This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32010D0021
2011/65/EU: Decision of the European Central Bank of 11 November 2010 on the annual accounts of the European Central Bank (recast) (ECB/2010/21)
2011/65/EU: Besluit van de Europese Centrale Bank van 11 november 2010 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (herschikking) (ECB/2010/21)
2011/65/EU: Besluit van de Europese Centrale Bank van 11 november 2010 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (herschikking) (ECB/2010/21)
PB L 35 van 9.2.2011, p. 1–16
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
No longer in force, Date of end of validity: 30/12/2016; opgeheven door 32016D0035(01)
9.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 35/1 |
BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 11 november 2010
betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank
(herschikking)
(ECB/2010/21)
(2011/65/EU)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten”), inzonderheid artikel 26.2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Besluit ECB/2006/17 van 10 november 2006 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (1) (ECB) is verscheidene malen aanzienlijk gewijzigd. Aangezien verdere wijzigingen moeten worden gemaakt, inzonderheid met betrekking tot het afdekken van renterisico’s, is omwille van de duidelijkheid een herschikking noodzakelijk. |
(2) |
Richtsnoer ECB/2006/16 van 10 november 2006 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (2) waar Besluit ECB/2006/17 naar verwijst, is herschikt en ingetrokken bij Richtsnoer ECB/2010/20 van 11 november 2010 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (3), |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Definities
1. De in artikel 1 van Richtsnoer ECB/2010/20 gedefinieerde termen hebben in dit besluit dezelfde betekenis.
2. Overige in dit besluit gebruikte technische termen hebben dezelfde betekenis als in bijlage II bij Richtsnoer ECB/2010/20.
Artikel 2
Toepassingsgebied
De in dit besluit vastgelegde regels zijn van toepassing op de jaarrekening van de ECB, bestaande uit de balans, de posten die buiten de balans in de boeken van de ECB zijn vastgelegd, de winst-en-verliesrekening en de toelichtingen bij de jaarrekening van de ECB.
Artikel 3
Uitgangspunten inzake de financiële administratie
De uitgangspunten inzake de financiële administratie in artikel 3 van Richtsnoer ECB/2010/20 zijn ook voor dit besluit van toepassing.
Artikel 4
Verantwoording van activa en passiva
Financiële of andere activa/passiva worden alleen verantwoord op de balans van de ECB overeenkomstig artikel 4 van Richtsnoer ECB/2010/20.
Artikel 5
Economische en kasbasisbenadering
De in artikel 5 van Richtsnoer ECB/2010/20 bepaalde regels zijn van toepassing op dit besluit.
HOOFDSTUK II
SAMENSTELLING VAN BALANS EN BALANSWAARDERINGSREGELS
Artikel 6
Balansindeling
De indeling van de balans is gebaseerd op het in bijlage I weergegeven schema.
Artikel 7
Voorziening voor wisselkoers-, rente-, krediet- en goudprijsrisico’s
Rekening houdend met de aard van de activiteiten van de ECB, kan de Raad van bestuur een voorziening voor wisselkoers-, rente-, krediet- en goudprijsrisico’s opvoeren op de balans van de ECB. De Raad van bestuur bepaalt de omvang en het gebruik van de voorziening op basis van een met redenen omklede raming van de potentiële risico’s voor de ECB.
Artikel 8
Balanswaarderingsregels
1. Ten behoeve van de waardering worden de actuele marktkoersen en -prijzen op de balansdatum gebruikt, tenzij anders aangegeven in bijlage I.
2. De herwaardering van goud, instrumenten in vreemde valuta, effecten m.u.v. effecten geclassificeerd als tot de vervaldag aangehouden en niet-verhandelbare effecten, alsook financiële instrumenten, zowel op de balans als buiten de balans, vindt plaats per jaarultimo tegen het gemiddelde van marktbied- en laatkoersen en -prijzen.
