 2J3KL

    (COD/N2J3KL)

    Unie

    0 (1)

     

    TAC

    0 (1)


    Soort

    :

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied

    :

    NAFO 3NO

    (COD/N3NO.)

    Unie

    0 (3)

     

    TAC

    0 (3)


    Soort

    :

    Kabeljauw

    Gadus morhua

    Gebied

    :

    NAFO 3M

    (COD/N3M.)

    Estland

    103

     

    Duitsland

    432

    Letland

    103

    Litouwen

    103

    Polen

    352

    Spanje

    1 328

    Frankrijk

    185

    Portugal

    1 821

    Verenigd Koninkrijk

    865

    Unie

    5 292

    TAC

    9 280


    Soort

    :

    Witje

    Glyptocephalus cynoglossus

    Gebied

    :

    NAFO 2J3KL

    (WIT/N2J3KL)

    Unie

    0 (4)

     

    TAC

    0 (4)


    Soort

    :

    Witje

    Glyptocephalus cynoglossus

    Gebied

    :

    NAFO 3NO

    (WIT/N3NO.)

    Unie

    0 (5)

     

    TAC

    0 (5)


    Soort

    :

    Lange schar

    Hippoglossoides platessoides

    Gebied

    :

    NAFO 3M

    (PLA/N3M.)

    Unie

    0 (6)

     

    TAC

    0 (6)


    Soort

    :

    Lange schar

    Hippoglossoides platessoides

    Gebied

    :

    NAFO 3LNO

    (PLA/N3LNO.)

    Unie

    0 (7)

     

    TAC

    0 (7)


    Soort

    :

    Kortvinpijlinktvis

    Illex illecebrosus

    Gebied

    :

    NAFO-deelgebieden 3 en 4

    (SQI/N34.)

    Estland

    128 (8)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Letland

    128 (8)

    Litouwen

    128 (8)

    Polen

    227 (8)

    Unie

    Niet relevant (8)  (9)

    TAC

    34 000


    Soort

    :

    Geelstaartschar

    Limanda ferruginea

    Gebied

    :

    NAFO 3LNO

    (YEL/N3LNO.)

    Unie

    0 (10)

     

    TAC

    17 000


    Soort

    :

    Lodde

    Mallotus villosus

    Gebied

    :

    NAFO 3NO

    (CAP/N3NO.)

    Unie

    0 (11)

     

    TAC

    0 (11)


    Soort

    :

    Noorse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied

    :

    NAFO 3L (12)

    (PRA/N3L.)

    Estland

    134

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Letland

    134

    Litouwen

    134

    Polen

    134

    Spanje

    105,5

    Portugal

    28,5

    Unie

    670

    TAC

    12 000


    Soort

    :

    Noorse garnaal

    Pandalus borealis

    Gebied

    :

    NAFO 3M (13)

    (PRA/*N3M.)

    TAC

    Niet relevant (14)  (15)

     


    Soort

    :

    Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

    Reinhardtius hippoglossoides

    Gebied

    :

    NAFO 3LMNO

    (GHL/N3LMNO)

    Estland

    328

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    335

    Letland

    46

    Litouwen

    23

    Spanje

    4 486

    Portugal

    1 875

    Unie

    7 093

    TAC

    12 098


    Soort

    :

    Roggen

    Rajidae

    Gebied

    :

    NAFO 3LNO

    (SKA/N3LNO.)

    Spanje

    4 132

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Portugal

    802

    Estland

    343

    Litouwen

    75

    Unie

    5 352

    TAC

    8 500


    Soort

    :

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied

    :

    NAFO 3LN

    (RED/N3LN.)

    Estland

    297

     

    Duitsland

    203

    Letland

    297

    Litouwen

    297

    Unie

    1 094

    TAC

    6 000


    Soort

    :

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied

    :

    NAFO 3M

    (RED/N3M.)

    Estland

    1 571 (16)

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Duitsland

    513 (16)

    Spanje

    233 (16)

    Letland

    1 571 (16)

    Litouwen

    1 571 (16)

    Portugal

    2 354 (16)

    Unie

    7 813 (16)

    TAC

    6 500 (16)


    Soort

    :

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied

    :

    NAFO 3O

    (RED/N3O.)

    Spanje

    1 771

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Portugal

    5 229

    Unie

    7 000

    TAC

    20 000


    Soort

    :

    Roodbaarzen

    Sebastes spp.

    Gebied

    :

    NAFO-deelgebied 2, sectoren IF en 3K

    (RED/N1F3K.)

    Letland

    0 (17)

     

    Litouwen

    0 (17)

    TAC

    0 (17)


    Soort

    :

    Witte heek

    Urophycis tenuis

    Gebied

    :

    NAFO 3NO

    (HKW/N3NO.)

    Spanje

    1 273

    Analytische TAC

    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

    Portugal

    1 668

    Unie

    2 941

    TAC

    5 000


    (1)  Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen ().

    (2)  Verordening (EG) nr. 1386/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 tot vaststelling van instandhoudings- en handhavingsmaatregelen in het gereglementeerde gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 318 van 5.12.2007, blz. 1).

    (3)  Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 000 kg of van 4 % indien dat meer is.

    (4)  Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

    (5)  Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

    (6)  Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

    (7)  Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

    (8)  Te vangen tussen 1 juli en 31 december 2012.

    (9)  Aandeel van de Unie niet nader bepaald. Canada en de lidstaten van de Unie met uitzondering van Estland, Letland, Litouwen en Polen, kunnen samen beschikken over 29 458 ton.

    (10)  Ondanks het feit dat de Unie toegang heeft tot een gedeeld quotum van 85 ton, is besloten dit quotum terug te brengen tot 0. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

    (11)  Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

    (12)  Met uitzondering van het vak dat wordt begrensd door de volgende coördinaten:

    Punt nr.

    Noorderbreedte

    Westerlengte

    1

    47° 20′ 0

    46° 40′ 0

    2

    47° 20′ 0

    46° 30′ 0

    3

    46° 00′ 0

    46° 30′ 0

    4

    46° 00′ 0

    46° 40′ 0

    (13)  De vaartuigen mogen ook op dit bestand vissen in sector 3L, in het vak dat door de volgende coördinaten wordt begrensd:

    Punt nr.

    Noorderbreedte

    Westerlengte

    1

    47° 20′ 0

    46° 40′ 0

    2

    47° 20′ 0

    46° 30′ 0

    3

    46° 00′ 0

    46° 30′ 0

    4

    46° 00′ 0

    46° 40′ 0

    Daarnaast wordt de visserij op garnaal van 1 juni tot en met 31 december 2012 verboden in het vak dat door de volgende coördinaten wordt begrensd:

    Punt nr.

    Noorderbreedte

    Westerlengte

    1

    47° 55′ 0

    45° 00′ 0

    2

    47° 30′ 0

    44° 15′ 0

    3

    46° 55′ 0

    44° 15′ 0

    4

    46° 35′ 0

    44° 30′ 0

    5

    46° 35′ 0

    45° 40′ 0

    6

    47° 30′ 0

    45° 40′ 0

    7

    47° 55′ 0

    45° 00′ 0

    (14)  Niet relevant. Visserijbeheer door middel van beperkingen van de visserijinspanning. De betrokken lidstaten geven vismachtigingen af voor hun vaartuigen die deze visserij uitoefenen en stellen de Commissie vóór het begin van de activiteiten van de vaartuigen in kennis van deze afgifte overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009.

