EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52015DC0136
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL on tax transparency to fight tax evasion and avoidance
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over fiscale transparantie ter bestrijding van belastingontduiking en -ontwijking
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over fiscale transparantie ter bestrijding van belastingontduiking en -ontwijking
/* COM/2015/0136 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over fiscale transparantie ter bestrijding van belastingontduiking en -ontwijking /* COM/2015/0136 final */
INLEIDING Het bestrijden van belastingontduiking is van wezenlijk belang om, in
overeenstemming met de belangrijkste politieke prioriteiten van de Commissie[1],
voor meer billijkheid en economische efficiëntie op de interne markt te zorgen.
De aanpak van het ontwijken van vennootschapsbelasting is nauw verbonden met
deze agenda. Anders dan het ontduiken van belasting, wat onwettig is, valt
belastingontwijking doorgaans binnen de grenzen van de wet. Veel vormen van
belastingontwijking druisen echter in tegen de geest van de wet en rekken de
interpretatie van dat wat "legaal" is zoveel mogelijk op om de
fiscale bijdrage van een bedrijf tot het uiterste terug te brengen. Door middel
van agressieve fiscale planningtechnieken buiten sommige bedrijven de leemten
in belastingstelsels en incongruenties tussen nationale regels uit om te
voorkomen dat zij hun billijke aandeel aan belastingen moeten betalen. In veel
landen bestaan bovendien fiscale regelingen op grond waarvan ondernemingen de
winst op een kunstmatige manier onder de jurisdictie van het betreffende land
kunnen brengen, waardoor deze agressieve fiscale planning wordt gestimuleerd. Deze activiteiten ondermijnen een eerlijke verdeling van de lasten
onder belastingplichtigen, eerlijke concurrentie tussen bedrijven en fair play
tussen de lidstaten bij het innen van de wettelijk verschuldigde
winstbelasting. Fiscaal beleid wordt voornamelijk op nationaal niveau
vastgesteld. Met het oog op een billijkere belastingheffing en handhaving van
het beginsel dat belastingheffing de plaats van de economische activiteit zou
moeten weerspiegelen, schroeft de Commissie haar pogingen op om de lidstaten te
helpen belastingontduiking en -ontwijking op de interne markt te bestrijden. Naast de nodige inspanningen van lidstaten om belastingstelsels te
vereenvoudigen en te stroomlijnen, is fiscale transparantie van wezenlijk
belang om deze doelen te realiseren. Agressieve fiscale planning, schadelijke
fiscale regelingen en belastingfraude gedijen allemaal in een complexe en niet-coöperatieve
omgeving. Het bestrijden van belastingontduiking en -ontwijking vereist daarom
meer openheid tussen de belastingautoriteiten en meer samenwerking tussen de
regeringen. Daarnaast moeten ondernemingen er meer toe worden verplicht om
fiscale praktijken te volgen die transparant en billijk zijn. De EU heeft voortdurend blijk gegeven van leiderschap op het gebied van
goed bestuur in belastingzaken en op dit gebied jarenlang beginselen bevorderd
die nu wereldwijd navolging vinden. De recente en ongekende impuls in de strijd
tegen belastingontduiking en -ontwijking is grotendeels toe te schrijven aan
de roep van burgers om billijke belastingheffing in moeilijke tijden. Dit
nieuwe streven om ervoor te zorgen dat ieder zijn deel betaalt, werpt op EU-niveau
en internationaal aanzienlijke resultaten af. De EU heeft actief bijgedragen
aan de OESO/G20-werkzaamheden om transparantienormen te herzien en fiscale
misbruikpraktijken wereldwijd aan te pakken. Het BEPS-project[2], dat in
2015 moet zijn afgerond, moet leiden tot een fundamentele hervorming van het
wereldwijde belastingklimaat, waardoor belastingontduiking en agressieve
fiscale planning in de toekomst veel moeilijker zullen worden. Ondanks deze vooruitgang zijn er echter meer maatregelen nodig om de
lidstaten in staat te stellen hun belastinggrondslag te beschermen en bedrijven
eerlijk te laten concurreren op de interne markt, en tegelijkertijd ervoor te
zorgen dat de grondrechten worden nageleefd, waaronder het recht op bescherming
van persoonsgegevens. Tegen deze achtergrond wordt in de huidige mededeling een pakket
