Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 21979A1006(01)

Internationale overeenkomst betreffende natuurlijke rubber van 1979

PB L 213 van 16.8.1980, pp. 2–25 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 22/10/1987

Related Council decision

21979A1006(01)

Internationale overeenkomst betreffende natuurlijke rubber van 1979

Publicatieblad Nr. L 213 van 16/08/1980 blz. 0002 - 0025
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 11 Deel 21 blz. 0032


++++

INTERNATIONALE OVEREENKOMST

BETREFFENDE NATUURLIJKE RUBBER VAN 1979

( Vertaling )

INHOUDSOPGAVE

* Bladzijde *

Preambule * 3 *

Hoofdstuk I : Doelstellingen * 3 *

Hoofdstuk II : Definities * 4 *

Hoofdstuk III : Administratie en organisatie * 4 *

Hoofdstuk IV : De Internationale raad voor natuurlijke rubber * 5 *

Hoofdstuk V : Voorrechten en immuniteiten * 8 *

Hoofdstuk VI : Rekeningen en controle * 9 *

Hoofdstuk VII : Beheersrekening * 9 *

Hoofdstuk VIII : Buffervoorraad * 10 *

Hoofdstuk IX : Verhouding tot het Gemeenschappelijk fonds * 17 *

Hoofdstuk X : Maatregelen inzake bevoorrading * 17 *

Hoofdstuk XI : Overleg inzake binnenlands beleid * 18 *

Hoofdstuk XII : Statistieken , studies en voorlichting * 18 *

Hoofdstuk XIII : Diversen * 18 *

Hoofdstuk XIV : Klachten en geschillen * 19 *

Hoofdstuk XV : Slotbepalingen * 20 *

Bijlage A : Aandelen van de afzonderlijke uitvoerende landen in de totale netto-uitvoer van de landen welke deelnamen aan de Conferentie van de Verenigde Naties inzake natuurlijke rubber , vastgesteld met het oog op artikel 61 * 24 *

Bijlage B : Aandelen van de afzonderlijke invoerende landen en groepen van landen in de totale netto-invoer van de landen welke deelnamen aan de Conferentie van de Verenigde Naties inzake natuurlijke rubber , vastgesteld met het oog op artikel 61 * 24 *

Bijlage C : Kosten verbonden aan de buffervoorraad , volgens de raming van de voorzitter van de Conferentie van de Verenigde Naties inzake natuurlijke rubber van 1978 * 25 *

PREAMBULE

DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN ,

GELET op de verklaring en het actieprogramma betreffende de instelling van een nieuwe internationale economische orde ( 1 ) ,

OVERWEGENDE met name het belang van de in de vierde zitting van de Conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling aangenomen resolutie 93 ( IV ) en de in de vijfde zitting aangenomen resolutie 124 ( V ) betreffende het geïntegreerd programma voor basisprodukten ;

OVERWEGENDE het belang van natuurlijke rubber voor de economie van de leden , in het bijzonder voor de uitvoer van de uitvoerende leden en de bevoorradingsbehoeften van de invoerende leden ;

OVERWEGENDE voorts dat de stabilisatie van de prijzen van natuurlijke rubber in het belang is van de producenten , verbruikers en markten van natuurlijke rubber en dat een internationale overeenkomst betreffende natuurlijke rubber aanzienlijk kan bijdragen tot de groei en ontwikkeling van de industrie van natuurlijke rubber tot voordeel van zowel producenten als verbruikers ,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN :

HOOFDSTUK I

DOELSTELLINGEN

Artikel 1

Doelstellingen

De doelstellingen van de Internationale overeenkomst betreffende natuurlijke rubber van 1979 ( hierna genoemd deze Overeenkomst ) zijn , mede met het oog op het bereiken van de doelstellingen ter zake die door de Conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling zijn aangenomen in de Resoluties 93 ( IV ) en 124 ( V ) betreffende het geïntegreerd programma voor basisprodukten , onder meer de volgende :

a ) het bereiken van een evenwichtige groei tussen de vraag naar en het aanbod van natuurlijke rubber en daarmede te helpen de ernstige moeilijkheden die ontstaan door overschotten van of tekorten aan natuurlijke rubber te verlichten ;

b ) het bereiken van stabiele handelsvoorwaarden voor natuurlijke rubber door het voorkomen van buitensporige prijsschommelingen van natuurlijke rubber die van nadelige invloed zijn op de belangen op lange termijn van zowel producenten als verbruikers en het stabiliseren van deze prijzen zonder verstoring van de marktontwikkelingen op lange termijn , zulks in het belang van producenten en verbruikers ;

c ) helpen de inkomsten uit export van natuurlijke rubber voor de uitvoerende leden te stabiliseren en deze inkomsten te verhogen door de export van natuurlijke rubber tegen billijke en lonende prijzen uit te breiden en daardoor bij te dragen tot het geven van de nodige stimulans voor een dynamische en stijgende produktie en het verstrekken van de middelen voor een versnelde economische groei en sociale ontwikkeling ;

d ) streven naar het verzekeren van de nodige leveranties van natuurlijke rubber om aan de behoeften van de invoerende leden tegen billijke en redelijke prijzen te voldoen en de betrouwbaarheid en de continuïteit van deze leveranties te verbeteren ;

e ) het nemen van de nodige stappen in het geval van een overschot of tekort aan natuurlijke rubber om de economische moeilijkheden die de leden kunnen ondervinden te verminderen ;

f ) streven naar het uitbreiden van de internationale handel in en het verbeteren van de markttoegang voor natuurlijke rubber en de verwerkte produkten daarvan ;

g ) het verbeteren van de concurrentiepositie van natuurlijke rubber door onderzoek en ontwikkeling inzake vraagstukken van natuurlijke rubber te bevorderen ;

h ) het stimuleren van een doeltreffende ontwikkeling van de natuurlijke rubbersector door verbeteringen in de verwerking , het op de markt brengen en de distributie van ruwe natuurlijke rubber te vergemakkelijken en te bevorderen ; en

i ) het bevorderen van de internationale samenwerking in en overleg over aangelegenheden betreffende natuurlijke rubber in verband met vraag en aanbod en het bevorderen en coordineren van onderzoek , hulp en andere programma's voor natuurlijke rubber .

HOOFDSTUK II

DEFINITIES

Artikel 2

Definities

Voor deze Overeenkomst geldt het volgende :

1 . Onder " natuurlijke rubber " wordt verstaan ongevulcaniseerd elastomeer , in vaste of in vloeibare vorm , van de Hevea brasiliensis of elke andere plant die de Raad met het oog op deze Overeenkomst mocht aanwijzen .

2 . Onder " Overeenkomstsluitende Partij " wordt verstaan een regering , of een in artikel 5 bedoelde intergouvernementele organisatie die heeft aanvaard zich voorlopig of definitief aan deze Overeenkomst te binden .

3 . Onder " lid " wordt verstaan een Overeenkomstsluitende Partij als omschreven in definitie 2 .

4 . Onder " uitvoerend lid " wordt verstaan een lid dat natuurlijke rubber uitvoert en zelf heeft verklaard uitvoerend lid te zijn , behoudens goedkeuring door de Raad .

5 . Onder " invoerend lid " wordt verstaan een lid dat natuurlijke rubber invoert en zelf heeft verklaard invoerend lid te zijn , behoudens goedkeuring door de Raad .

6 . Onder " Organisatie " wordt verstaan de in artikel 3 bedoelde Internationale organisatie voor natuurlijke rubber .

7 . Onder " Raad " wordt verstaan de in artikel 6 bedoelde Internationale raad voor natuurlijke rubber .

8 . Onder " speciale stemming " wordt verstaan een stemming waarvoor ten minste zijn vereist twee derde van de stemmen uitgebracht door aanwezige en aan de stemming deelnemende uitvoerende leden en ten minste twee derde van de stemmen uitgebracht door aanwezige en aan de stemming deelnemende invoerende leden , afzonderlijk geteld , op voorwaarde dat deze stemmen door ten minste de helft van de in elke categorie aanwezige leden die aan de stemming deelnemen worden uitgebracht .

9 . Onder " uitvoer van natuurlijke rubber " wordt verstaan natuurlijke rubber die het douanegebied van een lid verlaat en onder " invoer van natuurlijke rubber " wordt verstaan natuurlijke rubber die het douanegebied van een lid binnenkomt , met dien verstande dat voor deze definities het douanegebied van een lid dat meer dan één douanegebied omvat wordt geacht betrekking te hebben op alle douanegebieden van dit lid .

10 . Onder " verdeelde eenvoudige meerderheidsstemming " wordt verstaan een stemming waarvoor meer dan de helft van de totale stemmen van de aanwezige en aan de stemming deelnemende uitvoerende leden is vereist en meer dan de helft van de totale stemmen van de aanwezige en aan de stemming deelnemende invoerende leden , afzonderlijk geteld .

11 . Onder " vrijelijk bruikbare valuta " wordt verstaan de Duitse mark , de Franse frank , de Japanse yen , het pond sterling en de US dollars .

12 . Onder " boekjaar " wordt verstaan de periode van 1 januari tot en met 31 december .

13 . Onder " inwerkingtreding " wordt verstaan de datum waarop deze Overeenkomst overeenkomstig artikel 61 voorlopig of definitief in werking treedt . 14 . Onder " ton " wordt verstaan een metrieke ton , dat wil zeggen 1 000 kg .

15 . Onder " overheidsborgstellingen " worden verstaan de financiële verplichtingen die de leden ten opzichte van de Raad zijn aangegaan als waarborg voor de financiering van de noodbuffervoorraad en waar de Raad overeenkomstig artikel 28 gebruik van kan maken om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen ; de leden zijn ten opzichte van de Raad slechts aansprakelijk voor het bedrag van hun borgstellingen .

16 . Onder " Maleisische/Singapore cent " wordt verstaan het gemiddelde van de Maleisische sen en de Singapore cent tegen de geldende wisselkoersen .

17 . Onder " nettobijdrage van een lid gewogen naar tijd " wordt verstaan de nettobijdrage afgewogen naar het aantal jaren lidmaatschap van de Organisatie .

HOOFDSTUK III

ADMINISTRATIE EN ORGANISATIE

Artikel 3

Instelling , hoofdkantoor en structuur van de Internationale organisatie voor natuurlijke rubber

1 . Er wordt een Internationale organisatie voor natuurlijke rubber ingesteld voor de uitvoering van de bepalingen van en het toezicht op de werking van deze Overeenkomst .

2 . De Organisatie werkt door de Internationale raad voor natuurlijke rubber , een uitvoerend directeur en personeel , en alle andere bij deze Overeenkomst ingestelde organen .

3 . In zijn eerste zitting beslist de Raad , bij speciale stemming , of het hoofdkantoor van de Organisatie te Koeala Loempoer of te Londen wordt gevestigd .

4 . Het hoofdkantoor van de Organisatie is steeds gevestigd op het grondgebied van een lid .

Artikel 4

Lidmaatschap van de Organisatie

1 . Er zijn twee categorieën leden , te weten :

a ) uitvoerende leden , en

b ) invoerende leden .

2 . De Raad stelt criteria vast betreffende de verandering van categorie van lidmaatschap van een lid als bepaald in lid 1 , zulks met inachtneming van de bepalingen van de artikelen 25 en 28 . Een lid dat aan deze criteria voldoet , mag van categorie van lidmaatschap veranderen , behoudens goedkeuring door de Raad bij speciale stemming .

3 . Elke Overeenkomstsluitende Partij vormt één lid van de Organisatie .

Artikel 5

Lidmaatschap van intergouvernementele organisaties

1 . Elke vermelding in deze Overeenkomst van een " regering " of " regeringen " wordt geacht ook te gelden voor de Europese Economische Gemeenschap , alsmede voor elke intergouvernementale organisatie die verantwoordelijkheden bezit op het gebied van onderhandelen , sluiten en ten uitvoer leggen van internationale overeenkomsten , met name overeenkomsten inzake basisprodukten . Elke vermelding in deze Overeenkomst van ondertekening , bekrachtiging , aanvaarding of goedkeuring , of van kennisgeving van voorlopige toepassing of van toetreding wordt derhalve in het geval van intergouvernementele organisaties mede geacht te gelden als vermelding van ondertekening , bekrachtiging , aanvaarding of goedkeuring of kennisgeving van voorlopige toepassing of van toetreding door deze intergouvernementele organisaties .

2 . In geval van stemmingen over aangelegenheden die onder hun bevoegheid vallen , oefenen deze intergouvernementele organisaties het stemrecht uit met een aantal stemmel dat overeenkomt met het totale aantal stemmen dat overeenkomstig artikel 15 aan hun Lid-Staten is toegekend .

HOOFDSTUK IV

DE INTERNATIONALE RAAD VOOR NATUURLIJKE RUBBER

Artikel 6

Samenstelling van de Internationale raad voor natuurlijke rubber

1 . De hoogste autoriteit van de Organisatie is de Internationale raad voor natuurlijke rubber ; de Raad bestaat uit alle leden van de Organisatie .

