EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R0692

Verordening (EG) nr. 692/2003 van de Raad van 8 april 2003 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2081/92 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

PB L 99 van 17.4.2003, p. 1–7 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/03/2006; stilzwijgende opheffing door 32006R0510

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/692/oj

32003R0692

Verordening (EG) nr. 692/2003 van de Raad van 8 april 2003 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2081/92 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

Publicatieblad Nr. L 099 van 17/04/2003 blz. 0001 - 0007


Verordening (EG) nr. 692/2003 van de Raad

van 8 april 2003

houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2081/92 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(3),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's(4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad(5) is niet van toepassing op producten uit de wijnbouwsector en ook niet op gedistilleerde dranken; om er evenwel voor te zorgen dat voortaan toch beschermde benamingen voor wijnazijn kunnen worden geregistreerd, lijkt het dienstig de in artikel 1 vastgestelde werkingssfeer tot wijnazijn uit te breiden. Om aan de verwachtingen van bepaalde producenten te voldoen, blijkt het ook nodig de lijst van landbouwproducten in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2081/92 uit te breiden. Voorts is het opportuun om de lijst in bijlage I bij die verordening uit te breiden tot de levensmiddelen die voortkomen uit producten van bijlage I bij het Verdrag die een lichte verwerking hebben ondergaan.

(2) In bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2081/92, waarin de voor registratie in aanmerking komende levensmiddelen staan vermeld, worden onder andere natuurlijk mineraalwater en bronwater genoemd. Tijdens het onderzoek van registratieaanvragen zijn verschillende problemen geconstateerd. Het ging hierbij om identieke benamingen voor verschillende soorten water, fantasienamen die niet onder de bepalingen van bovengenoemde verordening vallen, en namen die moeilijk op grond van de betrokken verordening kunnen worden geregistreerd, vooral gelet op artikel 13. Deze problemen hebben bij de tenuitvoerlegging van de verordening in de praktijk tot vele conflicten geleid.

(3) Mineraalwater en bronwater vallen al onder Richtlijn 80/777/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater(6). Deze richtlijn heeft weliswaar niet volledig hetzelfde oogmerk als Verordening (EEG) nr. 2081/92, maar voorziet wel in toereikende regelingen op communautair niveau voor mineraalwater en bronwater; het is bijgevolg niet dienstig benamingen van mineraalwater of bronwater te registreren. Bijgevolg moeten mineraalwater en bronwater uit bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2081/92 worden geschrapt. Aangezien reeds enkele benamingen waren geregistreerd bij Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie van 12 juni 1996 betreffende de registratie van de geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen in het kader van de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad(7), moet om benadeling te voorkomen een overgangsperiode tot en met 31 december 2013 worden vastgesteld, waarna de betrokken benamingen zullen worden geschrapt uit het in artikel 6, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 genoemde register.

(4) In artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 staat een niet-exhaustieve lijst van elementen die elk productdossier moet bevatten. In bepaalde gevallen moet de verpakking in het afgebakende geografische gebied plaatsvinden, teneinde de typische kenmerken van de producten te bewaren of de traceerbaarheid en de controle ervan te waarborgen. Derhalve moet uitdrukkelijk worden voorzien in de mogelijkheid om bepalingen betreffende de verpakking op te nemen in het productdossier, wanneer dergelijke omstandigheden zich voordoen en gerechtvaardigd zijn.

(5) Het is dienstig een passende regeling te treffen, met name om het bedrijfsvermogen van de producenten van de lidstaten te beschermen, voor geheel of gedeeltelijk homonieme geografische benamingen die, hetzij voldoen aan de voorwaarden voor registratie, hetzij niet voldoen aan deze voorwaarden maar wel aan bepaalde andere, nauwkeurig omschreven voorwaarden voor het gebruik.

(6) Het is dienstig in artikel 10 de verwijzing naar norm EN 45011 aan te passen met het oog op eventuele latere wijzigingen.

(7) Voor naar behoren gemotiveerde gevallen waarin een groepering of een natuurlijke of rechtspersoon de registratie van een geografische aanduiding of een oorsprongsbenaming wenst in te trekken, is het dienstig te voorzien in de mogelijkheid om de benaming uit het register te schrappen.

(8) De Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (Overeenkomst inzake TRIP's, 1994, opgenomen in bijlage 1C bij de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie) bevat gedetailleerde bepalingen inzake het bestaan, de verwerving, de reikwijdte, de instandhouding en de handhaving van rechten uit hoofde van de intellectuele eigendom.

