EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998Y0429(01)

Mededeling van de Commissie betreffende de wijze waarop de Commissie de bescherming van de intellectuele eigendom waarborgt bij de ontwikkeling en de productie van de aromastoffen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2232/96 van het Europees Parlement en de Raad

PB C 131 van 29.4.1998, p. 3–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

31998Y0429(01)

Mededeling van de Commissie betreffende de wijze waarop de Commissie de bescherming van de intellectuele eigendom waarborgt bij de ontwikkeling en de productie van de aromastoffen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2232/96 van het Europees Parlement en de Raad

Publicatieblad Nr. C 131 van 29/04/1998 blz. 0003 - 0004


Mededeling van de Commissie betreffende de wijze waarop de Commissie de bescherming van de intellectuele eigendom waarborgt bij de ontwikkeling en de productie van de aromastoffen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2232/96 van het Europees Parlement en de Raad (98/C 131/03) (Voor de EER relevante tekst)

Bij deze mededeling stelt de Commissie nadere regels vast inzake de wijze waarop zij de bescherming van de intellectuele eigendom waarborgt bij de ontwikkeling en de productie van de aromastoffen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2232/96 van het Europees Parlement en de Raad van 28 oktober 1996 tot vaststelling van een communautaire procedure voor in of op levensmiddelen gebruikte of te gebruiken aromastoffen (1).

De wijze waarop de lidstaten (2) deze intellectuele eigendom moeten beschermen, is neergelegd in de aanbeveling van 21 april 1998 (3).

I. Noodzaak de intellectuele eigendom van bepaalde aromastoffen te beschermen

1. Ingevolge artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2232/96 brengen de lidstaten aan de Commissie de lijst ter kennis van de aromastoffen die mogen worden gebruikt in of op levensmiddelen welke op hun grondgebied in de handel worden gebracht. Deze aromastoffen en de desbetreffende technische gegevens worden eerst door de producenten van deze aromastoffen aan de bevoegde instanties van de lidstaten meegedeeld. Deze informatie mag ingevolge de artikelen 3, lid 2, en 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2232/96 worden opgenomen in een repertorium en evaluatieprogramma die openbaar worden gemaakt. Tijdens de gehele bij de verordening ingevoerde communautaire procedure zou een aantal personen toegang tot deze informatie moeten hebben.

2. De verspreiding van sommige van deze gegevens dient te worden beperkt. De ontwikkeling van bepaalde nieuwe aromastoffen alsmede de productie van bepaalde bestaande aromastoffen vereisen immers van de producenten van aromastoffen hoge investeringen op het gebied van onderzoek en productie. Aromastoffen die geen uitvindingen zijn, zijn echter niet octrooieerbaar. De ontwikkeling en de productie van deze aromastoffen vormen niettemin bedrijfsgeheimen en deze stoffen moeten tegen namaak en oneerlijke concurrentie worden beschermd. Bijgevolg heeft de communautaire wetgever met deze feitelijke situatie rekening gehouden en in artikel 3, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 2232/96 de verplichting opgelegd deze aromastoffen aan te duiden "op een wijze waardoor het intellectuele-eigendomsrecht van de aromastofproducent wordt beschermd". Van deze noodzaak de intellectuele eigendom te beschermen is ook sprake in overweging 14 van dezelfde verordening. Deze noodzaak geldt niet alleen voor de aromastoffen die ingevolge artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2232/96 ter kennis worden gebracht, maar in de toekomst ook voor de nieuwe aromastoffen als bedoeld in artikel 5, lid 2, van de verordening. Deze noodzaak geldt in alle fasen van de bij de verordening ingevoerde communautaire procedure.

3. De bescherming van de intellectuele eigendom kan worden gewaarborgd door de geheimhouding van de technische gegevens betreffende de betrokken aromastoffen. Er moeten nadere regels worden vastgesteld, inzake de wijze waarop de Commissie de bescherming van de vertrouwelijke gegevens waarborgt.

II. De wijze waarop de Commissie de bescherming van deze vertrouwelijke gegevens waarborgt

1. In alle stadia van de bij Verordening (EG) nr. 2232/96 ingevoerde communautaire procedure nemen de Commissie en de deskundigen die haar bijstaan alle maatregelen die noodzakelijk zijn om de bescherming te waarborgen van de door de producenten van aromastoffen of hun vertegenwoordigers meegedeelde vertrouwelijke gegevens.

