EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009D0849

2009/849/EG: Beschikking van de Commissie van 13 mei 2009 betreffende steunmaatregel C 20/07 (ex NN 31/07) die Spanje ten behoeve van Pickman ten uitvoer heeft gelegd (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 3541) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 311 van 26.11.2009, p. 25–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2009/849/oj

26.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/25


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 13 mei 2009

betreffende steunmaatregel C 20/07 (ex NN 31/07) die Spanje ten behoeve van Pickman ten uitvoer heeft gelegd

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 3541)

(Slechts de tekst in de Spaanse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2009/849/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1,

Na de belanghebbenden overeenkomstig genoemd artikel te hebben aangemaand hun opmerkingen (1) kenbaar te maken en gezien deze opmerkingen,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

(1)

Naar aanleiding van een op 5 april 2006 geregistreerd schrijven met een klacht van een concurrent betreffende vermeende staatssteun van de Spaanse autoriteiten ten behoeve van Pickman — La Cartuja de Sevilla SA (hierna: „Pickman” of „de onderneming”), heeft de Commissie (hierna: „de Commissie”) de Spaanse autoriteiten bij brieven van 12 april 2006 en 12 februari 2007 om inlichtingen verzocht, waarop deze autoriteiten hebben geantwoord bij brieven die zijn geregistreerd op 7 juni 2006, 30 augustus 2006 en 18 april 2007.

(2)

Op 27 juni 2007 informeerde de Commissie de Spaanse autoriteiten dat zij had beslist om de procedure in te leiden en zij ontving hun opmerkingen bij brieven van 15 september 2007 en 26 november 2007.

(3)

Het besluit van de Commissie om de procedure in te leiden (hierna: „het besluit tot inleiding van de procedure”) overeenkomstig artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag werd bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie van 10 oktober 2007. Daarin verzocht de Commissie de belanghebbenden hun opmerkingen kenbaar te maken. Vervolgens ontving de Commissie opmerkingen van de begunstigde van de steun, bij brieven geregistreerd op 26 november 2007 en 7 april 2008. Op 12 februari 2008 en 11 april 2008 werden deze opmerkingen aan de Spaanse autoriteiten toegezonden, die daarop reageerden op 2 april 2008. Er werden geen opmerkingen van derden ontvangen.

2.   DE BEGUNSTIGDE

(4)

Pickman is een producent van serviesgoed en porselein die sinds 1841 in Sevilla gevestigd is. De onderneming heeft zich in het verleden toegespitst op de productie van hoogwaardige ambachtelijke producten en de rechtstreekse verkoop daarvan aan hotels, restaurants en cateringbedrijven of de onrechtstreekse verkoop via de met haar samenwerkende detailhandelszaken. Onlangs heeft zij haar activiteiten uitgebreid naar de markten voor bedrijfsgeschenken en het hotelwezen. Pickman telt momenteel ongeveer 140 werknemers en haalde in 2005 een omzet van 4,28 miljoen EUR. Daarom moet het bedrijf worden beschouwd als een middelgrote onderneming (2).

(5)

Pickman is actief in de keramiekmarkt, die in zijn geheel een totaal verkoopcijfer van ongeveer 26 miljard EUR behaalt, wat naar schatting een derde is van de totale mondiale productie, en die 222 000 mensen tewerkstelt. Met name het marktsegment dat wordt omschreven als „serviesgoed en siervaatwerk” heeft een aantal specifieke kenmerken: het is onder meer zeer arbeidsintensief, is nauw verbonden met de eindgebruiker en vertoont een grote behoefte aan concurrentie op het vlak van vormgeving en kwaliteit. Deze markt staat open voor intracommunautaire handel, waarbij het Verenigd Koninkrijk en Duitsland de belangrijkste producerende en consumerende landen zijn, terwijl het aandeel van Spanje minder dan 5 % bedraagt en er concurrentie bestaat tussen de producenten. Op nationaal vlak zijn er in Spanje 11 ondernemingen actief, met ongeveer 3 000 werknemers en een totaal jaarlijks verkoopvolume van 60 miljoen artikelen met een totale jaarlijkse waarde van 84 miljoen EUR (3).

3.   MAATREGELEN

(6)

De maatregelen die het onderwerp uitmaken van het besluit tot inleiding van de procedure zijn (4):

Maatregel 2: kwijtschelding van de schulden van Pickman bij de sociale verzekeringen ten belope van 3,29 miljoen EUR op basis van een speciale overeenkomst gesloten op 11 april 2000 die losstaat van de algemene crediteurenovereenkomst;

Maatregelen 3 tot en met 6: een reeks consortiale leningen voor een totaalbedrag van 1,87 miljoen EUR en subsidies, bedoeld voor materiële en immateriële investeringen voor in totaal 2,59 miljoen EUR verstrekt in het kader van een herstructureringsplan dat door Pickman werd ingediend bij de Junta de Andalucía [regering van de autonome regio Andalusië], die dit plan op 2 maart 2004 goedkeurde zoals uiteengezet in de punten 50, 51 en 52 van het besluit tot inleiding;

Maatregel 7: een door de Agencia de Innovación y Desarrollo de Andalucía [Bureau voor innovatie en ontwikkeling van Andalusië] (hierna: „IDEA”) verleende garantie van 1,3 miljoen EUR, dit is 80 % van een lening waarvoor de overeenkomst door de partijen op 28 december 2005 werd gesloten ten belope van 1,65 miljoen EUR waarover Pickman met een bank had onderhandeld en die door de partijen op 28 december 2005 werd gesloten. De garantie werd niet ten uitvoer gebracht.

4.   REDENEN VOOR DE INLEIDING VAN DE PROCEDURE

(7)

In haar besluit tot inleiding van de procedure kwam de Commissie tot de voorlopige conclusie dat de maatregelen 2 tot en met 7 mogelijk staatssteun vormden in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag.

(8)

Aangezien de maatregelen schijnbaar voornamelijk de bijstand aan een onderneming in moeilijkheden tot doel hadden, was de Commissie van oordeel dat de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (5) (hierna „de richtsnoeren van 2004”) van toepassing waren, omdat maatregel 7, indien deze staatssteun zou zijn, is goedgekeurd nadat die richtsnoeren van kracht werden.

