Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31968R1894

    Verordening (EEG) nr. 1894/68 van de Commissie van 27 november 1968 betreffende de aangifte van de oppervlakten die worden gebruikt voor de produktie van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken

    PB L 288 van 28.11.1968, p. 10–13 (DE, FR, IT, NL)
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1968(II) blz. 570 - 573

    Andere speciale editie(s) (DA, EL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/04/1981; opgeheven door 31981R0940

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1968/1894/oj

    31968R1894

    Verordening (EEG) nr. 1894/68 van de Commissie van 27 november 1968 betreffende de aangifte van de oppervlakten die worden gebruikt voor de produktie van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken

    Publicatieblad Nr. L 288 van 28/11/1968 blz. 0010 - 0013
    Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1968(II) blz. 0559
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1968(II) blz. 0570
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 4 blz. 0051


    ++++

    ( 1 ) PB nr . 30 van 20 . 4 . 1962 , blz . 989/62 .

    ( 2 ) PB nr . 127 van 1 . 12 . 1962 , blz . 2789/62 .

    ( 3 ) PB nr . 48 van 19 . 3 . 1964 , blz . 753/64 .

    ( 4 ) PB nr . L 9 van 12 . 1 . 1968 , blz . 17 .

    ( 5 ) PB nr . L 93 van 17 . 4 . 1968 , blz . 15 .

    VERORDENING ( EEG ) Nr . 1894/68 VAN DE COMMISSIE

    van 27 november 1968

    betreffende de aangifte van de oppervlakten die worden gebruikt voor de produktie van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

    Gelet op Verordening nr . 24 van de Raad van 4 april 1962 houdende de geleidelijke totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt ( 1 ) , en met name op artikel 5 ,

    Gelet op Verordening nr . 143 van de Commissie van 23 november 1962 houdende de eerste bepalingen met betrekking tot het instellen van het wijnbouwkadaster ( 2 ) , en met name op artikel 7 ,

    Overwegende dat in artikel 3 van Verordening nr . 143 wordt bepaald dat moederplanten van ondergrondse wijnstokdelen en kweekwijnstokken een integrerend deel van het wijnbouwkadaster uitmaken ;

    Overwegende dat in artikel 3 van Verordening nr . 26/64/EEG van de Commissie van 28 februari 1964 houdende aanvullende bepalingen met betrekking tot de instelling , de exploitatie en de bijwerking van het wijnbouwkadaster ( 3 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 39/68 van de Commissie van 11 januari 1968 ( 4 ) wordt bepaald , dat de aangiften betreffende het wijnbouwkadaster betrekking dienen te hebben op de aard van de produktie ;

    Overwegende dat bekendheid met de produktie van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken het mogelijk maakt conclusies te trekken betreffende de ontwikkeling van de wijnstoksoorten in de Gemeenschap en dat hieruit aanvullende prognoses kunnen worden afgeleid met betrekking tot het toekomstige aanbod op de wijnmarkt , met name ten aanzien van de kwaliteit ;

    Overwegende dat de bijwerking van het wijnbouwkadaster , die bij Verordening nr . 24 wordt voorgeschreven , impliceert dat communautaire maatregelen worden getroffen ten aanzien van moederplanten en kweekwijnstokken , en met name ten aanzien van de aangiften betreffende de produktie van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken ;

    Overwegende dat voor het organiseren van een doeltreffende controle op de produktie en het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken door de Lid-Staten individuele aangiften van de producenten vereist zijn ten aanzien van moederplanten van ondergrondse wijnstokdelen , kweekwijnstokken en wijnstokken voor de druivenproduktie die gebruikt worden voor het winnen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken ;

    Overwegende dat , wanneer de in een Lid-Staat voor de produktie van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken gebruikte oppervlakten alsmede de daarop geproduceerde hoeveelheden teeltmateriaal in verband met hun geringe omvang van geen praktische betekenis zijn voor de doeleinden van deze verordening , de producenten van deze staat van alle aangiften dienen te worden vrijgesteld ;