    Lidstaat

    Maximumaantal vaartuigen

    Maximumaantal visdagen

    Denemarken

    0

    0

    Estland

    0

    0

    Spanje

    0

    0

    Letland

    0

    0

    Litouwen

    0

    0

    Polen

    0

    0

    Portugal

    0

    0

    (15)  Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

    (16)  Op voorwaarde dat de voor dit bestand voor alle NAFO-partijen vastgestelde TAC van 6 500 ton wordt gerespecteerd. Wanneer deze TAC is opgevist, moet de gerichte visserij op het bestand worden stopgezet, ongeacht het niveau van de vangsten.

    (17)  Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

    BIJLAGE ID

    OVER GROTE AFSTANDEN TREKKENDE SOORTEN — ALLE GEBIEDEN

    Deze TAC's worden vastgesteld in het kader van de internationale organisaties voor de tonijnvisserij, zoals de ICCAT.

    Soort

    :

    Blauwvintonijn

    Thunnus thynnus

    Gebied

    :

    Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en Middellandse Zee

    (BFT/AE045WM)

    Cyprus

    66,98 (5)

     

    Griekenland

    124,37

    Spanje

    2 411,01 (2)  (5)

    Frankrijk

    958,52 (2)  (3)  (5)

    Italië

    1 787,91 (5)  (6)

    Malta

    153,99 (5)

    Portugal

    226,84

    Andere lidstaten

    26,90 (1)

    Unie

    5 756,41 (2)  (3)  (5)  (6)

    TAC

    12 900


    Soort

    :

    Zwaardvis

    Xiphias gladius

    Gebied

    :

    Atlantische Oceaan, benoorden 5° NB

    (SWO/AN05N)

    Spanje

    6 949

     

    Portugal

    1 263

    Andere lidstaten

    145,6 (7)

    Unie

    8 357,6

    TAC

    13 700


    Soort

    :

    Zwaardvis

    Xiphias gladius

    Gebied

    :

    Atlantische Oceaan, bezuiden 5° NB

    (SWO/AS05N)

    Spanje

    5 024,9

     

    Portugal

    354,2

    Unie

    5 379,1

    TAC

    15 000


    Soort

    :

    Noord-Atlantische witte tonijn

    Thunnus alalunga

    Gebied

    :

    Atlantische Oceaan, benoorden 5° NB

    (ALB/AN05N)

    Ierland

    3 896,0 (10)

     

    Spanje

    14 076,4 (10)

    Frankrijk

    6 119,1 (10)

    Verenigd Koninkrijk

    232,9 (10)

    Portugal

    2 534,7 (10)

    Unie

    26 939,1 (8)

    TAC

    28 000


    Soort

    :

    Zuid-Atlantische witte tonijn

    Thunnus alalunga

    Gebied

    :

    Atlantische Oceaan, bezuiden 5° NB

    (ALB/AS05N)

    Spanje

    759,2

     

    Frankrijk

    249,5

    Portugal

    531,3

    Unie

    1 540

    TAC

    24 000


    Soort

    :

    Grootoogtonijn

    Thunnus obesus

    Gebied

    :

    Atlantische Oceaan

    (BET/ATLANT)

    Spanje

    15 758,7

     

    Frankrijk

    7 951,8

    Portugal

    6 156,5

    Unie

    29 867

    TAC

    85 000


    Soort

    :

    Blauwe marlijn

    Makaira nigricans

    Gebied

    :

    Atlantische Oceaan

    (BUM/ATLANT)

    Spanje

    24

     

    Portugal

    48,6

    Unie

    72,6

    TAC

    Niet relevant


    Soort

    :

    Witte marlijn

    Tetrapturus albidus

    Gebied

    :

    Atlantische Oceaan

    (WHM/ATLANT)

    Spanje

    34

     

    Portugal

    21,8

    Unie

    55,8

    TAC

    Niet relevant


    (1)  Met uitzondering van Cyprus, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Malta en Portugal, en alleen als bijvangst.

    (2)  Bijzondere voorwaarde: In het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage IV, punt 1, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8301):

    Spanje

    350,51

    Frankrijk

    158,14

    Unie

    508,65

    (3)  Bijzondere voorwaarde: In het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn met een gewicht van ten minste 6,4 kg en een lengte van ten minste 70 cm van de in bijlage IV, punt 1, (BFT/*641) bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld:

    Frankrijk

    45 ()

    Unie

    45

    ()  Deze hoeveelheid kan door de Commissie op verzoek van Frankrijk worden herzien tot 100 ton zoals aangegeven in ICCAT-aanbeveling 08-05.

    (4)  Deze hoeveelheid kan door de Commissie op verzoek van Frankrijk worden herzien tot 100 ton zoals aangegeven in ICCAT-aanbeveling 08-05.

    (5)  Bijzondere voorwaarde: In het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn met een gewicht tussen 8 kg en 30 kg van de in bijlage IV, punt 2, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8302):

    Spanje

    48,22

    Frankrijk

    47,57

    Italië

    37,55

    Cyprus

    1,34

    Malta

    3,08

    Unie

    137,77

    (6)  Bijzondere voorwaarde: In het kader van deze TAC wordt de vangstbeperking en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn met een gewicht tussen 8 kg en 30 kg van de in bijlage IV, punt 3, (BFT/*643) bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld:

    Italië

    37,55

    Unie

    37,55

    (7)  Met uitzondering van Spanje en Portugal, en uitsluitend als bijvangst.

    (8)  Het aantal EU-vissersvaartuigen dat op Noord-Atlantische witte tonijn als doelsoort vist, wordt overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 vastgesteld op 1 253. ().

    (9)  Verordening (EG) nr. 520/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden (PB L 123 van 12.5.2007, blz. 3).

    (10)  Het maximumaantal vaartuigen dat de vlag van een lidstaat voert en gericht op Noord-Atlantische witte tonijn mag vissen, is overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 als volgt over de lidstaten verdeeld:

    Lidstaat

    Maximumaantal vaartuigen

    Ierland

    50

    Spanje

    730

    Frankrijk

    151

    Verenigd Koninkrijk

    12

    Portugal

    310

    BIJLAGE IE

    ANTARCTISCH

    GEBIED CCAMLR-VERDRAGSGEBIED

    Deze door de CCAMLR vastgestelde TAC's worden niet aan de CCAMLR-leden toegewezen, zodat het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten staan onder toezicht van het secretariaat van de CCAMLR, dat meedeelt wanneer de visserij moet worden stopgezet omdat de TAC is opgevist.

    Tenzij anders bepaald zijn deze TAC's va toepassing voor de periode van 1 december 2011 tot en met 30 november 2012.

    Soort

    :

    IJsvis

    Champsocephalus gunnari

    Gebied

    :

    FAO 48.3 Antarctische wateren

    (ANI/F483.)

    TAC

    3 072

     


    Soort

    :

    IJsvis

    Champsocephalus gunnari

    Gebied

    :

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren (1)

    (ANI/F5852.)

    TAC

    0 (2)

     


    Soort

    :

    Zwarte Patagonische ijsheek

    Dissostichus eleginoides

    Gebied

    :

    FAO 48.3 Antarctische wateren

    (TOP/F483.)