(9)

De voorlopige beoordeling van de Commissie luidde dat:

de maatregelen, gezien hun vorm en looptijd, niet als reddingssteun kunnen worden beschouwd;

Pickman had weliswaar herstructureringssteun kunnen ontvangen maar, bij gebrek aan een herstructureringsplan, zou het onmogelijk zijn om na te gaan of de maatregel de levensvatbaarheid van de onderneming op lange termijn zou herstellen.

(10)

Op grond van de beschikbare informatie besloot de Commissie de formele onderzoeksprocedure in te leiden om haar twijfels in verband met de aard van de maatregelen in kwestie als staatsteun en hun verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt weg te nemen.

5.   OPMERKINGEN VAN SPANJE

(11)

Nadat de Spaanse autoriteiten op de hoogte waren gebracht van het besluit tot inleiding van de procedure, zonden zij de volgende opmerkingen over de verschillende maatregelen in kwestie.

(12)

Wat maatregel 2 betreft, wijzen de Spaanse autoriteiten erop dat de kas van de sociale verzekeringen als preferente schuldeiser voorrang had op de gewone schuldeisers en onmiddellijk gerangschikt werd na schuldeisers met garanties en schulden aan het personeel van de onderneming. Daarom is het voordeel van deze voorrang niet een absolute prioriteit maar kan de schuldeiser er wel van afzien de algemene crediteurenovereenkomst te ondertekenen en opteren voor een speciale overeenkomst en zo voorwaarden verkrijgen die, op grond van de geldende nationale wetgeving, gunstiger moeten zijn dan de voorwaarden van de algemene crediteurenovereenkomst. De Spaanse autoriteiten geven ook een uitvoerige beschrijving van de enige twee mogelijke alternatieven, namelijk de beslaglegging op bepaalde materiële en immateriële activa. Dit heeft echter geen voorrang op andere eerder geregistreerde hypotheken of op betalingen aan het personeel en zou daarom zeer waarschijnlijk leiden tot een lagere terugbetaling van de schulden van Pickman.

(13)

De Spaanse autoriteiten corrigeren de bewering in punt 16 van het besluit tot inleiding van de procedure en verduidelijken dat er in het kader van de algemene crediteurenovereenkomst geen twee cumulatieve mogelijkheden waren, maar wel twee alternatieven: hetzij binnen 75 dagen 5 % van de vorderingen innen, hetzij binnen 17 jaar 20 % innen zonder rente.

(14)

De kas van de sociale verzekeringen profiteerde echter van haar positie als preferente schuldeiser en zag ervan af om de algemene crediteurenovereenkomst te ondertekenen; zij opteerde voor een speciale overeenkomst die, in haar ogen, een beter vooruitzicht bood op invordering dan de algemene crediteurenovereenkomst. Pickman, dat aan de kas van de sociale verzekeringen 4 miljoen EUR verschuldigd was, stemde er dan ook mee in om 18 % van dat bedrag gespreid over acht jaar te betalen, plus rente tegen een jaarlijkse rentevoet van 3,25 %. Bovendien bevatte de speciale overeenkomst de garantie dat deze automatisch zou eindigen als een andere schuldeiser een gunstiger behandeling zou krijgen. Na de betaling van 595 676,89 EUR voor werknemersbijdragen betaalde Pickman op 27 mei 2004 het bedrag van 2 012 786,39 EUR.

(15)

Tot slot beweren de Spaanse autoriteiten dat „het algemeen belang” waarnaar in punt 18 van het besluit tot inleiding van de procedure wordt verwezen, deel uitmaakt van een algemene formule die wordt gebruikt in alle overeenkomsten betreffende de invordering van schulden. In feite beoogde de kas van de sociale verzekeringen de invordering van een zo hoog mogelijk bedrag van de debiteur; zij handelde aldus overeenkomstig het beginsel van de particuliere investeerder in een markteconomie en ontkent dat zij enige andere bedoeling had dan een zo hoog mogelijk bedrag in te vorderen.

(16)

De Spaanse autoriteiten beweren dat de maatregel geen staatssteun vormt in het licht van de mededeling van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatsteun in de vorm van garanties (6) (hierna „de garantiemededeling”). Ten eerste kan Pickman niet worden beschouwd als een onderneming in moeilijkheden en dat was wel de voorwaarde om een lening te verkrijgen zonder steun van de overheid, aangezien de situatie van de onderneming in 2005 aanzienlijk verbeterde, zodanig zelfs dat zij in 2006 positieve resultaten behaalde en het vertrouwen van de banken genoot, die haar een lening verstrekten volgens normale marktvoorwaarden, d.w.z. volgens het Euribor-tarief, dat op dat ogenblik 2,783 punten bedroeg, plus 1,25 punten.

(17)

Voorts beweren de Spaanse autoriteiten dat er geen staatssteun mee gemoeid was omdat de garantie uitsluitend betrekking had op één specifieke financiële transactie, namelijk dekking van 80 % (1,3 miljoen EUR) van het totaalbedrag van een lening met een beperkte looptijd van 10 jaar. Bovendien wijzen de Spaanse autoriteiten erop dat Pickman de marktprijs betaalde voor de garantie, aangezien de onderneming een jaarlijkse premie van 1,5 % betaalde en ook een hypotheek registreerde ten gunste van IDEA die op zich 13 % vertegenwoordigde van de waarde van het onroerend goed van 10 950 000 EUR.

(18)

De Spaanse autoriteiten ontkennen niet dat de maatregelen 3 tot en met 6 steun vormden maar beweren dat zij deze niet hebben aangemeld omdat zij van mening waren dat de maatregelen deel uitmaakten van een steunregeling voor het ondersteunen van investeringen, werkgelegenheid en kleine en middelgrote ondernemingen in Andalusië, die ook de mogelijkheid bood om reddings- en herstructureringssteun toe te kennen aan kmo’s in moeilijkheden en die reeds door de Commissie (7) was goedgekeurd (hierna „de goedgekeurde regeling”).

