EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R1595

Verordening (EG) nr. 1595/2004 van de Commissie van 8 september 2004 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die visserijproducten produceren, verwerken en afzetten

PB L 291 van 14.9.2004, p. 3–11 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 183M van 5.7.2006, p. 168–176 (MT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2006

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/1595/oj

14.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 291/3


VERORDENING (EG) Nr. 1595/2004 VAN DE COMMISSIE

van 8 september 2004

betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die visserijproducten produceren, verwerken en afzetten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad van 7 mei 1998 betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen (1), en met name op artikel 1, lid 1, onder a), punt i),

Na bekendmaking van de ontwerp-verordening,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité inzake overheidssteun,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 994/98 is de Commissie de bevoegdheid toegekend in overeenstemming met artikel 87 van het Verdrag vast te stellen dat steun voor kleine en middelgrote ondernemingen met de gemeenschappelijke markt verenigbaar is en niet aan de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag onderworpen is.

(2)

Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (2) is niet van toepassing op activiteiten die verband houden met de productie, de verwerking of de afzet van de in bijlage I bij het Verdrag opgenomen producten.

(3)

De Commissie heeft de artikelen 87 en 88 van het Verdrag bij tal van beschikkingen toegepast op kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en heeft haar beleid duidelijk vastgelegd, laatstelijk in de Richtsnoeren voor het onderzoek van staatssteun in de visserij- en aquacultuursector (3) (de „visserijrichtsnoeren”). Gezien de grote ervaring van de Commissie met de toepassing van die artikelen op kleine en middelgrote ondernemingen die visserijproducten produceren, verwerken en afzetten, is het passend dat de Commissie ook ten aanzien van deze ondernemingen van de haar bij Verordening (EG) nr. 994/98 toegekende bevoegdheden gebruikmaakt om voor een doeltreffend toezicht te zorgen en de administratie te vereenvoudigen zonder dat de controle door de Commissie daardoor wordt verzwakt, voorzover artikel 89 van het Verdrag op dergelijke producten van toepassing is verklaard.

(4)

De verenigbaarheid van staatssteunmaatregelen met de gemeenschappelijke markt wordt gecontroleerd aan de hand van de doelstellingen van het mededingingsbeleid enerzijds en die van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) anderzijds.

(5)

Deze verordening dient betrekking te hebben op steunmaatregelen in de visserijsector die door de Commissie al jarenlang routinematig worden goedgekeurd. Of dergelijke steunmaatregelen met de gemeenschappelijk markt verenigbaar zijn, behoeft de Commissie niet van geval tot geval te beoordelen, mits de steun voldoet aan de voorwaarden met betrekking tot de Structuurfondsen die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (4), en aan bepaalde andere voorwaarden.

(6)

Deze verordening dient derhalve betrekking te hebben op de volgende vormen van steunverlening: steun voor reclame voor en afzetbevordering van visserijproducten, steun aan producentengroeperingen, steun voor de bescherming en ontwikkeling van de aquatische rijkdommen, steun voor innovatieve acties en technische bijstand, steun voor de uitrusting van vissershavens, steun voor de sloop van vissersvaartuigen, steun voor bepaalde sociaal-economische maatregelen, steun voor investeringen voor de verwerking en/of de afzet van visserijproducten en steun voor investeringen in de aquacultuur en de visserij in de binnenwateren.

(7)

Voor de gehele visserijsector geldende belastingvrijstellingen die de lidstaten invoeren overeenkomstig artikel 15 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (5) of overeenkomstig artikel 14 en artikel 15, lid 1, van Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (6), zijn met het oog op de rechtszekerheid verenigbaar met de gemeenschappelijke markt, op voorwaarde dat bij deze belastingvrijstellingen sprake is van staatssteun, en worden tevens vrijgesteld van de in artikel 88, lid 3, van het Verdrag vastgestelde aanmeldingsverplichting. Belastingvrijstellingen die de lidstaten op grond van deze bepalingen moeten invoeren, worden niet als staatssteun beschouwd.

(8)

Deze verordening dient de mogelijkheid voor de lidstaten om staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die visserijproducten produceren, verwerken en afzetten, aan te melden, onverlet te laten. Deze aanmeldingen zal de Commissie beoordelen in het licht van deze verordening en van de visserijrichtsnoeren.

