Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 21987A0522(01)

    Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finalnd, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer

    PB L 134 van 22.5.1987, p. 2–77 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/01/2007

    ELI: http://data.europa.eu/eli/convention/1987/267/oj

    Related Council decision

    21987A0522(01)

    Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finalnd, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer

    Publicatieblad Nr. L 134 van 22/05/1987 blz. 0002 - 0077


    OVEREENKOMST inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer

    DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP,

    hierna te noemen de Gemeenschap, en

    DE REPUBLIEK OOSTENRIJK, DE REPUBLIEK FINLAND, DE REPUBLIEK IJSLAND, HET KONINKRIJK NOORWEGEN, HET KONINKRIJK ZWEDEN EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT,

    hierna te noemen de EVA-landen,

    GELET OP de Vrijhandelsovereenkomsten tussen de Gemeenschap en elk EVA-land,

    GELET OP de Gemeenschappelijke Verklaring inzake het tot stand brengen van een Europese economische ruimte, aanvaard door de ministers van de EVA-landen en de Lid-Staten van de Gemeenschap en de Commissie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg op 9 april 1984, inzonderheid met betrekking tot de vereenvoudiging van de grensformaliteiten en de regels inzake de oorsprong,

    OVERWEGENDE dat de Gemeenschap in het kader van een actie ter versterking van de interne markt besloten heeft één enkel administratief document in te voeren om van 1 januari 1988 af in het betrokken verkeer te worden gebruikt;

    OVERWEGENDE dat het wenselijk is ook de formaliteiten inzake het goederenverkeer tussen de Gemeenschap en de EVA-landen alsmede tussen de EVA-landen onderling te vereenvoudigen, in het bijzonder door de invoering van één enkel administratief document;

    OVERWEGENDE dat geen enkele bepaling van deze Overeenkomst mag worden geïnterpreteerd als een vrijstelling voor de overeenkomstsluitende partijen van hun verplichtingen uit hoofde van andere internationale overeenkomsten,

    HEBBEN BESLOTEN DE VOLGENDE OVEREENKOMST TE SLUITEN:

    Algemeen

    Artikel 1

    In deze Overeenkomst worden bepaalde maatregelen vastgesteld om de formaliteiten in het goederenverkeer tussen de Gemeenschap en de EVA-landen alsmede tussen de EVA-landen onderling te vereenvoudigen, inzonderheid door de invoering van één enkel document, hierna te noemen enig document, dat, ongeacht de soort en de oorsprong van de goederen, moet worden gebruikt voor elke regeling bij uitvoer en invoer en voor een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van toepassing op de handel tussen de overeenkomstsluitende partijen, hierna te noemen douanevervoer.

    Artikel 2

    Wanneer goederen het voorwerp zijn van verkeer tussen overeenkomstsluitende partijen, worden de aan dit verkeer verbonden formaliteiten vervuld door middel van één enkel document dat is gebaseerd op een aangifteformulier, waarvan de modellen zijn opgenomen in bijlage I bij deze Overeenkomst. Het enig document geldt, al naar gelang van de omstandigheden, als aangifte ten invoer of invoerdocument, als aangifte ten uitvoer of uitvoerdocument of als aangifte voor douanevervoer of douanevervoerdocument.

    Artikel 3

    Naast het enig document mag een overeenkomstsluitende partij alleen andere administratieve documenten eisen wanneer:

    - dit uitdrukkelijk is vereist voor de tenuitvoerlegging van de in een overeenkomstsluitende partij geldende wetgeving en de gebruikmaking van het enig document daartoe niet volstaat;

    - dit vereist is uit hoofde van internationale overeenkomsten waarbij zij partij is;

    - dit van belanghebbenden wordt verlangd ten einde hen, op hun verzoek, in het genot te stellen van een voordeel of een bepaalde faciliteit.

    Artikel 4

    1. Niets in deze Overeenkomst belet de overeenkomstsluitende partijen om, met het oog op een grotere vereenvoudiging voor belanghebbenden, vereenvoudigde procedures toe te passen die al dan niet gebaseerd zijn op het gebruik van computers.

    2. Vereenvoudigde procedures kunnen in het bijzonder de belanghebbenden in staat stellen de goederen niet bij een douanekantoor aan te bieden of de aangifte voor deze goederen niet in te dienen of een onvolledige aangifte op te stellen. In deze gevallen dient achteraf, binnen de door de bevoegde autoriteiten vastgestelde termijn, een aangifte te worden ingediend die met goedvinden van deze autoriteiten een periodieke algemene aangifte mag zijn.

    In de gevallen als bedoeld in de eerste alinea kan belanghebbenden worden toegestaan handelsdocumenten te gebruiken in plaats van het enig document.

    Wanneer gebruik wordt gemaakt van het enig document kunnen de belanghebbenden, met toestemming van de bevoegde autoriteiten, daarbij, voor het vervullen van de formaliteiten inzake enige regeling bij invoer of uitvoer, in plaats van de aanvullende formulieren van het enig document lijsten voegen waarin de goederen worden beschreven.

    3. Niets in deze Overeenkomst belet de overeenkomstsluitende partijen:

    - af te zien van het gebruik van het enig document in het postverkeer (per briefpost of postpakketten);

    - af te zien van de verplichting van een schriftelijke aangifte;

    - onderling overeenkomsten of regelingen te treffen die een verdere vereenvoudiging van de formaliteiten voor het gehele verkeer of een deel daarvan tussen hen ten doel hebben;

    - toe te staan dat voor het vervullen van de formaliteiten inzake douanevervoer voor het geval van zendingen die uit verscheidene soorten goederen bestaan ladingslijsten worden gebruikt in plaats van de aanvullende formulieren van het enig document;

    - toe te staan dat, onder door de bevoegde autoriteiten vastgestelde voorwaarden, aangiften in voorkomend geval op blanco papier, met behulp van particuliere of overheidscomputers, worden vervaardigd;

    - de bevoegde autoriteiten in staat te stellen te eisen dat de voor het vervullen van de betrokken formaliteiten noodzakelijke gegevens in hun geautomatiseerde systeem voor de verwerking van de aangiften worden ingevoerd, in voorkomend geval zonder dat een schriftelijke aangifte wordt geëist;

    - de bevoegde autoriteiten in staat te stellen, wanneer de aangiften door middel van een geautomatiseerd systeem worden verwerkt, te bepalen dat de aangifte ten invoer, ten uitvoer of voor douanevervoer moet bestaan uit het door dit systeem vervaardigde enig document, dan wel, indien dit document niet wordt vervaardigd, het in de computer invoeren van de gegevens;

    - de faciliteiten toe te passen vastgesteld bij een besluit van het Gemengd Comité, zoals bedoeld in artikel 11, lid 3.

    Formaliteiten

    Artikel 5

    1. Voorschriften in verband met het vervullen, met behulp van het enig document, van de formaliteiten noodzakelijk voor de uitvoer, het douanevervoer en de invoer van de goederen zijn vastgesteld in bijlage II bij deze Overeenkomst.

    2. De gemeenschappelijke codes die moeten worden gebruikt in de in bijlage I vastgestelde formulieren zijn opgenomen in bijlage III bij deze Overeenkomst.

    Artikel 6

    1. De aangifte moet worden gesteld in één van de officiële talen van de overeenkomstsluitende partijen die wordt aanvaard door de bevoegde autoriteiten van het land waar de formaliteiten inzake de uitvoer of het douanevervoer worden vervuld. De douaneautoriteit van het land van bestemming of van doorvoer kan, voor zover nodig, de aangever of diens vertegenwoordiger in dat land om een vertaling van genoemde aangifte in de officiële taal of in één van de officiële talen van dat land verzoeken.

    2. In afwijking van lid 1 wordt de aangifte gesteld in één van de officiële talen van het land van invoer in alle gevallen waarin de aangifte in dat land wordt gedaan op andere exemplaren van het aangifteformulier dan die welke bij de douaneautoriteiten van het land van uitvoer of van vertrek zijn ingediend.

    Artikel 7

    1. De aangever of zijn vertegenwoordiger kan, voor elke fase van een goederenbeweging tussen de overeenkomstsluitende partijen, de voor het vervullen van de formaliteiten voor die ene fase nodige aangifte-exemplaren gebruiken, eventueel onder bijvoeging van de exemplaren die voor het vervullen van de formaliteiten in verband met een volgende fase van die beweging nodig zijn.

    2. Gebruikmaking van het bepaalde in lid 1 wordt niet afhankelijk gesteld van het naleven van enige bijzondere door de bevoegde autoriteiten opgelegde voorwaarde.

    Onverminderd specifieke bepalingen inzake groupage-vervoer kunnen de bevoegde autoriteiten evenwel voorschrijven dat de formaliteiten in verband met de uitvoer en het douanevervoer op een zelfde formulier worden vervuld door middel van de exemplaren die voor deze formaliteiten zijn bestemd.

    Artikel 8

    In de gevallen als bedoeld in artikel 7 vergewissen de bevoegde autoriteiten zich er in de mate van het mogelijke van dat de vermeldingen die in de loop van de verschillende fasen van de betrokken goederenbeweging op de exemplaren van de aangifte zijn aangebracht, met elkaar overeenstemmen.

    Administratieve bijstand

    Artikel 9

    1. Met het oog op de vlotte werking van het goederenverkeer tussen de overeenkomstsluitende partijen en ten einde het opsporen van onregelmatigheden of inbreuken te vergemakkelijken verstrekken de douaneautoriteiten van de betrokken landen, op verzoek, of wanneer zij menen dat dit in het belang is van een andere overeenkomstsluitende partij, op eigen initiatief aan elkaar alle beschikbare informatie (met

    inbegrip van administratieve verslagen en vaststellingen) die van belang is voor de correcte tenuitvoerlegging van de Overeenkomst.