(19)

In dat verband beweren de Spaanse autoriteiten dat was voldaan aan alle in het kader van de goedgekeurde regeling vastgestelde voorwaarden. Zij geven toe dat de bepaling die het maximaal toegestane totaalbedrag per begunstigde vaststelt op 4 miljoen EUR niet exact werd nageleefd aangezien de maatregelen 3 tot en met 6 in totaal 4,46 miljoen EUR bedroegen. Zij zijn echter van mening dat het feit dat de Commissie niet op de hoogte werd gebracht van het geringe overtollige bedrag van 0,46 miljoen EUR, of zelfs van het totaalbedrag van de steun, een administratieve onregelmatigheid is die niet van invloed is op de wezenlijke overeenstemming van de maatregel met de goedgekeurde regeling, een feit dat de Commissie redelijkerwijs ook dient te erkennen.

(20)

Anderzijds menen de Spaanse autoriteiten dat de maatregelen 3 tot en met 6 moeten worden beoordeeld in het licht van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden die in 1999 (8) zijn vastgesteld (hierna „de richtsnoeren van 1999”), aangezien dit de enige richtsnoeren waren die golden op het ogenblik waarop de steun werd verleend, en wel als een eenmalige ingreep in het kader van een herstructureringsplan dat aan de Spaanse autoriteiten was gezonden in verband met de goedgekeurde regeling. In tegenstelling tot de voorlopige beoordeling die door de Commissie werd gemaakt in het besluit tot inleiding van de procedure zijn de Spaanse autoriteiten van mening dat maatregel 7 niet mag worden beschouwd als staatssteun (zie bovenstaande overwegingen 15 en 16) aangezien er geen herstructureringssteun was verleend na de bekendmaking van de richtsnoeren van 2004.

(21)

Bovendien wijzen de Spaanse autoriteiten op het feit dat de steun, in het kader van zowel de richtsnoeren van 1999 als die van 2004, zou worden beschouwd als verenigbare herstructureringssteun. In 2003 had Pickman 128 werknemers en behaalde de onderneming een omzet van 2,35 miljoen EUR. Daardoor wordt de onderneming gekwalificeerd als een kmo, een ondernemingsvorm waarvoor de Commissie geen plan hoeft goed te keuren. In elk geval voldoet het herstructureringsplan aan de vereisten van de Commissie, aangezien het 6 jaar geldig is, beperkt is tot het minimum dat nodig is om de levensvatbaarheid van Pickman te herstellen, zoals in de bijgevoegde marktstudie wordt uiteengezet, en aangezien in het plan wordt bepaald dat Pickman een belangrijke bijdrage moet leveren om de levensvatbaarheid van het bedrijf te garanderen. In dit verband verwijzen de Spaanse autoriteiten naar een beschikking waarin de Commissie goedkeuring verleende aan niet-aangemelde herstructureringssteun ten gunste van een andere Spaanse kmo, actief in dezelfde sector als Pickman, namelijk Porcelanas del Principado (9), op grond van de wezenlijke inachtneming van de voorwaarden in het kader van de richtsnoeren van 1999 en van de beperkte vervalsing van de mededinging ten gevolge van de steun.

(22)

Tot slot wijzen de Spaanse autoriteiten op het belang van Pickman voor de plaatselijke industrie in Andalusië en in Spanje, waarbij zij de lange historische en culturele traditie daarvan afwegen tegen de beperkte vervalsing van de mededinging ten gevolge van steun toegekend aan een kmo met een zeer beperkt marktaandeel.

6.   OPMERKINGEN VAN DERDEN

(23)

Na de bekendmaking van het besluit tot inleiding van de procedure in het Publicatieblad van de Europese Unie ontving de Commissie alleen opmerkingen van de begunstigde, Pickman, over de verschillende maatregelen in kwestie. Deze opmerkingen worden in de overwegingen 24 tot en met 32 genoemd.

(24)

Pickman betwist de voorlopige analyse van de Commissie dat maatregel 2 staatssteun vormt en steunt de argumenten van de Spaanse autoriteiten dat de met de kas van de sociale verzekeringen gesloten speciale overeenkomst een preferentiële overeenkomst was en de hoogste en snelst mogelijke invordering garandeerde, wat overeenkomt met het beginsel van een particuliere schuldeiser in een markteconomie. De begunstigde wijst er ook op dat sindsdien alle schulden van Pickman aan de kas van sociale verzekeringen zijn ingevorderd en dat de latere premies regelmatig zijn betaald.

(25)

Pickman betoogt dat maatregel 7 niet als staatssteun kan worden beschouwd omdat deze beantwoordt aan de vier voorwaarden die in de garantiemededeling zijn vastgelegd.

(26)

In feite was Pickman zich in december 2005 uit de crisis aan het opwerken: de verliezen van de onderneming die in 2004 meer dan 2 miljoen EUR bedroegen, waren in 2005 teruggebracht tot ongeveer 0,15 miljoen EUR. Bovendien kon de onderneming een lening krijgen tegen normale marktvoorwaarden en ontving zij een lening van 3,3 miljoen EUR van de Monte de Piedad y Caja de Ahorros de Huelva y Sevilla toen zij nog in moeilijkheden verkeerde, en waarborgde zij die gehele lening door middel van een hypotheek. De overheidsgarantie voor de lening van 1,6 miljoen EUR dekte niet meer dan 80 % van die lening en had een looptijd van slechts tien jaar. Tot slot betaalde de onderneming de marktprijs voor de lening: Pickman betaalde een jaarlijkse premie van 1,5 % en waarborgde de garantie volledig met een hypotheek ten gunste van IDEA op een deel van haar onroerend goed.

(27)

In antwoord op een verzoek van de Commissie om een raming van de recente waarde van het onroerend goed van Pickman verzond Pickman twee afzonderlijke ramingen, op 31 mei 2005 (10 962 598,56 EUR) en op 4 oktober 2007 (12 512 066,27 EUR). Op 20 mei 2004 rustte er geen hypotheek op het onroerend goed, terwijl er op 8 mei 2007 twee hypotheken op rustten, de eerste ten gunste van Monte de Piedad y Caja de Ahorros de Huelva y Sevilla en de tweede ten gunste van IDEA, voor respectievelijk een bedrag van 3 300 000 EUR plus rente en kosten en 1 300 000 EUR plus 104 000 EUR kosten. Pickman beweert dat het totaalbedrag van deze twee hypotheken nog altijd veel lager is dan de geraamde waarde van het onroerend goed en dat het zeer beperkte risico, dat door IDEA werd gedragen, dus in ruime mate gedekt was op grond van de globale marktprijs die normaal betaald wordt. Derhalve is Pickman van mening dat aan de vier voorwaarden is voldaan en dat het niet om staatssteun gaat.

