EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22001A0802(01)

Vierde Protocol tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij zoals bedoeld in de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de plaatselijke regering van Groenland, anderzijds

PB L 209 van 2.8.2001, p. 2–9 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2006

ELI: http://data.europa.eu/eli/prot/2001/1575/oj

Related Council regulation

22001A0802(01)

Vierde Protocol tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij zoals bedoeld in de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de plaatselijke regering van Groenland, anderzijds

Publicatieblad Nr. L 209 van 02/08/2001 blz. 0002 - 0009


Vierde Protocol

tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij zoals bedoeld in de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de plaatselijke regering van Groenland, anderzijds

DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP,

enerzijds, en

DE REGERING VAN DENEMARKEN EN DE PLAATSELIJKE REGERING VAN GROENLAND,

anderzijds,

Gelet op de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de plaatselijke regering van Groenland, anderzijds,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT HET VOLGENDE:

Artikel 1

1. Dit protocol geldt voor visserijactiviteiten in de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2006.

2. De in artikel 2 van de overeenkomst bedoelde quota worden voor elk jaar als volgt vastgesteld:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. Los van de in lid 2 vastgestelde quota, mag de Gemeenschap tot de in bijlage I vermelde referentiehoeveelheden vangen. Hiervoor wordt geen verdere financiële compensatie toegekend dan die waarin bij artikel 11 is voorzien. De quota worden jaarlijks aangepast of op een enig ander tijdstip, afhankelijk van de beschikbare wetenschappelijke gegevens.

4. Het quotum voor garnaal uit de wateren ten oosten van Groenland mag worden gevangen in de wateren ten westen van Groenland als per bedrijf regelingen voor quotaruil zijn getroffen tussen reders uit Groenland en uit de Gemeenschap. De plaatselijke regering van Groenland verbindt zich ertoe dergelijke regelingen te vergemakkelijken. De ruil van quota is slechts mogelijk voor ten hoogste 2000 ton per jaar uit gebieden ten westen van Groenland. Voor de betrokken garnalenvisserij door communautaire vissersvaartuigen gelden dezelfde voorwaarden als die welke zijn vastgesteld in de aan de Groenlandse reder afgegeven vergunning.

5. Groenland verbindt zich ertoe jaarlijks een hoeveelheid van 2000 ton "snow crab" (Chionocetes) toe te kennen aan tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen zoals bedoeld in de artikelen 4 en 5.

Artikel 2

De in artikel 7, eerste alinea, van de overeenkomst bedoelde hoeveelheden bedragen per jaar:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel 3

Groenland geeft bijzondere voorrang aan ondernemingen uit lidstaten van de Gemeenschap bij de gunning van contracten voor hoeveelheden kabeljauw of andere vissoorten die Groenland voor verkoop van schip tot schip of lossen van netten aan boord van andere schepen aanbiedt wanneer de capaciteit van de Groenlandse visverwerkende bedrijven ontoereikend is om de hoeveelheden die door de Groenlandse vissersvloot zijn gevangen zelf te verwerken. Over dergelijke contracten wordt rechtstreeks volgens marktbeginselen onderhandeld.

Artikel 4

Voor de toepassing van artikel 8 bis van de overeenkomst wordt verstaan onder:

"tijdelijk samenwerkingsverband" (temporary joint venture): een overeenkomst van beperkte duur tussen een of meer reders uit de Gemeenschap en natuurlijke personen of rechtspersonen uit Groenland, met het doel de Groenlandse visquota gezamenlijk te exploiteren met vaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat van de Europese Gemeenschap en de kosten, winsten of verliezen van de gezamenlijke economische activiteit te delen en de vangsten bij voorrang te gebruiken voor de visvoorziening van de markt van de Gemeenschap.

"gemengde vennootschap" (joint enterprise): een vennootschap naar Groenlands recht die is opgericht door een of meer reders uit de Gemeenschap en een of meer partners in Groenland met het doel de Groenlandse visquota in de wateren onder soevereiniteit en/of jurisdictie van Groenland te exploiteren met vaartuigen die de vlag van Groenland voeren en de vangsten bij voorrang te gebruiken voor de visvoorziening van de markt van de Gemeenschap.

