EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012D0389

Besluit 2012/389/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR)

PB L 187 van 17.7.2012, p. 40–43 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 12/12/2022

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2012/389/oj

17.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/40


BESLUIT 2012/389/GBVB VAN DE RAAD

van 16 juli 2012

betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 14 november 2011 heeft de Raad een strategisch kader voor de Hoorn van Afrika vastgesteld ter sturing van het engagement van de Europese Unie in de regio.

(2)

Op 8 december 2011 heeft de Raad Besluit 2011/819/GBVB (1) tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika vastgesteld.

(3)

Op 16 december 2011 heeft de Raad ingestemd met het crisisbeheersingsconcept voor de missie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit.

(4)

Op 23 maart 2012 heeft de Raad Besluit 2012/173/GBVB (2) over het activeren van het operatiecentrum van de EU voor de in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid uitgevoerde missies en operatie in de Hoorn van Afrika vastgesteld.

(5)

De regeringen van Djibouti, Kenia en de Seychellen, en de federale overgangsregering van Somalië zijn verheugd over de inzet van de missie in hun landen.

(6)

Op 18 juni 2007 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan de richtsnoeren voor de commando- en controlestructuur van de civiele crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie.

(7)

Voor de bij dit besluit ingestelde missie moet de wachtdienst in werking worden gesteld.

(8)

De missie zal worden uitgevoerd in het kader van een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de doelstellingen van het externe optreden van de Unie, als geformuleerd in artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), kan hinderen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Missie

De Unie zet een missie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika („EUCAP NESTOR”) op.

Artikel 2

Missieverklaring

EUCAP NESTOR heeft tot doel de ontwikkeling in de staten van de Hoorn van Afrika en het westelijk deel van de Indische Oceaan van een zelfvoorzienende capaciteit voor voortdurende verbetering van hun maritieme veiligheid, met inbegrip van piraterijbestrijding, en, maritiem bestuur te steunen. De geografische focus van EUCAP NESTOR ligt aanvankelijk op Djibouti, Kenia, de Seychellen en Somalië. EUCAP NESTOR wordt, na ontvangst door de Unie van een uitnodiging van de Tanzaniaanse autoriteiten, tevens ingezet in Tanzania.

Artikel 3

Taken

1.   Teneinde het in artikel 2 omschreven doel te bereiken, omvatten de taken van EUCAP NESTOR:

a)

de autoriteiten in de regio bijstaan bij het efficiënt organiseren van de instanties voor maritieme veiligheid die als kustwacht optreden;

b)

in de staten in de regio opleiding en opleidingsexpertise ter versterking van de maritieme capaciteit verstrekken, aanvankelijk in Djibouti en Kenia en op de Seychellen, opdat zij op termijn zelf in opleidingen kunnen voorzien;

c)

Somalië bijstaan bij het ontwikkelen van een eigen, op een breed wettelijk en bestuursrechtelijk kader gesteund kustpolitievermogen op het land;

d)

leemten in de capaciteit op het stuk van prioritaire uitrusting in kaart brengen en bijstand bieden bij het aanpakken daarvan, voor zover nodig, om het doel van EUCAP NESTOR te bereiken;

e)

bijstand bieden bij het verstevigen van nationale wetgeving en de rechtsstaat door middel van een regionaal programma van juridisch advies en juridische expertise ter ondersteuning van het opstellen van wetgeving betreffende maritieme veiligheid en aanverwante nationale wetgeving;

f)

regionale samenwerking bevorderen tussen nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor maritieme veiligheid;

g)

de regionale coördinatie op het gebied van de opbouw van maritieme capaciteit versterken;

h)

strategisch advies bieden door aan belangrijke overheidsdiensten deskundigen toe te wijzen;

i)

projecten van de missie uitvoeren en giften coördineren;

j)

een regionale informatie- en communicatiestrategie ontwikkelen en uitvoeren.

