EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005D0729

2005/729/EG: Beschikking van de Raad van 7 juni 2005 tot intrekking van Beschikking 2005/136/EG betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Nederland

PB L 274 van 20.10.2005, p. 89–90 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 173M van 27.6.2006, p. 26–27 (MT)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2005/729/oj

20.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 274/89


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 7 juni 2005

tot intrekking van Beschikking 2005/136/EG betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Nederland

(2005/729/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 104, lid 12,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 2005/136/EG (1) heeft de Raad op aanbeveling van de Commissie overeenkomstig artikel 104, lid 6, van het Verdrag besloten dat er in Nederland een buitensporig tekort bestond.

(2)

Overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag richtte de Raad op 2 juni 2004 een aanbeveling tot Nederland om te bereiken dat deze buitensporigtekortsituatie wordt verholpen. In deze aanbeveling werd, in samenhang met artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (2), de termijn voor het corrigeren van het buitensporige tekort bepaald op uiterlijk 2005.

(3)

Overeenkomstig artikel 104, lid 12, van het Verdrag wordt een beschikking van de Raad betreffende het bestaan van een buitensporig tekort ingetrokken indien de Raad van oordeel is dat het buitensporige tekort in de betrokken lidstaat is gecorrigeerd.

(4)

De definities van „overheid” en „tekort” zijn vastgelegd in het Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten door verwijzingen naar het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR), tweede editie. De gegevens voor de buitensporigtekortprocedure worden door de Commissie verstrekt.

(5)

Uit de gegevens die de Commissie heeft verstrekt nadat Nederland vóór 1 maart 2005 gegevens had meegedeeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad van 22 november 1993 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (3) uit de vervolgens op 31 maart 2005 aan Eurostat meegedeelde herziene overheidsrekeningen, alsmede uit de voorjaarsprognoses 2005 van de diensten van de Commissie, kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

het overheidstekort voor 2004 wordt op 2,3 % van het BBP geraamd, tegen 3,2 % in 2003. Het werkelijke resultaat voor 2004 is in overeenstemming met de aanbeveling van de Raad op grond van artikel 104, lid 7, van het Verdrag waarin er met name op werd aangedrongen het overheidstekort uiterlijk in 2005 onder de referentiewaarde van 3 % van het BBP terug te dringen. In 2004 werd de begrotingsaanpassing voortgezet door middel van forse bezuinigingsmaatregelen, die gedeeltelijk in de begroting voor 2004 waren opgenomen en gedeeltelijk in een op 14 april 2004 goedgekeurd aanvullend consolidatiepakket waren vervat. De tekortreductie werd tevens mede in de hand gewerkt door groter dan verwachte belastingontvangsten en extra inkomsten uit de verkoop van aardgas als gevolg van de hoge olieprijzen;

de genomen begrotingsmaatregelen zijn erop gericht een duurzame verbetering van het overheidssaldo teweeg te brengen. In de voorjaarsprognoses 2005 van de diensten van de Commissie wordt voor 2005 uitgegaan van een verdere daling van het overheidstekort tot 2,0 % van het BBP. Deze daling is hoofdzakelijk het gevolg van bezuinigingsmaatregelen van overwegend structurele aard ten belope van in totaal 0,5 % van het BBP. Deze ontwikkeling spoort met het officiële streefcijfer voor het tekort van 2,1 % van het BBP. Op basis van de thans bekende beleidsmaatregelen wordt in de voorjaarsprognoses 2005 van de diensten van de Commissie voor 2006 een verdere daling van het tekort tot 1,6 % van het BBP voorspeld, hetgeen duidt op een duurzame correctie van het begrotingstekort;

de begrotingsconsolidatie zal worden ondersteund door een reductie van het conjunctuurgezuiverde saldo, dat naar verwachting vrijwel op nul zal uitkomen nadat het buitensporige tekort is gecorrigeerd. Het conjunctuurgezuiverde tekort heeft een scherpe daling te zien gegeven van 2,0 % van het BBP in 2003 tot 1,2 % van het BBP in 2004. Volgens de voorjaarsprognoses 2005 van de diensten van de Commissie zou het conjunctuurgezuiverde tekort in 2005 met nogmaals 0,8 % teruglopen tot 0,4 % van het BBP (waarmee een begrotingssituatie wordt bewerkstelligd die vrijwel in evenwicht is) en in 2006 afnemen tot 0,0 % van het BBP;

volgens de kennisgeving in het kader van de buitensporigtekortprocedure van maart 2005 werd de schuldquote van de overheid in 2004 onder de referentiewaarde van 60 % van het BBP gehouden. Volgens de voorjaarsprognoses 2005 van de diensten van de Commissie zou zij ook in 2005 en 2006 onder deze drempel blijven.

(6)

Beschikking 2005/136/EG moet bijgevolg worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uit een algehele evaluatie blijkt dat het buitensporige tekort in Nederland in 2004 is gecorrigeerd conform de aanbeveling die op 2 juni 2004 krachtens artikel 104, lid 7, van het Verdrag tot Nederland werd gericht.

Artikel 2

Beschikking 2005/136/EG wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk der Nederlanden.

Gedaan te Luxemburg, 7 juni 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J.-C. JUNCKER


(1)  PB L 47 van 18.2.2005, blz. 26.

(2)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6.

(3)  PB L 332 van 31.12.1993, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 351/2002 van de Commissie (PB L 55 van 26.2.2002, blz. 23).


Top