EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999R1646

Verordening (EG) nr. 1646/1999 van de Commissie van 27 juli 1999 houdende de opening van een onderzoek naar de mogelijke ontwijking van de bij Verordening (EG) nr. 2861/93 vastgestelde antidumpingmaatregelen ten aanzien van bepaalde magneetschijven (3,5"-microschijven) uit Taiwan en de Volksrepubliek China door assemblage in de Gemeenschap en het besluit tot registratie van de invoer van deze microschijven

PB L 195 van 28.7.1999, p. 9–11 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 19/04/2000; opgeheven door 32000R0799

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1999/1646/oj

31999R1646

Verordening (EG) nr. 1646/1999 van de Commissie van 27 juli 1999 houdende de opening van een onderzoek naar de mogelijke ontwijking van de bij Verordening (EG) nr. 2861/93 vastgestelde antidumpingmaatregelen ten aanzien van bepaalde magneetschijven (3,5"-microschijven) uit Taiwan en de Volksrepubliek China door assemblage in de Gemeenschap en het besluit tot registratie van de invoer van deze microschijven

Publicatieblad Nr. L 195 van 28/07/1999 blz. 0009 - 0011


VERORDENING (EG) Nr. 1646/1999 VAN DE COMMISSIE

van 27 juli 1999

houdende de opening van een onderzoek naar de mogelijke ontwijking van de bij Verordening (EG) nr. 2861/93 vastgestelde antidumpingmaatregelen ten aanzien van bepaalde magneetschijven (3,5"-microschijven) uit Taiwan en de Volksrepubliek China door assemblage in de Gemeenschap en het besluit tot registratie van de invoer van deze microschijven

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen de invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 905/98(2), inzonderheid op de artikelen 13 en 14,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A. VERZOEK

(1) Op grond van artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 (hierna "basisverordening" genoemd) werd bij de Commissie het verzoek ingediend een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de bij Verordening (EG) nr. 2861/93 van de Raad(3) vastgestelde antidumpingrechten op bepaalde magneetschijven (3,5"-microschijven) (hierna "microschijven" genoemd) uit Taiwan en de Volksrepubliek China door de invoer van onderdelen van deze microschijven uit dezelfde landen die in de Gemeenschap tot microschijven geassembleerd worden, de douaneautoriteiten, overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening, de opdracht te geven de invoer van deze onderdelen te registreren en de Raad voor te stellen, indien dit gerechtvaardigd blijkt, genoemde antidumpingrechten uit te breiden tot de onderdelen van microschijven uit genoemde landen.

B. INDIENER VAN HET VERZOEK

(2) Het verzoek werd op 14 juni 1999 ingediend door het "Committee of European Diskette Manufacturers (Diskma)".

C. PRODUCT

(3) De mogelijke ontwijking heeft betrekking op onderdelen van microschijven van oorsprong uit Taiwan en de Volksrepubliek China die gebruikt worden bij de assemblage van microschijven in de Gemeenschap: shells (GN-code ex 3926 90 99 ), clamshells (GN-code ex 8523 20 90 ), adhesive-rings (GN-code ex 3926 90 99 ), lifters (GN-codes ex 3920 69 00 en ex 3919 10 31 ), cookies (GN-code ex 8523 20 90 ), centre cores ("hubs") (GN-codes ex 7326 90 97 en ex 7616 10 00 ), shutters (GN-code ex 3926 90 99, ex 7326 90 97 en ex 7616 10 00 ), springs (GN-code ex 7320 20 89 ), write protector tabs (GN-code ex 3926 90 99 ) en liners (GN-code ex 5603 12 90 ). De GN-codes zijn de codes waaronder de producten momenteel zijn ingedeeld en worden slechts ter informatie vermeld.

D. BEWIJSMATERIAAL

(4) Het verzoek bevat voldoende bewijsmateriaal in de zin van artikel 13, lid 3, van de basisverordening om over te gaan tot de opening van een onderzoek naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingrechten op microschijven uit Taiwan en de Volksrepubliek China door de invoer van onderdelen van microschijven uit die landen, die in de Gemeenschap worden geassembleerd.