(9) Bij artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 is voorzien in de mogelijkheid tot bescherming van benamingen van derde landen op grond van wederkerigheid en voor zover aan de in dat artikel bepaalde gelijkwaardigheidsvoorwaarden is voldaan. De bepalingen van dit artikel moeten worden gepreciseerd opdat de communautaire registratieprocedure kan worden gebruikt door de landen die aan deze voorwaarden voldoen.

(10) Artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 voorziet in een bezwaarprocedure. Om te voldoen aan de verplichting die met name voortvloeit uit artikel 22 van de TRIP's-overeenkomst dienen deze bepalingen zo te worden gepreciseerd dat deze regeling geldt voor de onderdanen van alle staten die lid zijn van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), en dat zij onverminderd de bepalingen van internationale overeenkomsten, effectief van toepassing zijn, zoals bepaald in artikel 12 van die verordening. Het recht bezwaar aan te tekenen wordt toegekend aan de onderdanen van de staten die lid zijn van de WTO, mits zij een rechtmatig belang hebben overeenkomstig dezelfde criteria als die welke zijn vastgesteld in artikel 7, lid 4, van die verordening. Dat aan deze criteria is voldaan, moet worden aangetoond met betrekking tot het grondgebied van de Gemeenschap, zijnde het gebied waarvoor de verleende bescherming geldt.

(11) Artikel 24, lid 5, van de Overeenkomst inzake TRIP's betreft niet alleen geregistreerde of voor registratie ingediende merken, maar ook merken waarop door gebruik rechten zijn verworven vóór de referentiedatum in dat verband, met name de datum waarop de geografische aanduiding wordt beschermd in haar land van oorsprong. Het is dan ook dienstig artikel 14, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 te wijzigen: voortaan is de in dat lid bedoelde referentiedatum de datum waarop de geografische aanduiding of oorsprongsbenaming wordt beschermd, respectievelijk de datum waarop de registratieaanvraag is ingediend, naargelang de benaming onder artikel 17 dan wel onder artikel 5 van de verordening valt; bovendien geldt als de in artikel 14, lid 1, bedoelde referentiedatum voortaan de datum waarop de registratieaanvraag is ingediend, in plaats van de datum van de eerste bekendmaking.

(12) De voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2081/92 vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(8).

(13) De vereenvoudigde procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2081/92, die indertijd is vastgesteld om bestaande benamingen die in de lidstaten al wettelijk beschermd waren of door het gebruik algemeen gangbaar geworden, op communautair niveau te registreren, voorziet niet in een bezwaarrecht. Om redenen van rechtszekerheid en transparantie is het dienstig deze bepaling nu te schrappen. Bovendien moet, met het oog op de coherentie, de in artikel 13, lid 2, vastgestelde overgangsperiode van vijf jaar voor uit hoofde van die bepaling geregistreerde benamingen worden ingetrokken, onverminderd aflopende toepassing ervan voor op grond van artikel 17 geregistreerde benamingen.

(14) Op grond van het bovenstaande moet Verordening (EEG) nr. 2081/92 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2081/92 wordt als volgt gewijzigd:

1. in artikel 1 wordt lid 1 vervangen door:

"1. In deze verordening worden de voorschriften vastgesteld voor de bescherming van de oorsprongsbenamingen en de geografische aanduidingen van de voor menselijke voeding bestemde landbouwproducten die vermeld staan in bijlage I bij het Verdrag en van de levensmiddelen die vermeld staan in bijlage I bij deze verordening, alsmede van de landbouwproducten die vermeld staan in bijlage II bij deze verordening.

Deze verordening is echter niet van toepassing op producten van de wijnbouwsector, met uitzondering van wijnazijn, noch op gedistilleerde dranken. Dit lid geldt onverminderd Verordening (EG) nr. 1493/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt.

De bijlagen I en II bij deze verordening kunnen volgens de procedure van artikel 15 worden gewijzigd.";

2. in artikel 4, lid 2, wordt punt e) vervangen door:

"e) de beschrijving van de werkwijze voor het verkrijgen van het product of van het levensmiddel en, in voorkomend geval, de authentieke en onveranderlijke plaatselijke werkwijzen, alsmede elementen betreffende de verpakking, wanneer de aanvragende groepering aangeeft en rechtvaardigt dat de verpakking in het afgebakende geografische gebied moet plaatsvinden om de kwaliteit te behouden, de traceerbaarheid te waarborgen of de controle te verzekeren;";

3. in artikel 5, lid 5, wordt de laatste alinea vervangen door:"Indien de aanvraag betrekking heeft op een benaming die ook een geografisch grensgebied aanduidt of een traditionele benaming die verbonden is aan dit geografische gebied, gelegen in een andere lidstaat of in een volgens de procedure van artikel 12, lid 3, erkend derde land, raadpleegt de lidstaat die de aanvraag heeft ontvangen de betrokken lidstaat of het betrokken derde land alvorens de registratieaanvraag door te zenden.