    2. Bijstand kan geheel of gedeeltelijk onthouden of geweigerd worden wanneer het aangezochte land van mening is dat de bijstand nadelig zou zijn voor de veiligheid, de openbare orde of andere essentiële belangen van dit land of een industrieel, commercieel of beroepsgeheim zou schenden.

    3. Bij onthouding of weigering van bijstand dienen het besluit en de redenen ervoor onverwijld aan het verzoekende land te worden medegedeeld.

    4. Indien de douaneautoriteit van een land verzoekt om bijstand die zij indien hierom wordt gevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, dient zij in het verzoek de aandacht hierop te vestigen. De douaneautoriteit tot wie het verzoek is gericht, beslist zelf of zij aan het verzoek zal voldoen.

    5. Overeenkomstig lid 1 verkregen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de toepassing van de Overeenkomst en krijgt van het ontvangende land dezelfde bescherming als het geval is voor soortgelijke informatie onder de nationale wetgeving van dat land. Dergelijke informatie mag alleen met schriftelijke instemming van de douaneautoriteit die de informatie heeft verstrekt en met inachtneming van de door deze autoriteit opgelegde beperkingen voor andere doeleinden worden gebruikt.

    Het Gemengd Comité

    Artikel 10

    1. Er wordt een Gemengd Comité ingesteld waarin alle overeenkomstsluitende partijen zijn vertegenwoordigd.

    2. Het Gemengd Comité spreekt zich uit in onderlinge overeenstemming.

    3. Het Gemengd Comité komt telkens wanneer dit nodig is, doch ten minste eenmaal per jaar bijeen. Iedere overeenkomstsluitende partij kan om een vergadering verzoeken.

    4. Het Gemengd Comité stelt zijn reglement van orde vast dat onder meer bepalingen bevat voor het bijeenroepen van vergaderingen, voor het aanwijzen van de voorzitter en voor het vaststellen van diens ambtstermijn.

    5. Het Gemengd Comité kan besluiten subcomités of werkgroepen op te richten die het in de vervulling van zijn taak kunnen bijstaan.

    Artikel 11

    1. Het Gemengd Comité is belast met het beheer van de Overeenkomst en ziet toe op de correcte uitvoering daarvan. Hiertoe wordt het regelmatig door de overeenkomstsluitende partijen op de hoogte gebracht van de ervaring die bij de toepassing van de Overeenkomst is opgedaan, doet het aanbevelingen en in de gevallen als bedoeld in lid 3 neemt het besluiten.

    2. Het Comité beveelt in het bijzonder aan:

    a) wijzigingen in deze Overeenkomst;

    b) iedere andere voor de toepassing ervan vereiste maatregel.

    3. Wijzigingen in de bijlagen bij deze Overeenkomst en faciliteiten zoals bedoeld bij het laatste streepje van artikel 4, lid 3, worden bij besluit van het Comité vastgesteld. Dergelijke besluiten worden door de overeenkomstsluitende partijen overeenkomstig hun eigen wetgeving ten uitvoer gelegd.

    4. Indien een vertegenwoordiger van een overeenkomstsluitende partij in het Gemengd Comité een besluit heeft aanvaard op voorwaarde dat aan grondwettelijke vereisten is voldaan, treedt het besluit, indien daarin geen datum is vastgesteld, in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de kennisgeving van de opheffing van het voorbehoud.

    Algemene en slotbepalingen

    Artikel 12

    Elke overeenkomstsluitende partij neemt de passende maatregelen om de daadwerkelijke en harmonieuze toepassing van de bepalingen van deze Overeenkomst te verzekeren en houdt daarbij rekening met de noodzaak om de aan de handel opgelegde formaliteiten zoveel mogelijk te beperken en met de noodzaak om voor alle moeilijkheden die door de tenuitvoerlegging van deze bepalingen ontstaan een wederzijds bevredigende oplossing te vinden.

    Artikel 13

    De overeenkomstsluitende partijen houden elkaar op de hoogte van de maatregelen die zij voor de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst vaststellen.

    Artikel 14

    De bijlagen bij de Overeenkomst vormen een integrerend deel daarvan.

    Artikel 15

    1. De Overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden en, anderzijds, op de grondgebieden van de EVA-landen.

    2. De Overeenkomst is eveneens van toepassing op het Vorstendom Lichtenstein zolang dit door een douane-unieverdrag met de Zwitserse Bondsstaat verbonden blijft.

    Artikel 16

    Elke overeenkomstsluitende partij kan de Overeenkomst opzeggen mits zij dit twaalf maanden van te voren schriftelijk meldt aan de in artikel 17 genoemde depositaris die alle andere overeenkomstsluitende partijen daarvan in kennis stelt.

    Artikel 17

    1. De Overeenkomst treedt in werking op 1 januari 1988 mits de overeenkomstsluitende partijen vóór 1 november 1987 hun akten van aanvaarding hebben nedergelegd bij het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen dat als depositaris fungeert.

    2. Indien de Overeenkomst niet in werking treedt op

    1 januari 1988, gebeurt dit op de eerste dag van de tweede maand volgende op de nederlegging van de laatste akte van aanvaarding.

    3. De depositaris deelt de overeenkomstsluitende partijen de datum van de nederlegging van de akte van aanvaarding

    van elke overeenkomstsluitende partij alsmede de datum van de inwerkingtreding van de Overeenkomst mede.

    Artikel 18

    De Overeenkomst is opgesteld in één exemplaar in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de IJslandse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Noorse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, en wordt neergelegd in de archieven van het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen dat daarvan aan elke overeenkomstsluitende partij een gecertifieerd exemplaar zal doen toekomen.

    BIJLAGE I

    MODELLEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2 VAN DE OVEREENKOMST (;)

    Deze bijlage bevat in:

    aanhangsel 1:

    het model van het formulier van het enig document als bedoeld in lid 1, sub a), van artikel 1 van bijlage II;

    aanhangsel 2:

    het model van het formulier van het enig document als bedoeld in lid 1, sub b), van artikel 1 van bijlage II;

    aanhangsel 3:

    het model van het aanvullende formulier als bedoeld in lid 2, sub a), van artikel 1 van bijlage II, en

    aanhangsel 4:

    het model van het aanvullende formulier als bedoeld in lid 2, sub b), van artikel 1 van bijlage II.

    (;) In alle formulieren van deze bijlage mogen hetzij de woorden "communautair douanevervoer'' hetzij de woorden "gemeenschappelijk douanevervoer'' worden gebruikt.

    Aanhangsel 1

    MODEL VAN HET FORMULIER VAN HET ENIG DOCUMENT ALS BEDOELD IN LID 1, SUB a), VAN ARTIKEL 1 VAN BIJLAGE II (;)

    (;) In de ruimte onder de vakken nrs 15 en 17 van exemplaar 5 mag een vertaling van de woorden "Terugzenden aan'' in het Fins, IJslands, Noors en Zweeds worden opgenomen.

    >BEGIN VAN DE GRAFIEK>

    >EIND VAN DE GRAFIEK>

    Aanhangsel 2

    MODEL VAN HET FORMULIER VAN HET ENIG DOCUMENT ALS BEDOELD IN LID 1, SUB b), VAN ARTIKEL 1 VAN BIJLAGE II (;)

    (;) In de ruimte onder de vakken nrs 15 en 17 van exemplaar 4/5 mag een vertaling van de woorden "Terugzenden aan'' in het Fins, IJslands, Noors en Zweeds worden opgenomen.

    >BEGIN VAN DE GRAFIEK>

    >EIND VAN DE GRAFIEK>

    Aanhangsel 3

    MODEL VAN HET AANVULLENDE FORMULIER ALS BEDOELD IN LID 2, SUB a), VAN ARTIKEL 1 VAN BIJLAGE II

    >BEGIN VAN DE GRAFIEK>

    >EIND VAN DE GRAFIEK>

    Aanhangsel 4

    MODEL VAN HET AANVULLENDE FORMULIER ALS BEDOELD IN LID 2, SUB b), VAN ARTIKEL 1 VAN BIJLAGE II

    >BEGIN VAN DE GRAFIEK>

    >EIND VAN DE GRAFIEK>

    BIJLAGE II

    DRUKKEN, INVULLEN EN GEBRUIK VAN HET ENIG DOCUMENT

    Drukken van het enig document

    Artikel 1

    1. Onverminderd de mogelijkheid van gesplitst gebruik waarin aanhangsel 3 bij deze bijlage voorziet, bestaan de formulieren voor het enig document uit acht exemplaren,

    a) hetzij als set van acht opeenvolgende bladen overeenkomstig het model opgenomen in aanhangsel 1 bij bijlage I,

    b) of, met name in geval van vervaardiging door een geautomatiseerd systeem voor de verwerking van aangiften, als twee sets van vier opeenvolgende bladen overeenkomstig het model opgenomen in aanhangsel 2 bij bijlage I.

    2. Het enig document kan in voorkomend geval worden aangevuld met aanvullende formulieren,

    a) hetzij als set van acht opeenvolgende bladen overeenkomstig het model opgenomen in aanhangsel 3 bij bijlage I,

    b) hetzij als twee sets van vier opeenvolgende bladen overeenkomstig het model opgenomen in aanhangsel 4 bij bijlage I.

    3. In afwijking van lid 2 hebben de overeenkomstsluitende partijen de mogelijkheid het gebruik van aanvullende formulieren niet toe te staan bij gebruik van een geautomatiseerd systeem voor de verwerking van aangiften dat deze aangiften vervaardigt.

    4. Het staat de gebruikers vrij formulieren te laten drukken die slechts die exemplaren van het model in bijlage I bevatten die zij voor het invullen van hun aangifte nodig hebben.

    5. In de linkerbovenhoek van het formulier kunnen de overeenkomstsluitende partijen een vermelding drukken ter identificatie van de betrokken overeenkomstsluitende partij. Wanneer dergelijke documenten worden voorgelegd op het gebied van een andere overeenkomstsluitende partij vormt deze vermelding geen belemmering voor de aanvaarding van de aangifte.