    Overwegende dat het om redenen van technische vereenvoudiging van belang is voor de aanvulling en bijwerking van het wijnbouwkadaster en voor het vergemakkelijken van de controle op de produktie van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken gebruik te maken van de aangiften waarover de Lid-Staten krachtens hun eigen wetgeving reeds beschikken ;

    Overwegende dat dient te worden voorgeschreven dat de aangiften moeten worden gedaan op basis van de verschillende categorieën materiaal , vastgesteld in de richtlijn van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken ( 5 ) ;

    Overwegende dat het , om de produktie van de kwekerijen te kunnen volgen , noodzakelijk is te beschikken over jaarlijkse aangiften betreffende het aantal gepote stuks blindhout en veredelde stekken ;

    Overwegende dat de uitsluitend voor de eigen behoeften van de exploitant gebruikte oppervlakten slechts een zeer gering gedeelte van het vegetatieve teeltmateriaal voor wijnstokken opleveren en dat telling van deze oppervlakten door schattingen derhalve voldoende is ;

    Overwegende dat de schatting van het aanslagpercentage van het aantal gepote stuks blindhout en veredelde stekken een nuttig element is om de ontwikkeling van de markt van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken te kunnen volgen ;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    1 . Iedere natuurlijke of rechtspersoon die voor commerciële doeleinden

    _ tussen 1 juni van het voorgaande jaar en 31 mei van het lopende jaar moederplanten van ondergrondse wijnstokdelen heeft aangeplant of laten aanplanten , of heeft gerooid of laten rooien ,

    _ op 1 juni van het lopende jaar een kwekerij exploiteert of laat exploiteren ,

    _ overweegt om tijdens het lopende jaar een opstand van wijnstokken voor de druivenproduktie te gebruiken voor het winnen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken ,

    doet hiervan schriftelijk aangifte bij de bevoegde instanties v}}r 15 juni van het lopende jaar .

    2 . De exploitatie van een kwekerij door een feitelijk of rechtens bestaande vereniging om te voorzien in de behoeften van de wijnbouwers en kwekers die er deel van uitmaken wordt beschouwd als exploitatie voor commerciële doeleinden in de zin van lid 1 .

    3 . De produktie van wijnstokpollen in potten of in andere vaten wordt eveneens als exploitatie van een kwekerij beschouwd .

    4 . In de Lid-Staten op wier grondgebied :

    _ de totale met moederplanten van ondergrondse wijnstokdelen beplante oppervlakte minder dan 50 are bedraagt , of

    _ het totale aantal gepote wijnstokken met wortels , veredelde stekken of stuks blindhout minder dan 25.000 bedraagt , of

    _ de totale met wijnstokken voor de druivenproduktie in de open lucht beplante oppervlakte minder dan 5 ha bedraagt ,

    zijn de natuurlijke of rechtspersonen die opstanden van moederplanten van ondergrondse wijnstokdelen , kwekerijen of opstanden van wijnstokken voor de druivenproduktie exploiteren of laten exploiteren , van de in lid 1 bedoelde aangifte vrijgesteld .

    De in de eerste alinea bedoelde Lid-Staten gaan over tot de schatting van het achter het tweede streepje van genoemde alinea bedoelde totale aantal bij het houden van de tweejaarlijkse enquêtes , bedoeld in artikel 4 van Verordening nr . 26/64/EEG , gewijzigd bij artikel 3 van Verordening ( EEG ) nr . 39/68 . Zij delen de uitkomsten van deze schatting tezamen met de resultaten van de genoemde enquêtes aan de Commissie mede .

    5 . De Lid-Staten kunnen de in lid 1 bedoelde natuurlijke of rechtspersonen van de krachtens dat lid of lid 2 en 3 te verrichten aangiften vrijstellen , indien zij de in deze leden bedoelde gegevens jaarlijks door andere officieel voorgeschreven aangiften ontvangen .