    TAC

    2 600 (3)

     

    Bijzondere voorwaarden:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

    Beheersgebied A: 48° WL tot 43° 30′ WL — 52° 30′ ZB tot 56° ZB

    (TOP/*F483A)

    0

    Beheersgebied B: 43° 30′ WL tot 40° WL — 52° 30′ ZB tot 56° ZB

    (TOP/*F483B)

    780

    Beheersgebied C: 40° WL tot 33° 30′ WL — 52° 30′ ZB tot 56° ZB

    (TOP/*F483C)

    1 820


    Soort

    :

    Zwarte Patagonische ijsheek

    Dissostichus eleginoides

    Gebied

    :

    FAO 48.4 Noordelijke Antarctische wateren

    (TOP/F484N.)

    TAC

    48 (4)

     


    Soort

    :

    Antarctische ijsheken

    Dissostichus spp.

    Gebied

    :

    FAO 48.4 Zuidelijke Antarctische wateren

    (TOP/F484S.)

    TAC

    33 (5)

     


    Soort

    :

    Zwarte Patagonische ijsheek

    Dissostichus eleginoides

    Gebied

    :

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren

    (TOP/F5852.)

    TAC

    2 730 (6)

     


    Soort

    :

    Antarctisch krill

    Euphausia superba

    Gebied

    :

    FAO 48

    (KRI/F48.)

    TAC

    5 610 000

     

    Bijzondere voorwaarden:

    Binnen de limieten van een totale gecombineerde vangst van 620 000 ton mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

    Sector 48.1 (KRI/*F481.)

    155 000

    Sector 48.2 (KRI/*F482.)

    279 000

    Sector 48.3 (KRI/*F483.)

    279 000

    Sector 48.4 (KRI/*F484.)

    93 000


    Soort

    :

    Antarctisch krill

    Euphausia superba

    Gebied

    :

    FAO 58.4.1 Antarctische wateren

    (KRI/F5841.)

    TAC

    440 000

     

    Bijzondere voorwaarden:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

    Sector 58.4.1 ten westen van 115° OL

    (KRI/*F-41W)

    277 000

    Sector 58.4.1 ten oosten van 115° OL

    (KRI/*F-41E)

    163 000


    Soort

    :

    Antarctisch krill

    Euphausia superba

    Gebied

    :

    FAO 58.4.2 Antarctische wateren

    (KRI/F5842.)

    TAC

    2 645 000

     

    Bijzondere voorwaarden:

    Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

    Sector 58.4.2 ten westen van 55° OL

    (KRI/*F-42W)

    260 000

    Sector 58.4.2 ten oosten van 55° OL

    (KRI/*F-42E)

    192 000


    Soort

    :

    Grijze zuidpoolkabeljauw

    Lepidonotothen squamifrons

    Gebied

    :

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren

    (NOS/F5852.)

    TAC

    80 (7)

     


    Soort

    :

    Krabben

    Paralomis spp.

    Gebied

    :

    FAO 48.3 Antarctische wateren

    (PAI/F483.)

    TAC

    0

     


    Soort

    :

    Grenadiervissen

    Macrourus spp.

    Gebied

    :

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren

    (GRV/F5852.)

    TAC

    360 (8)

     


    Soort

    :

    Andere soorten

    Gebied

    :

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren

    (OTH/F5852.)

    TAC

    50 (9)

     


    Soort

    :

    Roggen

    Rajiformes

    Gebied

    :

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren

    (SRX/F5852.)

    TAC

    120 (10)

     


    Soort

    :

    Langsnuitijsvis

    Channichthys rhinoceratus

    Gebied

    :

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren

    (LIC/F5852.)

    TAC

    150 (11)

     


    (1)  In het kader van deze TAC mag visserij worden bedreven in het gedeelte van statistische sector 58.5.2 van de FAO dat is afgebakend door de lijn die loopt:

    van het snijpunt van lengtegraad 72° 15′ OL met de grens als vastgesteld bij de overeenkomst inzake de afbakening van de wateren tussen Australië en Frankrijk („Australia-France Maritime Delimitation Agreement”) zuidwaarts langs deze lengtegraad tot het snijpunt daarvan met breedtegraad 53° 25′ ZB;

    vervolgens oostwaarts langs deze breedtegraad tot het snijpunt ervan met lengtegraad 74° OL;

    daarna langs een geodetische lijn in noordoostelijke richting naar het snijpunt van breedtegraad 52° 40′ ZB met lengtegraad 76° OL;

    vervolgens noordwaarts langs deze lengtegraad tot het snijpunt ervan met breedtegraad 52° ZB;

    daarna langs een geodetische lijn in noordwestelijke richting naar het snijpunt van breedtegraad 51° ZB met lengtegraad 74° 30′ OL, en

    vervolgens langs een geodetische lijn in zuidwestelijke richting naar het beginpunt.

    (2)  Met uitzondering van niet meer dan 30 ton voor onderzoeksdoeleinden of als bijvangst.

    (3)  Deze TAC is van toepassing voor beugvisserij in de periode van 1 mei tot en met 31 augustus 2012 en voor korfvisserij in de periode van 1 december 2011 tot en met 30 november 2012.

    (4)  Deze TAC is van toepassing binnen het gebied begrensd door breedtegraden 55° 30′ ZB en 57° 20′ ZB en lengtegraden 25° 30′ WL en 29° 30′ WL.

    (5)  Deze TAC is van toepassing binnen het gebied begrensd door breedtegraden 57° 20′ ZB en 60° 00′ ZB en lengtegraden 24° 30′ WL en 29° 00′ WL

    (6)  Deze TAC is uitsluitend van toepassing ten westen van 79°20’ OL. Het is niet toegestaan ten oosten van deze lengtegraad in deze zone te vissen.

    (7)  Enkel als bijvangst.

    (8)  Enkel als bijvangst.

    (9)  Enkel als bijvangst.

    (10)  Enkel als bijvangst.

    (11)  Enkel als bijvangst.

    BIJLAGE IF

    ZUIDOOST-ATLANTISCHE OCEAAN SEAFO-VERDRAGSGEBIED

    Deze TAC's worden niet aan de SEAFO-leden toegewezen, zodat het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten staan onder toezicht van het secretariaat van de SEAFO, dat meedeelt wanneer de visserij moet worden stopgezet omdat de TAC is opgevist.

    Soort

    :

    Beryx spp.

    Beryx spp.

    Gebied

    :

    SEAFO

    (ALF/SEAFO)

    TAC

    200

    Analytische TAC


    Soort

    :

    Rode diepzeekrab

    Chaceon maritae

    Gebied

    :

    SEAFO-deelsector B1 (1)

    (CGE/F47NAM)

    TAC

    200

    Analytische TAC


    Soort

    :

    Rode diepzeekrab

    Chaceon maritae

    Gebied

    :

    SEAFO, met uitzondering van deelsector B1

    (CGE/F47X)

    TAC

    200

    Analytische TAC


    Soort

    :

    Zwarte Patagonische

    ijsheek Dissostichus eleginoides

    Gebied

    :

    SEAFO

    (TOP/SEAFO)

    TAC

    230

    Analytische TAC


    Soort

    :

    Atlantische slijmkop

    Hoplostethus atlanticus

    Gebied

    :

    SEAFO-deelsector B1 (2)

    (ORY/F47NAM)

    TAC

    0

    Analytische TAC


    Soort

    :

    Atlantische slijmkop

    Hoplostethus atlanticus

    Gebied

    :

    SEAFO, met uitzondering van deelsector B1

    (ORY/F47X)

    TAC

    50

    Analytische TAC


    (1)  In het kader van deze TAC mag de visserij worden bedreven in het gebied dat wordt begrensd:

    ten westen door de lengtegraad 0° OL,

    ten noorden door de breedtegraad 20° ZB,

    ten zuiden door de breedtegraad 28° ZB, en

    ten oosten door de buitengrenzen van de exclusieve economische zone van Namibië.