(5) Het bewijsmateriaal is als volgt:

a) Na het nemen van de antidumpingmaatregelen werd een begin gemaakt met ten minste één soort assemblage waarbij onderdelen uit de Volksrepubliek China en/of Taiwan worden gebruikt of is deze assemblage aanzienlijk toegenomen. Bovendien bevat het verzoek bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de waarde van de Taiwanese en Chinese onderdelen 60 % of meer bedraagt van de totale waarde van de onderdelen van het geassembleerde product en dat de waarde die tijdens de assemblage of afwerking in de Gemeenschap aan de ingevoerde onderdelen wordt toegevoegd niet meer bedraagt dan 25 % van de fabricagekosten.

b) Voorts bevat het verzoek bewijsmateriaal dat de prijzen in de Gemeenschap van de uit de Chinese en Taiwanese onderdelen geassembleerde microschijven lager zijn dan de exportprijs bij het ontbreken van dumping.

c) Voorts beweert de indiener van het verzoek dat de herstellende werking van de thans geldende antidumpingrechten door de ontwijking van de rechten nagenoeg teniet wordt gedaan, gezien de prijzen van de geassembleerde microschijven en de hoeveelheden waarin deze worden verkocht.

E. PROCEDURE

(6) Gezien het bij het verzoek gevoegde bewijsmateriaal is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er voldoende redenen zijn om een onderzoek te openen op grond van artikel 13, lid 3, van de basisverordening en om de invoer te laten registreren van de onderdelen van microschijven uit de bij het onderzoek betrokken landen op grond van artikel 14, lid 5, van die verordening.

i) Vragenlijsten

(7) Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie het in het verzoek genoemde assemblagebedrijf en de daarmee gelieerde exporteur in Taiwan een vragenlijst toezenden. Tevens zullen vragenlijsten worden toegezonden aan de exporterende producenten in de Volksrepubliek China en Taiwan die aan het oorspronkelijke onderzoek hebben meegewerkt. De autoriteiten van Taiwan en de Volksrepubliek China zullen van de opening van het onderzoek in kennis worden gesteld en een kopie ontvangen van het verzoek en de vragenlijst.

(8) Andere belanghebbenden dienen zo spoedig mogelijk een vragenlijst aan te vragen, daar de in deze verordening genoemde termijn ook op hen van toepassing is. Vragenlijsten dienen schriftelijk op onderstaand adres te worden aangevraagd, onder vermelding van naam, adres, telefoon-, en faxnummer van de aanvrager.

ii) Certificaten dat de rechten niet worden ontweken

(9) Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening kunnen certificaten worden afgegeven op grond waarvan de betrokken producten bij invoer van registratie of maatregelen worden vrijgesteld, wanneer de invoer geen ontwijking van rechten inhoudt.

Daar deze certificaten slechts met de toestemming van de instellingen van de Gemeenschap mogen worden afgegeven, dienen verzoeken om deze toestemming te verkrijgen zo spoedig mogelijk bij de Commissie te worden ingediend die zal onderzoeken of zij hieraan gevolg kan geven. Verzoeken moeten vergezeld gaan van een volledig antwoord op de in overweging 8 bedoelde vragenlijst.

F. REGISTRATIE

(10) Gezien het grote aantal microschijfonderdelen en de grote verscheidenheid daarvan, dient de registratie van de invoer op grond van artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening beperkt te blijven tot de voornaamste onderdelen die bij de assemblage van microschijven worden gebruikt, namelijk magnetic coated disks ("cookies"), clamshells, shells, shutters en centre cores ("hubs") welke worden ingedeeld onder de respectieve GN-codes ex 8523 20 90, ex 3926 90 99, ex 7616 10 00 en ex 7326 90 97. Deze registratie moet verzekeren dat, indien uit het onderzoek mocht blijken dat de antidumpingrechten die van toepassing zijn op de invoer van microschijven uit Taiwan en de Volksrepubliek China door de invoer van genoemde onderdelen inderdaad worden ontweken, deze rechten tot genoemde onderdelen kunnen worden uitgebreid en met terugwerkende kracht kunnen worden geheven vanaf de datum van de inleiding van de procedure.