fiscale transparantiemaatregelen voorgesteld dat is gericht op de meest
prangende zaken die op dit gebied moeten worden aangepakt. Dit is de eerste
fase van de ambitieuze agenda voor 2015 van de Commissie ter bestrijding van
belastingontduiking en -ontwijking. Deze fase zal vóór de zomer een vervolg
krijgen met een gedetailleerd actieplan over vennootschapsbelasting, waarin de
Commissie haar standpunten uiteenzet over billijke en efficiënte
vennootschapsbelasting in de EU en een aantal voorstellen zal doen om dit doel
te bereiken, waaronder manieren om besprekingen in de Raad op te intensiveren
en om het voorstel voor een gemeenschappelijke geconsolideerde
heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (Common Consolidated Corporate
Taxbase, hierna "CCCTB" genoemd) nieuw leven in te blazen. De CCCTB
zou, naast het verminderen van de kosten en administratieve lasten voor
bedrijven op de interne markt, een doeltreffend middel kunnen zijn tegen het
ontwijken van vennootschapsbelasting in de EU. MEER FISCALE TRANSPARANTIE:
ER IS VEEL BEREIKT, MAAR NOG VEEL MEER TE DOEN Er is in de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt in het streven
naar meer transparantie en samenwerking tussen de belastingdiensten in de EU. Sinds 1997 hebben de lidstaten zich politiek gecommitteerd aan de
beginselen van eerlijke belastingconcurrentie in het kader van de Gedragscode
inzake de belastingregeling voor ondernemingen. Zij werken samen in de Groep
gedragscode om fiscale regelingen streng te toetsen en de beginselen van goed
bestuur in belastingzaken op de interne markt te waarborgen. Hoewel deze
gedragscode door de lidstaten weliswaar politiek wordt gesteund, maar
juridisch niet bindend is, is dankzij deze code in de afgelopen jaren toch een
aantal schadelijke fiscale praktijken uitgebannen. In 2012 presenteerde de Commissie een actieplan met meer dan dertig
maatregelen om belastingfraude en -ontduiking aan te pakken. Veel van deze
maatregelen waren met name gericht op het vergroten van de fiscale
transparantie en de uitwisseling van inlichtingen. Er is belangrijke
vooruitgang geboekt bij de uitvoering van deze maatregelen en een aantal
belangrijke initiatieven is reeds voltooid. De herziening van de richtlijn betreffende de administratieve
samenwerking, die in december 2014 door de Raad is vastgesteld[3],
was een belangrijk wapenfeit. Zij garandeert dat de EU een solide
wetgevingskader bezit voor de automatische uitwisseling van inlichtingen en
betekent het definitieve einde in de hele EU van het bankgeheim voor fiscale
doeleinden. De richtlijn vereist dat de lidstaten automatisch een reeks van
financiële inlichtingen met elkaar uitwisselen, in overeenstemming met de
nieuwe mondiale OESO/G20-standaard voor automatische inlichtingenuitwisseling
tussen jurisdicties. De vaststelling van onderhandelingsmandaten voor krachtigere
belastingovereenkomsten met Zwitserland, Andorra, Monaco, San Marino en
Liechtenstein was een belangrijke stap voorwaarts bij de verwezenlijking van de
EU-agenda voor fiscale transparantie. De Commissie rondt op dit moment de
onderhandelingen met de vijf buurlanden af en is van plan om tegen de zomer van
2015 een voorstel voor ondertekening te doen. De overeenkomsten zijn nog veel
ambitieuzer dan eerder was voorzien, omdat zij in overeenstemming zullen worden
gebracht met de nieuwe mondiale standaard en een zo breed mogelijke
automatische uitwisseling van inlichtingen tussen de partijen zullen
waarborgen. Andere resultaten die verband houden met het actieplan uit 2012 zijn
onder meer de vaststelling van de herziene moeder-dochterrichtlijn om bepaalde
fiscale misbruikpraktijken van ondernemingen te voorkomen, de oprichting van
een platform inzake goed fiscaal bestuur en de oprichting van een btw-forum
voor de dialoog tussen bedrijven en belastingautoriteiten. Er zijn ook bepaalde
praktische initiatieven uitgevoerd om de fiscale transparantie te bevorderen,
zoals de ontwikkeling van standaardformulieren voor de uitwisseling van
inlichtingen en geautomatiseerde formats voor automatische uitwisseling van
inlichtingen met betrekking tot niet-financiële inkomsten. Wat het traceren van
geldstromen betreft, werken belasting- en douaneautoriteiten momenteel samen om
