Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001D0361

    Beschikking van de Commissie van 21 december 2000 betreffende steunmaatregelen van Duitsland ten behoeve van de kolenindustrie in 2000 en 2001 (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 4407)

    PB L 127 van 9.5.2001, p. 55–63 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2001/361/oj

    32001D0361

    Beschikking van de Commissie van 21 december 2000 betreffende steunmaatregelen van Duitsland ten behoeve van de kolenindustrie in 2000 en 2001 (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 4407)

    Publicatieblad Nr. L 127 van 09/05/2001 blz. 0055 - 0063


    Beschikking van de Commissie

    van 21 december 2000

    betreffende steunmaatregelen van Duitsland ten behoeve van de kolenindustrie in 2000 en 2001

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 4407)

    (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2001/361/EGKS)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Beschikking nr. 3632/93/EGKS van de Commissie van 28 december 1993 tot vaststelling van een communautaire regeling voor de steunmaatregelen van de lidstaten ten behoeve van de kolenindustrie(1), en met name op artikel 2, lid 1, en op artikel 9,

    Gelet op Beschikking 1999/270/EGKS van de Commissie(2), waarbij enerzijds Duitsland wordt gemachtigd in 1998 steunmaatregelen ten behoeve van de kolenindustrie te nemen en anderzijds gunstig advies wordt uitgebracht over de verenigbaarheid van de nieuwe richtsnoeren van het kolenbeleid voor de periode tot 2002 met Beschikking nr. 3632/93/EGKS,

    Overwegende hetgeen volgt:

    I

    (1) Bij brief van 28 september 1999 heeft Duitsland de Commissie overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS in kennis gesteld van de steunmaatregelen die het voornemens is voor het jaar 2000 ten behoeve van de kolenindustrie te nemen. Bij brieven van 21 december 1999, 18 februari 2000, 13 april 2000, 15 mei 2000, 14 juli 2000 en 22 november 2000 heeft Duitsland de door de Commissie gevraagde aanvullende informatie verstrekt.

    (2) Bij brief van 29 september 2000 heeft Duitsland de Commissie overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS in kennis gesteld van de steunmaatregelen die het voornemens is voor het jaar 2001 ten behoeve van de kolenindustrie te nemen. Bij brief van 22 november 2000 heeft Duitsland de door de Commissie gevraagde aanvullende informatie verstrekt.

    (3) Bij brieven van 21 december 1999 en 22 november 2000 heeft Duitsland overeenkomstig artikel 8, lid 4, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS de Commissie met name bepaalde wijzigingen meegedeeld in het plan voor modernisering, rationalisering, herstructurering en buitenbedrijfstelling, waarover de Commissie in haar Beschikking 1999/270/EGKS gunstig advies had uitgebracht.

    (4) Overeenkomstig Beschikking nr. 3632/93/EGKS brengt de Commissie in de eerste plaats advies uit over de verenigbaarheid van de voorgestelde wijzigingen in het in voorgaande overweging 3 bedoelde plan met de algemene en specifieke doelstellingen van genoemde beschikking. In de tweede plaats neemt zij overeenkomstig die beschikking een besluit over de volgende financiële maatregelen:

    a) voor 2000:

    - steun voor de bedrijfsvoering overeenkomstig artikel 3 van de beschikking ten bedrage van 3847 miljoen DEM;

    - steun voor buitenbedrijfstelling overeenkomstig artikel 4 van de beschikking ten bedrage van 3138 miljoen DEM;

    - steun overeenkomstig artikel 3 van de beschikking ten bedrage van 71 miljoen DEM voor het behoud van het ondergrondse personeel (Bergmannsprämie);

    - steun overeenkomstig artikel 5 van de beschikking ten bedrage van 2124 miljoen DEM ter dekking van buitengewone lasten;

    b) voor 2001:

    - steun voor de bedrijfsvoering overeenkomstig artikel 3 van de beschikking ten bedrage van 3433 miljoen DEM;

    - steun voor buitenbedrijfstelling overeenkomstig artikel 4 van de beschikking ten bedrage van 1889 miljoen DEM;

    - steun overeenkomstig artikel 3 van de beschikking ten bedrage van 67 miljoen DEM voor het behoud van het ondergrondse personeel (Bergmannsprämie);

    - steun overeenkomstig artikel 5 van de beschikking ten bedrage van 2740 miljoen DEM ter dekking van buitengewone lasten.

    (5) De door Duitsland ten behoeve van de kolenindustrie geplande financiële maatregelen vallen onder het bpaalde in artikel 1, lid 1, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS. De Commissie moet derhalve overeenkomstig artikel 9, lid 4, van die beschikking deze maatregelen aan de algemene doelstellingen en criteria van artikel 2 en de specifieke criteria van de artikelen 3, 4 en 5 van genoemde beschikking toetsen en nagaan of zij verenigbaar zijn met de werking van de gemeenschappelijke markt. Voorts beoordeelt de Commissie overeenkomstig artikel 9, lid 6, van de beschikking of de aangemelde maatregelen verenigbaar zijn met het plan voor modernisering, rationalisering, herstructurering en buitenbedrijfstelling, zoals door Duitsland gewijzigd.

    II

    (6) Op 13 maart 1997 zijn de Bondsregering, de deelstaatregering van Noord-Rijnland-Westfalen en die van Saarland in overleg met de mijnbouwondernemingen en de vakbonden op het gebied mijnbouw en elektriciteitsproductie het eens geworden over de nieuwe richtsnoeren voor de Duitse kolenindustrie in de periode 1998-2005 (hierna genoemd "de kolenovereenkomst"). Hoewel de planning betrekking heeft op de periode tot 2005, heeft de Commissie bij haar Beschikking 1999/270/EGKS de verschillende maatregelen inzake modernisering, rationalisering, herstructurering en buitenbedrijfstelling slechts tot 2002 goedgekeurd, meer bepaald het tijdstip - 23 juli 2002 - waarop de geldigheidsduur van het EGKS-Verdrag en van Beschikking nr. 3632/93/EGKS verstrijkt.

    (7) Deze overeenkomst voorzag in een gestage inkrimping van de productie die van 47 miljoen ton tse(3) in 1997 tot 37 miljoen tse in 2002 moet dalen. Dit plan omvatte een vermindering van het personeelsbestand met 30000 tot in totaal 56000 werknemers in 2002, de nevenactiviteiten inbegrepen. De overeenkomst voorzag bovendien in een geleidelijke vermindering van het totale bedrag van de steunmaatregelen in verband met het nieuwe herstructureringsplan voor de Duitse kolenindustrie tot een plafond dat voor 2002 op 6,9 miljard DEM is vastgesteld.