    (2)  In het kader van deze bijlage mag de visserij worden bedreven in het gebied dat wordt begrensd:

    ten westen door de lengtegraad 0° OL,

    ten noorden door de breedtegraad 20° ZB,

    ten zuiden door de breedtegraad 28° ZB, en

    ten oosten door de buitengrenzen van de exclusieve economische zone van Namibië.

    BIJLAGE IG

    ZUIDELIJKE BLAUWVINTONIJN — ALLE GEBIEDEN

    Soort

    :

    Zuidelijke blauwvintonijn

    Thunnus maccoyii

    Gebied

    :

    Alle gebieden

    (SBF/F41-81)

    Unie

    10 (1)

    Analytische TAC

    TAC

    10 449


    (1)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

    BIJLAGE IH

    WCPFC-VERDRAGSGEBIED

    Soort

    :

    Zwaardvis

    Xiphias gladius

    Gebied

    :

    WCFPC-verdragsgebied ten zuiden van 20o ZB

    (SWO/F7120S)

    Unie

    3 170,36

    Analytische TAC

    TAC

    Niet relevant

    BIJLAGE IJ

    SPRFMO-VERDRAGSGEBIED

    Soort

    :

    Chileense horsmakreel

    Trachurus murphyi

    Gebied

    :

    SPRFMO-verdragsgebied

    (CJM/SPRFMO)

    Duitsland

    Nog vast te stellen (1)

     

    Nederland

    Nog vast te stellen (1)

    Litouwen

    Nog vast te stellen (1)

    Polen

    Nog vast te stellen (1)

    Unie

    Nog vast te stellen (1)


    (1)  Quota vast te stellen op basis van de resultaten van de derde voorbereidende conferentie voor de SPRFMO-Commissie die is gepland voor 30 januari tot en met 2 februari 2012.

    BIJLAGE IIA

    Visserijinspanning voor vaartuigen in het kader van het beheer van bepaalde kabeljauw-, schol- en tongbestanden in het Skaggerak, het deel van ICES-sector IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, ICES-deelgebied IV, de EU-wateren van ICES-sector IIa en ICES-sector VIId

    1.   Toepassingsgebied

    1.1.

    Deze bijlage is van toepassing op EU-vaartuigen die een van de in punt 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 bedoelde vistuigen aan boord hebben of gebruiken en aanwezig zijn in een van de in punt 2 van deze bijlage omschreven geografische gebieden.

    1.2.

    Deze bijlage is niet van toepassing op vaartuigen met een lengte over alles van minder dan tien meter. Die vaartuigen hoeven niet in het bezit te zijn van vismachtigingen afgegeven overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009. De betrokken lidstaten beoordelen de visserijinspanning voor deze vaartuigen aan de hand van de inspanningsgroep waartoe zij behoren, en gebruiken daarvoor adequate bemonsteringsmethoden. In 2012 verzoekt de Commissie om wetenschappelijk advies teneinde de door deze vaartuigen verrichte inspanning te beoordelen en de betrokken vaartuigen later in de inspanningsregeling op te nemen.

    2.   Gereglementeerd tuig en geografische gebieden

    Voor de toepassing van deze bijlage gelden de in punt 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 vermelde vistuigcategorieën („gereglementeerd vistuig”) en de groepen geografische gebieden als bedoeld in punt 2, onder b), van die bijlage.

    3.   Toelating

    Als een lidstaat dit passend acht om de duurzame uitvoering van deze visserijinspanningsregeling te versterken, kan hij het vissen met gereglementeerd vistuig in geografische gebieden waarop deze bijlage van toepassing is, verbieden voor zijn vlag voerende vaartuigen als die nog niet eerder dergelijke visserijactiviteiten hebben bedreven, tenzij hij ervoor zorgt dat in het betrokken gebied een gelijkwaardige capaciteit, gemeten in kilowatt, aan de visserij wordt onttrokken.

    4.   Maximaal toegestane visserijinspanning

    4.1.

    De voor de beheersperiode 2012, van 1 februari 2012 tot en met 31 januari 2013, geldende maximaal toegestane visserijinspanning als bedoeld in artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 en artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 676/2007, per inspanningsgroep en per lidstaat, wordt vastgesteld in aanhangsel 1 van deze bijlage.

    4.2.

    De overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1954/2003 vastgestelde maximumniveaus voor de jaarlijkse visserijinspanning (1) laten de in deze bijlage bepaalde maximaal toegestane visserijinspanning onverlet.

    5.   Beheer

    5.1.

    De lidstaten beheren de maximaal toegestane visserijinspanning overeenkomstig de voorwaarden van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 676/2007, artikel 4 en de artikelen 13 tot en met 17 van Verordening (EG) nr. 1342/2008 en de artikelen 26 tot en met 35 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

    5.2.

    Een lidstaat mag beheersperioden vaststellen voor de toewijzing van de volledige maximaal toegestane inspanning, of delen daarvan, aan individuele vaartuigen of groepen vaartuigen. In dat geval wordt het aantal dagen of uren tijdens welke een vaartuig gedurende een beheersperiode in het betrokken gebied aanwezig mag zijn, door de betrokken lidstaat zelf vastgesteld. Tijdens dergelijke beheersperioden kan de lidstaat de inspanning opnieuw toewijzen tussen individuele vaartuigen of groepen vaartuigen.

    5.3.

    Lidstaten die de aanwezigheid van vaartuigen in een gebied per uur vaststellen, moeten de benutting van de dagen blijven meten overeenkomstig de in punt 5.1 bedoelde voorwaarden. Op verzoek van de Commissie moet de lidstaat aantonen welke voorzorgsmaatregelen hij heeft genomen ter voorkoming van excessieve benutting van de inspanning in het gebied wanneer een vaartuig zijn aanwezigheden in het gebied beëindigt vóór het einde van een periode van 24 uur.

    6.   Visserijinspanningsverslag

    Artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 geldt voor vaartuigen die binnen het toepassingsgebied van deze bijlage vallen. Het in dat artikel bedoelde geografische gebied is, voor kabeljauwbeheer, elk van de in punt 2 van deze bijlage bedoelde geografische gebieden.

    7.   Mededeling van relevante gegevens

    Onverminderd de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 dienen de lidstaten bij de Commissie de gegevens in over de visserijinspanning die hun vaartuigen gedurende de vorige en daaraan voorafgaande maanden hebben verricht. Deze gegevens worden ingediend via het systeem voor de uitwisseling van visserijgegevens (FIDES — Fisheries Data Exchange System) of een ander door de Commissie vastgesteld systeem voor gegevensverzameling.


    (1)  Verordening (EG) nr. 1954/2003 van de Raad van 4 november 2003 betreffende het beheer van de visserijinspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap (PB L 289 van 7.11.2003, blz. 1).