Indien de betrokken groeperingen of natuurlijke of rechtspersonen van de genoemde staten na overleg tot overeenstemming komen over een algehele oplossing, kunnen de betrokken staten een gemeenschappelijke registratieaanvraag bij de Commissie indienen.

Specifieke voorschriften kunnen volgens de procedure van artikel 15 worden vastgesteld.";

4. aan artikel 6, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:"De Commissie maakt de ingediende registratieaanvragen en de datum van indiening bekend.";

5. aan artikel 6 wordt het volgende lid toegevoegd:

"6. Indien de aanvraag betrekking heeft op een homonieme benaming van een reeds geregistreerde benaming van de Europese Unie of van een volgens de procedure van artikel 12, lid 3, erkend derde land, kan de Commissie het in artikel 15 bedoelde comité om advies verzoeken, alvorens de in lid 3 van het onderhavige artikel voorgeschreven registratie te verrichten.

Bij de registratie van een homonieme benaming overeenkomstig deze verordening wordt naar behoren rekening gehouden met de plaatselijke en traditionele gebruiken en het reële risico van verwarring; met name geldt het volgende:

- een homonieme benaming die bij het publiek ten onrechte de indruk wekt dat de producten van oorsprong zijn van het grondgebied van een ander land wordt niet geregistreerd, ook al is zij letterlijk juist wat het grondgebied, de regio of de plaats van oorsprong van de landbouwproducten of de levensmiddelen betreft;

- het gebruik van een geregistreerde homonieme benaming is slechts toegestaan indien de praktische omstandigheden garanderen dat de in tweede instantie geregistreerde homonieme benaming zich duidelijk onderscheidt van de reeds geregistreerde benaming, rekening houdend met het feit dat de betrokken producenten een billijke behandeling moeten krijgen en de consumenten niet mogen worden misleid.";

6. aan artikel 10, lid 3, wordt de volgende alinea toegevoegd:"De norm of de toe te passen versie van norm EN 45011, aan de voorwaarden waarvan de controleorganisaties dienen te voldoen om voor erkenning in aanmerking te komen, wordt overeenkomstig de procedure van artikel 15 vastgesteld of gewijzigd.

De in het geval van de in artikel 12, lid 3, bedoelde derde landen toe te passen gelijkwaardige norm of versie van de gelijkwaardige norm, aan de voorwaarden waarvan de controleorganisaties dienen te voldoen om voor erkenning in aanmerking te komen, wordt overeenkomstig de procedure van artikel 15 vastgesteld of gewijzigd.";

7. aan artikel 11, lid 4, wordt het volgende toegevoegd:"De nietigverklaring wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.";

8. het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 11 bis

Volgens de procedure van artikel 15 kan de Commissie de registratie van een benaming in de volgende gevallen nietig verklaren:

a) Wanneer de staat die de oorspronkelijke registratieaanvraag heeft toegezonden, de gegrondheid van een door de betrokken groepering of natuurlijke of rechtspersoon ingediend verzoek om nietigverklaring vaststelt en dit verzoek aan de Commissie toezendt.

b) Om naar behoren gemotiveerde redenen op grond waarvan de naleving van de voorwaarden van het productdossier van een onder een beschermde benaming ressorterend landbouwproduct of levensmiddel niet langer zou zijn gewaarborgd.

Specifieke voorschriften kunnen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 15.

De nietigverklaring wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.";

9. in artikel 12, lid 1, wordt het tweede streepje vervangen door:

"- in het derde land controleregelingen en bezwaarprocedures bestaan die gelijkwaardig zijn met die welke in deze verordening zijn vastgesteld;";

10. aan artikel 12 wordt het volgende lid toegevoegd:

"3. De Commissie onderzoekt, volgens de procedure van artikel 15, op verzoek van een derde land of dit land op grond van zijn interne wetgeving voldoet aan de gelijkwaardigheidsvoorwaarden en de garanties biedt als bedoeld in lid 1 van dit artikel. Wanneer het besluit van de Commissie positief is, is de procedure van artikel 12 bis van toepassing.";

11. de volgende artikelen worden ingevoegd:

"Artikel 12 bis

1. Wanneer, in het in artikel 12, lid 3, bedoelde geval, een groepering of een natuurlijke persoon of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 5, leden 1 en 2, van een derde land overeenkomstig deze verordening een benaming wenst te laten registreren, richt deze een registratieaanvraag aan de autoriteiten van het derde land waarin het geografische gebied ligt. Bij de aanvraag moet voor elke benaming een productdossier als bedoeld in artikel 4 worden gevoegd.