    (8) Na 2002 zouden slechts twaalf mijnen voor de productie zorgen. Behalve maatregelen waarbij verschillende productie-eenheden worden samengevoegd en de exploitatie wordt geconcentreerd op de meest rendabele winplaatsen, voorzag de overeenkomst eveneens in de sluiting van drie mijnen. De mijnen "Westfalen" en "Göttelborn/Reden" dienden hun productieactiviteiten te staken in 2000, terwijl de sluiting van de mijn "Ewald/Hugo" voor 2002 was gepland.

    (9) Gezien de moeilijke omstandigheden op de internationale markten, met name in verband met de sinds 1997 steeds dalende kolenprijzen, en gezien het feit dat de financiële middelen, zoals bepaald in de kolenovereenkomst, een bepaald plafond, dat in het kader van een meerjarenplanning is vastgesteld, niet mogen overschrijden, heeft Duitsland besloten de Ewald/Hugo-mijn reeds op 30 april 2000 te sluiten. In het jaar 2000 zijn dus drie productie-eenheden gesloten.

    (10) Het plan voor modernisering, rationalisering, herstructurering en buitenbedrijfstelling voor de periode 1998-2002 gaat met name uit van twee fundamentele doelstellingen: enerzijds optimaal gebruik van beperkte financiële middelen en anderzijds inkrimping van de productie en de productiekosten.

    (11) Het plan houdt voorts in dat bij de tenuitvoerlegging van de herstructureringsmaatregelen enerzijds bij sociaal contract geregelde personeelsafvloeiing met vermijding van gedwongen ontslagen mogelijk zijn en anderzijds de regionale gevolgen van de maatregelen in aanmerking kunnen worden genomen.

    (12) Voor het verwezenlijken van deze doelstellingen moet de situatie van de productie-eenheden aan de hand van de volgende criteria worden beoordeeld: omvang van de reserves; kwaliteit van de kolen; exploitatiekosten. Deze uniforme criteria moeten namelijk een objectieve beoordeling van de huidige situatie en de toekomstige ontwikkeling van de productie-eenheden mogelijk maken.

    (13) In Beschikking 1999/270/EGKS werd overigens "geconstateerd dat een duidelijke vermindering van de steun in wezen door middel van maatregelen tot buitenbedrijfstelling kan worden bewerkstelligd". "Hoewel een zekere vermindering van de gemiddelde productiekosten in de Duitse steenkoolindustrie kan worden vastgesteld en rekening houdend met artikel 3, lid 3, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS," zullen immers de productiekosten, uitgedrukt in constante prijzen van 1992, hoog blijven, "daar zij in 2002 waarschijnlijk nog 242 DEM/tse zullen bedragen tegenover 288 DEM/tse in 1992".

    III

    (14) Gezien het bovenstaande heeft de Duitse regering de Commissie bij brief van 14 december 1999 in kennis gesteld van een besluit tot sluiting van nog twee productie-eenheden in 2001 en 2002. Volgens de kolenovereenkomst moesten deze sluitingsmaatregelen pas na 2002 worden uitgevoerd.

    (15) Diverse factoren rechtvaardigen een vervroegde sluiting van deze beide productie-eenheden, met name de daling van de kolenprijzen op de internationale markten tot een historisch extreem laag niveau en de sterke vermindering van de vraag naar steenkolen vanwege de ijzer- en staalindustrie die tot een aanzienlijke vermindering van de inkomsten heeft geleid.

    (16) De eerste, oorspronkelijk voor 2001 geplande maatregel is de vereniging van de mijnen "Auguste Victoria" en "Blumenthal/Haard". Van de Blumenthal/Haard-mijn zal alleen het exploitatieveld Haltern worden behouden dat toegankelijk is vanuit de Auguste Victoria-mijn. Deze laatste wordt gekenmerkt door een goed gestructureerde compacte productie-eenheid die optimaal kan worden geëxploiteerd.

    (17) De Auguste Victoria-mijn zou in 2000 3,160 miljoen tse moeten produceren en heeft 3600 man ondergronds personeel. Volgens de Duitse autoriteiten zou de Blumenthal/Haard-mijn in 2000 2,124 miljoen tse moeten produceren met 3370 man ondergronds personeel.

    (18) De vereniging van de twee mijnen in 2001 zal de productie op ongeveer 3,5 miljoen tse brengen, volgens de ramingen een vermindering met 1,5 tot 2 miljoen tse tegenover het jaar 2000. De ondergrondse arbeidskrachten zouden niet meer dan 4000 mogen bedragen, ongeveer 3000 minder dan in 2000.

    (19) De tweede, oorspronkelijk voor 2002 geplande maatregel is de vereniging van de mijnen "Friedrich Heinrich/Rheinland" en "Niederberg". De exploitatie in de productie-eenheid Niederberg zal definitief worden gestaakt, terwijl in de Friedrich Heinrich/Rheinland-mijn twee productie-eenheden actief zullen blijven.

    (20) De Friedrich Heinrich/Rheinland-mijn zou in 2000 3,298 miljoen tse moeten produceren met 3090 man ondergronds personeel. De Niederberg-mijn zou in 2000 2,132 miljoen tse moeten produceren met 1720 man ondergronds personeel.

    (21) De productiecapaciteit van de mijnen zou na de vereniging in 2002 nog ongeveer 3,5 miljoen ton moeten bedragen, volgens de ramingen een vermindering met 2 miljoen ton tegenover het jaar 2000. In de verenigde mijn zouden nog 3800 ondergrondse arbeiders werken, ongeveer 1000 minder dan in 2000.

    (22) Terwijl de kolenovereenkomst in een productie van 37 miljoen tse in 2002 voorzag, zullen de extra buitenbedrijfstellingsmaatregelen - waaronder de sluiting van beide bovengenoemde mijnen (Blumenthal/Haard en Niederberg) - de productie in 2002 onder de 29 miljoen tse brengen.

    (23) De voor 2000 geraamde productie, namelijk 35 miljoen tse, is bijgevolg lager dan de productie waarin de kolenovereenkomst voor 2002 voorzag.

