EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31980L0219

Richtlijn 80/219/EEG van de Raad van 22 januari 1980 tot wijziging van Richtlijn 64/432/EEG met betrekking tot tuberculose en brucellose

PB L 47 van 21.2.1980, p. 25–32 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/07/1998; stilzwijgende opheffing door 31997L0012

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1980/219/oj

31980L0219

Richtlijn 80/219/EEG van de Raad van 22 januari 1980 tot wijziging van Richtlijn 64/432/EEG met betrekking tot tuberculose en brucellose

Publicatieblad Nr. L 047 van 21/02/1980 blz. 0025 - 0032
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 11 blz. 0226
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 27 blz. 0259
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 11 blz. 0226
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 17 blz. 0136
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 17 blz. 0136


RICHTLIJN VAN DE RAAD van 22 januari 1980 tot wijziging van Richtlijn 64/432/EEG met betrekking tot tuberculose en brucellose (80/219/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 43 en 100,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat rundertuberculose in bepaalde gebieden van de Gemeenschap praktisch niet meer voorkomt en dat de kosten van de controletuberculinaties in die gebieden dienen te worden verminderd;

Overwegende dat het, ten einde de periode te verkorten die wordt aangehouden om beslagen waarin tuberculose is vastgesteld, opnieuw als officieel tuberculosevrij te erkennen, noodzakelijk is de vereiste controlemethoden vast te stellen;

Overwegende dat Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk krachtens artikel 104, punt 3, van de Toetredingsakte werden gemachtigd tot en met 31 december 1977 hun nationale voorschriften betreffende het officieel tuberculosevrij of brucellosevrij verklaren van een beslag te handhaven ; dat deze machtiging ten aanzien van tuberculose driemaal werd verlengd (4) (5) (6) en, voor Ierland en het Verenigd Koninkrijk, tweemaal (4) (5) met betrekking tot de erkenning als brucellosevrij in de zin van artikel 2 van Richtlijn 64/432/EEG (7), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 77/98/EEG (8);

Overwegende dat deze uitzonderingsbepalingen ingevoerd en verlengd werden gezien de tijd die nodig was voor het oplossen van fundamentele technische problemen;

Overwegende dat om deze zelfde redenen deze afwijkingen, met uitzondering van de afwijking betreffende het traditionele handelsverkeer in levende dieren tussen Ierland en het Verenigd Koninkrijk, nogmaals met een periode van één jaar moeten worden verlengd;

Overwegende dat het, om de handel in bepaalde runderen te vergemakkelijken, noodzakelijk is enkele uitzonderingsbepalingen inzake brucellose als bedoeld in artikel 7, lid 1, sub C, van Richtlijn 64/432/EEG te wijzigen en te verlengen totdat het communautaire programma voor de versnelde uitroeiing van de ziekte is uitgevoerd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 64/432/EEG wordt als volgt gewijzigd: 1. Aan artikel 3 wordt het volgende lid toegevoegd:

"14. In afwijking van bijlage A, deel I, sub b), kan overeenkomstig de procedure van artikel 12 worden besloten dat in een Lid-Staat of een gedeelte van een Lid-Staat dat bestaat uit meerdere aangrenzende gebieden, waarin enerzijds 99,9 % van de rundveebeslagen gedurende ten minste tien jaar als officieel tubercolosevrij in de zin van artikel 2, sub d), is erkend en waarin anderzijds sedert ten minste zes jaar geen tuberculose is vastgesteld in per jaar meer dan één bestand op 10 000 in die Lid-Staat of dat gedeelte van een Lid-Staat, en mits alle positief op een tuberculinatie reagerende runderen en alle op het grondgebied van die Lid-Staat geslachte runderen na het slachten aan een onderzoek door een officiële dierenarts en, zo nodig, aan een bacteriologisch onderzoek worden onderworpen, de controleproeven met het oog op de handhaving van deze erkenning mogen worden verricht op een wijze en in gedeelten van een Lid-Staat die volgens dezelfde procedure worden vastgesteld. (1)PB nr. C 268 van 23.10.1979, blz. 2. (2)PB nr. C 34 van 11.2.1980, blz. 109. (3)Advies uitgebracht op 21.11.1979 (nog niet verschenen in het Publikatieblad). (4)PB nr. L 15 van 19.1.1978, blz. 32. (5)PB nr. L 29 van 3.2.1979, blz. 27. (6)PB nr. L 158 van 26.6.1979, blz. 17. (7)PB nr. 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64. (8)PB nr. L 26 van 31.1.1977, blz. 81.

