EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008D0767

2008/767/EG: Beschikking van de Commissie van 2 april 2008 betreffende steunmaatregel C 41/07 (ex NN 49/07) van Roemenië ten gunste van Tractorul (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1102) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 263 van 2.10.2008, p. 5–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/767/oj

2.10.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/5


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 2 april 2008

betreffende steunmaatregel C 41/07 (ex NN 49/07) van Roemenië ten gunste van Tractorul

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1102)

(Slechts de tekst in de Roemeense taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/767/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken (1), en gezien deze opmerkingen,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

(1)

Op 17 januari 2007 heeft de Commissie verzocht om algemene inlichtingen over diverse Roemeense overheidsbedrijven, waaronder SC Tractorul U.T.B. SA Brașov (hierna „Tractorul” genoemd), in het kader van de procedure van vrijwillige liquidatie. Roemenië heeft bij schrijven van 15 februari 2007 inlichtingen verstrekt. De Commissie heeft nadere inlichtingen gevraagd op 8 maart en 22 mei 2007, die Roemenië heeft verstrekt bij schrijven van 21 maart, 25 mei en 31 mei 2007. Op 3 mei 2007 vond een bespreking met de Roemeense autoriteiten plaats.

(2)

Bij schrijven van 5 juli en 30 juli 2007 heeft de Commissie de Roemeense autoriteiten aangemaand bepaalde aan het privatiseringscontract van Tractorul verbonden voorwaarden op te heffen. Zij gaf tegelijkertijd aan dat de Commissie, indien de onrechtmatige steun niet zou worden opgeschort, een beschikking krachtens artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag en artikel 11, lid 1, van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (2) (opschortingsbevel) zou kunnen geven.

(3)

Bij schrijven van 8 en 10 augustus 2007 hebben de Roemeense autoriteiten nadere inlichtingen verstrekt.

(4)

Bij schrijven van 25 september 2007 heeft de Commissie Roemenië ervan in kennis gesteld dat zij had besloten de in artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag bedoelde procedure inzake onrechtmatige steun in te leiden en bevel tot opschorting te geven. De beschikking om de procedure in te leiden is evenals het bevel tot opschorting bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (3). De Commissie heeft belanghebbenden verzocht hun opmerkingen over de steun te maken.

(5)

Bij schrijven van 27 november 2007 heeft Roemenië zijn opmerkingen ingediend. Bij schrijven van 28 november 2007 heeft Flavus Investiții SRL (hierna „Flavus” genoemd) zijn opmerkingen ingediend; deze zijn op 5 december 2007 naar Roemenië gezonden. Roemenië heeft zijn overwegingen naar aanleiding van de opmerkingen van Flavus ingediend bij schrijven van 4 januari 2008.

(6)

Bij schrijven van 12 december 2007 heeft de Commissie nadere inlichtingen gevraagd; deze werden ingediend bij schrijven van 14 en 15 januari 2008.

(7)

Op 19 december 2007 hebben de diensten van de Commissie een ontmoeting gehad met de Roemeense autoriteiten, in gezelschap van vertegenwoordigers van Flavus.

2.   BESCHRIJVING

2.1.   De onderneming

(8)

Tractorul is een staatsbedrijf. De Roemeense publieke privatiseringsinstantie AVAS heeft 80,17 % van de aandelen in handen, terwijl 17,15 % in het bezit is van een particulier investeringsfonds, SIF Transilvania, en de resterende 2,67 % in handen is van particuliere natuurlijke en rechtspersonen. Tot eind 2006 was Tractorul een grote producent van tractoren en landbouwmachines, gevestigd in een industriegebied dichtbij het stadscentrum van Brașov. Het had ongeveer 2 300 werknemers.

(9)

In 2006 had Tractorul verliezen van 46 miljoen EUR en geaccumuleerde schulden van ongeveer 250 miljoen EUR, waarvan 200 miljoen EUR aan de staatsbegroting. Als gevolg van deze aanzienlijke verliezen en schulden heeft Tractorul zijn activiteiten beëindigd en is het een procedure van vrijwillige liquidatie gestart op grond van noodverordening nr. 3/2007 van de regering.