2. Deze vertrouwelijke informatie kan omvatten:

- de aard, de oorsprong en het productieprocédé van de aromastoffen;

- de gebruiksvoorwaarden van deze aromastoffen, met name de aanduiding van de levensmiddelen waarin of waarop deze mogen worden gebruikt;

- alle informatie die niet algemeen bekend is bij de personen die tot de kringen behoren die zich normaal bezighouden met het soort informatie waarom het gaat of alle informatie die voor hen niet gemakkelijk toegankelijk is en handelswaarde heeft.

3. Wanneer de lidstaat de Commissie in kennis stelt van de lijst van aromastoffen die op zijn grondgebied mogen worden gebruikt, geeft hij in deze lijst duidelijk de aromastoffen en/of de gegevens aan, die moeten worden beschermd. De Commissie kent vervolgens bij ontvangst van de kennisgeving een codenummer aan deze aromastoffen toe. De vervanging in een document van vertrouwelijke informatie door dergelijke codenummers volstaat om de geheimhouding van deze informatie te waarborgen. Dit document behoeft dan niet meer uit hoofde van deze mededeling te worden beschermd. Deze bepalingen betreffen met name de adviezen die door het Wetenschappelijke Comité voor de menselijke voeding over aromastoffen worden uitgebracht.

4. De noodzaak vertrouwelijke gegevens te beschermen, geldt in alle fasen van de bij Verordening (EG) nr. 2232/96 ingevoerde procedure, en met name bij drie activiteiten: het bewaren, de verspreiding en de behandeling van informatie. De Commissie waarborgt op haar niveau bij elk van deze activiteiten deze bescherming met passende middelen (beveiliging van de lokalen waar deze gegevens worden bewaard, beveiliging van de verzending van documenten, inventarisatie van de op alle informatiedragers gemaakte kopieën en de ontvangers van deze kopieën, geheimhouding van vertalingen enz.).

5. In alle stadia van de procedure zijn vertrouwelijke gegevens slechts toegankelijk voor personen die belast zijn met of direct betrokken zijn bij de administratieve, technische of wetenschappelijke behandeling van het dossier, namelijk:

- de ambtenaren en functionarissen van de Commissie die ambtshalve door de secretaris-generaal van de Commissie voor de bij Verordening (EG) nr. 2232/96 ingevoerde procedure zijn aangewezen alsmede de eveneens ambtshalve door de secretaris-generaal van de Commissie aangewezen ambtenaren en functionarissen die bij taken van officiële controle op levensmiddelen kunnen worden betrokken, die onder de geheimhoudingsplicht op grond van artikel 214 van het EG-Verdrag vallen;

- de leden van het Wetenschappelijke Comité voor de menselijke voeding alsmede de deskundigen die door dit comité zijn gekozen om het bij te staan, die onder de geheimhoudingsplicht vallen op grond van artikel 214 van het EG-Verdrag en/of artikel 11 van Besluit 97/579/EG van de Commissie van 23 juli 1997 houdende de instelling van wetenschappelijke comités op het gebied van de gezondheid van de consument en de voedselveiligheid (4).

- alle andere personen die niet onder de geheimhoudingsplicht vallen krachtens nationale of communautaire bepalingen dienen een geheimhoudingsverklaring te ondertekenen.

6. De organen die representatief zijn voor de producenten van aromastoffen achten bescherming van vertrouwelijke gegevens betreffende een aromastof gedurende een periode van vijf jaar voldoende. Deze termijn gaat in vanaf de datum van ontvangst door de Commissie van de lijst waarop de betrokken aromastof voorkomt of van elk dossier betreffende elke nieuwe aromastof. De datum waarop deze termijn afloopt, wordt opgenomen in het repertorium en het evaluatieprogramma.

(1) PB L 299 van 23.11.1996, blz. 1.

(2) Wanneer in deze mededeling sprake is van de lidstaten, vallen daaronder ook de landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de EER.

(3) PB L 127 van 29.4.1998.

(4) PB L 237 van 28.8.1997, blz. 18.

Top