EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011D0787

2011/787/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 29 november 2011 tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk noodmaatregelen te nemen tegen de verspreiding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al., wat Egypte betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 8618)

PB L 319 van 2.12.2011, p. 112–115 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2011/787/oj

2.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 319/112


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 29 november 2011

tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk noodmaatregelen te nemen tegen de verspreiding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al., wat Egypte betreft

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 8618)

(2011/787/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 16, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. (ook bekend als Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith) is een organisme dat schadelijk is voor knollen van Solanum tuberosum L. en als zodanig is onderworpen aan de maatregelen, vastgesteld in Richtlijn 2000/29/EG en Richtlijn 98/57/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de bestrijding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. (2).

(2)

Nadat in de Unie Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. op knollen van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit Egypte was aangetroffen, heeft de Commissie Beschikking 2004/4/EG van 22 december 2003 houdende machtiging van de lidstaten om ten aanzien van Egypte tijdelijk aanvullende maatregelen te nemen tegen de verspreiding van Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith (3). Die beschikking verbood het binnenbrengen in de Unie van knollen van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit Egypte, tenzij aan bepaalde voorschriften werd voldaan.

(3)

De laatste jaren is opnieuw Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. aangetroffen op knollen van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit Egypte. Daarom moeten de noodmaatregelen tegen de verspreiding van het betrokken schadelijke organisme van kracht blijven ten aanzien van het binnenbrengen in de Unie van knollen van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit Egypte.

(4)

Die noodmaatregelen moeten echter worden aangepast om in te spelen op een situatie die verbeterd is als gevolg van de door Egypte ondernomen acties, met name een door Egypte gepresenteerde nieuwe controleregeling voor de productie van knollen van Solanum tuberosum L. en de uitvoer daarvan naar de Unie. Bovendien is in het invoerseizoen 2010/2011 in de Unie geen Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. aangetroffen.

(5)

Daarom moet het binnenbrengen in de Unie van knollen van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit Egypte worden toegestaan als zij zijn gekweekt in bepaalde gebieden die door Egypte overeenkomstig de relevante internationale normen zijn vastgesteld. De Commissie moet de door Egypte ingediende lijst van die gebieden doorsturen naar de lidstaten om hen in staat te stellen invoercontroles uit te voeren en de zendingen te traceren. Er moet worden voorzien in de bijwerking van die lijst ingeval Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. wordt aangetroffen. Bovendien moeten de controlevoorschriften van de Unie voor de invoer van knollen van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit Egypte worden beperkt tot een intensieve inspectieregeling bij aankomst van die knollen in de Unie.

(6)

De lidstaten moeten de Commissie en de andere lidstaten na elk invoerseizoen gedetailleerde informatie over de invoer verstrekken zodat de toepassing van dit besluit kan worden beoordeeld.

(7)

Duidelijkheids- en redelijkheidshalve moet Beschikking 2004/4/EG daarom worden ingetrokken en worden vervangen door dit besluit.

(8)

Er moet worden voorzien in de mogelijkheid om dit besluit opnieuw te bekijken.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ziektevrije gebieden

1.   Het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van knollen van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit Egypte wordt toegestaan, als zij zijn gekweekt in gebieden die zijn opgenomen in de lijst van ziektevrije gebieden, als bedoeld in lid 2, en als wordt voldaan aan de in de bijlage vastgestelde voorschriften.

2.   De Commissie stuurt naar de lidstaten een door Egypte vóór elk invoerseizoen ingediende lijst van ziektevrije gebieden, die de ziektevrije gebieden bevat, die zijn vastgesteld overeenkomstig de „FAO International Standard for Phytosanitary Measures No 4: Pest Surveillance - Requirements for the Establishment of Pest-Free Areas”.

3.   Wanneer aan de Commissie en Egypte wordt gemeld dat Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. is aangetroffen, wordt het gebied waaruit de desbetreffende knollen van Solanum tuberosum L. afkomstig zijn, uitgesloten van de in lid 2 bedoelde lijst van ziektevrije gebieden, in afwachting van de uitkomst van de door Egypte uitgevoerde onderzoeken. De Commissie stuurt aan de lidstaten de resultaten van die onderzoeken en, indien relevant, een bijgewerkte lijst van ziektevrije gebieden, zoals ingediend door Egypte, toe.