    6 . Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities , vervat in artikel 2 van de richtlijn van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken .

    De categorieën van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken zijn die welke in genoemde richtlijn zijn omschreven .

    Voor perceel geldt de definitie welke in artikel 3 van Verordening nr . 143 is opgenomen .

    Onder veredelde stekken worden in deze verordening verstaan geënte , maar nog niet bewortelde delen van stekken van de wijnstok .

    Artikel 2

    1 . De in artikel 1 bedoelde aangiften bevatten de volgende gegevens :

    _ naam en adres van de aangever ,

    _ identificatienummer van de aangever bij de bevoegde instanties ,

    _ naam en adres van de eigenaar van het betrokken perceel ,

    _ de gegevens welke nodig zijn voor de identificatie van het perceel ,

    _ de totale oppervlakte van het perceel of eventueel van het deel van een perceel dat als opstand van moederplanten van ondergrondse wijnstokdelen of als opstand van wijnstokken voor de druivenproduktie voor het winnen van vegetatief teeltmateriaal wordt gebruikt .

    De Lid-Staten kunnen aanvullende gegevens verlangen .

    2 . De aangiften bevatten bovendien :

    a ) ten aanzien van opstanden van moederplanten van ondergrondse wijnstokdelen :

    _ indien het een rooiing betreft : de oppervlakte van het perceel of deel van een perceel dat gerooid wordt , onderverdeeld naar soort ondergronds wijnstokdeel , categorie en jaar van aanplant ,

    _ indien het een aanplanting betreft : de oppervlakte van het perceel of deel van een perceel dat beplant wordt , onderverdeeld naar soort ondergronds wijnstokdeel en categorie , met aanduiding van de herkomst van de gebruikte wijnstokken ;

    b ) ten aanzien van kwekerijen :

    _ het aantal gepote stuks blindhout , onderverdeeld naar wijnstoksoort en categorie ,

    _ het aantal gepote veredelde stekken , onderverdeeld naar entsoort en categorie , met aanduiding van het ondergrondse wijnstokdeel ,

    _ het aantal wijnstokpollen in potten of in andere vaten , onderverdeeld naar entsoort en categorie , met aanduiding van het ondergrondse wijnstokdeel , dat de aangever voornemens is te poten , aan te planten of aan derden over te laten ;

    c ) ten aanzien van opstanden van wijnstokken voor de druivenproduktie , waarvan het gebruik voor het winnen van vegetatief teeltmateriaal wordt overwogen :

    de voor dit gebruik voorziene oppervlakte , onderverdeeld naar wijnstoksoort en categorie .

    Artikel 3

    1 . Aan de hand van de in artikel 1 en 2 bedoelde aangiften dragen de Lid-Staten zorg voor de aanvulling en bijwerking van hun wijnbouwkadaster voor de in artikel 5 van Verordening nr . 26/64/EEG bedoelde administratieve eenheden ten aanzien van de voor commerciële doeleinden geëxploiteerde opstanden van moederplanten van ondergrondse wijnstokdelen , waarbij zij aantekening houden van de oppervlakte die wordt ingenomen door de onderscheiden wijnstoksoorten , onderverdeeld naar

    _ categorie en

    _ leeftijdsgroep .

    2 . Bij de behandeling van de aangiften , bedoeld in artikel 3 , lid 1 , tweede alinea , van Verordening nr . 26/64/EEG , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 39/68 , gaan de Lid-Staten over tot een schatting van de oppervlakten ingenomen door opstanden van moederplanten van ondergrondse wijnstokdelen die door de exploitant voor zijn eigen behoeften worden geëxploiteerd .

    Deze schattingen geschieden voor de in lid 1 bedoelde administratieve eenheden en hebben betrekking op de door elke wijnstoksoort ingenomen oppervlakte .