(28)

Pickman verwijst niet naar de eerste beoordeling van de Commissie dat de maatregelen staatssteun vormen maar beweert dat deze maatregelen verenigbaar zijn met artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag en dat zij in overeenstemming zijn met de goedgekeurde regeling, die voorziet in de mogelijkheid om reddings- en herstructureringssteun te verlenen aan kmo’s in moeilijkheden.

(29)

Pickman wijst erop dat de maatregelen overeenstemmen met de vereisten vastgesteld in het kader van de goedgekeurde regeling en dat zij slechts 0,46 miljoen EUR meer bedragen dan het maximum van 4 miljoen EUR, aanzienlijk lager dan het maximale steunbedrag van 10 miljoen EUR, dat in punt 68 van de richtsnoeren van 1999 voor steunregelingen ten behoeve van kmo’s is vastgelegd.

(30)

Net zoals de richtsnoeren van 1999 vereist de goedgekeurde regeling dat de steun wordt beperkt tot het noodzakelijke minimum en dat de begunstigde een belangrijke bijdrage levert aan het plan om zijn levensvatbaarheid op langere termijn te herstellen, maar zij voorziet niet in compenserende maatregelen. De enige verplichting die de begunstigde van de steun heeft, is dat deze zijn productiecapaciteit niet verhoogt.

(31)

Pickman beweert dat het herstructureringsplan waarin de maatregelen 3 tot en met 6 werden goedgekeurd, dat in oktober 2003 door een onafhankelijke adviseur, Auditoria y Consulta SA, werd opgesteld en in maart 2004 door de Spaanse autoriteiten werd goedgekeurd, geheel verenigbaar is met de vereisten in verband met het beginsel „eenmalige steun”, noodzaak, eigen bijdrage, het verbod op capaciteitsverhoging en de vooruitzichten inzake levensvatbaarheid op langere termijn in verschillende scenario’s.

(32)

Tot slot wijst Pickman erop dat de maatregelen geen buitensporige marktverstoring hebben veroorzaakt en dat zij ten goede zijn gekomen aan een middelgrote onderneming, welke is gevestigd in een regio van artikel 87, lid 3, onder a), met een zeer beperkt marktaandeel op het vlak van het globale handelsvolume, die de regeling van het goedgekeurde herstructureringsplan volledig heeft nageleefd en haar financiële toestand sinds 2006 aanzienlijk heeft verbeterd, met als resultaat dat het niet nodig was om compenserende maatregelen ten uitvoer te leggen.

(33)

Wat de opmerkingen van Pickman betreft, verlenen de Spaanse autoriteiten hun volledige steun aan de naar voren gebrachte argumenten evenals aan de conclusie dat de maatregelen 2 en 7 niet als staatssteun moeten worden beschouwd, terwijl de maatregelen 3 tot en met 6 bestaande steun vormen die in ieder geval verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.

7.   BEOORDELING

(34)

Volgens artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag, zijn steunmaatregelen van de lidstaten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen door begunstiging van bepaalde ondernemingen of productie van bepaalde goederen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten beïnvloedt.

(35)

Als inleidend punt zal de Commissie maatregel 7 beoordelen na de beoordeling van maatregel 2, en daarbij de volgorde van de door de Spaanse autoriteiten en door de begunstigde ingediende opmerkingen in acht nemen. De indeling van maatregel 7 heeft namelijk gevolgen voor de regels die moeten worden toegepast op de resterende maatregelen 3 tot en met 6, zoals voorzien in het besluit tot inleiding van de procedure en zoals is vastgesteld in deze beschikking.

(36)

Ten aanzien van maatregel 2 hadden de door de Commissie in het besluit tot inleiding gewekte twijfels betrekking op de vraag of de kas van de sociale verzekeringen tijdens haar onderhandelingen over de schulden van Pickman als particuliere schuldeiser had gehandeld.

(37)

Ten eerste krijgen kredieten in verband met de sociale premies volgens de Spaanse wet een voorkeursbehandeling aangezien de schuldeiser de mogelijkheid krijgt om een speciale overeenkomst te sluiten in plaats van deel te nemen aan de procedures die beschikbaar zijn voor niet-preferente schuldeisers (10).

(38)

In dat verband toont de informatie die door de Spaanse autoriteiten werd ingediend en die door de kopieën van de twee overeenkomsten wordt gestaafd aan, dat de bijzondere overeenkomst tussen de kas van de sociale verzekeringen en Pickman gunstiger was dan de overeenkomst die de onderneming met de algemene schuldeisers sloot. Deze overeenkomst gaf de algemene schuldeisers slechts de keuze tussen het innen van 5 % van hun vorderingen binnen 75 dagen ofwel 20 % van hun vorderingen binnen 17 jaar zonder rente, terwijl de speciale overeenkomst de overheid in staat stelde 18 % van haar krediet binnen 8 jaar terug te vorderen met een jaarlijkse rente van 3,25 %, en die schuld werd volledig overeenkomstig de overeengekomen regeling teruggevorderd.

(39)

De Commissie erkent ook dat, in geval van de (hypothetische) liquidatie van Pickman, de kas van de sociale verzekeringen alleen nog had kunnen trachten haar krediet terug te vorderen door welbepaalde materiële en immateriële activa in beslag te nemen. De Spaanse autoriteiten hebben echter voldoende aangetoond dat dit geen levensvatbaar alternatief zou zijn geweest: de inbeslagneming van materiële activa was van geen reële waarde, gezien de preferente status van een hypotheek die eerder was geregistreerd ten gunste van het overheidsorgaan RUMASA, en het is redelijk akkoord te gaan met het standpunt van de Spaanse autoriteiten dat inbeslagneming van de immateriële activa een onzekere zaak zou zijn geweest, aangezien er dan volgens de Spaanse wetgeving op potentiële kopers moest kunnen worden gerekend voor wie die activa, wanneer zij eenmaal van de naam van de onderneming gescheiden zouden zijn, geen of zeer weinig waarde zouden hebben. Als gevolg hiervan lijkt het erop dat een liquidatie minder gunstig zou zijn geweest dan het scenario dat daadwerkelijk in overweging is genomen door de Spaanse autoriteiten waaraan in de speciale overeenkomst uitdrukkelijk een preferente positie was toegewezen. Bepaling 10 van deze overeenkomst bepaalde uitdrukkelijk dat de overeenkomst ongeldig zou zijn indien er achteraf gunstiger voorwaarden werden afgesproken met andere schuldeisers.