Indien niet meer wordt voldaan aan een van de voorwaarden van de eerste alinea, stelt de Commissie, na te hebben onderzocht hoe het komt dat er zich weer tuberculose heeft voorgedaan en indien dit onderzoek dit rechtvaardigt, volgens dezelfde procedure een besluit vast tot intrekking van het besluit waarbij de afwijking voor die Lid-Staat of het gedeelte van die Lid-Staat, dat bestaat uit meerdere aangrenzende gebieden, is toegestaan.".

2. In bijlage A, deel I: i) wordt sub b): - in de tweede zin na de woorden "in een Lid-Staat" het volgende zinsdeel ingevoegd : "of in een gebied van een Lid-Staat";

- de volgende zin toegevoegd:

"Wanneer het percentage van de besmette rundveebeslagen bij twee controleperiodes die met een tussenpoos van drie jaar op elkaar volgen niet hoger ligt dan 0,1, kan de tussenpoos tussen de daaropvolgende tuberculinaties op vier jaar worden gesteld en/of kan de leeftijd waarop de dieren aan deze controles moeten worden onderworpen, worden verhoogd tot 24 maanden.";

ii) wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Indien in een officieel tuberculosevrij rundveebeslag een dier geacht wordt positief gereageerd te hebben op een controletuberculinatie of indien bij een dier dat afkomstig is uit een officieel tuberculosevrij beslag klinische tuberculoseverschijnselen zijn vastgesteld bij de keuring na het slachten, wordt de erkenning als officieel tuberculosevrij beslag ingetrokken totdat alle overige dieren die ouder zijn dan zes weken negatief hebben gereageerd op ten minste twee officiële intradermale tuberculinaties die overeenkomstig bijlage B zijn verricht ; de eerste tuberculinatie moet ten minste twee maanden na het verwijderen van het betrokken dier uit het beslag plaatsvinden, de tweede ten minste 42 dagen na de eerste.".

3. Bijlage B wordt vervangen door de bijlage van de onderhavige richtlijn.

4. In artikel 7, lid 1: a) wordt sub C: - het begin van de tweede zin als volgt gelezen : "Indien deze dieren ouder zijn dan 30 dagen moeten zij echter ...";

- in de tweede alinea de datum "31 december 1979" vervangen door "31 december 1981";

b) wordt het volgende punt toegevoegd:

"E. Runderen die niet zijn onderworpen aan de in de punten C en D voorgeschreven serumagglutinatie voor zover zij voldoen aan de volgende eisen: i) indien het runderen betreft die bestemd zijn voor de vleesproduktie: - jonger zijn dan 42 dagen of vóór de leeftijd van vier maanden zijn gecastreerd,

- onder officieel toezicht worden vervoerd, indien nodig via een kweekstation, naar een erkend mestbedrijf en dat slechts verlaten om te worden geslacht,

ii) indien het slachtrunderen betreft, onder officieel toezicht rechtstreeks naar het slachthuis worden vervoerd.

Deze bepalingen zijn van toepassing tot en met 31 december 1981.".

5. Aan bijlage A deel II, sub A, wordt het volgende punt toegevoegd:

"7. De in de punten 1 tot en met 6 bedoelde tests zijn niet vereist voor stieren die voordat zij vier maanden oud waren zijn gecastreerd.".

Artikel 2

Een Lid-Staat die op de datum van aanneming van deze richtlijn voor de controle van de zogenaamde "synthetische" tuberculinen een standaardtuberculine gebruikt welke voldoet aan de internationale standaard voor oude tuberculine mag, in afwijking van bijlage B, punt 1, van Richtlijn 64/432/EEG, deze methode blijven toepassen tot de invoering van meer geperfectioneerde internationale normen.

Artikel 3

Op voorstel van de Commissie wijst de Raad vóór 1 januari 1984, overeenkomstig bijlage B, punt 27, van Richtlijn 64/432/EEG de communautaire laboratoria aan en stelt de wijze vast waarop deze te werk gaan.