2 . Elk lid wordt in de Raad vertegenwoordigd door een vertegenwoordiger en kan plaatsvervangers en adviseurs aanwijzen om de zittingen van de Raad bij te wonen .

3 . Een plaatsvervangend vertegenwoordiger mag namens de vertegenwoordiger bij diens afwezigheid of in speciale omstandigheden optreden en stemmen .

Artikel 7

Bevoegdheden en werking van de Raad

1 . De Raad oefent alle bevoegdheden uit en verricht of regelt de uitvoering van alle taken die voor de tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze Overeenkomst noodzakelijk zijn .

2 . De Raad stelt , bij speciale stemming , de regelingen en voorschriften vast die voor de tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze Overeenkomst noodzakelijk en daarmede in overeenstemming zijn . Hierbij is inbegrepen het reglement van orde voor de Raad en voor de overeenkomstig artikel 19 ingestelde commissies , regels voor beheer en werking van de buffervoorraad , het financieel reglement en het personeelsstatuut van de Organisatie . De Raad kan in zijn reglement van orde een procedure opnemen volgens welke , zonder vergadering , over specifieke vraagstukken besluiten kunnen worden genomen .

3 . De Raad houdt de boeken bij die voor de uitvoering van de taken overeenkomstig deze Overeenkomst zijn vereist .

4 . De Raad publiceert jaarlijks een verslag van de werkzaamheden van de Organisatie en alle andere inlichtingen die nodig worden geacht .

Artikel 8

Leningen in buitengewone omstandigheden

1 . De Raad kan bij speciale stemming voor de buffervoorraad en/of beheersrekening uit niet-officiële bronnen lenen om tekorten op deze rekeningen te dekken die zijn veroozaakt door tijdsverschiller tussen goedgekeurde uitgaven en vereiste bijdragen . Indien de lening het gevolg is van een vertraagde ontvangst van de bijdrage van een lid zullen de kosten die deze lening voor de Raad meebrengt door het lid dat achterstand heeft worden voldaan , naast de volledige betaling van zijn bijdrage .

2 . Een lid kan verkiezen zijn bijdrage aan de desbetreffende rekening rechtstreeks in contanten te voldoen in plaats van een lening uit niet-officiële bronnen door de Raad voor het aandeel van dit lid in de vereiste middelen .

Artikel 9

Overdracht van bevoegdheden

1 . De Raad kan , bij speciale stemming , aan een overeenkomstig artikel 19 ingestelde commissie de uitoefening van enkele of alle bevoegdheden overdragen , die overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst geen speciale stemming van de Raad vereisen . Ondanks deze overdracht kan de Raad op elk moment een bespreking houden of besluiten nemen over een vraagstuk dat aan een van de commissies is overgedragen .

2 . De Raad kan , bij speciale stemming , een aan een commissie overgedragen bevoegdheid intrekken .

Artikel 10

Samenwerking met andere organisaties

1 . De Raad kan alle geëigende regelingen treffen voor overleg of samenwerking met de Verenigde Naties , de organen en gespecialiseerde organisaties daarvan en , voor zover nodig , met andere intergouvernementele organisaties .

2 . De Raad kan eveneens regelingen treffen voor het onderhouden van contact met daartoe in aanmerking komende internationale niet-gouvernementele organisaties .

Artikel 11

Toelating van waarnemers

De Raad kan een regering die geen lid is of een in artikel 10 bedoelde organisatie verzoeken als waarnemer de vergaderingen van de Raad of van een volgens artikel 19 ingestelde commissie bij te wonen .

Artikel 12

Voorzitter en vice-voorzitter

1 . De Raad kiest telkens voor een jaar een voorzitter en een vice-voorzitter .

2 . De voorzitter en de vice-voorzitter worden gekozen , de een uit de vertegenwoordigers van de uitvoerende leden en de ander uit de vertegenwoordigers van de invoerende leden . Deze functies wisselen ieder jaar tussen beide categorieën van leden , doch zulks belet niet de herverkiezing van een van hen of van beiden in bijzondere omstandigheden , bij speciale stemming van de Raad .

3 . Indien de voorzitter tijdelijk afwezig is wordt hij vervangen door de vice-voorzitter . Bij tijdelijke afwezigheid van zowel de voorzitter als de vice-voorzitter of bij voortdurende afwezigheid van een van hen of beiden kan de Raad uit de vertegenwoordigers van de uitvoerende leden en/of uit de vertegenwoordigers van de invoerende leden tijdelijk of blijvend nieuwe functionarissen kiezen .

4 . Noch de voorzitter noch elke andere functionaris die een vergadering van de Raad voorzit heeft in die vergadering stemrecht . Hij kan echter een andere vertegenwoordiger uit dezelfde categorie van leden machtigen de stemrechten uit te oefenen van het lid dat hij vertegenwoordigt .

Artikel 13

Uitvoerend directeur , beheerder buffervoorraad en ander personeel

1 . De Raad benoemt bij speciale stemming een uitvoerend directeur en een beheerder buffervoorraad .

2 . De Raad beslist over de aanstellingsvoorwaarden voor de uitvoerend directeur en de beheerder buffervoorraad .

3 . De uitvoerend directeur is hoofd van de administratie van de Organisatie en is ten opzichte van de Raad verantwoording verschuldigd voor het beheer en de werking van deze Overeenkomst in overeenstemming met de beslissingen van de Raad .

4 . De beheerder buffervoorraad is ten opzichte van de uitvoerend directeur en de Raad verantwoordelijk voor de taken die hem bij de Overeenkomst worden toevertrouwd alsmede voor de aanvullende taken die de Raad kan vaststellen . De beheerder buffervoorraad is verantwoordelijk voor de dagelijkse werking van de buffervoorraad en houdt de uitvoerend directeur op de hoogte van de algemene werking van de buffervoorraad zodat de uitvoerend directeur kan verzekeren dat aan de doelstellingen van deze Overeenkomst op doeltreffende wijze wordt voldaan .

5 . De uitvoerend directeur benoemt het personeel overeenkomstig door de Raad vastgestelde voorschriften . Het personeel is de uitvoerend directeur verantwoording verschuldigd .

6 . De uitvoerend directeur en het personeel , de beheerder buffervoorraad daarbij inbegrepen , mogen geen financiële belangen hebben in de rubberindustrie of -handel of daarmede verband houdende handelsactiviteiten .

7 . De uitvoerend directeur , de beheerder buffervoorraad en het andere personeel mogen bij de uitoefening van hun functies geen instructies vragen of aanvaarden van een lid of van enige andere autoriteit buiten de Raad of van een overeenkomstig artikel 19 ingestelde commissie . Zij onthouden zich van handelingen die schade zouden kunnen doen aan hun status van internationaal ambtenaar die slechts ten aanzien van de Raad verantwoording verschuldigd is . Elk lid eerbiedigt het uitsluitend internationale karakter van de verantwoordelijkheden van de uitvoerend directeur , de beheerder buffervoorraad en het andere personeel en zal niet trachten hen bij het uitoefenen van hun verantwoordelijkheden te beïnvloeden .

Artikel 14

Zittingen

1 . De Raad houdt als algemene regel elk halfjaar een gewone zitting .

2 . Naast de zittingen onder in deze Overeenkomst uitdrukkelijk vermelde omstandigheden kan de Raad ook voor speciale zittingen bijeenkomen wanneer de Raad hiertoe besluit of op het verzoek van :

a ) de voorzitter van de Raad ;

b ) de uitvoerend directeur ;

c ) een meerderheid van de uitvoerende leden ;

d ) een meerderheid van de invoerende leden ;

e ) een uitvoerend lid of uitvoerende leden die over ten minst 200 stemmen beschikken ; of

f ) een invoerend lid of invoerende leden die over ten minste 200 stemmen beschikken .

3 . De zittingen worden gehouden in het hoofdkantoor van de Organisatie tenzij de Raad , bij speciale stemming , anders beslist . Indien de Raad op uitnodiging van een lid elders dan in het hoofdkantoor van de Organisatie bijeenkomt , betaalt dit lid de extra kosten die hieruit voor de Raad voortvloeien .

4 . De convocaties voor de zittingen en de agenda voor die zittingen moeten door de uitvoerend directeur ten minste dertig dagen tevoren worden toegezonden ; in spoedgevallen echter moeten de convocaties ten minste zeven dagen van tevoren worden toegezonden .

Artikel 15

Stemverdeling

1 . De uitvoerende leden beschikken samen over 1 000 stemmen en de invoerende leden beschikken samen over 1 000 stemmen .

2 . Elk uitvoerend lid ontvangt van deze 1 000 stemmen één beginstem ; deze stem wordt echter niet toegekend indien de jaarlijkse netto-uitvoer van een uitvoerend lid minder dan 10 000 ton bedraagt . De overige stemmen worden over de uitvoerende leden verdeeld , zulks zoveel mogelijk naar verhouding van het volume van hun respectieve netto-uitvoer van natuurlijke rubber gedurende een periode van vijf kalenderjaren , te beginnen zes kalenderjaren voor de verdeling van de stemmen ; de netto-export van natuurlijke rubber van Singapore wordt echter voor deze periode berekend op 13 % van zijn totale uitvoer in die periode .

3 . De stemmen van de invoerende leden worden over hen verdeeld naar verhouding van hun gemiddelde respectieve netto-invoer van natuurlijke rubber in een periode van drie kalenderjaren , te beginnen vier kalenderjaren voor de verdeling van de stemmen ; elk invoerend lid word echter één stem toegekend , zelfs indien zijn aandeel in de netto-invoer naar verhouding anders niet voldoende groot is om zulks te rechtvaardigen .

4 . Met het oog op lid 2 en 3 van dit artikel , lid 2 en 3 van artikel 28 betreffende de bijdrage van de invoerende leden en artikel 39 , zal de Raad in zijn eerste zitting een tabel opstellen van de netto-uitvoer van de uitvoerende leden en een tabel van de netto-invoer van de invoerende leden die overeenkomstig dit artikel jaarlijks worden herzien .

5 . Er worden geen gedeelten van stemmen toegekend . Behoudens het bepaalde in lid 3 wordt elk gedeelte van minder dan 0,5 naar beneden en elk gedeelte boven of gelijk aan 0,5 naar boven afgerond .

6 . De Raad verdeelt de stemmen voor elk boekjaar in het begin van de eerste zitting van dat jaar overeenkomstig de bepalingen van dit artikel . De verdeling blijft van kracht voor de rest van het jaar , behoudens het bepaalde in lid 7 .

7 . Wanneer er wijziging in het lidmaatschap van de Organisatie komt of wanneer de stemrechten van een lid krachtens een bepaling van deze Overeenkomst worden geschorst of hersteld , verdeelt de Raad de stemmen in de betrokken categorie of categorieën van leden opnieuw overeenkomstig de bepalingen van dit artikel .

8 . Indien de uitsluiting van een lid overeenkomstig artikel 65 of de terugtrekking van een lid overeenkomstig artikel 64 of artikel 63 tot gevolg heeft dat het totale handelsaandeel van de overige leden in een categorie beneden 80 % daalt , komt de Raad bijeen en besluit over de voorwaarden , modaliteiten en toekomst van deze Overeenkomst , met name over de noodzakelijkheid om doeltreffende buffervoorraadverrichtingen in stand te houden zonder dat zulks onnodige financiële lasten voor de overige leden meebrengt .

Artikel 16

Stemprocedure

1 . Elk lid mag het aantal stemmen waarover het in de Raad beschikt uitbrengen en mag zijn stemmen niet verdelen .

2 . Bij schriftelijke kennisgeving aan de voorzitter van de Raad mag een uitvoerend lid een ander uitvoerend lid en een invoerend lid een ander invoerend lid machtigen zijn belangen te behartigen en zijn stemrechten uit te oefenen in een zitting of vergadering van de Raad .

3 . Een lid dat door een ander lid is gemachtigd de stemmen van laatstgenoemd lid uit te brengen brengt zoveel stemmen uit als waartoe hij is gemachtigd .

4 . Bij onthouding wordt een lid geacht zijn stemmen niet te hebben uitgebracht .

Artikel 17

Quorum

1 . In een vergadering van de Raad is het quorum bereikt indien de meerderheid van de uitvoerende leden en een meerderheid van de invoerende leden aanwezig is en deze leden over ten minste twee derde van het totale aantal stemmen in hun respectieve categorieën beschikken .

2 . Indien op de voor een vergadering vastgestelde dag en op de daaropvolgende dag geen quorum overeenkomstig lid 1 wordt bereikt , zal het quorum op de derde dag en daarna worden bereikt indien de meerderheid van de uitvoerende leden en de meerderheid van de invoerende leden aanwezig is en deze leden over een meerderheid van het totale aantal stemmen in hun respectieve categorieën beschikken .

3 . Vertegenwoordiging overeenkomstig lid 2 van artikel 16 wordt beschouwd als aanwezigheid .

