EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31996Y0810(01)

Resolutie van het Raadgevend Comité van de EGKS betreffende het Witboek "Een energiebeleid voor de Europese Unie"

PB C 232 van 10.8.1996, p. 3–5 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

31996Y0810(01)

Resolutie van het Raadgevend Comité van de EGKS betreffende het Witboek "Een energiebeleid voor de Europese Unie"

Publicatieblad Nr. C 232 van 10/08/1996 blz. 0003 - 0005


RESOLUTIE VAN HET RAADGEVEND COMITÉ VAN DE EGKS

betreffende het Witboek "Een energiebeleid voor de Europese Unie"

(96/C 232/03)

(Voor de EER relevante tekst)

(met eenparighed van stemmen en één onthouding aangenomen tijdens de 330e zitting op 27 juni 1996)

HET RAADGEVEND COMITÉ VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL,

Gelet op

- document COM(94) 659 def. van 11 januari 1995, getiteld "Groenboek voor een energiebeleid van de Europese Unie",

- de goedkeuring door het Europees Parlement van het verslag van de heer Van Velzen over het Groenboek (doc. A4-0212/95),

- het advies van het Economisch en Sociaal Comité over het Groenboek (1),

- de resolutie van het Raadgevend Comité van de EGKS over het Groenboek (2),

Kennis genomen hebben van

- document COM(95) 682 (Witboek), getiteld "Een energiebeleid voor de Europese Unie",

- de resolutie van de Raad "Energie" van 7 mei 1996 (Persmededeling nr. 6803/96),

- de toelichtingen hierop door de vertegenwoordiger van de Commissie tijdens de 328e zitting van het Raadgevend Comité van 14 maart 1996,

wenst zijn standpunt over de inhoud van het Witboek bekend te maken en bij te dragen tot het bepalen van de koers van het indicatieve werkprogramma dat de Commissie heeft voorgesteld, en neemt hiertoe de volgende resolutie aan:

HET RAADGEVEND COMITÉ:

A. vaststellend dat

- in het Witboek, met het oog op de hoofddoelstellingen van de Europese Verdragen, met reden de volgende drie doelstellingen voor het energiebeleid zijn vastgesteld:

- de concurrentiepositie op wereldniveau,

- de betrouwbaarheid van de energievoorziening,

- de bescherming van het milieu,

en dat hierin wordt erkend dat om deze drie doelstellingen op elkaar af te stemmen prioriteiten moeten worden gesteld die voor zover mogelijk deel moeten uitmaken van een lange-termijnvisie;

- in het Witboek wordt erkend dat ook rekening moet worden gehouden met de economische en sociale samenhang, maar hierop wat de regio's en sub-regios's in de Unie betreft onvoldoende wordt gewezen;

- in het Witboek de kosten/batenanalyse terecht wordt beschouwd als een essentieel instrument voor een strategie waarbij rekening wordt gehouden met milieudoelstellingen, in samenhang met de concurrentiepositie op wereldniveau en de betrouwbaarheid van de energievoorziening;

- het stijgende energieverbruik in de landen buiten de OESO op alle markten tot grote veranderingen zal leiden en mogelijk van invloed zal zijn op de hele wereld, en vooral Europa, door een aanzienlijke wijziging van de gebruikelijke patronen van energiestromen. Deze veranderingen kunnen alle energiedragers onder druk zetten en gezien de ontwikkeling van de markt voor vaste brandstoffen in de rest van de wereld (bij voorbeeld in Zuidoost-Azië) tevens van invloed zijn op steenkool;

- de Commissie in haar Witboek verwacht dat het aardgasverbruik tussen nu en 2020 ten minste zal verdubbelen;

- het verschil tussen de beschikbare voorraden vaste brandstoffen enerzijds en koolwaterstoffen anderzijds, zowel op wereld- als Europees niveau, door alle energiestudies wordt erkend en dat volgens het Witboek de energie-afhankelijkheid van de Europese Unie van 50 % op dit moment tot ± 75 % in 2020 zal toenemen;

- de Commissie voornamelijk op de werking van de markt rekent als instrument om de betrouwbaarheid van de energievoorziening te garanderen; dat deze marktwerking voor de energiesector echter onvoldoende kan blijken, aangezien investeringen op dit gebied noodzakelijkerwijs lange-termijninvesteringen zijn, die moeten kunnen rekenen op een betrouwbaar energiebeleid dat de regels van de interne markt in acht neemt.

