EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31961K0001

EGKS Hoge Autoriteit: Aanbeveling nr. 1-61 van 1 maart 1961 aan de Regeringen der deelnemende Staten inzake het openbaar maken of ter kennis brengen van schalen, vrachtprijzen en tariefbepalingen voor het vervoer van kolen en staal

PB 18 van 9.3.1961, p. 469–471 (DE, FR, IT, NL)
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1959-1962 blz. 69 - 70

Andere speciale editie(s) (DA, EL, ES, PT, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/1961/1/oj

31961K0001

EGKS Hoge Autoriteit: Aanbeveling nr. 1-61 van 1 maart 1961 aan de Regeringen der deelnemende Staten inzake het openbaar maken of ter kennis brengen van schalen, vrachtprijzen en tariefbepalingen voor het vervoer van kolen en staal

Publicatieblad Nr. 018 van 09/03/1961 blz. 0469 - 0471
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 7 Deel 1 blz. 0028
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 7 Deel 1 blz. 0028
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1959-1962 blz. 0066
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1959-1962 blz. 0069
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 07 Deel 1 blz. 0025
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 07 Deel 1 blz. 0037
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 07 Deel 1 blz. 0037


++++

AANBEVELING No . 1-61

van 1 maart 1961

aan de Regeringen der deelnemende Staten inzake het openbaar maken of ter kennis brengen van schalen , vrachtprijzen en tariefbepalingen voor het vervoer van kolen en staal

DE HOGE AUTORITEIT ,

Gezien de artikelen 2 tot en met 5 , 8 , 14 , 15 , 60 , 70 en 86 van het Verdrag en paragraaf 10 van de Overeenkomst met betrekking tot de overgangsbepalingen ;

Overwegende , dat krachtens artikel 70 , 3e lid , van het Verdrag de schalen , vrachtprijzen en tariefbepalingen , van welke aard dan ook , welke van toepassing zijn op het vervoer van kolen en staal binnen iedere deelnemende Staat en tussen de deelnemende Staten openbaar gemaakt of ter kennis van de Hoge Autoriteit gebracht worden ;

Overwegende , dat deze bepaling een rechtsnorm is welke de deelnemende Staten der Gemeenschap en de Hoge Autoriteit bindt ; dat voor de toepassing hiervan , in het bijzonder op ondernemingen van verschillende takken van vervoer , uitvoeringsbepalingen van de deelnemende Staten echter vereist zijn ;

Overwegende , dat zodanige bepalingen in het geheel niet dan wel slechts onvolledig bestaan ; dat de Hoge Autoriteit zich derhalve genoodzaakt ziet de deelnemende Staten door middel van een aanbeveling uit te nodigen passende uitvoeringsbepalingen af te kondigen ;

Overwegende , dat de door de deelnemende Staten te nemen uitvoeringsmaatregelen naar aard , omvang en vorm ertoe moeten strekken de aan het openbaar maken of ter kennis brengen van schalen , vrachtprijzen en tariefbepalingen van welke aard dan ook ten grondslag liggende doelstellingen op doeltreffende wijze te verwezenlijken ; dat de deelnemende Staten hierbij in aanmerking moeten nemen dat het in artikel 70 , 3e lid , neergelegde beginsel van het openbaar maken of ter kennis brengen niet een doel op zichzelf vormt ;

Overwegende dat iedere openbaarmaking of ter-kennis-brenging op zichzelf veeleer slechts een middel ter verwezenlijking van andere in het Verdrag omschreven doelstellingen vormt ; dat hierbij in de eerste plaats de bepalingen van het Verdrag inzake het vervoer in aanmerking komen welker inachtneming door de betrokkenen , in het bijzonder de vervoersondernemingen , op doeltreffende wijze dient te worden verzekerd ; dat het hier de volgende bepalingen betreft :

_ Artikel 4 b in verband met artikel 70 , 1e lid , van het Verdrag , volgens dewelke bij het vervoer van kolen en staal aan verbruikers die in overeenkomstige prijsvoorwaarden worden geboden ;

_ Artikel 70 , 2e lid , van het Verdrag dat met name discriminaties in vrachtprijzen en voorwaarden verbiedt welke zijn gebaseerd op het land van oorsprong of bestemming van de produkten ;

_ par . 10 , 3e lid , van de Overeenkomst met betrekking tot de overgangsbepalingen , dat de instelling van directe internationale tarieven alsmede de harmonisatie van vrachtprijzen en vervoervoorwaarden voorschrijft , voor zover dit noodzakelijk is voor de goede werking van de gemeenschappelijke markt ;

Overwegende dat de deelnemende Staten voorts hun maatregelen zodanig dienen te nemen dat deze de goede werking van de gemeenschappelijke markt voor kolen en staal , gelijk is voorzien in de bepalingen van het Verdrag , in het bijzonder in de artikelen 2 tot en met 5 en 60 , alsmede in de ter toepassing daarvan door de Hoge Autoriteit gegeven beschikkingen , bevorderen ;

Overwegende dat de deelnemende Staten ter nakoming van hun fundamentele verplichting krachtens artikel 86 , 1e lid , de aanbeveling op zodanige wijze dienen uit te voeren , dat deze de Gemeenschap de vervulling van haar taak vergemakkelijkt ;