    (24) Duitsland heeft bovendien in zijn brief van 22 november 2000 meegedeeld dat nieuwe buitenbedrijfstellingen met nog meer sluitingen van productie-eenheden in overweging moeten worden genomen.

    (25) Volgens de kennisgevingen van 28 september en 14 december 1999 betreffende het jaar 2000 stelde Duitsland voor, overeenkomstig artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS steun ten bedrage van 5047 miljoen DEM en overeenkomstig artikel 4 van de genoemde beschikking steun ten bedrage van 2024 miljoen DEM te verlenen. De nieuwe buitenbedrijfstellingsmaatregelen houden volgens de Duitse regering in, dat de steun in het kader van Beschikking nr. 3632/93/EGKS anders moet worden toegewezen. Volgens de kennisgeving van 22 november 2000 bedraagt de voor het jaar 2000 overeenkomstig artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS voorgestelde steun 3847 miljoen DEM, terwijl de steun overeenkomstig artikel 4 van de genoemde beschikking 3138 miljoen DEM bedraagt. Dit komt met andere woorden neer op een vermindering van de overeenkomstig artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS toegekende steun met 1200 miljoen DEM.

    (26) Volgens de Duitse regering zullen deze nieuwe buitenbedrijfstellingsmaatregelen, indien zij niet optimaal zijn gepland, zeer ernstige sociale en regionale gevolgen hebben. In dit verband moet worden opgemerkt dat het werkloosheidspercentage in de kolenbekkens al duidelijk hoger ligt dan het percentage in regio's waar deze industrie geen rol speelt. Volgens Duitsland bedroeg het werkloosheidspercentage in 1999 14 % in het Roerbekken en 12 % in het Saargebied; dit percentage is overigens nog hoger indien speciaal rekening wordt gehouden met de toestand op plaatsen die door de teruggang van de steenkoolproductie zijn getroffen. De aanzienlijke buitenbedrijfstellingen van de laatste jaren, waardoor de kolenproductie van 1997 tot 2000 met 25 % is gedaald, hebben tot deze moeilijke sociale situatie bijgedragen.

    (27) De sluiting van drie mijnen alleen al in het jaar 2000 en de productieverminderingen die reeds voor 2001 en 2002 zijn gepland, zullen de sociale situatie in de getroffen gebieden aanzienlijk verslechteren. Het aantal werknemers in de kolenmijnen zou aldus van 66000 in 1999 moeten dalen tot 57000 in 2000. Volgens Duitsland zou de herstructurering van de kolenindustrie tussen 2000 en 2005 tot een verdere daling van het werkgelegenheidsniveau met 21000 eenheden leiden; gemiddeld verdwijnen dus 350 tot 400 banen per maand.

    (28) Duitsland is van mening dat de zeer moeilijke sociale situatie, zoals beschreven in de overwegingen 26 en 27, in geen geval nog mag worden verergerd door nieuwe buitenbedrijfstellingsmaatregelen die onmiddellijk ten uitvoer moeten worden gelegd. Het huidige sociale begeleidingsprogramma steunt grotendeels op de effectieve omscholing van het personeel buiten de kolenmijnbouw. Een versnelling van het tempo waarin het aantal werknemers in de mijnbouw daalt, kan dit programma ernstig in gevaar brengen.

    (29) De Duitse autoriteiten zijn bijgevolg van mening dat de in de brief van 22 november 2000 meegedeelde nieuwe buitenbedrijfstellingen pas na 2002 zullen worden uitgevoerd, teneinde de sociale en regionale problemen die daar onvermijdelijk uit zullen voortvloeien, zoveel mogelijk af te zwakken.

    (30) De Duitse regering verbindt zich er echter toe deze sluitingsmaatregelen zo spoedig mogelijk na 2002 ten uitvoer te leggen, op een wijze die verenigbaar is met de toezeggingen die de verschillende belanghebbende partijen in Duitsland hebben gedaan, met name in het kader van de kolenovereenkomst. In dit verband moet eraan worden herinnerd dat de kolenovereenkomst is gebaseerd op - behalve criteria inzake optimaal gebruik van de financiële middelen en productie- en kostenvermindering - het beginsel van een herstructurering van de kolenindustrie waarbij rekening wordt gehouden met de sociale en regionale gevolgen van de buitenbedrijfstellingsmaatregelen. Bovendien moet worden opgemerkt dat verschillende maatregelen, waaronder de in de overwegingen 14 tot en met 23 genoemde, reeds productie- en personeelsinkrimpingen opleveren die duidelijk groter zijn dan de inkrimpingen die in de kolenovereenkomst van 1997 zijn vastgesteld.

    (31) Alle in de overwegingen 24 en 25 bedoelde sluitingsmaatregelen zullen in elk geval, uiterlijk onmiddellijk na het verstrijken van de kolenovereenkomst, op tastbare en doeltreffende wijze ten uitvoer worden gelegd.

    IV

    (32) Overeenkomstig de 20e overweging van Beschikking nr. 3632/93/EGKS is het zaak "de kosten en de productiecapaciteit van de kolenindustrie te verlagen teneinde de degressie van de steunmaatregelen te verwezenlijken". In de 21e overweging is bovendien bepaald "dat een op rationele verdeling van de productie gericht beleid vereist dat de vermindering van de kosten en van de capaciteit bij voorrang wordt geconcentreerd op de productie-eenheden die de meeste steun krijgen".

    (33) In dit verband is in artikel 2, lid 1, van de genoemde beschikking bepaald dat aan de kolenindustrie toegekende steun moet bijdragen tot de verwezenlijking van ten minste een van de drie genoemde doelstellingen, waaronder:

    - verwezenlijking, in het licht van de kolenprijzen op de internationale markten, van verdere vooruitgang in de richting van economische rentabiliteit, teneinde de degressie van de steunmaatregelen te verwezenlijken;

    - oplossing van de sociale en regionale problemen die uit de gehele of gedeeltelijke buitenbedrijfstelling van productie-eenheden voortvloeien.

    (34) De sluitingsmaatregelen die door fusies van mijnen in 2001 en 2002 zullen worden bewerkstelligd, en de nieuwe buitenbedrijfstellingsmaatregelen die Duitsland na 2002 zal nemen, moeten bijdragen tot het bereiken van de in overweging 33 beschreven doelstellingen. Zij moeten namelijk leiden tot concentratie van de productie in mijnen die uit het oogpunt van de productiekosten de beste vooruitzichten inzake verbetering van de economische rentabiliteit bieden.