3. Er wordt voor goud geen onderscheid gemaakt tussen prijs- en valutaherwaarderingsverschillen, maar er wordt één herwaarderingsverschil voor goud bepaald, gebaseerd op de prijs in euro per gewichtseenheid goud berekend aan de hand van de EUR/USD-koers op de driemaandelijkse herwaarderingsdatum. De herwaardering van valuta geschiedt per valutasoort, inclusief transacties binnen en buiten de balans. Ten behoeve van dit artikel, worden aangehouden SDR’s, met inbegrip van voorraden aangewezen individuele deviezen die deel uitmaken van de SDR, als één deelneming behandeld. Herwaardering van waardepapieren geschiedt per fondscode, d.w.z. hetzelfde ISIN-nummer/type. Waardepapieren die aangehouden worden voor monetaire beleidsdoeleinden of onder de posten „Overige financiële activa” of „Diversen” worden opgenomen, worden behandeld als afzonderlijke deelnemingen.
4. Waardepapieren die ingedeeld zijn als tot de vervaldag aangehouden papieren, worden als afzonderlijke deelnemingen behandeld, gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde verminderd met de afschrijvingen en zijn onderworpen aan bijzondere waardevermindering. Dezelfde behandeling geldt voor niet-verhandelbare waardepapieren. Waardepapieren die ingedeeld zijn als tot de vervaldag aangehouden papieren, kunnen in elk van de volgende omstandigheden voor de vervaldatum worden verkocht:
a) |
indien de verkochte hoeveelheid niet significant wordt geacht vergeleken met het totale bedrag van de portefeuille van tot de vervaldatum aangehouden waardepapieren; |
b) |
indien de waardepapieren worden verkocht in de maand van de vervaldatum; |
c) |
in uitzonderlijke omstandigheden, zoals een significante verslechtering van de kredietwaardigheid van de emittent, of na een expliciete monetaire beleidsbeslissing van de Raad van bestuur. |
Artikel 9
Transacties met wederinkoopverplichting
Transacties met wederinkoopverplichting worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 8 van Richtsnoer ECB/2010/20.
Artikel 10
Verhandelbare waardepapieren
Verhandelbare waardepapieren worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 9 van Richtsnoer ECB/2010/20.
Artikel 11
Afdekken van het renterisico op waardepapieren met derivaten
Het afdekken van het renterisico wordt administratief verwerkt overeenkomstig artikel 10 van Richtsnoer ECB/2010/20.
Artikel 12
Synthetische instrumenten
Synthetische instrumenten worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 11 van Richtsnoer ECB/2010/20.
HOOFDSTUK III
RESULTAATBEPALING
Artikel 13
Resultaatbepaling
1. De leden 1, 2, 3, 5, en 7 van artikel 13 van Richtsnoer ECB/2010/20 zijn van toepassing op de resultaatbepaling.
2. Het op specifieke herwaarderingsrekeningen aangehoudene, resulterende uit bijdragen overeenkomstig artikel 48.2 van de ESCB-statuten met betrekking tot centrale banken van lidstaten wier derogatie is ingetrokken, wordt, voordat dergelijke verliezen overeenkomstig artikel 33.2 van de ESCB-statuten worden gedekt, verrekend met ongerealiseerde winsten, indien zij eerdere in de overeenkomstige standaardherwaarderingsrekening geboekte herwaarderingswinsten te boven gaan, zoals vastgelegd in artikel 13, lid 1, onder c), van Richtsnoer ECB/2010/20. Het op specifieke herwaarderingsrekeningen aangehouden goud, de valuta’s en waardepapieren wordt pro rata teruggebracht indien de aangehouden activa worden verminderd.
Artikel 14
Transactiekosten
Artikel 14 van Richtsnoer ECB/2010/20 is van toepassing op dit besluit.
HOOFDSTUK IV
REGELS INZAKE FINANCIËLE ADMINISTRATIE VOOR NIET IN DE BALANS OPGENOMEN INSTRUMENTEN
Artikel 15
Algemene regels
Artikel 15 van Richtsnoer ECB/2010/20 is van toepassing op dit besluit.
Artikel 16
Deviezentermijntransacties
Deviezentermijntransacties worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 16 van Richtsnoer ECB/2010/20.
Artikel 17
Deviezenswaps
Deviezenswaps worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 17 van Richtsnoer ECB/2010/20.
Artikel 18
Futurescontracten
Futurescontracten worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 18 van Richtsnoer ECB/2010/20.