(10)

AVAS heeft eerder diverse malen geprobeerd de onderneming te privatiseren, echter zonder enig succes.

(11)

Tractorul is gevestigd in Brașov, een gebied dat in aanmerking komt voor regionale steun uit hoofde van artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag.

2.2.   Beschrijving van de maatregelen

(12)

Begin 2007 had Tractorul aanzienlijke schulden geaccumuleerd, die het niet kon terugbetalen. De Roemeense regering heeft de insolventieprocedure echter zes maanden lang uitgesteld, middels de goedkeuring van noodverordening nr. 3/2007 van de regering. Tijdens die periode moest AVAS als aandeelhouder besluiten of het bedrijf zou worden geprivatiseerd of vrijwillig geliquideerd.

(13)

Op 23 februari 2007 heeft AVAS besloten het bedrijf vrijwillig te liquideren. Daartoe heeft AVAS in mei 2007 een openbare aanbesteding voor de aanstelling van een curator uitgeschreven, waarbij in de aanbestedingsdocumenten tevens het object van de liquidatie werd vastgelegd: twee „functionele modules” (4), namelijk de productie van tractoren en de productie van onderdelen van gietijzer. De curator Casa de Insolvență Transilvania (hierna „CIT” genoemd) heeft de opdracht gekregen en werd belast met het beheer van de verkoop van Tractorul.

(14)

Na het identificeren van de activa die bestemd waren voor de liquidatie heeft CIT op 5 juli 2007 een aanbesteding uitgeschreven in de vorm van een open biedprocedure voor de activa van het bedrijf, dat wil zeggen vastgoed (126 ha grond), inclusief fabrieksgebouwen, kantoren en appartementen, machines, intellectuele-eigendomsrechten en handelsmerken. De startprijs voor de verkoop van het geheel was 77 035 000 EUR.

(15)

Verschillende ondernemingen hebben aangekondigd dat zij zouden deelnemen, maar slechts drie hebben de startprijs van 77 miljoen EUR aanvaard. Aangezien Flavus de eerste onderneming was die een bod indiende en de andere concurrent geen hogere prijs heeft geboden, haalde Flavus de verkoop binnen. Het kadercontract voor de verkoop en het verkoopcontract werden kort daarna ondertekend.

(16)

In de aanbestedingsdocumenten werden diverse verplichtingen van de koper genoemd: handhaven van het voorwerp van de activiteit, dat wil zeggen de productie van tractoren, gedurende de komende tien jaar; bij aanwerving voorrang verlenen aan voormalige werknemers van Tractorul; zorgen voor reserveonderdelen en dienstverlening gedurende de komende twee jaar (garantie) en 10 jaar (post-garantie); leveren van componenten van gietijzer gedurende de komende vijf jaar.

3.   BESLUIT TOT INLEIDING VAN DE FORMELE ONDERZOEKSPROCEDURE EN TOT HET GEVEN VAN EEN OPSCHORTINGSBEVEL

(17)

De formele onderzoeksprocedure werd ingeleid vanwege het vermoeden dat de liquidatieprocedure in feite een privatisering onder voorwaarden was met als vereiste het voortzetten van de productieactiviteit van het bedrijf, waardoor de verkoopprijs lager was en de verkochte entiteit of de koper bijgevolg een voordeel verwierf.

(18)

Ten eerste: gezien de op dat moment beschikbare informatie, voornamelijk gebaseerd op artikelen in de pers, had de Commissie redenen om aan te nemen dat AVAS overwoog aan de verkoop van Tractorul bepaalde voorwaarden te verbinden die handhaving van het productie- en werkgelegenheidsniveau zekerstelden. De Commissie had het vermoeden dat deze voorwaarden de verkoopprijs naar beneden zouden kunnen halen en andere geïnteresseerden zouden kunnen weerhouden van het doen van een bod.

