This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32012R0267
Council Regulation (EU) No 267/2012 of 23 March 2012 concerning restrictive measures against Iran and repealing Regulation (EU) No 961/2010
Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 961/2010
Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 961/2010
PB L 88 van 24.3.2012, p. 1–112
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 13/09/2024
24.3.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 88/1 |
VERORDENING (EU) Nr. 267/2012 VAN DE RAAD
van 23 maart 2012
betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 961/2010
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,
Gezien Besluit 2012/35/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (1),
Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft op 25 oktober 2010 Verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2007 (2) vastgesteld om uitvoering te geven aan Besluit 2010/413/GBVB van de Raad (3). |
(2) |
Op 23 januari 2012 hechtte de Raad zijn goedkeuring aan Besluit 2012/35/GBVB waarbij aanvullende beperkende maatregelen tegen de Islamitische Republiek Iran (hierna "Iran" genoemd) werden vastgesteld, zoals was gevraagd door de Europese Raad van 9 december 2011. |
(3) |
Deze beperkende maatregelen omvatten meer bepaald aanvullende beperkingen op de handel in goederen en technologie voor tweeërlei gebruik, alsook op essentiële uitrusting en technologie die kunnen worden gebruikt in de petrochemische industrie, een verbod op de invoer van aardolie, aardolieproducten en petrochemische producten uit Iran, alsook een verbod op investeringen in de petrochemische industrie. Voorts moet de handel in goud, edelmetaal en diamanten met de regering van Iran, alsook de levering van nieuwe bankbiljetten en munten aan of ten behoeve van de Centrale Bank van Iran worden verboden. |
(4) |
Ook is een aantal technische aanpassingen van bestaande maatregelen nodig geworden. Meer bepaald dient de definitie van "tussenhandeldiensten" te worden verduidelijkt. In gevallen waarin de aankoop, verkoop, levering, overdracht of uitvoer van goederen en technologie of van financiële en technische diensten door een bevoegde autoriteit kan worden vergund, zal er geen aparte vergunning vereist worden voor daarmee verband houdende tussenhandeldiensten. |
(5) |
De definitie van "geldovermakingen" dient te worden verruimd tot niet-elektronische overmakingen teneinde pogingen tot omzeiling van de beperkende maatregelen tegen te gaan. |
(6) |
De herziene beperkende maatregelen betreffende goederen voor tweeërlei gebruik moeten alle goederen en technologie bestrijken als bedoeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (4), met uitzondering van een aantal items in deel 2 van categorie 5 met het oog op gebruik voor openbare communicatiediensten in Iran. De verbodsbepalingen in artikel 2 van deze verordening gelden echter niet voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van goederen en technologie die nieuw is opgenomen op de lijst in bijlage I of II bij deze verordening en waarvoor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening al toestemming verleend hadden krachtens artikel 3 van Verordening (EU) nr. 961/2010. |
(7) |
Ter verzekering van de doeltreffende tenuitvoerlegging van het verbod op de verkoop, levering, overdracht of uitvoer naar Iran van bepaalde essentiële uitrusting of technologie die kan worden gebruikt in de sleutelsectoren van de aardolie-, aardgas- en petrochemische industrie, moeten lijsten van deze essentiële uitrusting of technologie worden opgesteld. |
(8) |
Om dezelfde reden moeten ook lijsten worden opgesteld van producten die onder de beperkingen vallen die gelden voor aardolie en aardolieproducten, petrochemische producten, goud, edelmetaal en diamanten. |
(9) |
Verder moeten de beperkingen op investeringen in de Iraanse aardolie- en aardgassector, om doeltreffend te zijn, een aantal elementaire activiteiten bestrijken, zoals bulk-gastransportdiensten met het oog op de doorvoer naar of de levering aan rechtstreeks onderling verbonden netten, en om dezelfde reden moeten de beperkingen ook gelden voor joint ventures en andere verbindings- en samenwerkingsvormen met Iran in de aardgastransportsector. |
(10) |
Voor doeltreffende beperkingen op Iraanse investeringen in de Unie moeten maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die onder de rechtsmacht van de lidstaten vallen, dergelijke investeringen mogelijk maken of toestaan. |
(11) |
Bij Besluit 2012/35/GBVB wordt de bevriezing van tegoeden ook uitgebreid tot aanvullende personen, entiteiten of lichamen die steun verlenen aan de regering van Iran, met inbegrip van financiële, logistieke en materiële steun, of er banden mee onderhouden. Het besluit breidt de maatregelen tot bevriezing ook uit tot andere leden van de Iraanse revolutionaire garde (IRGC). |
(12) |
Bij Besluit 2012/35/GBVB wordt tevens voorzien in de bevriezing van de tegoeden van de Centrale Bank van Iran. Gezien de mogelijke betrokkenheid van de Centrale Bank van Iran bij de financiering van de buitenlandse handel, worden uitzonderingsbepalingen noodzakelijk geacht, omdat de bedoelde financiële maatregel de handel, met inbegrip van transacties met betrekking tot voedsel, gezondheidszorg, medische uitrusting of voor humanitaire doeleinden, overeenkomstig de bepalingen van deze verordening niet zou mogen belemmeren. De uitzonderingen in de artikelen 12 en 14 van deze verordening betreffende contracten voor de invoer, de aankoop of het vervoer van Iraanse ruwe olie, aardolieproducten en petrochemische producten die werden gesloten vóór 23 januari 2012, gelden ook voor aanvullende contracten, inclusief vervoers-, verzekerings- of inspectiecontracten, die nodig zijn voor de uitvoering van deze contracten. Voorts dienen Iraanse ruwe olie, aardolieproducten en petrochemische producten die op legale wijze in een lidstaat zijn ingevoerd overeenkomstig de uitzonderingen in de artikelen 12 en 14 beschouwd te worden als zijnde in het vrije verkeer in de Unie. |
(13) |
Krachtens de verplichting tot bevriezing van de tegoeden van de Islamic Republic of Iran Shipping Line (IRISL) en van de entiteiten die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van de IRISL, is het verboden dat in de havens van de lidstaten vracht geladen wordt in en gelost uit schepen die eigendom zijn van of gehuurd worden door de IRISL of dergelijke entiteiten. Voorts is ook de eigendomsoverdracht aan andere entiteiten van schepen die eigendom zijn van, onder zeggenschap staan van of gecharterd worden door de IRISL, verboden krachtens de bevriezing van de tegoeden van IRISL. De verplichting tot bevriezing van de tegoeden en economische middelen van de IRISL en van entiteiten die in eigendom zijn van of onder zeggenschap staan van de IRISL, impliceert echter niet dat vaartuigen die eigendom zijn van dergelijke entiteiten of de lading ervan, in zoverre deze lading eigendom is van derde partijen, in beslag moeten worden genomen of opgebracht, noch dat de bemanning op deze vaartuigen in verzekerde bewaring moet worden genomen. |
(14) |
Gezien de pogingen van Iran om de sancties te omzeilen, moet worden verduidelijkt dat alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van de personen, entiteiten of lichamen die in de bijlagen I of II bij Besluit 2010/413/GBVB zijn vermeld, onverwijld dienen te worden bevroren, met inbegrip van de tegoeden en economische middelen van de entiteiten die hen zijn opgevolgd en die zijn opgericht om de maatregelen van deze verordening te omzeilen. |
(15) |
Er dient ook te worden verduidelijkt dat het voorleggen en toezenden van de noodzakelijke documenten aan een bank met het oog op de definitieve overdracht ervan aan niet in de lijst vermelde personen, entiteiten of lichamen, teneinde krachtens deze verordening toegestane betalingen op gang te brengen, niet betekent dat middelen in de zin van deze verordening ter beschikking worden gesteld. |
(16) |
Er zij op gewezen dat tegoeden of economische middelen moeten kunnen worden vrijgegeven voor de officiële doelen van diplomatieke of consulaire missies of internationale organisaties die bescherming genieten op grond van het internationaal recht, overeenkomstig de bepalingen van deze verordening. |
(17) |
De toepassing van de bedoelde financiële maatregelen door verstrekkers van gespecialiseerd financieel berichtenverkeer moet verder worden ontwikkeld, overeenkomstig de bepalingen van deze verordening. Er zij op gewezen dat de tegoeden van niet-aangewezen personen, entiteiten of lichamen die in bewaring zijn bij aangewezen kredietinstellingen en financiële instellingen niet bevroren dienen te worden krachtens de bedoelde financiële maatregelen en moeten kunnen worden vrijgegeven op de voorwaarden waarin deze verordening voorziet. Gezien de pogingen van Iran om zijn financiële stelsel te gebruiken om de sancties te omzeilen, is grotere waakzaamheid noodzakelijk ten aanzien van de activiteiten van de kredietinstellingen en financiële instellingen van Iran, teneinde te vermijden dat deze verordening omzeild wordt, met inbegrip van de bevriezing van de tegoeden van de Centrale Bank van Iran. Deze vereisten van grotere waakzaamheid voor kredietinstellingen en financiële instellingen moeten gelden onverminderd de bestaande verplichtingen voortvloeiende uit Verordening (EG) nr. 1781/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie over de betaler (5) en de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (6). |
(18) |
Bepaalde bepalingen inzake de controle van kapitaalovermakingen moeten worden herzien om een gemakkelijkere toepassing door de bevoegde autoriteiten en operatoren mogelijk te maken en om te vermijden dat de bepalingen van deze verordening omzeild worden, met inbegrip van de bevriezing van de tegoeden van de Centrale Bank van Iran. |
(19) |
Voorts moeten de beperkingen op verzekeringen worden aangepast, met name om te verduidelijken dat de verzekering van diplomatieke en consulaire missies binnen de Unie geoorloofd is, en om het verstrekken van aansprakelijkheidsverzekeringen jegens derden of een milieuaansprakelijkheidsverzekering mogelijk te maken. |
(20) |
Bovendien dient de verplichting om voor de aankomst dan wel voor het vertrek informatie te verstrekken, te worden aangepast, aangezien deze verplichting thans algemeen geldt voor alle goederen die het douanegebied van de Unie worden binnengebracht of het verlaten, na de volledige tenuitvoerlegging met ingang van 1 januari 2012 van de douaneveiligheidsmaatregelen als bepaald in de relevante voorschriften inzake summiere aangiften bij binnenkomst of bij uitgang van Verordening (EEG) nr. 2913/92 (7) en Verordening (EEG) nr. 2454/93 (8). |
(21) |
Ook de verstrekking van bunker- of leveringsdiensten voor de scheepvaart, de aansprakelijkheid van de operatoren en het verbod op de omzeiling van de relevante beperkende maatregelen dienen te worden aangepast. |
(22) |
De mechanismen voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie moeten worden herzien om de doeltreffende uitvoering en de uniforme uitlegging van deze verordening te verzekeren. |
(23) |
Rekening houdend met het doel ervan dient het verbod op uitrusting voor binnenlandse repressie te worden opgenomen in Verordening (EG) nr. 359/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Iran (9), en niet in onderhavige verordening. |
(24) |
Voor de duidelijkheid moet Verordening (EU) nr. 961/2010 worden ingetrokken en door deze verordening worden vervangen. |
(25) |
De beperkende maatregelen waarin deze verordening voorziet vallen onder het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en EU-wetgeving is derhalve noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen, met name om te garanderen dat zij door de marktdeelnemers in alle lidstaten uniform worden toegepast. |
(26) |
Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die zijn erkend met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, meer bepaald het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, het recht op eigendom en het recht op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet worden toegepast overeenkomstig deze rechten en beginselen. |
(27) |
Voorts eerbiedigt deze verordening de verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van het Handvest van de Verenigde Naties en het juridisch bindende karakter van de resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. |
(28) |
De procedure tot aanwijzing van personen in verband met de bevriezing van tegoeden in het kader van deze verordening dient in te houden dat de aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in kennis worden gesteld van de redenen voor plaatsing op de lijst, zodat zij opmerkingen kunnen maken. Indien er opmerkingen worden ingediend of belangrijk nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit in het licht van die opmerkingen en brengt hij de betrokken personen, entiteiten of lichamen daarvan op de hoogte. |
(29) |
Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en op een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie dienen de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens de verordening moeten worden bevroren, openbaar te worden gemaakt. Bij elke verwerking van persoonsgegevens van natuurlijke personen uit hoofde van deze verordening dienen Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (10) en Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (11) in acht te worden genomen. |
(30) |
Om de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient zij in werking te treden op de dag waarop zij wordt bekendgemaakt, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
DEFINITIES
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:
a)
b)
i) |
het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de verwerving, verkoop of levering van goederen en technologie, of van financiële en technische diensten, ook van een derde land aan een ander derde land, of |
ii) |
het verkopen of aankopen van goederen en technologie, of van financiële en technische diensten, ook als zij zich in derde landen bevinden, met het oog op de overbrenging ervan naar een ander derde land; |
c)
d)
e)
f)
g)
h)
i)
i) |
een onderneming, andere dan een kredietinstelling, die een of meer van de operaties verricht als bedoeld in de punten 2 tot en met 12 en 14 en 15 van bijlage I bij Richtlijn 2006/48/EG, met inbegrip van geldwisselactiviteiten (bureaux de change); |
ii) |
een verzekeringsmaatschappij die over een vergunning beschikt overeenkomstig Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (15), in zoverre zij activiteiten verricht die door die richtlijn worden bestreken; |
iii) |
een beleggingsonderneming als gedefinieerd in punt 1 van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten (16); |
iv) |
een collectieve beleggingsonderneming die haar rechten van deelname of aandelen op de markt brengt; of |
v) |
een verzekeringstussenpersoon als gedefinieerd in artikel 2, lid 5, van Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling (17), met uitzondering van de tussenpersonen die zijn bedoeld in artikel 2, lid 7, van genoemde richtlijn, indien zij levensverzekeringsdiensten en andere diensten in verband met beleggingen verrichten; |
alsook de bijkantoren ervan binnen en buiten de Unie;
j)
k)
l)
m)
n)
o)
i) |
de staat Iran en elke overheidsinstantie van Iran; |
ii) |
een natuurlijke persoon die in Iran verblijft of woont; |
iii) |
een rechtspersoon, entiteit of lichaam met zetel in Iran; |
iv) |
een rechtspersoon, entiteit of lichaam, in of buiten Iran, die of dat direct of indirect onder zeggenschap staat van een of meer van de bovengenoemde personen of lichamen; |
p)
q)
r)
s)
t)
i) |
transactie die door een betalingsdienstaanbieder langs elektronische weg wordt uitgevoerd voor rekening van een betaler met de bedoeling bij een betalingsdienstaanbieder gelden beschikbaar te stellen voor een begunstigde, ongeacht of de betaler en de begunstigde een en dezelfde persoon zijn. De termen "betaler", "begunstigde" en "betalingsdienstaanbieder" hebben dezelfde betekenis als in Verordening (EG) nr. 64/2007 in Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt (18); |
ii) |
transactie langs niet-elektronische weg zoals contanten, cheques of betalingsopdrachten met de bedoeling gelden beschikbaar te stellen voor een begunstigde, ongeacht of de betaler en de begunstigde een en dezelfde persoon zijn. |
HOOFDSTUK II
BEPERKINGEN OP DE UITVOER EN DE INVOER
Artikel 2
1. Er geldt een verbod op de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar Iraanse personen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Iran van de in de bijlagen I of II genoemde goederen en technologieën, ongeacht of die goederen van oorsprong zijn uit de Unie.
2. Bijlage I omvat goederen en technologie, met inbegrip van programmatuur, die voor tweeërlei gebruik zijn als gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 428/2009 van 5 mei 2009, behalve bepaalde goederen en technologie welke zijn gespecificeerd in deel A van bijlage I bij onderhavige verordening.