    Artikel 2

    1. De formulieren worden gedrukt op zelfkopiërend papier dat zodanig is gelijmd dat het goed te beschrijven is en dat ten minste 40 gram per m² weegt. Dit papier moet zo ondoorzichtig zijn dat de gegevens die op de ene zijde voorkomen de leesbaarheid niet aantasten van de gegevens die op de andere zijde voorkomen en het moet zo stevig zijn dat het bij normaal gebruik niet scheurt of kreukt. Dit papier is wit voor alle exemplaren. Op de voor douanevervoer gebruikte exemplaren (1, 4, 5 en 7) hebben de vakken nrs 1 (met uitzondering van het middengedeelte van het vak), 2, 3, 4, 5, 6, 8, 15, 17, 18, 19, 21, 25, 27, 31, 32, 33 (eerste deelvak links), 35, 38, 40, 44, 50, 51, 52, 53, 55 en 56 echter een groene achtergrond. De formulieren worden in het groen gedrukt.

    2. In aanhangsel 1 zijn de exemplaren vermeld waarop de gegevens die voorkomen op de formulieren via een zelfkopiërend procédé moeten worden doorgeschreven. In aanhangsel 2 zijn de exemplaren vermeld waarop de gegevens die voorkomen op de aanvullende formulieren via een zelfkopiërend procédé moeten worden doorgeschreven.

    3. Het formaat van de formulieren is 210 x 297 mm waarbij, wat de lengte betreft, een maximale speling van 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan.

    4. De overeenkomstsluitende partijen kunnen eisen dat de formulieren worden voorzien van een vermelding waarmee de naam en het adres van de drukker zijn aangeduid of van een teken dat diens identificatie mogelijk maakt.

    Invullen van het enig document

    Artikel 3

    1. De formulieren worden ingevuld overeenkomstig de toelichting in aanhangsel 3.

    2. Wanneer de formaliteiten worden vervuld met behulp van openbare en particuliere systemen voor automatische gegevensverwerking, staan de bevoegde autoriteiten de belanghebbenden op hun verzoek toe om de eigenhandige ondertekening te vervangen door een andere identificatietechniek die in voorkomend geval op het gebruik van codes kan zijn gebaseerd en dezelfde rechtsgevolgen heeft als de eigenhandige ondertekening. Deze faciliteit wordt slechts toegestaan indien de door de bevoegde autoriteiten vastgestelde technische en administratieve voorwaarden zijn vervuld.

    3. Wanneer de formaliteiten worden vervuld met behulp van openbare of particuliere systemen voor automatische gegevensverwerking die tevens de aangiften vervaardigen, kunnen de bevoegde autoriteiten bepalen dat de aldus vervaardigde aangiften rechtstreeks door deze systemen worden gewaarmerkt in plaats van het met de hand of mechanisch aanbrengen van het stempel van het douanekantoor en van de handtekening van de bevoegde functionaris.

    Gebruik van het enig document

    Artikel 4

    De voorschriften voor het gebruik van het enig document zijn vastgesteld in aanhangsel 3.

    Artikel 5

    1. Wanneer de set van het enig document achtereenvolgens wordt gebruikt voor het vervullen van de formaliteiten inzake de uitvoer, het douanevervoer en/of de uitvoer verbindt elke belanghebbende zich slechts voor de gegevens die verband houden met de regeling welke hij als aangever, als aangever inzake douanevervoer of als vertegenwoordiger van een van beiden heeft gevraagd.

    2. Voor de toepassing van lid 1 moet de belanghebbende die gebruik maakt van een enig document dat tijdens een vorige fase van de betrokken goederenbeweging is opgesteld, vóór het indienen van zijn aangifte, ten aanzien van de vakken waarvoor hij aansprakelijk is, nagaan of de bestaande gegevens juist zijn en of zij toepasbaar zijn op de betrokken goederen en de gevraagde regeling en moet hij deze gegevens voor zover nodig aanvullen.

    3. In de gevallen als bedoeld in lid 2 moet elk verschil dat door de belanghebbende wordt vastgesteld tussen de betrokken goederen en de bestaande gegevens, onmiddellijk door hem aan de douaneautoriteiten worden medegedeeld.

    Artikel 6

    1. Voor de uitvoer van goederen uit het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij zijn de exemplaren 1, 2 en 3 overeenkomstig het model opgenomen in aanhangsel 1 bij bijlage I of de exemplaren 1/6, 2/7 en 3/8 overeenkomstig het model opgenomen in aanhangsel 2 bij bijlage I vereist.

    2. Voor het douanevervoer zijn de exemplaren 1, 4, 5 en 7 overeenkomstig het model opgenomen in aanhangsel 1 bij bijlage I of de exemplaren 1/6, 2/7 en 4/5 (tweemaal) overeenkomstig het model opgenomen in aanhangsel 2 bij bijlage I vereist.

    3. Voor de invoer van goederen in het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij zijn de exemplaren 6, 7 en 8 overeenkomstig het model opgenomen in aanhangsel 1 bij bijlage I of de exemplaren 1/6, 2/7 en 3/8 overeenkomstig het model opgenomen in aanhangsel 2 bij bijlage I vereist.

    Indiening van de aangifte

    Artikel 7

    1. De aangiften moeten binnen de in artikel 3 van de Overeenkomst vastgestelde beperkingen vergezeld gaan van de documenten die nodig zijn voor het plaatsen van de betrokken goederen onder de gevraagde regeling.

    2. Het indienen bij een douanekantoor van een aangifte die door de aangever of diens vertegenwoordiger is ondertekend, is een uiting van de wil van de belanghebbende om de betrokken goederen voor de gevraagde regeling aan te geven en geldt, onverminderd de

    eventuele toepassing van strafbepalingen, als het op zich nemen van de aansprakelijkheid overeenkomstig de geldende bepalingen in de overeenkomstsluitende partijen voor:

    - de juistheid van de gegevens die in de aangifte voorkomen,

    - de authenticiteit van de bijgevoegde stukken, en

    - het nakomen van alle verplichtingen die samenhangen met het plaatsen van de betrokken goederen onder de desbetreffende regeling.

    Artikel 8

    In de gevallen waarin bijkomende exemplaren van het enig document of van de aangifte zijn vereist, mag de belanghebbende te dien einde en voor zover nodig bijkomende bladen of fotokopieën van dat document of van die aangifte gebruiken. Zij worden door de bevoegde autoriteiten op dezelfde voet als originele documenten aanvaard, mits hun kwaliteit en leesbaarheid door de autoriteiten bevredigend worden geacht.

    Aanhangsel 1

    Exemplaren van de in de aanhangsels 1 en 3 bij bijlage I opgenomen formulieren waarop de daarop voorkomende gegevens via een zelfkopierend procédé moeten worden doorgeschreven

    (vanaf blad 1)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Aanhangsel 2

    Exemplaren van de in de aanhangsels 2 en 4 bij bijlage I opgenomen formulieren waarop de daarop voorkomende gegevens via een zelfkopierend procédé moeten worden doorgeschreven

    (vanaf blad 1)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Aanhangsel 3

    TOELICHTING BETREFFENDE HET GEBRUIK VAN DE FORMULIEREN VAN HET ENIG DOCUMENT

    TITEL I

    A. Algemene opmaak

    Verschillende manieren van gebruik zijn mogelijk en deze kunnen in twee categorieën worden samengevat:

    - gebruik van de volledige set of

    - gebruik van gesplitste sets.

    1. Gebruik van de volledige set

    Hierbij gaat het om de gevallen waarin de belanghebbende, bij het vervullen van de uitvoerformaliteiten, een formulier gebruikt dat de exemplaren bevat die nodig zijn voor de formaliteiten inzake uitvoer en douanevervoer en voor de in het land van bestemming te vervullen formaliteiten.

    Het hiervoor gebruikte formulier bevat acht exemplaren:

    - exemplaar 1, dat door de autoriteiten van het land van uitvoer zal worden bewaard (formaliteiten inzake uitvoer en douanevervoer);

    - exemplaar 2, dat voor de statistiek van het land van uitvoer zal worden gebruikt;

    - exemplaar 3, dat na visering door de douane aan de exporteur wordt teruggegeven;

    - exemplaar 4, dat bij douanevervoer door het kantoor van bestemming zal worden bewaard;

    - exemplaar 5, dat het terugzendingsexemplaar is voor het douanevervoer;

    - exemplaar 6, dat door de autoriteiten van het land van bestemming zal worden bewaard (invoerformaliteiten);

    - exemplaar 7, dat voor de statistiek van het land van bestemming zal worden gebruikt (formaliteiten inzake douanevervoer en invoer);

    - exemplaar 8, dat na visering door de douane aan de geadresseerde wordt teruggegeven.

    (De exemplaren 2 en 7 kunnen, al naar gelang van de vereisten van de overeenkomstsluitende partijen, voor andere administratieve doeleinden worden gebruikt.)

    Dit formulier bestaat dus uit een set van acht exemplaren waarvan de eerste drie betrekking hebben op de in het land van uitvoer te vervullen formaliteiten en de laatste vijf met de in het land van bestemming te vervullen formaliteiten verband houden. Iedere set van acht exemplaren is zodanig samengesteld dat wanneer in bepaalde vakken een gegeven moet worden vermeld dat voor de betrokken landen hetzelfde is, dit gegeven door de exporteur of de aangever inzake douanevervoer rechtstreeks op exemplaar 1 wordt ingevuld en ingevolge de chemische behandeling die het papier heeft ondergaan, op alle exemplaren wordt doorgeschreven. Wanneer daarentegen om diverse redenen (b.v. bescherming van het zakengeheim, uiteenlopende gegevens al naargelang het het land van uitvoer of het land van bestemming

    betreft) een gegeven niet van het ene land naar het andere dient te

    worden doorgegeven, zorgt het neutraliseren van dit zelfkopiërend procédé ervoor dat dit gegeven uitsluitend op de voor het land van uitvoer bestemde exemplaren wordt doorgeschreven.