Artikel 18

Besluiten

1 . Alle besluiten van de Raad worden genomen en alle aanbevelingen aangenomen door verdeelde eenvoudige meerderheidsstemming , tenzij in deze Overeenkomst anders bepaald .

2 . Indien een lid gebruik maakt van de bepalingen van artikel 16 en zijn stemmen in een vergadering van de Raad worden uitgebracht wordt dit lid met het oog op lid 1 geacht aanwezig te zijn en te stemmen .

Artikel 19

Instelling van commissies

1 . De volgende commissies worden ingesteld :

a ) Beheerscommissie ;

b ) Commissie buffervoorraadverrichtingen ;

c ) Statistiekcommissie ;

d ) Commissie andere maatregelen .

Bij speciale stemming van de Raad kunnen nog andere commissies worden ingesteld .

2 . Elke commisie is verantwoording verschuldigd aan de Raad . De Raad beslist bij speciale stemming over de samenstelling en de taak van elke commissie .

Artikel 20

Groep van deskundigen

1 . De Raad stelt een groep in van deskundigen uit de rubberindustrie en -handel van de uitvoerende en de invoerende leden .

2 . De groep staat ter beschikking van de Raad en zijn commissies om advies en hulp te verstrekken , met name inzake buffervoorraadverrichtingen en de in artikel 44 bedoelde overige maatregelen .

3 . De Raad beslist over het lidmaatschap , de taken en administratieve regelingen van de groep .

HOOFDSTUK V

VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN

Artikel 21

Voorrechten en immuniteiten

1 . De Organisatie bezit rechtspersoonlijkheid . In het bijzonder heeft zij de bevoegdheid contracten te sluiten , roerende en onroerende goederen te verkrijgen en te vervreemden en in rechte op te treden .

2 . De Organisatie tracht zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst met de regering van het land waarin het hoofdkantoor wordt gevestigd ( hierna genoemd de gastregering ) een overeenkomst te sluiten ( hierna genoemd overeenkomst inzake de zetel ) betreffende de status , voorrechten en immuniteiten van de Organisatie , de uitvoerend directeur , het personeel en de deskundigen , en de delegaties van de leden , als redelijkerwijs voor het uitoefenen van hun functie noodzakelijk zijn .

3 . In afwachting van het sluiten van de overeenkomst inzake de zetel verzoekt de Organisatie de gastregering om , voor zover haar wetgeving zulks toestaat , vrijstelling van belasting te verlenen voor de door de Organisatie aan haar personeel uitgekeerde bezoldigingen en voor de bezittingen , de inkomsten en andere vermogensbestanddelen van de Organisatie .

4 . De Organisatie kan met betrekking tot de voorrechten en immuniteiten die voor de goede werking van deze Overeenkomst nodig kunnen zijn ook met één of meer andere regeringen overeenkomsten sluiten die door de Raad moeten worden goedgekeurd .

5 . Indien het hoofdkantoor van de Organisatie naar een ander land wordt verplaatst , zal de regering van dat land zo spoedig mogelijk met de Organisatie een overeenkomst inzake de zetel sluiten , die door de Raad moet worden goedgekeurd .

6 . De overeenkomst inzake de zetel staat buiten deze Overeenkomst . De overeenkomst inzake de zetel eindigt evenwel :

a ) door overeenkomst tussen de gastregering en de Organisatie ;

b ) bij verplaatsing van het hoofdkantoor van de Organisatie uit het land van de gastregering ; of

c ) indien de Organisatie ophoudt te bestaan .

HOOFDSTUK VI

REKENINGEN EN CONTROLE

Artikel 22

Financiële rekeningen

1 . Voor de werking en het beheer van deze Overeenkomst worden twee rekeningen geopend :

a ) de buffervoorraadrekening , en

b ) de beheersrekening .

2 . De navolgende ontvangsten en uitgaven voortvloeiend uit totstandkoming , werking en handhaving van de buffervoorraad worden op de buffervoorraadrekening geboekt : bijdragen van de leden krachtens artikel 28 , leningen voor de buffervoorraadrekening krachtens artikel 8 , terugbetaling van hoofdsom en interest op die leningen , inkomsten uit verkopen van de buffervoorraad , interest op de buffervoorraadrekening gedeponeerde gelden , kosten van voorraadaanvulling , provisies , opslag - , vervoer - en behandelingskosten , verzekering en kosten voor voorraadvernieuwing . De Raad kan echter bij speciale stemming andere soorten inkomsten of uitgaven die aan buffervoorraadtransacties of verrichtingen zijn toe te schrijven in de buffervoorraadrekening opnemen .

3 . Alle andere ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de werking van deze Overeenkomst worden op de beheersrekening geboekt . Deze uitgaven worden normaal voldaan uit de bijdragen van de leden die overeenkomstig artikel 25 worden bepaald .

4 . De Organisatie is niet aansprakelijk voor de uitgaven van de delegaties of waarnemers bij de Raad of een overeenkomstig artikel 19 ingestelde commissie .

Artikel 23

Wijze van betaling

Contante betalingen voor de beheers - en buffervoorraadrekeningen worden voldaan in vrijelijk bruikbare valuta of valuta die op de voornaamste buitenlandse valutamarkten convertibel zijn in vrijelijk bruikbare valuta en zijn vrijgesteld van deviezenbeperkingen .

Artikel 24

Controle

1 . De Raad benoemt controleurs om de boeken van de rekening te controleren .

2 . Zo spoedig mogelijk , doch niet eerder dan drie maanden na afloop van een boekjaar wordt een door een onafhankelijk controleur opgesteld verslag van de beheers - en buffervoorraadrekening ter beschikking van de leden gesteld en aan de Raad zo mogelijk in zijn volgende zitting ter goedkeuring voorgelegd . Vervolgens wordt een samenvatting van de gecontroleerde rekeningen en balans gepubliceerd .

HOOFDSTUK VII

BEHEERSREKENING

Artikel 25

Begrotingsbijdragen

1 . In zijn eerste zitting na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst keurt de Raad de begroting van de beheersrekening voor de periode tussen de datum van inwerkingtreding en het einde van het eerste boekjaar goed . Vervolgens keurt de Raad in de tweede helft van elk financieel jaar de begroting van de beheersrekening voor het volgende jaar goed . De Raad stelt overeenkomstig lid 2 het bedrag van de bijdrage van elk lid aan die begroting vast .

2 . De bijdrage van elk lid aan de beheersbegroting voor elk boekjaar is evenredig aan het aantal stemmen waarover dit lid ten tijde van de goedkeuring van de beheersbegroting van dat jaar beschikt ten aanzien van het totale aantal stemmen van alle leden . Bij het bepalen van de bijdrage worden de stemmen van ieder lid berekend zonder rekening te houden met de schorsing van stemrecht van een lid of een daaruit voortvloeiende herverdeling van stemmen .

3 . De eerste bijdrage aan de beheersbegroting van een regering die lid wordt na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt door de Raad vastgesteld op grond van het aantal stemmen dat aan dit lid wordt toegekend en de nog resterende periode van het lopende boekjaar ; de voor de andere leden vastgestelde bijdragen worden echter niet gewijzigd .

Artikel 26

Betaling van bijdragen aan de beheersbegroting

1 . De bijdragen aan de eerste beheersbegroting zijn verschuldigd op een datum die door de Raad in zijn eerste zitting wordt vastgesteld . De bijdragen voor de volgende beheersbegrotingen zijn verschuldigd op de eerste dag van elk boekjaar . De bijdrage van een regering die na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst lid wordt en overeenkomstig lid 3 van artikel 25 voor het betrokken boekjaar wordt vastgesteld , is verschuldigd op een datum die door de Raad wordt bepaald .

2 . Indien een lid zijn volledige bijdrage aan de beheersbegroting niet binnen twee maanden na de datum waarop deze overeenkomstig lid 1 verschuldigd is , heeft voldaan verzoekt de uitvoerend directeur dit lid zo spoedig mogelijk alsnog te betalen . Indien een lid zijn bijdrage binnen twee maanden na dit verzoek door de uitvoerend directeur niet heeft voldaan worden zijn stemrechten in de Organisatie geschorst , tenzij de Raad bij speciale stemming anders beslist . Indien een lid vier maanden na dit verzoek van de uitvoerend directeur zijn bijdrage nog steeds niet heeft betaald , worden alle rechten van dit lid krachtens deze Overeenkomst door de Raad geschorst , tenzij de Raad bij speciale stemming anders beslist .

3 . Voor te laat ontvangen bijdragen brengt de Raad interest in rekening tegen het basistarief in het gastland vanaf de datum waarop de bijdragen zijn verschuldigd , respectievelijk tegen het handelstarief bij leningen krachtens artikel 8 .

4 . Een lid waarvan de rechten overeenkomstig lid 2 zijn geschorst , blijft met name verplicht zijn bijdrage te betalen en te voldoen aan alle verdere financiële verplichtingen krachtens deze Overeenkomst .

HOOFDSTUK VIII

BUFFERVOORRAAD

Artikel 27

Omvang van de buffervoorraad

Ten einde de doelstellingen van deze Overeenkomst te bereiken wordt een internationale buffervoorraad ingesteld . De buffervoorraad bedraagt in totaal 550 000 ton . De buffervoorraad is het enige marktinterventie-instrument voor prijsstabilisatie in het kader van deze Overeenkomst . De buffervoorraad bestaat uit ;

a ) de normale buffervoorraad van 400 000 ton , en

b ) een noodbuffervoorraad van 150 000 ton .

Artikel 28

Financiering van de buffervoorraad

1 . De leden verplichten zich ertoe de totale kosten van de overeenkomstig artikel 27 ingestelde internationale buffervoorraad te financieren .

2 . De financiering van zowel de normale buffervoorraad als de noodbuffervoorraad wordt gelijk verdeeld over de categorieën uitvoerende en invoerende leden . De bijdragen van de leden aan de buffervoorraadrekening zullen worden omgeslagen naar verhouding van hun aantal stemmen in de Raad , behoudens het bepaalde in de leden 3 en 4 .

3 . Elk invoerend lid wiens aandeel in de totale netto-invoer vermeld in de door de Raad overeenkomstig lid 4 van artikel 15 opgestelde tabel 0,1 % of minder van de totale netto-invoer uitmaakt , draagt als volgt aan de buffervoorraadrekening bij :

a ) indien zijn aandeel in de totale netto-invoer 0,1 % is of minder doch meer dan 0,05 % draagt dit lid een bedrag bij dat wordt bepaald op grond van zijn huidige aandeel in de totale netto-invoer ;

b ) indien zijn aandeel in de totale netto-invoer 0,05 % of minder is draagt dit lid een bedrag bij dat wordt bepaald op grond van een aandeel van 0,05 % in de totale netto-invoer .

4 . In een periode waarin deze Overeenkomst overeenkomstig lid 2 of lid 4 , sub b ) , van artikel 61 voorlopig van kracht is , mag de financiële verplichting van elk uitvoerend of invoerend lid ten opzichte van de buffervoorraadrekening in totaal niet meer bedragen dan de bijdrage van dat lid berekend op grond van het aantal stemmen dat overeenkomt met het in de door de Raad krachtens lid 4 van artikel 15 opgestelde tabellen vermelde percentage van het totaal van 275 000 ton dat respectievelijk aan de categorieën van uitvoerende en invoerende leden ten deel valt . Wanneer deze Overeenkomst voorlopig van kracht is , worden de financiële verplichtingen van de leden gelijk verdeeld over de categorieën van uitvoerende en van invoerende leden . Wanneer het totaal van de verplichtingen van een categorie groter is dan dat van de andere categorie wordt het grotere totaal gelijk gemaakt aan het kleinere totaal , waarbij de stemmen van elk lid in dat totaal worden verminderd naar verhouding van het aantal stemmen verkregen uit de door de Raad uit hoofde van lid 4 van artikel 15 opgestelde tabellen .

5 . De totale kosten van de normale buffervoorraad van 400 000 ton worden door de leden gefinancierd door contante bijdragen aan de buffervoorraadrekening . Deze bijdragen kunnen eventueel door daartoe aangewezen organen van de betrokken leden worden betaald .

6 . De totale kosten van de noodbuffervoorraad van 150 000 ton worden gefinancierd uit bijdragen betaald door de leden in de vorm van :

a ) geld door de Raad geleend uit niet-officiële bronnen op onderpand van voorraadcelen en overheidsgaranties/overheidsborgstellingen , en/of

b ) contant geld .

Deze bijdragen kunnen eventueel door daartoe aangewezen organen van de betrokken leden worden voldaan .

7 . Elk lid heeft de keuze tussen a ) of b ) van lid 6 of beide ; in alle gevallen wordt het geld op de buffervoorraadrekening gestort . In geval van een lening overeenkomstig lid 6 , sub a ) , mag de waarde van de voorraadcelen als evenredig deel van de waarde van de totale buffervoorraad op dat moment niet meer bedragen dan het evenredig aantal stemmen van die leden in de Raad . Leden namens welke de Raad een lening overeenkomstig lid 6 , sub a ) , is aangegaan zijn verantwoordelijk voor alle verbintenissen die uit deze lening voortvloeien .

