EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R0639

Verordening (EG) nr. 639/2003 van de Commissie van 9 april 2003 tot vaststelling, op grond van Verordening (EG) nr. 1254/1999, van uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de voor de toekenning van uitvoerrestituties te vervullen voorwaarden in verband met het welzijn van levende runderen tijdens het vervoer

PB L 93 van 10.4.2003, p. 10–17 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 26/09/2010: This act has been changed. Current consolidated version: 07/10/2010

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/639/oj

32003R0639

Verordening (EG) nr. 639/2003 van de Commissie van 9 april 2003 tot vaststelling, op grond van Verordening (EG) nr. 1254/1999, van uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de voor de toekenning van uitvoerrestituties te vervullen voorwaarden in verband met het welzijn van levende runderen tijdens het vervoer

Publicatieblad Nr. L 093 van 10/04/2003 blz. 0010 - 0017


Verordening (EG) nr. 639/2003 van de Commissie

van 9 april 2003

tot vaststelling, op grond van Verordening (EG) nr. 1254/1999, van uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de voor de toekenning van uitvoerrestituties te vervullen voorwaarden in verband met het welzijn van levende runderen tijdens het vervoer

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2345/2001 van de Commissie(2), en met name op artikel 33, lid 12,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In artikel 33, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 is bepaald dat de restitutie bij uitvoer van levende dieren slechts wordt uitbetaald wanneer is voldaan aan de voorschriften van de Gemeenschap inzake het welzijn van dieren, en meer in het bijzonder aan het bepaalde in Richtlijn 91/628/EEG van de Raad van 19 november 1991 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 95/29/EG(4).

(2) Bij Verordening (EG) nr. 615/98 van de Commissie(5) zijn uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het welzijn van levende dieren tijdens het vervoer vastgesteld. De ervaring heeft geleerd dat met het oog op de uitbetaling van de restitutie bij uitvoer van levende dieren krachtiger de hand gehouden moet worden aan de dierenwelzijnsvoorschriften. Daarom moeten de in die verordening voorgeschreven controles en sancties worden verscherpt. Bovendien moet Verordening (EG) nr. 615/98 duidelijkheidshalve worden vervangen.

(3) Met het oog op handhaving van de normen inzake het welzijn van dieren, dient een toezichtsregeling te worden ingesteld waarbij verplichte controles plaatsvinden op de plaats van uitgang uit de Gemeenschap en, na het verlaten van het douanegebied van de Gemeenschap, bij overlading, alsook bij de eerste lossing in het derde land van de eindbestemming.

(4) Om een behoorlijke controle bij de uitvoer uit de Gemeenschap te vergemakkelijken, moeten plaatsen van uitgang worden aangewezen.

(5) Voor de beoordeling van de toestand en gezondheid van de dieren is specifieke deskundigheid en ervaring nodig. Derhalve moeten de controles door een dierenarts worden verricht. Bovendien moet de omvang van deze controles nader worden omschreven en moet een modelverslag worden opgesteld om ze zorgvuldig en geharmoniseerd te kunnen uitvoeren.

(6) Voor de toepassing van deze verordening moeten controles in derde landen worden opgelegd die worden uitgevoerd door instanties van de lidstaten of door op internationaal niveau inzake controle en toezicht gespecialiseerde firma's, hierna CTF's te noemen, die door de lidstaten erkend zijn en gecontroleerd worden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie van 15 april 1999 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten(6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2003(7). Voor de uitvoering van controles in het kader van deze verordening moeten de CTF's vanaf 1 januari 2004 meer in het bijzonder voldoen aan de in bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 800/1999 vastgestelde voorwaarden voor de erkenning van en de controle op CTF's.

(7) Wanneer blijkt dat Richtlijn 91/628/EEG voor een groot aantal dieren niet in acht genomen is, moet niet alleen de uitvoerrestitutie niet worden uitbetaald, maar moet ook een passende sanctie worden opgelegd. Voorts moet, wanneer de overtreding van de richtlijn het gevolg is van algehele veronachtzaming van de voorschriften op het gebied van het welzijn van dieren, worden bepaald dat de volledige restitutie verbeurd wordt.

(8) De lidstaten moeten de Commissie de nodige informatie verschaffen om haar in staat te stellen op de toepassing van deze verordening toe te zien en er verslag over uit te brengen.