Artikel 19
Renteswaps
Renteswaps worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 19 van Richtsnoer ECB/2010/20. Ongerealiseerde verliezen die aan het eind van het jaar worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden in de daaropvolgende jaren afgeschreven volgens de lineaire methode. Bij renteswaps op termijn begint de afschrijving vanaf de valutadatum van de transactie.
Artikel 20
Rentetermijncontracten
Rentetermijncontracten worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 20 van Richtsnoer ECB/2010/20.
Artikel 21
Termijntransacties in effecten
Termijntransacties in effecten worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Richtsnoer ECB/2010/20.
Artikel 22
Opties
Opties worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 22 van Richtsnoer ECB/2010/20.
HOOFDSTUK V
JAARLIJKS GEPUBLICEERDE BALANSEN EN WINST-EN-VERLIESREKENINGEN
Artikel 23
Indelingen
1. De opstelling en indeling van de gepubliceerde jaarbalans van de ECB komen overeen met de opstelling en indeling in bijlage II.
2. De opstelling en indeling van de gepubliceerde winst-en-verliesrekening van de ECB komen overeen met de opstelling en indeling in bijlage III.
HOOFDSTUK VI
SLOTBEPALINGEN
Artikel 24
Ontwikkeling, toepassing en interpretatie van de regels
1. Bij de interpretatie van dit besluit dient rekening te worden gehouden met het hiertoe verrichte voorbereidende werk, de door de Uniewetgeving geharmoniseerde regels inzake waardering en resultaatbepaling en de desbetreffende internationaal aanvaarde standaarden.
2. Indien een specifieke vorm van administratieve verwerking niet in dit besluit is vastgelegd en bij gebreke van een andersluidend besluit van de Raad van bestuur, volgt de ECB waarderingsgrondslagen in overeenstemming met internationale regels inzake waardering en resultaatbepaling („IAS”) zoals goedgekeurd door de Europese Unie met betrekking tot de activiteiten en rekeningen van de ECB.
Artikel 25
Intrekking
Besluit ECB/2006/17 wordt hierbij ingetrokken. Verwijzingen naar het ingetrokken besluit worden geïnterpreteerd als verwijzingen naar dit besluit en worden gelezen overeenkomstig de concordantietabel in bijlage V.
Artikel 26
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 31 december 2010.
Gedaan te Frankfurt am Main, 11 november 2010.
De president van de ECB
Jean-Claude TRICHET
(1) PB L 348 van 11.12.2006, blz. 38.
(2) PB L 348 van 11.12.2006, blz. 1.
(3) Zie bladzijde 31 van dit Publicatieblad.
BIJLAGE I
SAMENSTELLING VAN BALANS EN BALANSWAARDERINGSREGELS
NB: De nummering verwijst naar het balansschema in bijlage II.
ACTIVA
Balanspost |
Indeling van de balansposten |
Waarderingsgrondslag |
||||||||||||||||||||||
|
Fysiek goud, d.w.z. baren, munten, platen, klompjes, in voorraad of „nog te ontvangen”. Niet-fysiek goud, zoals direct opvraagbare tegoeden op gouddepositorekeningen (niet-verbijzonderde rekeningen), termijndeposito’s, alsmede goudvorderingen die voortkomen uit één van de volgende transacties: i) op- of afwaarderingen en ii) goudlocatie of swaps gericht op het verkrijgen van fysiek goud met een ander goudgehalte, indien het verschil tussen vrijgave en ontvangst meer dan één werkdag is |
Marktwaarde |
||||||||||||||||||||||
|
Vorderingen op tegenpartijen buiten het eurogebied, inclusief internationale en supranationale instellingen en centrale banken van buiten het eurogebied luidende in vreemde valuta |
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
Kredietverlening overeenkomstig de ERM II-voorwaarden |
Nominale waarde |
||||||||||||||||||||||
|
Posten 5.1 t/m 5.5: transacties overeenkomstig de respectieve monetaire beleidsinstrumenten beschreven in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7 van 31 augustus 2000 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en procedures van het Eurosysteem (1) |
|
||||||||||||||||||||||
|
Regelmatige liquiditeitsverruimende transacties met wederinkoopverplichting, met een wekelijkse frequentie en gewoonlijk een looptijd van een week |
Nominale waarde of repokostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
Regelmatige liquiditeitsverruimende transacties met wederinkoopverplichting, met een maandelijkse frequentie en gewoonlijk een looptijd van drie maanden |
Nominale waarde of repokostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
Transacties met wederinkoopverplichting, uitgevoerd op ad-hocbasis met fine-tuning oogmerk |
Nominale waarde of repokostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
Transacties met wederinkoopverplichting die de structurele positie van het Eurosysteem t.o.v. de financiële sector beïnvloeden |
