Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R1495

    Verordening (EG) nr. 1495/2003 van de Commissie van 25 augustus 2003 inzake de levering van zachte tarwe als voedselhulp

    PB L 214 van 26.8.2003, p. 13–17 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/1495/oj

    32003R1495

    Verordening (EG) nr. 1495/2003 van de Commissie van 25 augustus 2003 inzake de levering van zachte tarwe als voedselhulp

    Publicatieblad Nr. L 214 van 26/08/2003 blz. 0013 - 0017


    Verordening (EG) nr. 1495/2003 van de Commissie

    van 25 augustus 2003

    inzake de levering van zachte tarwe als voedselhulp

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1292/96 van de Raad van 27 juni 1996 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp en van de specifieke acties ter ondersteuning van de voedselzekerheid(1), en met name op artikel 24, lid 1, onder b), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1726/2001(2),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Bij deze verordening zijn de lijst van de landen en organisaties die in aanmerking komen voor Gemeenschapssteun en de algemene criteria voor het vervoer van de voedselhulp na het fob-stadium vastgesteld.

    (2) De Commissie heeft, ingevolge een aantal besluiten met betrekking tot de verlening van voedselhulp, aan Bangladesh graan toegewezen.

    (3) Dit product moet worden geleverd overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2519/97 van de Commissie van 16 december 1997 tot vaststelling van algemene voorschriften op grond van Verordening (EG) nr. 1292/96 van de Raad voor de beschikbaarstelling van als communautaire voedselhulp te leveren producten(3). Met name de leveringstermijnen en -voorwaarden om de aan de levering verbonden kosten te bepalen, dienen te worden vastgesteld,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Er wordt een inschrijving gehouden voor de levering van zachte tarwe aan Bangladesh overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2519/97 en de in bijlage I vastgestelde voorwaarden.

    Elke ingediende offerte wordt geacht te zijn opgesteld met inachtneming van de lasten en beperkingen die kunnen voortvloeien uit de specifieke bepalingen van de briefwisseling, die gedeeltelijk in bijlage II worden gepubliceerd, tussen de Commissie en de begunstigde. Meer in het bijzonder moet de ligtijd worden berekend op basis van een lostempo van gemiddeld 2400 ton per dag op zulk een wijze dat de door de Europese Gemeenschap aan de begunstigde te betalen premie voor snelle afhandeling ten laste van de leverancier komt.

    De inschrijver wordt geacht kennis te hebben genomen van alle geldende algemene en bijzondere voorwaarden. Elk ander in zijn offerte gemaakt beding of voorbehoud is nietig.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 25 augustus 2003.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 166 van 5.7.1996, blz. 1.

    (2) PB L 234 van 1.9.2001, blz. 10.

    (3) PB L 346 van 17.12.1997, blz. 23.

    BIJLAGE I

    Voetnoten:

    PARTIJ A

    1. Actie nr.: 411/01

    2. Begunstigde(2): Bangladesh

    3. Vertegenwoordiger van de begunstigde: The Secretary, Ministry of Food, Bangladesh Secretariat, Dhaka, Bangladesh

    4. Land van bestemming: Bangladesh

    5. Beschikbaar te stellen product: zachte tarwe

    6. Totale hoeveelheid (aantal ton netto): 13000

    7. Aantal partijen: 1

    8. Kenmerken en kwaliteit van het product(3)(5): zie PB C 312 van 31.10.2000, blz. 1 (A.1)

    9. Verpakking: los gestort

    10. Etikettering of merken: -

    - Voor het merken te gebruiken taal: -

    - Bijkomende opschriften: -

    11. Wijze van beschikbaarstelling van het product: op de markt van de Gemeenschap

    12. Voorgeschreven leveringsstadium: franco loshaven - niet gelost(6)

    De ontvanger lost de tarwe volgens de in bijlage II vastgestelde voorwaarden

    13. Alternatief leveringsstadium: franco laadhaven - fob gestuwd en "trimmed"

    14. a) Laadhaven: -

    b) Laadadres: -:

    15. Loshaven: Chittagong

    16. Plaats van bestemming: -

    - doorgangshaven of transitpakhuis: -

    - vervoerroute over land: -

    17. Leveringstermijn of uiterste leveringstermijn in het voorgeschreven stadium: - eerste termijn: 9.11.2003

    - tweede termijn: 23.11.2003

    18. Leveringstermijn of uiterste leveringstermijn in het alternatieve stadium: - eerste termijn: 22-28.9.2003

    - tweede termijn: 6-12.10.2003

    19. Uiterste termijn voor de indiening van de offertes (om 12.00 uur, Brusselse tijd): - eerste termijn: 9.9.2003

    - tweede termijn: 23.9.2003

    20. Bedrag van de inschrijvingszekerheid: 5 EUR/ton

    21. Adres voor de inzending van de offertes en de inschrijvingszekerheden(1): Afdeling Voedselhulp, ter attentie van de heer T. Vestergaard, Gebouw Loi 130, kamer 7/46, Wetstraat 200, B - 1049 Brussel; fax (32-2) 296 70 03/296 70 04

    22. Uitvoerrestitutie(4): restitutie toepasselijk op 20.8.2003, vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1455/2003 van de Commissie (PB L 206 van 15.8.2003, blz. 25)

    (1) Aanvullende informatie: Torben Vestergaard (tel. (32-2) 299 30 50; fax (32-2) 296 20 05).

