EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012D0110

2012/110/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 10 februari 2012 inzake preventieve vaccinatie tegen laagpathogene aviaire influenza bij wilde eenden in Portugal en bepaalde maatregelen ter beperking van de verplaatsingen van dat pluimvee en producten daarvan (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 676) Voor de EER relevante tekst

PB L 50 van 23.2.2012, p. 46–48 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/07/2013

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2012/110/oj

23.2.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 50/46


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 10 februari 2012

inzake preventieve vaccinatie tegen laagpathogene aviaire influenza bij wilde eenden in Portugal en bepaalde maatregelen ter beperking van de verplaatsingen van dat pluimvee en producten daarvan

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 676)

(Slechts de tekst in de Portugese taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2012/110/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (1), en met name artikel 57, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2005/94/EG bevat bepaalde preventieve maatregelen inzake toezicht op en vroegtijdige detectie van aviaire influenza die erop gericht zijn de bevoegde autoriteiten en de landbouwsector meer bewust te maken van en beter voor te bereiden op de risico’s van die ziekte.

(2)

Naar aanleiding van uitbraken van laagpathogene aviaire influenza in 2007 en 2008 op bepaalde pluimveehouderijen in het midden en westen van Portugal, met name op bedrijven die pluimvee houden dat bestemd is om in het wild te worden uitgezet, werd krachtens Beschikking 2008/285/EG van de Commissie van 19 maart 2008 inzake noodvaccinatie tegen laagpathogene aviaire influenza van wilde eenden in Portugal en maatregelen ter beperking van de verplaatsingen van dat pluimvee en producten daarvan (2) een noodvaccinatieprogramma uitgevoerd, waardoor de ziekte met succes is uitgeroeid.

(3)

Op basis van een risicobeoordeling werd echter geconcludeerd dat waardevolle wilde fokeenden die werden gehouden op een bedrijf in de regio Lisboa e Vale do Tejo, Ribatejo Norte, Vila Nova da Barquinha nog steeds aan gevaar van besmetting met aviaire influenza blootstonden, met name door een mogelijk indirect contact met wilde vogels („het bedrijf”).

(4)

Portugal heeft daarom een programma voor preventieve vaccinatie tegen aviaire influenza ingediend dat bij wijze van langetermijnmaatregel, tot en met 31 juli 2009, zou worden uitgevoerd. Het programma werd goedgekeurd bij Beschikking 2008/838/EG van de Commissie van 3 november 2008 inzake preventieve vaccinatie tegen laagpathogene aviaire influenza van wilde eenden in Portugal en bepaalde maatregelen ter beperking van de verplaatsingen van dat pluimvee en producten daarvan (3). Bij Besluit 2010/189/EU van de Commissie van 29 maart 2010 inzake preventieve vaccinatie tegen laagpathogene aviaire influenza bij wilde eenden in Portugal en bepaalde maatregelen ter beperking van de verplaatsingen van dat pluimvee en producten daarvan (4) werd een nieuw programma voor preventieve vaccinatie goedgekeurd, dat door Portugal tot en met 31 juli 2011 werd uitgevoerd.

(5)

Overeenkomstig artikel 8 van Besluit 2010/189/EU heeft Portugal een verslag over de uitvoering van het programma voor preventieve vaccinatie ingediend bij het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid.

(6)

Op 28 november 2011 heeft Portugal een nieuw programma voor preventieve vaccinatie ter goedkeuring aan de Commissie voorgelegd, dat tot en met 31 juli 2013 moet worden toegepast („het preventieve-vaccinatieprogramma”).

(7)

Het Panel voor diergezondheid en dierenwelzijn heeft in zijn wetenschappelijke adviezen over het gebruik van vaccinatie ter bestrijding van aviaire influenza, die in 2005 (5), 2007 (6) en 2008 (7) door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid zijn gepubliceerd, gesteld dat nood- en preventieve vaccinatie tegen aviaire influenza een waardevol middel ter aanvulling van andere maatregelen ter bestrijding van deze ziekte is.

(8)

Bovendien heeft de Commissie het door Portugal ingediende preventieve-vaccinatieprogramma, dat betrekking heeft op het bovengenoemde bedrijf, onderzocht, en is zij van oordeel dat het aan de toepasselijke wetgeving van de Unie voldoet. Gezien de epidemiologische situatie met betrekking tot laagpathogene aviaire influenza in Portugal, het type bedrijf waar moet worden gevaccineerd en de beperkte omvang van het preventieve-vaccinatieprogramma, moet het programma worden goedgekeurd.