3. Bijlage II omvat bepaalde andere goederen en technologie die een bijdrage kunnen leveren tot de activiteiten van Iran met betrekking tot verrijking of opwerking of met betrekking tot zwaar water, tot de ontwikkeling van overbrengingssystemen voor nucleaire wapens, of tot activiteiten in verband met andere punten waarover de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) haar bezorgdheid heeft uitgesproken of heeft verklaard dat er nog geen duidelijkheid bestaat, met inbegrip van de punten die zijn aangemerkt door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité.
4. Goederen en technologie die zijn opgenomen in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen (19), worden niet in de bijlagen I en II opgenomen.
Artikel 3
1. Een voorafgaande vergunning is vereist voor het direct of indirect verkopen, leveren of overdragen aan en exporteren van de goederen en technologie, bedoeld in bijlage III, al dan niet van oorsprong uit de Unie, ten behoeve van een Iraanse persoon, entiteit of lichaam of bestemd voor gebruik in Iran.
2. De op grond van dit artikel voor de uitvoer vereiste vergunning wordt overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 428/2009 afgegeven door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de exporteur is gevestigd. De vergunning is in de gehele Unie geldig.
3. Bijlage III bevat een lijst van alle goederen en technologie, andere dan die bedoeld in de bijlagen I en II, die een bijdrage kunnen leveren tot de activiteiten van Iran met betrekking tot verrijking of opwerking of met betrekking tot zwaar water, of tot de ontwikkeling van overbrengingssystemen voor nucleaire wapens, dan wel een bijdrage kunnen leveren tot de uitoefening van activiteiten in verband met andere punten waarover de IAEA haar bezorgdheid heeft uitgesproken of heeft verklaard dat er nog geen duidelijkheid bestaat.
4. De exporteurs verstrekken de bevoegde autoriteiten alle voor hun uitvoervergunningaanvraag vereiste gegevens.
5. De bevoegde autoriteiten verlenen geen toestemming voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van de goederen of technologie bedoeld in bijlage III, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van de goederen of technologie een van de volgende activiteiten uitmaakt of bestemd is voor gebruik in verband met een van de volgende activiteiten:
a) |
activiteiten van Iran met betrekking tot verrijking of opwerking of met betrekking tot zwaar water; |
b) |
de ontwikkeling door Iran van overbrengingssystemen voor nucleaire wapens; of |
c) |
de uitoefening door Iran van activiteiten in verband met andere punten waarover de IAEA haar bezorgdheid heeft uitgesproken of heeft verklaard dat er nog geen duidelijkheid bestaat. |
6. De bevoegde autoriteiten kunnen, in de in lid 5 genoemde omstandigheden, een verleende uitvoervergunning nietig verklaren, opschorten, wijzigen of intrekken.
7. Indien een bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 5 of lid 6 een vergunning weigert, nietig verklaart, opschort, substantieel beperkt of intrekt, stelt de betrokken lidstaat de andere lidstaten en de Commissie daarvan in kennis en deelt zij de relevante informatie met hen, met inachtneming van de bepalingen inzake de vertrouwelijkheid van dergelijke informatie als bedoeld in Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (20).
8. Alvorens een lidstaat een vergunning verleent overeenkomstig lid 5 voor een transactie die wezenlijk identiek is aan een transactie waarvoor de door een andere lidstaat of andere lidstaten afgegeven weigering als bedoeld in lid 6 en lid 7 nog steeds geldig is, pleegt deze lidstaat eerst overleg met de lidstaat of lidstaten die de weigering heeft of hebben afgegeven. Indien de betrokken lidstaat na dit overleg besluit een vergunning te verlenen, stelt hij de andere lidstaten en de Commissie daarvan in kennis en verstrekt hij daarbij alle relevante informatie om het besluit toe te lichten.
Artikel 4
Het is verboden de in de bijlagen I of II genoemde goederen en technologie, aan te schaffen, in te voeren of te vervoeren uit Iran, direct of indirect, ongeacht of het product van Iraanse oorsprong is.
Artikel 5
1. Er wordt een verbod ingesteld op:
a) |
het direct of indirect verlenen van technische bijstand in verband met goederen en technologie genoemd in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, en in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van goederen genoemd in die lijst, aan Iraanse personen, entiteiten of lichamen of bestemd voor gebruik in Iran; |
b) |
het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met goederen en technologie genoemd in de bijlagen I of II, en in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van goederen genoemd in de bijlagen I of II, aan Iraanse personen, entiteiten of lichamen of bestemd voor gebruik in Iran; alsmede |
c) |
het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met goederen en technologie genoemd in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen of in de bijlagen I of II, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, aan Iraanse personen, entiteiten of lichamen of bestemd voor gebruik in Iran. |
2. De verstrekking van het volgende is onderworpen aan een vergunning van de bevoegde autoriteit in kwestie:
a) |
technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met goederen en technologie genoemd in bijlage III, en in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken ervan, direct of indirect, aan Iraanse personen, entiteiten of lichamen of bestemd voor gebruik in Iran; |
b) |
financiering of financiële bijstand in verband met goederen en technologie genoemd in bijlage III, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, direct of indirect, aan Iraanse personen, entiteiten of lichamen of bestemd voor gebruik in Iran. |
3. De bevoegde autoriteiten verlenen geen toestemming voor de in lid 2 bedoelde transacties, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat deze transactie een van de volgende activiteiten uitmaakt of bedoeld is om daartoe een bijdrage te leveren:
a) |
activiteiten van Iran met betrekking tot verrijking of opwerking of met betrekking tot zwaar water; |
b) |
de ontwikkeling door Iran van overbrengingssystemen voor nucleaire wapens; of |
c) |
de uitoefening door Iran van activiteiten in verband met andere punten waarover de IAEA haar bezorgdheid heeft uitgesproken of heeft verklaard dat er nog geen duidelijkheid bestaat. |
Artikel 6
Artikel 2, lid 1, en artikel 5, lid 1, zijn niet van toepassing op:
a) |
de directe of indirecte overdracht, via het grondgebied van de lidstaten, van goederen die vallen onder deel B van bijlage I, indien deze goederen worden verkocht, geleverd, overgebracht of geëxporteerd naar, of bestemd zijn voor gebruik in, Iran voor een lichtwaterreactor in Iran waarvan de bouw vóór december 2006 is aangevat; |
b) |
transacties waarvoor mandaat is verleend in het kader van het programma voor technische samenwerking van de IAEA; of |
c) |
goederen die zijn geleverd of overgebracht naar, of bestemd zijn voor gebruik in, Iran door staten die partij zijn bij het Verdrag van Parijs van 13 januari 1993 tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens. |
Artikel 7
1. Onverminderd artikel 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 359/2011, kunnen de bevoegde autoriteiten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor transacties met betrekking tot de goederen en technologie als bedoeld in artikel 2, lid 1, van onderhavige verordening of bijstand of tussenhandeldiensten, als bedoeld in artikel 5, lid 1, mits:
a) |
de goederen en technologie, bijstand of tussenhandeldiensten bestemd zijn voor voedselvoorziening, landbouw, medische zorg of andere humanitaire doeleinden; en |
b) |
in gevallen waar de transactie betrekking heeft op goederen of technologie die is opgenomen in de lijsten van de Groep van Nucleaire Exportlanden of het Missile Technology Control Regime, het Sanctiecomité op voorhand en per individueel geval heeft vastgesteld dat de bedoelde transactie duidelijk geen bijdrage vormt aan de ontwikkeling van technologieën voor steun aan proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran, noch aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens. |
2. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen vier weken in kennis van uit hoofde van dit artikel verleende toestemmingen.
Artikel 8
1. Het is verboden de in bijlage VI vermelde essentiële uitrusting of technologie direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren naar Iraanse personen, entiteiten of lichamen of bestemd voor gebruik in Iran.
2. Bijlage VI bevat de lijst van essentiële uitrusting en technologie voor de volgende sleutelsectoren van de aardolie- en aardgasindustrie in Iran:
a) |
aardolie- en aardgasexploratie; |
b) |
aardolie- en aardgasproductie; |
c) |
raffinage; |
d) |
vloeibaarmaking van aardgas. |
3. Bijlage VI omvat ook essentiële uitrusting en technologie voor de petrochemische industrie in Iran.
4. Bijlage VI omvat geen producten die zijn opgenomen in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, of in bijlage I, bijlage II of bijlage III.
Artikel 9
Er wordt een verbod ingesteld op:
a) |
het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de essentiële uitrusting en technologie genoemd in bijlage VI, en in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van goederen genoemd in bijlage VI, aan Iraanse personen, entiteiten of lichamen of bestemd voor gebruik in Iran; |
b) |
het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met de essentiële uitrusting en technologie genoemd in bijlage VI, aan Iraanse personen, entiteiten of lichamen of bestemd voor gebruik in Iran. |
Artikel 10
De verbodsbepalingen van de artikelen 8 en 9 zijn niet van toepassing op:
a) |
transacties op grond van handelscontracten inzake essentiële uitrusting en technologie voor de exploratie van aardolie en aardgas, de productie van aardolie en aardgas, de raffinage en vloeibaarmaking van aardgas, die zijn gesloten vóór 27 oktober 2010, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze contracten, of van een contract of overeenkomst, gesloten vóór 26 juli 2010 en verband houdend met een investering in Iran die is gedaan vóór 26 juli 2010, noch verhinderen deze bepalingen het nakomen van een verplichting die krachtens een dergelijke transactie is ontstaan; of |
b) |
transacties op grond van handelscontracten inzake essentiële uitrusting en technologie voor de petrochemische industrie, die zijn gesloten vóór 24 maart 2012, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze contracten, of van een contract of overeenkomst, gesloten vóór 23 januari 2012 en verband houdend met een investering in Iran die is gedaan vóór 23 januari 2012, noch verhinderen deze bepalingen het nakomen van een verplichting die krachtens een dergelijke transactie is ontstaan; |
mits de natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam die of dat een dergelijke transactie wil verrichten of daartoe bijstand wil gaan verlenen, deze transactie of deze bijstand ten minste 20 werkdagen vooraf heeft aangemeld bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar hij gevestigd is.
Artikel 11
1. Er wordt een verbod ingesteld op:
a) |
de invoer van aardolie of aardolieproducten naar de Unie indien deze:
|
b) |
de aankoop van aardolie of aardolieproducten die zich bevinden in Iran of die van oorsprong zijn uit Iran; |
c) |
het vervoer van aardolie of aardolieproducten die van oorsprong zijn uit Iran of die vanuit Iran naar een ander land worden uitgevoerd; alsmede |
d) |
de verschaffing van al dan niet rechtstreeks financiering of financiële dienstverlening, waaronder ook financiële derivaten, alsmede verzekeringen of herverzekeringen verband houdend met de invoer, de aankoop of het vervoer van aardolie of aardolieproducten van oorsprong uit Iran of die vanuit Iran zijn ingevoerd. |
2. Aardolie en aardolieproducten zijn de producten die zijn opgesomd in bijlage IV.
Artikel 12
1. De verbodsbepalingen van artikel 11 zijn niet van toepassing op:
a) |
de uitvoering tot 1 juli 2012 van handelscontracten die zijn gesloten vóór 23 januari 2012, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze contracten; |
b) |
de uitvoering van contracten die zijn gesloten vóór 23 januari 2012, of van aanvullende contracten, inclusief vervoers-, verzekerings- of inspectiecontracten, die nodig zijn voor de uitvoering van deze contracten, indien dergelijke contracten specifiek erin voorzien dat de levering van aardolie en aardolieproducten of de opbrengst van de levering ervan bedoeld is als betaling van uitstaande bedragen aan personen, entiteiten of lichamen die onder de rechtsmacht van de lidstaten vallen; |
c) |
de invoer, aankoop en het vervoer van aardolie of aardolieproducten die uit Iran zijn uitgevoerd vóór 23 januari 2012, of, indien de uitvoer is geschied overeenkomstig het bepaalde in punt a), op of vóór 1 juli 2012; of indien de uitvoer is geschied overeenkomstig het bepaalde in punt b); |
mits de persoon, entiteit of lichaam die of dat dit contract wil uitvoeren, de activiteit of transactie ten minste twintig werkdagen vooraf heeft aangemeld bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar hij gevestigd is.
2. De verbodsbepaling in artikel 11, lid 1, onder d), geldt niet voor het direct of indirect verschaffen, tot 1 juli 2012, van verzekeringen van aansprakelijkheid jegens derden en milieuaansprakelijkheidsverzekeringen en -herverzekeringen.
Artikel 13
1. Het is verboden:
a) |
petrochemische producten in de Unie in te voeren indien deze:
|
b) |
petrochemische producten aan te kopen die zich bevinden in of afkomstig zijn uit Iran; |
c) |
petrochemische producten te vervoeren indien deze afkomstig zijn uit Iran of vanuit Iran uitgevoerd worden naar een ander land; en |
d) |
direct of indirect, financieringsmiddelen of financiële bijstand, met inbegrip van financiële derivaten, alsmede verzekeringen of herverzekeringen te verstrekken die verband houden met de invoer, de aankoop of het vervoer van petrochemische producten die uit Iran afkomstig zijn of die vanuit Iran zijn ingevoerd. |
2. Petrochemische producten zijn de producten in de lijst in bijlage V.
Artikel 14
1. De verbodsbepalingen in artikel 13 zijn niet van toepassing op:
a) |
de uitvoering tot 1 mei 2012 van handelscontracten die zijn gesloten vóór 23 januari 2012, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze contracten; |
b) |
de uitvoering van contracten die zijn gesloten vóór 23 januari 2012, of van aanvullende contracten, inclusief vervoers- of verzekeringscontracten, die nodig zijn voor de uitvoering van deze contracten, indien een contract specifiek erin voorziet dat de levering van Iraanse petrochemische producten of de opbrengst van de levering ervan bedoeld is als betaling van uitstaande bedragen aan personen, entiteiten of lichamen die onder de rechtsmacht van de lidstaten vallen; |
c) |
de invoer, de aankoop en het vervoer van petrochemische producten die uit Iran zijn uitgevoerd vóór 23 januari 2012, of, indien de uitvoer is geschied overeenkomstig het bepaalde in punt a), op of vóór 1 mei 2012, |
mits de persoon, entiteit of lichaam die of dat dit contract wil uitvoeren, de activiteit of transactie ten minste twintig werkdagen vooraf heeft aangemeld bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar hij gevestigd is.
2. De verbodsbepaling in artikel 13, lid 1, onder d), geldt niet voor het direct of indirect verschaffen, tot 1 mei 2012, van verzekeringen van aansprakelijkheid jegens derden en milieuaansprakelijkheidsverzekeringen en -herverzekeringen.
Artikel 15
1. Er wordt een verbod ingesteld op:
a) |
de verkoop, levering, overdracht of uitvoer, direct of indirect, van goud, edelmetaal en diamanten, als genoemd in bijlage VII, ongeacht of deze van oorsprong uit de Unie zijn, aan de regering van Iran, aan overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen ervan, en aan enige persoon, entiteit of lichaam die of dat namens hen of op hun aanwijzing handelen, of aan entiteiten of lichamen die in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van hen; |
b) |
de aankoop, invoer of het vervoer van goud, edelmetaal en diamanten, als genoemd in bijlage VII, ongeacht of deze van oorsprong uit Iran zijn, van de regering van Iran, van overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen ervan, en van enige persoon, entiteit of lichaam die of dat namens hen of op hun aanwijzing handelen, of van entiteiten of lichamen die in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van hen; alsmede |
c) |
de verstrekking, direct of indirect, van technische bijstand of tussenhandeldiensten, financieringsmiddelen of financiële bijstand, in verband met de goederen als bedoeld onder a) en b), aan de regering van Iran, aan overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen ervan, en aan enige persoon, entiteit of lichaam die of dat namens hen of op hun aanwijzing handelen, of aan entiteiten of lichamen die in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van hen. |
2. Bijlage VII omvat goud, edelmetaal en diamanten die vallen onder de verbodsbepalingen van lid 1.
Artikel 16
Er geldt een verbod op de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar of ten behoeve van de Centrale Bank van Iran van nieuwe gedrukte of onuitgegeven Iraanse bankbiljetten en munten.