(19)

Ten tweede: de Roemeense autoriteiten hebben geen afdoend bewijs verstrekt dat vrijwillige liquidatie, inclusief verkoop van de functionele modules, de meest voordelige oplossing is voor de staat als aandeelhouder en de crediteuren, in tegenstelling tot gerechtelijke liquidatie. De Commissie betwijfelde of een marktpartij de kostbare grond in de nabijheid van het stadscentrum van Brașov zou hebben gekoppeld aan de verouderde fabrieksgebouwen en machines, in plaats van de grond op te delen die niet noodzakelijk is voor de productieactiviteit en deze afzonderlijk te verkopen, om er zo een hogere prijs voor te krijgen.

(20)

Omdat de Roemeense autoriteiten, ondanks de herhaalde waarschuwingen van de Commissie, een openbare aanbesteding uitschreven voor de levensvatbare modules en kort daarna met het bedrijf dat de verkoop binnenhaalde een contract sloten, heeft de Commissie tegelijkertijd een opschortingsbevel gegeven.

4.   OPMERKINGEN VAN ROEMENIË

(21)

Roemenië betoogt dat AVAS bij het verkopen van de levensvatbare modules van Tractorul is opgetreden als marktpartij en de hoogst mogelijke prijs heeft gekregen. Er was derhalve geen sprake van staatssteun.

(22)

Ten eerste: Roemenië voert aan dat Tractorul niet is geprivatiseerd, maar een procedure van vrijwillige liquidatie is gestart. Privatisering houdt in dat de aandelen van de onderneming door de staat aan derden worden verkocht, terwijl de onderneming blijft bestaan. Vrijwillige liquidatie daarentegen betekent dat de activa van de onderneming worden verkocht, de schulden in de bij wet vastgestelde rangorde aan de crediteuren worden betaald en eventuele resterende bedragen over de aandeelhouders worden verdeeld. Aan het eind van deze operatie houdt de onderneming op te bestaan en wordt zij uit het bedrijfsregister geschrapt.

(23)

Verder merkt Roemenië op dat de vrijwillige liquidatie van de onderneming verliep via een open, transparante en niet-discriminatoire aanbestedingsprocedure zonder voorwaarden. De aanbestedingsprocedure heeft in de plaatselijke en landelijke pers de nodige aandacht gekregen.

(24)

Aan de aanbesteding van de levensvatbare modules waren geen voorwaarden verbonden, zodat de verkoopprijs niet naar beneden is gehaald. De verkoopovereenkomst tussen Tractorul en Flavus omvat voor de koper niet de verplichting om de activiteiten gedurende een periode van tien jaar te handhaven of om een bepaald aantal werknemers van de vorige onderneming over te nemen. De verkoopprijs is derhalve de marktwaarde van Tractorul.

(25)

Ten tweede: Roemenië voert aan dat AVAS weliswaar voornemens was de twee functionele modules afzonderlijk te verkopen, maar dat de onafhankelijke curator CIT na de eerste evaluatie de aanbeveling deed dat de verkoop van het volledige industriële platform als geheel voordeliger was dan de verkoop van elk onderdeel afzonderlijk, met name omdat het industriële platform ook bepaalde minder aantrekkelijke activa omvat (bijvoorbeeld stukken grond zonder toegang tot enige plaatselijke infrastructuur en/of in de nabijheid van de afvalstortplaats, verouderde gebouwen enz.), die waarschijnlijk niet individueel kunnen worden verkocht.

(26)

Volgens dit evaluatierapport bedroeg de som van alle activa van Tractorul ongeveer 100 miljoen EUR. Om de bijkomende liquidatie- en onderhoudskosten van afzonderlijke verkoop van de activa te voorkomen, bood de curator de activa aan als geheel (functionele module) en berekende hij een korting van 23 %. Zo kwam de startprijs op 77 miljoen EUR. Dit was de marktwaarde. Geen enkele concurrent bood een hogere prijs.