    Wanneer hetzelfde vak dient te worden ingevuld, doch daarin voor het land van bestemming andere gegevens moeten worden verstrekt, dient carbonpapier te worden gebruikt om deze aanvullende gegevens op de exemplaren 6 tot en met 8 te vermelden.

    Met name bij gebruikmaking van een systeem voor geautomatiseerde behandeling van de aangiften, bestaat evenwel de mogelijkheid in plaats van de voornoemde set van acht exemplaren, twee sets van vier exemplaren te gebruiken die elk een tweeledige bestemming hebben: 1/6, 2/7, 3/8 en 4/5; de eerste set stemt wat de daarin te vermelden gegevens betreft overeen met de hierboven genoemde exemplaren 1 tot en met 4 en de tweede set met de exemplaren 5 tot en met 8. In dit geval moet in iedere set van vier exemplaren de nummering van de overeenkomstige exemplaren worden aangegeven door de nummering, in de kantlijn, van de niet gebruikte exemplaren te schrappen.

    Iedere set van vier exemplaren is zodanig samengesteld dat, ingevolge de chemische behandeling die het papier heeft ondergaan, de op de onderscheiden exemplaren te vermelden gegevens worden doorgeschreven.

    2. Gebruik van gesplitste sets

    Het gaat hier om de gevallen waarin de belanghebbende geen volledige sets als omschreven in punt 1 wenst te gebruiken. Hij kan dan voor elke fase (invoer, douanevervoer of uitvoer) van een goederenbeweging tussen de overeenkomstsluitende partijen de exemplaren van de aangifte gebruiken die voor het vervullen van de formaliteiten met betrekking tot die ene fase zijn vereist. Voor zover hij zulks wenst, kan hij bij deze exemplaren tevens de exemplaren voegen die voor het vervullen van de formaliteiten in verband met een van de volgende fasen van deze goederenbeweging nodig zijn.

    Bij gebruik van gesplitste sets zijn derhalve diverse combinaties mogelijk. De nummers van de te gebruiken exemplaren werden reeds in punt 1 vermeld.

    De volgende combinaties zijn bij voorbeeld mogelijk:

    - louter uitvoer: exemplaren 1, 2 en 3,

    - uitvoer + douanevervoer: exemplaren 1, 2, 3, 4, 5 en 7,

    - uitvoer + invoer: exemplaren 1, 2, 3, 6, 7 en 8,

    - louter douanevervoer: exemplaren 1, 4, 5 en 7,

    - douanevervoer + invoer: exemplaren 1, 4, 5, 6, 7 en 8,

    - louter invoer: exemplaren 6, 7 en 8.

    Daarnaast zijn er gevallen waarin ter bestemming het communautaire karakter van de betrokken goederen dient te worden bewezen zonder dat van douanevervoer gebruik is gemaakt. In dergelijke gevallen dient het daartoe bestemde exemplaar (exemplaar 4), hetzij afzonderlijk, hetzij in combinatie met een van de bovenvermelde sets, te worden gebruikt. Wanneer met toepassing van de communautaire wetgeving het document dat het communautaire karakter van de goederen bewijst in drie exemplaren moet worden opgesteld, moeten aanvullende exemplaren of fotokopieën van exemplaar 4 worden overgelegd.

    B. Vereiste gegevens

    De formulieren bevatten alle gegevens welke door de overeenkomstsluitende partijen kunnen worden geëist. Sommige vakken dienen verplicht te worden ingevuld, andere slechts wanneer zulks wordt geëist door het land waar de formaliteiten worden vervuld. Wat dit betreft dient men zich te schikken naar het gedeelte van deze toelichting dat op het gebruik van de onderscheiden vakken betrekking heeft.

    Onverminderd de toepassing van vereenvoudigde procedures is de maximale lijst vakken, daaronder begrepen de uitsluitend in geval van toepassing van specifieke voorschriften vereiste vakken, die voor elke fase van een goederenbeweging tussen de overeenkomstsluitende partijen kunnen worden ingevuld, als volgt:

    - formaliteiten inzake uitvoer: vakken nrs. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 15a, 15b, 16, 17, 17a, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34a, 34b, 35, 37, 38, 39, 40, 41, 44, 46, 47, 48, 49 en 54;

    - formaliteiten inzake douanevervoer: vakken nrs. 1 (met uitzondering van het tweede deelvak), 2, 3, 4, 5, 6, 8, 15, 17, 18, 19, 21, 25, 27, 31, 32, 33 (eerste deelvak), 35, 38, 40, 44, 50, 51, 52, 53, 55 en 56 (vakken met een groene ondergrond);

    - formaliteiten inzake invoer: vakken nrs. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 15a, 16, 17, 17a, 17b, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34a, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49 en 54;

    - bewijs van het communautaire karakter van de goederen (T 2 L): vakken nrs. 1 (met uitzondering van het tweede deelvak), 2, 3, 4, 5, 14, 31, 32, 33, 35, 38, 40, 44 en 54.

    C. Wijze waarop het formulier dient te worden gebruikt

    In alle gevallen waarin de gebruikte set ten minste één exemplaar bevat dat in een ander land kan worden gebruikt dan in dat waar het aanvankelijk werd ingevuld, dienen de formulieren met de schrijfmachine of door middel van een mechanografisch of gelijksoortig procédé te worden ingevuld. Om het invullen met de schrijfmachine te vergemakkelijken dient het formulier op zodanige wijze in de schrijfmachine te worden ingebracht dat de eerste letter van de in vak nr. 2 in te vullen gegevens in het daarvoor bestemde positievakje in de linkerbovenhoek wordt geplaatst.

    Wanneer alle exemplaren van de gebruikte set zijn bestemd om in hetzelfde land te worden gebruikt, mogen zij, voor zover dit land in die mogelijkheid voorziet, eveneens op leesbare wijze met de hand, met inkt en in blokletters, worden ingevuld. Dit geldt eveneens voor gegevens die kunnen worden aangebracht op de exemplaren die met het oog op de toepassing van het douanevervoer worden gebruikt.

    In de formulieren mogen geen raderingen of overschrijvingen voorkomen. Het aanbrengen van eventuele wijzigingen moet geschieden door de onjuiste gegevens door te halen en, in voorkomend geval, de gewenste gegevens toe te voegen. Iedere aldus aangebrachte wijziging dient te worden goedgekeurd door diegene die deze heeft aangebracht en moet uitdrukkelijk door de bevoegde autoriteiten worden geviseerd. Deze kunnen, indien nodig, eisen dat een nieuwe aangifte wordt ingediend.

    Voorts mogen de formulieren, in plaats van op één van de hiervoor bedoelde wijzen, met behulp van een reproduktietechniek worden

    ingevuld. Zij mogen eveneens met behulp van een reproduktietechniek worden vervaardigd en ingevuld mits het bepaalde met betrekking tot de modellen, het papier, het formaat, de te gebruiken taal, de leesbaarheid, het verbod van raderingen en overschrijvingen alsmede met betrekking tot de wijzigingen nauwkeurig in acht wordt genomen.

    Slechts de van een volgnummer voorziene vakken dienen, indien nodig, te worden ingevuld. De overige, met een hoofdletter gemerkte vakken, zijn uitsluitend voor intern gebruik door de administraties bestemd.

    Op de exemplaren die door het kantoor van uitvoer en/of vertrek dienen te worden bewaard, moet het origineel van de handtekening van de betrokken personen voorkomen. De handtekening van de aangever inzake douanevervoer, of, in voorkomend geval, zijn gevolmachtigde, bindt hem voor alle gegevens in verband met het douanevervoer die voortvloeien uit de toepassing van de desbetreffende bepalingen, met inbegrip van die welke zijn omschreven onder punt B.

    Op de exemplaren die door het kantoor van bestemming dienen te worden bewaard, moet het origineel van de handtekening van de belanghebbende voorkomen. Er wordt aan herinnerd dat de belanghebbende, wat de formaliteiten inzake invoer en uitvoer betreft, door zijn handtekening de aansprakelijkheid overeenkomstig de in de overeenkomstsluitende partijen geldende wetgeving op zich neemt voor:

    - de juistheid van de gegevens die in de aangifte worden verstrekt en met de door hem te vervullen formaliteiten verband houden;

    - de authenticiteit van de bijgevoegde stukken;

    - het nakomen van alle verplichtingen die met het plaatsen van de betrokken goederen onder de desbetreffende regeling samenhangen.

    Ten aanzien van de formaliteiten inzake douanevervoer en invoer wordt de aandacht erop gevestigd dat iedere belanghebbende belang erbij heeft de inhoud van zijn aangifte te verifiëren. De belanghebbende dient in het bijzonder elk door hem vastgesteld verschil tussen de door hem aan te geven goederen en de in voorkomend geval reeds op de te gebruiken formulieren voorkomende gegevens onmiddellijk ter kennis van de douane te brengen. In dergelijke gevallen moet de aangifte op nieuwe formulieren worden gedaan.

    Behoudens het gestelde in titel III mag in een vak dat niet behoeft te worden ingevuld, geen enkele vermelding of teken voorkomen.

    TITEL II

    IN DE ONDERSCHEIDEN VAKKEN AAN TE BRENGEN GEGEVENS

    I. Formaliteiten in het land van uitvoer

    Vak nr. 1: Aangifte

    Vermelding in het eerste deelvak, van de toepasselijke code als vastgesteld in bijlage III.

    Wat het type van de aangifte betreft (tweede deelvak) is de vermelding daarvan facultatief voor de overeenkomstsluitende partijen.