Artikel 2

Indiening van informatie en kennisgevingen

1.   De invoerende lidstaten verstrekken aan de Commissie en de andere lidstaten elk jaar vóór 31 augustus informatie over de uit hoofde van dit besluit tijdens het vorige invoerseizoen ingevoerde hoeveelheden, een gedetailleerd technisch verslag over de in punt 4 van de bijlage bedoelde inspecties en de in punt 5 van de bijlage bedoelde tests op latente infecties en kopieën van alle officiële fytosanitaire certificaten.

2.   Wanneer de lidstaten aan de Commissie kennisgeving doen van besmetting of van een vermoeden van besmetting met Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. overeenkomstig punt 6 van de bijlage, gaat die kennisgeving vergezeld van kopieën van de relevante officiële fytosanitaire certificaten en de daaraan gehechte documenten.

3.   De in lid 2 bedoelde kennisgeving heeft betrekking op de hele zending, wanneer deze is samengesteld uit partijen die alle dezelfde herkomst hebben.

Artikel 3

Intrekking

Beschikking 2004/4/EG wordt ingetrokken.

Artikel 4

Herziening

De Commissie bekijkt dit besluit opnieuw uiterlijk op 30 september 2012.

Artikel 5

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 29 november 2011.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2)  PB L 235 van 21.8.1998, blz. 1.

(3)  PB L 2 van 6.1.2004, blz. 50.


BIJLAGE

Na te leven voorschriften, als bedoeld in artikel 1, naast de voorschriften voor knollen van Solanum tuberosum L., als vastgesteld in de delen A en B van de bijlagen I, II en IV bij Richtlijn 2000/29/EG.

1.   Voorschriften betreffende de ziektevrije gebieden

De in artikel 1 bedoelde ziektevrije gebieden omvatten hetzij een „sector” (reeds vastgestelde administratieve eenheid die bestaat uit een groep „bekkens”), hetzij een „bekken” (irrigatie-eenheid) en worden geïdentificeerd met hun individuele officiële codenummers.

2.   Voorschriften betreffende de in te voeren knollen van Solanum tuberosum L.

2.1.

De in de Unie in te voeren knollen van Solanum tuberosum L. zijn in Egypte onderworpen aan een intensieve controleregeling die de afwezigheid van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. garandeert. De intensieve controleregeling heeft betrekking op de kweekomstandigheden, de veldinspecties, het vervoer, de verpakking, de aan de uitvoer voorafgaande inspecties en tests.

2.2.

De in de Unie in te voeren knollen van Solanum tuberosum L. zijn:

a)

samengebracht in partijen die uitsluitend bestaan uit knollen van Solanum tuberosum L. die zijn geoogst in één enkel gebied als bedoeld in punt 1;

b)

onder toezicht van de bevoegde Egyptische autoriteiten per zak voorzien van een etiket waarop, duidelijk en onuitwisbaar, het relevante individuele officiële codenummer is aangebracht dat is vermeld in de in artikel 1 bedoelde lijst van ziektevrije gebieden, alsook het relevante partijnummer;

c)

vergezeld van het officiële fytosanitaire certificaat dat is vereist op grond van artikel 13, lid 1, onder ii), van Richtlijn 2000/29/EG, waarop in het vak „Merktekens” het (de) nummer(s) van de partij(en) en in het vak „Aanvullende verklaring” het (de) individuele officiële codenummer(s), als bedoeld in punt 2.2, onder b), zijn aangebracht;

d)

uitgevoerd door een officieel registreerde exporteur, wiens naam of handelsmerk op elke zending wordt vermeld.

3.   Voorschriften betreffende de punten van binnenkomst

3.1.

De lidstaten hebben de Commissie in kennis gesteld van de toegelaten punten van binnenkomst voor de invoer van knollen van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit Egypte en de naam en het adres van de voor elk punt verantwoordelijke officiële instantie. De Commissie stelt de andere lidstaten en Egypte daarvan in kennis.

3.2.