(27)

Tot slot: Roemenië heeft toegelicht dat de procedure van vrijwillige liquidatie was toegestaan op grond van het nationale vennootschapsrecht (wet nr. 31/1990) en op grond van de speciale wet inzake het versnellen van privatiseringen (wet nr. 137/2002). Roemenië verzekerde dat vrijwillige liquidatie een snellere procedure was met minder hoge kosten voor de onderneming. Tegelijkertijd beschikken de crediteuren over identieke controlehulpmiddelen om ervoor te zorgen dat hun rechten niet worden geschonden.

5.   OPMERKINGEN VAN DERDEN

(28)

Bij schrijven van 24 oktober 2007 neemt Flavus deel aan de procedure van de Commissie als belanghebbende.

(29)

Ten eerste voert Flavus aan dat de aanbesteding van Tractorul open, transparant en niet-discriminatoir is verlopen. De aanbestedingsprocedure heeft in de plaatselijke en landelijke pers de nodige aandacht gekregen.

(30)

Ten tweede merkt Flavus op dat er geen voorwaarden verbonden waren aan de verkoop van de levensvatbare modules van Tractorul. Het vereiste om het voorwerp van de activiteit (dat wil zeggen de productie van tractoren) gedurende de komende tien jaar te handhaven, is eigenlijk geen voorwaarde, omdat dit niet de verplichting inhoudt om ook effectief tractoren te produceren. Voorts licht Flavus toe dat het de levensvatbare modules heeft gekocht vanwege het economisch potentieel van de grond voor de ontwikkeling van vastgoed en dat het geen plannen heeft om op dezelfde plaats opnieuw te beginnen met de productie van tractoren. De eis is derhalve niet bezwarend, maar een zuiver administratieve procedure om het voorwerp van de activiteit te registreren in het handelsregister.

(31)

Wat de verplichting betreft om bij aanwerving voorrang te verlenen aan voormalige werknemers van Tractorul, voert Flavus aan dat dit geen bezwarende voorwaarde is die een neerwaartse bijstelling van de verkoopprijs rechtvaardigt.

(32)

Samenvattend, volgens Flavus zijn de voorwaarden die in het aanbestedingsdocument worden genoemd, geen reden om de verkoopprijs te verlagen. Dit komt ook naar voren uit het evaluatierapport dat is opgesteld door een onafhankelijke deskundige die door de curator is benoemd om een evaluatie van Tractorul te verrichten.

6.   BEOORDELING

6.1.   Staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag

(33)

Artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag bepaalt dat, behoudens de afwijkingen waarin dit Verdrag voorziet, steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.

(34)

In artikel 295 van het EG-Verdrag wordt bepaald dat de communautaire regels geen onderscheid maken tussen openbaar en particulier eigendom. Volgens artikel 86, lid 1, van het EG-Verdrag zijn openbare bedrijven in gelijke mate onderworpen aan de regels betreffende staatssteun.

(35)

Overeenkomstig de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (5) en de regels en praktijk van de Commissie inzake staatssteun in de context van privatiseringen (6) geldt dat wanneer een lidstaat eigenaar is van een onderneming of deze verkoopt of in een andere context een onderneming of aandelen van een onderneming koopt, er geen sprake is van staatssteun indien het gedrag van die lidstaat overeenkomt met het gedrag van een particuliere investeerder in een markteconomie.

(36)

Wanneer de privatisering bijgevolg plaatsvindt door aandelenverkoop op de beurs wordt algemeen aangenomen dat er sprake was van marktomstandigheden en niet van staatssteun. Wanneer de privatisering plaatsvond in de vorm van een handelstransactie kan worden aangenomen dat er geen staatssteun is verleend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1. het bedrijf is verkocht via een transparante en niet-discriminatoire aanbesteding waaraan eenieder kan deelnemen; 2. er zijn geen voorwaarden gesteld die in vergelijkbare transacties tussen particulieren ongebruikelijk zijn en die tot een lagere verkoopprijs kunnen leiden; 3. het bedrijf is aan de hoogste bieder verkocht; 4. de bieders krijgen voldoende tijd en informatie om een goede taxatie van de te kopen activa te kunnen uitvoeren (7). In andere gevallen moeten handelstransacties worden onderzocht op mogelijke steun en is aanmelding derhalve verplicht.