In het kader van de procedure van artikel 12 van Richtlijn 64/432/EEG wijst het Permanent Veterinair Comité de te controleren tuberculinen aan en stelt vast welke proeven moeten worden uitgevoerd ; het kan wijzigingen aanbrengen in de lijst van de laboratoria waarin deze proeven moeten worden uitgevoerd.

Artikel 4

Deze richtlijn is van toepassing: - vanaf 1 januari 1980 voor wat betreft artikel 1, punt 4;

- uiterlijk op 31 december 1980 voor wat betreft de overige bepalingen.

Artikel 5

1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

2. Tot aan de datum waarop zij aan deze bepaling kunnen voldoen en uiterlijk tot en met 31 december 1980: - zijn Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk gemachtigd de methoden te handhaven die zij op hun grondgebied toepassen om een rundveebeslag als officieel tuberculosevrij te beschouwen in de zin van artikel 2 van Richtlijn 64/432/EEG;

- zijn Ierland en het Verenigd Koninkrijk gemachtigd de methoden te handhaven die zij op hun grondgebied toepassen om een rundveebeslag als brucellosevrij te beschouwen in de zin van artikel 2 van Richtlijn 64/432/EEG, onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van genoemde richtlijn inzake de aanwezigheid van tegen brucellose ingeënte dieren.

De bepalingen inzake de voor de dieren die binnen de Gemeenschap worden verhandeld voorgeschreven tests blijven van toepassing.

Artikel 6

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 22 januari 1980.

Voor de Raad

De Voorzitter

G. MARCORA

BIJLAGE

"BIJLAGE B

Normen voor de fabricage en het gebruik van aviaire en bovine tuberculinen

1. De officieel gecontroleerde tuberculinaties moeten worden verricht met PPD- of HCSM-tuberculinen.

2. De fabricagenormen die worden gehanteerd voor de controle van bovine PPD- en HCSM-Tuberculinen, moeten worden opgesteld in communautaire eenheden voor tuberculine (CTU) ; zulks dient te gebeuren door biologische toetsing aan de geschikte communautaire standaardtuberculine.

3. Voor de controle van aviaire tuberculinen, moeten de fabricagenormen in internationale eenheden worden opgesteld ; zulks dient te gebeuren door biologische toetsing aan de EEG-standaard voor aviaire PPD-tuberculine.

4. De EEG-standaard voor bovine PPD-tuberculine is die, geleverd door het Centraal Diergeneeskundig Insituut, afdeling Rotterdam, Nederland.

5. De EEG-standaard voor bovine HCSM-tuberculine is die, geleverd door het "Institut Pasteur", Parijs, Frankrijk.

6. De EEG-standaard voor aviaire tuberculine is die, geleverd door het "Central Veterinary Laboratory", Weybridge, Surrey, Engeland.

7. Bovine tuberculinen moeten worden gekweekt met een van de onderstaande stammen van Mycobacterium bovis: a) AN5,

b) Vallee.

8. Aviaire tuberculinen moeten worden gekweekt met een van de onderstaande stammen van Mycobacterium avium: a) D4ER,

b) TB56.

9. De pH van de tuberculinen moet liggen tussen 6,5 en 7,5.

10. Voor antibacteriële bewaarmiddelen of voor andere stoffen, die eventueel aan een tuberculinesoort zijn toegevoegd, moet worden aangetoond, ten genoegen van de overheidsinstelling die verantwoordelijk is voor het officiële onderzoek van tuberculine, dat zij noch de veiligheid, noch de werkzaamheid van het produkt aantasten.

De hoogst toegelaten concentraties voor fenol en glycerol zijn: a) fenol : 0,5 gewichtspercent,

b) glycerol : 10 volumepercent.

11. Mits de tuberculinen beschut tegen licht worden bewaard bij een temperatuur tussen 2 ºC en 8 ºC, mogen ze worden gebruikt tot de afloop van de volgende termijnen, te rekenen vanaf de laatste bevredigende uitwerkingstest: >PIC FILE= "T0013203">

12. De onderstaande overheidsinstellingen worden met de officiële controle van de tuberculinen in de verschillende landen belast: >PIC FILE= "T0013204">

13. De officiële test dient te worden uitgevoerd op elk preparaat gebruiksklare gebottelde tuberculinen.

14. De tuberculinen moeten zowel biologisch als chemisch worden onderzocht.

15. De tuberculinen moeten steriel zijn. Steriliteitstests dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de bepalingen van de Europese Farmacopee.