(9) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Draagwijdte

Op grond van artikel 33, lid 9, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 wordt de betaling van de restituties bij uitvoer van levende runderen van GN-code 0102, hierna "dieren" genoemd, afhankelijk gesteld van de naleving, tijdens het vervoer van de dieren tot de eerste lossingsplaats in het derde land van de eindbestemming, van Richtlijn 91/628/EEG en deze verordening.

Artikel 2

Controle in de Gemeenschap

1. De dieren mogen het douanegebied van de Gemeenschap slechts via de volgende plaatsen van uitgang verlaten:

a) een inspectiepost aan de grens die bij beschikking van de Commissie is erkend voor de veterinaire controles van levende hoefdieren uit derde landen, of

b) een door de lidstaat aangewezen plaats van uitgang.

2. Een officiële dierenarts op de plaats van uitgang gaat overeenkomstig Richtlijn 96/93/EG van de Raad(8) voor de dieren waarvoor een uitvoeraangifte aanvaard is, na of:

a) de voorwaarden van Richtlijn 91/628/EEG vanaf de plaats van vertrek in de zin van artikel 2, lid 2, onder e), van die richtlijn tot de plaats van uitgang zijn vervuld; en

b) de vervoersomstandigheden tijdens de verdere reis in overeenstemming zijn met de voorschriften van Richtlijn 91/628/EEG en de nodige maatregelen zijn getroffen om de inachtneming ervan tot de eerste lossing in het derde land van de eindbestemming te verzekeren.

De officiële dierenarts die de controle uitgevoerd heeft, moet een verslag overeenkomstig het model in bijlage I opstellen waarin hij verklaart dat de bevindingen van de overeenkomstig de eerste alinea verrichte controle al dan niet bevredigend waren.

De voor de plaats van uitgang bevoegde veterinaire autoriteit houdt dit verslag minstens drie jaar bij.

3. Indien de dierenarts op de plaats van uitgang zich ervan vergewist heeft dat de in lid 2 genoemde voorwaarden zijn vervuld, certificeert hij dit door de vermelding:

- Resultados de los controles de conformidad con el artículo 2 del Reglamento (CE) n° 639/2003 satisfactorios

- Resultater af kontrollen efter artikel 2 i forordning (EF) nr. 639/2003 er tilfredsstillende

- Ergebnisse der Kontrollen nach Artikel 2 der Verordnung (EG) Nr. 639/2003 zufriedenstellend

- Αποτελέσματα των ελέγχων βάσει του άρθρου 2 του κανονισμού (EK) αριθ. 639/2003 ικανοποιητικά

- Results of the checks pursuant to Article 2 of Regulation (EC) No 639/2003 satisfactory

- Résultats des contrôles visés à l'article 2 du règlement (CE) n° 639/2003 satisfaisants

- Risultati dei controlli conformi alle disposizioni dell'articolo 2 del regolamento (CE) n. 639/2003

- Bevindingen bij controle overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 639/2003 bevredigend

- Resultados dos controlos satisfatórios nos termos do artigo 2.o do Regulamento (CE) n.o 639/2003

- Asetuksen (EY) N:o 639/2003 2 artiklan mukaisten tarkastuksen tulokset ovat hyväksyttävät

- Resultaten av kontrollen enligt artikel 2 i förordning (EG) nr 639/2003 är tillfredsställande

alsmede een stempel en zijn handtekening aan te brengen op het document dat het verlaten van het douanegebied van de Gemeenschap bewijst, hetzij in vak J van het controle-exemplaar T 5, hetzij op de meest passende plaats van het nationale document.

4. De officiële dierenarts van de plaats van uitgang vermeldt op het in lid 3 bedoelde document het totale aantal dieren waarvoor de uitvoeraangifte aanvaard is, onder aftrek van het aantal dieren dat onderweg gekalfd heeft (ook ontijdig) of waarvoor de voorschriften van Richtlijn 91/628/EEG niet in acht genomen zijn.

5. De lidstaten kunnen verlangen dat de exporteur de officiële dierenarts van de plaats van uitgang vooraf in kennis stelt van de aankomst van de zending op de plaats van uitgang.

6. Indien de in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 800/1999 bedoelde regeling vereenvoudigd communautair douanevervoer per spoor van toepassing is, verricht de officiële dierenarts de controle in afwijking van lid 1 in het kantoor waar de dieren onder deze regeling worden geplaatst.