2.   EUCAP NESTOR verricht geen uitvoerende taken.

Artikel 4

Commandostructuur en structuur

1.   EUCAP NESTOR heeft, als crisisbeheersingsoperatie, een gemeenschappelijke commandostructuur.

2.   De structuur van EUCAP NESTOR is als volgt:

a)

het hoofdkwartier van de missie in Djibouti;

b)

landenkantoren, waar nodig.

3.   EUCAP NESTOR beschikt over een projectcel voor het identificeren en het uitvoeren van projecten. Op gebieden die verband houden met EUCAP NESTOR en ter ondersteuning van de doelstelling ervan, kan EUCAP NESTOR, waar nodig, coördineren, faciliteren en advies verstrekken over projecten die de lidstaten en derde landen onder hun verantwoordelijkheid uitvoeren.

Artikel 5

Civiele operationele commandant

1.   De directeur van het civiele plannings- en uitvoeringsvermogen (CPCC) is de civiele operationele commandant voor EUCAP NESTOR.

2.   De civiele operationele commandant oefent op strategisch niveau het commando en de controle uit op EUCAP NESTOR onder het politieke toezicht en de strategische aansturing van het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en onder het algemene gezag van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV).

3.   De civiele operationele commandant zorgt, met betrekking tot de uitvoering van operaties, voor een adequate en doeltreffende uitvoering van de besluiten van de Raad, alsook van het PVC, onder meer door het hoofd van de missie, waar nodig, instructies op strategisch niveau, te geven en hem advies en technische ondersteuning te verstrekken.

4.   Het bij Besluit 2012/173/GBVB in werking gestelde operatiecentrum van de EU verstrekt rechtstreekse ondersteuning aan de civiele operationele commandant bij de operationele planning en uitvoering van EUCAP NESTOR.

5.   De civiele operationele commandant rapporteert aan de Raad via de HV.

6.   Alle gedetacheerde personeelsleden blijven onder het volledige gezag staan van de nationale autoriteiten van de betrokken zendstaat overeenkomstig nationale voorschriften, van de betrokken instelling van de Unie of de Europese dienst voor extern optreden (EDEO). De nationale autoriteiten dragen de operationele controle (OPCON) over hun personeel, teams en eenheden over aan de civiele operationele commandant.

7.   De civiele operationele commandant heeft de algehele verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de Unie zich naar behoren van haar zorgplicht kwijt.

8.   De civiele operationele commandant, de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika (SVEU) en de hoofden van de delegaties van de Unie in de regio raadplegen elkaar indien nodig.

Artikel 6

Hoofd van de missie

1.   Het hoofd van de missie draagt in het veld de verantwoordelijkheid voor, en oefent het commando en de controle uit op EUCAP NESTOR en rapporteert rechtstreeks aan de civiele operationele commandant.

2.   Het hoofd van de missie voert het commando en de controle over het personeel, de teams en de eenheden van de bijdragende staten die door de civiele operationele commandant ter beschikking zijn gesteld, en draagt de administratieve en logistieke verantwoordelijkheid voor de aan EUCAP NESTOR ter beschikking gestelde activa, middelen en informatie.

3.   Het hoofd van de missie geeft instructies aan alle personeelsleden van EUCAP NESTOR, met het oog op de effectieve uitvoering van EUCAP NESTOR in het veld, en zorgt voor de coördinatie en de dagelijkse leiding van de operatie volgens de instructies op strategisch niveau van de civiele operationele commandant.

4.   Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de begroting van EUCAP NESTOR. Daartoe sluit het hoofd van de missie een contract met de Commissie.

5.   Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel. Gedetacheerde personeelsleden vallen tuchtrechtelijk onder de bevoegdheid van de betrokken nationale autoriteit overeenkomstig nationale voorschriften, van de betrokken instelling van de Unie of van EDEO.

6.   Het hoofd van de missie vertegenwoordigt EUCAP NESTOR in het operatiegebied en zorgt voor passende zichtbaarheid van EUCAP NESTOR.