    Daarnaast dient bij douanevervoer het passende teken in het rechter deelvak (derde) van dit vak te worden vermeld.

    Vak nr. 2: Exporteur

    Vermelding van zijn naam en voornaam of zijn handelsnaam en zijn volledige adres. Wat het identificatienummer betreft kan de toelichting door de overeenkomstsluitende partijen worden aangevuld (identificatienummer dat door de bevoegde autoriteiten aan de belanghebbenden wordt toegekend om redenen van fiscale, statistische of andere aard).

    In geval van groupage-ladingen kunnen de overeenkomstsluitende partijen voorschrijven dat de aanduiding "diverse'' in dat vak moet worden vermeld en dat de lijst van afzenders bij de aangifte moet worden gevoegd.

    Wat het douanevervoer betreft: voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak.

    Vak nr. 3: Formulieren

    Vermelding van het volgnummer van de set in het totale aantal gebruikte sets van formulieren en aanvullende formulieren (bij voorbeeld wanneer één formulier en twee aanvullende formulieren worden overgelegd op het formulier 1/3, op het eerste aanvullende formulier 2/3 en op het tweede aanvullende formulier 3/3 vermelden).

    Wanneer de aangifte slechts op één artikel betrekking heeft (dat wil zeggen wanneer één enkel vak "omschrijving van de goederen'' moet worden ingevuld) dient in vak nr. 3 niets te worden vermeld. In vak nr. 5 dient dan slechts het cijfer 1 te worden vermeld.

    Wanneer in plaats van een set van acht exemplaren twee sets van vier exemplaren worden gebruikt worden deze geacht slechts één set te vormen.

    Vak nr. 4: Ladingslijsten

    Vermelding in cijfers van het aantal eventueel bijgevoegde ladingslijsten of het aantal door de bevoegde autoriteit toegelaten lijsten waarin de goederen worden beschreven. Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak voor wat de uitvoerformaliteiten betreft.

    Vak nr. 5: Artikelen

    Vermelding van het totale aantal artikelen dat door de belanghebbende op al de gebruikte formulieren en aanvullende formulieren (of ladingslijsten of lijsten waarin de goederen worden beschreven) wordt aangegeven. Het aantal artikelen moet overeenstemmen met het aantal vakken "omschrijving van de goederen'' dat moet worden ingevuld.

    Vak nr. 6: Totaal colli

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak. Vermeld het totale aantal colli waaruit de betrokken zending bestaat.

    Vak nr. 7: Referentienummer

    Facultatief vak voor de gebruiker voor de vermelding van het door de belanghebbende aan de betrokken zending toegekende referentienummer.

    Vak nr. 8: Geadresseerde

    Vermelding van de naam en voornaam of handelsnaam en het volledige adres van de persoon of personen aan wie de goederen zullen worden afgeleverd.

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak voor wat de uitvoerformaliteiten betreft doch een verplicht vak in geval van douanevervoer. Vermelding van het identificatienummer is in dit stadium niet verplicht.

    Vak nr. 9: Financieel verantwoordelijke

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (persoon die verantwoordelijk is voor het binnenbrengen of het overmaken van de deviezen in verband met de betrokken transactie).

    Vak nr. 10: Land van eerste bestemming

    Dit vak is facultatief voor de overeenkomstsluitende partijen en kan overeenkomstig hun vereisten worden gebruikt.

    Vak nr. 11: Handelsland

    Dit vak is facultatief voor de overeenkomstsluitende partijen en kan overeenkomstig hun vereisten worden gebruikt.

    Vak nr. 13: Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)

    Dit vak is facultatief voor de overeenkomstsluitende partijen (gegevens met betrekking tot de toepassing van het landbouwbeleid).

    Vak nr. 14: Aangever of vertegenwoordiger van de exporteur

    Vermelding van de naam en voornaam of handelsnaam en het volledige adres van de belanghebbende overeenkomstig de geldende bepalingen. Indien de aangever tevens de exporteur is, dient "exporteur'' te worden vermeld. Wat het identificatienummer betreft kan de toelichting door de overeenkomstsluitende partijen worden aangevuld (identificatienummer dat door de bevoegde autoriteiten aan de belanghebbende wordt toegekend om redenen van fiscale, statistische of andere aard).

    Vak nr. 15: Land van uitvoer

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak voor wat de uitvoerformaliteiten betreft, doch een verplicht vak in geval van douanevervoer.

    Vermelding van de naam van het land waaruit de goederen worden uitgevoerd.

    Vermelding in vak nr. 15a van de code van dit land.

    Vak nr. 15b is voor de overeenkomstsluitende partijen facultatief (vermelding van de regio waaruit de goederen worden uitgevoerd).

    De vakken nrs 15a en 15b dienen niet voor douanevervoer te worden gebruikt.

    Vak nr. 16: Land van oorsprong

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak. Wanneer de aangifte betrekking heeft op verschillende artikelen van uiteenlopende oorsprong, de vermelding "diverse'' aanbrengen.

    Vak nr. 17: Land van bestemming

    Vermelding van de naam van het betrokken land. Vermelding in vak nr. 17a van de code van dit land. Vak nr. 17b dient in dit stadium niet te worden ingevuld.

    De vakken nrs 17a en 17b dienen niet voor douanevervoer te worden gebruikt.

    Vak nr. 18: Identiteit en nationaliteit van het vervoermiddel bij vertrek

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak wat de uitvoerformaliteiten betreft, doch een verplicht vak in geval van douanevervoer. Vermelding van de identiteit, bij voorbeeld het (de) registratienummer(s) of de naam van het (de) vervoermiddel(en) (vrachtwagen, vaartuig, wagon, vliegtuig) waarop of waarin de goederen rechtstreeks zijn geladen wanneer zij worden aangebracht bij het douanekantoor waar de formaliteiten inzake uitvoer of douanevervoer worden vervuld, vervolgens de nationaliteit van dit vervoermiddel (of van datgene waarmee het geheel wordt voortbewogen indien er meer dan één vervoermiddel is) overeenkomstig de daartoe voorgeschreven codes. Bij voorbeeld, indien een trekkend voertuig en een aanhangwagen met verschillend registratienummer worden gebruikt, zowel het registratienummer van het trekkende voertuig als dat van de aanhangwagen, alsmede de nationaliteit van het trekkende voertuig vermelden.

    Bij postzendingen of bij vervoer door middel van vaste transportinrichtingen, worden het registratienummer en de nationaliteit niet vermeld.

    Bij vervoer per spoor wordt de nationaliteit niet vermeld.

    In de andere gevallen is de nationaliteit een facultatief gegeven voor de overeenkomstsluitende partijen.

    Vak nr. 19: Container(s) (Ctr)

    Vermelding van overeenkomstig de in bijlage III voorgeschreven codes, van de vermoedelijke situatie bij het overschrijden van de grens van het land van uitvoer, zoals deze bij het vervullen van de formaliteiten inzake uitvoer of douanevervoer bekend is.

    Dit vak is, wat het douanevervoer betreft, facultatief voor de overeenkomstsluitende partijen.

    Vak nr. 20: Leveringsvoorwaarden

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (vermelding van bepaalde bedingen uit het handelscontract).

    Vak nr. 21: Identiteit en nationaliteit van het grensoverschrijdende actieve vervoermiddel

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak voor wat de identiteit betreft.

    Verplicht vak wat de nationaliteit betreft.

    Voor postzendingen, vervoer per spoor of door middel van vaste transportinrichtingen behoeven de nationaliteit en het registratienummer niet te worden vermeld.

    Vermelding van de aard (vrachtwagen, vaartuig, wagon, vliegtuig) gevolgd door de identiteit, bij voorbeeld het registratienummer of de naam van het actieve vervoermiddel (d.w.z. het voertuig dat het geheel voortbeweegt) dat vermoedelijk bij het overschrijden van de grens van het land van uitvoer zal worden gebruikt en vervolgens, door gebruik van de voorgeschreven code, de nationaliteit van dit actieve vervoermiddel zoals deze bij het vervullen van de formaliteiten inzake uitvoer of douanevervoer bekend is.

    Bij gecombineerd vervoer of indien meer dan één vervoermiddel wordt gebruikt, is het voertuig dat het geheel voortbeweegt, het actieve vervoermiddel. Voorbeeld: bij een vrachtwagen op een schip

    is het schip het actieve vervoermiddel; bij trekker en aanhangwagen is dat de trekker.

    Vak nr. 22: Valuta en totaal gefactureerd bedrag

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (vermelding van de code voor de valuta waarin de factuur luidt en het gefactureerde bedrag voor alle aangegeven goederen).

    Vak nr. 23: Wisselkoers

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (geldende koers voor het omrekenen van de valuta van de factuur in de valuta van het betrokken land).

    Vak nr. 24: Aard van de transactie

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (bepaalde gegevens uit het handelscontract).

    Vak nr. 25: Vervoerwijze aan de grens

    Vermelding, overeenkomstig de in bijlage III voorgeschreven codes, van de vervoerwijze die overeenkomt met het actieve vervoermiddel waarmede de goederen het grondgebied van het land van uitvoer vermoedelijk zullen verlaten.

    Wat het douanevervoer betreft: voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak.

    Vak nr. 26: Binnenlandse vervoerwijze

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (overeenkomstig de in bijlage III voorgeschreven codes de vervoerwijze binnen het betrokken land vermelden).

    Vak nr. 27: Plaats van lading

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak. Vermelding, eventueel in codevorm wanneer zulks is voorgeschreven en zover bij het vervullen van de formaliteiten inzake uitvoer of douanevervoer bekend, van de plaats waar de goederen worden geladen op of in het actieve vervoermiddel waarmee zij de grens van het land van uitvoer zullen overschrijden.