HOOFDSTUK III
BEPERKINGEN OP DE FINANCIERING VAN BEPAALDE ONDERNEMINGEN
Artikel 17
1. Het is verboden:
a) |
financiële leningen of kredieten aan de in lid 2 bedoelde Iraanse personen, entiteiten of lichamen toe te kennen; |
b) |
een deelneming in de in lid 2 bedoelde Iraanse personen, entiteiten of lichamen te verwerven of te vergroten; |
c) |
een joint venture met de in lid 2 bedoelde Iraanse personen, entiteiten of lichamen op te richten. |
2. Het in lid 1 gestelde verbod geldt voor alle Iraanse personen, entiteiten of lichamen die betrokken zijn bij:
a) |
de vervaardiging van goederen of technologie genoemd in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen of in bijlage I of II; |
b) |
de exploratie of de productie van aardolie en aardgas, de raffinage van brandstoffen of de vloeibaarmaking van aardgas; of |
c) |
de petrochemische industrie. |
3. Uitsluitend voor de toepassing van lid 2, onder b) en c), wordt verstaan onder:
a) "exploratie van aardolie en aardgas": onder meer de exploratie, de prospectie en het beheer van aardolie- en aardgasreserves, alsmede het leveren van diensten op het gebied van de geologie in verband met deze reserves;
b) "de productie van aardolie en aardgas": onder meer de bulk-gastransportdiensten met het oog op de doorvoer naar of de levering aan rechtstreeks onderling verbonden netten;
c) "raffinage": het verwerken, behandelen of marktklaar maken van brandstoffen met het oog op de verkoop aan de eindverbruiker;
d) "petrochemische industrie": productieinstallaties voor het vervaardigen van de producten in bijlage V.
4. Het is verboden samenwerking op te zetten met Iraanse personen, entiteiten of lichamen die betrokken zijn bij het transport van aardgas zoals bedoeld in lid 3, onder b).
5. Voor de toepassing van lid 4 wordt onder "samenwerking" verstaan:
a) |
het delen van de investeringskosten, in een geïntegreerde of beheerde toeleveringsketen voor de ontvangst of de levering van aardgas, rechtstreeks van of naar het grondgebied van Iran; alsmede |
b) |
rechtstreekse samenwerking met het oog op investeringen in fabrieken voor de vloeibaarmaking van aardgas binnen of direct verbonden met het grondgebied van Iran. |
Artikel 18
1. Voor investeringen door middel van transacties in een Iraanse persoon, entiteit of lichaam in de zin van artikel 17, lid 1, die betrokken is bij de fabricage van goederen of technologie als bedoeld in bijlage III is een vergunning vereist van de betrokken bevoegde autoriteit.
2. De bevoegde autoriteiten verlenen geen toestemming voor de in lid 1 bedoelde transacties, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat deze transactie een bijdrage kan leveren tot een van de volgende activiteiten:
a) |
activiteiten van Iran met betrekking tot verrijking of opwerking of met betrekking tot zwaar water; |
b) |
de ontwikkeling door Iran van overbrengingssystemen voor nucleaire wapens; of |
c) |
de uitoefening door Iran van activiteiten in verband met andere punten waarover de IAEA haar bezorgdheid heeft uitgesproken of heeft verklaard dat er nog geen duidelijkheid bestaat. |
Artikel 19
1. In afwijking van artikel 17, lid 2, onder a), kunnen de bevoegde autoriteiten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor investeringen door middel van transacties in de zin van artikel 17, lid 1, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de investering gebeurt voor oogmerken op het gebied van voedsel, landbouw of geneeskundige zorg of voor andere humanitaire doeleinden; en |
b) |
in gevallen waar de investering wordt gedaan in een Iraanse persoon, entiteit of lichaam die of dat betrokken is bij de fabricage van goederen of technologie die is opgenomen in de lijsten van de Groep van Nucleaire Exportlanden en het Missile Technology Control Regime, heeft het Sanctiecomité op voorhand en per individueel geval vastgesteld dat de bedoelde transactie duidelijk geen bijdrage levert tot de ontwikkeling van technologieën voor steun aan proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran, noch aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens. |
2. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen vier weken in kennis van uit hoofde van dit artikel verleende toestemmingen.
Artikel 20
Artikel 17, lid 2, onder b), is niet van toepassing op de verlening van een financiële lening of een krediet, noch op het verwerven of vergroten van een participatie indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de transactie is vereist bij een overeenkomt of contract gesloten vóór 26 juli 2010; alsmede |
b) |
de overeenkomst of het contract is ten minste 20 werkdagen vooraf bij de bevoegde autoriteit gemeld. |
Artikel 21
Artikel 17, lid 2, onder c), is niet van toepassing op de verlening van een financiële lening of een krediet, noch op het verwerven of vergroten van een participatie indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de transactie is vereist bij een overeenkomt of contract gesloten vóór 23 januari 2012; alsmede |
b) |
de overeenkomst of het contract is ten minste 20 werkdagen vooraf bij de bevoegde autoriteit gemeld. |
Artikel 22
Er geldt een verbod op het accepteren of goedkeuren, door het sluiten van een overeenkomst of op enigerlei andere wijze, dat een financiële lening of krediet wordt verleend aan, een participatie wordt genomen of vergroot in, of een joint venture wordt opgezet met, een of meer Iraanse personen, entiteiten of lichamen, in een onderneming die betrokken is bij een van de volgende activiteiten:
a) |
uraniumontginning; |
b) |
de verrijking en opwerking van uranium; |
c) |
de fabricage van alle goederen en technologie in de lijsten van de Groep van Nucleaire Exportlanden en het Missile Technology Control Regime. |
HOOFDSTUK IV
BEVRIEZEN VAN TEGOEDEN EN ECONOMISCHE MIDDELEN
Artikel 23
1. Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van de personen, entiteiten en lichamen die in bijlage VIII zijn vermeld, worden bevroren. Bijlage VIII omvat de personen, entiteiten en lichamen die de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité hebben aangewezen overeenkomstig punt 12 van Resolutie 1737 (2006), punt 7 van Resolutie 1803 (2008) of de punten 11, 12 of 19 van Resolutie 1929 (2010).
2. Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van de personen, entiteiten en lichamen die in bijlage IX zijn vermeld, worden bevroren. Bijlage IX omvat de natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen van wie uit hoofde van artikel 20, lid 1, onder b) en c), van Besluit 2010/413/GBVB van de Raad is vastgesteld dat zij:
a) |
betrokken zijn bij, direct verband houden met of steun bieden aan Iraanse proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten of de ontwikkeling door Iran van systemen voor de overbrenging van kernwapens, met inbegrip van betrokkenheid bij het verschaffen van verboden goederen en technologie, of eigendom zijn of onder zeggenschap staan van een dergelijke persoon, entiteit of lichaam, ook op onwettige wijze, of optreden namens hen of handelen op hun aanwijzing; |
b) |
een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn die of dat steun heeft verleend aan een op de lijst geplaatste persoon, entiteit of lichaam om de bepalingen van deze verordening, van Besluit 2010/413/GBVB van de Raad of van UNSCR 1737 (2006), UNSCR 1747 (2007), UNSCR 1803 (2008) en UNSCR 1929 (2010), te omzeilen of te schenden; |
c) |
een lid zijn van de Iraanse revolutionaire garde of een rechtspersoon, entiteit of lichaam die of dat eigendom is of onder zeggenschap staat van de Iraanse revolutionaire garde of van een of meer leden daarvan, of een natuurlijke persoon of rechtspersoon die namens hen optreedt; |
d) |
andere personen, entiteiten of lichamen zijn die steun verlenen aan de regering van Iran, zoals materiële, logistieke of financiële steun, of er banden mede onderhouden; |
e) |
een rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn die of dat eigendom is of onder zeggenschap staat van de "Islamic Republic of Iran Shipping Lines" (IRISL), of namens deze optreedt. |
Krachtens de verplichting tot bevriezing van de tegoeden en economische middelen van de IRISL en van de aangewezen entiteiten die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van de IRISL, is het verboden dat in de havens van de lidstaten vracht geladen wordt in en uit schepen die eigendom zijn van of gehuurd worden door de IRISL of dergelijke entiteiten.
De verplichting tot bevriezing van de tegoeden en economische middelen van de IRISL en van aangewezen entiteiten die in eigendom zijn van of onder zeggenschap staan van IRISL, impliceert niet dat vaartuigen die eigendom zijn van dergelijke entiteiten of de lading ervan, in zoverre deze lading eigendom is van derde partijen, in beslag moeten worden genomen of opgebracht, noch dat de bemanning op deze vaartuigen in verzekerde bewaring moet worden genomen.
3. Er worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de in de bijlagen VIII en IX genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.
4. Onverminderd de afwijkingen die zijn toegestaan bij de artikelen 24, 25, 26, 27, 28 of 29, is het verboden gespecialiseerde diensten inzake financieel berichtenverkeer, dat wordt gebruikt met het oog op de uitwisseling van financiële gegevens, te verstrekken aan de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die zijn genoemd in de bijlagen VIII en IX.
5. In de bijlagen VIII en IX worden de redenen vermeld waarom een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst is opgenomen, zoals vastgesteld door de VN-Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité.
6. De bijlagen VIII en IX bevatten verder, wanneer beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen te kunnen identificeren zoals deze door de Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité is verstrekt. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en plaats van vestiging. Met betrekking tot luchtvaartmaatschappijen en scheepvaartmaatschappijen dienen de bijlagen VIII en IX ook informatie te omvatten, voor zover beschikbaar, om elk vliegtuig of vaartuig te identificeren als behorend tot een op de lijst opgenomen bedrijf, zoals het originele registratienummer of de naam. De bijlagen VIII en IX bevatten ook de datum van aanwijzing.
Artikel 24
1. In afwijking van artikel 23 kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht dat is vastgesteld voor de datum waarop de in artikel 23 bedoelde persoon, entiteit of groep door het Sanctiecomité, de VN-Veiligheidsraad of de Raad van de Europese Unie is aangewezen, of van een justitieel, administratief of arbitrair vonnis dat van vóór die datum dateert; |
b) |
de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend benut om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gewaarborgd of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen; |
c) |
het retentierecht of het justitiële vonnis is niet ten behoeve van een in bijlage VIII of IX genoemde persoon, entiteit of lichaam; |
d) |
de erkenning van het retentierecht of van het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat; alsmede |
e) |
indien artikel 23, lid 1, van toepassing is, het retentierecht of het vonnis is door de lidstaat gemeld aan het Sanctiecomité. |
Artikel 25
In afwijking van het bepaalde in artikel 23 kunnen, mits een betaling verschuldigd is door een persoon, entiteit of lichaam genoemd in de bijlagen VIII of IX op grond van een contract of overeenkomst die door de betrokken persoon, entiteit of lichaam is gesloten of een verplichting die voor de betrokken persoon, entiteit of lichaam is ontstaan vóór de datum waarop die persoon of entiteit of dat lichaam door het Sanctiecomité, de VN-Veiligheidsraad of de Raad van de Europese Unie was aangewezen, de bevoegde autoriteiten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a) |
de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:
|
b) |
indien artikel 23, lid 1, van toepassing is: de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité in kennis gesteld van die vaststelling en van zijn voornemen toestemming te verlenen, en het Sanctiecomité heeft niet binnen tien werkdagen na die kennisgeving bezwaar geuit. |
Artikel 26
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 23 kunnen de bevoegde autoriteiten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen:
|
b) |
indien de toestemming een persoon, entiteit of lichaam betreft, genoemd in bijlage VIII: de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité in kennis gesteld van de onder punt a) genoemde vaststelling en van zijn voornemen toestemming te verlenen, en het Sanctiecomité heeft niet binnen vijf werkdagen na die kennisgeving bezwaar geuit. |
2. In afwijking van artikel 23 kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen nodig zijn voor de betaling van buitengewone kosten of voor de betaling voor of overdracht van goederen bestemd voor een lichtwaterreactor in Iran waarvan de bouw is aangevat vóór december 2006, of voor goederen voor de doeleinden als bedoeld in artikel 6, onder b) en c), indien de toestemming een in bijlage VIII genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft, de betrokken lidstaat zijn voornemen bij het Sanctiecomité heeft aangemeld en het Sanctiecomité dat voornemen heeft goedgekeurd.
Artikel 27
In afwijking van artikel 23, leden 2 en 3, kunnen de bevoegde autoriteiten op door hen passend geachte voorwaarden de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen toestaan, nadat is vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de officiële doelen van diplomatieke of consulaire missies of internationale organisaties die bescherming genieten op grond van het internationaal recht.
Artikel 28
In afwijking van artikel 23, leden 2 en 3, kunnen de bevoegde autoriteiten ook op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor:
a) |
de beschikbaarstelling van bepaalde middelen aan de Centrale Bank van Iran, na te hebben vastgesteld dat deze middelen noodzakelijk zijn voor de uitvoering, tot 1 juli 2012, van contracten als bedoeld in artikel 12; |
b) |
de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen van de Centrale Bank van Iran of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan de Centrale Bank van Iran, na te hebben vastgesteld dat deze tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de verstrekking van liquiditeit voor de financiering van de handel aan kredietinstellingen en financiële instellingen, of het aflossen van handesleningen; of |
c) |
de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen van de Centrale Bank van Iran of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan de Centrale Bank van Iran, na geval per geval te hebben vastgesteld dat deze tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn in verband met een specifiek handelscontract dat niet een van de onder a) bedoelde is, waarbij de Centrale Bank van Iran bij de uitvoering van dat contract betrokken kan zijn, mits de betaling niet zal bijdragen tot een uit hoofde van deze verordening verboden activiteit, |
mits de betrokken lidstaat de andere lidstaten en de Commissie ten minste tien werkdagen voordat de toestemming wordt verleend, in kennis heeft gesteld van het voornemen toestemming te verlenen.
Artikel 29
1. Artikel 23, lid 3, vormt geen beletsel voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die naar de rekening van een op de lijst voorkomende natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.
2. Artikel 23, lid 3, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:
a) |
interesten of andere inkomsten op die rekeningen; of |
b) |
betalingen die verschuldigd zijn op grond van contracten of overeenkomsten die zijn gesloten of verplichtingen die zijn ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 23 bedoelde persoon, entiteit of groep door het Sanctiecomité, de VN-Veiligheidsraad of de Raad van de Europese Unie is aangewezen; |
op voorwaarde dat deze rente of andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 23, lid 1 of 2, worden bevroren.