(37)

Om dus na te gaan of staatssteun een rol speelt bij een transactie betreffende staatsbezit moet meestal worden bepaald of een marktpartij in een dergelijke situatie op dezelfde wijze zou hebben gehandeld, dat wil zeggen het bedrijf tegen dezelfde prijs zou hebben verkocht. Bij toepassing van dit marktpartij-uitgangspunt mogen niet-economische overwegingen, bijvoorbeeld redenen die verband houden met het industriebeleid of de werkgelegenheid of doelstellingen op het gebied van regionale ontwikkeling, die voor een marktpartij geen rol spelen, niet in aanmerking worden genomen als reden om een lagere prijs te accepteren. Deze wijzen juist op het bestaan van steun. Dit principe is herhaaldelijk door de Commissie uitgelegd (8) en steeds door het Hof bekrachtigd (9).

(38)

Bijgevolg neemt de Commissie aan dat de privatisering, indien aan een of meer van de bovengenoemde eisen niet is voldaan, moet worden beoordeeld om te bezien of er sprake is van staatssteun, en derhalve moet worden aangemeld (10). Naleving van de eisen houdt in dat ervoor wordt gezorgd dat de staat de hoogste prijs, dat wil zeggen de marktprijs, voor zijn activa ontvangt en dat er geen sprake is van staatssteun.

(39)

Als de staat de koper voorwaarden oplegt, kan dat tot een lagere verkoopprijs leiden. De staat neemt dan genoegen met minder inkomsten. Ook is het mogelijk dat voorwaarden potentiële gegadigden ervan weerhouden een bod uit te brengen, wat de mededinging rond de aanbesteding verstoort, waardoor zelfs het hoogste bod dat uiteindelijk wordt gedaan niet noodzakelijk de feitelijke marktwaarde weerspiegelt (11).

(40)

Als de staat dit soort voorwaarden oplegt en zodoende accepteert dat hij niet de beste prijs voor zijn aandelen of activa ontvangt, handelt hij niet als marktpartij, want die probeert altijd de hoogst mogelijke prijs te krijgen. De staat kiest er dan voor het bedrijf te verkopen voor een prijs die onder de marktwaarde ligt. Een marktpartij heeft er geen economisch belang bij dat soort voorwaarden te stellen (met name voorwaarden zoals het behoud van de werkgelegenheid, voorwaarden die de betrokken geografische regio ten goede komen of het afdwingen van een bepaald investeringsniveau), maar zou het bedrijf gewoon aan de hoogste bieder verkopen, die vervolgens na de overname onbelemmerd de toekomst van het bedrijf of de activa kan bepalen (12).

(41)

Dit betekent niet dat alle voorwaarden in een privatisering automatisch leiden tot de aanwezigheid van staatssteunelementen. Ten eerste is er geen probleem met voorwaarden die gebruikelijk zijn bij dit soort transacties tussen particulieren (zoals bepaalde standaardvrijwaringen, gegevens betreffende de financiële situatie van de bieder of nakoming van de arbeidsmarktvoorschriften van het land). Ten tweede is er ingeval van voorwaarden die ongebruikelijk zijn bij transacties tussen particulieren slechts sprake van staatssteun in zoverre deze een lagere verkoopprijs mogelijk maken en voordeel kunnen opleveren. Van geval tot geval moet worden bepaald of dergelijke voorwaarden al dan niet leiden tot staatssteun (13).

(42)

Bij het inleiden van de procedure uit hoofde van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag betwijfelde de Commissie of de verkoop van Tractorul was gebaseerd op een open, transparante, niet-discriminatoire en onvoorwaardelijke aanbesteding. Op grond van de op dat moment beschikbare informatie, die voornamelijk gebaseerd was op artikelen in de pers, had de Commissie redenen om aan te nemen dat AVAS, gezien de aanbestedingsdocumenten die het had gepubliceerd voor de benoeming van de curator, had besloten Tractorul in de vorm van functionele modules te verkopen en daaraan al in een vroeg stadium voorwaarden had verbonden om het behoud van de productieactiviteit gedurende de komende tien jaar en het overnemen van voormalige werknemers zeker te stellen. Volgens de Commissie konden deze voorwaarden de verkoopprijs naar beneden halen. Door deze voorwaarden aan de verkoop te verbinden trad de staat derhalve niet op als marktpartij. Vanwege de voorwaarden kan er derhalve sprake zijn geweest van staatssteun.