    Vak nr. 28: Financiële en bankgegevens

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (overmaken van deviezen in verband met de betrokken transactiegegevens betreffende de financiële formaliteiten en procedure alsook de bankreferenties).

    Vak nr. 29: Kantoor van uitgang

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (vermelding van het douanekantoor waarlangs de goederen het grondgebied van het betrokken land zullen verlaten).

    Vak nr. 30: Plaats van de goederen

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (de juiste plaats vermelden waar de goederen kunnen worden onderzocht).

    Vak nr. 31: Colli en omschrijving van de goederen - Merken en nummers - Container(s) nr(s) - Aantal en soort

    Vermelding van merken, nummers, aantal en soort van de colli of, wanneer het onverpakte goederen betreft, al naar gelang van het geval, het aantal voorwerpen waarop de aangifte betrekking heeft of "los gestort'', alsmede, in beide gevallen, de gegevens die voor de identificatie van de goederen noodzakelijk zijn. Onder omschrijving van de goederen wordt verstaan de gebruikelijke handelsbenaming in bewoordingen die zo nauwkeurig zijn dat hun identificatie en indeling mogelijk zijn. Dit vak moet eveneens de uit hoofde van eventuele specifieke voorschriften vereiste gegevens bevatten (bij voorbeeld accijns). Indien containers worden gebruikt, moeten in dit vak tevens de identificatiemerken daarvan worden vermeld.

    Wanneer de belanghebbende in vak nr. 16 "diverse'' heeft ingevuld, kunnen de overeenkomstsluitende partijen bepalen dat hier de naam van het land van oorsprong van de betrokken goederen te vermelden is zonder dat het hier om een verplichting voor de belanghebbenden gaat.

    Vak nr. 32: Artikelnummer

    Vermelding van het volgnummer van het betrokken artikel in het totale aantal artikelen dat is aangegeven in formulieren die als omschreven in vak nr. 5 worden gebruikt.

    Wanneer de aangifte slechts op één enkel artikel betrekking heeft, kunnen de overeenkomstsluitende partijen bepalen dat in dit vak niets wordt vermeld aangezien het cijfer 1 reeds in vak nr. 5 diende te worden vermeld.

    Vak nr. 33: Goederencode

    Vermelding van het codenummer dat met het betrokken artikel overeenstemt. Wat het douanevervoer betreft, is dit vak facultatief voor de overeenkomstsluitende partijen.

    Vak nr. 34: Code land van oorsprong

    Dit vak is facultatief voor de overeenkomstsluitende partijen:

    - vak nr. 34a (code van het in vak nr. 16 vermelde land. Wanneer in vak nr. 16 de vermelding "diverse'' is ingevuld, de code van het land van oorsprong van het betrokken artikel vermelden);

    - vak nr. 34b (de regio vermelden waar de betrokken goederen werden vervaardigd of voortgebracht).

    Vak nr. 35: Brutomassa

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak voor wat de uitvoerformaliteiten betreft, doch verplicht in geval van douanevervoer. Vermelding van de in kilogram uitgedrukte brutomassa van de goederen die in het overeenstemmende vak nr. 31 zijn omschreven. De brutomassa is de massa van de goederen vermeerderd met de massa van al hun verpakkingen, met uitzondering van het transportmaterieel en met name van de containers.

    Vak nr. 37: Regeling

    Vermelding, overeenkomstig de daartoe voorgeschreven codes, van de regeling waarvoor de goederen bij uitvoer zijn aangegeven.

    Vak nr. 38: Nettomassa

    Vermelding van de in kilogram uitgedrukte nettomassa van de goederen die in het overeenstemmende vak nr. 31 zijn omschreven. De nettomassa is de eigen massa van de van al hun verpakkingen ontdane goederen.

    Wat het douanevervoer betreft, is dit vak facultatief voor de overeenkomstsluitende partijen.

    Vak nr. 39: Contingent

    Dit vak is facultatief voor de overeenkomstsluitende partijen (indien nodig voor de toepassing van de wetgeving inzake contingenten).

    Vak nr. 40: Summiere aangifte/voorafgaand document

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (referentienummers van de documenten in verband met de administratieve regeling die aan de uitvoer naar een ander land voorafgaat).

    Vak nr. 41: Aanvullende eenheden

    Voor zover nodig in te vullen overeenkomstig de aanwijzingen van de naamlijst der goederen. Vermelding, voor het overeenkomstige artikel, van de hoeveelheid uitgedrukt in de eenheid die in de naamlijst der goederen voorkomt.

    Vak nr. 44: Bijzondere vermeldingen / Voorgelegde stukken / Certificaten en vergunningen

    Aanbrenging van, enerzijds, de vermeldingen die eventueel uit hoofde van in het land van uitvoer geldende specifieke voorschriften zijn vereist en vermelding van, anderzijds, de tot staving van de aangifte overgelegde documenten (met inbegrip van, in voorkomend geval, de referentienummers van de controle-exemplaren T 5; het nummer van de uitvoerlicentie/vergunning; gegevens betreffende veterinaire en fytosanitaire voorschriften; connossementnummer, enz.). In het hiertoe voorgeschreven deelvak "Code bijzondere vermeldingen (BV)'', voor zover nodig het codenummer opgeven dat overeenstemt met de bijzondere vermeldingen die met het oog op het douanevervoer kunnen worden geëist. Dit deelvak dient slechts te worden ingevuld, wanneer een systeem voor zuivering van het douanevervoer met behulp van de computer van toepassing zal zijn.

    Vak nr. 46: Statistische waarde

    Vermelding, overeenkomstig de geldende voorschriften, van het bedrag van de statistische waarde, uitgedrukt in de door de overeenkomstsluitende partijen voorgeschreven munteenheid.

    Vak nr. 47: Berekening van de belastingen

    De overeenkomstsluitende partijen kunnen eisen dat, in voorkomend geval, op elke regel overeenkomstig de voorgeschreven codes de volgende gegevens worden vermeld:

    - type van belasting (rechten bij uitvoer);

    - maatstaf van heffing;

    - heffingsvoet van de toepasselijke belasting;

    - bedrag van de berekende belasting;

    - gekozen wijze van betaling (WB).

    Vak nr. 48: Uitstel van betaling

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (verwijzing naar de desbetreffende vergunning).

    Vak nr. 49: Identificatie van het entrepot

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak.

    Vak nr. 50: Aangever inzake communautair douanevervoer en gevolmachtigde; plaats, datum en handtekening

    Vermelding van naam en voornaam, of handelsnaam, en volledig adres van de aangever inzake communautair douanevervoer alsmede, in voorkomend geval, het identificatienummer dat hem door de bevoegde autoriteiten is toegekend. Vermelding, in voorkomend geval, van naam en voornaam, of handelsnaam, van de gevolmachtigde die voor de aangever inzake communautair douanevervoer ondertekent.

    Onder voorbehoud van nog vast te stellen bijzondere bepalingen ter zake van het gebruik van automatisering, moet op het door het kantoor van vertrek te bewaren exemplaar het origineel van de met de hand geschreven handtekening van de belanghebbende voorkomen. Wanneer deze een rechtspersoon is, dient degene die ondertekent zijn handtekening door de vermelding van zijn naam, voornaam en functie te laten volgen.

    Vak nr. 51: Voorziene kantoren van doorgang (en land)

    Vermelding van het voorziene kantoor van binnenkomst van elk land over het grondgebied waarvan de goederen zullen worden vervoerd of, indien het vervoer over een ander grondgebied dan dat van de overeenkomstsluitende partijen zal plaatsvinden, van het kantoor van uitgang langs hetwelk het vervoer het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen verlaat. Er wordt aan herinnerd dat de kantoren van doorgang zijn opgenomen in de "Lijst van douanekantoren die bevoegd zijn voor douanevervoer''. Achter de benaming van het kantoor, de code van het betrokken land vermelden.

    Vak nr. 52: Zekerheid

    Vermelding van alle gegevens met betrekking tot de soort van zekerheidstelling die voor de betrokken verrichting wordt gebruikt.

    Vak nr. 53: Kantoor van bestemming (en land)

    Vermelding van het kantoor waar de goederen moeten worden aangebracht om het douanevervoer te beëindigen. Er wordt aan herinnerd dat de kantoren van bestemming vermeld zijn in de "Lijst van douanekantoren die bevoegd zijn voor douanevervoer''.

    Achter de benaming van het kantoor, de code van het betrokken land vermelden.

    Vak nr. 54: Plaats en datum, handtekening en naam van de aangever of zijn vertegenwoordiger

    Behoudens nog vast te stellen bijzondere bepalingen ter zake van het gebruik van automatisering, dient op het door het kantoor van verzending te bewaren exemplaar het origineel van de handgeschreven handtekening van de betrokken persoon gevolgd door zijn naam en voornaam voor te komen. Wanneer deze een rechtspersoon is, dient, wanneer dit door de overeenkomstsluitende partijen wordt vereist, degene die ondertekent zijn handtekening en zijn naam en voornaam door de vermelding van zijn functie te laten volgen.

    II. Formaliteiten tijdens het vervoer

    Het is mogelijk dat er, tussen het tijdstip waarop de goederen het kantoor van uitvoer en/of vertrek verlaten en dat waarop zij bij het kantoor van bestemming aankomen, op de exemplaren van het enig document die de goederen vergezellen, bepaalde vermeldingen dienen te worden aangebracht. Deze vermeldingen hebben betrekking op het vervoer en dienen, naarmate dat vervoer wordt afgewikkeld door de vervoerder die verantwoordelijk is voor het vervoermiddel waarop of waarin de goederen rechtstreeks zijn geladen, op het document te worden aangebracht. Deze vermeldingen mogen op leesbare wijze met de hand worden aangebracht; in dit geval dienen de formulieren met inkt en in blokletters te worden ingevuld.

