EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R2008

Verordening (EG) nr. 2008/2004 van de Raad van 16 november 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1268/1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode

PB L 349 van 25.11.2004, p. 12–13 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 333M van 11.12.2008, p. 207–212 (MT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2006; stilzwijgende opheffing door 32006R1085

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/2008/oj

25.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 349/12


VERORDENING (EG) Nr. 2008/2004 VAN DE RAAD

van 16 november 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1268/1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 181 A,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De mogelijkheden om in de begunstigde landen die niet in 2004 tot de Europese Unie toetreden, namelijk Bulgarije en Roemenië, steun te verlenen voor de voorbereiding van plattelandsgemeenschappen op het uitstippelen en uitvoeren van plaatselijke strategieën voor plattelandsontwikkeling, moeten worden gelijkgetrokken met de mogelijkheden die op dit gebied zullen bestaan voor de begunstigde landen die op 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden. Daarom moet een passende maatregel worden opgenomen die overeenstemt met artikel 33 septies van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) (3).

(2)

De in Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad (4) opgenomen bepalingen inzake de maximale steunpercentages dienen te worden verduidelijkt. Tegelijk dienen die bepalingen zo te worden gewijzigd dat bij de toepassing van die maximale steunpercentages geen rekening wordt gehouden met in het kader van andere instrumenten verleende subsidies die de toegang tot kredieten vergemakkelijken. Omdat deze wijziging een mogelijke dubbelzinnigheid wegneemt, dient zij met terugwerkende kracht voor alle begunstigde landen te gelden. Er moet echter op worden toegezien dat de in de Europaovereenkomsten vastgestelde maxima in alle gevallen in acht worden genomen.

(3)

De maximale steunintensiteiten in de berggebieden van Bulgarije en Roemenië dienen met ingang van 1 januari 2004 te worden gelijkgetrokken met die welke overeenkomstig artikel 33 terdecies, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 in de probleemgebieden van de op 1 mei 2004 tot de Europese Unie toegetreden landen zullen gelden voor investeringen in landbouwbedrijven en voor dergelijke investeringen door jonge landbouwers.

(4)

Voor de begunstigde landen die niet in 2004 tot de Europese Unie toetreden, namelijk Bulgarije en Roemenië, dienen de steunintensiteiten en het aandeel van de bijdrage van de Gemeenschap in de totale subsidiabele overheidsuitgaven voor op infrastructuur betrekking hebbende maatregelen voor plattelandsontwikkeling en bepaalde andere maatregelen te worden gelijkgetrokken met die voor de landen die op 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden.

(5)

Het is daarom dienstig Verordening (EG) nr. 1268/1999 dienovereenkomstig te wijzigen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1268/1999 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 2 wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

wat Bulgarije en Roemenië betreft, de voorbereiding van plattelandsgemeenschappen op het uitstippelen en uitvoeren van plaatselijke strategieën voor plattelandsontwikkeling en van geïntegreerde territoriale strategieën voor plattelandsontwikkeling van experimentele aard, binnen de in artikel 33 septies van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Orientatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (5) vastgestelde grenzen.

2)

Artikel 8 wordt vervangen door:

„Artikel 8

Hoogte van de bijdrage van de Gemeenschap en steunintensiteiten

1.   De bijdrage van de Gemeenschap bedraagt niet meer dan een maximum van 75 % van de totale subsidiabele overheidsuitgaven.

Dit maximum is evenwel:

a)

80 % voor de in artikel 2, vierde, zevende, elfde en zestiende streepje, bedoelde maatregelen en voor welk infrastructuurproject ook;

b)

85 % voor relevante projecten in het kader van welke maatregel ook, wanneer de Commissie bepaalt dat zich uitzonderlijke natuurrampen hebben voorgedaan;

c)

100 % voor de maatregelen zoals bedoeld in artikel 2, vijftiende streepje, en in artikel 7, lid 4.

2.   De overheidssteun bedraagt niet meer dan een maximum van 50 % van de totale subsidiabele investeringskosten.

Dit maximum is evenwel:

a)

55 % voor investeringen in landbouwbedrijven door jonge landbouwers;

b)

60 % voor investeringen in landbouwbedrijven in berggebieden;

c)

65 % voor investeringen in landbouwbedrijven in berggebieden door jonge landbouwers;

d)

75 % voor investeringen zoals bedoeld in lid 1, onder b);

e)

100 % voor investeringen in infrastructuur die geen aanzienlijke netto-inkomsten kan opleveren;

f)

100 % voor maatregelen zoals bedoeld in artikel 2, zestiende streepje.

Bij de bepaling van de hoogte van de overheidssteun in het kader van de toepassing van dit lid wordt geen rekening gehouden met nationale steun ter vergemakkelijking van de toegang tot kredieten die wordt toegekend zonder dat welke Gemeenschapsbijdrage uit het onderhavige instrument dan ook wordt ontvangen.

De bijdrage van de Gemeenschap moet in elk geval in overeenstemming zijn met de in de Europaovereenkomsten voor staatssteun vastgestelde maxima met betrekking tot de steunpercentages en de cumulering van steun.

3.   Het bedrag van de Gemeenschapsbijdrage wordt uitgedrukt in euro.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2004.

Artikel 1, punt 2, van de onderhavige verordening is evenwel van toepassing met ingang van 1 januari 2000 voorzover het gaat om de nieuwe bepalingen in artikel 8, lid 2, voorlaatste alinea, van Verordening (EG) nr. 1268/1999.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 november 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

G. ZALM


(1)  Advies uitgebracht op 14 oktober 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Advies uitgebracht op 2 juni 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 583/2004 (PB L 91 van 30.3.2004, blz. 1).

(4)  PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 796/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 1).

(5)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 583/2004 (PB L 91 van 30.3.2004, blz. 1).”.


Top