    Aanhangsel 1 van bijlage IIA

    MAXIMAAL TOEGESTANE VISSERIJINSPANNING IN KILOWATTDAGEN

    Geografisch gebied Skagerrak, het gedeelte van ICES-sector IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort; ICES-deelgebied IV en de EU-wateren van ICES-sector IIa; ICES-sector VIId

    Gereglementeerd vistuig

    BE

    DK

    DE

    ES

    FR

    IE

    NL

    SE

    UK

    TR1

    895

    3 385 928

    954 390

    1 409

    1 505 354

    157

    257 266

    172 064

    6 185 460

    TR2

    193 676

    2 841 906

    357 193

    0

    6 496 811

    10 976

    748 027

    604 071

    5 127 906

    TR3

    0

    2 545 009

    257

    0

    101 316

    0

    36 617

    1 024

    8 482

    BT1

    1 427 574

    1 157 265

    29 271

    0

    0

    0

    999 808

    0

    1 739 759

    BT2

    5 401 395

    79 212

    1 375 400

    0

    1 202 818

    0

    28 307 876

    0

    6 116 437

    GN

    163 531

    2 307 977

    224 484

    0

    342 579

    0

    438 664

    74 925

    546 303

    GT

    0

    224 124

    467

    0

    4 338 315

    0

    0

    48 968

    14 004

    LL

    0

    56 312

    0

    245

    125 141

    0

    0

    110 468

    134 880

    BIJLAGE IIB

    Vangstmogelijkheden voor vaartuigen die vissen op zandspiering in de ICES-sectoren IIa en IIIa en in ICES-deelgebied IV

    1.

    De in deze bijlage vastgestelde voorwaarden zijn van toepassing op EU-vaartuigen die in de EU-wateren van de ICES-sectoren IIa en IIIa en in ICES-deelgebied IV vissen met bodemtrawls, zegennetten of soortgelijk gesleept vistuig met een maaswijdte van minder dan 16 mm.

    2.

    De in deze bijlage vastgestelde voorwaarden gelden voor vaartuigen van derde landen die, tenzij anders is bepaald, in de EU-wateren van ICES-deelgebied IV op zandspiering mogen vissen op grond van een machtiging of als gevolg van overleg tussen de Unie en Noorwegen als bepaald in de goedgekeurde notulen van de conclusies van het visserijoverleg tussen de Unie en Noorwegen.

    3.

    Voor de toepassing van deze bijlage gelden de beheersgebieden voor zandspiering die hieronder en in het aanhangsel van deze bijlage zijn aangegeven:

    Beheersgebieden voor zandspiering

    Statistische vakken ICES

    1

    31-34 E9-F2; 35 E9- F3; 36 E9-F4; 37 E9-F5; 38-40 F0-F5; 41 F5-F6

    2

    31-34 F3-F4; 35 F4-F6; 36 F5-F8; 37-40 F6-F8; 41 F7-F8

    3

    41 F1-F4; 42-43 F1-F9; 44 F1-G0; 45-46 F1-G1; 47 G0

    4

    38-40 E7-E9; 41-46 E6-F0

    5

    47-51 E6 + F0-F5; 52 E6-F5

    6

    41-43 G0-G3; 44 G1

    7

    47-51 E7-E9

    4.

    Op basis van advies van de ICES en het WTECV betreffende de vangstmogelijkheden voor zandspiering per beheersgebied voor zandspiering als gedefinieerd in punt 3 tracht de Commissie de TAC's en quota en de speciale voorwaarden voor zandspiering in de EU-wateren van de ICES-sectoren IIa en IIIa en ICES-deelgebied IV als bepaald in bijlage I, voor 1 maart 2012 te herzien.

    5.

    De commerciële visserij met bodemtrawls, zegennetten of soortgelijk gesleept vistuig met een maaswijdte van minder dan 16 mm is verboden van 1 januari tot en met 31 maart 2012 en van 1 augustus tot en met 31 december 2012.

    Aanhangsel 1 van bijlage IIB

    BEHEERSGEBIEDEN VOOR ZANDSPIERINGEN

    Image

    BIJLAGE III

    Maximumaantal vismachtigingen voor EU-vaartuigen in wateren van derde landen

    Gebied

    Visserij

    Aantal vismachtigingen

    Verdeling van de vismachtigingen over de lidstaten

    Maximumaantal vaartuigen dat op elk moment in het gebied aanwezig mag zijn

    Noorse wateren en visserijzone rond Jan Mayen

    Haring, benoorden 62° 00′ NB

    77

    DK: 25

    DE: 5

    FR: 1

    IE: 8

    NL: 9

    PL: 1

    SV: 10

    UK: 18

    57

    Demersale soorten, benoorden 62° 00′ NB

    80

    DE: 16

    IE: 1

    ES: 20

    FR: 18

    PT: 9

    UK: 14

    50

    Makreel

     

    Niet relevant

    70 (1)

    Soorten voor de industrievisserij, bezuiden 62° 00′ NB

    480

    DK: 450

    UK: 30

    150


    (1)  Onverminderd de aanvullende vergunningen die naar vaste praktijk door Noorwegen aan Zweden worden toegekend.

    BIJLAGE IV

    ICCAT-VERDRAGSGEBIED  (1)

    1.

    Maximumaantal met de hengel of de sleeplijn vissende EU-vaartuigen die in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mogen vissen

    Spanje

    60

    Frankrijk

    8

    Unie

    68

    2.

    Maximumaantal EU-vaartuigen die in het kader van de ambachtelijke kustvisserij in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mogen vissen

    Spanje

    119

    Frankrijk

    132

    Italië

    30

    Cyprus

    7

    Malta

    28

    Unie

    316

    3.

    Maximumaantal EU-vaartuigen die in de Adriatische Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mogen vissen voor kweekdoeleinden

    Italië

    12

    Unie

    12

    4.

    Maximumaantal en totale capaciteit in brutoton van de vissersvaartuigen van elke lidstaat die blauwvintonijn mogen bevissen, aan boord houden, overladen, vervoeren of aanlanden in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee

    Tabel A

    Aantal vissersvaartuigen

     

    Cyprus

    Griekenland

    Italië

    Frankrijk

    Spanje

    Malta (2)

    Vaartuigen voor de visserij met de ringzegen

    1

    1

    12

    17

    6

    1

    Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug

    7 (3)

    0

    30

    8

    25

    28

    Met de hengel vissende vaartuigen

    0

    0

    0

    8

    60

    0

    Vaartuigen voor de visserij met de handlijn

    0

    0

    0

    29

    2

    0

    Trawlers

    0

    0

    0

    60

    0

    0

    Vaartuigen voor andere ambachtelijke visserij (4)

    0

    35

    0

    87

    32

    0

    Tabel B

    Totale in brutoton uitgedrukte capaciteit

     

    Cyprus

    Griekenland

    Italië

    Frankrijk

    Spanje

    Malta (5)

    Vaartuigen voor de visserij met de ringzegen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Met de hengel vissende vaartuigen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Vaartuigen voor de visserij met de handlijn

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Trawlers

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Vaartuigen voor andere ambachtelijke visserij

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    Nog vast te stellen

    5.

    Maximumaantal tonnara's dat elke lidstaat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee mag toestaan voor de visserij op blauwvintonijn

     

    Aantal vallen

    Spanje

    6

    Italië

    6

    Portugal

    1 (6)

    6.

    Maximumcapaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn voor elke lidstaat, en maximumhoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn die elke lidstaat over zijn kweek- en mestbedrijven in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee mag verdelen

    Tabel A

    Maximumcapaciteit voor het kweken en mesten van tonijn

     

    Aantal bedrijven

    Capaciteit (in ton)

    Spanje

    14

    11 852

    Italië

    15

    13 000

    Griekenland

    2

    2 100

    Cyprus

    3

    3 000

    Malta

    8

    12 300

    Tabel B

    Maximumhoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn (in ton)

    Spanje

    5 855

    Italië

    3 764

    Griekenland

    785

    Cyprus

    2 195

    Malta

    8 768


    (1)  De kans bestaat dat de onder 1, 2 en 3 vermelde aantallen naar beneden worden bijgesteld om aan de internationale verplichtingen van de Unie te voldoen.