8 . De totale kosten van de internationale buffervoorraad van 550 000 ton worden voldaan uit de buffervoorraadrekening . In deze kosten zijn alle uitgaven voor aankoop en werking van de internationale buffervoorraad van 550 000 ton begrepen . Indien de in bijlage C van deze Overeenkomst vermelde geraamde kosten de totale kosten van aankopen en verrichtingen van de buffervoorraad niet volledig kunnen dekken , komt de Raad bijeen en neemt de nodige maatregelen om de bijdragen die voor het dekken van deze kosten zijn vereist op te vorderen overeenkomstig het stemmenpercentage .

Artikel 29

Betaling van bijdragen aan de buffervoorraadrekening

1 . De eerste bijdrage in contanten aan de buffervoorraadrekening zal gelijk zijn aan 70 miljoen Maleisische ringgit . Deze bijdrage zal over alle leden worden verdeeld overeenkomstig hun stemmenpercentage met inachtneming van artikel 28 , lid 3 . De bijdrage zal worden opgevorderd zodra de uitvoerend directeur van alle leden bericht heeft ontvangen dat zij in staat zijn aan de financiële vereisten te voldoen , zulks binnen 18 maanden na de voorlopige inwerkingtreding van deze Overeenkomst . Deze eerste bijdragen zijn verschuldigd 45 dagen nadat de uitvoerend directeur hierom heeft verzocht .

2 . De uitvoerend directeur kan op elk moment bijdragen opvorderen mits de beheerder buffervoorraad heeft verklaard dat de buffervoorraadrekening deze gelden in de volgende vier maanden nodig kan hebben .

3 . Wanneer een bijdrage wordt opgevorderd is deze door de leden binnen 30 dagen vanaf de datum van kennisgeving verschuldigd . Indien zulks door een lid of leden die gezamenlijk 200 stemmen in de Raad hebben wordt verzocht , komt de Raad in speciale zitting bijeen en kan hij de vordering die op een raming van de behoeften aan middelen voor de buffervoorraadverrichtingen in de komende drie maanden is gegrond wijzigen of afkeuren . Indien de Raad niet tot een besluit kan komen , zijn de bijdragen van de leden verschuldigd overeenkomstig het besluit van de uitvoerend directeur .

4 . De voor de normale en de noodbuffervoorraad opgevorderde bijdragen worden gewaardeerd tegen de bodemprijs die geldt ten tijde van de opvordering van de bijdragen .

5 . De opvordering van bijdragen voor de noodbuffervoorraad geschiedt als volgt :

a ) bij de in artikel 32 bedoelde herziening bij 300 000 ton zal de Raad :

i ) van elk lid een verklaring ontvangen over de wijze waarop dit lid zijn aandeel in de noodbuffervoorraad overeenkomstig artikel 28 zal financieren , en

ii ) alle financiële en andere regelingen treffen die noodzakelijk kunnen zijn voor de onmiddellijke instelling van de noodbuffervoorraad , zo nodig een opvordering van gelden inbegrepen ;

b ) bij de in artikel 32 bedoelde herziening bij 400 000 ton vergewist de Raad zich ervan dat :

i ) alle leden de financiering van hun respectieve aandelen in de noodbuffervoorraad hebben geregeld , en

ii ) dat een beroep op de noodbuffervoorraad is gedaan en dat deze volledig operationeel is overeenkomstig het bepaalde van artikel 31 .

Artikel 30

Prijsschaal

1 . Voor de verrichtingen van de buffervoorraad worden ingesteld :

a ) een referentieprijs ,

b ) een laagste interventieprijs ,

c ) een hoogste interventieprijs ,

d ) een bodemprijs ,

e ) een plafondprijs ,

f ) een laagste indicatieve prijs , en

g ) een hoogste indicatieve prijs .

2 . De eerste referentieprijs wordt bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst vastgesteld op 210 Maleisische/Singapore cent per kilogram . De referentieprijs wordt herzien en gewijzigd overeenkomstig deel A van artikel 32 .

3 . De hoogste interventieprijs en de laagste interventieprijs worden berekend op respectievelijk 15 % meer of minder dan de referentieprijs , tenzij de Raad bij speciale stemming anders beslist .

4 . De plafondprijs en de bodemprijs worden berekend op 20 % meer of minder dan de referentieprijs , tenzij de Raad bij speciale stemming anders beslist .

5 . De prijzen berekend in de leden 3 en 4 worden op centen afgerond .

6 . Tenzij anders aangegeven in deze Overeenkomst bedraagt de laagste indicatieve prijs 150 Maleisische/Singapore cent per kilogram en de hoogste indicatieve prijs 270 Maleisische/Singapore cent per kilogram , zulks in de eerste dertig maanden na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst .

Artikel 31

Werking van de buffervoorraad

1 . Indien met betrekking tot de in artikel 30 vermelde prijsschaal , eventueel vervolgens herzien overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 32 en 40 , de in artikel 33 bedoelde marktindicatorprijs :

a ) gelijk is aan of boven de plafondprijs ligt , moet de beheerder buffervoorraad de plafondprijs verdedigen door natuurlijke rubber te koop aan te bieden tot de marktindicatorprijs beneden de plafondprijs daalt ;

b ) boven de hoogste interventieprijs ligt , kan de beheerder buffervoorraad natuurlijke rubber verkopen om de plafondprijs te verdedigen ;

c ) gelijk is aan de hoogste of laagste interventieprijs , of ertussen in ligt , koopt noch verkoopt de beheerder buffervoorraad natuurlijke rubber , tenzij om zijn verantwoordelijkheden overeenkomstig artikel 36 met betrekking tot de vernieuwing van de voorraad uit te oefenen ;

d ) beneden de laagste interventieprijs ligt , kan de beheerder buffervoorraad natuurlijke rubber kopen om de bodemprijs te verdedigen ;

e ) gelijk is aan of beneden de bodemprijs ligt , moet de beheerder buffervoorraad de bodemprijs verdedigen door aan te bieden natuurlijke rubber aan te kopen tot de marktindicatorprijs boven de bodemprijs komt .

2 . Wanneer de buffervoorraad door koop of verkoop het 400 000 ton-niveau bereikt beslist de Raad bij speciale stemming of de noodbuffervoorraad in werking moet treden tegen :

a ) de plafond - of de bodemprijs , of

b ) een prijs tussen de bodemprijs en de laagste indicatieve prijs of de plafondprijs en de hoogste indicatieve prijs .

3 . Tenzij de Raad krachtens lid 2 , bij speciale stemming , anders beslist maakt de beheerder buffervoorraad van de noodbuffervoorraad gebruik om de laagste indicatieve prijs te verdedigen door de noodbuffervoorraad in werking te brengen wanneer de marktindicatorprijs op een niveau halverwege de laagste indicatieve prijs en de bodemprijs ligt en de hoogste indicatieve prijs te verdedigen door de noodbuffervoorraad in werking te brengen als de marktindicatorprijs op een niveau halverwege de hoogste indicatieve prijs en de plafondprijs ligt .

4 . Alle faciliteiten van de buffervoorraad , waarbij inbegrepen de normale buffervoorraad en de noodbuffervoorraad , worden volledig benut om te verzekeren dat de marktindicatorprijs niet beneden de laagste indicatieve prijs daalt of boven de hoogste indicatieve prijs stijgt .

5 . Koop en verkoop door de beheerder buffervoorraad vinden op de traditionele markten en tegen de geldende prijzen plaats en alle transacties hebben betrekking op rubber die werkelijk wordt geleverd en zulks uiterlijk drie kalendermaanden later .

6 . Om de werking van de buffervoorraad te vergemakkelijken vestigt de Raad zo nodig bijkantoren en dergelijke faciliteiten voor de dienst van de beheerder buffervoorraad in bestaande rubbermarkten en erkende opslagplaatsen .

7 . De beheerder buffervoorraad stelt elke maand een verslag op van de buffervoorradtransacties en de financiële positie van de buffervoorraadrekening . Zestig dagen na het einde van elke maand wordt dit maandverslag ter beschikking van de leden gesteld .

8 . De gegevens betreffende de buffervoorraadtransacties omvatten hoeveelheden , prijzen , soorten , kwaliteiten en markten inzake alle buffervoorraadverrichtingen , de voorraadvernieuwingen daarbij inbegrepen . De gegevens betreffende de financiële positie van de buffervoorraadrekening omvatten tevens de rentevoeten , modaliteiten en voorwaarden van deposito's en leningen , de valuta waarmede werd gewerkt en andere ter zake dienende inlichtingen betreffende de punten vermeld in artikel 22 , lid 2 .

Artikel 32

Herziening en wijziging van de prijsschaal

A . Referentieprijs

1 . De referentieprijs wordt herzien en gewijzigd op grond van marktonwikkelingen en/of nettoveranderingen in de buffervoorraad , behoudens de bepalingen van dit artikelgedeelte . De referentieprijs wordt door de Raad na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst om de 18 maanden herzien .

a ) Indien de dagelijkse marktindicatorprijzen in de zes maanden voorafgaande aan een herziening gemiddeld op het niveau van de hoogste interventieprijs , de laagste interventieprijs of tussen deze twee prijzen in liggen , vindt geen wijziging van de referentieprijs plaats .

b ) Indien de dagelijkse marktindicatorprijzen in de laatste zes maanden voorafgaande aan een herziening gemiddeld beneden de laagste interventieprijs liggen , wordt de referentieprijs automatisch verlaagd met 5 % van het niveau op het moment van de herziening , tenzij de Raad bij speciale stemming besluit tot een ander verlagingspercentage van de referentieprijs .

c ) Indien de dagelijkse marktindicatorprijzen in de zes maanden voorafgaande aan een herziening gemiddeld boven de hoogste interventieprijs liggen , wordt de referentieprijs automatisch met 5 % van het niveau op het moment van de herziening verhoogd , tenzij de Raad bij speciale stemming besluit tot een ander verhogingspercentage van de referentieprijs .

2 . Na een nettoverandering van de buffervoorraad van 100 000 ton sinds de laatste raming krachtens dit lid of de inwerkingtreding van deze Overeenkomst roept de uitvoerend directeur een speciale zitting van de Raad bijeen om de situatie te bepalen . De Raad kan bij speciale stemming besluiten de nodige maatregelen te nemen ; deze kunnen inhouden :

a ) schorsing van de buffervoorraadverrichtingen ;

b ) wijziging in de aankoop of verkoop voor de buffervoorraad ; en

c ) herziening van de referentieprijs .

3 . Indien tot 300 000 ton aankopen of verkopen voor de buffervoorraad hebben plaatsgevonden sinds a ) de inwerkingtreding van deze Overeenkomst , b ) de laatste wijziging krachtens dit lid , of c ) de laatste wijziging krachtens lid 2 , waarbij de meest recente datum geldt , wordt de referentieprijs met 3 % van het op dat moment van toepassing zijnde niveau respectievelijk verminderd of verhoogd tenzij de Raad bij speciale stemming besluit de referentieprijs met een ander percentage te verminderen of te verhogen .

4 . Indien de referentieprijs om enige reden wordt gewijzigd mag dit niet tot gevolg hebben dat de bodemprijzen de laagste of hoogste indicatieve prijzen doorbreken .

B . Indicatieve prijzen

5 . De Raad kan bij speciale stemming bij de in dit artikelgedeelte bedoelde herzieningen de laagste en hoogste indicatieve prijzen wijzigen .

6 . De Raad draagt er zorg voor dat wijzigingen van indicatieve prijzen in overeenstemming zijn met de zich ontwikkelende markttendensen en -voorwaarden . In dit verband houdt de Raad rekening met de tendens van de prijzen van natuurlijke rubber , het verbruik , aanbod , produktiekosten en voorraden en de hoeveelheid natuurlijke rubber in de buffervoorraad en de financiële positie van de buffervoorraadrekening .

7 . De laagste en hoogste indicatieve prijzen worden herzien :

a ) om de 30 maanden na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst ;

b ) in buitengewone omstandigheden , op verzoek van een lid of leden die over 200 of meer stemmen in de Raad beschikken ; en

c ) wanneer de referentieprijs i ) sinds de laatste wijziging van de laagste indicatieve prijs of de inwerkingtreding van deze Overeenkomst is verlaagd , of ii ) sinds de laatste wijziging van de hoogste indicatieve prijs of de inwerkingtreding van deze Overeenkomst is verhoogd , met ten minste 3 % overeenkomstig lid 3 en ten minste 5 % overeenkomstig lid 1 , of met ten minste dit bedrag overeenkomstig de leden 1 , 2 en/of 3 , mits de dagelijkse marktindicatorprijs in de 60 dagen na de laatste wijziging van de referentieprijs gemiddeld beneden de laagste interventieprijs , respectievelijk boven de hoogste interventieprijs ligt .