Nominale waarde of repokostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
Faciliteit voor het verkrijgen van krediet tot de volgende ochtend tegen een van tevoren vastgestelde rentevoet, op onderpand van beleenbare activa (permanente faciliteit) |
Nominale waarde of repokostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
Aanvullend krediet voor kredietinstellingen op grond van waardestijgingen van onderliggende activa ten behoeve van ander aan deze kredietinstellingen verleend krediet |
Nominale waarde of kostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
Rekeningen-courant, termijndeposito’s, daggeld, repotransacties met wederverkoopverplichting in verband met het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 7 „Waardepapieren van ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”, waaronder begrepen transacties die het gevolg zijn van de omzetting van de voormalige deviezenreserves van het eurogebied, en overige vorderingen. Correspondentrekeningen bij kredietinstellingen die in het buitenland zijn gevestigd, maar binnen het eurogebied. Overige vorderingen en transacties die niet samenhangen met monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem |
Nominale waarde of kostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren uitgegeven binnen het eurogebied Voor fine-tuning aangekochte ECB-schuldbewijzen |
|
||||||||||||||||||||||
|
Effecten m.u.v. de effecten onder actiefpost 7.1 „Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden effecten” en onder actiefpost 11.3 „andere financiele activa”: promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier dat op termijnbasis („outright”) wordt aangehouden, waaronder begrepen overheidsobligaties van vóór de EMU, luidende in euro. Waardepapieren |
|
||||||||||||||||||||||
|
Vorderingen op overheden van vóór de EMU (niet-verhandelbare waardepapieren, leningen) |
Deposito’s/leningen tegen nominale waarde, niet-verhandelbare waardepapieren tegen kostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
Vorderingen binnen het Eurosysteem jegens NCB’s die voortvloeien uit de uitgifte van ECB-schuldbewijzen |
Kostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
Vorderingen uit hoofde van de uitgifte van bankbiljetten door de ECB overeenkomstig Besluit ECB/2010/29 van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (2) |
Nominale waarde |
||||||||||||||||||||||
|
Nettopositie van de volgende subposten: |
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
Saldi van vereveningsrekeningen (vorderingen), waaronder begrepen vorderingen uit hoofde van te incasseren cheques |
Nominale waarde |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
Euromuntstukken |
Nominale waarde |
||||||||||||||||||||||
|
Grond en gebouwen, meubilair en inventaris, inclusief computerapparatuur, software |
Kostprijs minus afschrijving Afschrijving is de systematische toedeling van het af te schrijven bedrag van een actief over de levensduur ervan. De levensduur is de periode waarin een vast actief verwacht wordt beschikbaar te zijn voor gebruik door de entiteit. De levensduur van individuele vaste activa kan systematisch worden herzien, indien verwachtingen afwijken van eerdere schattingen. Belangrijke activa kunnen bestaan uit compenenten met verschillende levensduur. De levensduur dient voor elk van dergelijke componenten individueel te worden beoordeeld. De kostprijs van immateriële activa omvat de aanschafprijs van het immateriële actief. Overige directe of indirecte kosten dienen als uitgaven te worden geboekt. Kapitalisering van kosten: op basis van limiet (minder dan 10 000 EUR, excl. btw: geen kapitalisering) |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
Resultaten van de waardering van deviezentermijnaffaires, deviezenswaps, renteswaps, rentetermijncontracten, termijntransacties in effecten, contante deviezentransacties vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum |
Nettopositie tussen termijn en contant, tegen koers op deviezenmarkt |
||||||||||||||||||||||
|
Inkomsten die in de verslagperiode niet opeisbaar zijn, maar er wel aan moeten worden toegeschreven. Vooruitbetaalde kosten en lopende interest, d.w.z. lopende interest gekocht met een waardepapier |
Nominale waarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
Nominale waarde |
PASSIVA
Balanspost |
Indeling van de balansposten |
Waarderingsgrondslag |
||||||
|
Eurobankbiljetten uitgegeven door de ECB overeenkomstig Besluit ECB/2010/29 |
Nominale waarde |
||||||
|
Posten 2.1, 2.2, 2.3 en 2.5: deposito’s in euro zoals beschreven in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7 |
|