    (2)  Een middelgroot vaartuig voor visserij met de ringzegen mag door niet meer dan 10 beuglijnvaartuigen worden vervangen.

    (3)  Polyvalente vaartuigen, die gebruik maken van verschillende soorten vistuig.

    (4)  Polyvalente vaartuigen, die gebruik maken van verschillende soorten vistuig (beug, handlijn, sleeplijn).

    (5)  Een middelgroot vaartuig voor visserij met de ringzegen mag door niet meer dan 10 beuglijnvaartuigen worden vervangen.

    (6)  Dit aantal kan nog toenemen, op voorwaarde dat aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.

    BIJLAGE V

    CCAMLR-VERDRAGSGEBIED

    DEEL A

    VERBOD OP GERICHTE VISSERIJ IN HET CCAMLR-VERDRAGSGEBIED

    Doelsoorten

    Gebied

    Gesloten tijd

    Haaien (alle soorten)

    Verdragsgebied

    Van 1 januari tot en met 31 december 2012

    Notothenia rossii

    FAO 48.1 Antarctische wateren, bij het Antarctisch Schiereiland

    FAO 48.2 Antarctische wateren, rond de South Orkneys

    FAO 48.3 Antarctische wateren, rond South Georgia

    Van 1 januari tot en met 31 december 2012

    Vinvis

    FAO 48.1 Antarctische wateren (1)

    FAO 48.2 Antarctische wateren (1)

    Van 1 januari tot en met 31 december 2012

    Gobionotothen gibberifrons

    Chaenocephalus aceratus

    Pseudochaenichthys georgianus

    Lepidonotothen squamifrons

    Patagonotothen guntheri

    Electrona carlsbergi  (1)

    FAO 48.3

    Van 1 januari tot en met 31 december 2012

    Dissostichus spp.

    FAO 48.5 Antarctische wateren

    Van 1 december 2011 tot en met 30 november 2012

    Dissostichus spp.

    FAO 88.3 Antarctische wateren (1)

    FAO 58.5.1 Antarctische wateren (1)  (2)

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren ten oosten van 79° 20′ OL en buiten de EEZ ten westen van 79° 20′ OL (1)

    FAO 58.4.4 Antarctische wateren (1)  (2)

    FAO 58.6 Antarctische wateren (1)

    FAO 58.7 Antarctische wateren (1)

    Van 1 januari tot en met 31 december 2012

    Lepidonotothen squamifrons

    FAO 58.4.4 (1)  (2)

    Van 1 januari tot en met 31 december 2012

    Alle soorten met uitzondering van Champsocephalus gunnari en Dissostichus eleginoides

    FAO 58.5.2 Antarctische wateren

    Van 1 december 2011 tot en met 30 november 2012

    Dissostichus mawsoni

    FAO 48.4 Antarctische wateren (1) binnen het gebied begrensd door breedtegraden 55° 30′ ZB en 57° 20′ ZB en lengtegraden 25° 30′ WL en 29° 30′ WL

    Van 1 januari tot en met 31 december 2012

    DEEL B

    TAC's EN BIJVANGSTBEPERKINGEN VOOR NIEUWE EN EXPERIMENTELE VISSERIJ IN HET CCAMLR-VERDRAGSGEBIED IN 2011/2012

    Deelgebied/Sector

    Regio

    Seizoen

    SSRU

    Vangstbeperking voor Dissostichus spp. (ton)

    Bijvangstbeperking (ton) (3)

    Roggen

    Macrourus spp.

    Andere soorten

    58.4.1.

    Gehele sector

    1 december 2011 tot en met 30 november 2012

    SSRU A, B, D, F en H: 0

    SSRU C: 100

    SSRU E: 50

    SSRU G: 60

    Totaal 210

    Alle sectoren: 50

    Alle sectoren: 33

    Alle sectoren: 20

    58.4.2.

    Gehele sector

    1 december 2011 tot en met 30 november 2012

    SSRU A: 30

    SSRU B, C en D: 0

    SSRU E: 40

    Totaal 70

    Alle sectoren: 50

    Alle sectoren: 20

    Alle sectoren: 20

    58.4.3a.

    Gehele sector

    1 mei tot en met 31 augustus 2012

     

    Totaal 86

    Alle sectoren: 50

    Alle sectoren: 26

    Alle sectoren: 20

    88.1.

    Gehele deelgebied

    1 december 2011 tot en met 31 augustus 2012

    SSRU A: 0

    SSRUs B, C en G: 428

    SSRUs D, E en F: 0

    SSRUs H, I en K: 2 423

    SSRUs J en L: 351

    SSRU M: 0

    Totaal 3 282

    164

    SSRU A: 0

    SSRU B, C en G: 50

    SSRU D, E en F: 0

    SSRU H, I en K: 121

    SSRU J en L: 50

    SSRU M: 0

    430

    SSRU A: 0

    SSRU B, C en G: 40

    SSRU D, E en F: 0

    SSRU H, I en K: 320

    SSRU J en L: 70

    SSRU M: 0

    20

    SSRU A: 0

    SSRU B, C en G: 60

    SSRU D, E en F: 0

    SSRU H, I en K: 60

    SSRU J en L: 40

    SSRU M: 0

    88.2.

    Ten zuiden van 65° ZB

    1 december 2011 tot en met 31 augustus 2012

    SSRU A en B: 0

    SSRUs C, D, F en G: 124

    SSRU E: 406

    Totaal 530

    50

    SSRU A en B: 0

    SSRU C, D, F en G: 50

    SSRU E: 0

    84

    SSRU A en B: 0

    SSRU C, D, F en G: 20

    SSRU E: 40

    20

    SSRU A en B: 0

    SSRU C, D, F en G: 100

    SSRU E: 20

    Aanhangsel van bijlage V, deel B

    KLEINE ONDERZOEKSVAKKEN (SSRU'S)

    Gebied

    SSRU

    Grens

    48.6

    A

    Van 50° ZB 20° WL, pal oost naar 1° 30′ OL, pal zuid naar 60° ZB, pal west naar 20° WL, pal noord naar 50° ZB.

     

    B

    Van 60° ZB 20° WL, pal oost naar 10° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 20° WL, pal noord naar 60° ZB.

     

    C

    Van 60° ZB 10° WL, pal oost naar 0° lengtegraad, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 10° WL, pal noord naar 60° ZB.

     

    D

    Van 60° ZB 0° lengtegraad, pal oost naar 10° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 0° lengtegraad, pal noord naar 60° ZB.

     

    E

    Van 60° ZB 10° OL, pal oost naar 20° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 10° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    F

    Van 60° ZB 20° OL, pal oost naar 30° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 20° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    G

    Van 50° ZB 1° 30′ OL, pal oost naar 30° OL, pal zuid naar 60° ZB, pal west naar 1° 30′ OL, pal noord naar 50° ZB.

    58.4.1

    A

    Van 55° ZB 86° OL, pal oost naar 150° OL, pal zuid naar 60° ZB, pal west naar 86° OL, pal noord naar 55° ZB.