7.   Het hoofd van de missie zorgt, in voorkomend geval, voor coördinatie met andere actoren van de Unie in het veld. Het hoofd van de missie krijgt, onder volledige eerbieding van de commandostructuur, ter plaatse politieke aansturing van de SVEU, in nauwe samenspraak met de betrokken delegatiehoofden van de Unie in de regio.

8.   Het hoofd van de missie is, in het kader van de projectcel, gemachtigd financiële bijdragen van de lidstaten of derde landen aan te wenden voor de uitvoering van projecten die zijn aangemerkt als een consistente aanvulling op andere acties van EUCAP NESTOR, indien het project:

a)

wordt genoemd in de begrotingseffectennota in verband met dit besluit; of

b)

op verzoek van het hoofd van de missie in de loop van EUCAP NESTOR is opgenomen in de begrotingseffectennota.

In voorkomende gevallen sluit het hoofd van de missie met de betrokken staten een regeling, waarin met name wordt vastgelegd volgens welke specifieke procedures klachten van derden worden behandeld betreffende schade die is opgelopen als gevolg van handelingen of nalatigheden van het hoofd van de missie bij de besteding van de middelen die door de bijdragende staten ter beschikking zijn gesteld.

In geen geval kan de Unie of de HV door de bijdragende staten aansprakelijk worden gesteld voor handelingen of nalatigheden van het hoofd van de missie in verband met de besteding van de middelen die door de bijdragende staten ter beschikking zijn gesteld.

Artikel 7

Personeel

1.   EUCAP NESTOR bestaat voornamelijk uit personeel dat door de lidstaten, de instellingen van de Unie of EDEO wordt gedetacheerd. Elke lidstaat of instelling van de Unie of EDEO draagt de kosten voor ieder door hem of haar gedetacheerd personeelslid, met inbegrip van kosten voor vervoer van en naar de plaats van detachering, salarissen, ziektekosten en andere vergoedingen dan dagvergoedingen.

2.   De detacherende staat of instelling van de Unie of EDEO is verantwoordelijk voor het behandelen van alle aan de detachering gerelateerde klachten van of betreffende het door hem/haar gedetacheerde personeelslid en voor het instellen van een vordering tegen dat personeelslid.

3.   EUCAP NESTOR kan ook internationaal en lokaal personeel op contractbasis aanwerven, indien de vereiste functies niet worden vervuld door personeel dat door de lidstaten gedetacheerd is. Bij wijze van uitzondering en in naar behoren gemotiveerde gevallen, kunnen in voorkomend geval onderdanen van deelnemende derde landen op contractbasis worden aangeworven wanneer er geen geschikte kandidaten uit de lidstaten beschikbaar zijn.

4.   De arbeidsvoorwaarden en de rechten en plichten van het internationale en lokale personeel staan in contracten tussen het hoofd van de missie en de betrokken personeelsleden.

Artikel 8

Status van EUCAP NESTOR en het personeel ervan

De status van EUCAP NESTOR en het personeel ervan, in voorkomend geval inclusief de voorrechten, immuniteiten en overige waarborgen die nodig zijn voor de voltooiing en de soepele werking van EUCAP NESTOR, wordt vastgelegd in een overeenkomst krachtens artikel 37 VEU, overeenkomstig de procedure in artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 9

Politieke controle en strategische leiding

1.   Het PVC oefent, onder de verantwoordelijkheid van de Raad en de HV, het politieke toezicht op en de strategische aansturing van EUCAP NESTOR uit. De Raad machtigt het PVC hierbij om voor dit doel de noodzakelijke besluiten te nemen overeenkomstig artikel 38, derde alinea, VEU. Deze machtiging omvat de bevoegdheid om, op voorstel van de HV, een hoofd van de missie te benoemen en om het operationeel concept (CONOPS) en het operationeel plan (OPLAN) te wijzigen. De beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van EUCAP NESTOR blijft berusten bij de Raad.