(9)

Ieder voornemen van een lidstaat om in de visserijsector steun te verlenen, die niet onder deze verordening noch onder een andere overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 994/98 vastgestelde verordening valt, moet onderworpen blijven aan de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag. Dergelijke steun zal worden beoordeeld in het licht van de visserijrichtsnoeren. Dit geldt met name voor steun voor de vernieuwing van de vloot en voor de uitrusting en modernisering van vaartuigen, voor compensaties voor de tijdelijke beëindiging van visserijactiviteiten, voor steun in verband met de definitieve overbrenging van vissersvaartuigen naar een derde land, voor inkomenssteun en steun voor de bedrijfskosten en voor steunmaatregelen tot herstel van schade veroorzaakt door natuurrampen of andere buitengewone gebeurtenissen.

(10)

Deze verordening dient in een vrijstelling te voorzien voor elke steunmaatregel die aan alle voorwaarden van deze verordening voldoet, alsook voor elke steunregeling, op voorwaarde dat alle steun die op grond van die regeling kan worden verleend, aan alle relevante voorwaarden van deze verordening voldoet. Bij steunregelingen en bij individuele steun die zonder toepassing van een steunregeling wordt verleend, moet uitdrukkelijk naar deze verordening worden verwezen.

(11)

Voor de samenhang met door de Gemeenschap medegefinancierde steunmaatregelen moeten de maxima van de onder deze verordening vallende steun worden geharmoniseerd met de maxima die voor vergelijkbare steun zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2792/1999.

(12)

Het is van wezenlijk belang dat geen steun wordt verleend in omstandigheden die niet met het Gemeenschapsrecht, en met name de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid, in overeenstemming zijn. Staatssteun in de visserijsector is derhalve uitsluitend toegestaan indien de gefinancierde maatregelen en de gevolgen ervan met het Gemeenschapsrecht in overeenstemming zijn. Alvorens steun te verlenen, dienen lidstaten zich er dan ook van te verzekeren dat de begunstigden van staatssteun de regels van het gemeenschappelijke visserijbeleid naleven.

(13)

In overeenstemming met de vaste praktijk van de Commissie, en om ervoor te zorgen dat de steun evenredig is en het steunbedrag niet hoger dan noodzakelijk is, dienen de maxima normaal te worden uitgedrukt als steunintensiteiten in verhouding tot een reeks in aanmerking komende kosten, in plaats van als maximale steunbedragen.

(14)

Gezien de noodzaak een juist evenwicht tot stand te brengen tussen het zoveel mogelijk vermijden van mededingingsvervalsingen in de gesteunde sector enerzijds en de doelstellingen van deze verordening anderzijds, dient bij deze verordening geen vrijstelling te worden verleend voor gevallen van individuele steunverlening waarbij een vastgesteld maximumbedrag wordt overschreden, ongeacht of de steun al dan niet op grond van een krachtens deze verordening vrijgestelde steunregeling wordt verleend.

(15)

Om de verschillen die tot mededingingsvervalsingen zouden kunnen leiden weg te nemen en om de coördinatie van de verschillende communautaire en nationale initiatieven met betrekking tot kleine en middelgrote ondernemingen te vergemakkelijken, dient in deze verordening de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen te worden gebruikt die is vastgelegd in Verordening (EG) nr. 70/2001.

(16)

Om te bepalen of steun overeenkomstig deze verordening al dan niet met de gemeenschappelijke markt verenigbaar is, moet van de steunintensiteit en dus het steunbedrag, uitgedrukt als subsidie-equivalent, worden uitgegaan. Bij de berekening van het subsidie-equivalent van steun die in termijnen wordt uitbetaald, en van steun in de vorm van een zachte lening dienen de marktrentevoeten te worden toegepast die gelden op het ogenblik waarop de steun wordt verleend. Met het oog op een eenvormige, doorzichtige en eenvoudige toepassing van de staatssteunregels dienen voor de toepassing van deze verordening de referentierentevoeten als marktrentevoeten te gelden, met dien verstande dat in het geval van een zachte lening daarvoor op de gebruikelijke wijze zekerheden moeten worden gesteld en de lening geen abnormale risico's mag meebrengen. De referentierentevoeten dienen op geregelde tijdstippen door de Commissie op basis van objectieve criteria te worden vastgesteld en in het Publicatieblad van de Europese Unie en op het internet te worden bekendgemaakt.