3. Dit artikel moet niet worden geïnterpreteerd als toestemming voor de geldovermaking als bedoeld in artikel 30.
HOOFDSTUK V
BEPERKINGEN OP GELDOVERMAKINGEN EN OP FINANCIËLE DIENSTEN
Artikel 30
1. Geldovermakingen van en naar een Iraanse persoon, entiteit of lichaam worden verwerkt als volgt:
a) |
geldovermakingen die verschuldigd zijn uit hoofde van transacties met betrekking tot voedsel, gezondheidszorg, medische uitrusting of humanitaire doeleinden worden verricht zonder voorafgaande toestemming; de overdracht wordt op voorhand schriftelijk gemeld bij de bevoegde autoriteiten indien het bedrag 10 000 euro of meer bedraagt; |
b) |
alle overige overmakingen ten bedrage van minder dan 40 000 euro worden zonder voorafgaande toestemming verricht; de overmaking wordt op voorhand schriftelijk gemeld bij de bevoegde autoriteiten indien het bedrag 10 000 euro of meer bedraagt; |
c) |
voor alle overige overmakingen van 40 000 euro of meer is een voorafgaande toestemming nodig van de bevoegde autoriteiten. |
2. Lid 1 is van kracht ongeacht of de overmaking van kapitaal in één enkele operatie wordt gedaan of in verschillende operaties die aan elkaar gekoppeld lijken te zijn. Voor de toepassing van dit artikel omvatten "operaties die aan elkaar gekoppeld lijken te zijn":
i) |
een reeks van opeenvolgende overmakingen van of aan dezelfde Iraanse persoon, entiteit of lichaam die betrekking hebben op één enkele verplichting tot geldovermaking, en waarbij elke individuele overmaking onder een van de in lid 1 genoemde drempels blijft, maar bij elkaar opgeteld deze overmakingen wel onder de criteria voor kennisgeving of vergunning vallen; of |
ii) |
een reeks overmakingen door verschillende betalingsdienstaanbieders of natuurlijke of rechtspersonen die één enkele verplichting vormt tot geldovermaking. |
3. De meldingen en verzoeken om toestemming voor geldovermakingen worden als volgt behandeld:
a) |
In het geval van de elektronische door krediet- of financiële instellingen verwerkte overmaking van tegoeden, worden de meldingen en verzoeken om toestemming voor overmakingen van tegoeden verwerkt als volgt:
|
b) |
In het geval van de overdracht van tegoeden die tot stand worden gebracht langs niet-elektronische weg, worden de meldingen en verzoeken om toestemming voor overmakingen van tegoeden verwerkt als volgt:
|
4. Voor de toepassing van lid 1, onder c), geven de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming voor een overmaking voor een waarde van 40 000 euro of meer, tenzij zij redelijke gronden hebben om vast te stellen dat de overmaking waarvoor deze toestemming wordt aangevraagd, een inbreuk zou kunnen vormen op de verbodsbepalingen of verplichtingen in deze verordening.
Een bevoegde autoriteit kan kosten voor de behandeling van een verzoek om toestemming in rekening brengen.
Een toestemming wordt geacht te zijn verleend indien de bevoegde autoriteit schriftelijk om deze toestemming is verzocht, en zij binnen vier weken geen schriftelijk bezwaar heeft gemaakt tegen de geldovermaking. Indien het bezwaar wordt gemaakt omdat het onderzoek nog loopt, vermeldt de bevoegde autoriteit deze omstandigheid en deelt zij haar besluit onverwijld mede. De bevoegde autoriteit wordt op tijdelijke basis direct of indirect toegang verleend tot de informatie die voor het onderzoek nodig is op financieel en administratief gebied en inzake rechtshandhaving.
De desbetreffende lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die wordt geweigerd.
5. Dit artikel is niet van toepassing indien de toestemming is verleend overeenkomstig de artikelen 24, 25, 26, 27 of 28.
6. Personen, entiteiten of lichamen die slechts papieren documenten in elektronische vorm omzetten en op contractbasis werkzaam zijn bij een kredietinstelling of een financiële instelling vallen niet onder de werkingssfeer van dit artikel, evenmin als natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die kredietinstellingen of financiële instellingen uitsluitend voorzien van een boodschap of andere supportsystemen voor overdracht van fondsen of van clearing- en settlementsystemen.
Artikel 31
1. De bijkantoren en dochtermaatschappijen van kredietinstellingen en financiële instellingen die in Iran zijn gevestigd en die onder artikel 50 vallen, stellen de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij zijn gevestigd, binnen vijf werkdagen in kennis van elke verrichte of ontvangen geldovermaking, alsook van de naam van de partijen en het bedrag en de datum van de transactie. Indien de informatie voorhanden is, wordt in de aangifte vermeld om welke soort transactie het gaat en, in voorkomend geval, op welke soort goederen de transactie betrekking heeft en, in het bijzonder, of op de goederen de bijlage I, II, III, IV, V, VI of VII bij onderhavige verordening van toepassing is, en voor goederen waarvoor een uitvoervergunning vereist is, het nummer van de vergunning.
2. Onverminderd de voorgeschreven wijze waarop informatie wordt uitgewisseld, worden de gegevens, om mogelijke transacties te voorkomen die kunnen bijdragen aan proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten of aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, door de in kennis gestelde bevoegde autoriteiten onverwijld medegedeeld aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten waar de wederpartijen bij de verrichtingen zijn gevestigd.
Artikel 32
1. Kredietinstellingen en financiële instellingen dienen bij verrichtingen met de in lid 2 bedoelde entiteiten met het oog op het voorkomen van inbreuken op de bepalingen van deze verordening, grotere waakzaamheid als volgt in acht te nemen:
a) |
zij betrachten voortdurende waakzaamheid op boekhoudkundig gebied, onder meer door middel van hun programma's voor klantenonderzoek; |
b) |
zij eisen dat bij betaalopdrachten alle informatievelden zijn ingevuld die betrekking hebben op de opdrachtgever en de begunstigde van de betrokken transactie; indien deze informatie niet is verstrekt, moet de transactie worden geweigerd; |
c) |
zij bewaren alle transactiedocumenten gedurende vijf jaar en leggen deze op verzoek aan de nationale autoriteiten over; |
d) |
indien zij redelijke gronden hebben om te vermoeden dat de activiteiten met kredietinstellingen en financiële instellingen een inbreuk kunnen vormen op de bepalingen van deze verordening, melden zij dit terstond bij de financiële-inlichtingeneenheid (FIE) of een andere door de betrokken lidstaat aangewezen bevoegde instantie, onverminderd de artikelen 5 en 23. De FIE of een andere bevoegde autoriteit fungeert als nationaal centrum voor de ontvangst en analyse van gemelde verdachte transacties met betrekking tot mogelijke inbreuken op deze verordening. De FIE of de andere bevoegde instantie heeft snel, direct of indirect, toegang tot de financiële, administratieve en rechtshandhavingsinformatie die zij nodig heeft om deze taak, met inbegrip van de analyse van gemelde verdachte transacties, naar behoren te vervullen. |
2. De in lid 1 bedoelde maatregelen zijn van toepassing op financiële instellingen die transacties uitvoeren met:
a) |
wisselkantoren, kredietinstellingen en financiële instellingen die gevestigd zijn in Iran; |
b) |
onder artikel 49 vallende bijkantoren en dochtermaatschappijen van in Iran gevestigde kredietinstellingen en financiële instellingen en wisselkantoren; |
c) |
niet onder artikel 49 vallende bijkantoren en dochtermaatschappijen van in Iran gevestigde kredietinstellingen en financiële instellingen en wisselkantoren; alsmede |
d) |
wisselkantoren, kredietinstellingen en financiële instellingen die niet in Iran gevestigd zijn maar wel onder zeggenschap van in Iran gevestigde personen en entiteiten staan. |
Artikel 33
1. Voor kredietinstellingen en financiële instellingen die vallen onder artikel 49, is het verboden:
a) |
een nieuwe bankrekening te openen bij een in Iran gevestigde kredietinstelling of financiële instelling, of bij een kredietinstelling of financiële instelling in de zin van artikel 32, lid 2; |
b) |
een nieuwe correspondentbankrelatie aan te gaan met een in Iran gevestigde kredietinstelling of financiële instelling, of met een kredietinstelling of financiële instelling in de zin van artikel 32, lid 2; |
c) |
een nieuwe vertegenwoordiging in Iran te openen of een bijkantoor of dochtermaatschappij in Iran op te richten; |
d) |
een nieuwe joint venture op te richten bij een in Iran gevestigde kredietinstelling of financiële instelling, of bij een kredietinstelling of financiële instelling in de zin van artikel 32, lid 2. |
2. Er wordt een verbod ingesteld op:
a) |
het toestaan van de opening van een vertegenwoordiging of van de oprichting van een bijkantoor of dochtermaatschappij in de Unie van een in Iran gevestigde kredietinstelling of financiële instelling, of van een kredietinstelling of financiële instelling in de zin van artikel 32, lid 2; |
b) |
het sluiten van overeenkomsten voor of namens een in Iran gevestigde kredietinstelling of financiële instelling, of voor of namens een kredietinstelling of financiële instelling in de zin van artikel 32, lid 2, die betrekking hebben op het openen van een vertegenwoordiging of de oprichting van een bijkantoor of dochtermaatschappij in de Unie; |
c) |
het verlenen van een vergunning voor het aanvangen en de uitoefening van werkzaamheden voor een kredietinstelling of van enige andere werkzaamheid waarvoor een voorafgaande toestemming vereist is, door een vertegenwoordiging, bijkantoor of dochtermaatschappij van een kredietinstelling of financiële instelling gevestigd in Iran, of door een kredietinstelling of financiële instelling in de zin van artikel 32, lid 2, indien het vertegenwoordiging, bijkantoor of de dochtermaatschappij niet actief was vóór 26 juli 2010; |
d) |
het verwerven dan wel vergroten van een deelneming, of het verwerven van enig ander eigendomsrecht in een kredietinstelling of financiële instelling in de zin van artikel 50 door een kredietinstelling of financiële instelling in de zin van artikel 32, lid 2. |
Artikel 34
Er wordt een verbod ingesteld op:
a) |
de verkoop of aankoop van overheidsobligaties of door de overheid gegarandeerde obligaties die zijn uitgegeven na 26 juli 2010, direct of indirect, aan of van een van de volgende instanties:
|
b) |
het verlenen van tussenhandeldiensten met betrekking tot overheidsobligaties of door de overheid gegarandeerde obligaties die zijn uitgegeven na 26 juli 2010 aan een persoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder a); |
c) |
het verlenen van steun aan een persoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder a) met het oog op het uitgeven van overheidsobligaties of door de overheid gegarandeerde obligaties, door het verlenen van tussenhandeldiensten, advertering of enige andere dienstverlening met betrekking tot deze obligaties. |
Artikel 35
1. Er geldt een verbod op de verschaffing van verzekeringen of herverzekeringen, met inbegrip van het organiseren of bemiddelen van de verschaffing van verzekeringen of herverzekeringen, aan:
a) |
Iran of de Iraanse regering, overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen; |
b) |
een Iraanse persoon, entiteit of lichaam anders dan een natuurlijke persoon; of |
c) |
een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam handelend namens of op aanwijzing van een rechtspersoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder a) of b). |
2. Lid 1, onder a) en b), is niet van toepassing op het verstrekken van een verplichte (her)verzekering of een aansprakelijkheids(her)verzekering jegens derden aan in de Unie gevestigde Iraanse personen, entiteiten en lichamen of op het verrichten van tussenhandeldiensten die daarop betrekking hebben, noch op het verstrekken van een verzekering aan in de Unie gevestigde Iraanse diplomatieke of consulaire missies.
3. Lid 1, onder c), is niet van toepassing op het verstrekken van verzekeringen, waaronder ziektekosten- en reis(her)verzekeringen, aan personen die als particulier handelen, met uitzondering van de op de lijst van de bijlagen VIII en IX opgenomen personen, noch op de daarop betrekking hebbende tussenhandeldiensten.
Lid 1, onder c), laat onverlet dat verzekeringen of herverzekeringen of daarop betrekking hebbende tussenhandeldiensten kunnen worden verstrekt aan de eigenaar van een vaar-, vlieg- of voertuig dat gehuurd wordt door een persoon, entiteit of lichaam als bedoeld in lid 1, onder a) en b).
Voor de toepassing van lid 1, onder c), wordt een persoon, entiteit of lichaam geacht niet te handelen op aanwijzing van een persoon, entiteit of lichaam als bedoeld in lid 1, onder a) en b), indien deze aanwijzing bedoeld is voor het aanleggen, het laden en lossen of de veilige doorreis van een vaar- of vliegtuig dat zich tijdelijk in de Iraanse wateren of het Iraanse luchtruim bevindt.
4. Bij dit artikel wordt de uitbreiding of verlenging verboden van verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten die zijn gesloten vóór 27 oktober 2010, maar niet de naleving van overeenkomsten die vóór die datum zijn gesloten, mits daarbij het bepaalde in artikel 23, lid 3, onverlet blijft.
HOOFDSTUK VI
BEPERKINGEN OP VERVOER
Artikel 36
1. Teneinde de overdracht te voorkomen van goederen en technologie die vallen onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen of waarvan de levering, verkoop, overdracht, uitvoer of invoer bij deze verordening is verboden, verstrekt de persoon die de in lid 2 van dit artikel bedoelde informatie overlegt, een verklaring waaruit blijkt dat de goederen onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen dan wel onder deze verordening vallen alsmede, indien voor de uitvoer van die goederen een vergunning nodig is, nadere bijzonderheden over de verleende uitvoervergunning, zulks in aanvulling op de verplichting om voor aankomst respectievelijk vertrek aan de bevoegde douaneautoriteiten informatie te verstrekken, zoals vastgesteld in de bepalingen inzake summiere aangiften bij binnenkomst en bij uitgang en inzake douaneaangiften, opgenomen in Verordening (EEG) nr. 2913/92 (21) en in Verordening (EEG) nr. 2454/93 (22).
2. De vereiste aanvullende gegevens als bedoeld in dit artikel worden al naar het geval schriftelijk dan wel middels een douaneaangifte verstrekt.
Artikel 37
1. De verlening van bunker- of leveringsdiensten of van andere diensten aan vaartuigen die eigendom zijn van of direct of indirect onder zeggenschap staan van een Iraanse persoon, entiteit of lichaam, is verboden indien de dienstverleners beschikken over informatie, onder meer van de bevoegde douaneautoriteiten op basis van de in artikel 36 bedoelde, voor de aankomst dan wel voor het vertrek verstrekte informatie, op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat deze schepen voorwerpen vervoeren die vallen onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, of waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens deze verordening verboden is, tenzij de levering van dergelijke diensten nodig is voor humanitaire en veiligheidsdoeleinden.
2. De verlening van technische en onderhoudsdiensten aan vrachtvliegtuigen die de eigendom zijn van of direct of indirect onder zeggenschap staan van een Iraanse persoon, entiteit of lichaam, is verboden indien de dienstverleners beschikken over informatie, onder meer van de bevoegde douaneautoriteiten op basis van de in artikel 36 bedoelde, voor de aankomst dan wel voor het vertrek verstrekte informatie, op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat deze vliegtuigen voorwerpen vervoeren die voorkomen op de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, of waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens deze verordening verboden is, tenzij de levering van dergelijke diensten nodig is voor humanitaire en veiligheidsdoeleinden.
3. De verbodsbepalingen van de leden 1 en 2 van dit artikel zijn van toepassing tot de lading is geïnspecteerd, en, zo nodig, in beslag genomen of vernietigd, naargelang van het geval.
Inbeslagneming of vernietiging kan overeenkomstig de nationale wetgeving of een beslissing van een bevoegde autoriteit worden uitgevoerd voor rekening van de importeur, of worden ingevorderd van iedere persoon of entiteit die aansprakelijk is voor de poging tot illegale levering, verkoop, overdracht of uitvoer.
HOOFDSTUK VII
ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 38
1. Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, zullen niet worden toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:
a) |
aangewezen personen, entiteiten of lichamen die zijn opgesomd in de bijlagen VIII en IX; |
b) |
een Iraanse persoon, entiteit of lichaam, de Iraanse regering daaronder begrepen; |
c) |
een persoon, entiteit of lichaam, handelend voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) en b) bedoelde personen, entiteiten of lichamen. |
2. De bij deze verordening ingestelde maatregelen worden geacht afbreuk te doen aan de uitvoering van een contract of een transactie, indien het bestaan of de inhoud van de vordering rechtstreeks of zijdelings uit deze maatregelen voorvloeit.
