EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31994R1923

Verordening (EGKS, EG, Euratom) nr. 1923/94 van de Raad van 25 juli 1994 tot wijziging van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen

PB L 198 van 30.7.1994, p. 4–5 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2002

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1994/1923/oj

31994R1923

Verordening (EGKS, EG, Euratom) nr. 1923/94 van de Raad van 25 juli 1994 tot wijziging van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen

Publicatieblad Nr. L 198 van 30/07/1994 blz. 0004 - 0005
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 1 Deel 3 blz. 0157
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 1 Deel 3 blz. 0157


VERORDENING (EGKS, EG, EURATOM) Nr. 1923/94 VAN DE RAAD van 25 juli 1994 tot wijziging van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, inzonderheid op artikel 78 novies,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 209,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, inzonderheid op artikel 183,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van de Rekenkamer (3),

Overwegende dat ten gevolge van de uitbreiding van de rol van het Economisch en Sociaal Comité en de oprichting van het Comité van de regio's, passende bepalingen moeten worden opgenomen;

Overwegende dat de Verdragen voorzien in de benoeming van een ombudsman; dat de nodige begrotingsbepalingen moeten worden vastgesteld opdat hij zijn functie volledig onafhankelijk kan uitoefenen;

Overwegende dat het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen moet worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Financieel Reglement wordt als volgt gewijzigd:

1. artikel 7, punt 3, eerste alinea, wordt vervangen door:

"3. Voor de kredieten waarvoor een besluit tot overdracht, in de zin van punt 1, onder a), kan worden genomen, worden de door het Europees Parlement, de Raad, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Commissie naar behoren gemotiveerde verzoeken tot overdracht van kredieten uiterlijk op 15 februari door de Commissie bij de begrotingsautoriteit ingediend.";

2. artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

a) de eerste alinea wordt vervangen door:

"Het Europees Parlement, de Raad, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's stellen elk jaar vóór 1 juli een raming op van hun uitgaven en hun ontvangsten voor het volgende begrotingsjaar.";

b) de tweede alinea wordt vervangen door:

"De ombudsman legt het Europees Parlement vóór 1 mei een raming van zijn uitgaven en ontvangsten voor het volgende begrotingsjaar voor.";

3. artikel 14, eerste alinea, wordt vervangen door:

"De Commissie kan eigener beweging, en in voorkomend geval op verzoek van het Europees Parlement, de Raad, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's met betrekking tot hun respectieve afdelingen, bij de Raad een nota van wijzigingen indienen waarmede het voorontwerp van begroting op grond van nieuwe gegevens die ten tijde van de opstelling van het voorontwerp niet bekend waren, wordt gewijzigd.";

4. artikel 15, lid 4, wordt vervangen door:

"4. De Commissie zendt de door het Europees Parlement, de Raad, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's gedane verzoeken om een aanvullende en/of gewijzigde begroting door aan de begrotingsautoriteit. Zij kan daaraan een afwijkend advies toevoegen.";

5. artikel 19, lid 1, wordt vervangen door:

"1. De begroting omvat:

- een algemene staat van de ontvangsten;

- afdelingen, verdeeld in staten van ontvangsten en van uitgaven van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie en de Rekenkamer.

De ontvangsten en de uitgaven van de ombudsman worden opgenomen in de afdeling van het Europees Parlement in de vorm van een staat van ontvangsten en uitgaven die op dezelfde wijze is onderverdeeld als de afdelingen van de begroting en aan dezelfde regels onderworpen is.

De ontvangsten en uitgaven van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de regio's worden in een specifieke, als volgt onderverdeelde afdeling opgevoerd:

- een "deel A" voor het Economisch en Sociaal Comité,

- een "deel B" voor het Comité van de regio's,

- een "deel C" voor de gemeenschappelijke organisatiestructuur.

De afdeling "Commissie" omvat:

- een "deel A" voor de personeelsuitgaven en voor de huishoudelijke uitgaven van de Instelling.

De ontvangsten en uitgaven van het Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen worden vermeld in een bijlage bij dit deel;

- een "deel B" voor de beleidsuitgaven, bestaande uit verscheidene onderafdelingen naar gelang van de behoeften.";

6. artikel 20, punt 3, eerste streepje, wordt vervangen door:

"- een personeelsformatie waarin, voor elke afdeling van de begroting, per rang in elke categorie en in elke groep, het aantal vaste en tijdelijke ambten toegestaan binnen de grenzen van de begrotingskredieten, is vastgesteld. De personeelsformatie van het Voorzieningsagentschap wordt afzonderlijk vermeld in de personeelsformatie van de Commissie. De personeelsformatie van de ombudsman wordt afzonderlijk vermeld in de personeelsformatie van het Europees Parlement. De personeelsformatie van het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en hun gemeenschappelijke organisatiestructuur worden afzonderlijk vermeld in hun specifieke afdeling;";

7. artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 2 wordt vervangen door de volgende tekst:

"2. De Commissie kent aan het Europees Parlement, de Raad, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, alsmede aan het Comité van de regio's de voor de uitvoering van de respectieve afdelingen van de begroting benodigde bevoegdheden toe.

Het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's delegeren, in onderlinge overeenstemming, de bevoegdheden van ordonnateur aan de administratieve verantwoordelijke van "deel C", de gemeenschappelijke organisatiestructuur, en stellen de beperkingen en voorwaarden van deze delegatie vast.";

b) lid 5 wordt vervangen door de volgende tekst:

"5. Behoudens andersluidende bepalingen worden de ombudsman, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's voor de toepassing van dit Financieel Reglement gelijkgesteld met de Instellingen van de Gemeenschappen.

Voor de gemeenschappelijke organisatiestructuur van het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's wordt een analytische boekhouding van de uitgaven ingesteld, zodat op basis van de uitvoering kan worden vastgesteld wat het aandeel is van de dienstverlening aan deze twee organen.";

8. de eerste alinea van artikel 24 wordt vervangen door:

"Elke Instelling stelt een financieel controleur aan. Het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's stellen in gezamenlijk overleg een financieel controleur aan.";

9. artikel 25, tweede alinea, wordt vervangen door:

"De rekenplichtige wordt door de Instelling aangesteld. Het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's stellen in gezamenlijk overleg de rekenplichtige aan.";

10. artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 2, tweede alinea, eerste zin, wordt vervangen door de volgende tekst:

"Het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's - deze beide laatste elk voor het hem betreffende gedeelte, en in gemeenschappelijke overeenstemming voor de gemeenschappelijke organisatiestructuur - kunnen, in hun afdeling van de begroting, binnen elk hoofdstuk kredieten overschrijven van het ene naar het andere artikel. Zij stellen de begrotingsautoriteit en de Commissie drie weken vóór deze overschrijvingen op de hoogte.";

b) lid 4, derde alinea, wordt vervangen door:

"Voorstellen tot overschrijving van het ene naar het andere hoofdstuk die van de andere Instellingen van het Economisch en Sociaal Comité, respectievelijk van het Comité van de regio's uitgaan, worden van rechtswege aan de begrotingsautoriteit doorgezonden; de Commissie kan bij deze voorstellen haar advies voegen.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 september 1994.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 25 juli 1994.

Voor de Raad

De Voorzitter

F.-CH. ZEITLER

(1) PB nr. C 254 van 1. 10. 1992, blz. 5. PB nr. C 56 van 24. 2. 1994, blz. 5.

(2) PB nr. C 329 van 6. 12. 1993, blz. 115.

(3) PB nr. C 342 van 23. 12. 1992, blz. 1.

Top