Alvorens de registratieaanvraag door te zenden en wanneer de aanvraag betrekking heeft op een benaming die ook verwijst naar een in een lidstaat van de Europese Unie gelegen geografisch grensgebied of een traditionele benaming die verbonden is aan dit geografische gebied, raadpleegt het derde land dat de aanvraag heeft ontvangen de betrokken lidstaat.

Indien de betrokken groeperingen of natuurlijke of rechtspersonen van de genoemde staten na overleg tot overeenstemming komen over een algehele oplossing, kunnen de betrokken staten een gemeenschappelijke registratieaanvraag bij de Commissie indienen.

Specifieke voorschriften kunnen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 15.

2. Indien het in lid 1 bedoelde derde land van oordeel is dat aan de vereisten van deze verordening is voldaan, zendt het de registratieaanvraag door naar de Commissie, vergezeld van:

a) een beschrijving van het juridisch kader en het gebruik op grond waarvan de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding in het land beschermd of gebruikelijk is,

b) een verklaring dat de in artikel 10 vervatte elementen op zijn grondgebied vervuld zijn,

c) de andere documenten waarop zijn oordeel gebaseerd is.

3. De aanvraag en alle andere aan de Commissie toegezonden documenten zijn opgesteld in een officiële taal van de Gemeenschap of gaan vergezeld van een vertaling in een officiële taal van de Gemeenschap.

Artikel 12 ter

1. De Commissie gaat binnen een periode van zes maanden na of de door een derde land ingediende registratieaanvraag alle vereiste elementen behelst. De Commissie stelt het betrokken land op de hoogte van haar bevindingen.

Indien de Commissie

a) tot de conclusie is gekomen dat de benaming voldoet aan de voorwaarden om te worden beschermd, maakt zij de aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, bekend. Vóór deze bekendmaking kan de Commissie het in artikel 15 bedoelde comité om advies vragen;

b) tot de conclusie is gekomen dat de benaming niet voldoet aan de voorwaarden om te worden beschermd, besluit zij, na overleg met de staat die de aanvraag heeft toegezonden, volgens de procedure van artikel 15 om niet over te gaan tot de onder a) bedoelde bekendmaking.

2. Binnen zes maanden na de datum van de in lid 1, onder a), bedoelde bekendmaking kunnen alle natuurlijke en rechtspersonen die een rechtmatig belang bij de benaming hebben, onder de volgende voorwaarden bezwaar aantekenen tegen de overeenkomstig lid 1, onder a), bekendgemaakte aanvraag:

a) Wanneer een lidstaat, respectievelijk een WTO-lid bezwaar aantekent, is artikel 7, leden 1, 2 en 3, respectievelijk artikel 12 quinquies van toepassing.

b) Wanneer een derde land dat aan de gelijkwaardigheidseisen van artikel 12, lid 3, voldoet, bezwaar aantekent, wordt het naar behoren gemotiveerde bezwaar gericht tot het land waar bovengenoemde natuurlijke of rechtspersoon woont of waar hij gevestigd is, en stuurt dit land het bezwaar door naar de Commissie.

Het bezwaarschrift en alle andere documenten die bij de Commissie worden ingediend, moeten zijn opgesteld in een officiële taal van de Gemeenschap of vergezeld gaan van een vertaling in een officiële taal van de Gemeenschap.

3. De Commissie onderzoekt de ontvankelijkheid van het bezwaar aan de hand van de in artikel 7, lid 4, bepaalde criteria. Of deze criteria vervuld zijn, moet worden beoordeeld en aangetoond met betrekking tot het grondgebied van de Gemeenschap. Wanneer een of meer bezwaarschriften ontvankelijk zijn, neemt de Commissie, na overleg met het land dat de aanvraag heeft toegezonden, overeenkomstig de procedure van artikel 15 een besluit en houdt daarbij rekening met de loyale en traditionele gebruiken en met de werkelijke risico's van verwarring op het grondgebied van de Gemeenschap. Indien wordt besloten tot registratie, wordt de benaming ingeschreven in het in artikel 6, lid 3, bedoelde register en bekendgemaakt overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, lid 4.