(9)

Voor het door Portugal uit te voeren preventieve-vaccinatieprogramma mogen alleen vaccins worden gebruikt die voldoen aan Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (8) of Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (9).

(10)

Daarnaast moet worden gezorgd voor bewaking en laboratoriumtests op het bedrijf waar de gevaccineerde wilde eenden en niet-gevaccineerde verklikkerdieren worden gehouden, zoals aangegeven in het preventieve-vaccinatieprogramma.

(11)

Ook dienen overeenkomstig het preventieve-vaccinatieprogramma bepaalde beperkingen te worden toegepast op verplaatsingen van gevaccineerde wilde eenden, de broedeieren daarvan en wilde eenden afkomstig van deze eenden. Gezien het kleine aantal wilde eenden op het bedrijf waar de preventieve vaccinatie moet worden uitgevoerd en om redenen van traceerbaarheid en logistiek mogen de gevaccineerde wilde eenden dat bedrijf niet verlaten, maar moeten zij na het einde van hun voortplantingscyclus worden gedood overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Richtlijn 93/119/EG van de Raad van 22 december 1993 inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden (10).

(12)

Ten aanzien van de handel in pluimvee dat bestemd is om in het wild te worden uitgezet, heeft Portugal aanvullende maatregelen genomen krachtens Beschikking 2006/605/EG van de Commissie van 6 september 2006 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen voor het intracommunautaire handelsverkeer in pluimvee dat bestemd is om in het wild te worden uitgezet (11).

(13)

Om de economische gevolgen voor het betrokken bedrijf te beperken, moet worden voorzien in bepaalde afwijkingen van de verplaatsingsbeperkingen voor wilde eenden afkomstig van gevaccineerde wilde eenden, aangezien deze verplaatsingen geen specifiek risico voor verspreiding van de ziekte opleveren, op voorwaarde dat officieel toezicht wordt gehouden en dat aan de specifieke veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer binnen de Unie wordt voldaan.

(14)

Het preventieve-vaccinatieprogramma moet worden goedgekeurd zodat het tot en met 31 juli 2013 kan worden uitgevoerd. Dit besluit dient dan ook tot en met die datum van toepassing te zijn.

(15)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   In dit besluit worden bepaalde maatregelen vastgesteld die in Portugal moeten worden genomen indien preventieve vaccinaties worden uitgevoerd op een bedrijf waar wilde eenden (Anas platyrhynchos) die bestemd zijn om in het wild te worden uitgezet („wilde eenden”) worden gehouden en waar een bijzonder risico van aviaire influenza bestaat.

Die maatregelen omvatten bepaalde beperkingen op de verplaatsing binnen Portugal en de verzending uit Portugal van de gevaccineerde wilde eenden, de broedeieren daarvan en daaruit afkomstige wilde eenden.

2.   Dit besluit is van toepassing onverminderd de beschermende maatregelen die Portugal overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG en Beschikking 2006/605/EG zal nemen.

Artikel 2

Goedkeuring van het preventieve-vaccinatieprogramma

1.   Het programma voor preventieve vaccinatie tegen laagpathogene aviaire influenza in Portugal, dat op 28 november 2011 door Portugal bij de Commissie is ingediend en dat tot en met 31 juli 2013 op een bedrijf in de regio Lisboa e Vale do Tejo, Ribatejo Norte, Vila Nova da Barquinha moet worden uitgevoerd („het preventieve-vaccinatieprogramma”), wordt goedgekeurd.

2.   De Commissie publiceert het preventieve-vaccinatieprogramma.

Artikel 3

Voorwaarden voor de uitvoering van het preventieve-vaccinatieprogramma

1.   Portugal zorgt ervoor dat de wilde eenden overeenkomstig het preventieve-vaccinatieprogramma worden gevaccineerd met een monovalent geïnactiveerd vaccin tegen aviaire influenza van subtype H5, dat door die lidstaat overeenkomstig Richtlijn 2001/82/EG of Verordening (EG) nr. 726/2004 is toegelaten.

2.   Portugal zorgt ervoor dat toezicht wordt gehouden op en laboratoriumtests worden uitgevoerd ten aanzien van het bedrijf dat de gevaccineerde wilde eenden en niet-gevaccineerde verklikkerdieren houdt, zoals aangegeven in het preventieve-vaccinatieprogramma.