G. TERMIJN

(11) In het belang van een behoorlijk bestuur dient een termijn te worden vastgesteld waarbinnen de betrokkenen, mits zij kunnen aantonen dat zij mogelijk belang hebben bij de uitkomst van het onderzoek, hun standpunt schriftelijk kunnen uiteenzetten. Tevens dient een termijn te worden vastgesteld waarbinnen de betrokkenen kunnen vragen te worden gehoord, mits zij kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Deze termijnen gelden voor alle partijen, met inbegrip van die welke niet in het verzoek zijn genoemd of die niet bij het vorige onderzoek waren betrokken. Deze partijen hebben er dus belang bij zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de Commissie.

H. MEDEWERKING

(12) Indien belanghebbenden binnen de gestelde termijnen geen toegang geven tot de nodige informatie, deze anderszins niet verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin. Indien blijkt dat onjuiste of misleidende informatie is verstrekt, wordt deze buiten beschouwing gelaten en wordt gebruikgemaakt van de beschikbare gegevens,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Op grond van artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 wordt een onderzoek geopend in verband met de invoer van de volgende onderdelen van microschijven: shells (GN-code ex 3926 90 99 ), clamshells (GN-code ex 8523 20 90 ), adhesive-rings (GN-code ex 3926 90 99 ), lifters (GN-code ex 3920 69 00 en ex 3919 10 31 ), cookies (GN-code ex 8523 20 90 ), centre cores ("hubs") (GN-code ex 7326 90 97 en ex 7616 10 00 ), shutters (GN-code ex 3926 90 99, ex 7326 90 97 en ex 7616 10 00 ), springs (GN-code ex 7320 20 89 ), write protector tabs (GN-code ex 3926 90 99 ) en liners (GN-code ex 5603 12 90 ), van oorsprong uit Taiwan en de Volksrepubliek China.

Artikel 2

Op grond van artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 384/96 wordt de douaneautoriteiten de instructie gegeven de nodige maatregelen te treffen om de invoer te registreren van de volgende onderdelen van microschijven van oorsprong uit Taiwan en de Volksrepubliek China, zodat, indien de antidumpingrechten op microschijven uit deze landen tot de onderdelen van microschijven uit deze landen worden uitgebreid, deze rechten vanaf de datum van registratie kunnen worden geïnd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bedoelde registratie zal negen maanden duren vanaf de inwerkingtreding van deze verordening.

De invoer behoeft niet te worden geregistreerd wanneer bovengenoemde producten met een douanecertificaat worden ingevoerd dat overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 384/96 is afgegeven.

Artikel 3

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden dienen binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen contact op te nemen met de Commissie, hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en de nodige informatie te verstrekken. Verzoeken om te worden gehoord dienen binnen dezelfde termijn te worden ingediend. Deze termijn geldt voor alle belanghebbenden, ook voor die welke niet in het verzoek zijn genoemd.

Alle gegevens betreffende deze zaak, verzoeken om te worden gehoord, aanvragen om vragenlijsten en om certificaten dat de rechten niet worden ontweken, dienen te worden gericht aan het volgende adres: Europese Commissie

Directoraat-generaal Buitenlandse Betrekkingen:

Handelsbeleid en Betrekkingen met Noord-Amerika, het Verre Oosten, Australië en Nieuw-Zeeland

Directoraat I C

Wetstraat 200 B - 1049 Brussel Fax: (32-2) 295 65 05.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 juli 1999.

Voor de Commissie

Leon BRITTAN

Vice-voorzitter

(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(2) PB L 128 van 30.4.1998, blz. 18.

(3) PB L 262 van 21.10.1993, blz. 4.

Top