8 . Onverminderd de leden 5 , 6 en 7 vindt geen verhoging van de laagste of hoogste indicatieve prijs plaats indien de dagelijkse marktindicatorprijzen in de zes maanden die aan een herziening van de prijsschaal overeenkomstig dit artikel voorafgaan gemiddeld beneden de referentieprijs liggen . Evenmin vindt een verlaging van de laagste of hoogste indicatieve prijs plaats indien de dagelijkse marktindicatorprijzen in de zes maanden die aan een herziening van de prijsschaal overeenkomstig dit artikel voorafgaan gemiddeld boven de referentieprijs liggen .

Artikel 33

Marktindicatorprijs

1 . Er wordt dagelijks een marktindicatorprijs vastgesteld die een samengestelde , gewogen gemiddelde - dat de markt in natuurlijke rubber weerspiegelt - van de dagelijkse officiële lopende maandprijzen op de markten van Koeala Loempoer , Londen , New-York en Singapore is . Om te beginnen worden in de marktindicatorprijs RSS 1 , RSS 3 en TSR 20 opgenomen en het gewicht daarvan zal gelijk zijn . Alle noteringen worden omgezet in fob Maleisische/Singapore havens in Maleisische/Singapore valuta .

2 . De afweging van de samenstelling soort/kwaliteit en methode van berekening van de dagelijkse marktindicatorprijs worden herzien en kunnen bij speciale stemming door de Raad worden gewijzigd om te verzekeren dat deze de markt in natuurlijke rubber weergeeft .

3 . De marktindicatorprijs wordt geacht boven , gelijk aan of beneden de in deze Overeenkomst vermelde prijsniveaus te zijn indien de dagelijkse marktindicatorprijzen in de laatste vijf marktdagen gemiddeld boven , gelijk aan of beneden deze prijsniveaus zijn .

Artikel 34

Samenstelling van de buffervoorraad

1 . In de eerste zitting na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst zal de Raad de internationale erkende standaardkwaliteiten en soorten van " ribbed smoked sheets " ( gerookte vellen met ( wafel)-patroon ) en " technically specified rubber " ( technisch gespecificeerde rubber ) bepalen die in de buffervoorraad worden opgenomen , mits aan de volgende criteria wordt voldaan :

a ) de laagste kwaliteiten en soorten natuurlijke rubber die in de buffervoorraad mogen worden opgenomen zijn RSS3 en TSR 20 ;

b ) alle overeenkomstig a ) toegelaten kwaliteiten en soorten die ten minste 3 % van de internationale handel in natuurlijke rubber in het voorafgaande kalenderjaar uitmaakten worden opgenomen .

2 . De Raad kan bij speciale stemming deze criteria en/of de geselecteerde soorten/kwaliteiten wijzigen indien zulks nodig is om te verzekeren dat de samenstelling van de buffervoorraad de ontwikkeling van de marktsituatie weergeeft , om de stabilisatiedoelstelling van deze Overeenkomst te bereiken en de buffervoorraad op hoge handelskwaliteit te houden .

3 . De beheerder buffervoorraad moet trachten ervoor te zorgen dat de samenstelling van de buffervoorraad de in - en uitvoerpatronen van natuurlijke rubber weergeeft , en tevens de stabilisatiedoelstelling van deze Overeenkomst wordt bevorderd .

4 . De Raad kan bij speciale stemming de beheerder buffervoorraad opdracht geven om de samenstelling van de buffervoorraad te wijzigen indien de doelstelling van prijsstabilisatie zulks vergt .

Artikel 35

Plaats van vestiging van de buffervoorraden

1 . De plaats van vestiging van de buffervoorraad moet economische en doeltreffende handelstransacties verzekeren . Overeenkomstig dit beginsel moeten de buffervoorraden worden gevestigd op het grondgebied van zowel uitvoerende als invoerende leden . De buffervoorraden moeten over de leden zo worden verspreid dat de stabilisatiedoelstellingen van deze Overeenkomst met een minimum aan kosten worden bereikt .

2 . Ten einde hoge handelskwaliteiten te behouden worden de buffervoorraden slechts opgeslagen in entrepots die zijn goedgekeurd op grond van door de Raad vast te stellen criteria .

3 . Na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst zal de Raad een lijst van entrepots vaststellen en goedkeuren en de nodige regelingen voor het gebruik daarvan treffen . De Raad zal deze lijst op gezette tijden herzien .

4 . De Raad zal eveneens op gezette tijden de plaats van vestiging van de buffervoorraden herzien en hij kan bij speciale stemming de beheerder buffervoorraad opdracht geven de plaats van vestiging van de buffervoorraden te wijzigen ten einde economische en doeltreffende handelstransacties te verzekeren .

Artikel 36

Vernieuwing van de buffervoorraden

De beheerder buffervoorraad draagt zorg voor de aankoop van de buffervoorraden en het behoud van de hoge handelskwaliteit daarvan . Hij vernieuwt de in de buffervoorraad opgeslagen natuurlijke rubber indien zulks nodig is om deze kwaliteit te verzekeren , waarbij hij tevens rekening houdt met de kosten van die vernieuwing en de invloed daarvan op de stabiliteit van de markt . De kosten van de vernieuwing worden geboekt op de buffervoorraadrekening .

Artikel 37

Beperking of schorsing van de buffervoorraadverrichtingen

1 . Onverminderd de bepalingen van artikel 31 kan de Raad , indien in zitting bijeen , bij speciale stemming de verrichtingen van de buffervoorraad beperken of schorsen , indien naar zijn mening bij het nakomen van de verplichtingen die in dat artikel aan de beheerder buffervoorraad worden opgelegd de doelstellingen van deze Overeenkomst niet worden bereikt .

2 . Indien de Raad niet in zitting bijeen is , kan de uitvoerend directeur , na overleg met de voorzitter , de verrichtingen van de buffervoorraad beperken of schorsen indien naar zijn mening bij het nakomen van de verplichtingen die in artikel 31 aan de beheerder buffervoorraad worden opgelegd de doelstellingen van deze Overeenkomst niet worden bereikt .

3 . Onmiddellijk na een besluit om de verrichtingen van de buffervoorraad te beperken of te schorsen overeenkomstig lid 2 , roept de uitvoerend directeur een zitting van de Raad bijeen om dit besluit te bespreken . Onverminderd het bepaalde in lid 4 van artikel 14 , komt de Raad binnen zeven dagen na de datum van beperking of schorsing bijeen en bevestigt of annuleert bij speciale stemming deze beperking of schorsing . Indien de Raad in die zitting niet tot een besluit kan komen , worden de buffervoorraadverrichtingen hervat zonder enige beperking krachtens dit artikel .

Artikel 38

Sancties met betrekking tot de bijdragen aan de buffervoorraadrekening

1 . Indien een lid niet aan zijn verplichting om aan de buffervoorraadrekening bij te dragen heeft voldaan op de datum dat deze bijdrage verschuldigd is wordt zulks als achterstallige schuld beschouwd . Een lid met een achterstand van 60 dagen of meer wordt niet als lid gerekend voor stemmingen betreffende de in lid 2 bedoelde aangelegenheden .

2 . De stem - en andere rechten in de Raad van een lid dat volgens lid 1 een achterstand van 60 dagen of meer heeft worden geschorst , tenzij de Raad bij speciale stemming anders beslist .

3 . Een lid met achterstand draagt de interestkosten tegen het basistarief van het gastland vanaf de dag waarop deze betalingen verschuldigd waren , tenzij deze achterstand wordt gedekt door een lening van de Raad overeenkomstig artikel 8 ; in dat geval draagt het lid met achterstand de aan de lening verbonden interestkosten . Op vrijwillige basis kan door de overblijvende invoerende en uitvoerende leden de achterstand worden gedekt .

4 . Wanneer de achterstand tot voldoening van de Raad is aangezuiverd worden de stem - en andere rechten van het lid met achterstand van 60 dagen of meer hersteld . Indien de achterstand door andere leden is aangezuiverd worden deze leden volledig terugbetaald .

Artikel 39

Aanpassing van de bijdragen aan de buffervoorraadrekening

1 . Wanneer in de eerste zitting van elk boekjaar de stemmen opnieuw worden verdeeld past de Raad de bijdragen van de leden aan de buffervoorraadrekening aan overeenkomstig de bepalingen van dit artikel . De uitvoerend directeur stelt hiertoe vast :

a ) de nettobijdrage van elk lid door de overeenkomstig lid 2 aan dit lid terug te betalen bijdragen af te trekken van de som van alle bijdragen die dit lid sinds de inwerkingtreding van deze Overeenkomst heeft gedaan ;

b ) de totale nettobijdragen door optelling van de nettobijdragen van alle leden ; en

c ) de gewijzigde nettobijdrage voor elk lid door de totale nettobijdragen over de leden te verdelen op grond van het overeenkomstig artikel 15 voor elk lid gewijzigde aantal stemmen in de Raad , behoudens artikel 28 , lid 3 , mits dit aantal stemmen van elk lid voor dit artikel wordt berekend zonder rekening te houden met de schorsing van stemrecht van een lid of een daaruit vloeiende herverdeling van stemmen .

Wanneer een nettobijdrage van een lid meer bedraagt dan zijn gewijzigde nettobijdrage wordt het verschil aan het lid uit de buffervoorraadrekening terugbetaald . Wanneer een gewijzigde bijdrage van een lid meer bedraagt dan zijn nettobijdrage wordt het verschil door dat lid aan de buffervoorraadrekening betaald .

2 . Indien de Raad , met inachtneming van de leden 2 en 3 van artikel 29 , tot de conclusie komt dat er nettobijdragen bestaan die groter zijn dan de middelen die nodig zijn voor de buffervoorraadverrichtingen in de volgende vier maanden zal de Raad deze te grote nettobijdragen met aftrek van de oorspronkelijke bijdragen terugbetalen , tenzij de Raad bij speciale stemming besluit geen terugbetaling te doen plaatsvinden of een kleiner bedrag terug te betalen . Het aandeel van de leden in het terug te betalen bedrag is evenredig met hun netto contante bijdragen .

3 . Op verzoek van een lid kan een terugbetaling waarop bij recht heeft op de buffervoorraadrekening blijven staan . Indien een lid verzoekt zijn terugbetaling op de buffervoorraadrekening te laten staan wordt dit bedrag afgeschreven op een aanvullende bijdrage waarom overeenkomstig artikel 29 wordt verzocht .

4 . De uitvoerend directeur geeft de leden onmiddellijk kennis van vereiste betalingen of terugbetalingen ingevolge aanpassingen overeenkomstig de leden 1 en 2 . Deze betalingen door de leden of terugbetalingen aan de leden zullen binnen 60 dagen vanaf de datum van kennisgeving door de uitvoerend directeur plaatsvinden .

5 . Indien het bedrag aan contanten in de buffervoorraadrekening , na aflossing van eventuele leningen , meer bedraagt dan de waarde van de totale door de leden betaalde nettobijdragen , wordt dit saldo bij beëindiging van deze Overeenkomst verdeeld .

Artikel 40

De buffervoorraad en veranderingen in wisselkoersen

1 . Indien de wisselkoers tussen de Maleisische ringgit/Singapore dollar en de valuta van de voornaamste natuurlijke rubber uitvoerende en invoerende leden zo zeer verandert dat dit van aanzienlijke invloed is op de verrichtingen van de buffervoorraad moet de uitvoerend directeur overeenkomstig artikel 37 , of kunnen de leden overeenkomstig artikel 14 , een speciale zitting van de Raad bijeenroepen . De Raad komt binnen tien dagen bijeen om de maatregelen die de uitvoerend directeur reeds overeenkomstig artikel 37 heeft genomen te bevestigen of te annuleren , en kan bij speciale stemming besluiten passende maatregelen te nemen , waarbij inbegrepen de mogelijkheid van wijziging van de prijsschaal overeenkomstig de beginselen van de eerste zinnen van lid 1 en lid 6 van artikel 32 .

2 . De Raad stelt bij speciale stemming een procedure vast om een aanzienlijke wijziging in de pariteiten van deze valuta te bepalen met als enig doel de tijdige bijeenroeping van de Raad te verzekeren .

3 . Indien de Maleisische ringgit en de Singapore dollar zo zeer uiteenlopen dat dit van aanzienlijke invloed is op de verrichtingen van de buffervoorraad komt de Raad bijeen om de situatie te bezien : de Raad kan overwegen slechts een valuta aan te nemen .

Artikel 41

Liquidatieprocedures voor de buffervoorraadrekening

1 . Bij beëindiging van deze Overeenkomst raam de beheerder buffervoorraad de totale uitgaven van liquidatie of overdracht naar een nieuwe internationale rubbeovereenkomst van de activa van de buffervoorraadrekening overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en reserveert dit bedrag op een afzonderlijke rekening . Indien deze saldi niet voldoende zijn verkoopt de beheerder buffervoorraad een voldoende hoeveelheid natuurlijke rubber om de extra vereiste som te verkrijgen .