(40)

In het licht van het voorgaande is de Commissie ervan overtuigd dat in voldoende mate is aangetoond dat de kas van de sociale verzekeringen heeft gehandeld overeenkomstig het beginsel van een schuldeiser in een markteconomie, in overeenstemming met het arrest in de zaak-Tubacex  (11), die het alternatief zoekt dat in feite de invordering van het hoogst mogelijke bedrag volgens de meest effectieve voorwaarden zal garanderen. De Commissie concludeert derhalve dat de maatregel die bestaat uit de kwijtschelding van de schulden van Pickman bij de sociale verzekeringen geen staatssteun vormt in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag.

(41)

In verband met maatregel 7 uitte de Commissie in het besluit tot inleiding van de procedure haar twijfels of Pickman een lening van 1,6 miljoen EUR van de Caja Provincial San Fernando de Sevilla y Jerez had kunnen krijgen zonder een garantie van IDEA op 1,3 miljoen EUR.

(42)

De Commissie heeft de maatregel beoordeeld in verband met de garantiemededeling. Zoals vermeld in deel 4 vormt een individuele garantie geen staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag indien i) de kredietnemer niet in financiële moeilijkheden verkeert, ii) de kredietnemer in beginsel ook zonder enig staatsoptreden een lening tegen marktvoorwaarden zou kunnen verkrijgen, iii) de garantie betrekking heeft op een specifieke financiële transactie, voor een vast bedrag geldt, niet meer dan 80 % van de uitstaande lening dekt en beperkt is in de tijd en iv) de kredietnemer voor de garantie de marktprijs betaalt die afhangt van verschillende factoren, onder meer de looptijd van de garantie en de gestelde zekerheden.

(43)

Op basis van de garantiemededeling en de praktijk ter zake van de Commissie is voldaan aan voorwaarde iii) aangezien de garantie, die niet ten uitvoer werd gebracht, betrekking heeft op een specifieke lening, beperkt is tot een termijn van 10 jaar en slechts 80 % van die lening dekt, namelijk een vast bedrag van 1,3 miljoen EUR.

(44)

Wat voorwaarde i) betreft, meent de Commissie dat de herstructureringsperiode op 28 december 2005, het ogenblik waarop de lening en de garantie werden afgesloten, nog niet beëindigd was. Het is echter zo dat de financiële toestand van Pickman in december 2005 aanzienlijk verbeterd was en dat het herstructureringsplan de consolidatiefase had bereikt, aangezien in 2006 een winst van 0,7 miljoen EUR werd genoteerd. Daarom kan niet worden uitgesloten dat Pickman niet langer een onderneming in moeilijkheden was toen de garantie werd toegekend. Aangezien de herstructureringsperiode echter nog niet was beëindigd, kan niet worden uitgesloten dat Pickman niet in financiële moeilijkheden verkeerde. Derhalve kan de Commissie niet uitsluiten dat de garantie niet tegen marktvoorwaarden werd betaald.

(45)

Wat voorwaarde ii) betreft moet worden vermeld dat Pickman in 2004, toen de onderneming in elk geval als een onderneming in moeilijkheden moest worden beschouwd, een lening van 3,3 miljoen EUR ontving van Monte de Piedad y Caja de Ahorros de Huelva y Sevilla omdat zij deze volledig kon dekken door een hypotheek te nemen op een gedeelte van haar activa.

(46)

A fortiori kan niet worden gesteld dat Pickman einde 2005 geen lening zou hebben kunnen krijgen zonder staatsoptreden. Immers, in tegenstelling tot het feit dat de onderneming in 2004 zonder staatsoptreden geen lening kon ontvangen, was het eerste deel van het herstructureringsproces voltooid en was het plan geconsolideerd op grond van een gezondere financiële toestand. Bovendien garandeerde Pickman zijn lening in 2004 rechtstreeks met de bank in plaats van met IDEA. Voorts wordt deze bevinding bevestigd door het feit dat de Caja Provincial San Fernando de Sevilla y Jerez erin toestemde om Pickman een lening tegen marktvoorwaarden te verschaffen en het risico van 20 % van die lening op zich nam zonder verdere garantie of pand in verband met dat gedeelte van de lening.

(47)

In het licht van het voorgaande is de Commissie van mening dat Pickman in beginsel zonder staatsoptreden een lening tegen marktvoorwaarden had kunnen krijgen, hoewel zij niet kan uitsluiten dat Pickman op 28 december 2005 nog als een onderneming in moeilijkheden kon worden beschouwd. Derhalve stemt het bedrag van de steun niet overeen met het totaalbedrag van de lening maar eerder met het mogelijk economisch voordeel dat uit die staatsgarantie kon worden verkregen.

(48)

Wat tot slot voorwaarde iv) betreft, erkent de Commissie dat de lening is verstrekt voor een looptijd van 10 jaar en tegen marktprijs, d.w.z. tegen de Euribor-rentevoet, die op dat ogenblik 2,783 punten plus 1,25 % bedroeg en vergelijkbaar was met leningen op de Spaanse markt aan gezonde bedrijven. Wat de prijs betreft die voor de garantie werd betaald, moet worden vastgesteld of de premie overeenstemde met marktpremies, aangezien, zoals hierboven wordt aangegeven, niet kan worden uitgesloten dat Pickman een onderneming in moeilijkheden was. In dit geval kan, gezien de toestand van de onderneming, niet worden uitgesloten dat die premie een steunelement bevatte. Er moet echter ook op worden gewezen dat het steunelement, in het licht van de toenmalige praktijk van de Commissie, relatief beperkt blijkt. Ten eerste aanvaardde de Commissie een garantiepremie van 1,5 % als vrij van staatssteun in overeenstemming met haar praktijk van de aanvaarding van een premie van 0,5 % in geval van garantieregelingen voor gezonde ondernemingen zonder garantiedeposito (12). In dit geval is de premie driemaal hoger. Ten tweede werd de garantie in dit geval gedekt door een hypotheek ten gunste van de staat, die op 31 mei 2005 op 10 962 598,56 EUR en op 4 oktober 2007 op 12 512 066,27 EUR werd geraamd.