3. In de procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eiser geleverd.
4. Dit artikel geldt onverminderd het recht van de personen, entiteiten en lichamen die in lid 1 worden genoemd, op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van de contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.
Artikel 39
Voor de toepassing van de artikelen 8 en 9, artikel 17, lid 2, onder b), en de artikelen 30 en 35 wordt een lichaam, entiteit of rechthebbende dat of die is ontstaan bij een oorspronkelijke gunning, vóór 27 oktober 2010, van een productieverdelingsovereenkomst door een andere soevereine regering dan die van Iran, niet beschouwd als een Iraanse persoon, lichaam of entiteit. Wat artikel 8 betreft kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat in dergelijke gevallen eisen dat een lichaam of entiteit ten aanzien van de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van in bijlage VI genoemde essentiële uitrusting of technologie passende garanties verstrekt ten aanzien van de eindgebruiker.
Artikel 40
1. Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:
a) |
alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 23 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via deze bevoegde autoriteiten, aan de Commissie te doen toekomen; |
b) |
samen te werken met de bevoegde autoriteiten bij de verificatie van deze informatie. |
2. Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de betrokken lidstaat.
3. Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.
Artikel 41
Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben de in de artikelen 2, 5, 8, 9, 11, 13, 17, 22, 23, 30, 34 of 35 bedoelde maatregelen te omzeilen.
Artikel 42
1. De bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming met deze verordening is, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke persoon of rechtspersoon of de entiteit die, dan wel het lichaam dat die maatregel uitvoert, of van de directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.
2. De verbodsbepalingen in deze verordening geven geen aanleiding tot aansprakelijkheid van de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien deze niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden vormen op deze verboden.
3. Het te goeder trouw verstrekken, in de zin van de artikelen 30, 31 en 32, van de in de artikelen 30, 31 en 32 bedoelde inlichtingen, door een persoon, entiteit of lichaam die of dat onder deze verordening valt, dan wel door een werknemer of een lid van de leiding daarvan, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de persoon, entiteit of het lichaam, dan wel de werknemers of de leiding.
Artikel 43
1. De lidstaten mogen alle maatregelen nemen die zij noodzakelijk achten om ervoor te zorgen dat toepasselijke internationale, EU- of nationale wettelijke verplichtingen inzake gezondheid en veiligheid van werknemers en bescherming van het milieu worden nageleefd wanneer de uitvoering van deze verordening van invloed is op de samenwerking met een Iraanse persoon, entiteit of lichaam.
2. De verbodsbepalingen als bedoeld in de artikelen 8 en 9, artikel 17, lid 2, onder b), artikel 23, lid 2, en de artikelen 30 en 35, zijn niet van toepassing op de krachtens lid 1 genomen maatregelen.
3. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie ten minste tien werkdagen voordat de toestemming wordt verleend, in kennis van de in lid 1 genoemde vaststelling en van het voornemen toestemming te verlenen.
Artikel 44
1. De Commissie en de lidstaten stellen elkaar om de drie maanden in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, met name
a) |
met betrekking tot middelen die zijn bevroren krachtens artikel 23 en toestemmingen die zijn verleend krachtens de artikelen 24, 25, 26 en 27; |
b) |
informatie over schendingen en problemen bij het toezicht op de naleving en vonnissen van nationale rechtbanken. |
2. De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken die de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening kan betreffen.
Artikel 45
De Commissie:
a) |
wijzigt bijlage II op basis van de vaststellingen van het Sanctiecomité of de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of op basis van door de lidstaten verstrekte informatie; |
b) |
wijzigt de bijlagen III, IV, V, VI, VII en X op basis van door de lidstaten verstrekte informatie. |
Artikel 46
1. Wanneer de Verenigde Naties of het Sanctiecomité een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst plaatst, neemt de Raad die natuurlijke persoon of rechtspersoon, die entiteit of dat lichaam op in bijlage VIII.
2. Indien de Raad besluit een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam aan de in artikel 23, leden 2 en 3, bedoelde maatregelen te onderwerpen, wijzigt hij bijlage IX dienovereenkomstig.
3. De Raad stelt de in de leden 1 en 2 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in kennis van zijn besluit, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen daarover opmerkingen kunnen indienen.
4. Indien er opmerkingen worden ingediend of belangrijk nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluit en stelt hij de natuurlijke persoon, de rechtspersoon, de entiteit of het lichaam van het resultaat in kennis.
5. Indien de Verenigde Naties besluiten een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam van de lijst te schrappen, of de identificatiegegevens van een op de lijst geplaatste natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam te wijzigen, past de Raad bijlage VIII dienovereenkomstig aan.
6. De lijst in bijlage IX wordt regelmatig, en ten minste om de 12 maanden, opnieuw bezien.
Artikel 47
1. De lidstaten stellen de voorschriften vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat zij ten uitvoer worden gelegd. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
2. De lidstaten delen deze voorschriften na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mee aan de Commissie en melden alle latere wijzigingen ervan.
Artikel 48
1. De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren hen op de in bijlage X vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van de in bijlage X genoemde internetsites.
2. De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede wie hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe deze kunnen worden bereikt, en delen haar alle latere wijzigingen mede.
3. Waar deze verordening een meldingsplicht bepaalt, of van de verplichting de Commissie te informeren of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruik gemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage X.
Artikel 49
Deze verordening is van toepassing:
a) |
op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim; |
b) |
aan boord van vliegtuigen of vaartuigen die onder de rechtsmacht van een lidstaat vallen; |
c) |
op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende personen die onderdaan van een lidstaat zijn; |
d) |
op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie; |
e) |
op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties. |
Artikel 50
Verordening (EU) nr. 961/2010 wordt ingetrokken. Verwijzingen naar de ingetrokken verordening worden beschouwd als verwijzingen naar deze verordening.
Artikel 51
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 23 maart 2012.
Voor de Raad
De voorzitster
C. ASHTON
(1) PB L 19 van 24.1.2012, blz. 22.
(2) PB L 281 van 27.10.2010, blz. 1.
(3) PB L 195 van 27.7.2010, blz. 39.
(4) PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1.
(5) PB L 345 van 8.12.2006, blz. 1.
(6) PB L 309 van 25.11.2005, blz. 15.
(7) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.
(8) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.
(9) PB L 100 van 14.4.2011, blz. 1.
(10) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
(11) PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
(12) PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.
(13) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.
(14) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.
(15) PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1.
(16) PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.
(17) PB L 9 van 15.1.2003, blz. 3.
(18) PB L 319 van 5.12.2007, blz. 1.
(19) PB C 69 van 18.3.2010, blz. 19.
(20) PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1.
(21) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.
(22) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.
BIJLAGE I
DEEL A
Goederen en technologie als bedoeld in artikel 2, leden 1, 2 en 4, artikel 3, lid 3, artikel 5, lid 1, artikel 6, artikel 8, lid 4, artikel 17, lid 2, en artikel 31, lid 1
Deze bijlage omvat alle goederen en technologie die zijn vermeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009, als daarin gedefinieerd, behalve het volgende:
Item uit bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
Omschrijving |
||||||||||||||||||||||||
5A002 |
"Informatiebeveiligings"-systemen en -apparatuur, en onderdelen daarvoor, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||
5D002 |
"Programmatuur" als hieronder:
specifieke "programmatuur", als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||||
5E002 |
"Technologie" overeenkomstig de algemene technologieopmerking voor het "gebruik" van apparatuur bedoeld in 5A002.a.1 of "programmatuur" bedoeld in 5D002.a of 5D002.c.1 van deze lijst. |
DEEL B
Artikel 6 is van toepassing op de volgende goederen:
Item uit bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
Omschrijving |
||||||||||||||||||||||
0A001 |
"Kernreactoren" en speciaal ontworpen en gebouwde uitrusting en onderdelen ervan, als hieronder:
|
||||||||||||||||||||||
0C002 |
Lichtverrijkt uranium in de zin van 0C002, verwerkt in geassembleerde splijtstofelementen. |
BIJLAGE II
Goederen en technologie als bedoeld in artikel 2, leden 1, 2 en 4, artikel 3, lid 3, artikel 5, lid 1, artikel 8, lid 4, artikel 17, lid 2, artikel 31, lid 1, en artikel 45
INLEIDING
1. |
Tenzij anders is aangegeven, verwijzen de referentienummers in de kolom "Beschrijving" naar de beschrijvingen van producten en technologie voor tweeërlei gebruik in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009. |
2. |
Een referentienummer in de kolom "Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009" houdt in dat de kenmerken van het in de kolom "Beschrijving" beschreven artikel buiten de parameters bedoeld in de beschrijving van de desbetreffende post vallen. |
3. |
De definitie van termen tussen "enkele aanhalingstekens" wordt gegeven in een technische aantekening bij de betrokken post. |
4. |
De definitie van termen tussen "dubbele aanhalingstekens" kan worden gevonden in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009. |
ALGEMENE AANTEKENINGEN
1. |
De doelstelling van het verbod op de in deze bijlage vermelde goederen mag niet worden omzeild door de uitvoer van toegestane goederen (met inbegrip van fabrieken) die een of meer verboden onderdelen bevatten, als deze onderdelen het voornaamste element van de goederen vormen en gemakkelijk kunnen worden verwijderd of voor andere doeleinden worden aangewend.
|
2. |
Met goederen worden in deze bijlage zowel nieuwe als gebruikte goederen bedoeld. |
ALGEMENE TECHNOLOGIENOOT (ATN)
(Te lezen als onderdeel van sectie II.B.)
1. |
De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van "technologie" die "noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van goederen waarvan de verkoop, levering, overdracht of uitvoer in deel A (Goederen) wordt verboden, is op grond van de bepalingen van sectie II.B verboden. |
2. |
De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van "technologie" die "noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling" of de "productie" van goederen waarvan de verkoop, levering, overdracht of uitvoer in deel A (Goederen) wordt verboden, is op grond van de bepalingen van sectie II.B verboden. |
3. |
"Technologie" die "noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van verboden goederen is ook verboden als deze technologie wordt toegepast op toegestane goederen. |
4. |
Het verbod geldt niet voor de minimaal noodzakelijke "technologie" voor installatie, bediening, onderhoud (controle) en reparatie van goederen die niet verboden zijn of waarvan de uitvoer op grond van Verordening (EG) nr. 423/2007 of onderhavige verordening is toegestaan. |
5. |
Het verbod op de overdracht van "technologie" is niet van toepassing op informatie die "voor iedereen beschikbaar" is, op "fundamenteel wetenschappelijk onderzoek" en op de voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie. |
II.A. GOEDEREN
A0. Nucleaire goederen, installaties en uitrusting
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||
II.A0.001 |
Hollekathodelampen, als volgt:
|
— |
||||||
II.A0.002 |
Faraday-isolatoren voor de golflengte 500 nm - 650 nm |
— |
||||||
II.A0.003 |
Optische tralies voor de golflengte 500 nm - 650 nm |
— |
||||||
II.A0.004 |
Optische vezels voor de golflengte 500 nm - 650 nm, bekleed met een antireflecterende laag voor de golflengte 500 nm - 650 nm en met een kerndiameter van meer dan 0,4 mm doch niet meer dan 2 mm |
— |
||||||
II.A0.005 |
Onderdelen van een reactordrukvat en testapparatuur, anders dan in de zin van 0A001, als volgt:
|
0A001 |
||||||
II.A0.006 |
Nucleaire detectieapparatuur voor de detectie, identificatie of kwantificatie van radioactieve stoffen en straling van nucleaire oorsprong, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, anders dan in de zin van 0A001.j of 1A004.c. |
0A001.j 1A004.c |
||||||
II.A0.007 |
Balgafsluiters van aluminiumlegering of roestvrij staal, type 304, 304L of 316 L.
|
0B001.c.6 2A226 |
||||||
II.A0.008 |
Laserspiegels, andere dan bedoeld in 6A005.e, bevattende een substraat met een warmte-uitzettingscoëfficiënt van 10-6K-1 of minder bij 20°C (bijvoorbeeld gesmolten siliciumdioxide of saffier).
|
0B001.g.5, 6A005.e |
||||||
II.A0.009 |
Laserlenzen, anders dan bedoeld in 6A005.e.2, bevattende een substraat met een warmte-uitzettingscoëfficiënt van 10-6K-1 of minder bij 20 °C (bijvoorbeeld gesmolten siliciumdioxide). |
0B001.g, 6A005.e.2 |
||||||
II.A0.010 |
Pijpen, pijpleidingen, flenzen en hulpstukken, vervaardigd van of gevoerd met nikkel of een nikkellegering die 40 gewichtspercenten of meer nikkel bevat, andere dan bedoeld in 2B350.h.1. |
2B350 |
||||||
II.A0.011 |
Vacuümpompen, andere dan bedoeld in 0B002.f.2 of 2B231, als hieronder:
|
0B002.f.2, 2B231 |
||||||
II.A0.012 |
Afgeschermde ruimten voor het manipuleren, opslaan en behandelen van radioactieve stoffen (hete cellen). |
0B006 |
||||||
II.A0.013 |
‧Natuurlijk uraan‧ of ‧verarmd uraan‧ of thorium in de vorm van metaal, legering, chemische verbinding of concentraat en elk materiaal dat een of meer van de voorgaande stoffen bevat, anders dan bedoeld in 0C001. |
0C001 |
||||||
II.A0.014 |
Ontstekingskamers met een explosieabsorptievermogen van meer dan 2,5 kg TNT-equivalent. |
— |
A1. Materialen, chemicaliën, ‧micro-organismen‧ en ‧toxines‧
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||||||||||||||
II.A1.001 |
Bis(2-ethylhexyl)fosforzuur (HDEHP of D2HPA) CAS 298-07-7 (oplosmiddel) in elke hoeveelheid, met een zuiverheid van meer dan 90 %. |
— |
||||||||||||||||||
II.A1.002 |
Fluorgas (Chemical Abstract-nummer (CAS): 7782-41-4), met een zuiverheid van meer dan 95%. |
— |
||||||||||||||||||
II.A1.005 |
Elektrolytische cellen voor de productie van fluor met een capaciteit van meer dan 100 g fluor per uur.