(17)

Gelet op artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag, mag steun niet als enig gevolg hebben dat de bedrijfskosten die de begunstigde onderneming normaal zou moeten dragen, permanent of periodiek worden verminderd, en moet de steun evenredig zijn met de handicaps die moeten worden overwonnen om de sociaal-economische voordelen te kunnen genieten waarvan wordt aangenomen dat zij in het belang van de Gemeenschap zijn. Staatssteun die uitsluitend ten doel heeft de financiële situatie van producenten te verbeteren maar in geen enkel opzicht bijdraagt tot de ontwikkeling van de sector, en met name steun die alleen op basis van de prijs, de hoeveelheid, productie of productiemiddelen wordt toegekend, moet worden beschouwd als steun voor de bedrijfsvoering en is als zodanig niet verenigbaar met de gemeenschappelijke markt. Bovendien is dergelijke steun waarschijnlijk een storende factor voor de mechanismen van de gemeenschappelijke marktordeningen. Het is derhalve passend de bij deze verordening verleende vrijstelling uitsluitend te doen gelden voor investeringen en voor steun aan sociaal-economische maatregelen.

(18)

Om te waarborgen dat de steun noodzakelijk is en de ontwikkeling van bepaalde activiteiten stimuleert, mag bij deze verordening geen vrijstelling worden verleend voor steun aan activiteiten die de begunstigde onderneming onder marktvoorwaarden alleen zou kunnen ontplooien. Geen steun mag worden toegekend voor activiteiten die reeds verricht zijn.

(19)

Bij deze verordening mag geen vrijstelling worden verleend voor steun die wordt gecumuleerd met andere staatssteun, met inbegrip van steun van nationale, regionale of plaatselijke autoriteiten en overheidssteun die wordt verleend in het kader van Verordening (EG) nr. 2792/1999, of met communautaire bijstand in verband met dezelfde in aanmerking komende kosten, indien door deze cumulatie de in die verordening vastgestelde maxima worden overschreden.

(20)

Om voor doorzichtigheid en doeltreffende controle te zorgen, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 994/98, dient een model te worden vastgesteld dat de lidstaten moeten volgen wanneer zij de Commissie met het oog op bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie de beknopte informatie verstrekken die vereist is telkens wanneer krachtens deze verordening een steunregeling ten uitvoer wordt gelegd of zonder toepassing van een dergelijke regeling individuele steun wordt verleend. Om dezelfde redenen dienen regels te worden vastgesteld betreffende de dossiers die de lidstaten over de krachtens deze verordening vrijgestelde steun moeten aanleggen. Het is passend dat de Commissie vaststelt aan welke voorwaarden het jaarlijkse verslag dat de lidstaten bij de Commissie moeten indienen, moet voldoen. Nu de noodzakelijke technologie op ruime schaal beschikbaar is, moet de beknopte informatie in elektronische vorm worden ingediend.

(21)

Indien een lidstaat niet voldoet aan de in deze verordening vastgestelde rapporteringsverplichtingen, kan het voor de Commissie onmogelijk worden haar toezichthoudende taak op grond van artikel 88, lid 1, van het Verdrag, te vervullen en met name te beoordelen of het gecumuleerde economische effect van de op grond van deze verordening toegestane steun de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. Het is derhalve van primair belang dat lidstaten zo snel mogelijk passende informatie verstrekken alvorens zij steun zoals bedoeld in deze verordening toestaan. Het is met name noodzakelijk het gecumuleerde economische effect van staatssteun te beoordelen indien een begunstigde uit verschillende bronnen steun kan ontvangen.

(22)

Gezien de ervaring van de Commissie op dit gebied en met name de regelmaat waarmee het over het algemeen noodzakelijk is het staatssteunbeleid te herzien, dient de geldigheidsduur van deze verordening te worden beperkt. Mocht de geldigheidsduur van deze verordening verstrijken zonder dat zij is verlengd, dan dienen steunregelingen die krachtens deze verordening reeds zijn vrijgesteld, nog zes maanden vrijgesteld te blijven.

(23)

Het is dienstig overgangsbepalingen vast te stellen voor aanmeldingen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening nog in behandeling zijn, en voor steun die vóór de inwerkingtreding van deze verordening is toegekend en in strijd met artikel 88, lid 3, van het verdrag niet is aangemeld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK 1

TOEPASSINGSGEBIED, DEFINITIES EN VOORWAARDEN

Artikel 1

Toepassingsgebied

1.   Deze verordening is van toepassing op steun voor kleine en middelgrote ondernemingen die visserijproducten produceren, verwerken en afzetten.