    Deze vermeldingen hebben slechts betrekking op de hierna volgende vakken (exemplaren 4 en 5):

    - Overlading: vak nr. 55 in te vullen

    Vak nr. 55 (Overladingen):

    De eerste drie regels van dit vak dienen door de vervoerder te worden ingevuld wanneer de goederen tijdens het vervoer op of in een ander vervoermiddel of in een andere container worden overgeladen.

    Er wordt aan herinnerd dat de vervoerder in geval van overlading de beoogde autoriteiten hiervan in kennis moet stellen, met name wanneer een nieuwe verzegeling moet worden aangebracht en om een en ander op het document voor douanevervoer te laten aantekenen.

    Wanneer de douane overlading zonder douanetoezicht heeft toegestaan, moet de vervoerder zelf een en ander op het document voor douanevervoer aantekenen en het eerstvolgende douanekantoor waar de goederen moeten worden vertoond, met het oog op visering daarvan op de hoogte stellen.

    - Andere voorvallen: vak nr. 56 in te vullen

    Vak nr. 56 (andere voorvallen tijdens het vervoer):

    Vak in te vullen overeenkomstig de voorschriften inzake douanevervoer.

    Wanneer tijdens het vervoer van in of op een oplegger geladen goederen een verandering van trekkend voertuig plaatsvindt (zonder dat de goederen daarbij worden behandeld of overgeladen) dienen in dit vak het registratienummer en de nationaliteit van het nieuwe trekkende voertuig te worden vermeld. In dergelijke gevallen is visering door de bevoegde autoriteiten niet vereist.

    III. Formaliteiten in het land van bestemming

    Vak nr. 1: Aangifte

    Vermelding van de toepasselijke code als vastgesteld in bijlage III.

    Vermelding van het type van aangifte (tweede deelvak) is voor de overeenkomstsluitende partijen facultatief.

    Het rechter (derde) deelvak mag niet worden ingevuld met het oog op de invoerformaliteiten.

    Vak nr. 2: Exporteur

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak. Vermelding van de naam en voornaam of handelsnaam en het volledige adres van de exporteur of de verkoper van de goederen.

    Vak nr. 3: Formulieren

    Vermelding van het volgnummer van de set in het totale aantal gebruikte sets van formulieren en aanvullende formulieren (bij voorbeeld: wanneer één formulier en twee aanvullende formulieren worden overgelegd, op het formulier 1/3, op het eerste aanvullende formulier 2/3 en op het tweede aanvullende formulier 3/3 vermelden).

    Wanneer de aangifte slechts op één artikel betrekking heeft (dat wil zeggen wanneer slechts één vak "omschrijving van de goederen'' moet worden ingevuld), dient niets te worden vermeld in vak nr. 3 maar dient het cijfer 1 te worden vermeld in vak nr. 5.

    Vak nr. 4: Ladingslijsten

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak.

    Vermelding, in cijfers, van het aantal eventueel bijgevoegde ladingslijsten of het aantal door de bevoegde autoriteit toegelaten lijsten waarin de goederen worden beschreven.

    Vak nr. 5: Artikelen

    Vermelding van het totale aantal artikelen dat door de belanghebbende op al de gebruikte formulieren en aanvullende formulieren (of ladingslijsten of lijsten waarin de goederen worden beschreven) wordt aangegeven. Het aantal artikelen moet overeenstemmen met het aantal vakken "omschrijving van de goederen'' dat moet worden ingevuld.

    Vak nr. 6: Totaal colli

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak. Vermelding van het totale aantal colli waaruit de betrokken zending bestaat.

    Vak nr. 7: Referentienummer

    Voor de gebruiker een facultatieve vermelding van het door de belanghebbende aan de betrokken zending toegekende referentienummer.

    Vak nr. 8: Geadresseerde

    Vermelding van de naam en voornaam of handelsnaam en het volledige adres. Bij groupage-ladingen kunnen de overeenkomstsluitende partijen voorschrijven dat de vermelding "verschillende'' wordt aangebracht in dit vak en dat de lijst met geadresseerden bij de aangifte wordt gevoegd. Wat het identificatienummer betreft kan de toelichting door de overeenkomstsluitende partijen worden aangevuld (identificatienummer dat door de bevoegde autoriteiten om fiscale, statistische of andere redenen aan de belanghebbende wordt toegekend).

    Vak nr. 9: Financieel verantwoordelijke

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (persoon die verantwoordelijk is voor het binnenbrengen of het overmaken van de deviezen in verband met de betrokken transactie).

    Vak nr. 10: Land van laatste herkomst

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak dat overeenkomstig hun vereisten moet worden gebruikt.

    Vak nr. 11: Handelsland/Land van produktie

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak dat overeenkomstig hun vereisten moet worden gebruikt.

    Vak nr. 12: Gegevens inzake de waarde

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (gegevens noodzakelijk voor het vaststellen van de douanewaarde, de statistische waarde of de fiscale waarde).

    Vak nr. 13: Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (informatie met betrekking tot de toepassing van het landbouwbeleid).

    Vak nr. 14: Aangever of vertegenwoordiger van de geadresseerde

    Vermelding, overeenkomstig de geldende bepalingen, voor zover nodig, van de naam en voornaam of handelsnaam en het volledige adres van de belanghebbende. Indien de aangever tevens de geadresseerde is, vermeld "geadresseerde''.

    Wat het identificatienummer betreft kan de toelichting door de overeenkomstsluitende partijen worden aangevuld (identificatienummer dat door de bevoegde autoriteiten aan de belanghebbende wordt toegekend om redenen van fiscale, statistische of andere aard).

    Vak nr. 15: Land van uitvoer

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak. Vermelding van de naam van het land waaruit de goederen worden uitgevoerd. Vermelding in vak nr. 15a van de code van het betrokken land.

    Vak nr. 15b behoeft niet te worden ingevuld.

    Vak nr. 16: Land van oorsprong

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak. Wanneer de aangifte betrekking heeft op verschillende artikelen van diverse oorsprong, de vermelding "diverse'' aanbrengen.

    Vak nr. 17: Land van bestemming

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak. Vermelding van de naam van het betrokken land.

    Vermelding in vak nr. 17a van de code van dit land.

    Vermelding in vak nr. 17b van de regio van bestemming van de goederen.

    Vak nr. 18: Identiteit en nationaliteit van het vervoermiddel bij aankomst

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak. Vermelding van de identiteit, bij voorbeeld het (de) registratienummer(s) of de naam van het (de) vervoermiddel(en) (vrachtwagen, vaartuig, wagon, vliegtuig) waarop of waarin de goederen rechtstreeks zijn geladen wanneer zij worden aangebracht bij het douanekantoor waar de invoerformaliteiten worden vervuld, vervolgens de nationaliteit van dit vervoermiddel (of van datgene waarmee het geheel wordt voortbewogen indien er meer dan één vervoermiddel is) overeenkomstig de daartoe vastgestelde codes. Bij voorbeeld, wanneer een trekkend voertuig en een aanhangwagen verschillende registratienummers hebben, zowel het registratienummer van het trekkende voertuig als dat van de aanhangwagen alsmede de nationaliteit van het trekkende voertuig vermelden.

    Bij postzendingen of bij vervoer door middel van vaste transportinrichtingen, worden registratienummer en nationaliteit niet vermeld.

    Bij vervoer per spoor wordt de nationaliteit niet vermeld.

    Vak nr. 19: Container(s) (Ctr)

    Vermelding van de vereiste gegevens overeenkomstig de in bijlage III vastgestelde codes.

    Vak nr. 20: Leveringsvoorwaarden

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (vermelding van bepaalde bedingen uit het handelscontract).

    Vak nr. 21: Identiteit en nationaliteit van het grensoverschrijdende actieve vervoermiddel

    Wat de identiteit betreft is dit vak facultatief voor de overeenkomstsluitende partijen. Een verplicht vak wat de nationaliteit betreft.

    Voor postzendingen, vervoer per spoor of door middel van vaste transportinrichtingen behoeven de nationaliteit en het registratienummer echter niet te worden vermeld.

    Vermelding van de aard (vrachtwagen, vaartuig, wagon, vliegtuig), gevolgd door de identiteit, bij voorbeeld het registratienummer of de naam van het actieve vervoermiddel (d.w.z. het voortbewegende vervoermiddel) waarmede de grens van het land van bestemming wordt overschreden en vervolgens de nationaliteit van dit actieve vervoermiddel volgens de daartoe voorgeschreven code.

    Bij gecombineerd vervoer of indien meer dan één vervoermiddel wordt gebruikt, is het voertuig dat het geheel voortbeweegt het actieve vervoermiddel. Voorbeeld: bij een vrachtwagen op een schip is het schip het actieve vervoermiddel; bij trekker en aanhangwagen is de trekker het actieve vervoermiddel.

    Vak nr. 22: Valuta en totaal gefactureerd bedrag

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (vermelding van de code voor de valuta waarin de factuur luidt en het gefactureerde bedrag voor alle aangegeven goederen).

    Vak nr. 23: Wisselkoers

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (geldende koers voor het omrekenen van de valuta van de factuur in de valuta van het betrokken land).

    Vak nr. 24: Aard van de transactie

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (bepaalde bedingen uit het handelscontract).

    Vak nr. 25: Vervoerwijze aan de grens

    Vermelding, overeenkomstig de in bijlage III vastgestelde codes, van de vervoerwijze die overeenstemt met het actieve vervoermiddel waarmede de goederen het grondgebied van het land van bestemming zijn binnengekomen.

    Vak nr. 26: Binnenlandse vervoerwijze

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (overeenkomstig de in bijlage III vastgestelde codes de vervoerwijze binnen het betrokken land vermelden).

    Vak nr. 27: Plaats van de lossing

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak. Vermelding, eventueel in codevorm wanneer dit is voorgeschreven, van de plaats waar de goederen worden gelost van of uit het actieve vervoermiddel waarmee zij de grens van het land van bestemming hebben overschreden.