     

    B

    Van 60° ZB 86° OL, pal oost naar 90° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 80° OL, pal noord naar 64° ZB, pal oost naar 86° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    C

    Van 60° ZB 90° OL, pal oost naar 100° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 90° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    D

    Van 60° ZB 100° OL, pal oost naar 110° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 100° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    E

    Van 60° ZB 110° OL, pal oost naar 120° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 110° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    F

    Van 60° ZB 120° OL, pal oost naar 130° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 120° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    G

    Van 60° ZB 130° OL, pal oost naar 140° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 130° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    H

    Van 60° ZB 140° OL, pal oost naar 150° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 140° OL, pal noord naar 60° ZB.

    58.4.2

    A

    Van 62° ZB 30° OL, pal oost naar 40° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 30° OL, pal noord naar 62° ZB.

     

    B

    Van 62° ZB 40° OL, pal oost naar 50° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 40° OL, pal noord naar 62° ZB.

     

    C

    Van 62° ZB 50° OL, pal oost naar 60° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 50° OL, pal noord naar 62° ZB.

     

    D

    Van 62° ZB 60° OL, pal oost naar 70° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 60° OL, pal noord naar 62° ZB.

     

    E

    Van 62° ZB 70° OL, pal oost naar 73° 10′ OL, pal zuid naar 64° ZB, pal oost naar 80° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 70° OL, pal noord naar 62° ZB.

    58.4.3a

    A

    Hele sector, van 56° ZB 60° OL, pal oost naar 73° 10′ OL, pal zuid naar 62° ZB, pal west naar 60° OL, pal noord naar 56° ZB.

    58.4.3b

    A

    Van 56° ZB 73° 10′ OL, pal oost naar 79° OL, zuid tot 59° ZB, pal west naar 73° 10′ OL, pal noord naar 56° ZB.

     

    B

    Van 60° ZB 73° 10′ OL, pal oost naar 86° OL, zuid tot 64° ZB, pal west naar 73° 10′ OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    C

    Van 59° ZB 73° 10′ OL, pal oost naar 79° OL, zuid tot 60° ZB, pal west naar 73° 10′ OL, pal noord naar 59° ZB.

     

    D

    Van 59° ZB 79° OL, pal oost naar 86° OL, zuid tot 60° ZB, pal west naar 79° OL, pal noord naar 59° ZB.

     

    E

    Van 56° ZB 79° OL, pal oost naar 80° OL, pal noord naar 55° ZB, pal oost naar 86° OL, zuid tot 59° ZB, pal west naar 79° OL, pal noord naar 56° ZB.

    58.4.4

    A

    Van 51° ZB 40° OL, pal oost naar 42° OL, pal zuid naar 54° ZB, pal west naar 40° OL, pal noord naar 51° ZB.

     

    B

    Van 51° ZB 42° OL, pal oost naar 46° OL, pal zuid naar 54° ZB, pal west naar 42° OL, pal noord naar 51° ZB.

     

    C

    Van 51° ZB 46° OL, pal oost naar 50° OL, pal zuid naar 54° ZB, pal west naar 46° OL, pal noord naar 51° ZB.

     

    D

    Hele sector uitgezonderd SSRU' s A, B, C, en met buitengrens van 50° ZB 30° OL, pal oost naar 60° OL, pal zuid naar 62° ZB, pal west naar 30° OL, pal noord naar 50° ZB.

    58.6

    A

    Van 45° ZB 40° OL, pal oost naar 44° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 40° OL, pal noord naar 45° ZB.

     

    B

    Van 45° ZB 44° OL, pal oost naar 48° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 44° OL, pal noord naar 45° ZB.

     

    C

    Van 45° ZB 48° OL, pal oost naar 51° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 48° OL, pal noord naar 45° ZB.

     

    D

    Van 45° ZB 51° OL, pal oost naar 54° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 51° OL, pal noord naar 45° ZB.

    58.7

    A

    Van 45° ZB 37° OL, pal oost naar 40° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 37° OL, pal noord naar 45° ZB.

    88.1

    A

    Van 60° ZB 150° OL, pal oost naar 170° OL, pal zuid naar 65° ZB, pal west naar 150° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    B

    Van 60° ZB 170° OL, pal oost naar 179° OL, pal zuid naar 66° 40′ ZB, pal west naar 170° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    C

    Van 60° ZB 179° OL, pal oost naar 170° WL, pal zuid naar 70° ZB, pal west naar 178° WL, pal noord naar 66° 40′ ZB, pal west naar 179° OL, pal noord naar 60° ZB.

     

    D

    Van 65° ZB 150° OL, pal oost naar 160° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 150° OL, pal noord naar 65° ZB.

     

    E

    Van 65° ZB 160° OL, pal oost naar 170° OL, pal zuid naar 68° 30′ ZB, pal west naar 160° OL, pal noord naar 65° ZB.

     

    F

    Van 68° 30′ ZB 160° OL, pal oost naar 170° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 160° OL, pal noord naar 68° 30′ ZB.

     

    G

    Van 66° 40′ ZB 170° OL, pal oost naar 178° WL, pal zuid naar 70° ZB, pal west naar 178° 50′ OL, pal zuid naar 70° 50′ ZB, pal west naar 170° OL, pal noord naar 66° 40′ ZB.

     

    H

    Van 70° 50′ ZB 170° OL, pal oost naar 178° 50′ OL, pal zuid naar 73° ZB, pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 170° OL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

     

    I

    Van 70° ZB 178° 50′ OL, pal oost naar 170° WL, pal zuid naar 73° ZB, pal west naar 178° 50′ OL, pal noord naar 70° ZB.

     

    J

    Van 73° ZB aan de kust nabij 170° OL, pal oost naar 178° 50′ OL, pal zuid naar 80° ZB, pal west naar 170° OL, noordwaarts langs de kust tot 73° ZB.

     

    K

    Van 73° ZB 178° 50′ OL, pal oost naar 170° WL, pal zuid naar 76° ZB, pal west naar 178° 50′ OL, pal noord naar 73° ZB.

     

    L

    Van 76° ZB 178° 50′ OL, pal oost naar 170° WL, pal zuid naar 80° ZB, pal west naar 178° 50′ OL, pal noord naar 76° ZB.

     

    M

    Van 73° ZB aan de kust nabij 169° 30′ OL, pal oost naar 170° OL, pal zuid naar 80° ZB, pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 73° ZB.

    88.2

    A

    Van 60° ZB 170° WL, pal oost naar 160° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 170° WL, pal noord naar 60° ZB.

     

    B

    Van 60° ZB 160° WL, pal oost naar 150° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 160° WL, pal noord naar 60° ZB.

     

    C

    Van 70° 50′ ZB 150° WL, pal oost naar 140° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 150° WL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

     

    D

    Van 70° 50′ ZB 140° WL, pal oost naar 130° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 140° WL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

     

    E

    Van 70° 50′ ZB 130° WL, pal oost naar 120° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 130° WL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

     

    F

    Van 70° 50′ ZB 120° WL, pal oost naar 110° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 120° WL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

     

    G

    Van 70° 50′ ZB 110° WL, pal oost naar 105° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 110° WL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

     

    H

    Van 65° ZB 150° WL, pal oost naar 105° WL, pal zuid naar 70° 50′ ZB, pal west naar 150° WL, pal noord naar 65° ZB.

     

    I

    Van 60° ZB 150° WL, pal oost naar 105° WL, pal zuid naar 65° ZB, pal west naar 150° WL, pal noord naar 60° ZB.

    88.3

    A

    Van 60° ZB 105° WL, pal oost naar 95° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 105° WL, pal noord naar 60° ZB.

