EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005D0730

2005/730/EG: Beschikking van de Raad van 20 september 2005 betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Portugal

PB L 274 van 20.10.2005, p. 91–92 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 09/07/2008; opgeheven door 32008D0561 De einddatum van de geldigheid is gebaseerd op de datum van bekendmaking van de intrekkingshandeling die van kracht wordt op de datum van kennisgeving ervan. Van de intrekkingshandeling is kennisgeving gedaan, maar omdat de datum van kennisgeving niet beschikbaar is in EUR-Lex, wordt de datum van bekendmaking gebruikt.

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2005/730/oj

20.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 274/91


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 20 september 2005

betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Portugal

(2005/730/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 104, lid 6,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Gezien de opmerkingen van Portugal,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 104 van het Verdrag dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden.

(2)

Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende krachtige duurzame groei te verbeteren.

(3)

De buitensporigtekortprocedure van artikel 104 voorziet in een beschikking betreffende het bestaan van een buitensporig tekort. Het aan het Verdrag gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten bevat nadere bepalingen betreffende de toepassing van de buitensporigtekortprocedure. Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad van 22 november 1993 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (1), bevat gedetailleerde regels en definities voor de toepassing van de bepalingen van genoemd protocol.

(4)

Krachtens artikel 104, lid 5, van het Verdrag moet de Commissie advies uitbrengen aan de Raad indien zij van oordeel is dat er in een lidstaat een buitensporig tekort bestaat of kan ontstaan. Op 20 juli 2005 heeft de Commissie een dergelijk advies over Portugal aan de Raad uitgebracht. Rekening houdend met haar verslag op grond van artikel 104, lid 3, van het Verdrag en gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité overeenkomstig artikel 104, lid 4, van het Verdrag is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er in Portugal een buitensporig tekort bestaat. Bij haar beoordeling heeft de Commissie rekening gehouden met het voor de Europese Raad bestemde verslag van de Raad (Ecofin) met als titel „De uitvoering van het stabiliteits- en groeipact verbeteren”, dat op 22 maart 2005 door de Europese Raad is bekrachtigd.

(5)

In artikel 104, lid 6, van het Verdrag wordt bepaald dat de Raad rekening moet houden met de opmerkingen die de betrokken lidstaat eventueel wenst te maken, alvorens, na een algehele evaluatie te hebben gemaakt, te besluiten of er al dan niet een buitensporig tekort bestaat. In het geval van Portugal leidt deze algehele evaluatie tot de volgende conclusies.

(6)

Volgens het geactualiseerde Portugese stabiliteitsprogramma van juni 2005 zal het overheidstekort over 2005 uitkomen op 6,2 % van het BBP. Met dit tekort wordt de referentiewaarde van 3 % van het BBP duidelijk overschreden. De overschrijding van de referentiewaarde wordt niet veroorzaakt door een ongewone gebeurtenis die buiten de macht van de Portugese autoriteiten viel, en evenmin door een zware economische inzinking. De BBP-groei is sinds 2000 weliswaar sterk teruggelopen, maar in 2004 kende de economie weer een positieve groei. Volgens de voorjaarsprognoses 2005 van de diensten van de Commissie en volgens het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van juni 2005 blijft er in de komende jaren sprake van een geleidelijke, maar wel bescheiden opwaartse trend. Voorts is er weliswaar sprake van een forse negatieve output gap en zal deze in de komende jaren naar verwachting niet fors verminderen, toch staat de verslechtering van het overheidssaldo in geen verhouding tot de recente toename van de output gap. De overschrijding van de referentiewaarde kan dan ook niet worden aangemerkt als een gevolg van een zware economische inzinking. Volgens de voorjaarsprognoses 2005 van de diensten van de Commissie zal het overheidstekort ook in 2006, wanneer het economische herstel naar verwachting geleidelijk op gang komt, ruim boven de referentiewaarde van het Verdrag blijven. Verder wordt in het geactualiseerde Portugese stabiliteitsprogramma van juni 2005 ervan uitgegaan dat het overheidstekort in de komende jaren terugloopt, maar wel tot 2007 boven de referentiewaarde uitkomt.

(7)

De overschrijding van deze waarde kan niet worden aangemerkt als tijdelijk in de zin van het Verdrag en het stabiliteits- en groeipact. Er lijkt dus niet te worden voldaan aan het tekortcriterium van het Verdrag.

(8)

In 2003 doorbrak de schuldquote de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60 % van het BBP. In 2004 kwam deze uit op 61,9 %, een stijging van circa 8,5 percentagepunten sinds 2000. Deze stijging is te wijten aan een zeer laag primair overschot, een omvangrijke schuldverhogende stock-flow adjustment en de lage nominale BBP-groei. Bovendien geven de in het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van juni 2005 vermelde schuldprognoses voor 2005-2007, die grotendeels overeenkomen met de schuldprognoses van de diensten van de Commissie uit het voorjaar van 2005, aan dat de quote fors zal blijven stijgen en in 2007 een hoogste stand van net onder de 68 % zal bereiken. Dit is in strijd met het Verdrag, dat voorschrijft dat bij een overschrijding van de referentiewaarde van 60 % van het BBP de schuldquote „in voldoende mate afneemt en de referentiewaarde in een bevredigend tempo benadert”. Er lijkt dus niet te worden voldaan aan het schuldcriterium van het Verdrag.

(9)

Volgens het voor de Europese Raad bestemde verslag van de Raad (Ecofin) met als titel „De uitvoering van het stabiliteits- en groeipact verbeteren”, is de inaanmerkingneming van andere relevante factoren in het besluit van de Raad over het al dan niet bestaan van een buitensporig tekort in overeenstemming met art. 104, lid 6, van het Verdrag „volledig ondergeschikt aan het overkoepelende principe dat, alvorens andere relevante factoren in aanmerking worden genomen, het tekort de referentiewaarde slechts tijdelijk overschrijdt en dicht bij de referentiewaarde blijft”. In het geval van Portugal is niet aan deze voorwaarde voldaan. Om die reden wordt in het geval van Portugal in het besluit van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 6, van het Verdrag geen rekening gehouden met andere relevante factoren,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uit een algehele evaluatie volgt dat er in Portugal een buitensporig tekort bestaat.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Portugese Republiek.

Gedaan te Brussel, 20 september 2005.

Voor de Raad

De voorzitster

M. BECKETT


(1)  PB L 332 van 31.12.1993, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 351/2002 van de Commissie (PB L 55 van 26.2.2002, blz. 23).


Top