(43)

Op basis van de informatie die door Roemenië is verstrekt, merkt de Commissie op dat de voorwaarden die zijn verbonden aan de verkoop van Tractorul zo waren geformuleerd dat zij geen bezwarende verplichtingen omvatten voor potentiële kopers, omdat het zuiver formele vereisten waren. De voorwaarde om het voorwerp van de activiteit gedurende de komende tien jaar te behouden, had betrekking op de registratie van het voorwerp van de activiteit, d.w.z. de productie van tractoren en andere landbouwmachines, in het handelsregister, en verplicht de koper niet de feitelijke productie van tractoren voort te zetten. De koper, Flavus, verklaarde dat zijn juridisch adviseur eveneens had bevestigd dat deze clausule niet betekende dat een bepaalde productieactiviteit moest worden uitgeoefend. Flavus is in elk geval niet van plan op dezelfde plaats opnieuw een productieactiviteit te starten.

(44)

Ook de verplichting om bij aanwerving voorrang te verlenen aan voormalige werknemers van Tractorul of om reserveonderdelen en componenten te leveren zijn geen bezwarende verplichtingen. Deze verplichtingen werden in de aanbestedingsdocumenten „best effort”-clausules genoemd en zijn dus niet verplicht of bindend voor de nieuwe eigenaar.

(45)

De Roemeense autoriteiten hebben verklaard dat AVAS deze symbolische eisen opnam, omdat het de goede naam van de onderneming veilig wilde stellen, alsook van haar producten, die voor een groot deel nog te vinden zijn op de Roemeense markt.

(46)

Gezien de bovenstaande overwegingen luidt de conclusie van de Commissie dat, aangezien zij geen bezwarend karakter hadden en dit voor alle potentiële kopers duidelijk was uit de formulering van de aanbestedingsdocumenten, deze voorwaarden de verkoopprijs niet omlaag brachten en ook niet van dien aard waren dat zij potentiële investeerders ervan konden weerhouden een bod te doen, en bijgevolg niet tot een verlies aan staatsmiddelen leidden. Deze conclusie wordt ondersteund door het feit dat geen van de vier bedrijven die een bod hebben gedaan in het kader van de aanbesteding, ook maar enige betrokkenheid hadden bij de productie van tractoren. De Commissie is derhalve van mening dat de gestelde voorwaarden niet resulteerden in staatssteun.

(47)

Bij het inleiden van de procedure uit hoofde van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag betwijfelde de Commissie of vrijwillige liquidatie, inclusief verkoop van de levensvatbare modules, de meest voordelige oplossing was voor de staat als aandeelhouder en de crediteuren, in tegenstelling tot gerechtelijke liquidatie of verkoop van elk onderdeel apart.

(48)

Roemenië betoogt dat AVAS is opgetreden als marktpartij en de hoogst mogelijke prijs voor Tractorul heeft gekregen. Daartoe heeft AVAS, middels een open, transparante, niet-discriminatoire en onvoorwaardelijke aanbestedingsprocedure, een onafhankelijke curator benoemd die de vrijwillige liquidatie zou uitvoeren.

(49)

Op basis van de informatie die door Roemenië is verstrekt, merkt de Commissie op dat AVAS aanvankelijk voornemens was de twee functionele modules, namelijk de tractorfabriek en de productie van gietijzer, afzonderlijk te verkopen. Gebaseerd op de eigen evaluatie van de 37 afzonderlijke activa, heeft CIT, de curator, echter de aanbeveling gedaan het industriële platform met het oog op een maximale opbrengst als geheel te verkopen en alleen als er geen potentiële koper belangstelling toont voor het gebied als geheel over te gaan tot verkoop van elk onderdeel van de activa van het bedrijf apart.