(49)

Gelet op het bovenstaande besluit de Commissie dat Pickman een lening had kunnen verkrijgen zonder staatsoptreden op grond van de hoogwaardige zekerheid en de verbeterde financiële toestand van de onderneming. Daarom mag de steun niet worden berekend op de basis van het totaalbedrag van de lening. De steun bestaat uit het verschil tussen de betaalde premie en de premie die een onderneming in een gelijkaardige situatie had moeten betalen, rekening houdend met de volledige financiële garantie die werd verkregen. Gezien de geringe waarde van de lening van 1,6 miljoen EUR, de hoge kwaliteit van de garantie en het feit dat er een premie van 1,5 % werd aangerekend, is de Commissie van mening dat het steunelement meer bedraagt dan 100 000 EUR, het de minimis-plafond dat toentertijd geldig was (13).

(50)

Wat de maatregelen 3 tot en met 6 betreft, uitte de Commissie in het besluit tot inleiding twijfel over de vraag of deze niet konden worden beschouwd als steun op grond van het beginsel van de particuliere investeerder in een markteconomie.

(51)

Deze twijfel wordt bevestigd in deze beschikking: de subsidies waren niet terugbetaalbaar en de consortiale leningen moesten jaarlijks worden terugbetaald door middel van een overdracht van 10 % van de niet-rentedragende winst. Hieruit blijkt duidelijk dat de regionale overheid van Andalusië niet optrad zoals een particuliere investeerder in een markteconomie dat zou hebben gedaan aangezien zij geen rendement op haar investeringen verwachtte. Bovendien werden deze maatregelen, die werden toegekend in het kader van een herstructureringsplan voor de periode 2004-2009, goedgekeurd door de regionale overheid van Andalusië en zijn zij derhalve toe te schrijven aan de staat of aan een overheidsinstantie. De maatregelen boden één enkele begunstigde, Pickman, een selectief voordeel in de vorm van leningen met rentesubsidie en rechtstreekse subsidies die doorgaans niet beschikbaar zijn voor andere ondernemingen. Pickman is actief in het marktsegment van serviesgoed, keramiek en porselein. Aangezien deze producten binnen de Gemeenschap worden verhandeld, dreigen de maatregelen in kwestie de mededinging tussen de lidstaten te vervalsen. Spanje trekt het aanmerken van deze maatregelen als staatssteun niet in twijfel.

(52)

Bijgevolg vormen maatregelen 3 tot en met 6 staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag en moet hun mogelijke verenigbaarheid dienovereenkomstig worden beoordeeld. Het feit dat de steun reeds is toegekend, in strijd met de verplichting van de lidstaten om deze van te voren bij de Commissie aan te melden, zoals bepaald in artikel 88, lid 3, van het Verdrag, betekent dat deze steun onwettig was.

(53)

Artikel 87, leden 2 en 3, van het EG-Verdrag bepalen uitzonderingen op de algemene onverenigbaarheid beschreven in lid 1 van dat artikel. Volgens artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag kunnen steunmaatregelen om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden beschouwd mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

(54)

Aangezien maatregel 7, in tegenstelling tot de eerste beoordeling in het besluit tot inleiding, geen staatssteun vormt (zie overwegingen 41 tot en met 50), is de Commissie van mening dat de verenigbaarheid van de maatregelen 3 tot en met 6 niet moet worden beoordeeld op grond van de richtsnoeren van 2004.

(55)

Punt 104 van de richtsnoeren van 2004 verduidelijkt in feite dat „de Commissie zal onderzoeken of reddings- of herstructureringssteun die zonder haar toestemming - en dus in strijd met artikel 88, lid 3, van het Verdrag - is toegekend, verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt op basis van de onderhavige richtsnoeren wanneer die steun geheel of gedeeltelijk na de bekendmaking van deze richtsnoeren in het Publicatieblad van de Europese Unie is toegekend”.

(56)

In dit opzicht erkent de Commissie dat de maatregelen 3 tot en met 6, een eenmalige operatie in het kader van een herstructureringsplan, werden toegekend op de datum waarop het plan door de Spaanse autoriteiten werd goedgekeurd, 2 maart 2004, en dat geen enkel gedeelte van de steun na de bekendmaking van de richtsnoeren van 2004 is bekendgemaakt. Daarom zijn de richtsnoeren van 1999 van toepassing.

(57)

In punt 3.2.2 van de richtsnoeren van 1999 zijn de voorwaarden vastgelegd voor de goedkeuring van herstructureringssteun, afhankelijk van de bijzondere bepalingen van punt 55, dat bepaalt dat de voorwaarden in kwestie minder streng worden toegepast voor kmo’s en, met name, dat de steun niet algemeen aan compenserende maatregelen wordt gebonden. De Commissie heeft deze specifieke beoordeling onder meer uitgevoerd in een geval dat eveneens een kmo betrof die actief was in de sector van de productie van keramisch serviesgoed en porselein, namelijk de onderneming Porcelanas del Principado (14).

(58)

In de eerste plaats moet de onderneming worden beschouwd als een onderneming in moeilijkheden in de zin van de richtsnoeren. Zoals de Spaanse autoriteiten erkennen, bevond Pickman zich in die toestand tot 2004, zoals aangetoond is door het feit dat de onderneming een negatief eigen vermogen had en dat de verliezen zich opstapelden terwijl een hypotheek voor sommige van haar activa, ten gunste van de onderneming RUMASA, was geëxecuteerd met als gevolg dat Pickman vrijwel zeker op korte termijn de boeken zou sluiten.

(59)

In de tweede plaats is de toekenning van de steun ondergeschikt gemaakt aan de uitvoering van een herstructureringsplan dat zo kort mogelijk moet duren en dat binnen een redelijke periode de levensvatbaarheid van de onderneming op lange termijn mogelijk moet maken op basis van realistische veronderstellingen ten aanzien van de toekomstige bedrijfsomstandigheden. Wat kmo’s betreft, werden de bepalingen in punt 55, in overeenstemming met de praktijk van de Commissie, in die zin geïnterpreteerd dat de Commissie zelf zo’n plan voor kmo-regelingen niet hoeft goed te keuren.