2.   Deze verordening is niet van toepassing op:

a)

steun voor activiteiten die verband houden met de uitvoer, waaronder wordt verstaan steun die rechtstreeks aan de uitgevoerde hoeveelheden, de oprichting en exploitatie van een distributienet of andere lopende uitgaven in verband met activiteiten op het gebied van de uitvoer is gerelateerd;

b)

steun die afhangt van het gebruik van binnenlandse in plaats van ingevoerde goederen.

3.   Deze verordening is niet van toepassing op steun voor individuele projecten waarvan de in aanmerking komende uitgaven meer dan 2 miljoen EUR bedragen, of indien het steunbedrag meer dan 1 miljoen EUR per begunstigde per jaar bedraagt.

Artikel 2

Definities

In het kader van deze verordening wordt verstaan onder:

1)

„steun” of „steunmaatregel”: elke maatregel die aan alle criteria van artikel 87, lid 1, van het Verdrag voldoet;

2)

„visserijproducten”: alle producten van de visvangst op zee en in de binnenwateren en van de aquacultuur, als genoemd in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (7);

3)

„verwerking en afzet”: alle handelingen, met inbegrip van de behandeling, de bewerking, de productie en de distributie, tussen het moment van de aanlanding of oogst en de fase van het eindproduct;

4)

„kleine en middelgrote ondernemingen („KMO’s”)”: een onderneming als omschreven in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 70/2001.

Artikel 3

Voorwaarden voor vrijstelling

1.   Individuele steunmaatregelen die buiten een regeling vallen en aan alle voorwaarden van deze verordening voldoen, zijn verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, op voorwaarde dat de beknopte informatie bedoeld in artikel 16, lid 1, van deze verordening wordt verstrekt en dat uitdrukkelijk wordt verwezen naar deze verordening, onder vermelding van de titel ervan en de vindplaats in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Steunregelingen die aan alle voorwaarden van deze verordening voldoen, zijn verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het verdrag, mits:

a)

alle steun die op grond van een dergelijke regeling kan worden verleend, aan alle voorwaarden van deze verordening voldoet;

b)

de regeling een uitdrukkelijke verwijzing naar deze verordening bevat, onder vermelding van de titel ervan en de vindplaats in het Publicatieblad van de Europese Unie;

c)

de beknopte informatie bedoeld in artikel 16, lid 1, van deze verordening is verstrekt.

3.   Steun verleend op grond van de in lid 2 bedoelde regelingen is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, op voorwaarde dat de verleende steun onmiddellijk aan alle voorwaarden van deze verordening voldoet.

4.   Alvorens steun toe te kennen, dienen de lidstaten zich ervan te vergewissen dat de gefinancierde maatregelen en de gevolgen ervan met het Gemeenschapsrecht in overeenstemming zijn. Tijdens de steunverleningsperiode dienen lidstaten zich ervan te vergewissen dat de begunstigden van de steun de regels van het gemeenschappelijke visserijbeleid naleven.

HOOFDSTUK 2

CATEGORIEËN STEUN

Artikel 4

Steun voor producentengroeperingen of unies van producenten of voor het bedrijfsleven

Steun voor de oprichting en werking van producentengroeperingen of unies van producenten evenals steun voor maatregelen van deze groeperingen of unies of van het bedrijfsleven is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun aan de voorwaarden van artikel 15 van Verordening (EG) nr. 2792/1999 voldoet,

en

b)

het steunbedrag, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 2792/1999 voor dergelijke steun vastgestelde totaal aan nationale en communautaire subsidies.

Artikel 5

Steun voor investeringen ter bescherming en ontwikkeling van de aquatische rijkdommen

Steun voor investeringen ter bescherming en ontwikkeling van de aquatische rijkdommen is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2792/1999 en van bijlage III, punten 2 en 2.1, bij die verordening en

b)

het steunbedrag, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 2792/1999 voor dergelijke steun vastgestelde totaal aan nationale en communautaire subsidies.

Artikel 6

Steun voor investeringen in innovatieve acties en technische bijstand

1.   Steun voor investeringen in innovatieve acties en technische bijstand is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun aan de voorwaarden van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 2792/1999 voldoet, en

b)

het steunbedrag, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 2792/1999 voor dergelijke steun vastgestelde totaal aan nationale en communautaire subsidies.

2.   Lid 1 is niet van toepassing op steun voor investeringen voor innovatieve acties en technische bijstand die onder de reguliere bedrijfskosten van de onderneming vallen.