(50)

De curator heeft de voordelen van een dergelijke omvangrijke verkoop goed onderbouwd. Ten eerste: op de plattegronden die door de Roemeense autoriteiten zijn verstrekt, zijn diverse percelen te zien die gelegen zijn aan de achterzijde van het industriële platform, in de nabijheid van de afvalstortplaats, en die niet zijn aangesloten op een weg, zodat zij in feite niet toegankelijk zijn. Ten tweede: de waarde van de afzonderlijke activa van het industriële platform varieerde aanzienlijk, afhankelijk van hun individuele ligging, de staat van de gebouwen en het al dan niet beschikken over een aansluiting op de plaatselijke infrastructuur. Ten derde: een meerderheid van de potentiële investeerders had belangstelling voor het gebied dat bestemd was voor de ontwikkeling van vastgoed; van de in totaal 26 aanbestedingsdocumenten die werden ontvangen, hadden er 17 betrekking op het volledige platform van Tractorul.

(51)

Bijgevolg was de curator van mening dat het zeer waarschijnlijk was dat de minder aantrekkelijke activa niet op individuele basis aan een potentiële investeerder konden worden verkocht. Als gevolg daarvan zouden die activa extra administratie- en onderhoudskosten genereren voor Tractorul en uiteindelijk voor AVAS als eigenaar. Ook het opdelen van de grond zou aanzienlijke administratieve kosten genereren, bijvoorbeeld uitgaven voor kadastrale metingen en grondregistratie.

(52)

De strategie om Tractorul als geheel te verkopen, werd vervolgens ook overgenomen door AVAS.

(53)

Wat de verkregen prijs betreft, merkt de Commissie op dat de waarde van de activa van Tractorul (d.w.z. de som van de waarde van de 37 afzonderlijke activa), volgens het evaluatierapport waartoe de curator opdracht heeft gegeven, ongeveer 100 miljoen EUR bedroeg, waarop een korting van 23 % werd berekend voor aan elkaar gekoppelde activa, hetgeen leidde tot een startprijs van 77 miljoen EUR. Deze korting is gebaseerd op de ervaring van de curator en op het feit dat de verkoop als geheel significante voordelen biedt, in tegenstelling tot verkoop van elk onderdeel apart.

(54)

De procedure waarvoor de curator voor de verkoop van Tractorul opteerde, was de aanbesteding. Volgens de procedurele regels vastgelegd in regeringsbesluit nr. 577/2002 geldt dat, indien er in een bepaald stadium ten minste twee inschrijvers zijn, en geen van beiden in dat stadium hoger biedt (voorafgaand aan de procedure vastgelegd op 5 %), de inschrijver met het laagste inschrijvingsnummer de opdracht krijgt (14). Aangezien Flavus en een tweede investeerder akkoord gingen met de startprijs, maar geen van beiden bereid was een hoger bod uit te brengen, werd Tractorul voor 77 miljoen EUR verkocht aan de inschrijver met het laagste inschrijvingsnummer, namelijk Flavus. Bijgevolg kreeg de curator voor de activa van de onderneming de marktprijs en was er geen sprake van een verlies aan staatsmiddelen.

(55)

In het licht van het bovenstaande luidt de conclusie van de Commissie dat AVAS, gezien de bijzondere details van deze zaak, door de verkoop van de activa van Tractorul als geheel daarvoor de marktprijs heeft gekregen, geen staatsmiddelen heeft verloren en is opgetreden als marktpartij.

6.2.   Staatssteun: conclusie

(56)

Gebaseerd op bovenstaande evaluatie waren aan de verkoop van Tractorul geen voorwaarden verbonden die de verkoopprijs omlaag konden brengen of potentiële investeerders ervan konden weerhouden een bod te doen. Door alle activa als geheel te verkopen in het kader van de vrijwillige liquidatieprocedure heeft AVAS de hoogst mogelijke marktprijs verkregen, geen staatsmiddelen verloren en is het opgetreden als marktpartij. Bijgevolg is bij de verkoop van Tractorul geen sprake van staatssteun.