Artikel 5

De partijen selecteren de projecten voor de tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen. De projecten worden geselecteerd volgens de in bijlage II vastgestelde methoden en criteria.

Artikel 6

Om de oprichting van gemengde vennootschappen zoals bedoeld in artikel 4 te bevorderen, kan financiële bijstand worden verleend overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad(1).

Artikel 7

Er wordt een gemengde commissie opgericht die toeziet op de toepassing van de artikelen 5 en 6 van dit protocol. De gemengde commissie heeft met name de taak:

- de door partijen voorgestelde projecten voor de oprichting van tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen te evalueren volgens de in bijlage II vastgestelde criteria;

- vóór het einde van de samenwerkingsovereenkomst de activiteit in de Groenlandse wateren van vaartuigen uit de Gemeenschap die deel uitmaken van tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen te evalueren.

De gemengde commissie komt bijeen op verzoek van een van de partijen.

Artikel 8

De voorwaarden voor de toegang van tijdelijke samenwerkingsverbanden tot de visbestanden zijn vastgesteld in bijlage III.

Artikel 9

De partijen stimuleren de beoefening van experimentele visserij op, onder andere, diepzeesoorten, snow crab en inktvissen in de wateren van Groenland. Daartoe plegen zij overleg wanneer een van de partijen daarom verzoekt en stellen zij per geval de doelsoort, de visserijvoorschriften en de overige voorwaarden vast. Bovendien onderzoeken zij of de projecten inzake experimentele visserij voor financiële bijstand in aanmerking komen.

Artikel 10

De partijen verbinden zich ertoe om ter vervulling van de bij artikel 9 van de overeenkomst opgedragen plicht samen te werken, nauwer contact te onderhouden met het oog op de aanwijzing van gebieden waarop zinvol kan worden samengewerkt, in het bijzonder in het kader van regionale visserijorganisaties en inzake onderzoek.

De partijen erkennen in dit verband het belang van een doeltreffende controle- en rechtshandhavingsregeling in het kader van de regionale visserijorganisaties waarvan zij beiden lid zijn. Zij komen overeen samen te werken om de effectieve tenuitvoerlegging van dergelijke regelingen in de praktijk te vergemakkelijken, elk naar eigen draagkracht en vermogen.

Artikel 11

1. De in artikel 6 van de overeenkomst bedoelde financiële compensatie bedraagt voor de geldigheidsduur van dit protocol 42820000 EUR, jaarlijks te betalen aan het begin van het visseizoen.

2. Deze compensatie wordt in de loop van elk visseizoen aangepast naar evenredigheid van de krachtens artikel 8 van de overeenkomst in kabeljauwequivalent berekende aanvullende quota die aan de Gemeenschap zijn toegewezen.

3. Groenland stelt voor de Gemeenschap een hoeveelheid van 20000 ton kabeljauwequivalent beschikbaar, dewelke door de Gemeenschap mag worden gebruikt om aanvullende vangstmogelijkheden te verwerven. De in lid 2 bedoelde aangepaste compensatie mag voor maximaal 50 % uit deze kabeljauwequivalenten bestaan.

4. De procedure voor de toewijzing van aanvullende vangstmogelijkheden als bedoeld in artikel 8 van de overeenkomst is vastgesteld in bijlage IV.

Artikel 12

Indien de in dit protocol vastgestelde verplichtingen niet worden nagekomen, kunnen de in de artikelen 1 en 11 van dit protocol vermelde verbintenissen, onverminderd het bepaalde in de artikelen 7 en 10 van de overeenkomst, overeenkomstig worden verlaagd.

Artikel 13

Dit protocol treedt in werking op de datum van de ondertekening. Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2001. De partijen stellen elkaar in kennis van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

Artikel 14

1. De partijen komen uiterlijk op 30 juni 2003 bijeen om de effectiviteit van het protocol te evalueren.

2. Zij onderzoeken en beoordelen of het protocol naar behoren functioneert en stellen zo nodig wijzigingen voor. In dit verband wordt de relatie tussen de partijen in haar geheel bekeken en wordt onderzocht of aanvullende instrumenten nodig zijn om beter aan de ontwikkelingsbehoeften van Groenland tegemoet te komen.