Artikel 7

Steun voor investeringen in reclame voor en afzetbevordering van visserijproducten

Steun voor investeringen in reclame voor en afzetbevordering van visserijproducten is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

hij betrekking heeft op een gehele sector of de hele productie van een product of van een groep producten, zonder dat de verkoop van producten van bepaalde bedrijven bevoordeeld wordt;

b)

de steun voldoet aan de voorwaarden van artikel 14 van Verordening (EG) nr. 2792/1999 en van bijlage III, punt 3, bij die verordening, en

c)

het steunbedrag, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 2792/1999 voor dergelijke steun vastgestelde totaal aan nationale en communautaire subsidies.

Artikel 8

Steun voor investeringen in verwerking en afzet

Steun voor investeringen in de verwerking en afzet van visserijproducten is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2792/1999 en van bijlage III, punten 2 en 2.4, bij die verordening, en

b)

het steunbedrag, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 2792/1999 voor dergelijke steun vastgestelde totaal aan nationale en communautaire subsidies.

Artikel 9

Steun voor investeringen in de uitrusting van vissershavens

Steun voor de uitrusting van vissershavens, die bestemd is om het lossen en bevoorraden van vissersvaartuigen te vergemakkelijken, is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2792/1999 en van bijlage III, punten 2 en 2.3, bij die verordening, en

b)

het steunbedrag, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 2792/1999 voor dergelijke steun vastgestelde totaal aan nationale en communautaire subsidies.

Artikel 10

Steun voor de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten door de sloop van een vissersvaartuig of door de omschakeling ervan op andere niet-winstgevende activiteiten dan vissen

Steun voor de sloop van vissersvaartuigen of steun voor de definitieve omschakeling van een vaartuig op andere niet-winstgevende activiteiten dan de visserij, is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2792/1999 en van bijlage III, punt 1.1, bij die verordening, en

b)

het steunbedrag, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 2792/1999 of in Verordening (EG) nr. 2370/2002 van de Raad (8) voor dergelijke steun vastgestelde totaal aan nationale en communautaire subsidies.

Artikel 11

Steun voor investeringen in de aquacultuur en de visserij in de binnenwateren

Steun voor investeringen in de aquacultuur en de visserij in de binnenwateren is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits:

a)

de steun voldoet aan de voorwaarden van artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2792/1999 en van bijlage III, punten 2, 2.2 en 2.5, bij die verordening, en

b)

het steunbedrag, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 2792/1999 voor dergelijke steun vastgestelde totaal aan nationale en communautaire subsidies.

Artikel 12

Sociaal-economische maatregelen

Steun bij vervroegde uittreding van vissers en forfaitaire individuele premies die voldoen aan artikel 12, leden 1 en 2, artikel 12, lid 3, onder a), b) en c), artikel 12, lid 4, onder a) tot en met e), van Verordening (EG) nr. 2792/1999 en aan bijlage III bij die verordening, is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, mits het steunbedrag, omgerekend in subsidie-equivalent, niet hoger is dan het in bijlage IV bij de genoemde verordening voor dergelijke steun vastgestelde totaal aan nationale en communautaire subsidies.

Artikel 13

Belastingvrijstellingen overeenkomstig de Richtlijnen 77/388/EEG en 2003/96/EG van de Raad

Voor de gehele visserijsector geldende belastingvrijstellingen die de lidstaten invoeren op grond van artikel 15 van Richtlijn 77/388/EEG of op grond van artikel 14 of artikel 15, lid 1, van Richtlijn 2003/96/EG, zijn, voorzover deze belastingvrijstellingen als staatssteun worden beschouwd, verenigbaar met de gemeenschappelijke markt en zijn vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag.

HOOFDSTUK 3

GEMEENSCHAPPELIJKE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 14

Procedure voorafgaande aan de toekenning van steun

1.   Om voor vrijstelling uit hoofde van deze verordening in aanmerking te komen, mag steun uit hoofde van een steunregeling uitsluitend voor verrichte activiteiten of ontvangen diensten worden toegekend, nadat de steunregeling overeenkomstig deze verordening is ingesteld en bekendgemaakt.

Indien de steunregeling automatisch en zonder verdere administratieve handelingen recht geeft op steun, mag de steun zelf pas worden toegekend nadat de steunregeling overeenkomstig deze verordening is ingesteld en bekendgemaakt.