     

    B

    Van 60° ZB 95° WL, pal oost naar 85° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 95° WL, pal noord naar 60° ZB.

     

    C

    Van 60° ZB 85° WL, pal oost naar 75° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 85° WL, pal noord naar 60° ZB.

     

    D

    Van 60° ZB 75° WL, pal oost naar 70° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 75° WL, pal noord naar 60° ZB.

    DEEL C

    KENNISGEVING VAN HET VOORNEMEN OM AAN DE VISSERIJ OP EUPHAUSIA SUPERBA DEEL TE NEMEN

    Verdragsluitende partij:

    Visseizoen:

    Naam van het vaartuig:

    Verwacht vangstniveau (in ton):


    Vangsttechniek:

    Conventioneel sleepnet

    Continu vissysteem

    Pomptechniek om de kuil leeg te maken

    Andere goedgekeurde methodes: (nader aangeven)


    Methoden die worden gebruikt voor de directe raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill (4):

    Van de vangst af te leiden producten en de omrekeningsfactoren daarvoor (5):


    Productsoort

    % van de vangst

    Omrekeningsfactor (6)

     

     

     

     

     

     

     

     

     


     

     

    Dec

    Jan

    Feb

    Maa

    Apr

    Mei

    Jun

    Jul

    Aug

    Sept

    Okt

    Nov

    Deelgebied/Sector

    48.1

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    48.2

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    48.3

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    48.4

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    48.5

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    48.6

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    58.4.1

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    58.4.2

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    88.1

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    88.2

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    88.3

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    X

    Kruis in de vakjes aan waar en wanneer u waarschijnlijk zult vissen.

    Voorzorgsvangstbeperkingen niet vastgesteld, en derhalve beschouwd als experimentele visserij.

    NB: De hier door u verstrekte gegevens zijn louter informatief en beletten u niet te vissen in gebieden of perioden die u niet heeft opgegeven.

    DEEL D

    NETCONFIGURATIE EN GEBRUIK VAN VANGSTTECHNIEKEN

    Netopening (mond) omtrek (m)

    Verticale opening (m)

    Horizontale opening (m)

     

     

     

    Lengte en maaswijdte netpanelen

    Paneel

    Lengte (m)

    Maaswijdte (mm)

    1e paneel

     

     

    2e paneel

     

     

    3e paneel

     

     

     

     

    Eindpaneel (kuil)

     

     

    Teken diagram van elke gebruikte netconfiguratie

    Er worden verscheidene vangsttechnieken gebruikt (7): Ja Neen

     

    Vangsttechniek

    Verwacht aandeel in het tijdsgebruik (%)

    1

     

     

    2

     

     

    3

     

     

    4

     

     

    5

     

     

     

    Totaal 100 %

    Er is een inrichting voor het weren van zeezoogdieren aanwezig (8): Ja Neen

    Toelichtingen betreffende vangsttechnieken, vistuigconfiguratie en -kenmerken en vispatronen:


    (1)  Behalve voor wetenschappelijk onderzoek.

    (2)  Met uitzondering van wateren onder nationale jurisdictie (EEZ's).

    (3)  Regels inzake vangstbeperkingen voor bijvangstsoorten per SSRU, die binnen de totale bijvangstbeperkingen per deelgebied van toepassing zijn:

    roggen: 5 % van de in het kader van de vangstbeperking voor Dissostichus spp. vastgestelde hoeveelheid, of 50 ton, al naargelang welke hoeveelheid het grootst is;

    Macrourus spp: 16 % van de in het kader van de vangstbeperking voor Dissostichus spp. vastgestelde hoeveelheid, of 20 ton, al naargelang welke hoeveelheid het grootst is, met uitzondering van statistische sector 58.4.3a en statistisch deelgebied 88.1;

    andere soorten: 20 ton per SSRU.

    (4)  De kennisgeving omvat een gedetailleerde omschrijving van de precieze methode die wordt gebruikt voor de raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill en, indien omrekeningsfactoren worden toegepast, nadere gegevens over de precieze methode voor de afleiding van elke omrekeningsfactor. De lidstaten dienen die omschrijving de volgende seizoenen niet opnieuw in te dienen, tenzij de methode voor de raming van het onverwerkte gewicht is gewijzigd.

    (5)  Voor zover mogelijk te verstrekken inlichtingen.

    (6)  Omrekeningsfactor = totaalgewicht/verwerkt gewicht.

    (7)  Zo ja, geef frequentie van omschakeling tussen vangsttechnieken:

    (8)  Zo ja, teken ontwerp van de inrichting:

    BIJLAGE VI

    IOTC-VERDRAGSGEBIED

    1.

    Maximumaantal EU-vaartuigen die in het IOTC-verdragsgebied op tropische tonijn mogen vissen

    Lidstaat

    Maximumaantal vaartuigen

    Capaciteit (brutotonnage)

    Spanje

    22

    61 364

    Frankrijk

    22

    33 604

    Portugal

    5

    1 627

    Unie

    49

    96 595

    2.

    Maximumaantal EU-vaartuigen die in het IOTC-verdragsgebied op zwaardvis en witte tonijn mogen vissen

    Lidstaat

    Maximumaantal vaartuigen

    Capaciteit (brutotonnage)

    Spanje

    27

    11 590

    Frankrijk

    41

    5 382

    Portugal

    15

    6 925

    Verenigd Koninkrijk

    4

    1 400

    Unie

    72

    21 922

    3.

    De in punt 1 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-verdragsgebied tevens op zwaardvis en witte tonijn vissen.

    4.

    De in punt 2 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-verdragsgebied tevens op tropische tonijn vissen.

    BIJLAGE VII

    WCPFC-VERDRAGSGEBIED

    Maximumaantal EU-vaartuigen die op zwaardvis mogen vissen in de gebieden bezuiden 20° ZB van het WCPFC-verdragsgebied.

    Spanje

    14

    Unie

    14

    BIJLAGE VIII

    KWANTITATIEVE BEPERKINGEN INZAKE VISMACHTIGINGEN VOOR VISSERSVAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN DIE IN DE EU-WATEREN VISSEN

    Vlaggenstaat

    Visserij

    Aantal vismachtigingen

    Maximumaantal vaartuigen dat op elk moment in het gebied aanwezig mag zijn

    Noorwegen

    Haring, benoorden 62° 00′ NB

    20

    20

    Venezuela (1)

    Snappers (wateren van Frans-Guyana)

    45

    45


    (1)  Voordat die vismachtigingen worden afgegeven moet worden aangetoond dat er een geldig contract bestaat tussen de eigenaar van het vaartuig die de vismachtiging aanvraagt en een in het departement Frans-Guyana gevestigd verwerkingsbedrijf, en dat in dat contract staat dat minstens 75 % van alle door het vaartuig in kwestie gevangen snappers in dat departement moet worden aangeland voor verwerking in dat bedrijf. Dit contract moet door worden bekrachtigd door de Franse autoriteiten die waarborgen dat het aansluit op de huidige capaciteit van het in het contract genoemde verwerkingsbedrijf en op de doelstellingen inzake de ontwikkeling van de economie van Guyana. Aan de aanvraag van de vismachtiging wordt een exemplaar van het naar behoren bekrachtigd contract gehecht. Wanneer zo'n bekrachtiging wordt geweigerd maken de Franse autoriteiten deze weigering bekend en vermelden zij de redenen ervoor aan de betrokken partij en aan de Commissie.


    Top