(60)

Zoals de Spaanse autoriteiten opmerkten, zond Pickman de nationale autoriteiten een herstructureringsplan dat was opgesteld door onafhankelijke deskundigen van de onderneming Auditoría y Consulta SA en dat

de omstandigheden beschrijft die tot de moeilijkheden van de onderneming hebben geleid: wisselende en inadequate eigenaars en management, demotivering door overmatige dimensionering en een onevenwichtige verdeling van het personeel, een hoog uitvalpercentage en hoge kosten per eenheid in vergelijking met de concurrenten, te grote voorraden, een slechte bezettingsgraad, het ontbreken van een strategie en geen verkoopbeleid op de middellange of lange termijn;

de economische en financiële toestand van Pickman analyseert op basis van de gegevens voor de jaren 2000-2003: een negatief eigen vermogen, inbeslagneming van bepaalde activa, een slechte solvabiliteitsratio en ernstige liquiditeitsproblemen, een dalende rentabiliteit en omzetwaarde, samen met de daaruit voortvloeiende gestage relatieve stijging van de invloed van de personeelskosten;

de concurrentiepositie van Pickman in de betrokken markt bepaalt, met een zeer laag marktaandeel in vergelijking met zijn concurrenten, met onderstreping van de zwakke en de sterke punten, in de eerste plaats de uitstekende reputatie van de onderneming voor hoge kwaliteit en de historische en culturele waarde die zij aan de Spaanse tradities hecht.

(61)

Voorts was het herstructureringsplan ingedeeld in twee verschillende fasen: tijdens de eerste fase werd de grote meerderheid van interventiemaatregelen voor 2004 gepland, terwijl de tweede fase bestond in de geleidelijke consolidatie van de globale toestand van Pickman in de jaren 2005-2009 (zie tabel 2). De interventiemaatregelen, die waren gericht op het herstel van de structurele zwakke punten van de onderneming en het veiligstellen van haar levensvatbaarheid op lange termijn, hadden betrekking op de invoering van een nieuwe beleidsstructuur, de planning van een organisatieschema dat paste bij het productieproces, de inkrimping en herschikking van het personeel, de onderhandeling over een nieuwe collectieve overeenkomst, de reorganisatie van de activiteiten van de fabrieken met het oog op optimalisatie, belangrijke modernisering van de technische en IT-voorzieningen, investering in een commerciële afdeling op het vlak van personeel en marketingcampagnes, oprichting van nieuwe distributiekanalen, het scheppen van een nieuw evenwicht tussen het eigen vermogen en het aandelenkapitaal, aanpassing van de solvabiliteitsratio en het verkrijgen van een minimaal liquiditeitsniveau.

(62)

In het plan voorzagen bovengenoemde interventiemaatregelen in een aantal prognoses - best-case, neutraal en worst-case-scenario - en de aanname van de tussenliggende veronderstellingen van 75 % productiviteit en verkoopniveaus die overeenkwamen met hetgeen de onderneming in 2002 behaalde, lijken realistische financiële prognoses waarvan de belangrijkste cijfers die tot op heden daadwerkelijk zijn behaald in tabel 1 worden aangegeven.

Tabel 1

[miljoen EUR]

 

2004

2005

2006

2007

2008

2009

Omzet

2,7

4,4

6,5

7,5

9,3

10,6

Eigen vermogen

–7,1

–7,9

–7,2

–5,8

–2,9

0,9

Exploitatiekosten

–5,5

–5,4

–5,5

–5,2

–5,3

–5,6

Personeel

–3,2

–3,2

–3,2

–3,1

–3,2

–3,3

Financiële vaste activa

0,4

0,01

0,1

0,07

0,1

0,2

Exploitatieresultaat

–1,9

–0,2

1,4

2,0

3,5

4,6

(63)

In de derde plaats moet elke buitensporige vervalsing van de mededinging worden vermeden. Aangezien „steun aan ondernemingen die tot de categorie van de kmo’s behoren doorgaans minder nadelige gevolgen (heeft) voor het handelsverkeer dan steun aan grote ondernemingen”, „(zal) de herstructureringssteun aan kmo’s niet algemeen aan compenserende maatregelen worden gebonden” (punt 55 van de richtsnoeren van 1999). In dit verband moet worden opgemerkt dat Pickman een middelgrote onderneming is met 137 werknemers, een omzet van 2 miljoen EUR in 2003 en een beperkt marktaandeel op communautair niveau. Ook moet worden opgemerkt dat de Commissie in het geval van Porcelanas del Principado, een middelgrote onderneming met activiteiten in dezelfde sector, geen compenserende maatregelen heeft opgelegd. In navolging van dezelfde praktijk dienen er voor de beperkte vervalsing van de mededinging die zou kunnen voortvloeien uit de steun aan Pickman geen compenserende maatregelen te worden genomen.

(64)

Bovendien blijkt in het geval van Pickman dat i) het herstructureringsplan naar verwachting niet zal leiden tot een capaciteitsverhoging; ii) het personeel van de onderneming zal worden gereorganiseerd, waarbij in bepaalde fabrieken personeelsinkrimping zal plaatsvinden terwijl op commercieel gebied en in IT zal worden geïnvesteerd; iii) het een kleine onderneming is, wat betekent dat zij voor steun in aanmerking kan komen; iv) de potentiële aanwezigheid van de onderneming op de markt zeer beperkt is en in 2003 in vergelijking met haar concurrenten zelfs nog beperkter was (zie bovenvermelde marktstudie); en v) volgens de Spaanse regionale-steunkaart voor de periode 2000-2006 (15), Andalusië een NUTS II-gebied was en, op grond van zijn bbp/KKS per capita van minder dan 60 % in vergelijking met het communautaire gemiddelde onder artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag valt.

(65)

In het licht van al het voorgaande, met name de verbintenis van Pickman om haar capaciteit niet te vergroten, het feit dat de begunstigde onder de definitie van een kmo valt, een beperkte concurrentiepositie heeft en zich bevindt in een gebied dat voor steunmaatregelen in aanmerking komt, is de Commissie, in overeenstemming met haar standaardpraktijk, van mening dat aan de derde voorwaarde is voldaan, aangezien de door de maatregelen veroorzaakte vervalsing van mededinging beperkt is en zeker niet van die mate is dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

(66)

In de vierde plaats moeten het bedrag en de intensiteit van de steun worden beperkt tot het strikte minimum dat nodig is om de herstructurering mogelijk te maken zodat deze kan worden ingevoerd op een wijze die evenredig is met de bestaande financiële middelen van de onderneming. Van de begunstigde van de steun wordt verwacht dat hij een belangrijke bijdrage levert aan het herstructureringsplan met zijn eigen middelen aangezien dit wordt beschouwd als een teken dat de markten er vertrouwen in hebben dat het bedrijf opnieuw levensvatbaar kan worden.