16. Een onderzoek naar de afwezigheid van toxische of irriterende eigenschappen dient te worden uitgevoerd in overeenstemming met de bepalingen van de Europese Farmacopee.

17. De tuberculinen moeten chemisch worden geanalyseerd om de concentratie van glycerol en/of fenol te bepalen, evenals de concentratie van elk ander bewaarmiddel, dat eventueel is toegevoegd.

18. Een test waaruit moet blijken dat de tuberculine niet gevoelig maakt, moet overeenkomstig de bepalingen van de Europese Farmacopee worden uitgevoerd.

19. De uitwerking van de tuberculinen dient via biologische methoden te worden beoordeeld. Deze methoden moeten worden gebruikt voor HCSM- en PPD-tuberculinen ; ze steunen op vergelijking van de te toetsen tuberculinen met standaard-tuberculinen.

20. Het proteïnegehalte van PPD-tuberculine wordt geschat volgens de methode van Kjeldahl. Het stikstofgehalte wordt omgezet in het gehalte aan tuberculoproteïne door vermenigvuldiging met een factor 6,25.

21. De EEG-standaard voor bovine HCSM-tuberculine heeft een uitwerking van 65 000 voorlopige communautaire eenheden (CTU) per ml, en wordt gerecepteerd in ampullen van 5 ml.

22. De EEG-standaard voor bovine PPD-tuberculine heeft een uitwerking van 50 000 communautaire eenheden voor tuberculine (CTU) per mg PPD en wordt gerecepteerd, in gelyofiliseerde toestand, in ampullen met 1,8 mg PPD, dat wil zeggen dat 0,00002 mg PPD een uitwerking heeft van één communautaire eenheid voor tuberculine.

23. De EEG-standaard voor PPD van aviaire tuberculine heeft een uitwerking van 50 000 internationale eenheden (i.e.) per mg droog materiaal van het gezuiverde proteïnederivaat, en wordt gerecepteerd, in gelyofiliseerde toestand, in ampullen met 10 mg PPD en 26,3 mg zouten, dat wil zeggen dat 0,0000726 mg van de standaard een uitwerking heeft van één internationale eenheid.

24. Tuberculinen die door de fabrikanten worden onderworpen aan de controle door de in punt 12 genoemde overheidsinstellingen, moeten eerst op hun uitwerking worden getest door biologische toetsing aan de geschikte standaarden vermeld in de punten 2 en 3.

25. a) Controle van de uitwerking op Guinese biggetjes

Men moet hiervoor gebruik maken van witte Guinese biggetjes, met een gewicht tussen 400 en 600 g. De dieren moeten in goede gezondheid verkeren op het ogenblik dat de tuberculine wordt ingespoten. Voor elke toetsing mogen nooit minder dan acht Guinese biggetjes worden gebruikt. De toetsing mag nooit vroeger dan één maand na het gevoelig maken worden uitgevoerd.

aa) Voor het toetsen van bovine tuberculinen worden de Guinese biggetjes op een van de volgende wijzen gevoelig gemaakt: 1. door inspuiting van door verhitting gedode Mycobacterium bovis van de stam AN5 in een olietoevoegsel;

2. door inspuiting van levende Mycobacterium bovis van de stam AN5 in een fysiologische zoutemulsie;

3. door inspuiting van BCG-entstof.

bb) Voor het toetsen van aviaire tuberculinen worden de Guinese biggetjes gevoelig gemaakt door inspuiting van 2 mg door verhitting gedode tuberkelbacillen van het aviaire type, in suspensie in circa 0,5 ml steriele vloeibare paraffine, of door inspuiting van levende tuberkelbacillen van het aviaire type in fysiologische zoutemulsie. Hiervoor moet een stam van het aviaire D4-type worden gebruikt.

cc) Elke te controleren tuberculine dient te worden getoetst aan de geschikte standaardtuberculine door een intradermale inspuiting waarvoor groepen in passende mate gevoelig gemaakte Guinese biggetjes worden gebruikt.

