EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31988D0540

88/540/EEG: Beschikking van de Raad van 14 oktober 1988 betreffende goedkeuring van het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag en van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken

PB L 297 van 31.10.1988, p. 8–9 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1988/540/oj

Related international agreement
Related international agreement

31988D0540

88/540/EEG: Beschikking van de Raad van 14 oktober 1988 betreffende goedkeuring van het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag en van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken

Publicatieblad Nr. L 297 van 31/10/1988 blz. 0008 - 0009
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 14 blz. 0146
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 14 blz. 0146


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 14 oktober 1988

betreffende goedkeuring van het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag en van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken

(88/540/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Euro-

pese Economische Gemeenschap, inzonderheid op arti-

kel 130 S,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal

Comité (2),

Overwegende dat de Gemeenschap en verscheidene van haar Lid-Staten op 22 maart 1985 het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag hebben ondertekend;

Overwegende dat is vastgesteld dat de aanhoudende uitworp van bepaalde chloorfluorkoolwaterstoffen en halonen op de huidige niveaus zeer schadelijke gevolgen voor de ozonlaag kan hebben; dat men het er op internationaal vlak over eens is dat zowel de produktie als het verbruik van dergelijke stoffen aanzienlijk dienen te worden verminderd; dat de Beschikkingen 80/372/EEG (3) en 82/795/EEG (4) voorzien in controles die een beperkte draagwijdte hebben en slechts op twee van dergelijke stoffen (CFK 11 en CFK 12) betrekking hebben;

Overwegende dat via onderhandelingen een aanvullend protocol bij het Verdrag van Wenen, het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, tot

stand is gekomen, dat op 16 september 1987 is goedgekeurd; dat dit Protocol door de Gemeenschap en verscheidene van haar Lid-Staten is ondertekend;

Overwegende dat, met het oog op de bescherming, bevordering en verbetering van het milieu, het Verdrag van Wenen en het Protocol van Montreal, dat is gebaseerd op het beginsel van preventieve maatregelen ter voorkoming van verdere schadelijke gevolgen voor de ozonlaag van de op het tijdstip van goedkeuring beschikbare wetenschappelijke en technische gegevens, in werking moeten worden gesteld;

Overwegende dat de Gemeenschap daartoe genoemd Verdrag en genoemd Protocol dient goed te keuren;

Overwegende met name dat de Gemeenschap partij bij het Protocol dient te worden, aangezien sommige bepalingen daarvan alleen kunnen worden uitgevoerd wanneer de Gemeenschap en al haar Lid-Staten partij worden;

Overwegende dat het voor de behoorlijke uitvoering van alle verplichtingen welke uit het Verdrag en het Protocol voortvloeien, gewenst is dat ook alle Lid-Staten partij worden;

Overwegende voorts dat sommige bepalingen van het Protocol, inzonderheid artikel 2, lid 8, alleen in de Gemeenschap van toepassing zullen zijn wanneer alle Lid-Staten partij bij het Protocol worden;

Overwegende dat alle Lid-Staten zo spoedig mogelijk hun procedures voor de toetreding en bekrachtiging van het Verdrag en het Protocol zouden moeten afronden met het oog op de, voor zover mogelijk gelijktijdige, nederlegging van de akten van goedkeuring, aanvaarding, bekrachtiging of toetreding door de Gemeenschap en haar Lid-Staten,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag en het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken worden namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De teksten van het Verdrag en van het Protocol staan in bijlage I bij deze beschikking.

Artikel 2

De Voorzitter van de Raad legt de akten van goedkeuring van het Verdrag van Wenen en van het Protocol van Montreal namens de Gemeenschap neder bij de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties overeenkomstig artikel 13 van het Verdrag van Wenen juncto de artikelen 14 en 16 van het Protocol van Montreal.

De Voorzitter legt tegelijkertijd de in bijlage II bij deze beschikking weergegeven bevoegdheidsverklaring neder overeenkomstig artikel 13, lid 3, van het Verdrag van Wenen juncto artikel 14 van het Protocol van Montreal.

Artikel 3

1. De Lid-Staten die zulks nog niet hebben gedaan, treffen uiterlijk op 31 oktober 1988 de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van het Verdrag van Wenen of

van toetreding daartoe voor zover mogelijk gelijktijdig

kunnen worden nedergelegd door de Gemeenschap en de

Lid-Staten.

De Lid-Staten stellen de Commissie zo spoedig mogelijk in kennis van hun besluit om tot het Verdrag toe te treden of het te bekrachtigen, naar gelang van het geval, of van de vermoedelijke datum waarop de desbetreffende procedures voltooid zullen zijn. De Commissie komt in samenwerking met de Lid-Staten een datum overeen voor de gelijktijdige nederlegging van de akten, welke datum in ieder geval vóór

1 januari 1989 valt.

2. De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van het Protocol van Montreal vóór 1 januari 1989 voor zover mogelijk gelijktijdig kunnen worden nedergelegd door de Gemeenschap en de Lid-Staten.

De Lid-Staten stellen de Commissie vóór 1 november 1988 in kennis van hun besluit tot bekrachtiging of van de vermoedelijke datum waarop hun bekrachtigingsprocedures voltooid zullen zijn. De Commissie komt in samenwerking met de Lid-Staten een datum overeen voor de gelijktijdige nederlegging van de akten, welke datum in ieder geval vóór

1 januari 1989 valt.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Luxemburg, 14 oktober 1988.

Voor de Raad

De Voorzitter

V. PAPANDREOU

(1) PB nr. C 187 van 18. 7. 1988, blz. 46.

(2) PB nr. C 208 van 8. 8. 1988, blz. 3.

(3) PB nr. L 90 van 3. 4. 1980, blz. 45.

(4) PB nr. L 329 van 25. 11. 1982, blz. 29.

Top