    (35) De steenkoolproductie die hiertoe niet kan bijdragen, zal geleidelijk worden gestaakt en komt slechts in aanmerking voor steun voor buitenbedrijfstelling overeenkomstig artikel 4 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS.

    (36) Volgens de Duitse autoriteiten zullen bepaalde sluitingsmaatregelen pas na het verstrijken van Beschikking nr. 3632/93/EGKS worden genomen. Zoals vermeld in de overwegingen 26 tot en met 29 en overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid 2, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS, kunnen deze maatregelen niet sneller ten uitvoer worden gelegd, gezien de uitzonderlijke sociale en regionale gevolgen daarvan. In dit verband moet eraan worden herinnerd dat in 2001 en 2002 de activiteit aanzienlijk zal worden verminderd, terwijl in het jaar 2000 al drie mijnen zijn gesloten.

    (37) Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS passen de na 2002 te nemen maatregelen in een plan voor geleidelijke en gestage buitenbedrijfstelling dat in een aanzienlijke inkrimping voorziet voor het verstrijken van Beschikking nr. 3632/93/EGKS. De kolenproductie in Duitsland, die voor het jaar 2000 op 35 miljoen tse wordt geraamd, zal in 2001 tot 30,5 miljoen tse moeten dalen en in 2002 tot 28,5 miljoen tse, een capaciteitsvermindering met bijna 20 % in twee jaar tijd.

    (38) De Duitse regering verbindt zich ertoe dat de in de overwegingen 36 en 37 bedoelde productieverminderingen met strikte inachtneming van de bepalingen van Beschikking nr. 3632/93/EGKS zullen worden uitgevoerd door de enige steenkoolexploitant in Duitsland: Deutsche Steinkohle AG, die deel uitmaakt van de groep RAG Aktiengesellschaft. Deutsche Steinkohle AG zal meer bepaald al het nodige doen om de productieverminderingen bij de mijnen van de onderneming door te voeren in de mate die in overeenstemming is met het extra bedrag van 1200 miljoen DEM aan steun voor buitenbedrijfstelling.

    (39) Al deze buitenbedrijfstellingen zullen Duitsland bovendien in staat stellen de degressie van de steunmaatregelen te realiseren. In de kolenovereenkomst van 1997 is namelijk een maximum voor de steunmaatregelen vastgesteld dat voor 2002 6900 miljoen DEM bedraagt. Een dergelijke vermindering van het steunbedrag maakt het, gezien de exploitatieomstandigheden en de ontwikkeling van de prijzen op de internationale markten, noodzakelijk dat de meest verliesgevende productie-eenheden geleidelijk worden gesloten.

    (40) De Commissie merkt op dat deze capaciteitsveminderingen in het verlengde liggen van belangrijke herstructurerings-, rationaliserings-, moderniserings- en buitenbedrijfstellingsmaatregelen die reeds zijn getroffen sinds de tenuitvoerlegging van de kolenovereenkomst van 1997.

    (41) Deze maatregelen, waardoor de productie is gedaald van 47 miljoen tse in 1997 tot 35 miljoen tse in 2000, hebben een aanzienlijke vermindering van de productiekosten mogelijk gemaakt. [Zo zijn de productiekosten van de mijnen die overeenkomstig artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS steun ontvangen - in constante prijzen van 1992 - tussen 1994 en 1997 met 10 % verminderd en zouden zij tussen 1997 en 2000 nog eens met 6 % moeten verlagen](4). De nieuwe rationaliseringsmaatregelen zouden bovendien nieuwe verminderingen van de productiekosten [met 6 % tussen 2000 en 2001 en met 4 % tussen 2001 en 2002] mogelijk moeten maken.

    (42) Tijdens de geldigheidsduur van Beschikking nr. 3632/93/EGKS zouden de opeenvolgende plannen die Duitsland ten uitvoer heeft gelegd, aldus een aanzienlijke vermindering van de productiekosten, uitgedrukt in constante prijzen, van ongeveer 62 DEM/tse mogelijk moeten maken. Deze ontwikkeling moet in overeenstemming worden geacht met het bepaalde in artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS.

    (43) Gezien het bovenstaande is de Commissie van mening dat de wijzigingen in het plan voor modernisering, rationalisering, herstructurering en buitenbedrijfstelling - dat de Commissie bij Beschikking 1999/270/EGKS heeft goedgekeurd - verenigbaar zijn met de doelstellingen en criteria die in Beschikking nr. 3632/93/EGKS, en met name in de artikelen 2, 3 en 4 daarvan, zijn vastgesteld. De geleidelijke inkrimpingen van de prodcutiecapaciteit zullen namelijk moeten bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen zoals omschreven in artikel 2, lid 1, eerste en tweede streepje. Enerzijds moet overeenkomstig artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS nieuwe vooruitgang naar economische rentabiliteit worden geboekt, waardoor degressie van de steun mogelijk wordt. Anderzijds zijn deze maatregelen overeenkomstig artikel 4 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS ontworpen om de sociale en regionale problemen in verband met de buitenbedrijfstellingen op te lossen.

    (44) Duitsland zal eventuele afwijkingen ten opzichte van het plan voor herstructurering, modernisering, rationalisering en buitenbedrijfstelling, waarop deze beschikking van de Commissie betrekking heeft, rechtvaardigen.

    (45) Indien met name blijkt dat aan de voorwaarden en criteria, zoals vastgesteld in artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS, niet kan worden voldaan, zal Duitsland op eigen initiatief de Commissie de vereiste corrigerende maatregelen voorstellen. Deze maatregelen omvatten een eventuele herziening van de indeling van de productie-eenheden volgens de artikelen 3 en 4 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS.

    V

    (46) De steun ten bedrage van 3847 en 3433 miljoen DEM die Duitsland voornemens is in 2000, respectievelijk 2001, aan de kolenindustrie te verlenen oveeenkomstig artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS, moet het verschil compenseren tussen de productiekosten en de verkoopprijs van steenkool die de contractpartijen vrij hebben bepaald op basis van de op de wereldmarkt genoteerde prijzen voor steenkool van soortgelijke kwaliteit uit derde landen.

    (47) Deze steun wordt uitsluitend toegekend ter dekking van de exploitatieverliezen in verband met de productie-eenheden die voldoen aan de voorschriften van artikel 2, lid 1, eerste streepje, en artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS.