    (2) De leverancier neemt zo spoedig mogelijk contact op met de begunstigde of zijn vertegenwoordiger om na te gaan welke documenten voor de verzending zijn vereist.

    (3) De leverancier bezorgt aan de begunstigde een certificaat van een officiële instantie, waarin wordt verklaard dat voor het te leveren product de in de betrokken lidstaat geldende stralingsnormen niet zijn overschreden. Op het radioactiviteitsattest moet het gehalte aan caesium 134 en 137 en aan jodium 131 worden vermeld.

    (4) Verordening (EG) nr. 2298/2001 van de Commissie (PB L 308 van 27.11.2001, blz. 16) is van toepassing voor de restitutie bij uitvoer. De in artikel 2 van voornoemde verordening bedoelde datum is de datum die is vermeld in punt 22 van deze bijlage.

    (5) De leverancier legt aan de begunstigde of aan zijn vertegenwoordiger bij de levering de volgende bescheiden over:

    - plantengezondheidscertificaat,

    - bewijs van beroking.

    (6) Onverminderd het bepaalde in artikel 14, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2519/97 mogen gecharterde schepen niet voorkomen op een van de vier recentste kwartaallijsten van aangehouden voertuigen die overeenkomstig het Memoradum van overeenstemming van Parijs inzake toezicht door de havenstaat (Richtlijn 95/21/EG van de Raad) worden gepubliceerd.

    BIJLAGE II

    1. Aan te wijzen type schip

    De schepen ("self-trimming bulk carriers") moeten ten minste vijf luikgaten hebben. De schepen moeten volledig uitgerust zijn en moeten per twee luikgaten over minstens één kraan of laadboom beschikken. De schepen moeten tot de ankerplaats buiten Chittagong kunnen varen en na het noodzakelijk lichteren op die plaats naar Chittagong (Chittagong Jetties) kunnen worden gebracht. De schepen moeten hiervoor een maximale lengte van 610 voet hebben.

    De bevrachters/reders moeten ervoor zorgen dat alle gediplomeerde officieren aan boord in het bezit zijn van het origineel van hun diploma en dat alle schepen strikt overeenkomstig het STCW-Verdrag van 1995 bemand zijn. Oponthoud als gevolg van de niet-inachtneming van deze voorwaarde is voor rekening van de rederij.

    2. Voorzieningen voor het lossen

    De schepen moeten in de loshaven aan de ontvanger kosteloos lieren en/of kranen en energie voor de aandrijving daarvan leveren. Voorts moeten aa ervoor zorgen dat de lieren en takeltouwen goed bruikbaar zijn en dienen aa zo nodig voldoende licht te verstrekken voor nachtwerk zowel aan dek als in de ruimen. De schepen dienen op eigen kosten te zorgen voor bedieningspersoneel voor de lieren.

    3. Informatie over de ETA (verwachte tijd van aankomst)

    De gezagvoerder dient de door de ontvanger aangeduide gemachtigde, namelijk Movements Chittagong (telex 642237 CMS C BJ), radiotelefonisch/per telegraaf tien dagen vóór aankomst in de loshaven, dat wil zeggen Chittagong, om orders te vragen voor het lossen (gelijktijdig dient hij Banglaship Chittagong (telex 66277 BSC BJ) en Movestore Dhaka (telex 642230 CMS BJ) hierover in te lichten) en de ETA en de diepgang op te geven. De orders voor het lossen zullen binnen vijf dagen na ontvangst van het verzoek aan de gezagvoerder worden verstrekt.

    De gezagvoerder dient de volgende mededelingen te verstrekken aan de door de ontvanger aangewezen gemachtigden, dat wil zeggen Movements Chittagong, Banglaship Chittagong en Movestore Dhaka:

    a) bij afvaart uit de laadhaven:

    i) geladen hoeveelheid,

    ii) diepgang bij aankomst,

    iii) TPI (ton per inch);

    b) tien dagen vóór de ETA Chittagong Port,

    vijf dagen vóór de ETA Chittagong Port,

    72 uur, 48 uur en 24 uur vóór de ETA Chittagong Port.

    4. Lostempo in de loshaven en bepaling van de lostijd

    De lading moet door de ontvanger worden gelost zonder risico's of kosten voor het schip in een tempo van 2400 ton, per weerwerkdag van 24 uur. De tijd vanaf 12.00 uur op donderdag of vanaf 17.00 uur op een dag vóór een vrije dag tot 9.00 uur op zaterdag of de volgende werkdag, wordt niet meegerekend, zelfs als er gewerkt wordt. Het lostempo is gebaseerd op vier luikgaten of meer. Als het aantal luikgaten waarbij kan worden gewerkt, kleiner is dan het voorgeschreven minimumaantal, geldt een lostempo dat dienovereenkomstig is verlaagd.