2 . Het aandeel van elk lid in de buffervoorraadrekening wordt als volgt berekend :

a ) de waarde van de buffervoorraad is de waarde van de totale hoeveelheid natuurlijke rubber van elke soort/kwaliteit daarin , berekend tegen de laagste lopende prijzen van de respectieve soorten/kwaliteiten op de markten bedoeld in artikel 33 gedurende de 30 marktdagen die aan de datum van beëindiging van deze Overeenkomst voorafgaan ;

b ) de waarde van de buffervoorraadrekening is de waarde van de buffervoorraad plus de contante activa van de buffervoorraadrekening op de datum van beëindiging van deze Overeenkomst met aftrek van een overeenkomstig lid 1 gereserveerd bedrag ;

c ) de nettobijdrage van elk lid is de som van al zijn bijdragen gedurende deze Overeenkomst met aftrek van alle terugbetalingen overeenkomstig artikel 39 ;

d ) indien de waarde van de buffervoorraadrekening groter of minder is dan de totale nettobijdragen wordt het saldo of tekort , naar gelang van het geval , aan de leden toegewezen naar verhouding van de overeenkomstig deze Overeenkomst naar tijd gewogen nettobijdrage van elk lid ;

e ) het aandeel van elk lid in de buffervoorraadrekening omvat zijn nettobijdrage , verminderd of verhoogd met zijn aandeel in tekorten of saldi van de buffervoorraadrekening , en verminderd met zijn eventuele aandeel in de aansprakelijkheid voor uitstaande leningen die door de Raad namens dit lid zijn aangegaan .

3 . Indien deze Overeenkomst onmiddellijk door een nieuwe internationale overeenkomst betreffende natuurlijke rubber wordt vervangen , neemt de Raad bij speciale stemming procedures aan om een doeltreffende overdracht naar de nieuwe overeenkomst , als bij die overeenkomst vereist , te verzekeren van de aandelen in de buffervoorraadrekening van de leden die het voornemen hebben aan de nieuwe overeenkomst deel te nemen . Een lid dat niet wenst deel te nemen aan de nieuwe overeenkomst heeft recht op betaling van zijn aandeel :

a ) in de beschikbare contanten naar verhouding van zijn aandeel in de totale nettobijdragen aan de buffervoorraadrekening , binnen twee maanden , en

b ) in de netto-opbrengst uit het van de hand doen van de buffervoorraden door geregelde verkoop of door overdracht aan de nieuwe internationale overeenkomst betreffende natuurlijke rubber tegen lopende marktprijzen , hetgeen binnen 12 maanden moet worden afgedaan ,

tenzij de Raad bij speciale stemming besluit de betalingen overeenkomstig a ) te verhogen .

4 . Indien deze Overeenkomst wordt beëindigd en niet vervangen door een nieuwe internationale overeenkomst betreffende natuurlijke rubber met een buffervoorraad neemt de Raad bij speciale stemming procedures aan om de geregelde verkoop van de buffervoorraad binnen de maximumperiode vermeld in artikel 67 , lid 7 , te regelen , behoudens volgende voorschriften :

a ) er vinden geen verdere aankopen van natuurlijke rubber plaats ;

b ) de Organisatie gaat geen nieuwe uitgaven aan behalve die welke noodzakelijk zijn om de buffervoorraad te verkopen .

5 . Behalve wanneer een lid overeenkomstig lid 6 verkiest natuurlijke rubber op te nemen worden de contanten die in de buffervoorraadrekening overblijven onmiddellijk verdeeld over de leden naar verhouding van hun aandelen als in lid 2 bepaald .

6 . In plaats van gehele of gedeeltelijke contante betaling kan elk lid verkiezen zijn aandeel in de activa van de buffervoorraadrekening in natuurlijke rubber op te nemen overeenkomstig door de Raad aangenomen procedures .

7 . De Raad neemt de nodige procedures aan voor aanpassing en betaling van de aandelen van de leden in de buffervoorraadrekening . Deze aanpassing geldt voor :

a ) elk verschil tussen de prijs van natuurlijke rubber vermeld in lid 2 , sub a ) , en de prijzen waartegen een deel van of de gehele buffervoorraad wordt verkocht ingevolge de procedures voor verkoop van de buffervoorraad ; en

b ) het verschil tussen de geschatte en de werkelijke liquidatiekosten .

8 . De Raad komt binnen 30 dagen na de laatste transacties van de buffervoorraadrekening bijeen en brengt de definitieve vereffening van de rekeningen van de leden binnen 30 dagen daarna tot stand .

HOOFDSTUK IX

VERHOUDING TOT HET GEMEENSCHAPPELIJK FONDS

Artikel 42

Verhouding tot het Gemeenschappelijk fonds

Wanneer het Gemeenschappelijk fonds gaat werken zal de Raad volledig gebruik maken van de faciliteiten van het Gemeenschappelijk fonds overeenkomstig de beginselen daarin vervat . De Raad zal hiertoe met het Gemeenschappelijk fonds onderhandelen over wederzijdse aanvaardbare voorwaarden en bepalingen voor een met het Gemeenschappelijk fonds te ondertekenen associatieovereenkomst .

HOOFDSTUK X

MAATREGELEN INZAKE BEVOORRADING

Artikel 43

Regelmaat bij de bevoorrading

1 . De uitvoerende leden verbinden zich er , voor zover mogelijk , toe een beleid te voeren en programma's ten uitvoer te leggen die de verbruikers een regelmatige bevoorrading met natuurlijke rubber verzekeren .

2 . De uitvoerende leden zetten hun inspanningen voort tot verbetering van de natuurlijke rubber en tot het brengen van eenheid in de specificatie van de kwaliteit en in de aanbiedingsvorm van natuurlijke rubber volgens de ontwikkeling van de technologie en de markt .

3 . Indien er zich een risico voor een tekort aan natuurlijk rubber voordoet , kan de Raad aanbevelingen tot de betrokken leden richten betreffende de passende maatregelen die getroffen zouden kunnen worden om een zo snel mogelijke stijging van de bevoorrading met natuurlijke rubber te verzekeren .

Artikel 44

Andere maatregelen

1 . Ten einde de doelstellingen van deze Overeenkomst te verwezenlijken omschrijft de Raad adequate maatregelen en methoden om de ontwikkeling van de natuurlijke rubbersector door de producerende leden te bevorderen door middel van de stijging en de verbetering van de produktie , de produktiviteit en de handel , waardoor de opbrengsten uit de uitvoer van de producerende leden worden vergroot en tevens de zekerheid van de bevoorrading wordt verbeterd en stelt hij deze maatregelen en methoden voor .

2 . Te dien einde verricht de commissie " Andere maatregelen " economische en technische analyses met het oog op de definitie van :

a ) programma's en projecten voor research-ontwikkeling betreffende natuurlijke rubber die voor de uitvoerende en invoerende leden van belang zijn , met inbegrip van activiteiten op het gebied van wetenschappelijk onderzoek op specifieke gebieden ;

b ) programma's en projecten waardoor de produktiviteit van de natuurlijke rubberindustrie kan worden verbeterd ;

c ) methoden ter verbetering van de kwaliteit van de bevoorrading met natuurlijke rubber en tot het brengen van eenheid in de specificatie van de kwaliteit en de aanbiedingsvorm van natuurlijke rubber ;

d ) methoden ter verbetering van de bewerking , het in de handel brengen en de verdeling van natuurlijke rubber in onbewerkte staat .

3 . De Raad onderzoekt de financiële gevolgen van deze maatregelen en methoden en hij zet zich in voor het bevorderen en vergemakkelijken van de inbreng van adequate financiële middelen , naar gelang van de mogelijkheden , uit bronnen zoals internationale financiële instellingen en de tweede rekening van het Gemeenschappelijk fonds wanneer dit zal zijn ingesteld .

4 . De Raad kan eventueel aanbevelingen doen aan de leden , internationale instellingen en andere organisaties om de tenuitvoerlegging van specifieke maatregelen krachtens dit artikel te bevorderen .

5 . De commissie " Andere maatregelen " zal op gezette tijden de vorderingen van de maatregelen welke de Raad besluit te stimuleren en aan te bevelen onderzoeken en hierover verslag uitbrengen aan de Raad .

HOOFDSTUK XI

OVERLEG INZAKE BINNENLANDS BELEID

Artikel 45

Overleg

De Raad pleegt op verzoek van een lid overleg inzake elke vorm van regeringsbeleid met betrekking tot natuurlijke tubber die rechtstreeks van invloed is op vraag en aanbod . De Raad kan zijn aanbevelingen ter nadere bestudering aan de leden voorleggen .

HOOFDSTUK XII

STATISTIEKEN , STUDIES EN VOORLICHTING

Artikel 46

Statistieken en voorlichting

1 . De Raad verzamelt , klasseert en publiceert eventueel de statistische gegevens inzake natuurlijke rubber en aanverwante gebieden voor zover dit voor de goede werking van deze Overeenkomst nodig is .

2 . De leden verstrekken de Raad onmiddellijk en zo uitgebreid mogelijk de beschikbare gegevens met betrekking tot de produktie en het verbruik van en de internationale handel in natuurlijke rubber , onderverdeels naar specifieke kwaliteiten .

3 . De Raad kan de leden eveneens verzoeken andere gegevens te verstrekken , met inbegrip van gegevens inzake aanverwante gebieden die voor de goede werking van deze Overeenkomst nodig zijn .

4 . De leden dienen alle bovengenoemde statistieken en inlichtingen binnen een redelijke termijn op zo volledig mogelijke wijze te verstrekken , voor zover dit niet in strijd is met hun nationale wetgeving .

5 . De Raad onderhoudt nauwe betrekkingen met daartoe in aanmerking komende internationale organisaties , waaronder de International Rubber Study Group , en met goederenbeurzen ten einde te verzekeren dat recente en betrouwbare gegevens inzake produktie , verbruik , voorraden , internationale handel en prijzen betreffende natuurlijke rubber en andere factoren die op vraag en aanbod inzake natuurlijke rubber van invloed zijn , ter beschikking komen .

6 . De Raad draagt er zorg voor dat bij publikatie van gegevens geen afbreuk wordt gedaan aan het vertrouwelijke karakter van de verrichtingen van personen of vennootschappen die natuurlijke rubber of aanverwante produkten produceren , verwerken of in de handel brengen .

Artikel 47

Jaarlijkse overzichten , ramingen en studies

1 . De Raad stelt jaarlijks een overzicht op van de internationale situatie met betrekking tot natuurlijke rubber en aanverwante gebieden in het licht van de door de leden en alle in aanmerking komende intergouvernementele en internationale organisaties verstrekte inlichtingen . De Raad publiceert dit overzicht .

2 . Ten minste eenmaal per halfjaar maakt de Raad ook een raming voor de volgende zes maanden van de produktie , het verbruik , de uitvoer en invoer van natuurlijke rubber van alle soorten en kwaliteiten . Hij stelt de leden in kennis van deze ramingen .

3 . De Raad verricht , of treft de nodige regelingen voor het verrichten van studies met betrekking tot de trend van de produktie , het verbruik , de handel in , de verkoop en de prijzen van natuurlijke rubber , en de vraagstukken op korte en lange termijn in de mondiale natuurlijke rubbersector .

Artikel 48

Jaarlijks onderzoek

1 . De Raad onderwerpt de werking van deze Overeenkomst aan een jaarlijks onderzoek in het licht van de in artikel 1 vermelde doelstellingen en stelt de leden in kennis van de resultaten van dit onderzoek .

2 . De Raad kan vervolgens aanbevelingen tot de leden richten en daarna in het kader van zijn bevoegdheden maatregelen treffen ten einde de werking van deze Overeenkomst nog doeltreffender te maken .

HOOFDSTUK XIII

DIVERSEN

Artikel 49

Algemene verplichtingen van de leden

1 . De leden doen gedurende de looptijd van deze Overeenkomst al het mogelijke en werken samen om de doelstellingen van deze Overeenkomst te bereiken en nemen geen maatregelen die met deze doelstellingen in strijd zijn .

2 . De leden trachten in het bijzonder de situatie in de natuurlijke rubbersector te verbeteren en de produktie en het verbruik van natuurlijke rubber te stimuleren ten einde de groei en de modernisering van de natuurlijke rubbersector tot wederzijds voordeel van producenten en consumenten te bevorderen .

3 . De leden beschouwen alle besluiten van de Raad krachtens deze Overeenkomst als bindend en treffen geen maatregelen waardoor deze besluiten kunnen worden beperkt of tegengegaan .

Artikel 50

Handelsbelemmeringen

1 . De Raad stelt overeenkomstig het jaarlijkse overzicht van de internationale situatie op het gebied van natuurlijke rubber als bedoeld in artikel 47 de belemmeringen voor de uitbreiding van de handel in natuurlijke rubber in ruwe , halfbewerkte of gewijzigde vorm vast .