Indien voor de steunregeling een aanvraag moet worden ingediend bij de betrokken bevoegde autoriteit, mag de steun uitsluitend worden toegekend indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:

a)

de steunregeling moet overeenkomstig deze verordening zijn ingesteld en bekendgemaakt;

b)

aanvragen om steun moeten naar behoren bij de betrokken bevoegde autoriteit zijn ingediend;

c)

bij de aanvaarding van de aanvraag moet de betrokken bevoegde autoriteit zich hebben verplicht tot steunverlening, met uitdrukkelijke vermelding van het te betalen steunbedrag of de wijze van berekening van de steun; de bevoegde autoriteit mag een aanvraag slechts aanvaarden indien de voor de betrokken steunmaatregel of steunregeling beschikbare begrotingsmiddelen niet zijn uitgeput.

2.   Om voor vrijstelling uit hoofde van deze verordening in aanmerking te komen, mag zonder toepassing van een steunregeling verleende steun uitsluitend voor verrichte activiteiten of ontvangen diensten worden toegekend nadat is voldaan aan de voorwaarden van lid 1, derde alinea, onder b) en c).

Artikel 15

Cumulering

Krachtens deze verordening vrijgestelde steun mag niet worden gecumuleerd met enige andere staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag, met betrekking tot dezelfde in aanmerking komende kosten, indien deze cumulering ertoe zou leiden dat het steunbedrag of de steunintensiteit hoger is dan het in deze verordening vastgestelde maximum.

Artikel 16

Doorzichtigheid en controle

1.   Uiterlijk tien werkdagen vóór de inwerkingtreding van een steunregeling of vóór de verlening, zonder toepassing van een steunregeling, van individuele steun, welke bij deze verordening zijn vrijgesteld, zendt de betrokken lidstaat de Commissie, ter bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie en in de in bijlage I vastgestelde vorm, beknopte informatie betreffende deze steunregeling of individuele steunmaatregel in elektronische vorm toe. Binnen vijf werkdagen na ontvangst van deze informatie verzendt de Commissie een ontvangstbewijs met identificatienummer en publiceert zij de informatie op het internet.

2.   De lidstaten leggen gedetailleerde dossiers aan van de krachtens deze verordening vrijgestelde steunregelingen, de op grond van deze regelingen verleende individuele steun en de krachtens deze verordening vrijgestelde individuele steun die zonder toepassing van een steunregeling is verleend. Deze dossiers moeten alle informatie bevatten die noodzakelijk is om te kunnen nagaan of aan de in deze verordening vastgestelde voorwaarden voor vrijstelling is voldaan, met inbegrip van informatie waaruit blijkt dat de betrokken onderneming de status van KMO bezit.

De lidstaten bewaren een dossier betreffende een individuele steunmaatregel gedurende tien jaar te rekenen vanaf het tijdstip van verlening van de steun, en een dossier betreffende een steunregeling gedurende tien jaar te rekenen vanaf het tijdstip van de laatste individuele steunverlening op grond van deze regeling.

De betrokken lidstaat verstrekt de Commissie op haar schriftelijk verzoek binnen 20 werkdagen, of binnen een langere termijn die in het verzoek is vastgesteld, alle informatie die de Commissie nodig acht om te kunnen nagaan of aan de voorwaarden van deze verordening is voldaan.

3.   De lidstaten zorgen ervoor, dat op grond van deze verordening geen steun wordt verleend wanneer daardoor de in deze verordening vastgestelde maximale steunintensiteit of steunbedragen worden overschreden. De onderneming verstrekt de lidstaat daartoe volledige informatie over eventuele vergelijkbare steun die zij heeft ontvangen of de lidstaat past een controlesysteem toe waarmee de totale door de begunstigden ontvangen steun die krachtens deze verordening is vrijgesteld kan worden berekend, met inbegrip van eventuele steun op verschillende niveaus van de betrokken lidstaat en eventuele steun van de Gemeenschap aan de begunstigde.

4.   De lidstaten stellen voor elk kalenderjaar of gedeelte van een kalenderjaar tijdens welk deze verordening van kracht is, in de in bijlage II vastgestelde vorm, een verslag op, in elektronische vorm, over de toepassing van deze verordening. Dit verslag mag worden opgenomen in het door de lidstaten op grond van artikel 21, lid 1, van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad (9) op te stellen jaarlijkse verslag en wordt uiterlijk 30 maart van het jaar na het kalenderjaar waarop het betrekking heeft, ingediend.