Overwegende dat de door de deelnemende Staten uit te vaardigen voorschriften de doelstellingen der aanbeveling slechts dan kunnen verwezenlijken , wanneer voorzieningen zijn getroffen opdat de vervoerondernemingen deze voorschriften in acht nemen ; dat , daar het Verdrag de Hoge Autoriteit niet de mogelijkheid verleent zelf deze ondernemingen te controleren en in geval van overtreding in te grijpen , de deelnemende Staten hun voorschriften dusdanig dienen op te stellen dat de vervoerondernemingen doeltreffend kunnen worden gecontroleerd en dat overtredingen op passende wijze kunnen worden bestraft ;

Overwegende dat de bepalingen van het Verdrag ter zake alle takken van vervoer binnen de Gemeenschap omvatten ; dat derhalve de deelnemende Staten de op grond van deze aanbeveling te nemen uitvoeringsmaatregelen tot alle takken van vervoer dienen uit te strekken ; dat zij vrij zijn hun voorschriften overeenkomstig de eigenaardigheden van de onderscheidene takken van vervoer op uiteenlopende wijze te formuleren ;

Overwegende dat het in verband met de toestand op vervoersgebied noodzakelijk is dat de deelnemende Staten de in deze aanbeveling omschreven verplichtingen zo spoedig mogelijk nakomen ; dat derhalve de uiterste termijn van 31 december 1961 redelijk voorkomt om hetzij rechtstreeks de noodzakelijke wettelijke en reglementaire voorschriften uit te vaardigen hetzij , indien daarvoor een tijdrovende procedure zoals bijvoorbeeld de aanneming van een wet nodig zou zijn , de daarvoor vereiste stappen te nemen .

Overwegende dat het voorts doelmatig is dat de Hoge Autoriteit reeds tevoren onderzoekt of , en in welke mate de door de deelnemende Staten beoogde maatregelen aan de doelstellingen der aanbeveling beantwoorden ; dat het derhalve noodzakelijk is dat de Hoge Autoriteit hiervan tevoren in kennis wordt gesteld en wel uiterlijk per 31 oktober 1961 ;

Doet de volgende

AANBEVELING :

Artikel 1

( 1 ) De Regeringen der deelnemende Staten dienen alle passende algemene of bijzondere maatregelen te nemen opdat de voor het vervoer van kolen en staal binnen elke deelnemende Staat en tussen de deelnemende Staten toegepaste schalen , vrachtprijzen en tariefbepalingen van welke aard dan ook in zodanige omvang en op zodanige aard en wijze worden openbaar gemaakt of ter kennis gebracht van de Hoge Autoriteit ,

a ) dat zij ertoe bijdragen , de toepassing door de vervoerondernemingen van schalen , vrachtprijzen en tariefbepalingen van welke aard dan ook te verzekeren met dien verstande dat aan verbruikers die in overeenkomstige omstandigheden verkeren , overeenkomstige prijsvoorwaarden worden geboden ( artikel 4 , sub b , en artikel 70 , 1e en 2e lid , van het Verdrag ) .

b ) dat de tenuitvoerlegging van de getroffen of nog te treffen maatregelen met het oog op de instelling van directe internationale tarieven en de harmonisatie der vrachtprijzen en vervoervoorwaarden mogelijk wordt gemaakt ( artikel 70 , 1e lid , van het Verdrag en par . 10 , 3e lid , van de Overeenkomst met betrekking tot de overgangsbepalingen ) .

( 2 ) De maatregelen als bedoeld in lid 1 dienen zodanig te worden genomen dat deze de goede werking van de gemeenschappelijke markt , gelijk is voorzien in de bepalingen van het Verdrag , in het bijzonder in de artikelen 2 tot en met 5 en 60 , alsmede in de ter toepassing daarvan door de Hoge Autoriteit gegeven beschikkingen , bevorderen .

Artikel 2

De Regeringen der deelnemende Staten dienen alle passende algemene of bijzondere maatregelen te treffen , opdat de nakoming van de bestaande of nog uit te vaardigen wettelijke en reglementaire voorschriften ter verwezenlijking van de in artikel 1 omschreven doelstellingen kan worden gecontroleerd en overtreding van deze voorschriften kan worden bestraft .

Artikel 3

De krachtens de artikelen 1 en 2 te nemen maatregelen dienen alle takken van vervoer te omvatten . Hierbij kan met de eigenaardigheden der onderscheidene takken van vervoer rekening worden gehouden .

Artikel 4

( 1 ) De Regeringen der deelnemende Staten dienen uiterlijk per 31 december 1961 de in de artikelen 1 en 2 bedoelde maatregelen te nemen . Kunnen deze maatregelen ingevolge de bepalingen van het nationale recht slechts krachtens een wet of volgens enige andere procedure van langdurige aard worden genomen , dan dient met deze procedures uiterlijk op ditzelfde tijdstip een aanvang te zijn gemaakt .

( 2 ) De Regeringen der deelnemende Staten dienen de Hoge Autoriteit uiterlijk per 31 oktober 1961 van de inhoud der beoogde maatregelen in kennis te stellen .

Artikel 5

Deze aanbeveling wordt ter kennis van de Regeringen der deelnemende Staten gebracht en in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen afgekondigd .

Deze aanbeveling is door de Hoge Autoriteit besproken en goedgekeurd op haar zitting van 1 maart 1961 .

Door de Hoge Autoriteit

De Voorzitter

Piero MALVESTITI

Top