2 . De Raad kan ter bevordering van de doelstellingen van dit artikel de leden aanbevelen om te trachten in daarvoor in aanmerking komende internationale forums wederzijds aanvaardbare praktische maatregelen vast te stellen ten einde dergelijke belemmeringen geleidelijk weg te nemen en , zo mogelijk , op te heffen . De Raad verricht een periodiek onderzoek naar de resultaten van dergelijke aanbevelingen .

Artikel 51

Vervoer en marktstructuur van natuurlijke rubber

De Raad dient de totstandbrenging van redelijke en billijke vrachttarieven en verbeteringen in het vervoerstelsel aan te moedigen en te vergemakkelijken zodat een regelmatige bevoorrading van de markten wordt gewaarborgd en bij de verhandeling van de produkten kosten kunnen worden gespaard .

Artikel 52

Afwijkende en steunmaatregelen

De invoerende ontwikkelingslanden en de minst ontwikkelde landen , die lid zijn en waarvan de belangen ongunstig worden beïnvloed door maatregelen in het kader van deze Overeenkomst , kunnen de Raad verzoeken om passende afwijkende en steunmaatregelen . De Raad neemt dergelijke maatregelen in overweging overeenkomstig de leden 3 en 4 van deel III van Resolutie 93 ( IV ) van de Conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling .

Artikel 53

Ontheffing van verplichtingen

1 . Wanneer zulks ten gevolge van buitengewone omstandigheden , van noodtoestanden of overmacht die niet uitdrukkelijk in deze Overeenkomst worden genoemd nodig mocht blijken , kan de Raad , bij speciale stemming , een lid ontheffen van een verplichting krachtens deze Overeenkomst wanneer hij een verklaring van dat lid met betrekking tot de redenen waarom de verplichting niet kan worden nagekomen kan aanvaarden .

2 . Wanneer de Raad krachtens lid 1 een lid ontheffing verleent , vermeldt hij uitdrukkelijk de voorwaarden waarop en de periode waarvoor het lid van de verplichting wordt ontheven en de redenen waarom de ontheffing wordt verleend .

Artikel 54

Redelijke arbeidsvoorwaarden

De leden verklaren dat zij zullen streven naar toepassing van arbeidsvoorwaarden die de levensstandaard van de werknemers in hun respectieve natuurlijke rubbersectoren moeten verbeteren .

HOOFDSTUK XIV

KLACHTEN EN GESCHILLEN

Artikel 55

Klachten

1 . Iedere klacht dat een lid zijn verplichtingen krachtens deze Overeenkomst niet is nagekomen , wordt op verzoek van het lid dat de klacht indient verwezen naar de Raad , die hieromtrent een beslissing neemt na overleg met de betrokken leden .

2 . In een beslissing van de Raad inhoudende dat een lid zijn verplichtingen krachtens deze Overeenkomst niet is nagekomen wordt de aard van de overtreding omschreven .

3 . Indien de Raad , naar aanleiding van een klacht of anderszins , vaststelt dat een lid zich schuldig heeft gemaakt aan niet-nakoming van deze Overeenkomst , kan hij bij speciale stemming , onverminderd andere maatregelen die andere artikelen van deze Overeenkomst uitdrukkelijk voorschrijven :

a ) de stemrechten van dit lid in de Raad en , indien dit nodig wordt geacht , andere rechten van dit lid schorsen , met inbegrip van het recht om een functie uit te oefenen in de Raad of in een van de krachtens artikel 19 ingestelde commissies en het passief kiesrecht voor het lidmaatschap van deze commissies , totdat het aan zijn verplichtingen heeft voldaan , of

b ) maatregelen ingevolge artikel 65 treffen wanneer deze niet-nakoming de werking van deze Overeenkomst aanzienlijk schaadt .

Artikel 56

Geschillen

1 . Elk geschil betreffende de uitlegging of toepassing van deze Overeenkomst dat niet door de betrokken leden wordt opgelost wordt op verzoek van een lid dat partij is bij het geschil verwezen naar de Raad , die hierover beslist .

2 . Wanneer een geschil ingevolge lid 1 naar de Raad is verwezen , kan een meerderheid van de leden , die over ten minste een derde van het totale aantal stemmen beschikt , de Raad verzoeken om na bespreking en alvorens een beslissing te nemen over de punten van geschil de mening van een overeenkomstig lid 3 samengestelde adviescommissie te vragen .

3 . a ) Tenzij de Raad bij speciale stemming anders beslist , bestaat de adviescommissie uit vijf personen , te weten :

i ) twee door de uitvoerende leden te benoemen personen , waarvan de één uitgebreide ervaring heeft op het gebied waarover het geschil handelt en de ander een bekwaam en ervaren jurist is ;

ii ) twee personen met soortgelijke hoedanigheden die door de invoerende leden worden benoemd , en

iii ) een voorzitter , met eenparigheid van stemmen gekozen door de vier personen die ingevolge i ) en ii ) zijn benoemd of , indien zij geen overeenstemming bereiken , door de voorzitter van de Raad .

b ) Onderdanen van leden en van niet-leden kunnen worden gekozen in de adviescommissie .

c ) Personen die in de adviescommissie zijn benoemd handelen in hun persoonlijke hoedanigheid en niet in opdracht van enige regering .

d ) De uitgaven van de adviescommissie worden door de Organisatie betaald .

4 . De mening van de adviescommissie wordt , met redenen omkleed , aan de Raad voorgelegd die , na alle ter zake dienende gegevens te hebben bestudeerd , bij speciale stemming het geschil beslist .

HOOFDSTUK XV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 57

Ondertekening

Deze Overeenkomst is van 2 januari tot en met 30 juni 1980 op het hoofdkantoor van de Verenigde Naties opengesteld voor ondertekening door de regeringen die waren uitgenodigd voor de Conferentie van de Verenigde Naties inzake natuurlijke rubber van 1978 .

Artikel 58

Depositaris

De Secretaris-generaal van de Verenigde Naties wordt hierbij aangewezen als depositaris van deze Overeenkomst .

Artikel 59

Bekrachtiging , aanvaarding en goedkeuring

1 . Deze Overeenkomst wordt door de ondertekenende regeringen bekrachtigd , aanvaard of goedgekeurd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke of institutionele procedures .

2 . De akten van bekrachtiging , aanvaarding of goedkeuring worden uiterlijk 30 september 1980 bij de depositaris nedergelegd . De Raad kan echter uitstel verlenen aan ondertekenende regeringen die niet in staat zijn hun akten op die datum neder te leggen .

3 . Elke regering die een akte van bekrachtiging , aanvaarding of goedkeuring nederlegt dient bij de nederlegging te verklaren uitvoerend lid of invoerend lid te zijn .

Artikel 60

Kennisgeving van voorlopige toepassing

1 . Een ondertekenende regering die voornemens is deze Overeenkomst te bekrachtigen , te aanvaarden of goed te keuren of een regering waarvoor de Raad voorwaarden voor toetreding heeft vastgesteld doch die nog niet in staat is geweest haar akte neder te leggen , kan op elk moment de depositaris ervan in kennis stellen dat zij voorlopig deze Overeenkomst volledig zal toepassen , hetzij wanneer deze Overeenkomst krachtens artikel 61 in werking treedt , hetzij , wanneer deze reeds van kracht is , op een bepaalde datum .

2 . Onverminderd het bepaalde in lid 1 kan een regering in haar kennisgeving van voorlopige toepassing bepalen dat zij deze Overeenkomst slechts binnen de grenzen van haar constitutionele en/of legislatieve procedures zal toepassen . Deze regering dient echter al haar financiële verplichtingen met betrekking tot de beheersrekening te voldoen . Het voorlopig lidmaatschap van een regering die een kennisgeving op deze wijze doet , duurt ten hoogste 18 maanden , vanaf de voorlopige inwerkingtreding van deze Overeenkomst . Indien het in de periode van 18 maanden nodig is middelen voor de buffervoorraadrekening op te vorderen , beslist de Raad over de status van een regering die krachtens dit lid een voorlopig lidmaatschap heeft .

Artikel 61

Inwerkingtreding

1 . Deze Overeenkomst treedt definitief in werking op 1 oktober 1980 of op een datum daarna , indien op die datum de regeringen die ten minste 80 % van de nettouitvoer zoals vermeld in bijlage A van deze Overeenkomst en de regeringen die ten minste 80 % van de netto-invoer zoals vermeld in bijlage B van deze Overeenkomst vertegenwoordigen hun akten van bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring of toetreding hebben nedergelegd of de volledige financiële verplichtingen in verband met deze Overeenkomst zijn aangegaan .

2 . Deze Overeenkomst treedt voorlopig in werking op 1 oktober 1980 of op een datum binnen twee jaar daarna , indien op die datum de regeringen die ten minste 65 % van de netto-invoer zoals vermeld in bijlage A bij deze Overeenkomst en de regeringen die ten minste 65 % van de netto-invoer zoals vermeld in bijlage B bij deze Overeenkomst vertegenwoordigen , hun akten van bekrachtiging , aanvaarding of goedkeuring hebben nedergelegd of de depositaris krachtens artikel 60 ter kennis hebben gebracht dat zij deze Overeenkomst voorlopig zullen toepassen . Deze Overeenkomst blijft ten hoogste 18 maanden voorlopig van kracht , indien zij niet definitief in werking treedt ingevolge lid 1 of de Raad anderszins beslist overeenkomstig lid 4 .

3 . Wanneer deze Overeenkomst niet ingevolge lid 2 binnen twee jaar na 1 oktober 1980 voorlopig in werking treedt , verzoekt de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties , zodra hij dit na deze datum mogelijk acht , de regeringen die akten van bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring of toetreding hebben nedergelegd of hem ter kennis hebben gebracht dat zij deze Overeenkomst voorlopig zullen toepassen en alle andere die aan de Conferentie van de Verenigde Naties inzake natuurlijke rubber van 1978 deelnamen bijeen te komen ten einde aan te bevelen of de regeringen die hiertoe in staat zijn wel of niet de nodige stappen moeten ondernemen om deze Overeenkomst onderling voorlopig of definitief geheel of gedeeltelijk in werking te stellen . Indien tijdens deze vergadering geen beslissing wordt genomen kan de Secretaris-generaal , indien hij zulks wenselijk acht , nieuwe vergaderingen bijeenroepen .

4 . Wanneer niet binnen 18 kalendermaanden vanaf de voorlopige inwerkingtreding van de Overeenkomst krachtens lid 2 is voldaan aan de vereisten voor definitieve inwerkingtreding van de Overeenkomst krachtens lid 1 , roept de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties , zodra hij zulks mogelijk acht , doch voor het einde van bovengenoemde periode van 18 maanden , de regeringen die akten van bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring of toetreding hebben nedergelegd of hem ter kennis hebben gebracht dat zij deze Overeenkomst voorlopig zullen toepassen en alle andere die hebben deelgenomen aan de Conferentie van de Verenigde Naties inzake natuurlijke rubber van 1978 , bijeen ten einde de toekomst van deze Overeenkomst opnieuw te bezien . Rekening houdend met de aanbevelingen van de door de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties bijeengeroepen vergadering , komt de Raad bijeen om een beslissing te nemen over de toekomst van deze Overeenkomst . Bij speciale stemming besluit de Raad vervolgens :

a ) deze Overeenkomst ten aanzien van het ledenbestand van dat tijdstip geheel of gedeeltelijk definitief in werking te stellen ;

b ) deze Overeenkomst ten aanzien van het ledenbestand van dat tijdstip geheel of gedeeltelijk een jaar langer voorlopig van kracht te doen zijn ; of

c ) nieuwe onderhandelingen inzake deze Overeenkomst te voeren .

Wanneer de Raad niet tot een besluit kan komen , wordt deze Overeenkomst na het verstrijken van de periode van 18 maanden beëindigd .

5 . Voor een regering die haar akte van bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring of toetreding na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst nederlegt , treedt deze Overeenkomst in werking op de datum van nederlegging .

6 . De Secretaris-generaal van de Verenigde Naties roept de eerste vergadering van de Raad zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst bijeen .

Artikel 62

Toetreding

1 . De regeringen van alle staten kunnen tot deze Overeenkomst toetreden op door de Raad vastgestelde voorwaarden , die een tijdslimiet voor de nederlegging van toetredingsakten behelzen . De Raad kan echter uitstel verlenen aan regeringen die niet in staat zijn hun toetredingsakten neder te leggen binnen de in de toetredingsvoorwaarden bepaalde tijdslimiet .

2 . De toetreding wordt van kracht door het nederleggen van een akte van toetreding bij de depositaris .

Artikel 63

Wijzigingen

1 . De Raad kan de leden bij speciale stemming wijzigingen van deze Overeenkomst aanbevelen .

2 . De Raad stelt de datum vast waarop de leden de depositaris ervan in kennis moeten stellen dat zij de wijziging aanvaarden .