De in de leden 3 en 4 bedoelde certificering en vermeldingen worden aangebracht op het voor de uitkering van de restitutie gebruikte document of, in het in artikel 10, lid 4, van die verordening beschreven geval, op het controle-exemplaar T 5.

Artikel 3

Controle in derde landen

1. Nadat de dieren het douanegebied van de Gemeenschap verlaten hebben, moet de exporteur ervoor zorgen dat de dieren een controle ondergaan:

a) op elke plaats van overlading in een ander vervoermiddel, tenzij de overlading niet voorzien was en veroorzaakt is door uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden;

b) op de eerste lossingsplaats in het derde land van de eindbestemming.

2. De in lid 1 bedoelde controles worden uitgevoerd door een op internationaal niveau in controle en toezicht gespecialiseerde firma die daartoe overeenkomstig de artikelen 16 bis tot en met 16 septies van Verordening (EG) nr. 800/1999 door een lidstaat erkend is en gecontroleerd wordt, of door een officiële instantie van een lidstaat.

De in lid 1 bedoelde controles moeten worden uitgevoerd door een dierenarts.

De dierenarts moet van elke door hem overeenkomstig lid 1 verrichte controle een verslag opstellen volgens de modellen in de bijlagen II en III.

Artikel 4

Procedure voor de restitutiebetaling

1. Uiterlijk bij de indiening van de uitvoeraangifte verstrekt de exporteur de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de uitvoeraangifte wordt aanvaard, alle nodige gegevens over de reis.

Tegelijkertijd of uiterlijk zodra hij daarvan kennis heeft gekregen, brengt de exporteur de bevoegde autoriteit op de hoogte van elke mogelijke overlading in een ander vervoermiddel.

2. Overeenkomstig artikel 49 van Verordening (EG) nr. 800/1999 opgestelde aanvragen om betaling van de uitvoerrestitutie moeten binnen de in dat artikel vastgestelde termijn worden aangevuld met de volgende bewijsstukken:

a) het naar behoren ingevulde document als bedoeld in artikel 2, lid 3, en

b) de in artikel 3, lid 2, bedoelde verslagen.

3. Indien door omstandigheden buiten de wil van de exporteur de in artikel 3, lid 1, bedoelde controle niet kon worden verricht, kan de bevoegde autoriteit op een met redenen omkleed verzoek van de exporteur andere documenten aanvaarden die ten haren genoegen bewijzen dat het bepaalde in Richtlijn 91/628/EEG in acht genomen is.

Artikel 5

Niet-betaling van de uitvoerrestitutie

1. De uitvoerrestitutie wordt niet betaald voor:

a) dieren die tijdens het vervoer zijn gestorven, behalve in het in lid 2 genoemde geval;

b) dieren die tijdens het vervoer nog vóór de eerste lossing in het derde land van de eindbestemming gekalfd hebben (ook ontijdig);

c) dieren waarvoor de bevoegde autoriteit op grond van de in artikel 4, lid 2, bedoelde documenten, en/of welke andere gegevens ook over de naleving van deze verordening waarover zij beschikt, van oordeel is dat het bepaalde in Richtlijn 91/628/EEG niet in acht genomen is.

Het gewicht van een dier waarvoor de restitutie niet wordt betaald, wordt forfaitair bepaald door het totale gewicht in kg dat in de uitvoeraangifte vermeld is, te delen door het totale aantal dieren dat in diezelfde aangifte is vermeld.

2. Wanneer een dier, na het verlaten van het douanegebied van de Gemeenschap, tijdens het vervoer ten gevolge van overmacht gestorven is:

a) wordt, bij een niet-gedifferentieerde restitutie, het volledige restitutiebedrag betaald;

b) wordt, bij een gedifferentieerde restitutie, het bedrag van het overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 800/1999 berekende gedeelte van de restitutie betaald.

Artikel 6

Sancties

1. Bovendien wordt de restitutie gekort met een bedrag dat gelijk is aan het restitutiebedrag dat op grond van artikel 5, lid 1, niet wordt betaald, indien het aantal dieren waarvoor geen restitutie wordt betaald:

a) groter is dan 1 % van het aantal dat is vermeld in de aanvaarde uitvoeraangifte, en ten minste twee dieren bedraagt, of

b) meer dan vijf dieren bedraagt.