|
1B225 |
||||||||||||||||||
II.A1.006 |
Katalysatoren, andere dan die waarvoor overeenkomstig 1A225 een verbod geldt, bevattende platina, palladium of rhodium, bruikbaar voor het bevorderen van de waterstofisotoopuitwisseling tussen waterstof en water voor het terugwinnen van tritium uit zwaar water of voor de productie van zwaar water. |
1B231, 1A225 |
||||||||||||||||||
II.A1.007 |
Aluminium en aluminiumlegeringen, andere dan die bedoeld in 1C002.b.4 of 1C202.a, in ruwe vorm of als halffabricaat, met een van de volgende kenmerken:
|
1C002.b.4, 1C202.a |
||||||||||||||||||
II.A1.008 |
Magnetische metalen van alle soorten, ongeacht de vorm, met een relatieve beginpermeabiliteit van 120 000 of meer en dikte van 0,05 tot 0,1 mm. |
1C003.a |
||||||||||||||||||
II.A1.009 |
‧Stapel- of continuvezelmateriaal‧ of prepregs als hieronder:
|
1C010.a 1C010.b 1C210.a 1C210.b |
||||||||||||||||||
II.A1.010 |
Met hars of asfaltbitumen geïmpregneerde vezels (prepregs), met metaal of koolstof beklede vezels (preforms) of ‧halffabricaten voor koolstofvezels‧, als hieronder:
|
1C010.e. 1C210 |
||||||||||||||||||
II.A1.011 |
Composieten van met siliciumcarbide versterkte keramiek, geschikt voor neuskegels, terugkeervoertuigen, straalpijpen, bruikbaar voor ‧raketten‧, anders dan in de zin van 1C107. |
1C107 |
||||||||||||||||||
II.A1.012 |
Maragingstaal, anders dan in de zin van 1C116 of 1C216, ‧geschikt voor‧ een treksterkte van 2 050 MPa of meer bij 293 K (20°C). Technische aantekening: De zinsnede ‧maragingstaal … geschikt voor‧ omvat maragingstaal zowel voor als na warmtebehandeling. |
1C216 |
||||||||||||||||||
II.A1.013 |
Wolfraam, tantaal, wolfraamcarbide, tantaalcarbide en legeringen, met beide volgende kenmerken:
|
1C226 |
||||||||||||||||||
II.A1.014 |
Elementaire poeders van kobalt, neodymium of samarium of legeringen of mengsels daarvan bevattende ten minste 20 gewichtspercenten kobalt, neodymium of samarium, met een deeltjesgrootte van minder dan 200 μm. |
— |
||||||||||||||||||
II.A1.015 |
Zuiver tributylfosfaat (TBP) [CAS 126-73-8] en mengsels bevattende 5 of meer gewichtspercenten TBP. |
— |
||||||||||||||||||
II.A1.016 |
Maragingstaal, ander dan dat waarvoor overeenkomstig 1C116, 1C216 of II.A1.012 een verbod geldt. Technische aantekening: Maragingstaal is een ijzerlegering die gewoonlijk door een hoog nikkelgehalte, een zeer laag koolstofgehalte en het gebruik van vervangende elementen of precipitaten voor het versterken en tijdharden van de legering wordt gekenmerkt. |
— |
||||||||||||||||||
II.A1.017 |
Metalen, metaalpoeders en materialen, als hieronder:
|
— |
||||||||||||||||||
II.A1.018 |
Zachte magnetische legeringen met een chemische samenstelling als hieronder:
|
— |
||||||||||||||||||
II.A1.019 |
"Stapel- of continuvezelmateriaal" of prepregs, niet verboden bij bijlage I of bijlage II (onder II.A1.009, II.A1.010) bij deze verordening, noch voorkomend in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009, als hieronder:
|
— |
A2. Materiaalbewerking
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.001 |
Systemen en apparatuur voor het beproeven door middel van trillingen, en desbetreffende onderdelen, anders dan in de zin van 2B116:
Technische aantekening: ‧Onbelaste tafel‧ betekent een vlakke tafel of een vlak oppervlak, zonder klemmen of hulpstukken. |
2B116 |
||||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.002 |
Werktuigmachines en onderdelen en numerieke besturingen voor werktuigmachines, als hieronder:
|
2B201.b 2B001.c |
||||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.003 |
Balanceermachines en aanverwante uitrusting, als hieronder:
|
2B119 |
||||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.004 |
Op afstand bediende manipulatoren die kunnen worden aangewend voor het doen verrichten van handelingen op afstand bij radiochemische scheidingswerkingen of in hete cellen, anders dan in de zin van 2B225, met een van de volgende kenmerken:
|
2B225 |
||||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.006 |
Ovens geschikt voor werktemperaturen boven 400 °C, als hieronder:
|
2B226 2B227 |
||||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.007 |
"Drukomzetters", anders dan in de zin van 2B230, geschikt voor het meten van de absolute druk op elk punt in het traject van 0 tot 200 kPa, met beide hiernavolgende kenmerken:
|
2B230 |
||||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.011 |
Centrifuges, geschikt voor het continu scheiden zonder aerosolvorming, en gemaakt van:
|
2B352.c |
||||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.012 |
Filters van gesinterd metaal, gemaakt van nikkel of een nikkellegering die 40 gewichtspercenten of meer nikkel bevat.
|
2B352.d |
||||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.013 |
Forceer-(spin-forming) of vloei-(flow-forming) draaibanken, andere dan die als bedoeld in 2B009, 2B109 of 2B209, met een walskracht van meer dan 60 kN, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor. Technische aantekening: Voor de toepassing van II.A2.013 worden machines die de functies van forceren en vloeidraaien combineren, beschouwd als vloeidraaibanken. |
— |
||||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.014 |
Apparatuur voor vloeistof-vloeistofuitwisseling (mengersbezinkers, pulskolommen en centrifugale contactors); en vloeistofverdelers, stoomverdelers of systemen voor de opvang van vloeistoffen, ontworpen voor die apparatuur, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van:
Technische aantekening: ‧Koolstofgrafiet‧ is een composiet bestaande uit amorf koolstof en grafiet, met 8 of meer gewichtspercenten grafiet. |
2B350.e |
||||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.015 |
Industriële apparatuur en onderdelen, anders dan in de zin van 2B350.d, als volgt:
Warmtewisselaars of condensors met een warmte-uitwisseloppervlak van meer dan 0,05 m2 en minder dan 30 m2; en voor gebruik in dergelijke warmtewisselaars of condensors ontworpen buizen, platen, spoelen of blokken (kernen), waarvan alle oppervlakken welke in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van:
Technische aantekening: De voor pakkingen, afsluitringen en andere afdichtingen gebruikte materialen zijn niet bepalend voor de vraag of voor de warmtewisselaar een vergunningsplicht geldt. |
2B350.d |
||||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.016 |
Pompen met meervoudige afdichting en pompen zonder afdichting, anders dan bedoeld in 2B350.i, geschikt voor corrosieve vloeistoffen, met door de fabrikant opgegeven maximale pompsnelheid van meer dan 0,6 m3 per uur, of vacuümpompen met door de fabrikant opgegeven maximale pompsnelheid van meer dan 5 m3 per uur [gemeten bij een standaardtemperatuur (273 K (0°C)) en -druk (101,3 kPa)]; en voor gebruik in dergelijke pompen ontworpen omhulsels (pomphuizen), voorgevormde binnenbekledingen, schoepen, vleugelraderen of straalpompverdeelstukken, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn:
Technische aantekening: De voor pakkingen, afsluitringen en andere afdichtingen gebruikte materialen zijn niet bepalend voor de vraag of voor de pomp een vergunningsplicht geldt. |
2B350.i |
A3. Electronica
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||||||||||||
II.A3.001 |
Hoogspanningsgelijkstroombronnen met beide onderstaande eigenschappen:
|
3A227 |
||||||||||||||||
II.A3.002 |
Massaspectrometers, anders dan bedoeld in 3A233 of 0B002.g, die ionen met een massa van 200 atomaire massa eenheden (a.m.e.) of meer kunnen meten en die een oplossend vermogen hebben dat beter is dan 2 a.m.e. op 200 a.m.e., en ionenbronnen hiervoor, als volgt:
|
3A233 |
||||||||||||||||
II.A3.003 |
Frequentieomzetters of frequentiegeneratoren, andere dan die waarvoor overeenkomstig 0B001 of 3A225 een verbod geldt, met alle volgende kenmerken, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen en programmatuur:
Technische aantekening: De in II.3A.003 bedoelde frequentieomzetters zijn ook bekend als converters of inverters. |
— |
A6. Sensoren en lasers
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||||||||
II.A6.001 |
Yttrium-aluminium-granaat (YAG)-staven |
– |
||||||||||||
II.A6.002 |
Optische apparatuur en onderdelen daarvoor, andere dan bedoeld in 6A002 en 6A004.b, als hieronder: Optische apparaten werkend in het infrarode spectrum, voor de golflengte 9 000 nm - 17 000 nm, en onderdelen daarvoor, met inbegrip van onderdelen van cadmiumtelluride (CdTe). |
6A002 6A004.b |
||||||||||||
II.A6.003 |
Golffrontcorrectoren voor gebruik met een laserbundel met een diameter van meer dan 4 mm, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met inbegrip van stuursystemen, golffrontsensoren en vervormbare spiegels, waaronder bimorfe spiegels.
|
6A003 |
||||||||||||
II.A6.004 |
Argon-ion-"lasers" met een gemiddeld uitgangsvermogen van 5 W of meer.
|
6A005.a.6 6A205.a |
||||||||||||
II.A6.005 |
Halfgeleider-"lasers" en onderdelen daarvoor, als volgt:
|
6A005.b |
||||||||||||
II.A6.006 |
Afstembare halfgeleider-"lasers" en afstembare halfgeleider-‧lasers‧ in series ("arrays"), met een golflengte van 9 μm–17 μm, alsmede stacks van arrays van halfgeleider-‧lasers‧ die ten minste één array van afstembare halfgeleider-‧lasers‧ met een dergelijke golflengte bevatten.
|
6A005.b |
||||||||||||
II.A6.007 |
"Afstembare" vastestof-"lasers", als hieronder, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
6A005.c.1 |
||||||||||||
II.A6.008 |
Neodymium-gedoopte (anders dan glas) "lasers" met een golflengte aan de uitgang langer dan 1 000 nm doch niet langer dan 1 100 nm, en een uitgangsenergie van meer dan 10 J per impuls.
|
6A005.c.2 |
||||||||||||
II.A6.009 |
Onderdelen van akoestisch-optische apparatuur, als hieronder:
|
6A203.b.4.c |
||||||||||||
II.A6.010 |
Stralingsbestendige camera's of lenzen daarvoor, anders dan in de zin van 6A203.c, speciaal ontworpen of gekwalificeerd als bestand zijnde tegen een stralingsniveau hoger dan 50 × 103 Gy (silicium) (5 × 106 rad (silicium)) zonder verslechtering van de werking. Technische aantekening: De term Gy(silicium) verwijst naar de energie in Joule per kilogram die wordt geabsorbeerd door een onbeschermde hoeveelheid silicium bij blootstelling aan ioniserende straling. |
6A203.c |
||||||||||||
II.A6.011 |
Afstembare gepulseerde kleurstoflaserversterkers en oscillatoren met alle volgende kenmerken:
|
6A205.c |
||||||||||||
II.A6.012 |
Gepulseerde koolstofdioxide "lasers" met alle volgende kenmerken:
|
6A205.d |
||||||||||||
II.A6.013 |
Koperdamp-‧lasers‧ met beide volgende kenmerken:
|
6A005.b |
||||||||||||
II.A6.014 |
Gepulseerde koolstofmonoxide-‧lasers‧ met alle volgende kenmerken:
|
|
A7. Navigatie en vliegtuigelektronica
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II.A7.001 |
Traagheidssystemen en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als hieronder:
|
7A003 7A103 |
A9. Ruimtevaart en voortstuwing
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
II.A9.001 |
Explosieve bouten |
— |
II.B. TECHNOLOGIE
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
II.B.001 |
Technologie die noodzakelijk is voor de ontwikkeling, de productie of het gebruik van goederen die onder deel II.A. (Goederen) vallen. |
— |
II.B.002 |
Technologie die noodzakelijk is voor de ontwikkeling, de productie of het gebruik van goederen die onder deel IV.A. (Goederen) van bijlage IV vallen. Technische aantekening: De term ‧technologie‧ omvat ook programmatuur. |
— |
BIJLAGE III
Goederen en technologie als bedoeld in artikel 3, leden 1, 3 en 5, artikel 5, lid 2, artikel 8, lid 4, artikel 18, lid 1, artikel 31, lid 1, en artikel 45
INLEIDING
1. |
Tenzij anders is aangegeven, verwijzen de referentienummers in de kolom "Beschrijving" naar de beschrijvingen van producten en technologie voor tweeërlei gebruik in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009. |
2. |
Een referentienummer in de kolom "Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009" houdt in dat de kenmerken van het in de kolom "Beschrijving" beschreven artikel buiten de parameters in de zin van de beschrijving van de desbetreffende post vallen. |
3. |
De definitie van termen tussen "enkele aanhalingstekens" wordt gegeven in een technische aantekening bij de betrokken post. |
4. |
De definitie van termen tussen "dubbele aanhalingstekens" kan worden gevonden in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009. |
ALGEMENE AANTEKENINGEN
1. |
De doelstelling van de controle op de uitvoer van de goederen, vermeld in deze bijlage, mag niet worden omzeild door de uitvoer van niet aan vergunningsplicht onderworpen goederen (met inbegrip van fabrieken) die een of meer aan vergunningsplicht onderworpen onderdelen bevatten, als deze onderdelen het voornaamste element van de goederen vormen en gemakkelijk kunnen worden verwijderd of voor andere doeleinden worden aangewend.
|
2. |
Met goederen worden in deze bijlage zowel nieuwe als gebruikte goederen bedoeld. |
ALGEMENE TECHNOLOGIENOOT (ATN)
(Te lezen als onderdeel van sectie II.B)
1. |
De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van technologie die "noodzakelijk" is voor het "gebruik" van goederen waarvan de verkoop, levering, overdracht of uitvoer in deel A (Goederen) aan een vergunningsplicht is onderworpen, is op grond van de bepalingen van sectie III.B aan een vergunningsplicht onderworpen. |
2. |
De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van "technologie" die "noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling" of de "productie" van goederen waarvan de verkoop, levering, overdracht of uitvoer in deel A (Goederen) aan een vergunningsplicht is onderworpen, is op grond van de bepalingen van sectie II.B van bijlage II verboden. |
3. |
"Technologie" die "noodzakelijk" is voor het "gebruik" van aan een vergunningsplicht onderworpen goederen is ook aan een vergunningsplicht onderworpen als deze technologie wordt toegepast op niet aan een vergunningsplicht onderworpen goederen. |
4. |
De vergunningsplicht geldt niet voor de minimaal noodzakelijke "technologie" voor installatie, bediening, onderhoud en reparatie van goederen die niet aan een vergunningsplicht onderworpen zijn of waarvan de uitvoer op grond van Verordening (EG) nr. 423/2007 of deze verordening is toegestaan. |
5. |
De vergunningsplicht voor de overdracht van "technologie" is niet van toepassing op informatie die "voor iedereen beschikbaar" is, op "fundamenteel wetenschappelijk onderzoek" en op de voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie. |
III.A. GOEDEREN
A0. Nucleaire goederen, installaties en uitrusting
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
III.A0.015 |
‧Handschoenkasten‧, speciaal ontworpen voor radioactieve isotopen, radioactieve bronnen of radionucliden. Technische aantekening: Met ‧handschoenkasten‧ wordt uitrusting bedoeld ter bescherming van de gebruiker tegen gevaarlijke damp, deeltjes of straling van materialen binnen de uitrusting die worden gehanteerd of bewerkt door een persoon daarbuiten, door middel van manipulatoren of handschoenen die in de uitrusting zijn verwerkt. |
0B006 |
III.A0.016 |
Controleapparatuur voor giftige gassen, geschikt om in continubedrijf waterstofsulfide op te sporen, en speciaal daarvoor ontworpen detectoren. |
0A001 0B001.c |
III.A0.017 |
Heliumlekdetectoren. |
0A001 0B001.c |
A1. Materialen, chemicaliën, ‧micro-organismen‧ en ‧toxines‧
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||||||||||
III.A1.003 |
Ringvormige afdichtingen en pakkingen met een binnendiameter van 400 mm of minder, vervaardigd van een of meer van de volgende materialen:
|
|
||||||||||||||
III.A1.004 |
Persoonlijke uitrusting voor het detecteren van straling van nucleaire oorsprong, met inbegrip van persoonlijke dosismeters.
|
1A004.c |
||||||||||||||
III.A1.020 |
Staallegeringen in de vorm van platen, met een van de volgende kenmerken:
Technische aantekening: ‧Met stikstof gestabiliseerd duplex roestvrij staal‧ heeft een tweefasenmicrostructuur met korrels ferriet- en austenietstaal waaraan stikstof is toegevoegd om de microstructuur te stabiliseren. |
1C116 1C216 |
||||||||||||||
III.A1.021 |
Koolstof-koolstofcomposietmateriaal. |
1A002.b.1 |
||||||||||||||
III.A1.022 |
Nikkellegeringen in onbewerkte vorm of als halffabricaat die 60 gewichtspercenten of meer nikkel bevatten. |
1C002.c.1.a |
||||||||||||||
III.A1.023 |
Titaanlegeringen in de vorm van platen, ‧geschikt voor‧ een treksterkte van 900 MPa of meer bij 293 K (20°C).