2.   Het PVC brengt op gezette tijden verslag uit aan de Raad.

3.   Het PVC ontvangt, zoals voorgeschreven, op gezette tijden door de civiele operationele commandant en het hoofd van de missie opgestelde verslagen over aangelegenheden die onder hun bevoegdheid vallen.

Artikel 10

Deelneming van derde landen

1.   Met volledige inachtneming van de beslissingsautonomie van de Unie en het enkelvoudige institutionele kader van de Unie kunnen derde landen worden uitgenodigd om bij te dragen aan EUCAP NESTOR, met dien verstande dat zij de kosten dragen van het uitzenden van het door hen gedetacheerde personeel, met inbegrip van salarissen, verzekering tegen alle risico’s, dagvergoedingen en kosten voor vervoer van en naar de plaats van detachering, en dat zij een passende bijdrage aan de werkingskosten van EUCAP NESTOR leveren.

2.   De derde landen die aan EUCAP NESTOR bijdragen, hebben bij de dagelijkse leiding van EUCAP NESTOR dezelfde rechten en plichten als lidstaten.

3.   De Raad machtigt hierbij het PVC om de noodzakelijke besluiten betreffende de aanvaarding van de voorgestelde bijdragen te nemen en een comité van contribuanten in te stellen.

4.   De nadere regelingen betreffende de deelneming van derde landen worden vastgesteld in krachtens artikel 37 VEU te sluiten overeenkomsten en, voor zover nodig, in aanvullende technische regelingen. Wanneer de Unie en een derde staat een overeenkomst tot vaststelling van een kader voor de deelneming van die derde staat aan crisisbeheersingsoperaties van de Unie hebben gesloten, zijn in het kader van EUCAP NESTOR de bepalingen van die overeenkomst van toepassing.

Artikel 11

Veiligheid

1.   De civiele operationele commandant stuurt de planning van de beveiligingsmaatregelen door het hoofd van de missie en zorgt voor een adequate en doeltreffende uitvoering daarvan door EUCAP NESTOR overeenkomstig artikel 5.

2.   Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor de veiligheid van EUCAP NESTOR en voor de naleving van de minimumbeveiligingseisen die op EUCAP NESTOR van toepassing zijn, conform het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V VEU en de daarvan afgeleide teksten in een operationele hoedanigheid wordt ingezet buiten de Unie.

3.   Het hoofd van de missie wordt bijgestaan door een voor de missie bestemde hoge veiligheidsfunctionaris, die aan het hoofd van de missie rapporteert en die tevens nauwe, functionele betrekkingen onderhoudt met EDEO.

4.   De personeelsleden van EUCAP NESTOR volgen, overeenkomstig het OPLAN, vóór hun indiensttreding een verplichte veiligheidsopleiding. Zij krijgen regelmatig ter plaatse herhalingscursussen, die worden georganiseerd door de hoge veiligheidsfunctionaris.

5.   Het hoofd van de missie zorgt voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie overeenkomstig Besluit 2011/292/EU van de Raad van 31 maart 2011 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (3).

Artikel 12

Wachtdienst

Voor EUCAP NESTOR wordt de wachtdienst in werking gesteld.

Artikel 13

Financiële regelingen

1.   Het financiële referentiebedrag dat de uitgaven in verband met EUCAP NESTOR moet dekken, bedraagt voor de eerste twaalf maanden na de inwerkingtreding van dit besluit 22 880 000 EUR. Het financiële referentiebedrag voor de daaropvolgende perioden wordt door de Raad vastgesteld.

2.   De uitgaven worden beheerd overeenkomstig de voorschriften en procedures die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.

3.   Behoudens goedkeuring van de Commissie mag het hoofd van de missie technische regelingen sluiten met lidstaten, deelnemende derde staten en andere internationale actoren over het leveren van uitrusting, diensten en gebouwen aan EUCAP NESTOR.