3. Na de inwerkingtreding van dit protocol doen de partijen het nodige met het oog op het verrichten van de in lid 1 bedoelde evaluatie. Daartoe onderhouden zij contact met elkaar en wisselen zij de passend geachte informatie uit.

Ten laatste vier maanden vóór de in lid 1 bedoelde bijeenkomst geven de partijen elkaar kennis van de onderwerpen die zij ter sprake willen brengen en van de eventuele voorstellen voor wijzigingen.

4. Twee maanden na deze kennisgeving treden de partijen met elkaar in overleg om de evaluatiebijeenkomst voor te bereiden en eventuele wijzigingsvoorstellen te onderzoeken.

5. In aansluiting op de evaluatiebijeenkomst stellen de partijen elkaar ervan in kennis wanneer voorgestelde wijzigingen door hun respectieve autoriteiten zijn goedgekeurd.

Artikel 15

Dit protocol is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

De autoriteiten van Groenland zorgen voor een vertaling van het protocol in de Groenlandse taal.

Hecho en Bruselas, el veinticinco de julio de dos mil uno.

Udfærdiget i Bruxelles den femogtyvende juli to tusind og en.

Geschehen zu Brüssel am fünfundzwanzigsten Juli zweitausendundeins.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις είκοσι πέντε Ιουλίου δύο χιλιάδες ένα.

Done at Brussels on the twenty-fifth day of July in the year two thousand and one.

Fait à Bruxelles, le vingt-cinq juillet deux mille un.

Fatto a Bruxelles, addì venticinque luglio duemilauno.

Gedaan te Brussel, de vijfentwintigste juli tweeduizendeneen.

Feito em Bruxelas, em vinte e cinco de Julho de dois mil e um.

Tehty Brysselissä kahdentenakymmenentenäviidentenä päivänä heinäkuuta vuonna kaksituhattayksi.

Som skedde i Bryssel den tjugofemte juli tjugohundraett.

Por la Comunidad Europea

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Voor de Europese Gemeenschap

Pela Comunidade Europeia

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

>PIC FILE= "L_2001209NL.000501.TIF">

Por el Gobierno de Dinamarca

For den danske regering

Für die Regierung Dänemarks

Για την Κυβέρνηση της Δανίας

For the Government of Denmark

Pour le gouvernement du Danemark

Per il governo della Danimarca

Voor de regering van Denemarken

Pelo Governo da Dinamarca

Tanskan hallituksen puolesta

På Danmarks regerings vägnar

>PIC FILE= "L_2001209NL.000601.TIF">

Por el Gobierno local de Groenlandia

For det grønlandske landsstyre

Für die örtliche Regierung Grönlands

Για την Τοπική Κυβέρνηση της Γροιλανδίας

For the Home Rule Government of Greenland

Pour le gouvernement local du Groenland

Per il governo locale della Groenlandia

Voor de plaatselijke regering van Groenland

Pelo Governo local da Gronelândia

Grönlannin maakuntahallituksen puolesta

På Grönlands lokala regerings vägnar

>PIC FILE= "L_2001209NL.000602.TIF">

(1) PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10.

BIJLAGE I

REFERENTIEHOEVEELHEDEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

METHODEN EN CRITERIA VOOR DE SELECTIE VAN PROJECTEN

1. De partijen wisselen in het kader van artikel 4 van dit protocol informatie uit over de ingediende projecten voor de oprichting van tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen.

2. De projecten worden via de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat of lidstaten bij de Gemeenschap ingediend.

3. De Gemeenschap legt aan de gemengde commissie de lijst voor van projecten voor tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen. De gemengde commissie evalueert de projecten onder meer volgens de onderstaande criteria:

a) de vismethoden die voor de voorgenomen visserijactiviteit worden voorgesteld,

b) de doelsoorten en de vangstgebieden,

c) de leeftijd van het vaartuig,

d) wat tijdelijke samenwerkingsverbanden betreft, de duur van de samenwerkingsovereenkomst en van de visserijactiviteit,

e) de ervaring op visserijgebied van de reder uit de Gemeenschap en de Groenlandse partner.