|
1C002.b.3 |
||||||||||||||
III.A1.024 |
Stuwstoffen en chemicaliën voor de vervaardiging van stuwstoffen als hieronder:
Technische aantekening: Dit artikel is van toepassing op zuivere stoffen en mengsels die ten minste voor 50% uit een van de hierboven genoemde stoffen bestaan. |
1C111 |
||||||||||||||
III.A1.025 |
‧Smeermiddelen‧ met als voornaamste bestanddeel een of meer van de volgende stoffen:
Onder ‧smeermiddelen‧ vallen zowel oliën als vloeistoffen. |
1C006 |
||||||||||||||
III.A1.026 |
Berylliumkoper of berylliumkoperlegeringen in de vorm van platen, vellen, strips of gewalste staven, waarvan koper het voornaamste bestanddeel is naar gewicht en waarvan de andere elementen minder dan 2 gewichtsprocenten beryllium bevatten. |
1C002.b |
A2. Materiaalbewerking
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||||
III.A2.008 |
Apparatuur voor vloeistof-vloeistofuitwisseling (mengersbezinkers, pulskolommen en centrifugale contactors); en vloeistofverdelers, stoomverdelers of systemen voor de opvang van vloeistoffen, ontworpen voor die apparatuur, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van:
|
2B350.e |
||||||||
III.A2.009 |
Industriële apparatuur en onderdelen, anders dan in de zin van 2B350.d, als volgt:
Warmtewisselaars of condensors met een warmte-uitwisseloppervlak van meer dan 0,05 m2 en minder dan 30 m2; en voor gebruik in dergelijke warmtewisselaars of condensors ontworpen buizen, platen, spoelen of blokken (kernen), waarvan alle oppervlakken welke in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van:
Technische aantekening: De voor pakkingen, afsluitringen en andere afdichtingen gebruikte materialen zijn niet bepalend voor de vraag of voor de warmtewisselaar een vergunningsplicht geldt. |
2B350.d |
||||||||
III.A2.010 |
Pompen met meervoudige afdichting en pompen zonder afdichting, andere dan bedoeld in 2B350.i, geschikt voor corrosieve vloeistoffen,met door de fabrikant opgegeven maximale pompsnelheid van meer dan 0,6 m3 per uur, of vacuümpompen met door de fabrikant opgegeven maximale pompsnelheid van meer dan 5 m3 per uur [gemeten bij een standaardtemperatuur (273 K (0°C)) en -druk (101,3 kPa)]; en voor gebruik in dergelijke pompen ontworpen omhulsels (pomphuizen), voorgevormde binnenbekledingen, schoepen, vleugelraderen of straalpompverdeelstukken, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van:
Technische aantekening: De voor pakkingen, afsluitringen en andere afdichtingen gebruikte materialen zijn niet bepalend voor de vraag of voor de pomp een vergunningsplicht geldt. |
2B350.i |
||||||||
III.A2.017 |
Gereedschap voor vonkmachines (EDM) voor het verspanen of snijden van metalen, keramische materialen of "composieten" als hieronder, en speciaal daarvoor ontworpen ram-, zinklood- of draadelektroden:
|
2B001.d |
||||||||
III.A2.018 |
Computergestuurde of "numeriek bestuurde" coördinatenmeetmachines (CMM), of meetmachines, met een driedimensionale (volumetrische) maximaal toelaatbare indicatiefout (maximum permissible error of indication, MPEF) op enig punt in het werkbereik van de machine (d.w.z. binnen de aslengte) gelijk aan of minder (d.w.z. nauwkeuriger) dan (3 + L/1 000) micrometer (L is de gemeten lengte in mm), getest overeenkomstig ISO 10360-2 (2001), en daarvoor ontworpen meetsondes. |
2B006.a 2B206.a |
||||||||
III.A2.019 |
Computergestuurde of "numeriek bestuurde" elektronenbundellasmachines en speciaal daarvoor ontworpen componenten. |
2B001.e.1.b |
||||||||
III.A2.020 |
Computergestuurde of "numeriek bestuurde" laserlas- en -snijmachines, en speciaal daarvoor ontworpen componenten. |
2B001.e.1.c |
||||||||
III.A2.021 |
Computergestuurde of "numeriek bestuurde" plasmasnijmachines en speciaal daarvoor ontworpen componenten. |
2B001.e.1 |
||||||||
III.A2.022 |
Vibratiemonitors speciaal ontworpen voor rotoren of roterende uitrusting en machines, geschikt om frequenties van 600 tot 2 000 Hz te meten. |
2B116 |
||||||||
III.A2.023 |
Vloeibarestofvacuümpompen en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
2B231 2B350.i |
||||||||
III.A2.024 |
Schottenpompen en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
|
2B231 2B235.i 0B002.f |
||||||||
III.A2.025 |
Luchtfilters, als hieronder, met een of meer diameters met een fysieke afmeting van meer dan 1 000 mm:
|
2B352.d |
A3. Electronica
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||||||
III.A3.004 |
Spectrometers en diffractometers die ontworpen zijn voor indicatieve tests of kwantitatieve analyse van de elementaire samenstelling van metalen of legeringen zonder dat chemische ontleding van het materiaal plaatsvindt. |
|
||||||||||
III.A3.005 |
‧Frequentieomzetters‧, ‧frequentiegeneratoren‧ en frequentieregelaars met variabele snelheid (VSD), met alle navolgende kenmerken:
Technische aantekening: ‧Frequentieomzetters‧ zijn ook bekend als converters of inverters.
|
3A225 0B001.b.13 |
A6. Sensoren en lasers
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||||||||||||||
III.A6.012 |
‧Vacuümmanometers‧, elektrisch aangedreven en met een meetnauwkeurigheid van 5% of minder (beter) Onder ‧vacuümmanometers‧ vallen ook Piranimanometers, Penningmanometers en condensatormanometers. |
0B001.b |
||||||||||||||||||
III.A6.013 |
Microscopen en aanverwante uitrusting en detectoren, als hieronder:
|
6B |
A7. Navigatie en vliegtuigelektronica
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
III.A7.002 |
Versnellingsmeters met een keramisch piëzo-elektrisch transducer-element, met een gevoeligheid van 1 000 mV/g of beter (hoger). |
7A001 |
A9. Ruimtevaart en voortstuwing
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||
III.A9.002 |
‧Weegcellen‧ geschikt voor het meten van de stuwkracht van raketmotoren, met een capaciteit van meer dan 30 kN. Technische aantekening: Onder ‧weegcellen‧ vallen instrumenten en transducers voor het meten van de kracht van zowel trekkracht als compressiekracht.
|
9B117 |
||||||
III.A9.003 |
Gasturbines voor het opwekken van elektriciteit, onderdelen en aanverwante uitrusting, als volgt:
|
9A001 9A002 9A003 9B001 9B003 9B004 |
III.B. TECHNOLOGIE
Nr. |
Omschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
III.B.001 |
‧Technologie‧ die noodzakelijk is voor het gebruik van goederen die onder deel III.A (Goederen) vallen. Technische aantekening: De term ‧technologie‧ omvat ook programmatuur. |
|
BIJLAGE IV
Lijst van "aardolie en aardolieproducten" als bedoeld in artikel 11 en artikel 31, lid 1
GS-code |
Omschrijving |
2709 00 |
Aardolie en ruwe olie uit bitumineuze mineralen |
2710 |
Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten bevattende als basisbestanddeel 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen, elders genoemd noch elders onder begrepen; afvalolie (de aankoop in Iran van kerosine/reactiemotorbrandstof (GN-code 2710 19 21) is niet verboden, mits die brandstof alleen is bedoeld en wordt gebruikt voor de voortzetting van de vlucht van het vliegtuig waarin de brandstof wordt getankt) |
2712 |
Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, "slack wax", ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en dergelijke door synthese of op andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd |
2713 |
Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze mineralen |
2714 |
Natuurlijk bitumen en natuurlijk asfalt; bitumineuze leisteen en bitumineus zand; asfaltiet en asfaltsteen |
2715 00 00 |
Bitumineuze mengsels van natuurlijk asfalt, van natuurlijk bitumen, van petroleumbitumen, van minerale teer of van minerale teerpek (bijvoorbeeld bitumineuze mastiek, vloeibitumen of koudasfalt ("cut-back")) |
BIJLAGE V
Lijst van "petrochemische producten" als bedoeld in artikel 13 en artikel 31, lid 1
GS-code |
Omschrijving |
2812 10 94 |
Fosgeen (carbonylchloride) |
2814 |
Ammoniak |
3102 30 |
Ammoniumnitraat |
2901 21 00 |
Ethyleen |
2901 22 00 |
Propeen (propyleen) |
2902 20 00 |
Benzeen |
2902 30 00 |
Tolueen |
2902 41 00 |
o-Xyleen |
2902 42 00 |
m-Xyleen |
2902 43 00 |
p-Xyleen |
2902 44 00 |
Mengsels van xyleenisomeren |
2902 50 00 |
Styreen |
2902 60 00 |
Ethylbenzeen |
2902 70 00 |
Cumeen |
2903 11 00 |
Chloormethaan |
2903 29 00 |
Onverzadigde chloorderivaten van acrylische koolwaterstoffen: andere |
2903 81 00 |
Hexachloorcyclohexaan [HCH (ISO)], lindaan (ISO, INN) daaronder begrepen |
2903 82 00 |
Aldrine (ISO), chloordaan (ISO) en heptachloor (ISO) |
2903 89 90 |
Halogeenderivaten van aromatische koolwaterstoffen |
2903 91 00 |
Chloorbenzeen, o-dichloorbenzeen en p-dichloorbenzeen |
2903 92 00 |
Hexachloorbenzeen (ISO) en DDT (ISO) [clofenotaan (INN), 1,1,1-trichloor-2,2-bis(p-chloorfenyl)ethaan] |
2903 99 90 |
Andere halogeenderivaten van aromatische koolwaterstoffen |
2909 |
Etheralcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan |
2909 41 |
Oxidiëthanol (diëthyleenglycol) |
2909 43 |
Monobutylethers van ethyleenglycol of van diëthyleenglycol |
2909 44 |
Andere monoalkylethers van ethyleenglycol of van diëthyleenglycol |
2909 49 |
Andere etheralcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan |
2905 11 00 |
Methanol (methylalcohol) |
2905 12 00 |
Propaan-1-ol (propylalcohol) en propaan-2-ol (isopropylalcohol) |
2905 13 00 |
Butaan-1-ol (n-butylalcohol) |
2905 31 00 |
Ethyleenglycol |
2907 11 – 2907 19 |
Fenolen |
2910 10 00 |
Oxiraan (ethyleenoxide) |
2910 20 00 |
Methyloxiraan (propyleenoxide) |
2914 11 00 |
Aceton |
2917 14 00 |
Maleïnezuuranhydride (MA) |
2917 35 00 |
Ftaalzuuranhydride (PA) |
2917 36 00 |
Tereftaalzuur en zouten daarvan |
2917 37 00 |
Dimethyltereftalaat (DMT) |
2926 10 00 |
Acrylonitril |
Ex 2929 10 00 |
Methyleendifenyldiisocyanaat (MDI) |
Ex 2929 10 00 |
Hexamethyleendiisocyanaat (HDI) |
Ex 2929 10 00 |
Tolueendiisocyanaat (TDI) |
3901 |
Polymeren van ethyleen, in primaire vormen |
GS-code |
Omschrijving |
|
2707 10 |
Benzol (benzeen) |
Alle codes |
2707 20 |
Toluol (tolueen) |
Alle codes |
2707 30 |
Xylol (xylenen) |
Alle codes |
2707 40 |
Naftaleen |
Alle codes |
2707 99 80 |
Fenolen |
|
2711 14 00 |
Ethyleen, propyleen, butadieen |
|
BIJLAGE VI
Lijst van sleuteluitrusting en sleuteltechnologie als bedoeld in artikel 8 en artikel 31, lid 1
ALGEMENE AANTEKENINGEN
1. |
De doelstelling van het verbod op de in deze bijlage vermelde goederen mag niet worden omzeild door de uitvoer van toegestane goederen (met inbegrip van fabrieken) die een of meer verboden onderdelen bevatten, als deze onderdelen het voornaamste element van de goederen vormen en gemakkelijk kunnen worden verwijderd of voor andere doeleinden worden aangewend.