    Vak nr. 28: Financiële en bankgegevens

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (overmaken van deviezen in verband met de betrokken transactie - gegevens betreffende de financiële formaliteiten en procedure alsook de bankreferenties).

    Vak nr. 29: Kantoor van binnenkomst

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (het douanekantoor waarlangs de goederen het grondgebied van het betrokken land zijn binnengekomen vermelden).

    Vak nr. 30: Plaats van de goederen

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (de juiste plaats waar de goederen kunnen worden onderzocht vermelden).

    Vak nr. 31: Colli en omschrijving van de goederen; merken en nummers - container(s) nr(s) - aantal en soort

    Vermelding van merken, nummers, aantal en soort van de colli of, wanneer het onverpakte goederen betreft, al naar gelang van het geval, het aantal voorwerpen waarop de aangifte betrekking heeft of "los gestort'' alsmede, in beide gevallen, de gegevens die voor de identificatie van de goederen noodzakelijk zijn. Onder omschrijving van de goederen wordt verstaan de gebruikelijke handelsbenaming in bewoordingen die zo nauwkeurig zijn dat hun identificatie en indeling mogelijk zijn. Dit vak moet eveneens de uit hoofde van eventuele specifieke voorschriften vereiste gegevens bevatten (zoals BTW of accijns). Indien containers worden gebruikt moeten in dit vak tevens de identificatiemerken daarvan worden vermeld.

    Wanneer de belanghebbende in vak nr. 16 (Land van oorsprong) "diverse'' heeft ingevuld, kunnen de overeenkomstsluitende partijen eisen dat hier de naam van het land van oorsprong van de betrokken goederen wordt vermeld.

    Vak nr. 32: Artikelnummer

    Vermelding van het volgnummer van het betrokken artikel in het totale aantal artikelen dat is aangegeven in de formulieren die als omschreven in vak nr. 5 worden gebruikt.

    Wanneer de aangifte slechts op één artikel betrekking heeft, kunnen de overeenkomstsluitende partijen bepalen dat in dit vak niets wordt vermeld aangezien het cijfer 1 reeds in vak nr. 5 vermeld is.

    Vak nr. 33: Goederencode

    Vermelding van het codenummer dat met het betrokken artikel overeenstemt. De overeenkomstsluitende partijen kunnen voorschrijven dat in het tweede en de volgende deelvakken een code voor specifieke doeleinden wordt vermeld.

    Vak nr. 34: Code land van oorsprong

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak. Vermelding in vak nr. 34a van de code van het in vak nr. 16 vermelde land. Wanneer in vak nr. 16 de vermelding "diverse'' is aangebracht, moet de code worden vermeld die met het land van oorsprong van het betreffende artikel overeenstemt. (Vak nr. 34b mag niet worden ingevuld.)

    Vak nr. 35: Brutomassa

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak. Vermelding van de in kilogram uitgedrukte brutomassa van de goederen die in het overeenstemmende vak nr. 31 zijn omschreven. De brutomassa is de massa van de goederen vermeerderd met de massa van al hun verpakkingen, met uitzondering van het transportmaterieel en met name van containers.

    Vak nr. 36: Preferentie

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (verwijzing naar een preferentieel recht dat moet worden toegepast).

    Vak nr. 37: Regeling

    Vermelding, overeenkomstig de daartoe vastgestelde codes, van de regeling waarvoor de goederen worden aangegeven ter bestemming.

    Vak nr. 38: Nettomassa

    Vermelding van de in kilogram uitgedrukte nettomassa van de goederen die in het overeenstemmende vak nr. 31 zijn omschreven. De nettomassa is de eigen massa van de van al hun verpakkingen ontdane goederen.

    Vak nr. 39: Contingent

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (indien nodig voor de toepassing van de voorschriften inzake contingenten).

    Vak nr. 40: Summiere aangifte / Voorafgaand document

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (referentienummers van de eventueel in het land van bestemming gebruikte summiere aangifte of van de documenten met betrekking tot enige voorafgaande administratieve regeling).

    Vak nr. 41: Aanvullende eenheden

    Voor zover nodig in te vullen overeenkomstig de naamlijst der goederen. Vermelding voor het betrokken artikel van de hoeveelheid uitgedrukt in de eenheid die in de naamlijst der goederen is vastgesteld.

    Vak nr. 42: Prijs van de goederen

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (vermelding van het deel van de in vak nr. 22 voorkomende prijs dat op de in vak nr. 31 omschreven goederen betrekking heeft).

    Vak nr. 43: Code M.W. (methode waardevaststelling)

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (gegevens noodzakelijk voor het vaststellen van de douanewaarde, de statistische waarde of de fiscale waarde).

    Vak nr. 44: Bijzondere vermeldingen, voorgelegde stukken, certificaten en vergunningen

    Aanbrenging van de vermeldingen die uit hoofde van enige in het land van bestemming toepasselijke specifieke voorschriften zijn vereist en vermeld tevens de referentienummers van de tot staving van de aangifte overgelegde documenten. (Daaronder kunnen de serienummers van de controle-exemplaren T 5, het nummer van de invoerlicentie/-vergunning, gegevens betreffende veterinaire en fytosanitaire voorschriften en het connossementnummer begrepen zijn.) Het deelvak "Code bijzondere vermeldingen'' mag niet worden ingevuld.

    Vak nr. 45: Aanpassing

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (gegevens noodzakelijk voor het vaststellen van de douanewaarde, de statistische waarde of de fiscale waarde).

    Vak nr. 46: Statistische waarde

    Vermelding, overeenkomstig de geldende voorschriften, van het bedrag van de statistische waarde uitgedrukt in de door het land van bestemming voorgeschreven munteenheid.

    Vak nr. 47: Berekening van de belastingen

    De overeenkomstsluitende partijen kunnen eisen dat, in voorkomend geval, op elke regel overeenkomstig de daartoe vastgestelde codes de volgende gegevens worden vermeld:

    - type van belasting (rechten bij invoer);

    - maatstaf van heffing;

    - toepasselijke heffingsvoet;

    - verschuldigd bedrag van de aldus berekende belasting;

    - gekozen wijze van betaling (WB).

    Vak nr. 48: Uitstel van betaling

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak (verwijzing naar de desbetreffende vergunning).

    Vak nr. 49: Identificatie van het entrepot

    Voor de overeenkomstsluitende partijen een facultatief vak.

    Vak nr. 50: Plaats en datum, handtekening en naam en voornaam van de aangever of zijn vertegenwoordiger

    Behoudens nog vast te stellen bepalingen ter zake van het gebruik van automatisering dient op het door het kantoor van bestemming te

    bewaren exemplaar het origineel van de met de hand geschreven handtekening van de belanghebbende gevolgd door zijn naam voor te komen. Wanneer deze een rechtspersoon is dient, wanneer dit door de overeenkomstsluitende partijen wordt vereist, degene die ondertekent zijn handtekening en zijn naam en voornaam te laten volgen door de vermelding van zijn functie.

    TITEL III

    Opmerkingen betreffende de aanvullende bladen

    A. Aanvullende formulieren mogen slechts worden gebruikt wanneer de aangifte betrekking heeft op meer dan één artikel (zie vak nr. 5). Zij moeten te zamen met een formulier worden overgelegd.

    B. De opmerkingen van de titels I en II zijn eveneens van toepassing op de aanvullende formulieren.

    Evenwel:

    - is vak nr. 2/8 voor de overeenkomstsluitende partijen facultatief en mag het slechts de naam en het eventuele identificatienummer van de belanghebbende bevatten;

    - is het gedeelte "Samenvatting'' van vak nr. 47 bestemd voor de definitieve samenvatting van alle artikelen waarop de gebruikte formulieren betrekking hebben. Daarom mag het slechts worden ingevuld op het laatste aanvullende blad dat

    bij een formulier voor een enig document is gevoegd ten

    einde daarin het totaal per type van belasting en het totaalgeneraal (TG) van de verschuldigde belastingen te vermelden.

    C. Wanneer aanvullende formulieren worden gebruikt moeten de niet gebruikte vakken "omschrijving van de goederen'' worden doorgehaald, zodat deze daarna niet meer kunnen worden gebruikt.

    BIJLAGE III

    IN HET ENIG DOCUMENT TE GEBRUIKEN CODES

    Vak nr. 1: Aangifte

    Eerste deelvak:

    Het teken EU moet worden gebruikt voor:

    - de aangifte ten uitvoer naar een andere overeenkomstsluitende partij;

    - de aangifte ten invoer uit een andere overeenkomstsluitende partij.

    Derde deelvak:

    Dit deelvak moet slechts worden ingevuld wanneer het formulier voor douanevervoer moet worden gebruikt.

    Vak nr. 19: Container

    De volgende codes zijn vastgesteld:

    0: niet in containers vervoerde goederen;

    1: in containers vervoerde goederen.

    Vak nr. 25: Vervoerwijze aan de grens

    De lijst van vastgestelde codes is hieronder opgenomen.

    Code voor de vervoerwijzen, post- en andere zendingen

    A. Code met één cijfer (verplicht).

    B. Code met twee cijfers (tweede cijfer facultatief voor de overeenkomstsluitende partijen).

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Vak nr. 26: Binnenlandse vervoerwijze

    De voor vak nr. 25 vastgestelde codes zijn van toepassing.

    Vak nr. 33: Goederencode

    Eerste deelvak:

    In de Gemeenschap de acht cijfers van de geïntegreerde nomenclatuur invullen. In de EVA-landen de zes cijfers van het geharmoniseerde systeem voor de omschrijving en codering van goederen invullen.

    Overige deelvakken:

    In te vullen overeenkomstig enig andere specifieke code van de overeenkomstsluitende partijen (invulling dient onmiddellijk na het eerste deelvak te beginnen).

    Top