7.   CONCLUSIE

(57)

De Commissie is van mening dat de verkoop van Tractorul door de Roemeense privatiseringsinstantie AVAS op 6 juli 2007 geen steun omvat,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De verkoop door Roemenië aan Flavus Investiții SRL van het industriële platform Tractorul omvat geen steun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot Roemenië.

Gedaan te Brussel, 2 april 2008.

Voor de Commissie

Neelie KROES

Lid van de Commissie


(1)  PB C 249 van 24.10.2007, blz. 21.

(2)  PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1.

(3)  Zie voetnoot 1.

(4)  De Commissie heeft in haar inleidingsbesluit de term „levensvatbare activiteit” gebruikt. Deze term werd door Roemenië echter betwist, met het argument dat de activa van Tractorul niet van dien aard zijn dat zij het verrichten van een activiteit mogelijk maken die vanuit economisch oogpunt levensvatbaar is. Roemenië heeft de term „functionele activa” voorgesteld.

(5)  Zie bijvoorbeeld zaak T-296/97 Alitalia, de zaken T-228/99 en T-233/99 WestLB/Commissie, zaak T-366/00 Scott SA, zaken C-328/99 en C-399/00 Italië en SIM 2 Multimedia/Commissie en zaak T-358/94 Air France/Commissie.

(6)  XXIIIe verslag over het mededingingsbeleid (1993), blz. 255.

(7)  Punt 402 e.v. van het XXIIIe verslag over het mededingingsbeleid (1993). Zie ook punt 248 van het XXIe verslag over het mededingingsbeleid (1991), dat stelt dat er „geen steun in het spel is wanneer de aandelen als uitkomst van een open en onvoorwaardelijke biedprocedure aan de hoogste bieder worden verkocht. Indien aandelen op andere voorwaarden worden verkocht, kan er sprake zijn van steunelementen.”.

(8)  Zie bijvoorbeeld de beschikking van de Commissie van 3 mei 2000, TASQ, PB L 272 van 25.10.2000; daarin stelt de Commissie dat „de Franse autoriteiten ook hebben aangetoond dat de aanbesteding transparant en onvoorwaardelijk was […]. Met name bleek uit de aan de Commissie voorgelegde documenten dat aan de verkoop van TASQ geen voorwaarden waren verbonden, zoals bijvoorbeeld behoud van werkgelegenheid, vestigingsplaats of voortzetting van de activiteit.”. Hierdoor kon de Commissie concluderen dat er geen steun was besloten in de privatisering.

(9)  Zie bijvoorbeeld zaak T-228/99 en T-233/99 WestLB/Commissie, zaak T-366/00 Scott SA, zaken C-328/99 en C-399/00 Italië en SIM 2 Multimedia/Commissie en zaak T-358/94 Air France/Commissie; zaak T-296/97 Alitalia.

(10)  Zie XXIIIe verslag over het mededingingsbeleid (1993), blz. 255.

(11)  In de beschikking van de Commissie van 15 februari 2000, Dessauer Geräteindustrie (PB L 1 van 4.1.2001, blz. 10) leidde het ontbreken van voorwaarden oftewel het onvoorwaardelijke karakter van de aanbesteding juist tot de conclusie van de Commissie dat er geen sprake was van steun in de privatiseringsprocedure.

(12)  Zie de beschikking van de Commissie van 27 februari 2008, Privatisering van Automobile Craiova, Roemenië, nog niet gepubliceerd.

(13)  Een dergelijke analyse is bijvoorbeeld ook uitgevoerd in de Beschikking van de Commissie van 20 juni 2001 inzake de verkoop van aandelen in GSG–Land Berlin, PB C 67 van 16.3.2002, blz. 33. Daaruit kon de Commissie concluderen dat er ondanks enkele ongebruikelijke voorwaarden geen sprake was van steun omdat bleek dat deze voorwaarden niet tot een lagere verkoopprijs konden leiden.

(14)  Het inschrijvingsnummer is het volgnummer bij indiening van de aanbestedingsdocumenten.


Top