|
2. |
Met goederen worden in deze bijlage zowel nieuwe als gebruikte goederen bedoeld. |
3. |
De definitie van termen tussen ‧enkele aanhalingstekens‧ wordt gegeven in een technische aantekening bij de betrokken post. |
4. |
De definitie van termen tussen "dubbele aanhalingstekens" kan worden gevonden in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009. |
ALGEMENE TECHNOLOGIENOOT (ATN)
1. |
"Technologie" die "noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van verboden goederen is ook verboden als deze technologie wordt toegepast op toegestane goederen. |
2. |
Het verbod geldt niet voor de minimaal noodzakelijke "technologie" voor installatie, bediening, onderhoud en (controle) reparatie van goederen die niet verboden zijn of waarvan de uitvoer op grond van Verordening (EG) nr. 423/2007 of onderhavige verordening is toegestaan. |
3. |
Het verbod op de overdracht van "technologie" is niet van toepassing op informatie die "voor iedereen beschikbaar" is, op "fundamenteel wetenschappelijk onderzoek" en op de voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie. |
EXPLORATIE EN PRODUCTIE VAN RUWE AARDOLIE EN AARDGAS
1.A Uitrusting
1. |
Uitrusting voor geologische bestandsopnamen, voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen speciaal ontworpen en aangepast om gegevens voor de exploratie van aardolie en aardgas te vergaren, en de speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
2. |
Uitrusting voor geologische bestandsopnamen, voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen speciaal aangepast om gegevens voor de exploratie van aardolie en aardgas te vergaren, tezamen met de speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
3. |
Booruitrusting ontworpen voor het boren in rotsformaties, specifiek voor de exploratie of de productie van aardolie, aardgas en andere natuurlijke koolwaterstofmaterialen. |
4. |
Boorijzers, boorpijpen, boorkragen, centreeruitrusting, en andere uitrusting die speciaal is ontworpen voor gebruik in boorputten van aardolie en aardgas. |
5. |
Boorputkoppen, veiligheidsafsluiters en kerstboom- of productiekleppen, alsook speciaal ontworpen onderdelen daarvan, die beantwoorden aan de API- en ISO-specificaties voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen. Technische aantekeningen:
|
6. |
Boor- en productieplatforms voor ruwe aardolie en aardgas. |
7. |
Vaartuigen en schepen voorzien van boor- en/of aardolieverwerkingsuitrusting die worden gebruikt voor de productie van aardolie, aardgas en andere natuurlijke ontvlambare materialen. |
8. |
Vloeistof/gasafscheiders (overeenkomstig API-specificatie 12J), speciaal ontworpen voor de productie uit een aardolie- of aardgasbron, om de vloeibare olie te scheiden van water, en gas te scheiden van vloeistoffen. |
9. |
Gascompressoren met een ontwerpdruk van 40 bar (PN 40 en/of ANSI 300) of meer en een aanzuigcapaciteit van 300 000 Nm3/u of meer, voor de eerste verwerking en het transport van aardgas, met uitzondering van gascompressoren voor CNG (samengedrukt aardgas)-stations, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
10. |
Uitrusting voor de productiecontrole onder water en de onderdelen daarvan, die beantwoorden aan de "API- en ISO-specificaties" voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen. Technische aantekening: In deze rubriek verwijst de term "API- en ISO-specificaties" naar specificatie 17 F van het American Petroleum Institute en/of specificatie 13268 van de International Standards Organisation (Internationale Organisatie voor Normalisatie) voor productiecontrolesystemen onder water. |
11. |
Pompen, gewoonlijk van hoge capaciteit en hoge druk (meer dan 0,3 m3 per minuut en/of 40 bar), die speciaal zijn ontworpen om boorgruis en/of cement in aardolie- en aardgasbronnen te pompen. |
1.B Test- en inspectie-uitrusting
1. |
Uitrusting speciaal ontworpen voor monstername, testen en analyse van de eigenschappen van boorsuspensie, oliebroncement en andere materialen speciaal ontworpen en/of bereid voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen. |
2. |
Uitrusting speciaal ontworpen voor monstername, testen en analyse van de eigenschappen van steenmonsters, vloeistof- en gasmonsters en andere materialen afkomstig uit een aardolie- en/of aardgasbron hetzij tijdens of na het boren, hetzij van de daarmee verbonden installaties voor eerste verwerking. |
3. |
Uitrusting speciaal ontworpen voor het vergaren en interpreteren van informatie over de fysische en mechanische toestand van een aardolie- en/of aardgasbron, alsook voor de bepaling van de lokale eigenschappen van de rotsformatie en het reservoir. |
1.C Materialen
1. |
Boorsuspensie, additieven daarbij en componenten daarvan, speciaal bereid voor de stabilisatie van aardolie- en aardgasbronnen tijdens het boren, terugwinning van boorsel aan de oppervlakte, en het smeren en koelen van de booruitrusting in de bron. |
2. |
Cement en andere materialen overeenkomstig de API- en ISO-specificaties voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen. Technische aantekening: "API- en ISO-specificatie" verwijst naar de specificatie 10A van het American Petroleum Institute of naar de specificatie 10426 van de International Standards Organisation (Internationale Organisatie voor Normalisatie) voor oliebroncement en andere materialen die speciaal zijn bereid voor gebruik bij het cementeren van aardolie- en aardgasbronnen. |
3. |
Corrosiewering, emulsiebehandeling, antischuimagentia, en andere chemicaliën die speciaal zijn bereid voor gebruik bij het boren naar en de eerste verwerking van aardolie uit aardolie- en/of aardgasbronnen. |
1.D Programmatuur
1. |
"Programmatuur" speciaal ontworpen voor het vergaren en interpreteren van gegevens van seismische, elektromagnetische, magnetische of gravimetrische bestandsopnamen met het oog op prospectie van aardolie- en aardgasbronnen. |
2. |
"Programmatuur" speciaal ontworpen voor het opslaan, analyseren en interpreteren van informatie die is verkregen door het boren en de productie met het oog op evaluatie van de fysische karakteristieken en het gedrag van aardolie- en aardgasvoorraden. |
3. |
"Programmatuur" speciaal ontworpen voor het "gebruik" van aardolieproductie- en verwerkingsinstallaties of specifieke ondereenheden van dergelijke installaties. |
1.E Technologie
1. |
"Technologie" die "noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van apparatuur, bedoeld in 1.A.01 – 1.A11. |
RAFFINAGE VAN AARDOLIE EN VLOEIBAARMAKING VAN AARDGAS
2.A Uitrusting
1. |
Warmtewisselaars, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:
|
2. |
Cryogene pompen voor het transport van media op een temperatuur van – 120 °C en met een transportcapaciteit van meer dan 500 m3/uur en speciaal hiervoor ontworpen onderdelen. |
3. |
‧Coldbox‧ en ‧coldbox‧-uitrusting niet gespecificeerd in 2.A.1. Technische aantekening: ‧Coldbox‧-uitrusting verwijst naar een speciaal ontworpen constructie, die specifiek is voor LNG-installaties en het proces van vloeibaarmaking omvat. De ‧coldbox‧ omvat warmtewisselaars, pijpleidingen, andere instrumenten en thermische isolatoren. De temperatuur binnen de ‧coldbox‧ is lager dan – 120 °C (nodig voor de condensatie van aardgas). De functie van de ‧coldbox‧ is de thermische isolatie van de hierboven beschreven uitrusting. |
4. |
Uitrusting voor transportterminals van vloeibaar gas met een temperatuur beneden – 120 °C en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
5. |
Flexibele en niet-flexibele verbindingsbuizen met een diameter groter dan 50 mm voor het transport van media op een temperatuur – 120 °C. |
6. |
Zeeschepen speciaal ontworpen voor het transport van LNG. |
7. |
Elektrostatische ontzilters, speciaal ontworpen voor de verwijdering van contaminanten zoals zout, vaste stoffen en water uit ruwe aardolie, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
8. |
Alle kraakinstallaties, met inbegrip van hydrokraakinstallaties en verkooksers, speciaal ontworpen voor de omzetting van vacuüm gasoliën of vacuümresidu, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
9. |
Waterstof-ontzwavelaars, speciaal ontworpen voor het ontzwavelen van benzine, dieselfracties en kerosine, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
10. |
Katalytische reformatoren, speciaal ontworpen voor de omzetting van ontzwavelde benzine naar superbenzine, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
11. |
Raffinaderijeenheden voor C5-C6-isomerisatie, en raffinaderijeenheden voor het alkyleren van lichte olefinen, ter verbetering van de octaanindex van koolwaterstoffracties. |
12. |
Pompen, speciaal ontworpen voor het transport van ruwe aardolie en brandstoffen, met een capaciteit van 50 m3/uur of meer, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
13. |
Buizen met een buitendiameter van 0,2 m of meer en gemaakt uit een van de volgende materialen:
Technische aantekening: De "PREN"-waarde (PREN - pitting resistance equivalent number) geeft de weerstand aan van roestvrij staal en nikkellegeringen tegen put- of spleetcorrosie. De PREN-waarde van roestvrij staal en nikkellegeringen wordt voornamelijk bepaald door hun samenstelling, voornamelijk: chroom, molybdeen en stikstof. De formule voor de berekening van de PREN is: PRE = Cr + 3,3 % Mo + 30 % N |
14. |
"Schrapers" (Pigs - Pipeline Inspection Gauge(s)) en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor. |
15. |
Lanceer- en opvanginstallaties voor schrapers voor de integratie of wegname van schrapers. Technische aantekening: ‧Schrapers‧ worden gewoonlijk gebruikt voor de inwendige schoonmaak of inspectie van een pijplijn (corrosietoestand of barsten) en worden voortgestuwd door de druk van het product in de pijplijn. |
16. |
Tanks voor de opslag van ruwe aardolie en brandstoffen met een volume dat groter is dan 1 000 m3 (1 000 000 liter), als volgt, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
17. |
Flexibele onderwaterpijpen, speciaal ontworpen voor het transport van koolwaterstoffen en injectievloeistoffen, water of gas, met een diameter van meer dan 50 mm. |
18. |
Flexibele pijpen gebruikt voor hogedruktoepassing aan de oppervlakte of onder water. |
19. |
Isomerisatie-uitrusting, speciaal ontworpen voor de productie van superbenzine op basis van toevoer van lichte koolwaterstoffen, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
2.B Test- en inspectie-uitrusting
1. |
Uitrusting speciaal ontworpen voor het testen en analyseren van de kwaliteit (eigenschappen) van ruwe aardolie en brandstoffen. |
2. |
Interface-controlesystemen speciaal ontworpen voor de controle en verbetering van het ontziltingsproces. |
2.C Materialen
1. |
Diëthyleenglycol (CAS 111-46-6), triethyleenglycol (CAS 112-27-6) |
2. |
N-Methylpyrrolidon (CAS 872-50-4), Sulfolaan (CAS 126-33-0) |
3. |
Zeolieten, van natuurlijke of synthetische oorsprong, speciaal ontworpen voor wervelbedkrakers of voor de zuivering en/of dehydratie van gas, waaronder aardgas. |
4. |
Katalysatoren voor het kraken en het omzetten van koolwaterstoffen, als volgt:
|
5. |
Benzineadditieven speciaal bereid voor een groter octaangehalte van de benzine. Aantekening: Hieronder zijn begrepen ethyl-tertiair-butylether (ETBE)(CAS 637-92-3) en methyl-tertiair-butylether (MTBE)(CAS 1634-04-4). |
2.D Programmatuur
1. |
"Programmatuur" speciaal ontworpen voor het "gebruik" van LNG-installaties of specifieke ondereenheden van dergelijke installaties. |
2. |
"Programmatuur" speciaal ontworpen voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van installaties (inclusief ondereenheden ervan) voor olieraffinage. |
2.E Technologie
1. |
"Technologie" die "noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van uitrusting voor de conditionering en de zuivering van ruw aardgas (dehydratie, verzoeten, verwijdering van verontreiniging). |
2. |
"Technologie" voor de vloeibaarmaking van aardgas, met inbegrip van "technologie" die "noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van LNG-installaties. |
3. |
"Technologie" die "noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van uitrusting voor het transport van vloeibaargemaakt aardgas. |
4. |
"Technologie" die "noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van zeeschepen die speciaal zijn ontworpen voor het transport van vloeibaar gemaakt aardgas. |
5. |
"Technologie" die "noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van tanks voor de opslag van ruwe aardolie en brandstoffen |
6. |
"Technologie" die "noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van een raffinaderij, zoals:
|
PETROCHEMISCHE INDUSTRIE
3.A Uitrusting
1. |
Reactoren
|
2. |
Dunnefilmverdampers en vallendefilmverdampers bestaande uit materialen die bestand zijn tegen warm geconcentreerd azijnzuur en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, en de daarvoor ontwikkelde relevante programmatuur; |
3. |
Installaties voor de scheiding van zoutzuur door middel van elektrolyse en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, en de daarvoor ontwikkelde relevante programmatuur; |
4. |
Kolommen met een diameter van meer dan 5 000 mm en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen; |
5. |
Kogel- en kegelkleppen met keramische kogels of kegels, met een nominale diameter van 10 mm of meer, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen; |
6. |
Centrifugaal- en/of zuigercompressors met een geïnstalleerd vermogen van meer dan 2 MW, die voldoen aan de specificatie API610. |
3.B Test- en inspectie-uitrusting
3.C Materialen
1. |
Katalysatoren ten behoeve van productieprocessen voor trinitrotolueen, ammoniumnitraat en andere chemische en petrochemische processen voor de fabricage van explosieven, en de daarvoor ontwikkelde relevante programmatuur; |
2. |
Katalysatoren ten behoeve van de productie van monomeren zoals ethyleen en propyleen (stoomkraakeenheden en/of eenheden voor de omzetting van gas in petrochemische stoffen), en de daarvoor ontwikkelde relevante programmatuur; |
3.D Programmatuur
1. |
"Programmatuur" speciaal ontworpen voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van onder 3.A gespecificeerde uitrusting; |
2. |
"Programmatuur" speciaal ontworpen voor het "gebruik" in methanolinstallaties; |
3.E Technologie
1. |
"Technologie" voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van gas-naar-vloeistof- (GTL) of gas-naar-petrochemie- (GTP) -processen of -installaties; |
2. |
"Technologie" die "noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van uitrusting die ontworpen is voor het vervaardigen van ammoniak- en methanolinstallaties. |
3. |
"Technologie" voor de "productie" van MEG (monoethyleenglycol), EO (ethyleenoxide)/EG (ethyleenglycol). Aantekening: "Technologie" betekent specifieke informatie die noodzakelijk is voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van goederen. De informatie is in de vorm van ‧technische gegevens‧ of ‧technische bijstand‧. |
BIJLAGE VII
Lijst van goud, edelmetaal en diamant als bedoeld in artikel 15 en artikel 31, lid 1
GS-code |
Omschrijving |
7102 |
Diamant, ook indien bewerkt, doch niet gevat noch gezet |
7106 |
Zilver (verguld zilver en geplatineerd zilver daaronder begrepen), onbewerkt, half bewerkt of in poedervorm |
7108 |
Goud (geplatineerd goud daaronder begrepen), onbewerkt, halfbewerkt of in poedervorm |
7109 |
Onedele metalen en zilver, geplateerd met goud, onbewerkt of halfbewerkt |
7110 |
Platina, onbewerkt, half bewerkt of in poedervorm |
7111 |
Onedele metalen, zilver en goud, geplateerd met platina, onbewerkt of halfbewerkt |
7112 |
Resten en afval, van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen; andere resten en afval, bevattende edele metalen of verbindingen van edele metalen, van de soort hoofdzakelijk gebruikt voor het terugwinnen van edele metalen |
BIJLAGE VIII
Lijst van personen en entiteiten als bedoeld in artikel 23, lid 1
A. |
Bij nucleaire activiteiten en activiteiten in verband met ballistische raketten betrokken personen en entiteiten
|
B. |
Entiteiten die eigendom zijn van, onder zeggenschap staan van of optreden namens de Iraanse revolutionaire garde
|
C. |
Entiteiten die eigendom zijn van, onder zeggenschap staan van of optreden namens Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL)
|
BIJLAGE IX
Lijst van personen en entiteiten als bedoeld in artikel 23, lid 2
I. |
Bij nucleaire activiteiten en activiteiten in verband met ballistische raketten betrokken personen en entiteiten A. Personen
B. Entiteiten
|
II. |
Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC) A. Personen
B. Entiteiten
|
III. |
Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL) A. Personen
B. Entiteiten
|
BIJLAGE X
Website voor informatie over de bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 3, leden 2, 4, 5, 6 en 7, artikel 5, leden 2 en 3, artikel 7, lid 1, artikel 10, lid 1, artikel 12, lid 1, artikel 14, lid 1, artikel 18, lid 1, artikel 19, lid 1, artikel 20, artikel 21, artikel 24, lid 1, artikel 25, artikel 26, leden 1 en 3, artikel 27, lid 1, artikel 28, artikel 29, lid 1, artikel 30, leden 1, 3 en 4, artikel 31, leden 1 en 2, artikel 32, lid 1, artikel 36, lid 1, artikel 37, leden 1, 2 en 3, artikel 39, artikel 40, lid 1, en artikel 48, leden 1 en 2, en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie
BELGIË
http://www.diplomatie.be/eusanctions
BULGARIJE
http://www.mfa.bg/en/pages/view/5519
TSJECHIË
http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce
DENEMARKEN
http://um.dk/da/politik-og-diplomati/retsorden/sanktioner/
DUITSLAND
http://www.bmwi.de/BMWi/Navigation/Aussenwirtschaft/Aussenwirtschaftsrecht/embargos.html
ESTLAND
http://www.vm.ee/est/kat_622/
IERLAND
http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519
GRIEKENLAND
http://www1.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html
SPANJE
http://www.maec.es/es/MenuPpal/Asuntos/Sanciones%20Internacionales/Paginas/Sanciones_%20Internacionales.aspx
FRANKRIJK
http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/
ITALIË
http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm
CYPRUS
http://www.mfa.gov.cy/sanctions
LETLAND
http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539
LITOUWEN
http://www.urm.lt/sanctions
LUXEMBURG
http://www.mae.lu/sanctions
HONGARIJE
http://www.kulugyminiszterium.hu/kum/hu/bal/Kulpolitikank/nemzetkozi_szankciok/
MALTA
http://www.doi.gov.mt/EN/bodies/boards/sanctions_monitoring.asp
NEDERLAND
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-vrede-en-veiligheid/sancties
OOSTENRIJK
http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=
POLEN
http://www.msz.gov.pl
PORTUGAL
http://www.min-nestrangeiros.pt
ROEMENIË
http://www.mae.ro/node/1548
SLOVENIË
http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika_in_mednarodno_pravo/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/
SLOVAKIA
http://www.foreign.gov.sk
FINLAND
http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet
ZWEDEN
http://www.ud.se/sanktioner
VERENIGD KONINKRIJK
www.fco.gov.uk/competentauthorities
Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:
Europese Commissie |
Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid |
Kantoor EEAS 02/309 |
B-1049 Brussel (België) |
E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu |