Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31989H0542

    89/542/EEG: Aanbeveling van de Commissie van 13 september 1989 inzake de etikettering van detergenten en reinigingsmiddelen

    PB L 291 van 10.10.1989, p. 55–56 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 07/10/2005; opgeheven door 32004R0648

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/1989/542/oj

    31989H0542

    89/542/EEG: Aanbeveling van de Commissie van 13 september 1989 inzake de etikettering van detergenten en reinigingsmiddelen

    Publicatieblad Nr. L 291 van 10/10/1989 blz. 0055 - 0056


    *****

    AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

    van 13 september 1989

    inzake de etikettering van detergenten en reinigingsmiddelen

    (89/542/EEG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

    GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 155, tweede streepje,

    Overwegende dat detergenten en reinigingsmiddelen reeds zijn onderworpen aan bepaalde communautaire voorschriften inzake etikettering, met name aan Richtlijn 73/404/EEG van de Raad van 22 november 1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake detergentia (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 86/94/EEG (2), en Richtlijn 88/379/EEG van de Raad van 7 juni 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 89/178/EEG (4);

    Overwegende dat afzonderlijke communautaire eisen van toepassing zijn op kosmetische produkten, die niet onder deze aanbeveling vallen;

    Overwegende dat de consumentenvoorlichting door een uitvoeriger etikettering van detergenten en reinigingsmiddelen kan worden verbeterd en overwegende dat deze etikettering in de gehele Gemeenschap op dezelfde wijze moet worden toegepast;

    Overwegende dat daardoor een oordeelkundiger gebruik van deze produkten mogelijk wordt, hetgeen een directe invloed heeft op de kwaliteit van het water en op het milieu in het algemeen;

    Overwegende dat er in elke Lid-Staat nationale verenigingen zijn die de grote meerderheid vertegenwoordigen van de detergenten en reinigingsmiddelen producerende bedrijven in die Lid-Staat, die op hun beurt weer lid zijn van hetzij de AIS (Association Internationale de la Savonnerie et de la détergence) hetzij de FIFE (Fédération Internationale des associations de Fabricants de produits d'Entretien);

    Overwegende dat de AIS en de FIFE samen meer dan 90 % van de detergenten en reinigingsmiddelen producerende bedrijven in de Gemeenschap vertegenwoordigen;

    Overwegende dat deze aanbeveling in aansluiting op de goedkeuring van Richtlijn 88/379/EEG zo spoedig mogelijk van kracht dient te worden ten einde de communautaire voorschriften op dit terrein aan te vullen,

    DOET DE VOLGENDE AANBEVELING:

    Artikel 1

    In deze aanbeveling wordt onder »detergenten en reinigingsmiddelen" verstaan: produkten die zowel aan het publiek als aan de industrie worden verkocht en die bestemd zijn voor was- of reinigingsdoeleinden of voor gebruik in verband met was- of reinigingsprocessen en die, zoals is gebleken, na gebruik in het aquatisch milieu terecht kunnen komen.

    Artikel 2

    1. Op de verpakking van detergenten en reinigingsmiddelen moet de aanduiding voorkomen van het gehalte, overeenkomstig de percentageklassen:

    - minder dan 5 %,

    - 5 % en meer, maar minder dan 15 %,

    - 15 % en meer, maar minder dan 30 %,

    - 30 % en meer

    aan hierna opgesomde bestanddelen, voor zover deze in een concentratie van meer dan 0,2 % zijn toegevoegd:

    - fosfaten,

    - fosfonaten,

    - anionogene oppervlakteactieve stoffen,

    - kationogene oppervlakteactieve stoffen,

    - amfotere oppervlakteactieve stoffen,

    - niet iogene oppervlakteactieve stoffen,

    - zuurstofbleekmiddel,

    - chloorbleekmiddel,

    - EDTA,

    - NTA,

    - fenolen en gehalogeneerde fenolen,

    - paradichloorbenzeen,

    - aromatische koolwaterstoffen,

    - alifatische koolwaterstoffen,

    - gehalogeneerde koolwaterstoffen,

    - zeep,

    - zeoliet,

    - polycarboxylaten.

    De volgende soorten verbindingen moeten, indien ze zijn toegevoegd, ongeacht de concentratie op het etiket worden vermeld:

    - enzymen,

    - conserveringsmiddelen/ontsmettingsmiddelen.

    2. Voor detergenten en reinigingsmiddelen die uitsluitend in de industriële sector worden gebruikt, dient niet aan de bovenvermelde eisen te worden voldaan indien gelijkwaardige informatie in de vorm van technische gegevens of veiligheidsinstructies of op een andere dienstige wijze wordt verstrekt.

    3. Voorts dient op de verpakking van aan het publiek verkochte en als wasmiddel bestemde detergenten of reinigingsmiddelen de volgende informatie te worden vermeld:

    de aanbevolen hoeveelheden en/of doseringsvoorschriften, uitgedrukt in milliliter of gram voor een standaard-wasmachinelading, volgens bepaalde categorieën van waterhardheid en overeenkomstig het aantal cyclussen per wasbeurt (een of twee). De inhoud van eventueel bijgevoegde maatbekers dient ook in milliliter of gram te worden aangegeven.

    Artikel 3

    1. De Lid-Staten en de betrokken Europese bedrijfstakverenigingen (AIS en FIFE) dragen, in samenwerking met de Commissie, zorg voor de tenuitvoerlegging van deze aanbeveling. Dit gebeurt door middel van de toezegging van de AIS en de FIFE aan de Commissie dat aan de bepalingen van deze aanbeveling zal worden voldaan en met de hulp van de nationale verenigingen, die de autoriteiten van de Lid-Staten informeren over de tenuitvoerlegging van deze bepalingen.

    Aan de hand van deze informatie kunnen de autoriteiten van de Lid-Staten toezicht houden op de tenuitvoerlegging van deze bepalingen. De AIS, de FIFE, en de nationale verenigingen stellen tevens alle hun bekende bedrijven die in deze sector werkzaam zijn maar geen lid zijn van hun vereniging in kennis van deze aanbeveling en dringen erop aan dat ook zij aan de eisen ervan voldoen.

    De Lid-Staten worden door de nationale verenigingen, en de Commissie wordt door de AIS en de FIFE op de hoogte gehouden van de mate waarin aan de bepalingen van deze aanbeveling wordt voldaan.

    2. De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de maatregelen die zijn genomen om deze aanbeveling ten uitvoer te leggen.

    3. Op geregelde tijdstippen en uiterlijk een jaar nadat deze aanbeveling van kracht is geworden, plegen de Lid-Staten en de AIS en de FIFE overleg met de Commissie over de stand van zaken met betrekking tot de toepassing van deze aanbeveling.

    Artikel 4

    Deze aanbeveling wordt van kracht met ingang van 15 oktober 1989.

    Gedaan te Brussel, 13 september 1989.

    Voor de Commissie

    Martin BANGEMANN

    Vice-Voorzitter

    (1) PB nr. L 347 van 17. 12. 1973, blz. 51.

    (2) PB nr. L 80 van 25. 3. 1986, blz. 51.

    (3) PB nr. L 187 van 16. 7. 1988, blz. 14.

    (4) PB nr. L 64 van 8. 3. 1989, blz. 18.

    Top