    De "Notice of readiness - NOR" (mededeling dat het schip gereed is om te worden gelost) moet worden ingediend en aanvaard nadat het schip op de ankerplaats buiten Chittagong is aangekomen en de ligtijd begint 24 uur nadat de NOR tijdens de kantooruren (09:00-17:00) is ingediend, ongeacht of het schip al dan niet op een aanlegplaats ligt. Indien er echter een leveringsperiode werd vastgesteld door de Commissie, begint de ligtijd niet vóór de eerste dag van die periode. De kosten voor de verplaatsing van het schip in de loshaven van de ene naar de andere ankerplaats, van de ankerplaats naar de aanlegplaats en van de ene naar de andere aanlegplaats zijn voor rekening van de reders/bevrachters en de tijd voor die verplaatsingen wordt niet tot de ligtijd gerekend.

    Hoewel de stuwadoors worden aangewezen door de ontvanger, moet het lossen worden uitgevoerd onder leiding en met goedkeuring van de gezagvoerder. De tijd en de kosten voor alle noodzakelijke herbelading komen voor rekening van de reders.

    De tijd die op de ankerplaats buiten Chittagong verloren gaat omdat het lossende schip vanwege de deining en/of het slechte weer moet worden losgegooid van de lichters, wordt niet tot de ligtijd gerekend. De ligtijd houdt op te lopen vanaf het ogenblik waarop de lichter wordt losgegooid en begint opnieuw te lopen vanaf het ogenblik waarop de lichter opnieuw naast het lossende schip ligt en daaraan is vastgemaakt.

    5. Lichteren in de loshaven

    De ontvangers zorgen voor het noodzakelijke lichteren van de schepen op de ankerplaats buiten Chittagong; de betrokken kosten en tijd zijn voor rekening van de ontvangers. Schepen die de ankerplaats buiten Chittagong niet kunnen bereiken als gevolg van te grote diepgang, kunnen op kosten van de reders/bevrachters worden gelichterd op de ankerplaats in Kutubdia. In dat geval moet het lichteren worden beschouwd als een overscheping en moeten de betrokken lichters op dezelfde voorwaarden als het schip zelf worden gelost. De tijd voor het lichteren in Kutubdia wordt niet tot de ligtijd gerekend. Eventuele schade die tijdens het lichteren ontstaat door aanvaring tussen het lossende schip en de lichter moet rechtstreeks door de betrokken eigenaars worden geregeld (ongeacht of de reders/bevrachters dan wel de ontvangers de lichters hebben gecontracteerd voor het lichteren in Kutubdia, respectievelijk op de ankerplaats buiten Chittagong). Wanneer niet veilig in Chittagong geankerd kan worden, zijn de kosten voor het lichteren in Kutubdia voor rekening van de ontvanger.

    De gezagvoerder van het schip geeft te allen tijde zijn volle medewerking aan de ontvanger en/of zijn gemachtigde/agent/stuwadoor/contractant voor het lichteren om het lossen te bespoedigen. De lichters dienen ter voorkoming van schade passende stootblokken te verstrekken.

    6. Overliggeld/premie voor snelle afhandeling

    Wanneer de schepen niet in het vermelde tempo worden gelost, betaalt de ontvanger het in het bevrachtingscontract vastgestelde overliggeld met een maximum van 8000 EUR per overligdag of gedeelte daarvan.

    Voor werktijd die in de loshaven is bespaard, wordt de ontvanger een premie voor snelle afhandeling betaald die 50 % bedraagt van het in het bevrachtingscontract vastgestelde overliggeld met een maximum van 4000 EUR per bespaarde overligdag.

    Het overliggeld of de premie voor snelle afhandeling wordt, op basis van bovengenoemde bedragen, al naar gelang van het geval, betaald door de ontvanger aan de Commissie of door de Commissie aan de ontvanger. Eventueel wordt later het overliggeld/de premie voor snelle afhandeling tussen de leverancier en de Commissie vereffend.

    Ligtijd in de loshaven is niet verrekenbaar.

    7. Diversen

    Eventuele kosten van overwerk voor haven- en douanepersoneel komen voor rekening van de partij (reder/diens agent of de ontvanger/diens agent) die opdracht heeft gegeven aan dat personeel. Als de opdracht is gegeven door de havenautoriteiten komen die kosten op 50:50-basis voor rekening van de ontvanger en de reder. Overwerk door bemanning is steeds voor rekening van de reder.

    In de loshaven zijn opening en sluiting van de luiken steeds voor rekening van de reder; aa worden niet tot de ligtijd gerekend.

    De eerste opening en de laatste sluiting van de luiken in de loshaven moeten door de bemanning van het schip worden gedaan.

    Beschadigde goederen moeten, ongeacht voor welke plaats aa bestemd zijn, vóór de afvaart van het schip worden verwijderd/vernietigd volgens de regels van de haven.

    De heffing voor de havenarbeidersdienst of elke gelijkaardige heffing is voor rekening van de reder.

    Wanneer extra kosten die volgens de reder/bevrachter nodig zijn, voorgefinancierd moeten worden door de ontvanger, kunnen deze kosten namens de ontvanger rechtstreeks door de Commissie worden betaald aan de leverancier.

    Top