4. Indien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend, wordt de benaming of worden de benamingen ingeschreven in het in artikel 6, lid 3, bedoelde register en maakt de Commissie ze bekend overeenkomstig het bepaalde in lid 4 van datzelfde artikel.

Artikel 12 quater

De betrokken groepering of de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, als bedoeld in artikel 5, leden 1 en 2, kan verzoeken om wijziging van een productdossier van een op grond van artikel 12 bis en 12 ter geregistreerde benaming, met name om rekening te houden met de ontwikkeling van de wetenschappelijke en technische kennis of om de afbakening van het geografische gebied te wijzigen.

De in de artikelen 12 bis en 12 ter bedoelde procedure is van toepassing.

De Commissie kan echter, overeenkomstig de procedure van artikel 15, besluiten de in de artikelen 12 bis en 12 ter bedoelde procedure niet toe te passen, wanneer de wijziging slechts van gering belang is.

Artikel 12 quinquies

1. Binnen zes maanden na de datum van de in artikel 6, lid 2, bedoelde bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van een door een lidstaat van de Europese Unie ingediende registratieaanvraag, kan iedere natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang uit een staat die lid is van de WTO of in een overeenkomstig artikel 12, lid 3, erkend derde land, tegen de voorgenomen registratie bezwaar aantekenen door toezending van een naar behoren gemotiveerde verklaring aan de staat waar hij woont of gevestigd is, welke staat de betrokken, in een taal van de Gemeenschap opgestelde of vertaalde verklaring, aan de Commissie toezendt. De lidstaten zorgen ervoor dat alle onderdanen van een staat welke lid is van de WTO of van een volgens de procedure van artikel 12, lid 3, erkend derde land die kunnen aantonen een rechtmatig economisch belang te hebben, kennis mogen nemen van de registratieaanvraag.

2. De Commissie onderzoekt of de bezwaarschriften ontvankelijk zijn op basis van de in artikel 7, lid 4, vastgestelde criteria. Of deze criteria vervuld zijn, moet worden beoordeeld en aangetoond met betrekking tot het grondgebied van de Gemeenschap.

3. Wanneer een bezwaar ontvankelijk is, neemt de Commissie, na overleg met de staat die bezwaar heeft aangetekend tegen de registratie, volgens de procedure van artikel 15 een besluit en houdt daarbij rekening met de loyale en traditionele gebruiken en met de werkelijke risico's van verwarring. Indien wordt besloten tot registratie, zorgt de Commissie voor publicatie overeenkomstig de procedure van artikel 6, lid 4.";

12. artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 4 wordt vervangen door:

"4. Wat betreft de benamingen waarvoor om registratie wordt verzocht uit hoofde van artikel 5, respectievelijk artikel 12 bis van deze verordening, kan in het kader van artikel 7, lid 5, onder b), respectievelijk artikel 12 ter, lid 3, en artikel 12 quinquies, lid 3, een overgangsperiode van maximaal vijf jaar worden ingesteld, uitsluitend wanneer een bezwaar ontvankelijk is verklaard op grond van het feit dat bij de registratie van de voorgestelde naam schade zou worden toegebracht aan een geheel of gedeeltelijk homonieme benaming of aan bestaande producten die sinds ten minste vijf jaar vóór de in artikel 6, lid 2, bedoelde datum van bekendmaking legaal op de markt zijn.

Deze overgangsperiode kan slechts worden ingesteld op voorwaarde dat de bedrijven de betrokken producten legaal in de handel hebben gebracht en de betrokken benamingen gedurende ten minste vijf jaar vóór de in artikel 6, lid 2, bedoelde datum van bekendmaking zonder onderbreking hebben gebruikt.";

b) het volgende lid wordt toegevoegd:

"5. Onverminderd de toepassing van artikel 14, kan de Commissie volgens de procedure van artikel 15 besluiten een geregistreerde benaming te laten voortbestaan naast een niet-geregistreerde benaming die een plaats in een lidstaat van de Europese Unie of in een volgens de procedure van artikel 12, lid 3, erkend derde land aanduidt, wanneer deze benaming identiek is aan de geregistreerde benaming, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

- de niet-geregistreerde identieke benaming is reeds 25 jaar vóór de inwerking-treding van deze verordening wettig volgens loyale en constante gebruiken gangbaar, en

- er wordt aangetoond dat met dit gebruik nooit is beoogd van de reputatie van de geregistreerde benaming te profiteren en dat het publiek ten aanzien van de werkelijke oorsprong van het product niet is of kan worden misleid, en

- het probleem in verband met de identieke benamingen is vóór de registratie van de benaming aan de orde gesteld.