(67)

Voorts bedroeg het steunbedrag dat door de Spaanse autoriteiten aan Pickman werd toegekend 4,46 miljoen EUR. Een aanzienlijk gedeelte van de steun moest worden gebruikt om kortlopende schulden te betalen (aan de schuldeisers „Inversiones Jara SA” en „Faïencerie de Bouskoura”) terwijl de subsidies werden aangewend voor personeelskosten en, vooral, voor investeringen die in de loop der jaren zouden worden gedaan, zoals vermeld in tabel 2.

Tabel 2

[miljoen EUR]

 

2004

2005

2006

2007

2008

2009

Materiële en immateriële investeringen (16)

1,3

0,06

0,06

0,06

0,06

0,06

(68)

Bovendien droeg Pickman ten belope van 6,24 miljoen EUR zelf bij tot haar levensvatbaarheid, welk bedrag afkomstig was van particuliere leningen door de nieuwe eigenaar verkregen tegen marktvoorwaarden zonder enige vorm van overheidssteun. Dit bedrag vertegenwoordigt 58,3 % van de totale financiering, wat betekent dat Pickman dus een „belangrijke bijdrage” heeft geleverd, wat volledig overeenstemt met de bepalingen van de richtsnoeren van 1999. Bovendien tonen de financiële activa van de onderneming, zoals vermeld in tabel 1, duidelijk aan dat niet wordt verwacht dat het plan tot buitensporige liquiditeit zal leiden. De Commissie is dan ook van mening dat de steun beperkt is tot het minimum dat noodzakelijk is om de levensvatbaarheid van de onderneming te herstellen.

(69)

Tot besluit is de Commissie van mening dat, in het licht van het voorgaande, de maatregelen 3 tot en met 6 zoals opgenomen in het herstructureringsplan van Pickman voldoen aan de voorwaarden die in de richtsnoeren van 1999 zijn vervat voor kmo’s en dat zij verenigbaar moeten worden geacht met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag.

8.   CONCLUSIE

(70)

In het licht van het voorgaande concludeert de Commissie dat:

a)

maatregel 2 geen staatssteun vormt, aangezien de kas van de sociale verzekeringen handelde in overeenstemming met de zorgvuldigheid die van een hypothetische crediteur in een markteconomie mag worden verwacht;

b)

maatregelen 3 tot en met 6 staatssteun vormen die verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, in overeenstemming met de richtsnoeren van 1999;

c)

maatregel 7 een element van staatssteun bevat, maar dat dit onder het de minimis-plafond ligt dat geldig was op het ogenblik waarop de steun werd toegekend.

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De steun die Spanje heeft verleend door middel van maatregel 2, namelijk een kwijtschelding van schulden bij de sociale verzekeringen in het kader van een speciale overeenkomst die apart van de algemene crediteurenovereenkomst werd gesloten, is geen staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag, aangezien deze steun strookt met het beginsel van de particuliere schuldeiser in een markteconomie.

De steun die door Spanje is verleend door middel van de maatregelen 3, 4, 5 en 6, met betrekking tot consortiale leningen en subsidies toegekend door de regionale overheid van Andalusië in verband met een herstructureringsplan dat uitsluitend op nationaal niveau werd ingediend, is onwettige staatssteun die, op basis van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.

De steun die door Spanje is verleend door middel van maatregel 7, bestaande uit een garantie van de regionale overheid van Andalusië ten bedrage van 1,3 miljoen EUR op een lening van 1,6 miljoen EUR vormt de minimis-steun die buiten de werkingssfeer van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag valt.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht aan het Koninkrijk Spanje.

Gedaan te Brussel, 13 mei 2009.

Voor de Commissie

Neelie KROES

Lid van de Commissie


(1)  PB C 239 van 11.10.2007, blz. 12.

(2)  In de zin van de aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).

(3)  Gegevens van de website van de Europese keramische industrie www.cerameunie.eu en Eurostat http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page?_pageid=1073,46587259&_dad=portal&_schema=PORTAL&p_product_code=KS-BW-07-001

(4)  Om verwarring te voorkomen zal de nummering die in het besluit tot inleiding van de procedure werd gebruikt ook in onderhavige beschikking worden gebruikt.

(5)  PB C 244 van 1.10.2004, blz. 2.

(6)  PB C 71 van 11.3.2000, blz. 14.

(7)  N 507/2000 Regionale steunregeling voor investeringen en hieruit voortvloeiende werkgelegenheid, met name in kleine en middelgrote ondernemingen.

(8)  PB C 288 van 9.10.1999, blz. 2.

(9)  Beschikking 2004/32/EG van de Commissie (PB L 11 van 16.1.2004, blz. 1).

(10)  Zie koninklijk besluit 1/1994 van 20 juni 1994 tot goedkeuring van de gewijzigde tekst van de Ley General de la Seguridad Social [Algemene wet op de sociale verzekeringen], die verwijst naar artikel 1924, lid 1 van de Código Civil [Burgerlijk Wetboek] en artikel 913, lid 1, onder D), van de Código de Comercio [Wetboek van Koophandel].

(11)  Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in Zaak C-342/96 Spanje tegen Commissie, (Tubacex) Jurisprudentie 1996, blz. I-2459.

(12)  Zie bijvoorbeeld zaak N 512/07 (PB C 12 van 17.1.2009, blz. 1).

(13)  Verordening (EG) nr. 69/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de minimis-steun (PB L 10 van 13.1.2001, blz. 30).

(14)  Zie Beschikking 2004/32/EG van de Commissie (PB L 11 van 16.1.2004, blz. 1).

(15)  Zie de beschikking van de Commissie in Zaak N 773/1999, regionale-steunkaart voor de periode 2000-2006 (PB C 184 van 1.7.2000, blz. 22).

(16)  De investeringen bestaan uit de kosten van IT-voorzieningen en software (45 %), bouw (1,5 %), technische voorzieningen (12 %) en andere installaties (3 %).


Top