||||||
|
Eurorekeningen van kredietinstellingen die zijn opgenomen in de lijst van financiële instellingen die overeenkomstig de ESCB-statuten minimumreserves moeten aanhouden. Deze post bevat hoofdzakelijk rekeningen voor het aanhouden van minimumreserves |
Nominale waarde |
||||||
|
Deposito’s met een looptijd tot de volgende ochtend, tegen een van tevoren vastgestelde rentevoet (permanente faciliteit) |
Nominale waarde |
||||||
|
Wegens „fine-tuning”-transacties aangetrokken voor het verkrappen van liquiditeit |
Nominale waarde |
||||||
|
Monetaire beleidstransacties gericht op het verkrappen van liquiditeit |
Nominale waarde of repokostprijs |
||||||
|
Deposito’s van kredietinstellingen die voortkomen uit waardedalingen van onderliggende activa inzake aan deze kredietinstellingen verstrekte kredieten |
Nominale waarde |
||||||
|
Repotransacties in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 7 „Waardepapieren van ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”. Overige transacties die geen verband houden met monetaire beleidstransacties van het eurosysteem. Geen rekeningen-courant van kredietinstellingen |
Nominale waarde of repokostprijs |
||||||
|
Schuldbewijzen zoals beschreven in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7. Discontopapier dat is uitgegeven om liquiditeit te verkrappen |
Kostprijs Disagio’s worden afgeschreven |
||||||
|
|
|
||||||
|
Rekeningen-courant, termijndeposito’s, direct opvraagbare deposito’s |
Nominale waarde |
||||||
|
Rekeningen-courant van personeel, bedrijven en cliënten, waaronder financiële instellingen die zijn vrijgesteld van het aanhouden van minimumreserves (zie passiefpost 2.1); termijndeposito’s, direct opvraagbare deposito’s |
Nominale waarde |
||||||
|
Rekeningen-courant, termijndeposito’s, direct opvraagbare deposito’s waaronder rekeningen voor betalingsdoeleinden en voor het beheer van reserves: van andere banken, centrale banken, internationale/supranationale instellingen waaronder de Commissie; rekeningen-courant van overige depositanten. Repotransacties in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van waardepapieren, luidende in euro Saldi van Target2-rekeningen van centrale banken van lidstaten die de euro niet als munt hebben |
Nominale waarde of repokostprijs |
||||||
|
Rekeningen-courant. Verplichtingen uit hoofde van repotransacties; gewoonlijk beleggingen waarbij gebruik wordt gemaakt van deviezen of goud |
Nominale waarde; omrekening tegen koers op deviezenmarkt per jaarultimo |
||||||
|
|
|
||||||
|
Rekeningen-courant. Verplichtingen uit hoofde van repotransacties; gewoonlijk beleggingen waarbij gebruik wordt gemaakt van deviezen of goud |
Nominale waarde; omrekening tegen koers op deviezenmarkt per jaarultimo |
||||||
|
Kredietverlening overeenkomstig de ERM II-voorwaarden |
Nominale waarde; omrekening tegen koers op deviezenmarkt per jaarultimo |
||||||
|
In SDR luidende post, die de SDR’s aangeeft die oorspronkelijk aan het/de desbetreffende land/NCB waren toegewezen |
Nominale waarde; omrekening tegen koers op deviezenmarkt per jaarultimo |
||||||
|
|
|
||||||
|
Post op de balans van de ECB, luidende in euro |
Nominale waarde |
||||||
|
Nettopositie van de volgende subposten: |
|
||||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
|
Saldi van vereveningsrekeningen (verplichtingen), waaronder schulden uit hoofde van af te wikkelen girale overboekingen |
Nominale waarde |
||||||
|
|
|
||||||
|
Resultaten van de waardering van deviezentermijnaffaires, deviezenswaps, renteswaps, rentetermijncontracten, termijntransacties in effecten, contante deviezentransacties vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum |
Nettopositie tussen termijn en contant, tegen koers op deviezenmarkt |
||||||
|
Kosten die in een toekomstige periode invorderbaar worden, maar betrekking hebben op de verslagperiode. Inkomsten die in de verslagperiode zijn ontvangen, maar betrekking hebben op een toekomstige periode |
Nominale waarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers |
||||||
|
|
|
||||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
|
|
|
||||||
|
|
|||||||
|
|
Herwaarderingsverschil tussen gemiddelde kostprijs en marktwaarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers |
||||||
|
|
|
||||||
|
Volgestort kapitaal |
Nominale waarde |
||||||
|
Wettelijke reserves overeenkomstig artikel 33 van de ESCB-statuten en bijdragen uit hoofde van artikel 48.2 van de ESCB-statuten met betrekking tot centrale banken van lidstaten wier derogatie is ingetrokken |
Nominale waarde |
||||||
|
|
Nominale waarde |
(1) PB L 310 van 11.12.2000, blz. 1.