Bij elk Guinees biggetje wordt het haar van de beide flanken weggeschoren. De toetsing moet als volgt worden uitgevoerd : de reacties, uitgelokt door een reeks intracutane inspuitingen met doses van ten hoogste 0,2 ml verdunning van de standaardtuberculine in een isotone gebufferde zoutoplossing die 0,0005 percent Tween 80 bevat, worden vergeleken met de reacties, uitgelokt door een overeenkomstige reeks inspuitingen met de te onderzoeken tuberculine. De verdunningen worden bereid volgens een meetkundige reeks, en bij de Guinese biggetjes ingespoten op een aselect gekozen rechthoek (vier punten op elke zijde van een achtpuntstoets). De diameter van de reacties op elke injectieplaats moet na 24 tot 28 uur worden gemeten en genoteerd.

Voor ieder monster te onderzoeken tuberculine moet langs statistische weg een schatting worden gemaakt van de relatieve uitwerking aan de hand van de geschikte norm, en van de bijbehorende betrouwbaarheidsgrenzen. Hierbij worden de diameter van de reactiezwelling en de logaritmen van de doses als metameters gebruikt. De te onderzoeken tuberculine heeft een aanvaardbare uitwerking als haar geschatte uitwerking bij runderen 2 000 CTU (± 25 %) per dosis garandeert. De uitwerking van de tuberculine wordt al naar dienstig is uitgedrukt in communautaire eenheden voor tuberculine of in internationale eenheden per ml.

b) Controle van de uitwerking op runderen

De periodieke controle van de uitwerking van bovine tuberculinen kan worden uitgevoerd op natuurlijk of kunstmatig met tuberculose besmet rundvee. De te onderzoeken tuberculine wordt bij groepen tuberculeus vee getoetst aan de geschikte standaard door middel van intradermale vier- of zespuntstests, en de uitwerking van de tuberculine wordt geschat langs statistische weg, zoals in de test bij Guinese biggetjes.

26. De vermeldingen op de vaten die tuberculine bevatten en op de verpakkingen moeten voldoen aan de volgende eisen.

Het etiket op de vaten en het etiket op de verpakking dienen te vermelden: - de naam van de bereiding,

- het totale volume in het vat, bij vloeibare bereidingen,

- het aantal communautaire of internationale eenheden per ml of per mg,

- de naam van de fabrikant,

- het nummer van de partij,

- de aard en de hoeveelheid vloeistof voor wedersamenstelling voor de gelyofiliseerde bereidingen.

Het etiket op het vat of het etiket op de verpakking dient te vermelden: - de vervaldatum,

- de bewaringsvoorwaarden,

- de naam van alle toegevoegde stoffen en, indien mogelijk, de verhouding waarin deze zijn toegevoegd,

- het type bacil waaruit de tuberculine is bereid.

27. Er zullen overeenkomstig artikel 3 aangewezen laboratoria van de Gemeenschap worden belast met het aanvullend onderzoek van de tuberculinen die normaal op het terrein in de Lid-Staten worden gebruikt, om te waarborgen dat elk van deze tuberculinesoorten voldoende resultaten geeft met betrekking tot de overeenkomstige communautaire standaardtuberculine. Het onderzoek dient te worden uitgevoerd op tuberculeuze runderen, op in passende mate gevoelig gemaakte Guinese biggetjes en met de geschikte chemische proeven.

28. Als officiële intradermale tuberculinetests worden erkend: a) de enkelvoudige intradermale test : hierbij is één enkele injectie met bovine tuberculine vereist;

b) de intradermale vergelijkende test : hierbij is één enkele injectie met aviaire en één enkele injectie met bovine tuberculine vereist die gelijktijdig moeten worden toegediend.

29. De toegediende tuberculinedosis mag niet lager zijn dan: 1. 2 000 CTU bovine tuberculine;

2. 2 000 i.e. aviaire tuberculine.

Het volume van elke ingespoten dosis mag 0,2 ml niet overschrijden.

30. De tuberculinaties moeten worden uitgevoerd door inspuiting van één of meer tuberculinesoorten in de nekhuid. De injectieplaatsen dienen te liggen op de grens tussen het voorste en het middelste derde van de nek. Wanneer bij hetzelfde dier zowel aviaire als bovine tuberculine wordt ingespoten, moet de injectieplaats voor de aviaire tuberculine zich op circa 10 cm van de kruin van de nek bevinden, en de injectieplaats voor de bovine tuberculine ongeveer 12,5 cm lager op een lijn die grofweg evenwijdig loopt met de schouderlijn ; er mag ook ingespoten worden op verschillende punten van de nek. Bij jonge dieren, waarbij geen plaats is om de injectiepunten op één zijde van de nek voldoende van elkaar te scheiden, dient men één injectie toe op elke zijde van de nek en op dezelfde plaats, in het midden van het middelste derde van de nek.