5.   Zodra een krachtens deze verordening vrijgestelde steunregeling of zonder toepassing van een steunregeling krachtens deze verordening vrijgestelde individuele steun wordt verleend, maakt de betrokken lidstaat de volledige tekst van deze regeling of de criteria en voorwaarden voor de toekenning van de individuele steun zonder toepassing van een steunregeling op het internet bekend. Het adres van deze website wordt de Commissie samen met de overeenkomstig lid 1 toe te zenden beknopte informatie toegezonden. Dit adres wordt tevens opgenomen in het overeenkomstig lid 4 in te dienen jaarlijkse verslag.

Artikel 17

Overgangsbepalingen

1.   Aanmeldingen die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog in behandeling zijn, worden overeenkomstig deze verordening beoordeeld. Indien niet aan de voorwaarden van deze verordening wordt voldaan, beoordeelt de Commissie de in behandeling zijnde aanmeldingen in het licht van de Richtsnoeren voor het onderzoek van staatssteun in de visserij- en aquacultuursector.

Individuele steunmaatregelen en steunregelingen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening ten uitvoer zijn gelegd en steun die krachtens deze regelingen zonder goedkeuring van de Commissie en in strijd met de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, van het Verdrag is toegekend, zijn verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag en zijn krachtens deze verordening vrijgesteld, mits zij voldoen aan de voorwaarden van artikel 3, met uitzondering van de op grond van lid 1 en lid 2, onder b) en c), van laatstgenoemd artikel neergelegde verplichtingen dat wordt verwezen naar deze verordening, en dat beknopte informatie is verstrekt. Steun die niet aan deze voorwaarden voldoet, wordt door de Commissie beoordeeld op basis van de relevante kaderregelingen, richtsnoeren, mededelingen en bekendmakingen.

2.   Op grond van deze verordening vrijgestelde steunregelingen blijven nog vrijgesteld gedurende een aanpassingsperiode van zes maanden volgende op de in artikel 18, in de tweede alinea, bepaalde datum.

Artikel 18

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op 1 november 2004.

Zij is van toepassing tot en met 31 december 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 september 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 142 van 14.5.1998, blz. 1.

(2)  PB L 10 van 13.1.2001, blz. 33. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 364/2004 (PB L 63 van 28.2.2004, blz. 22).

(3)  PB C 229 van 14.9.2004, blz. 5.

(4)  PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1421/2004 (PB L 260 van 6.8.2004, blz. 1).

(5)  PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/66/EG (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 35).

(6)  PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/75/EG (PB L 175 van 30.4.2004, blz. 100).

(7)  PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22.

(8)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 57.

(9)  PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1.


BIJLAGE I

Vorm waarin beknopte informatie moet worden verstrekt wanneer een krachtens deze verordening vrijgestelde steunregeling ten uitvoer wordt gelegd en wanneer krachtens deze verordening vrijgestelde individuele steun wordt verleend zonder toepassing van een steunregeling

Beknopte informatie inzake overeenkomstig Verordening (EG) nr. …/2004 van de Commissie toegekende staatssteun.

Te verstrekken beknopte informatie.

Toelichting.

Lidstaat.

Regio (vermeld de naam van de betrokken regio indien de steun wordt verleend door een andere dan de nationale overheid).

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt (vermeld de naam van de steunregeling of, in het geval van individuele steun, de naam van de begunstigde).

Rechtsgrondslag (vermeld de nauwkeurige vindplaats van de nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de steunregeling of de individuele steun).

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totale bedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun. De bedragen dienen te worden opgegeven in euro of, in voorkomend geval, in de nationale munteenheid. In het geval van een steunregeling dient voor alle vormen van steun waarin de regeling voorziet, het jaarlijkse totale bedrag van de budgettaire voorziening(en) of het geschatte bedrag van de gederfde fiscale inkomsten per jaar te worden vermeld. In het geval van individuele steun dient het totale steunbedrag/het bedrag van de gederfde fiscale inkomsten te worden vermeld. Vermeld in voorkomend geval ook gedurende hoeveel jaren de steun in termijnen zal worden uitgekeerd of gedurende hoeveel jaren er sprake zal zijn van derving van fiscale inkomsten. Vermeld, in beide gevallen, met betrekking tot waarborgen het (totale) bedrag van de gewaarborgde leningen).

Maximale steunintensiteit (vermeld, voor elke in aanmerking komende vorm van steun, de maximale steunintensiteit of het maximale steunbedrag).

Datum van tenuitvoerlegging (vermeld de datum vanaf wanneer krachtens de regeling steun kan worden verleend, of de datum waarop de individuele steun wordt verleend).