4. De gemengde commissie brengt na de beoordeling op grond van de criteria in punt 3 een advies uit.

5. Wat tijdelijke samenwerkingsverbanden betreft, geeft de bevoegde autoriteit van Groenland de nodige vergunningen af zodra projecten een gunstig advies van de gemengde commissie hebben gekregen.

BIJLAGE III

VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE VISBESTANDEN VAN TIJDELIJKE SAMENWERKINGSVERBANDEN IN GROENLAND

1. Vergunningen

De visvergunningen worden door Groenland afgegeven voor een periode die gelijk is aan de duur van het tijdelijk samenwerkingsverband. De visserij vindt plaats in het kader van quota die door de Groenlandse uitvoerende autoriteit worden toegekend.

2. Vervanging van vaartuigen

Een vaartuig uit de Gemeenschap dat onder een tijdelijk samenwerkingsverband is gebracht, mag alleen op met redenen omklede gronden en met instemming van de partijen worden vervangen door een ander vaartuig uit de Gemeenschap met een gelijkwaardige capaciteit en gelijkwaardige technische kenmerken.

3. Uitrusting

Voor vaartuigen die onder tijdelijke samenwerkingsverbanden zijn gebracht, gelden de Groenlandse wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften inzake scheepsuitrusting. De voorschriften zullen worden toegepast zonder te discrimineren tussen Groenlandse en communautaire vaartuigen.

4. Vangstaangiften

a) Alle vaartuigen uit de Gemeenschap zenden de Groenlandse uitvoerende autoriteit een vangstaangifte overeenkomstig de Groenlandse visserijwetgeving.

b) Een kopie van deze vangstaangifte wordt toegezonden aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

c) Indien deze bepalingen niet worden nagekomen, kan de Groenlandse uitvoerende autoriteit de visvergunning van het betrokken vaartuig schorsen totdat zulks wel is gebeurd.

5. Wetenschappelijke waarnemers

Op verzoek van de Groenlandse uitvoerende autoriteit staan vaartuigen uit de Gemeenschap die in het kader van dit protocol vissen, toe dat een door die autoriteit aangewezen wetenschappelijk waarnemer aan boord komt en er zijn werkzaamheden verricht. De waarnemer krijgt de beschikking over alle voorzieningen die voor de uitoefening van zijn taken nodig zijn.

De wetenschappelijk waarnemer geniet aan boord dezelfde behandeling als de andere officieren van het vaartuig. Het salaris en de sociale lasten voor de waarnemers zijn voor rekening van de Groenlandse autoriteiten. De verblijfkosten aan boord zijn voor rekening van de reder van het vaartuig.

BIJLAGE IV

Aanvullende vangstmogelijkheden

1. De voor Groenland verantwoordelijke autoriteiten verbinden zich ertoe de Gemeenschap jaarlijks tegen 15 november de in artikel 8 van de overeenkomst bedoelde aanvullende vangstmogelijkheden aan te bieden waarvan op dat tijdstip wordt verwacht dat zij het volgende visseizoen beschikbaar zijn.

De Gemeenschap deelt de voor Groenland verantwoordelijke autoriteiten uiterlijk zes weken na ontvangst van het aanbod mee of zij daarop ingaat of niet. Wanneer de Gemeenschap het aanbod afwijst of niet binnen zes weken antwoordt, mogen de voor Groenland verantwoordelijke autoriteiten de aanvullende vangstmogelijkheden aan andere gegadigden aanbieden.

2. Wanneer in de loop van het visseizoen blijkt dat de in artikel 8 van de overeenkomst bedoelde aanvullende vangstmogelijkheden groter zijn dan de vangstmogelijkheden die zijn genoemd in het in punt 1 bedoelde aanbod, bieden de voor Groenland verantwoordelijke autoriteiten de Gemeenschap die aanvullende mogelijkheden aan.

De Gemeenschap deelt de voor Groenland verantwoordelijke autoriteiten uiterlijk zes weken na ontvangst van het aanbod mee of zij daarop ingaat of niet. Wanneer de Gemeenschap het aanbod afwijst of niet binnen zes weken antwoordt, mogen de voor Groenland verantwoordelijke autoriteiten de aanvullende vangstmogelijkheden aan andere gegadigden aanbieden.

Top