4.   De financiële regelingen moeten voldoen aan de operationele vereisten van EUCAP NESTOR, met inbegrip van de verenigbaarheid van uitrusting en de interoperabiliteit van haar teams.

5.   Het hoofd van de missie brengt over de in het kader van zijn/haar contract ondernomen activiteiten volledig verslag uit aan de Commissie, onder wier toezicht hij staat.

6.   De gedane uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 14

Samenhang van het optreden van de Unie en coördinatie

1.   De HV zorgt ervoor dat de uitvoering van dit besluit samenhangt met het gehele externe optreden van de Unie, onder meer met de ontwikkelingsprogramma’s van de Unie.

2.   Met eerbiediging van de commandostructuur handelt het hoofd van de missie in nauwe samenspraak met de delegaties van de Unie in de regio om te zorgen voor de samenhang van het optreden van de Unie in de regio van de Hoorn van Afrika.

3.   Het hoofd van de missie werkt nauw samen met de hoofden van de missies van de Unie en van de lidstaten in de regio.

4.   Het hoofd van de missie werkt samen met de andere internationale actoren in de regio, met name het United Nations (UN) Political Office for Somalia, het UN Office on Drugs and Crime, het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (VN) en de Internationale Maritieme Organisatie.

5.   Het hoofd van de missie werkt in nauwe samenspraak met EUNAVFOR Atalanta, de militaire missie van de Europese Unie om de Somalische veiligheidstroepen te helpen opleiden (EUTM Somalia), het Maritime Security Project en het programma Critical Maritime Routes.

Artikel 15

Vrijgave van informatie en documenten

1.   De HV is gemachtigd om, naar gelang van de operationele behoeften van EUCAP NESTOR, ten behoeve van EUCAP NESTOR opgestelde, gerubriceerde gegevens van de EU tot op het niveau „CONFIDENTIEL EU/EU CONFIDENTIAL” overeenkomstig Besluit 2011/292/EU vrij te geven aan de bij dit besluit betrokken derde staten.

2.   De HV is tevens gemachtigd, naar gelang van de operationele behoeften van EUCAP NESTOR, gerubriceerde gegevens en documenten van de EU tot op het niveau van „RESTREINT UE/EU RESTRICTED” die ten behoeve van EUCAP NESTOR zijn opgesteld, overeenkomstig Besluit 2011/292/EU vrij te geven aan de VN en de Afrikaanse Unie (AU). Daartoe worden regelingen tussen de HV en de bevoegde autoriteiten van de VN en de AU opgesteld.

3.   Indien er sprake is van een specifieke en onmiddellijke operationele behoefte, is de HV voorts gemachtigd ten behoeve van EUCAP NESTOR opgestelde, gerubriceerde gegevens van de EU tot op het niveau „RESTREINT UE/EU RESTRICTED” overeenkomstig Besluit 2011/292/EU vrij te geven aan het gastland. Daartoe worden regelingen tussen de HV en de bevoegde autoriteiten van het gastland opgesteld.

4.   De HV is gemachtigd niet-gerubriceerde documenten van de EU betreffende de beraadslagingen van de Raad over EUCAP NESTOR die onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van het reglement van orde van de Raad (4) vallen, vrij te geven aan de derde landen die bij dit besluit zijn betrokken.

5.   De HV kan de in de leden 1 tot en met 4 bedoelde bevoegdheden, alsook de bevoegdheid om de in de leden 2 en 3 bedoelde regelingen te sluiten, delegeren aan personen die onder zijn/haar gezag staan, aan de civiele operationele commandant en/of aan het hoofd van de missie.

Artikel 16

Inwerkingtreding en looptijd

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing voor een periode van 24 maanden.

Gedaan te Brussel, 16 juli 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

S. ALETRARIS


(1)  PB L 327 van 9.12.2011, blz. 62.

(2)  PB L 89 van 27.3.2012, blz. 66.

(3)  PB L 141 van 27.5.2011, blz. 17.

(4)  Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).


Top