3.   Portugal zorgt ervoor dat het preventieve-vaccinatieprogramma efficiënt wordt uitgevoerd.

Artikel 4

Merken en beperkingen op verplaatsingen en verzendingen en verwijdering van gevaccineerde wilde eenden

De bevoegde autoriteit zorgt ervoor dat gevaccineerde wilde eenden op het in artikel 2, lid 1, bedoelde bedrijf:

a)

individueel worden gemerkt;

b)

niet worden verplaatst naar andere pluimveehouderijen in Portugal, of

c)

uit Portugal worden verzonden.

Na hun voortplantingsperiode moeten deze eenden op het in artikel 2, lid 1, van dit besluit bedoelde bedrijf worden gedood overeenkomstig het bepaalde in artikel 10, lid 1, van Richtlijn 93/119/EG, en moeten hun karkassen veilig worden verwijderd.

Artikel 5

Beperkingen op verplaatsingen en verzendingen van broedeieren van wilde eenden op het in artikel 2, lid 1, bedoelde bedrijf

De bevoegde autoriteit zorgt ervoor dat broedeieren van wilde eenden op het in artikel 2, lid 1, bedoelde bedrijf uitsluitend mogen worden verplaatst naar een broederij in Portugal en niet uit Portugal mogen worden verzonden.

Artikel 6

Beperkingen op verplaatsingen en verzendingen van wilde eenden afkomstig van gevaccineerde wilde eenden

1.   De bevoegde autoriteit zorgt ervoor dat wilde eenden afkomstig van de gevaccineerde wilde eenden uitsluitend na het uitbroeden mogen worden verplaatst naar een bedrijf in een door Portugal vastgesteld gebied rondom het in artikel 2, lid 1, bedoelde bedrijf, zoals aangegeven in het preventieve-vaccinatieprogramma.

2.   In afwijking van lid 1 en op voorwaarde dat de wilde eenden afkomstig van de gevaccineerde wilde eenden meer dan vier maanden oud zijn, mogen deze:

a)

in Portugal in het wild worden uitgezet, of

b)

uit Portugal worden verzonden, mits:

i)

de resultaten van het toezicht en de laboratoriumtests die in het preventieve-vaccinatieprogramma zijn aangegeven, gunstig zijn, en

ii)

wordt voldaan aan de voorwaarden van Beschikking 2006/605/EG voor de verzending van pluimvee dat bestemd is om in het wild te worden uitgezet.

Artikel 7

Gezondheidscertificaten voor het handelsverkeer binnen de Unie in wilde eenden afkomstig van gevaccineerde wilde eenden

Portugal zorgt ervoor dat de in artikel 6, lid 2, onder b), bedoelde gezondheidscertificaten voor het handelsverkeer binnen de Unie in pluimvee dat bestemd is om in het wild te worden uitgezet, de volgende zin bevatten:

„Deze zending voldoet aan de bij Uitvoeringsbesluit 2012/110/EU van de Commissie (12) vastgestelde veterinairrechtelijke voorwaarden.

Artikel 8

Verslagen

Portugal dient binnen één maand na de datum van toepassing van dit besluit een verslag in bij de Commissie over de uitvoering van het preventieve-vaccinatieprogramma en brengt vervolgens om de zes maanden verslag uit aan het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid.

Artikel 9

Toepasselijkheid

Dit besluit is van toepassing tot en met 31 juli 2013.

Artikel 10

Adressaat

Dit besluit is gericht tot de Portugese Republiek.

Gedaan te Brussel, 10 februari 2012.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16.

(2)  PB L 92 van 3.4.2008, blz. 37.

(3)  PB L 299 van 8.11.2008, blz. 40.

(4)  PB L 83 van 30.3.2010, blz. 62.

(5)  The EFSA Journal (2005) 266, 1-21; Scientific Opinion on Animal health and welfare aspects of Avian Influenza.

(6)  The EFSA Journal (2007) 489; Scientific Opinion on Vaccination against avian influenza of H5 and H7 subtypes in domestic poultry and captive birds.

(7)  The EFSA Journal (2008) 715, 1-161; Scientific Opinion on Animal health and welfare aspects of avian influenza and the risks of its introduction into the EU poultry holdings.

(8)  PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1.

(9)  PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1.

(10)  PB L 340 van 31.12.1993, blz. 21.

(11)  PB L 246 van 8.9.2006, blz. 12.

(12)  PB L 50 van 23.2.2012, blz. 46.”.


Top