De geregistreerde benaming en de betrokken niet-geregistreerde identieke benaming mogen niet langer dan 15 jaar naast elkaar blijven bestaan. Daarna mag de niet-geregistreerde benaming niet langer worden gebruikt.

De betrokken niet-geregistreerde geografische benaming mag slechts worden gebruikt indien het land van oorsprong duidelijk en goed leesbaar op het etiket wordt vermeld.";

13. artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

"1. Wanneer een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding overeenkomstig de bepalingen van deze verordening is geregistreerd, wordt een aanvraag tot registratie van een merk in situaties als bedoeld in artikel 13 en betrekking hebbende op dezelfde productklasse, afgewezen mits de aanvraag tot registratie van het merk wordt ingediend na de datum waarop de aanvraag tot registratie van de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding bij de Commissie is gedeponeerd.

Merken die in strijd met de bepalingen van de eerste alinea zijn geregistreerd, worden nietig verklaard.";

b) lid 2 wordt vervangen door:

"2. Met inachtneming van het Gemeenschapsrecht mag een merk dat vóór de datum waarop de benaming in het land van oorsprong is beschermd, of vóór de datum waarop de registratie van een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding bij de Commissie is aangevraagd, te goeder trouw is gedeponeerd of ingeschreven, of waarop, overeenkomstig de betrokken wetgeving, door gebruik te goeder trouw op het grondgebied van de Gemeenschap rechten zijn verworven, in situaties als bedoeld in artikel 13 verder worden gebruikt niettegenstaande de registratie van een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, mits het merk geen aanleiding geeft tot nietig- of vervallenverklaring op grond van respectievelijk Richtlijn 89/104/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten(9), en/of Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk(10).";

14. artikel 15 wordt vervangen door:

"Artikel 15

1. De Commissie wordt bijgestaan door het comité voor oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.

4. Het Comité kan elk ander vraagstuk onderzoeken dat door zijn voorzitter, hetzij op diens initiatief, hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een lidstaat, aan de orde wordt gesteld.";

15. artikel 13, lid 2, en artikel 17 worden geschrapt. Het bepaalde in die artikelen blijft evenwel van toepassing op geregistreerde benamingen of op benamingen waarvoor uit hoofde van de procedure van artikel 17 een registratieaanvraag is ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening;

16. de bijlagen I en II worden vervangen door de bijlagen I en II bij onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Onverminderd punt 14 van artikel 1, blijven de bepalingen van de artikelen 5 en 17 van toepassing op aanvragen voor registratie van benamingen van mineraal water en bronwater die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend.

Mineraal water en bronwater dat reeds is geregistreerd of dat uit hoofde van de vorige alinea eventueel kan worden geregistreerd, blijft vermeld staan in het register bedoeld in artikel 6, lid 3, van Verordening nr. 2081/92 en in aanmerking komen voor de bij deze verordening verleende bescherming tot en met 31 december 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 8 april 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

G. Drys

(1) PB C 181 E van 30.7.2002, blz. 275.

(2) Advies uitgebracht op 5 december 2002 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3) PB C 241 van 7.10.2002, blz. 57.

(4) Advies uitgebracht op 31 juli 2002 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(5) PB L 208 van 24.7.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2796/2000 van de Commissie (PB L 324 van 21.12.2000, blz. 26).

(6) PB L 229 van 30.8.1980, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/70/EG (PB L 299 van 23.11.1996, blz. 26).

(7) PB L 148 van 21.6.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2703/2000 (PB L 311 van 12.12.2000, blz. 25).

(8) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(9) PB L 40 van 11.2.1989, blz. 1.

(10) PB L 11 van 14.1.1994, blz. 1.

BIJLAGE I

"BIJLAGE I

Levensmiddelen bedoeld in artikel 1, lid 1

- Bier

- Dranken op basis van plantenextracten

- Brood, gebak, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren

- Natuurlijke gommen en harsen

- Mosterdpasta

- Deegwaren"

BIJLAGE II

"BIJLAGE II

Landbouwproducten bedoeld in artikel 1, lid 1

- Hooi

- Etherische oliën

- Kurk

- Cochenille (onafgewerkt product van dierlijke oorsprong)

- Sierbloemen en -planten

- Wol

- Teenwilgen"

Top