(2) Zie bladzijde 26 van dit Publicatieblad. Besluit ECB/2010/29 vastgesteld voor publicatie van Besluit ECB/2010/21.
BIJLAGE II
JAARBALANS VAN DE ECB
(miljoen EUR) |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Activa (2) |
Verslagjaar |
Vorig jaar |
Passiva |
Verslagjaar |
Vorig jaar |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Totaal activa |
Totaal passiva |
|
|
(1) De ECB mag hetzij exacte bedragen in euro publiceren, hetzij op een andere manier afgeronde bedragen.
(2) De tabel van activa mag ook voor de tabel van passiva worden gepubliceerd.
BIJLAGE III
GEPUBLICEERDE WINST-EN-VERLIESREKENING VAN DE ECB
(miljoen EUR) |
||||
Winst-en-verliesrekening voor het boekjaar dat eindigt op 31 december … |
Verslagleggingsjaar |
Vorig jaar |
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
Totaal netto baten |
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
(Verlies)/Winst over het boekjaar |
|
|
(1) De ECB mag hetzij exacte bedragen in euro publiceren, hetzij op een andere manier afgeronde bedragen.
(2) De uitsplitsing naar baten en lasten mag bij wijze van alternatief worden opgenomen in de toelichting bij de jaarrekening.
(3) Hiertoe behoren administratieve voorzieningen.
(4) Deze post wordt gebruikt wanneer de productie van bankbiljetten wordt uitbesteed (voor de kosten van de diensten van externe ondernemingen die namens de centrale banken met de productie van bankbiljetten zijn belast). Aanbevolen wordt de kosten die gemaakt worden in verband met de uitgifte van eurobankbiljetten, te boeken op de winst-en-verliesrekening wanneer zij worden gefactureerd of anderszins worden gemaakt, zie ook Richtsnoer ECB/2010/20.
BIJLAGE IV
INGETROKKEN BESLUIT EN OPEENVOLGENDE WIJZIGINGEN
Besluit ECB/2006/17 |
|
Besluit ECB/2007/21 |
|
Besluit ECB/2008/22 |
|
Besluit ECB/2009/19 |
|
Besluit ECB/2009/29 |
BIJLAGE V
CONCORDANTIETABEL
Besluit ECB/2006/17 |
Dit besluit |
— |
Artikel 11 |
Artikel 10a |
Artikel 12 |
Artikel 11 |
Artikel 13 |
Artikel 12 |
Artikel 14 |
Artikel 13 |
Artikel 15 |
Artikel 14 |
Artikel 16 |
Artikel 15 |
Artikel 17 |
Artikel 16 |
Artikel 18 |
Artikel 17 |
Artikel 19 |
Artikel 18 |
Artikel 20 |
Artikel 19 |
Artikel 21 |
Artikel 20 |
Artikel 22 |
Artikel 21 |
Artikel 23 |
Artikel 22 |
Artikel 24 |
Artikel 23 |
Artikel 25 |
Artikel 24 |
Artikel 26 |