3 . Een wijziging treedt in werking 90 dagen nadat de depositaris kennisgeving van aanvaarding heeft ontvangen van leden die ten minste twee derde van de uitvoerende leden vertegenwoordigen en over ten minste 85 % van de stemmen van de uitvoerende leden beschikken en van leden die ten minste twee derde van de invoerende leden vertegenwoordigen en over ten minste 85 % van de stemmen van de invoerende leden beschikken .

4 . Nadat de depositaris de Raad ervan in kennis heeft gesteld dat de vereisten voor de inwerkingtreding van de wijziging zijn vervuld en onverminderd het bepaalde in lid 2 betreffende de door de Raad vastgestelde datum , kan een lid de depositaris er alsnog van in kennis stellen dat het de wijziging aanvaardt , mits deze kennisgeving wordt gedaan voor de wijziging in werking treedt .

5 . Een lid dat geen kennisgeving van aanvaarding van een wijziging heeft gedaan op de datum waarop deze in werking treedt , houdt met ingang van deze datum op Overeenkomstsluitende Partij te zijn , tenzij het betrokken lid de Raad aantoont dat het de wijziging niet tijdig heeft kunnen goedkeuren als gevolg van moeilijkheden ondervonden bij de voltooiing van zijn constitutionele of institutionele procedures en de Raad besluit voor dit lid de termijn voor aanvaarding van de wijziging te verlengen . Dit lid is niet door de wijziging gebonden zolang het geen kennis heeft gegeven van aanvaarding ervan .

6 . Wanneer de vereisten voor de inwerkingtreding van de wijziging niet op de door de Raad overeenkomstig lid 2 vastgestelde datum zijn vervuld , wordt de wijziging geacht te zijn ingetrokken .

Artikel 64

Terugtrekking

1 . Een lid kan zich uit deze Overeenkomst terugtrekken op elk moment na de inwerkingtreding ervan door de depositaris een bericht van terugtrekking te doen toekomen . Dit lid stelt tegelijkertijd de Raad in kennis van de door hem genomen beslissing .

2 . Een jaar nadat zijn kennisgeving door de depositaris is ontvangen houdt dit lid op een Overeenkomstsluitende Partij te zijn .

Artikel 65

Uitsluiting

Wanneer de Raad vaststelt dat een lid zijn verplichtingen krachtens deze Overeenkomst niet nakomt en voorts besluit dat zulks de werking van deze Overeenkomst aanzienlijk schaadt , kan hij bij speciale stemming dit lid van deze Overeenkomst uitsluiten . De Raad stelt de depositaris hiervan onmiddellijk in kennis . Een jaar na de datum van het besluit van de Raad houdt het lid op een Overeenkomstsluitende Partij te zijn .

Artikel 66

Vereffening met uittredende of uitgesloten leden of leden die niet in staat zijn een wijziging te aanvaarden

1 . Overeenkomstig dit artikel stelt de Raad de vereffening vast met een lid dat ophoudt een Overeenkomstsluitende Partij te zijn ten gevolge van :

a ) niet-aanvaarding van een wijziging van deze Overeenkomst ingevolge artikel 63 ;

b ) terugtrekking uit deze Overeenkomst ingevolge artikel 64 ; of

c ) uitsluiting van deze Overeenkomst ingevolge artikel 65 .

2 . De Raad behoudt de bijdragen die een lid dat ophoudt Overeenkomstsluitende Partij te zijn heeft betaald ten behoeve van de beheersrekening .

3 . De Raad betaalt het aandeel in de buffervoorraadrekening overeenkomstig artikel 41 terug aan een lid dat ophoudt Overeenkomstsluitende Partij te zijn ten gevolge van niet-aanvaarding van een wijziging van deze Overeenkomst , terugtrekking of uitsluiting , verminderd met zijn aandeel in eventuele overschotten .

a ) Deze terugbetaling aan een lid dat ophoudt Overeenkomstsluitende Partij te zijn ten gevolge van niet-aanvaarding van een wijziging van deze Overeenkomst zal een jaar nadat de desbetreffende wijziging van kracht wordt plaatsvinden .

b ) De terugbetaling aan een lid dat zich terugtrekt zal binnen 60 dagen nadat het desbetreffende lid ophoudt Overeenkomstsluitende Partij te zijn geschieden , tenzij de Raad ten gevolge van deze terugtrekking besluit deze Overeenkomst overeenkomstig artikel 67 , lid 6 , voor de terugbetaling te beëindigen ; in dit geval zijn de bepalingen van artikel 41 en artikel 67 , lid 7 , van toepassing .

c ) De terugbetaling aan een lid dat is uitgesloten zal binnen 60 dagen nadat dit lid ophoudt Overeenkomstsluitende Partij te zijn geschieden .

4 . Indien uit de buffervoorraadrekening geen contante betalingen ingevolge lid 3 , sub a ) , b ) of c ) , kunnen geschieden zonder dat de goede werking van de buffervoorraadrekening in gevaar wordt gebracht of om aanvullende bijdragen van de leden moet worden verzocht ten einde deze terugbetalingen te dekken , wordt de betaling uitgesteld totdat de benodigde hoeveelheid natuurlijke rubber in de buffervoorraad kan worden verkocht tegen of boven de hoogste interventieprijs . Indien voor het einde van de in artikel 64 bepaalde periode van een jaar de Raad een terugtrekkend lid mededeelt dat de betaling overeenkomstig dit lid moet worden uitgesteld , kan de periode van één jaar tussen de kennisgeving van het voornemen tot terugtrekking en de werkelijke terugtrekking , indien het terugtrekkende lid zulks wenst , worden verlengd tot het tijdstip waarop de Raad het lid ervan in kennis stelt dat de betaling van zijn aandeel binnen 60 dagen plaats kan vinden .

5 . Een lid dat ingevolge dit artikel een passende terugbetaling heeft ontvangen heeft geen recht op een aandeel in de opbrengst van de liquidatie van de Organisatie . Na een dergelijke terugbetaling is dit lid evenmin verantwoordelijk voor eventuele tekorten van de Organisatie .

Artikel 67

Geldigheidsduur , verlenging en beëindiging

1 . Deze Overeenkomst blijft van kracht gedurende een periode van vijf jaar nadat zij in werking is getreden , tenzij zij ingevolge de leden 2 , 3 of 4 wordt verlengd of ingevolge de leden 5 of 6 wordt beëindigd .

2 . Voor de periode van vijf jaar vermeld in lid 1 verstrijkt , kan de Raad bij speciale stemming besluiten deze Overeenkomst voor een periode van uiterlijk twee jaar te verlengen en/of nieuwe onderhandelingen over deze Overeenkomst te voeren . De Raad stelt de depositaris in kennis van deze beslissing .

3 . Indien voor de in lid 1 bedoelde periode van vijf jaar verstrijkt , de onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst ter vervanging van deze Overeenkomst nog niet zijn voltooid , kan de Raad bij speciale stemming deze Overeenkomst voor een periode van uiterlijk twee jaar verlengen . De Raad stelt de depositaris in kennis van deze beslissing .

4 . Indien voor de in lid 1 bedoelde periode van vijf jaar verstrijkt , een nieuwe overeenkomst ter vervanging van de onderhavige Overeenkomst tot stand is gekomen , doch nog niet definitief of voorlopig in werking is getreden , kan de Raad , bij speciale stemming , deze Overeenkomst verlengen tot de nieuwe overeenkomst voorlopig of definitief in werking treedt , mits deze verlenging een periode van twee jaar niet overschrijdt . De Raad stelt de depositaris in kennis van deze verlenging .

5 . Indien een nieuwe internationale overeenkomst betreffende natuurlijke rubber tot stand komt en in werking treedt gedurende een verlengingsperiode van deze Overeenkomst ingevolge de leden 2 , 3 of 4 , wordt deze verlengde Overeenkomst beëindigd bij de inwerkingtreding van de nieuwe overeenkomst .

6 . De Raad kan te allen tijde bij speciale stemming besluiten deze Overeenkomst te beëindigen met ingang van een door hem vast te stellen datum . De Raad stelt de depositaris in kennis van deze beslissing .

7 . Niettegenstaande de beëindiging van deze Overeenkomst , blijft de Raad gedurende een periode van uiterlijk drie jaar bestaan voor de liquidatie van de Organisatie , met inbegrip van de vereffening van de rekeningen , alsmede voor de overdracht van activa overeenkomstig de bepalingen van artikel 41 en onverminderd bij speciale stemming te nemen ter zake dienende besluiten ; de Raad bezit tijdens die periode de bevoegdheden en vervult de functies die voor deze doeleinden nodig zijn .

Artikel 68

Voorbehouden

Er mogen geen voorbehouden worden gemaakt ten aanzien van de bepalingen van deze Overeenkomst .

Artikel 69

Authentieke teksten van deze Overeenkomst

De teksten van deze Overeenkomst in de Chinese , de Engelse , de Franse , de Russische en de Spaanse taal zijn gelijkelijk authentiek .

Ten blijke waarvan de ondergetekenden , daartoe naar behoren gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen , deze Overeenkomst hebben ondertekend op de naast hun namen vermelde data .

Gedaan te Genève , de zesde oktober negentienhonderd negenenzeventig .

Voor authentieke tekst gewaarmerkt

E.V . MBULI

Secretaris , Conferentie van de Verenigde Naties inzake natuurlijke rubber van 1978

( 1 ) Resoluties van de algemene vergadering 3201 ( S-VI ) en 3202 ( S-VI ) van 1 mei 1974 .

BIJLAGE A

Aandelen van de afzonderlijke uitvoerende landen in de totale netto-uitvoer van de landen welke deelnamen aan de Conferentie van de Verenigde Naties inzake natuurlijke rubber , vastgesteld met het oog op artikel 61

* Percentage ( 1 ) *

Bolivia * 0,081 *

Kameroen * 0,514 *

India * 0,199 *

Indonesië * 25,387 *

Liberia * 2,551 *

Maleisië * 48,218 *

Nigeria * 1,313 *

Papoea-Nieuw-Guinea * 0,150 *

Filippijnen * 0,018 *

Singapore * 4,406 *

Sri Lanka * 4,367 *

Thailand * 12,004 *

Zaïre * 0,792 *

Totaal * 100,000 *

BIJLAGE B

Aandelen van de afzonderlijke invoerende landen en groepen van landen in de totale netto-invoer van de landen welke deelnamen aan de Conferentie van de Verenigde Naties inzake natuurlijke rubber , vastgesteld met het oog op artikel 61

* Percentage ( 2 ) *

Algerije * 0,81 *

Australië * 1,467 *

Oostenrijk * 0,683 *

Brazilië * 1,836 *

Bulgarije * 0,394 *

Canada * 2,934 *

China * 7,707 *

Tsjechoslowakije * 1,810 *

Ecuador * 0,050 *

Egypte * 0,097 *

EEG * 23,283 *

België/Luxemburg * 0,772 *

Denemarken * 0,171 *

Frankrijk * 5,428 *

Bondsrepubliek Duitsland * 6,435 *

Ierland * 0,273 *

Italië * 4,150 *

Nederland * 0,733 *

Verenigd Koninkrijk * 5,321 *

Irak * 0,051 *

Finland * 0,226 *

Duitse Democratische Republiek * 1,258 *

Ghana * 0,141 *

Guatemala * 0,070 *

Hongarije * 0,534 *

Japan * 10,780 *

Madagascar * 0,000 *

Malta * 0,000 *

Marokko * 0,150 *

Mexico * 1,325 *

Nieuw-Zeeland * 0,291 *

Noorwegen * 0,094 *

Panama * 0,000 *

Peru * 0,225 *

Polen * 1,980 *

Republiek Korea * 3,189 *

Roemenië * 1,529 *

Somalië * 0,000 *

Spanje * 3,178 *

Zweden * 0,439 *

Zwitserland * 0,122 *

Syrische Arabische Republiek * 0,014 *

Tunesië * 0,008 *

Turkije * 0,758 *

Unie van Socialistische Sowjetrepublieken * 7,148 *

Verenigde Staten * 24,756 *

Uruguay * 0,117 *

Venezuela * 0,306 *

Joegoslavië * 0,969 *

Totaal * 100,000 *

( 1 ) De aandelen zijn percentages van de totale netto-uitvoer van natuurlijke rubber in de periode van vijf jaar : 1974 tot 1978 .

( 2 ) De aandelen zijn percentages van de totale netto-invoer van natuurlijke rubber in de periode van drie jaren : 1976 , 1977 en 1978 .

BIJLAGE C

Kosten verbonden aan de buffervoorraad , volgens de raming van de voorzitter van de Conferentie van de Verenigde Naties inzake natuurlijke rubber van 1978

Onder normale omstandigheden kunnen de kosten verbonden aan het aanleggen en doen functioneren van een buffervoorraad van 550 000 ton worden berekend door dit getal te vermenigvuldigen met de bodemprijs van 168 Maleisische/Singapore cent per kilogram en daar nog 10 % bij op te tellen .

Top