    Artikel 4

    1 . Aan de hand van de in artikel 1 en 2 bedoelde aangiften dragen de Lid-Staten zorg voor de aanvulling en bijwerking van hun wijnbouwkadaster voor het gehele nationale grondgebied of voor de in artikel 5 van Verordening nr . 26/64/EEG bedoelde administratieve eenheden ten aanzien van de voor commerciële doeleinden geëxploiteerde kwekerijen , waarbij zij aantekening houden van de totale oppervlakte alsmede , onderverdeeld naar wijnstoksoort en categorie van :

    _ het aantal gepote stuks blindhout en

    _ het aantal gepote veredelde stekken met inbegrip van wijnstokpollen in potten of in andere vaten .

    2 . Bij de behandeling van de aangiften , bedoeld in artikel 3 , lid 1 , tweede alinea , van Verordening nr . 26/64/EEG , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 39/68 , gaan de Lid-Staten over tot een schatting van de door de exploitant voor zijn eigen behoeften aangelegde kwekerijen .

    Deze schattingen geschieden voor het gehele nationale grondgebied of voor de in lid 1 bedoelde administratieve eenheden en hebben betrekking op de totale oppervlakte alsmede , onderverdeeld naar wijnstoksoort en categorie , op

    _ het aantal gepote stuks blindhout en

    _ het aantal gepote veredelde stekken .

    3 . Voor de aanvulling en bijwerking van het wijnbouwkadaster kunnen de wijnstoksoorten waarvan het aandeel 5 % of minder bedraagt van het bij opstelling van de achter het eerste respectievelijk tweede streepje van lid 1 en 2 bedoelde aantallen verkregen totaal per categorie worden samengevoegd .

    Artikel 5

    1 . De Lid-Staten stellen ieder jaar voor de in artikel 5 van Verordening nr . 26/64/EEG bedoelde administratieve eenheden ten aanzien van de opstanden van wijnstokken voor de druivenproduktie , waarvan het gebruik voor het winnen van vegetatief teeltmateriaal voor commerciële doeleinden wordt overwogen , een overzicht samen van de door elke wijnstoksoort ingenomen oppervlakten , onderverdeeld naar categorieën .

    2 . Bij de toepassing van lid 1 kunnen de wijnstoksoorten die in een administratieve eenheid 2 ha of minder van de in dat lid bedoelde oppervlakten innemen , per categorie worden samengevoegd .

    Artikel 6

    De Lid-Staten delen uiterlijk op 30 november van elk jaar aan de Commissie in drie exemplaren overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 en 4 de uitkomsten mede van de aanvulling en bijwerking van het wijnbouwkadaster ten aanzien van de opstanden van moederplanten van ondergrondse wijnstokdelen en de kwekerijen en verstrekken eveneens in drie exemplaren de in artikel 5 bedoelde overzichten .

    Artikel 7

    1 . De Lid-Staten delen uiterlijk op 30 november van elk jaar aan de Commissie de geraamde en naar categorieën onderverdeelde aanslagpercentages mede

    _ van het blindhout , afkomstig van wijnstoksoorten waarvan het aandeel meer dan 10 % bedraagt van het bij optelling van de in artikel 4 , lid 1 , eerste streepje , bedoelde aantallen verkregen totaal ,

    _ van de veredelde stekken , afkomstig van wijnstoksoorten waarvan het aandeel meer dan 10 % bedraagt van het bij opstelling van de in artikel 4 , lid 1 , tweede streepje , bedoelde aantallen verkregen totaal .

    2 . De Commissie stelt jaarlijks aan de hand van de door de Lid-Staten overeenkomstig artikel 6 verstrekte inlichtingen een verslag op over de produktie van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken in de Gemeenschap .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Brussel , 27 november 1968 .

    Voor de Commissie

    De Voorzitter

    Jean REY

    Top