B. overwegende dat

- in het Witboek onvoldoende aandacht wordt geschonken aan de rol van vaste brandstoffen (uit de Europese Unie en geïmporteerd), terwijl:

a) vergeleken met koolwaterstoffen vaste brandstoffen gezien de omvang van de voorraden op de lange termijn werkelijke betrouwbaarheid van de voorziening bieden, en

b) bovendien de vanuit geopolitiek oogpunt gunstige verdeling van de produktieplaatsen op mondiaal niveau enige waarborg voor stabiliteit geeft;

- de zeer sterk groeiende behoefte aan aardgas, zoals in het Witboek wordt verwacht, wel eens problemen op het gebied van de voorziening en de prijzen zou kunnen opleveren;

- diversificatie van primaire brandstoffen ("energy mix"), zoals in het Witboek wordt erkend, het beste middel is om zowel de betrouwbaarheid van de energievoorziening te waarborgen, als de risico's voor het milieu zo klein mogelijk te houden en de concurrentiepositie op wereldniveau te garandaren;

- de mondialisering noopt tot extra aandacht voor de concurrentiepositie van de Europese economie op wereldniveau, waaraan het energiebeleid een bijdrage moet leveren zowel door de integratie van de interne markt, als door het op elkaar afstemmen van communautair en nationaal beleid met inachtneming van solidariteit en subsidiariteit en door steeds meer rekening te houden met energie-aspecten in de internationale economische betrekkingen van de Unie.

HET RAADGEVEND COMITÉ, AL HET VOORGAANDE IN AANMERKING NEMEND,

1. STEMT IN met de algemene opvattingen in het Witboek en vooral met de wens van de Commissie om onmiddellijk een aantal initiatieven te nemen teneinde tot actie over te gaan,

2. VRAAGT de Commissie eerst haar werkzaamheden voort te zetten om tot een daadwerkelijke integratie van de elektriciteitsmarkt te komen, die goed op streek is, en zich vervolgens op de aardgasmarkt te richten, waarbij rekening moet worden gehouden met bijzondere nationale verplichtingen betreffende de elektriciteitsvoorziening,

3. VRAAGT de Commissie de toepassing van instrumenten te bestuderen die op termijn tot een werkelijke energiediversificatie leiden en waarbij een beroep wordt gedaan op alle energievormen, inclusief duurzame energie en bronnen binnen de Europese Unie, zonder een van de bronnen te benadelen. Bij de toepassing van deze instrumenten dient rekening te worden gehouden met alle daaruit voortvloeiende sociale gevolgen,

4. VRAAGT de Commissie haar onderzoek naar de verbranding en een schoon gebruik van steenkool te intensiveren; steenkool blijft namelijk, zoals in het Witboek wordt vastgesteld, een groot deel van de thermische-elektriciteitsmarkt beheersen en zal altijd een belangrijke rol spelen bij de energievoorziening van de ijzer- en staalsector,

5. SPOORT de Commissie AAN een programma voor het bijhouden van een overzicht van de trends op energiegebied op te stellen en een raadgevend comité voor energie op te richten, zoals in het Witboek wordt voorgesteld. Dit comité moet niet alleen bestaan uit de belangrijkste deelnemers aan het economische en sociale leven in de verschillende energiesectoren, maar eveneens uit vertegenwoordigers van grootverbruikers van energie in industriële sectoren en van distributeurs en wel op voet van gelijkheid, zodat met alle belangen rekening kan worden gehouden en voor een zo groot mogelijke transparantie kan worden gezorgd,

6. BENADRUKT het belang van de communautaire steen- en bruinkoolbronnen die meer dan 50 % van de vaste-brandstoffenvoorziening in de Europese Unie voor hun rekening nemen en aan de vermindering van onze energie-afhankelijkheid bijdragen,

7. VRAAGT de Commissie, wat het milieu betreft, de voorkeur te geven aan niet-fiscale instrumenten (normen, vrijwillige overeenkomsten, REG, enz.), aan iedere maatregel (bij voorbeeld een CO2/energieheffing) een kosten/batenanalyse vooraf te laten gaan en geen enkele discriminerende maatregel te nemen, noch ten aanzien van een specifieke energiebron, noch bij gebrek aan een gezamenlijke benadering met de andere grote economische blokken, wat het enige middel is om de resultaten voor het milieu te optimaliseren en hinderpalen voor de mondiale concurrentiepositie van de Europese economie te vermijden,

8. VERZOEKT de Commissie om de bruikbare bepalingen uit het EGKS-Verdrag in haar energiebeleid op te nemen, met name de voortzetting van de steun tot na het aflopen van dit Verdrag voor de onderzoeksactiviteiten op kolen- en staalgebied die bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen voor het energiebeleid zoals vastgesteld in het Witboek (zie het memorandum van het Raadgevend Comité EGKS betreffende de aspecten die verband houden met het aflopen van het EGKS-Verdrag in 2002 (1).

(1) PB nr. C 256 van 2. 10. 1995.

(2) PB nr. C 206 van 11. 8. 1995.

(1) PB nr. C 206 van 11. 8. 1995.

Top