    (48) De sinds 1994 getroffen maatregelen voor herstructurering, rationalisering en modernisering van de kolenindustrie en buitenbedrijfstelling in deze industrie hebben aanzienlijke vooruitgang mogelijk gemaakt op het stuk van de vermindering van de productiekosten bij de kolenwinning. Bij de productie-eenheden die overeenkomstig artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS steun ontvangen, [zijn de productiekosten, in constante prijzen van 1992, tussen 1994 en 1999 met 12 % gedaald]. In 2000 zullen de productiekosten [een nieuwe vermindering van ongeveer 3 % ten opzichte van 1999 vertonen].

    (49) In 2001 zouden de productiekosten nogmaals aanzienlijk moeten verminderen [met 6 %] in één jaar tijd.

    (50) Deze verminderingen van de productiekosten vormen het resultaat van de belangrijke herstructurering van de kolenindustrie, en met name van de geleidelijke sluiting van de meest verliesgevende productie-eenheden, die niet voldoen aan de criteria van artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS.

    (51) Er moet worden opgemerkt dat het effect van de jaarlijkse verminderingen van de productiekosten van de Duitse kolenindustrie in zekere mate teniet wordt gedaan door de personeelskosten voor de onderneming. De productieverminderingen konden namelijks slechts met een zekere vertraging worden gevolgd door de noodzakelijke pesoneelsinkrimpingen, teneinde de sociale gevolgen van de buitenbedrijfstellingsmaatregelen zoveel mogelijk te verzachten. Dit overtallige pesoneelsbestand ten opzichte van het activiteitsniveau in de kolenindustrie was dus bepalend voor het kostenniveau in 2000.

    (52) De verminderingen van de productiekosten in 2000 en 2001 dragen bij tot verbetering van de economische rentabiliteit van de Duitse kolenindustrie. Ook al blijft het niveau van deze kosten hoog, het gestage streven dat tot een trendmatige een aanzienlijke vermindering van de productiekosten heeft geleid, resulteert in een zekere vermindering van het gebrek aan rentabiliteit en concurrentiekracht van de kolenmijnbouw.

    (53) Het niveau van de kolenprijzen op de internationale markten heeft enigermate het effect van de verminderingen van de productiekosten op de verbetering van de rentabiliteit van de kolenindustrie beperkt. De maatregelen tot vermindering van bepaalde productiecapaciteiten en het reeds merkbare herstel van de kolenprijzen op de wereldmarkt zouden evenwel moeten bijdragen tot versterking van het effect van de verminderingen van de productiekosten op de rentabiliteit van de sector.

    (54) De Commissie heeft een gedetailleerde analyse van de exploitatievoorwaarden en de economische situatie van elke productie-eenheid verricht. Hoewel de productiekosten van de veschillende productie-eenheden hier en daar variëren, is er geen duidelijk verschil tussen de situatie van elke eenheid afzonderlijk en de situatie en de ontwikkeling van de in zijn geheel beschouwde kolensector. De termen en de conclusies van de analyse van de gegevens betreffende de Duitse kolenindustrie in zijn geheel gelden dan ook mutatis mutandis voor de verschillende productie-eenheden.

    (55) De herstructureringsmaatregelen hebben overigens overeenkomstig artikel 2, lid 1, eerste streepje, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS bijgedragen tot het verwezenlijken van de degressie van de steun. De steun voor de bedrijfsvoering, exclusief het bedrag dat uit hoofde van de "Bergmannsprämie" wordt toegekend, is namelijk gedaald van 6357 miljoen DEM in 1997 tot 5141 miljoen DEM in 1999. De steun zal in 2000 3847 miljoen DEM bedragen en in 2001 3433 miljoen DEM.

    (56) De vermindering van het bedrag van de seun voor de bedrijfsvoering in 2000 en 2001 hangt bovendien rechtstreeks samen met een vermindering van de steun per ton. Dankzij het streven naar vermindering van de productiekosten is er dus minder behoefte aan staatssteun voor de productie die onder de maatregelen van artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS valt.

    (57) Overeenkomstig artikel 3, lid 1, eerste streepje, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS treft Duitsland de nodige maatregelen opdat de steunbedragen per ton voor elke productie-eenheid niet hoger zijn dan het verschil tussen de productiekosten en de verwachte inkomsten, respectievelijk voor 2000 en 2001. Duitsland verbindt zich er bovendien toe overeenkomstig artikel 3, lid 1, derde streepje, van de genoemde beschikking erop toe te zien dat de steunbedragen per ton voor de bedrijfsvoering er niet toe leiden dat de prijzen voor kolen uit de Gemeenschap lager zijn dan die voor kolen van gelijkwaardige kwaliteit uit derde landen.

    (58) Ingeval zou blijken dat bepaalde productie-eenheden niet aan de voorwaarden van artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS kunnen voldoen, zal Duitsland de afwijkingen rechtvaardigen ten opzichte van de prognoses in het plan voor modernisering, rationalisering, herstructurering en buitenbedrijfstelling alsmede ten opzichte van de economische en financiële prognoses die bij de Commissie zijn ingediend in het kader van de kennisgeving van de steun voor de jaren 2000 en 2001. Duitsland zal op eigen initiatief de Commissie, zo nodig, de noodzakelijke corrigerende maatregelen voorstellen en met name maatregelen tot vermindering van de productiecapaciteit ter aanvulling van de in de overwegingen 14 tot en met 31 vermelde maatregelen.

    (59) Op grond van de door Duitsland verstrekte gegevens en gezien de door de Duitse regering aangegane verplichtingen, zoals vermeld in de overwegingen 82 tot en met 90 van de onderhavige beschikking, is de voor 2000 en 2001 geplande steun voor de bedrijfsvoering verenigbaar met Beschikking nr. 3632/93/EGKS, en met name met de artikelen 2 en 3 ervan. Deze steunbedragen, namelijk 3847 miljoen DEM voor 2000 en 3433 miljoen DEM voor 2001, zijn bovendien in overeenstemming met de bepalingen van het plan voor modernisering, rationalisering, herstructurering van de kolenindustrie en buitenbedrijfstelling in deze industrie, en met name met de nieuwe richtsnoeren van dit plan zoals uiteengezet in de overwegingen 14 tot en met 31.