Aan de verantwoordelijke officiële instantie van het punt van binnenkomst wordt vooraf gemeld wanneer de zending knollen van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit Egypte naar verwachting zal aankomen en om welke hoeveelheid het gaat.

4.   Voorschriften betreffende inspecties

4.1.

Op het punt van binnenkomst worden de knollen van Solanum tuberosum L. onderworpen aan de in artikel 13 bis, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG voorgeschreven inspecties en deze inspecties worden uitgevoerd op doorgesneden knollen van monsters die elk bestaan uit ten minste 200 knollen die zijn genomen uit elke partij in een zending of, indien de partij groter is dan 25 ton, uit elke 25 ton of deel daarvan in een dergelijke partij.

4.2.

Elke partij van de zending moet onder officieel toezicht blijven en mag pas in de handel worden gebracht of worden gebruikt als vaststaat dat bij deze inspecties de aanwezigheid van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. niet is vastgesteld of niet is vermoed. Bovendien worden, wanneer in een partij typische of verdachte symptomen van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. worden gevonden, alle resterende partijen van de zending en partijen in andere zendingen die uit hetzelfde gebied afkomstig zijn, onder officieel toezicht gehouden totdat de aanwezigheid van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. in de betrokken partij is bevestigd of weerlegd.

4.3.

Als tijdens de inspecties typische of verdachte symptomen van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. worden gevonden, wordt de bevestiging of weerlegging van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. bepaald aan de hand van tests overeenkomstig het in Richtlijn 98/57/EG vastgestelde testschema. Als de aanwezigheid van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. wordt bevestigd, wordt de partij waaruit het monster is genomen, afgewezen of aanvaard voor verzending naar een bestemming buiten de Unie dan wel vernietigd, en worden alle resterende partijen in de zending uit hetzelfde gebied getest overeenkomstig punt 5.

5.   Voorschriften betreffende de uitvoering van tests op latente infecties

5.1.

Naast de in punt 4 bedoelde inspecties worden, overeenkomstig het in Richtlijn 98/57/EG vastgestelde testschema, ook tests op latente infecties uitgevoerd op monsters die zijn genomen uit elk van de in punt 1 vermelde gebieden. Tijdens het invoerseizoen wordt ten minste één monster uit elke sector of bekken per gebied, als aangegeven in punt 1, genomen naar rata van 200 knollen per monster uit één partij. Het voor de test op latente infecties geselecteerde monster wordt ook onderworpen aan een inspectie van de doorgesneden knollen. Wanneer een monster wordt getest en positief wordt bevonden, worden alle resterende knolextracten bijgehouden en op passende wijze bewaard.

5.2.

Elke partij waarvan monsters zijn genomen, wordt onder officieel toezicht gehouden en mag pas in de handel worden gebracht of gebruikt als vaststaat dat bij de test de aanwezigheid van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. niet is bevestigd. Als de aanwezigheid van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. wordt bevestigd, wordt de partij waaruit het monster is genomen, afgewezen of aanvaard voor verzending naar een bestemming buiten de Unie dan wel vernietigd.

6.   Voorschiften betreffende kennisgevingen

Wanneer de aanwezigheid van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. wordt vermoed of bevestigd, stellen de lidstaten de Commissie en Egypte daarvan onmiddellijk in kennis. De kennisgeving van een vermoede aanwezigheid geschiedt op basis van een positief resultaat bij de snelle screeningtest(s), als aangegeven in punt 1 van afdeling I en afdeling II van bijlage II bij Richtlijn 98/57/EG, of screeningtest(s), als aangegeven in punt 2 van afdeling I en afdeling III van bijlage II bij die richtlijn.

7.   Etiketteringsvoorschriften

De lidstaten stellen passende etiketteringsvoorschriften voor knollen van Solanum tuberosum L. vast, waaronder een voorschrift om de Egyptische oorsprong aan te geven, om te voorkomen dat knollen van Solanum tuberosum L. worden geplant. Zij nemen ook passende maatregelen voor de verwijdering van het afval na de verpakking of verwerking van de knollen van Solanum tuberosum L. om de verspreiding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. als gevolg van een mogelijke latente infectie te voorkomen.


Top