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening (vermeld de datum (jaar en maand) tot welke krachtens de regeling steun kan worden verleend, of in het geval van individuele steun en waar passend, de datum (jaar en maand) waarop naar verwachting de laatste termijn zal worden uitgekeerd.

Doelstelling van de steun (het hoofddoel wordt geacht de ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen te zijn). Vermeld welke verdere (secundaire) doelstellingen worden nagestreefd).

Vermeld welk artikel van de artikelen 4 tot en met 12 wordt gebruikt en de betrokken in aanmerking komende kosten van de steunregeling of individuele steun.

Betrokken economische sector(en) (vermeld of de regeling van toepassing is op de zeevisserij en/of de aquacultuursector en/of de verwerking en/of de afzet). Geef eventueel de subsectoren aan.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent.

Website (vermeld het internetadres waar de volledige tekst van de regeling of de criteria en voorwaarden voor de toekenning van individuele steun zonder toepassing van een steunregeling zijn te vinden).

Overige inlichtingen.


BIJLAGE II

Vorm van het bij de Commissie in te dienen periodieke verslag

Model van het jaarlijkse verslag over steunregelingen die krachtens een op grond van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad vastgestelde groepsvrijstellingsverordening zijn vrijgesteld.

De lidstaten zijn verplicht van onderstaand model gebruik te maken om hun rapporteringsverplichtingen ten aanzien van de Commissie uit hoofde van op grond van Verordening (EG) nr. 994/98 vastgestelde groepsvrijstellingsverordeningen na te komen.

De verslagen moeten ook in elektronische vorm worden ingediend.

Informatie vereist voor alle steunregelingen die krachtens op grond van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 994/98 vastgestelde groepsvrijstellingsverordeningen zijn vrijgesteld:

1.

Benaming van de steunregeling

2.

Toepasselijke vrijstellingsverordening van de Commissie

3.

Uitgaven (voor elke vorm van steun waarin een regeling of een individuele steunverlening voorziet (bv. subsidie, zachte lening, enz.), moeten afzonderlijke cijfers worden opgegeven). De cijfers moeten in euro of in voorkomend geval in de nationale munteenheid worden uitgedrukt. In het geval van belastingfaciliteiten moeten de jaarlijks gederfde fiscale inkomsten worden opgegeven. Wanneer geen nauwkeurige cijfers voorhanden zijn, mogen de gederfde inkomsten worden geschat.

De cijfers betreffende de uitgaven moeten op de volgende basis worden opgegeven.

Vermeld voor het beschouwde jaar, voor elke vorm van steun waarin de regeling voorziet (bv. subsidie, zachte lening, waarborg, enz.), afzonderlijk onderstaande gegevens.

3.1.

Vastgelegde bedragen, (geschatte) gederfde fiscale of andere inkomsten, gegevens betreffende de waarborgen, enz. voor nieuwe projecten. In het geval van waarborgregelingen dient het totaalbedrag van de nieuwe verleende waarborgen te worden opgegeven.

3.2.

Vastgelegde bedragen, (geschatte) gederfde fiscale of andere inkomsten, gegevens betreffende de waarborgen, enz. voor nieuwe en lopende projecten. In het geval van waarborgregelingen dienen de volgende gegevens te worden verstrekt: het totale bedrag van de nog geldende waarborgen, de ontvangen premies, de terugontvangen bedragen, de uit hoofde van de waarborg uitgekeerde bedragen, het resultaat van de werking van de regeling gedurende het beschouwde jaar.

3.3.

Aantal gesteunde projecten en/of ondernemingen.

3.4.

Geschat totaalbedrag aan:

steun aan producentengroeperingen of unies van producenten of het bedrijfsleven;

steun voor investeringen in reclame voor en/of afzetbevordering van visserijproducten;

steun voor investeringen in de bescherming en ontwikkeling van de aquatische rijkdommen;

steun voor investeringen in innovatieve acties en technische bijstand;

steun voor investeringen in de uitrusting van vissershavens;

steun aan sociaal-economische maatregelen overeenkomstig artikel 12;

steun voor de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten overeenkomstig artikel 10;

steun ter bevordering van de productie en de afzet van visserijproducten van hoge kwaliteit;

steun voor investeringen in de aquacultuur en de visserij in de binnenwateren.

3.5.

Regionale uitsplitsing van de onder 3.1 bedoelde bedragen naar gebieden van doelstelling 1 en andere gebieden.

4.

Overige informatie en opmerkingen.


Top