    VI

    (60) De steun ten bedrage van 3138 en 1889 miljoen DEM die Duitsland voornemens is in 2000, respectievelijk 2001, aan de kolenindustrie te verlenen overeenkomstig artikel 4 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS, moet het verschil compenseren tussen de productiekosten en de verkoopprijs van steenkool die de contractpartijen vrij hebben bepaald op basis van de op de wereldmarkt genoteerde prijzen voor steenkool van soortgelijke kwaliteit uit derde landen.

    (61) Overeenkomstig artikel 4, lid 1, van de bovengenoemde beschikking wordt deze steun uitsluitend toegekend ter dekking van exploitatieverliezen in verband met de productie-eenheden die niet kunnen voldoen aan de voorwaarden van artikel 3, lid 2, van de genoemde beschikking.

    (62) Het aanzienlijke bedrag van de overeenkomstig artikel 4 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS voor het jaar 2000 aangemelde steun geeft een beeld van de belangrijke maatregelen tot buitenbedrijfstelling die gedurende dat jaar zijn genomen en van de voor de komende jaren geplande maatregelen. Zoals aangegeven in de overwegingen 14 tot en met 45 moeten deze buitenbedrijfstellingen leiden tot concentratie van de productie in mijnen die, uit het oogpunt van de productiekosten, de beste vooruitzichten inzake verbetering van de economische rentabiliteit bieden.

    (63) De voor 2000 geplande steunmaatregelen dienen in de eerst plaats ter dekking van de verliezen bij de lopende productie van de mijnen Westfalen en Göttelborn/Reden, waarvan de sluiting in de kolenovereenkomst voor 2000 was gepland, alsook de exploitatieverliezen van de Ewald/Hugo-mijn waarvan de oorspronkelijk voor 2002 geplande sluiting naar 2000 is vervroegd. Deze steunmaatregelen moeten tevens de exploitatieverliezen dekken van de prodcutie-eenheden die zullen worden gesloten ingevolge de vereniging van mijnen, enerzijds Auguste Victoria en Blumenthal/Haard in 2001 en anderzijds Friedrich Heinrich/Rheinland en Niederberg in 2002 (zie de overwegingen 16 tot en met 21). De overeenkomstig artikel 4 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS voorgestelde steunmaatregelen ten slotte dekken de exploitatieverliezen van de productie-eenheden die na de vervaldatum van Beschikking nr. 3632/93/EGKS zullen moeten sluiten en die aan de Commissie zijn meegedeeld op 22 november 2000 (zie de overwegingen 24 en 25).

    (64) De definitieve sluiting van drie productie-eenheden in de loop van 2000 resulteert in een aanzienlijke vermindering - van 3138 miljoen DEM tot 1889 miljoen DEM - van het bedrag van de steunmaatregelen die overeenkomstig artikel 4 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS voor 2001 zijn aangemeld.

    (65) Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS rechtvaardigen uitzonderlijke sociale en regionale redenen het uitstel van de sluiting van bepaalde productie-eenheden tot na de vervaldatum van het EGKS-Verdrag. Deze maatregelen passen in een plan voor geleidelijke en gestage buitenbedrijfstelling dat voor het verstrijken van de bovengenoemde beschikking tot een aanzienlijke productievermindering moet leiden (zie de overwegingen 36 en 37).

    (66) Overeenkomstig artikel 3, lid 1, eerste streepje, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS treft Duitsland de nodige maatregelen opdat de steunbedragen per ton voor elke productie-eenheid niet hoger zijn dan het verschil tussen de productiekosten en de verwachte inkomsten, respectievelijk voor 2000 en 2001. Duitsland verbindt zich er bovendien toe overeenkomstig artikel 3, lid 1, derde streepje, van de bovengenoemde beschikking erop toe te zien dat de steunbedragen per ton voor de bedrijfsvoering er niet toe leiden dat de prijzen voor kolen uit de Gemeenschap lager zijn dan die voor kolen van gelijkwaardige kwaliteit uit derde landen.

    (67) Op grond van de door Duitsland verstrekte gegevens en gezien de door de Duitse regering aangegane verplichtingen, zoals vermeld in de overwegingen 82 tot en met 90 van de onderhavige beschikking, is de voor 2000 en 2001 geplande steun voor buitenbedrijfstelling verenigbaar met Beschikking nr. 3632/93/EGKS, en met name met de artikelen 2 en 4 ervan. Deze steunbedragen, namelijk 3138 miljoen DEM voor 2000 en 1889 miljoen DEM voor 2001, zijn bovendien in overeenstemming met de bepalingen van het plan voor modernisering, rationalisering, herstructurering van de kolenindustrie en buitenbedrijfstelling in deze industrie, en met name met de nieuwe richtsnoeren van dit plan zoals uiteengezet in de overwegingen 14 tot en met 31.

    VII

    (68) De steun ten bedrage van 71 en 67 miljoen DEM dient ter financiering van de premies voor de Duitse mijnwerkers ("Bergmannsprämie") in 2000 respectievelijk 2001. Het is een stimulerende maatregel, die 10 DEM per ploegendienst ondergronds bedraagt en die geschoold personeel ertoe moet aanzetten ondergronds te werken en mede de rationalisering van de productie moet bevorderen. Uit de kennisgeving van Duitsland blijkt dat deze steun voor de mijnwerkers een financieel voordeel vormt. Hoewel de mijnwerkerspremie geen factor vormt die rechtstreeks in aanmerking wordt genomen bij de berekening van de productiekosten van de ondernemingen, verlicht de steun ter dekking van deze premie mede de loonkosten van de ondernemingen. Het gaat derhalve om een steunmaatregel in de zin van artikel 1, lid 2, die toetsing behoeft in het licht van artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS.

    (69) De geplande steunmaatregelen moeten ertoe bijdragen de productiviteit zoveel mogelijk te verhogen en vergemakkelijken daardoor de herstructurering en rationalisering van de kolenindustrie. Deze steunmaatregelen dragen zodoende ook bij tot de verwezenlijking van de in artikel 2, lid 1, eerste streepje, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS genoemde doelstelling, namelijk verdere vooruitgang, in het licht van de kolenprijzen op de wereldmarkt, in de richting van economische rentabiliteit teneinde tot een degressie van de steunmaatregelen te komen.