beter gebruik te maken van gegevens over middelenverkeer. De vierde antiwitwasrichtlijn, die onlangs door de medewetgevers is
vastgesteld, draagt eveneens bij tot het realiseren van de doelstelling de
transparantie inzake kapitaalstromen te vergroten. Hoewel de invoering van
centrale registers met informatie over uiteindelijke begunstigden die voor
financiële opsporingsteams uit heel Europa toegankelijk zijn, met name gericht
is op een betere bestrijding van het witwassen van geld en van het financieren
van terrorisme, zal zij de strijd tegen belastingontduiking indirect ten goede
komen. Er blijft gewerkt worden aan andere initiatieven uit het actieplan om
de transparantie in belastingzaken verder te verbeteren. Zo wordt momenteel
onderzocht of het haalbaar is een Europees fiscaal identificatienummer (FIN) in
het leven te roepen omdat belastingdiensten belastingplichtigen daarmee veel
gemakkelijker zouden kunnen identificeren ten behoeve van de automatische
uitwisseling van inlichtingen. Daarnaast onderzoekt de Commissie de
mogelijkheid om Eurofisc, een instrument voor de snelle uitwisseling van
inlichtingen over btw-fraude, uit te breiden tot directe belastingen. Dit zou
de lidstaten helpen om steeds weer voorkomende fraudeconstructies en
ontwikkelingen in agressieve fiscale planning op te sporen en elkaar daar snel
over te informeren. De Commissie zal verder verslag uitbrengen over de voortgang van de
lidstaten bij de tenuitvoerlegging van de aanbeveling uit 2012 over
belastingparadijzen. In deze aanbeveling zijn minimumnormen voor goed bestuur in
belastingzaken opgenomen waar de internationale partners van de EU aan zouden
moeten voldoen. Op basis van dit verslag zal de Commissie nagaan of verdere
maatregelen nodig zijn om te garanderen dat de EU een samenhangend en
consequent beleid voert inzake fiscale transparantie ten aanzien van derde
landen. NAAR MEER FISCALE TRANSPARANTIE IN DE EU EN DAARBUITEN Ondanks de vooruitgang die is geboekt, is er nog altijd meer actie op
EU-niveau nodig gezien de omvang van de belastingontwijking[4], de
resterende leemten als het gaat om transparantie en samenwerking, de
complexiteit van belastingstelsels en het raffinement van agressieve fiscale
planningtechnieken. Het ontbreekt nationale diensten vaak aan de vereiste inlichtingen over
het effect van fiscale regelingen en praktijken van andere landen op hun eigen
belastingstelsels. Vooronderzoek door de Commissie, werkzaamheden van de Groep
gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen en recente
onthullingen vormen concreet bewijs voor de noodzaak om de
vennootschapsbelastingstelsels in de lidstaten omwille van eerlijke
belastingconcurrentie transparanter te maken. In dit opzicht verdienen met name de fiscale rulings bijzondere
aandacht. Fiscale rulings worden voornamelijk uitgevaardigd om rechtszekerheid
te bieden en leveren in beginsel geen problemen op. Wanneer zij echter gebruikt
worden om selectieve belastingvoordelen te bieden of winsten kunstmatig te
verschuiven naar plaatsen waar geen of een lage belasting wordt geheven, zorgen
zij voor concurrentieverstoring en hollen zij de belastinggrondslagen van de
lidstaten uit. De Commissie voert inzake een aantal fiscale rulings van
lidstaten al staatssteunonderzoek uit en heeft alle lidstaten gevraagd om
informatie te verstrekken over hun fiscale-rulingpraktijken om te bepalen of
selectieve belastingvoordelen voor concurrentieverstoringen op de interne markt
zorgen.[5] Het versterken van de transparantievereisten binnen de eigen grenzen
zal de EU ook extra geloofwaardig maken in haar streven naar een ambitieuze
mondiale agenda voor transparantie. 2015 is het jaar waarin het OESO/G20
BEPS-project moet zijn afgerond, en de EU moet in dit internationale
hervormingsproces een actieve speler blijven. Om die reden stelt de Commissie met dit pakket fiscale transparantiemaatregelen
een aantal maatregelen vast die op korte termijn kunnen worden genomen om de
fiscale transparantie te vergroten en zo belastingontduiking en het ontwijken
van vennootschapsbelasting in de EU te bestrijden, de band tussen
belastingheffing en de plaats van reële economische activiteit te waarborgen en
wereldwijd soortgelijke normen te bevorderen. Het gaat om de volgende maatregelen: 1.