31. Bij het uitvoeren van de tuberculinatie en het interpreteren van de reacties wordt als volgt te werk gegaan: a) Werkwijze

De injectieplaatsen worden geschoren en gereinigd. Binnen elke geschoren zone wordt tussen duim en wijsvinger een huidplooi genomen, waarvan de dikte wordt gemeten met een krompasser ; het resultaat wordt genoteerd. Een korte steriele naald, met de schuine kant naar buiten, waaraan een gegradueerde spuit, gevuld met tuberculine, is bevestigd, wordt schuin in de diepste huidlagen ingebracht. Dan wordt de tuberculine ingespoten. Bij correcte inspuiting valt aan elke kant van de injectieplaats een kleine zwelling, ter grootte van een erwt, te palperen. De dikte van de huidplooi, op élke injectieplaats, dient na 72 uur opnieuw gemeten en genoteerd te worden.

b) Interpretatie van de reacties

De interpretatie van de reacties dient te steunen op klinische observatie, en op de genoteerde verdikkingen van de huidplooi op de injectieplaats 72 uur na de inspuiting van de tuberculine(n).

ba) Negatieve reactie : wanneer slechts een beperkte zwelling wordt waargenomen, met een toename van maximaal 2 mm van de dikte van de huidplooi, zonder klinische verschijnselen zoals diffuus of extensief oedeem, exsudatie, necrose, pijn of ontsteking van de lymfevaten in de streek, of van de lymfeknopen.

bb) Twijfelachtige reactie : wanneer geen klinische verschijnselen zoals vermeld in ba) worden waargenomen, en wanneer de toename van de dikte van de huidplooi groter is dan 2 mm en kleiner dan 4 mm.

bc) Positieve reactie : wanneer klinische verschijnselen zoals vermeld in ba) worden waargenomen, of wanneer er een toename van de dikte van de huidplooi van 4 mm of meer wordt vastgesteld op de plaats van de injectie.

32. De interpretatie van officiële intradermale tuberculinaties dient als volgt te gebeuren: a) De enkelvoudige intradermale test: >PIC FILE= "T0013205">

Dieren waarbij de reactie op de enkelvoudige intradermale test twijfelachtig is, dienen opnieuw aan een test te worden onderworpen na een tussenpoos van ten minste 42 dagen.

Dieren die niet negatief reageren op deze tweede test moeten worden beschouwd als positief reagerend op de test.

Dieren die positief reageren op de enkelvoudige intradermale test, mogen worden onderworpen aan een intradermale vergelijkende test.

b) De intradermale vergelijkende test om te bepalen of beslagen officieel tuberculosevrij zijn of zijn gebleven: >PIC FILE= "T0013206">

Dieren die twijfelachtig reageren op de intradermale vergelijkende test dienen opnieuw aan een test te worden onderworpen na een tussenpoos van ten minste 42 dagen. Dieren die niet negatief reageren op deze tweede test worden beschouwd als positief reagerend op de test.

c) De erkenning als officieel tuberculosevrij beslag kan worden opgeschort tot uitsluitsel is verkregen over de toestand van de volgende dieren: 1. dieren die beschouwd worden als twijfelachtig reagerend op de enkelvoudige intradermale tuberculinetest;

2. dieren die worden beschouwd als positief reagerend op de enkelvoudige intradermale tuberculinetest, maar die wachten op een nieuw onderzoek met een intradermale vergelijkende test;

3. dieren die beschouwd worden als twijfelachtig reagerend op de intradermale vergelijkende test.

33. Voor het intracommunautaire handelsverkeer bestemde dieren moeten binnen dertig dagen vóór hun verzending aan een enkelvoudige intradermale test worden onderworpen. Dieren die een toename van de dikte van de huidplooi van meer dan 2 mm of klinische verschijnselen vertonen, mogen niet tot het intracommunautaire handelsverkeer worden toegelaten.

Dieren uit de beslagen bedoeld in punt 32, sub c), worden van het intracommunautaire handelsverkeer uitgesloten totdat een duidelijk beeld is verkregen van de gezondheidstoestand van de daarin bedoelde dieren."

Top