    (70) Deze steunmaatregelen dragen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS bij tot een lichte verbetering van het ontoereikende concurrentievermogen van de kolenindustrie, aangezien de dankzij het behoud van geschoold ondergronds personeel bereikte productiviteitsstijging tot een verlaging van de productiekosten leidt.

    (71) Overeenkomstig artikel 3, lid 1, eerste streepje, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS garandeert Duitsland dat de "Bergmannsprämie" samen met de overige steun voor de lopende productie voor geen enkele productie-eenheid en in geen enkel jaar meer zal bedragen dan het verschil tussen de productiekosten en de te verwachten inkomsten.

    (72) In het licht van het bovenstaande en op grond van de door Duitsland verstrekte informatie is de voor 2000 en 2001 geplande steun, ten bedrage van 71 respectievelijk 67 miljoen DEM als "Bergmannsprämie", verenigbaar met de doelstellingen van Beschikking nr. 3632/93/EGKS, en met name met de artikelen 2 en 3 ervan.

    VIII

    (73) De steun ten bedrage van 2124 en 2740 miljoen DEM die Duitsland voornemens is in 2000 respectievelijk 2001 aan de kolenindustrie te verlenen overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS, moet de kosten dekken die uit de modernisering, rationalisering en herstructurering van de kolenindustrie voorvloeien of die daaruit zijn voortgevloeid en geen verband houden met de lopende productie (lasten uit het verleden).

    (74) Een gedeelte van deze steun, namelijk 609 miljoen DEM voor 2000 en 562 miljoen DEM voor 2001, is het resultaat van besluiten die in het kader van de "Kolenronde" van 11 november 1991 zijn genomen na onderhandelingen tussen de mijnbouwondernemingen, de elektriciteitsproducenten, de Bondsregering, de regering van de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen en die van de deelstaat Saarland en de vakbonden in de sectoren mijnbouw en elektriciteitsproductie.

    (75) Het overige gedeelte van deze steun, namelijk een bedrag van 1515 miljoen DEM voor 2000 en 2178 voor 2001, dient ter dekking van de kosten van nieuwe sluitingen waartoe op 13 maart 1997 in het kader van de kolenovereenkomst is besloten. Dit bedrag dekt tevens de kosten van de buitenbedrijfstellingen in verband met de vereniging in 1998 van de productie-eenheden "Haus Aden/Monopol" en "Heinrich Robert" enerzijds en de productie-eenheden "Fürst Leopold/Wulfen" en "Westerholt" anderzijds.

    (76) De verghoging van het bedrag van de steunmaatregelen die overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS voor 2000 zijn aangemeld, ten opzichte van het bedrag dat de Commissie voor 1999 heeft goedgekeurd(5), wordt met name gerechtvaardigd door de sluiting in 2000 van drie productie-eenheden, namelijk Wesfalen, Göttelborn/Reden en Ewald/Hugo.

    (77) Het effect van deze sluitingsmaatregelen komt overigens eveneens tot uiting in het aanzienlijke bedrag van de steunmaatregelen die overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS voor 2001 zijn aangemeld. De vereniging in 2001 van de mijnen Auguste Victoria en Blumenthal/Haard draagt nog bij tot de stijging van de kosten in verband met buitengewone lasten.

    (78) Deze steun dient ter dekking van de volgende kosten, met uitzondering van de door de staat als bijzondere bijdrage, zoals bedoeld in artikel 56 van het EGKS-Verdrag, gedragen kosten voor sociale vergoedingen: lasten in verband met de betaling van de sociale uitkeringen die het gevolg zijn van de pensionering van werknemers vooraleer deze de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, andere uitzonderlijke uitgaven voor werknemers die ingevolge herstructureringen en rationaliseringen hun baan hebben verloren, uitbetaling van pensioenen en schadeloosstellingen buiten het wettelijke systeem aan werknemers die ingevolge herstructureringen en rationaliseringen hun baan hebben verloren en aan hen die daarop vóór de herstructureringen recht hadden, gratis kolenleveringen aan werknemers die ingevolge herstructureringen en rationaliseringen hun baan hebben verloren en aan hen die daarop vóór de herstructureringen recht hadden. In technisch en financieel opzicht dient de steun ter dekking van aanvullende beveiligingswerkzaamheden ondergronds die het gevolg zijn van herstructureringen, alsook van uitzonderlijke intrinsieke waardeverminderingen, voorzover deze uit de herstructurering van de ondernemingen voortvloeien.

    (79) De in overweging 78 beschreven kosten beantwoorden aan de kostencategorieën, zoals omschreven in de bijlage bij Beschikking nr. 3632/93/EGKS, meer bepaald aan de uitdrukkelijk in punt I, onder a), b), c), d), f) en k), vermelde kosten. Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van de bovengenoemde beschikking overschrijdt de door Duitsland voor 2000 en 2001 geplande steun niet de vastgelegde middelen.

    (80) De door de overneming van deze kosten mogelijk gemaakte ontlasting vermindert het gebrek aan financieel evenwicht van de gesteunde onderneming en stelt deze zodoende in staat haar activiteiten voort te zetten. De steun voldoet bijgevolg aan de in artikel 2, lid 1, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS genoemde doelstellingen.

    (81) In het licht van het bovenstaande en op grond van de door Duitsland verstrekte informatie is de voor 2000 en 2001 geplande steun, ten bedrage van 2124 respectievelijk 2740 miljoen DEM, ter dekking van buitengewone lasten verenigbaar met de doelstellingen van Beschikking nr. 3632/93/EGKS, en met name met de artikelen 2 en 5 ervan.

    IX

    (82) Duitsland verbindt zich ertoe, aangezien ernaar gestreefd wordt de steun tot een minimum terug te brengen en het zelf het beginsel huldigt dat steun slechts voor de afzet van steenkolen aan de elektriciteitsproducten en aan de ijzer- en staalindustrie in de Gemeenschap mag worden verleend, de voor de industrie en huisbrand bestemde productie tegen prijzen (nettoprijzen zonder vergoedingen) te verkopen die de productiekosten dekken.

    (83) Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS moet de steun door Duitsland in de nationale, regionale of lokale overheidsbegrotingen worden opgenomen of in het kader van volstrekt gelijkwaardige mechanismen worden verleend.

    (84) De Commissie wil Duitland erop wijzen dat een essentieel kenmerk van de steunregeling voor de kolenindustrie erin bestaat dat de steun in elk geval aan het communautaire belang moet beantwoorden en de werking van de gemeenschappelijke markt niet mag verstoren. In dat verband ziet Duitsland erop toe dat de steun geen concurrentievervalsing en geen discriminatie tussen kolenproducenten en tussen afnemers en verbruikers van kolen in de Gemeenschap veroorzaakt.

    (85) Duitsland verbindt zich er voorts toe, overeenkomstig artikel 86 van het EGKS-Verdrag, de steun in de vereiste mate te beperken, met inachtneming van economische overwegingen in verband met de noodzakelijke herstructurering van de kolenindustrie enerzijds en van sociale en regionale overwegingen in verband met de teruggang van de steenkoolwinning in de Gemeenschap anderzijds.

    (86) De steun mag direct noch indirect een economisch voordeel opleveren voor producties waarvoor steun niet is toegestaan of voor een andere activiteit dan de steenkoolproductie, bijvoorbeeld voor industriële activiteiten in verband met de productie of omzetting van steenkool uit de Gemeenschap.

    (87) Teneinde de Commissie in staat te stellen na te gaan of de productie-eenheden die steun voor de bedrijfsvoering overeenkomstig artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS ontvangen, daadwerkelijk een trendmatige daling van de productiekosten naar de maatstaf van de op de wereldmarkt genoteerde prijzen teweegbrengen, verbindt Duitsland zich ertoe de Commissie jaarlijks uiterlijk op 30 september de productiekosten van elke productie-eenheid voor het afgelopen jaar alsmede alle in artikel 9 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS bedoelde gegevens mee te delen.

    (88) Indien met name blijkt dat de voorwaarden van artikel 3, lid 2, van de bovengenoemde beschikking niet kunnen worden vervuld, stelt Duitsland de Commissie corrigerende maatregelen voor alsook een herziening van de indeling van de productie-eenheden overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van de beschikking.

    (89) Krachtens artikel 3, lid 1, tweede streepje, en artikel 9, leden 2 en 3, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS moet de Commissie de voor de lopende toegekende steun aan de doelstellingen van de artikelen 3 en 4 van genoemde beschikking toetsen. Duitsland deelt derhalve uiterlijk op 30 september 2001 de in 2000 werkelijk uitgekeerde bedragen en uiterlijk op 30 september 2002 de in 2001 werkelijk uitgekeerde bedragen mee. Eventuele aanpassingen van de oorspronkelijk vermelde bedragen worden eveneens meegedeeld. Duitsland stelt naar aanleiding van dit jaarlijkse overzicht, overeenkomstig overweging 88, alle informatie ter beschikking die voor het toezicht op de nakoming van de in de genoemde artikelen vastgestelde criteria zijn vereist.

    (90) Bij de goedkeuring van de steunmaatregelen heeft de Commissie rekening gehouden met de noodzaak om de sociale en regionale gevolgen van de herstructurering zoveel mogelijk af te zwakken,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    De wijzigingen in het plan voor modernisering, rationalisering, herstructurering en buitenbedrijfstelling, dat de Commissie bij Beschikking 1999/270/EGKS heeft goedgekeurd, zijn verenigbaar met de doelstellingen en criteria die in Beschikking nr. 3632/93/EGKS zijn vastgelegd.

    Artikel 2

    Duitsland wordt gemachtigd ten gunste van de steenkoolindustrie, voor het jaar 2000, de volgende maatregelen te nemen:

    a) steun voor de bedrijfsvoering overeenkomstig artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS ten bedrage van 3847 miljoen DEM;

    b) steun voor buitenbedrijfstelling overeenkomstig artikel 4 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS ten bedrage van 3138 miljoen DEM;

    c) steun overeenkomstig artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS ten bedrage van 71 miljoen DEM voor het behoud van het ondergrondse personeel (Bergmannsprämie);

    d) steun overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS ten bedrage van 2124 miljoen DEM ter dekking van buitengewone lasten.

    Artikel 3

    Duitsland wordt gemachtigd ten gunste van de steenkoolindustrie, voor het jaar 2001, de volgende maatregelen te nemen:

    a) steun voor de bedrijfsvoering overeenkomstig artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS ten bedrage van 3433 miljoen DEM;

    b) steun voor buitenbedrijfstelling overeenkomstig artikel 4 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS ten bedrage van 1889 miljoen DEM;

    c) steun overeenkomstig artikel 3 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS ten bedrage van 67 miljoen DEM voor het behoud van het ondergrondse personeel (Bergmannsprämie);

    d) steun overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS ten bedrage van 2740 miljoen DEM ter dekking van buitengewone lasten.

    Artikel 4

    Duitsland verbindt zich ertoe overeenkomstig artikel 86 van het EGKS-Verdrag alle algemene of bijzondere maatregelen te treffen om de voor Duitsland uit deze beschikking voortvloeiende verplichtingen na te komen.

    Duitsland ziet erop toe dat de goedgekeurde steun uitsluitend voor de genoemde doelstellingen wordt gebruikt en draagt ervoor zorg dat steun voor alle geschrapte, te hoog geraamde of oneigenlijk gebruikte uitgaven voor in deze beschikking genoemde posten aan Duitsland wordt terugbetaald.

    Artikel 5

    Duitsland deelt uiterlijk op 30 september 2001 de bedragen mee die in het kolenjaar 2000 daadwerkelijk werden uitgekeerd, en verstrekt de in artikel 9 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS bedoelde gegevens.

    Artikel 6

    Duitsland deelt uiterlijk op 30 september 2002 de bedragen mee die in het kolenjaar 2001 daadwerkelijk werden uitgekeerd, en verstrekt de in artikel 9 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS bedoelde gegevens.

    Artikel 7

    Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

    Gedaan te Brussel, 21 december 2000.

    Voor de Commissie

    Loyola De Palacio

    Vice-voorzitter

    (1) PB L 329 van 30.12.1993, blz. 12.

    (2) PB L 109 van 27.4.1999, blz. 14.

    (3) Ton steenkoolequivalent.

    (4) De door de Commissie vastgestelde beschikking bevat aanduidingen over de productiekosten van de Deutsche Steinkohle AG die als vertrouwelijke gegevens moeten worden beschouwd. Ten behoeve van deze publicatie zijn zij vervangen door in percentages uitgedrukte gegevens.

    (5) Zie Beschikking 1999/299/EGKS van de Commissie (PB L 117 van 5.5.1999, blz. 44).

    Top