Invoering van strikte transparantie voor
fiscale rulings Fiscale rulings die leiden tot een geringe belastingheffing in een
bepaalde lidstaat, kunnen ondernemingen ertoe verleiden winsten kunstmatig
onder de jurisdictie van die lidstaat te brengen. Dit kan niet alleen leiden
tot ernstige uitholling van de belastinggrondslag van andere lidstaten, maar
ook agressieve fiscale planning en het ontwijken van vennootschapsbelasting
verder in de hand werken. Op dit moment wisselen nationale autoriteiten weinig inlichtingen uit
over fiscale rulings. De lidstaten wier inkomsten negatief worden beïnvloed
door de fiscale rulings van anderen, kunnen niet de vereiste maatregelen nemen
om hierop te reageren. In overeenstemming met een gezamenlijk streven het
ontwijken van vennootschapsbelasting te bestrijden, is er dringend behoefte aan
meer transparantie en inlichtingenuitwisseling over grensoverschrijdende
fiscale rulings, waaronder verrekenprijsregelingen. Daarom dient de Commissie een voorstel in voor de automatische
inlichtingenuitwisseling over grensoverschrijdende fiscale rulings. Nationale
belastingautoriteiten zullen verplicht worden op gezette tijden met alle andere
lidstaten automatisch basisinlichtingen uit te wisselen over hun
grensoverschrijdende fiscale rulings. In voorkomend geval kunnen lidstaten die
deze informatie ontvangen dan om meer informatie verzoeken. De Commissie stelt
voor dat deze nieuwe eisen via wijzigingen in de richtlijn betreffende de
administratieve samenwerking in het bestaande wetgevingskader voor
inlichtingenuitwisseling worden opgenomen. Op die manier kan de automatische
uitwisseling van inlichtingen over fiscale rulings snel worden uitgevoerd,
omdat de procedures en processen daarvoor al bestaan. 2.
Stroomlijning van wetgeving over de
automatische uitwisseling van inlichtingen Het akkoord over de herziene spaarrichtlijn in maart 2014 vormde een
belangrijke doorbraak. De reikwijdte van automatisch door de lidstaten uit te
wisselen inlichtingen inzake spaargeld werd verruimd. De doelstellingen van de
EU-spaarrichtlijn zijn echter snel voorbijgestreefd door die van de herziene
richtlijn betreffende de administratieve samenwerking van december 2014. Met
deze richtlijn hebben alle lidstaten zich ertoe verplicht om automatisch
inlichtingen uit te wisselen over het volledige spectrum aan financiële
inlichtingen voor fiscale doeleinden, overeenkomstig de nieuwe internationale
standaard van de OESO. De eerdere materiële en procedurele bepalingen in de EU-spaarrichtlijn
vallen nu onder het veel ruimere toepassingsgebied van de richtlijn betreffende
de administratieve samenwerking. Om dubbele en overlappende EU-wetgeving op dit
gebied te voorkomen, stelt de Commissie voor om de spaarrichtlijn als onderdeel
van dit pakket fiscale transparantiemaatregelen in te trekken. Dit zal zorgen
voor een eenvoudiger en gestroomlijnder wetgevingskader voor bedrijven en belastingdiensten.
3.
Beoordeling van mogelijke verdere
initiatieven op het gebied van transparantie De Commissie zal beoordelen of aanvullende openbaarmaking van bepaalde
inlichtingen over vennootschapsbelasting moet worden ingevoerd, en wel dusdanig
dat dit verder gaat dan administratieve samenwerking en openbare toegang wordt
verleend tot een beperkte reeks aan fiscale inlichtingen van multinationals. Dergelijke transparantievereisten bestaan momenteel voor banken (in het
kader van de richtlijn IV inzake kapitaalvereisten) en zijn met name gericht op
betalingen aan regeringen inzake grote winnings- en houtkapindustrieën (in het
kader van de jaarrekeningrichtlijn), in de vorm van verslaglegging per land.