2. De restitutie wordt geweigerd voor het in de uitvoeraangifte vermelde totaalaantal dieren, wanneer het aantal dieren waarvoor op grond van artikel 5, lid 1, geen restitutie wordt betaald:

a) groter is dan 5 % van het aantal dat is vermeld in de aanvaarde uitvoeraangifte, en ten minste drie dieren bedraagt, of

b) meer dan tien dieren bedraagt, doch minstens 2 % van het aantal dat in de aanvaarde uitvoeraangifte vermeld is.

3. Tijdens het vervoer gestorven dieren en dieren die vóór de eerste lossing in het derde land van de eindbestemming gekalfd hebben (ook ontijdig), worden voor de toepassing van de leden 1 en 2 niet meegerekend wanneer de exporteur ten genoegen van de bevoegde autoriteit aantoont dat hun dood of het (ontijdig) kalven niet het gevolg was van de niet-inachtneming van de voorschriften van Richtlijn 91/628/EEG.

4. De in artikel 51 van Verordening (EEG) nr. 800/1999 bedoelde sanctie wordt niet toegepast voor het bedrag dat op grond van artikel 5 en de leden 1 en 2 niet betaald is of waarmee de restitutie gekort is.

Artikel 7

Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen

Indien na de uitkering van de restitutie komt vast te staan dat de voorschriften van Richtlijn 91/628/EEG niet in acht genomen zijn, wordt het desbetreffende deel van de restitutie, in voorkomend geval met inbegrip van het overeenkomstig artikel 6 toe te passen sanctiebedrag, geacht ten onrechte te zijn betaald en wordt het teruggevorderd overeenkomstig artikel 52 van Verordening (EEG) nr. 800/1999.

Artikel 8

Mededeling van gegevens

De lidstaten delen de Commissie jaarlijks uiterlijk op 31 maart de volgende gegevens mee over de toepassing van deze verordening in het vorige kalenderjaar:

a) het aantal uitvoeraangiften (voor levende dieren) en levende dieren waarvoor de restitutie betaald werd;

b) het aantal uitvoeraangiften waarvoor de restitutie niet of slechts gedeeltelijk betaald werd en het aantal dieren waarvoor geen restitutie betaald werd;

c) het aantal uitvoeraangiften waarvoor de restitutie geheel of gedeeltelijk terugbetaald werd en het aantal dieren waarvoor de restitutie terugbetaald werd, met inbegrip van de dieren waarvoor de terugbetaling van de restitutie betrekking had op uitvoertransacties die vóór het betrokken kalenderjaar plaatsvonden;

d) de redenen om voor de onder b) en c) bedoelde dieren geen restitutie te betalen of deze terug te vorderen;

e) de restitutiebedragen in euro die niet betaald werden en de terugbetaalde restituties, met inbegrip van de terugbetaalde bedragen voor uitvoertransacties die vóór het betrokken kalenderjaar plaatsvonden;

f) het aantal uitvoeraangiften en de bedragen waarvoor de terugvorderingsprocedure nog loopt;

g) alle overige gegevens die de lidstaten van belang achten voor de toepassing van deze verordening.

Artikel 9

Intrekking

Verordening (EG) nr. 615/1998 wordt ingetrokken. De verordening blijft echter van toepassing voor uitvoeraangiften die vóór de datum van toepassing van deze verordening aanvaard zijn.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de in bijlage IV opgenomen concordantietabel.

Artikel 10

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing voor uitvoeraangiften die op of na 1 oktober 2003 worden aanvaard.

Het voorschrift dat de in artikel 3, lid 2, bedoelde op internationaal niveau in controle en toezicht gespecialiseerde firma's overeenkomstig de artikelen 16 bis tot en met 16 septies van Verordening (EG) nr. 800/1999 erkend en gecontroleerd worden, is echter van toepassing voor uitvoeraangiften die op of na 1 januari 2004 worden aanvaard.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 april 2003.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21.

(2) PB L 315 van 1.12.2001, blz. 29.

(3) PB L 340 van 11.12.1991, blz. 17.

(4) PB L 148 van 30.6.1995, blz. 52.

(5) PB L 82 van 19.3.1998, blz. 19.

(6) PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11.

(7) PB L 67 van 12.3.2003, blz. 3.

(8) PB L 13 van 16.1.1997, blz. 28.

BIJLAGE I

>PIC FILE= "L_2003093NL.001402.TIF">

BIJLAGE II

>PIC FILE= "L_2003093NL.001502.TIF">

BIJLAGE III

>PIC FILE= "L_2003093NL.001602.TIF">

BIJLAGE IV

CONCORDANTIETABEL

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top