EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000Y0324(01)

Resolutie van de Raad van 18 november 1999 betreffende de bevordering van de geestelijke gezondheid

PB C 86 van 24.3.2000, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

32000Y0324(01)

Resolutie van de Raad van 18 november 1999 betreffende de bevordering van de geestelijke gezondheid

Publicatieblad Nr. C 086 van 24/03/2000 blz. 0001 - 0002


Resolutie van de Raad

van 18 november 1999

betreffende de bevordering van de geestelijke gezondheid

(2000/C 86/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

1. HERINNEREND aan de resolutie van de Raad van 2 juni 1994 betreffende het actiekader van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid(1), waarin wordt verklaard dat psychische stoornissen, die een zeer groot aandeel hebben in het ziektecijfer en in de totale uitgaven voor de gezondheidszorg, onverwijld moeten worden onderzocht om aard en omvang vast te stellen van de op Gemeenschapsniveau op te zetten acties ter ondersteuning van de inspanningen van de lidstaten op dit gebied;

2. HERINNEREND aan de mededeling van de Commissie van 16 april 1998 betreffende de ontwikkeling van beleid op volksgezondheidsgebied in de Europese Gemeenschap, waarin de geestelijke gezondheid wordt aangemerkt als een aangelegenheid waarmee in het toekomstige optreden van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid rekening zal moeten worden gehouden;

3. HERINNEREND aan de conclusies van de Raad van 26 november 1998 betreffende een toekomstig actiekader van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid(2), waarin wordt verklaard dat de beste resultaten voor de gezondheid van de burgers van de EU waarschijnlijk bereikt worden door het optreden van de Gemeenschap onder andere te richten op de terugdringing van de sterfte- en ziektecijfers die samenhangen met de algemene levensomstandigheden en levenswijzen, ten aanzien van zowel de fysieke als de psychische aspecten;

4. NOTA NEMEND van de resolutie van het Europees Parlement van 9 maart 1999 over de gezondheidstoestand van vrouwen, waarin de Commissie wordt verzocht om de momenteel schaars voorhanden gegevens over de geestelijke gezondheid en geestesziekten te verbeteren en erop te attenderen dat depressiesyndromen adequaat kunnen worden behandeld;

5. NOTA NEMEND van de gezamenlijke vergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie en de Europese Commissie over het evenwicht tussen de geestelijke gezondheidsbevordering en de geestelijke gezondheidszorg, die van 22 tot en met 24 april 1999 te Brussel heeft plaatsgevonden en van de conclusies onder de titel "Geen gezondheid zonder geestelijke gezondheid";

6. IS INGENOMEN met de Europese Conferentie inzake de bevordering van de geestelijke gezondheid en de sociale integratie, die van 11 tot en met 13 oktober 1999 te Tampere is gehouden, waarin het belang werd benadrukt van de geestelijke gezondheid en van de behoefte aan optreden als een onderdeel van de volksgezondheidstrategie van de Gemeenschap;

7. ERKENT dat de geestelijke gezondheid een integrerend deel uitmaakt van de gezondheid;

8. IS VAN MENING dat de geestelijke gezondheid een aanzienlijke bijdrage levert aan de kwaliteit van het leven, aan de sociale integratie en aan een volledige maatschappelijke en economische participatie;

9. BENADRUKT dat psychische problemen en geestesziekten veel voorkomen, de oorzaak van menselijk lijden en van invaliditeit zijn, de mortaliteit doen toenemen en negatieve implicaties voor de economieën hebben;

10. BENADRUKT dat een zwakke geestelijke gezondheid, afgezien van andere factoren, vaak samenhangt met werkloosheid, marginalisering en sociale uitsluiting, dakloosheid en drug- en alcoholmisbruik;

11. ERKENT dat er doeltreffende middelen zijn om de geestelijke gezondheid te bevorderen en psychische problemen en geestesziekten te voorkomen;

12. IS VAN MENING dat het nodig is de waarde en zichtbaarheid van de geestelijke gezondheid te verhogen en een goede geestelijke gezondheid te bevorderen, met name bij kinderen, jongeren, ouderen en op het werk;

13. ACHT het van belang om op het gebied van de geestelijke gezondheid op een gecoördineerde wijze samen te werken met de Wereldgezondheidsorganisatie en andere internationale organisaties;

14. ERKENT de noodzaak om van de bevordering van de geestelijke gezondheid een aandachtspunt te maken in de verhoogde samenwerking met de kandidaat-lidstaten;

15. VERZOEKT de lidstaten:

- aan de geestelijke gezondheid de nodige aandacht te schenken en de bevordering ervan in hun beleid te versterken;

- degelijke gegevens over de geestelijke gezondheid te verzamelen en deze daadwerkelijk aan de overige lidstaten en de Commissie ter beschikking te stellen;

- maatregelen uit te werken en uit te voeren om de geestelijke gezondheid te bevorderen en geestesziekten te voorkomen, alsmede de uitwisseling van goede praktijken en gemeenschappelijke projecten met andere lidstaten te bevorderen;

- het onderzoek en de bevordering van de geestelijke gezondheid te stimuleren en te ondersteunen, met gebruikmaking van de mogelijkheden van het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002), aangenomen bij Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad(3);

16. VERZOEKT de Commissie:

- zich te beraden over de integratie van de activiteiten inzake geestelijke gezondheid in het toekomstige actieprogramma op het gebied van volksgezondheid, zoals de uitwisseling van informatie en goede praktijken, netwerking;

- binnen het communautair gezondheidsmonitoringssysteem een onderdeel voor de geestelijke gezondheid te ontwikkelen en te implementeren alsmede een verslag over de geestelijke gezondheid op te stellen;

- het effect van de communautaire activiteiten op de geestelijke gezondheid te analyseren, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, jeugdbeleid, sociale zaken en werkgelegenheid;

- in overleg met de lidstaten na te gaan of een voorstel voor een aanbeveling van de Raad betreffende de bevordering van de geestelijke gezondheid moet worden uitgewerkt.

(1) PB C 165 van 17.6.1994, blz. 1.

(2) PB C 390 van 15.12.1998, blz. 1.

(3) PB L 26 van 1.12.1999, blz. 1.

Top