Het verruimen van de verplichting tot openbaarmaking van bepaalde fiscale
inlichtingen door multinationals in alle sectoren zou ondernemingen onder
strenger openbaar toezicht kunnen stellen en meer bewustzijn over hun fiscale
praktijken kunnen genereren. Het zou ook een gelijk speelveld scheppen voor
EU-ondernemingen als het gaat om transparantievereisten en juridische
complicaties als gevolg van de definitie van de sector voorkomen. De doelstellingen en de reikwijdte van zo'n mogelijk initiatief zouden
echter zeer zorgvuldig op elkaar moeten worden afgestemd. Een grondige analyse
is vereist om de voordelen, kosten en vereiste garanties aangaande bijvoorbeeld
gegevensbescherming, bescherming van bedrijfsgeheimen enz. vast te stellen en
de mogelijke effecten, met inbegrip van het aspect van de internationale concurrentie,
te onderzoeken. Daarbij moet tevens rekening worden gehouden met het werk dat
al is verricht met betrekking tot de reeds geldende wetgeving in de sector. Er
zullen dan ook effectbeoordelingswerkzaamheden van start gaan om de empirische
basis te verkrijgen en analyseren die vereist is om de mogelijke opties te
beoordelen. De kwestie van transparantievereisten inzake agressieve fiscale
planningregelingen die deel uitmaken van de OESO-BEPS-werkzaamheden moet
eveneens in ogenschouw worden genomen, rekening houdend met bijvoorbeeld de
kosten en baten van het omzetten van deze regels in EU-recht. 4.
Herziening van de Gedragscode inzake de
belastingregeling voor ondernemingen De Gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen is een
belangrijk instrument geweest om schadelijke fiscale regelingen aan te pakken.
De gedragscode is ondanks zijn vrijwillige en intergouvernementele aard in het
verleden doeltreffend geweest bij het uitroeien van bepaalde schadelijke
fiscale praktijken in de lidstaten. Recente gevallen hebben echter de
beperkingen inzake het toepassingsgebied van de gedragscode en de zwakke punten
in het mandaat van de Groep gedragscode blootgelegd. In de discussie of de
octrooiboxen van drie lidstaten schadelijk waren of niet, kon de Groep in
eerste instantie bijvoorbeeld niet tot een besluit komen omdat de criteria van
de gedragscode ontoereikend waren om deze moderne fiscale stimuleringsvorm te
beoordelen. Om complexe nieuwe uitdagingen aan te gaan op het gebied van
billijke belastingheffing en het waarborgen van fiscale transparantie, moet de
Groep gedragscode besluitvaardiger optreden en strenger toezicht houden om te
garanderen dat de lidstaten hun toezeggingen nakomen. De Commissie denkt daarom
na over manieren waarop de gedragscode kan worden verbeterd en de Groep
doeltreffender kan worden gemaakt. Deze overwegingen zullen aan de lidstaten
worden voorgelegd en in het actieplan over vennootschapsbelasting, dat voor de
zomer moet worden vastgesteld, in aanmerking worden genomen. 5.
Werken aan een betere kwantificering van
de belastingkloof De belastingkloof is het verschil tussen de belasting die is
verschuldigd en het bedrag dat de nationale autoriteiten werkelijk innen.
Belastingontduiking en -ontwijking zijn niet als enige schuldig aan de
belastingkloof: ook andere factoren spelen een rol, zoals administratieve
fouten en faillissementen. Statistieken over de belastingkloof vormen
desalniettemin een belangrijke aanwijzing voor de mate waarin belastingen
moedwillig niet worden voldaan. Er is volop bewijs dat belastingontduiking en het ontwijken van
vennootschapsbelasting in de EU hardnekkig zijn en algemeen wordt aangenomen
dat deze de overheidsbegrotingen jaarlijks miljarden euro's kosten. De
clandestiene aard van deze activiteiten, in combinatie met het ontbreken van
schattingen in verschillende lidstaten, betekent echter dat nauwkeurige cijfers
niet voorhanden zijn. Betrouwbare statistieken over de frequentie en het effect
van belastingontduiking en -ontwijking zouden tot gerichtere beleidsmaatregelen
kunnen leiden en als maatstaf kunnen dienen om het succes ervan te meten. Daarom zal de Commissie, inclusief Eurostat, met de lidstaten
samenwerken om uit te zoeken op welke manier meer vergelijkbare en betrouwbare
gegevens over de omvang en de economische gevolgen van belastingontduiking en
-ontwijking kunnen worden verzameld. Hiertoe is een Fiscalis-projectgroep in
het leven geroepen om de lidstaten aan te moedigen hun gegevens over de
nationale belastingkloof en de methoden waarop deze wordt berekend, onderling
transparanter te maken. 6. Bevordering van fiscale transparantie op internationaal niveau De EU is al geruime tijd voorvechter van wereldwijde normen voor goed
bestuur in belastingzaken en vurig voorstander van het OESO/G20 BEPS-project om
de ontwijking van vennootschapsbelasting internationaal aan te pakken. BEPS zal
in 2015 worden afgerond. De EU moet intensief in dit project blijven investeren
en inzetten op een ambitieus nieuw internationaal fiscaal kader. Met het BEPS-project worden naar verwachting maatregelen voor de
spontane inlichtingenuitwisseling tussen belastingautoriteiten over
preferentiële fiscale rulings ingevoerd. Deze bepalingen zullen minder
ambitieus zijn dan de maatregelen die vandaag voor de EU worden voorgesteld, en
zij zullen in tegenstelling tot de EU-regels niet juridisch bindend zijn. De EU
zal het idee van een mondiale automatische uitwisseling van inlichtingen over
fiscale rulings daarom blijven stimuleren. De Commissie zet zich er samen met de OESO en andere internationale
partners verder voor in dat in het BEPS-actieplan rekening wordt gehouden met
de capaciteitsbeperkingen van ontwikkelingslanden en dat deze landen steun
krijgen om hun belastingstelsels te versterken en illegale financiële stromen te
bestrijden. Meer financiële transparantie en billijkheid is cruciaal voor onze
partnerlanden om hun ontwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken en de
mondiale ontwikkelingsagenda na 2015 uit te voeren. Daarnaast zal de Commissie, als onderdeel van haar werkzaamheden aan
mogelijke verdere initiatieven op het gebied van transparantie, onderzoeken of
lidstaten als gevolg van een grotere transparantie beter in staat zouden kunnen
zijn schadelijke fiscale praktijken en winstverschuivingen over de EU-grenzen
heen aan te pakken, hoe dit zou kunnen worden bereikt, en wat het effect
daarvan zou zijn op de internationale concurrentie van EU-ondernemingen. CONCLUSIE Met de reeks in deze mededeling geschetste
initiatieven maakt de Commissie een aanvang met de nakoming van haar
toezeggingen om een sterke en ambitieuze agenda ter bestrijding van
belastingontduiking en ontwijking van vennootschapsbelasting te realiseren. Het Europees Parlement, de Raad en tal van
actoren uit het maatschappelijk middenveld hebben opgeroepen tot snelle en
doeltreffende actie om de fiscale transparantie te vergroten, met name op het
gebied van de vennootschapsbelasting. Met dit pakket fiscale
transparantiemaatregelen is een eerste stap gezet om aan deze oproep gehoor te
geven. De maatregelen die in dit pakket worden voorgesteld, kunnen een
aanzienlijke bijdrage leveren tot het terugdringen van het ontduiken en
ontwijken van vennootschapsbelasting en tot het garanderen van eerlijkere
belastingconcurrentie tussen de lidstaten. Zij kunnen daarnaast de
voortrekkersrol van de EU ondersteunen in het kader van de mondiale agenda voor
fiscale transparantie. De Commissie verzoekt de Raad deze
wetgevingsvoorstellen als een zaak van hoge politieke prioriteit goed te
keuren. Als tweede stap zal de Commissie tegen de zomer in een actieplan inzake
vennootschapsbelasting nadere maatregelen presenteren om belastingontwijking en
schadelijke belastingconcurrentie tegen te gaan. [1] Een nieuwe start voor Europa: politieke beleidslijnen voor de volgende
Europese Commissie (juli 2014). [2] Grondslaguitholling en winstverschuiving. [3] Richtlijn 2014/107/EU van de Raad tot wijziging van
Richtlijn 2011/16/EU. [4] Er bestaan veel verschillende schattingen en verslagen van
belastingdiensten, ngo's, academici en media over de omvang van
belastingontwijking in het algemeen en ten aanzien van bepaalde ondernemingen
in het bijzonder. Er is geen doorslaggevend cijfer om de omvang van de
ontwijking van vennootschapsbelasting te kwantificeren, maar algemeen wordt
aangenomen dat het om een aanzienlijk bedrag gaat. In een van de hoogste
schattingen wordt uitgegaan van een jaarlijks bedrag van
860 miljard EUR aan belastingontduiking en van
150 miljard EUR aan belastingontwijking. De studie is via de volgende
link te raadplegen: http://europeansforfinancialreform.org/en/system/files/3842_en_richard_murphy_eu_tax_gap_en_120229.pdf.] [5]http://europa.eu/rapid/press-release_IP-14-2742_en.htm