Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021DC0644

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Mededeling 2021 inzake het uitbreidingsbeleid van de EU

    COM/2021/644 final

    Straatsburg, 19.10.2021

    COM(2021) 644 final

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

    Mededeling 2021 inzake het uitbreidingsbeleid van de EU

    {SWD(2021) 288 final} - {SWD(2021) 289 final} - {SWD(2021) 290 final} - {SWD(2021) 291 final} - {SWD(2021) 292 final} - {SWD(2021) 293 final} - {SWD(2021) 294 final}


    I. INLEIDING                                

    In deze mededeling wordt de balans opgemaakt van de ontwikkelingen sinds het vorige uitbreidingspakket, dat in oktober 2020 werd aangenomen. Zij belicht de vorderingen die de Westelijke Balkan en Turkije hebben gemaakt alsook de problemen die zich hebben voorgedaan en de hervormingen die nodig zijn, en zij bevat conclusies en aanbevelingen voor de komende periode. Daarbij wordt rekening gehouden met de specifieke omstandigheden, waaronder de COVID-19-pandemie, die een invloed hebben gehad op de ontwikkelingen in de EU en de regio.

    Op de top EU-Westelijke Balkan van 6 oktober 2021 is een belangrijk signaal gegeven aan de partners van de EU in de Westelijke Balkan, namelijk dat hun toekomst in de Europese Unie ligt. De nauwe strategische betrokkenheid van de EU bij de regio kwam tot uiting in een aantal belangrijke acties die tastbare voordelen voor de burgers van de Westelijke Balkan opleverden, variërend van voortgezette steun voor de COVID-19-respons tot een aanzienlijke financieringstoezegging in het kader van het economisch en investeringsplan 1 om de ontwikkeling en het duurzame herstel op de lange termijn van de regio te ondersteunen. De leiders kwamen overeen de samenwerking op een aantal gebieden, waaronder veiligheid, te versterken en zegden toe op regelmatige basis topontmoetingen te organiseren tussen de EU en de Westelijke Balkan.

    De Westelijke Balkan is in de tweede helft van 2020 en begin 2021 hard getroffen door de COVID-19-pandemie. Na het oorspronkelijke EU-pakket van meer dan 3,3 miljard EUR ten behoeve van mensen en bedrijven in de Westelijke Balkan 2 , is via het economisch en investeringsplan, in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), nog eens 9 miljard EUR toegevoegd ter ondersteuning van het sociaal-economische herstel van de regio. De bedoeling is extra potentiële investeringen te genereren ter waarde van 20 miljard EUR.

    Alle partners van de Westelijke Balkan hebben zich aangesloten bij de Covax-faciliteit, waaraan de EU, in het kader van Team Europa, nu meer dan 3 miljard EUR heeft toegewezen. Dankzij Covax hebben de deelnemende partners tegen een onderhandelde prijs toegang tot veilige en doeltreffende vaccins tegen COVID-19. Naast deze forse steun voor Covax heeft de Europese Unie 70 miljoen EUR gereserveerd voor de Westelijke Balkan in de vorm van subsidies, voornamelijk voor de wederverkoop van door de EU aangekochte vaccins. In een eerste fase zijn met tussenkomst van Oostenrijk tussen mei en augustus 2021 650 000 doses geleverd; daarna volgden schenkingen van verschillende lidstaten namens Team Europa. In totaal hebben de EU en haar lidstaten 2,9 miljoen vaccindoses verstrekt aan de Westelijke Balkan. Onder meer het EU-mechanisme voor civiele bescherming werd geactiveerd voor de levering van vaccins en medisch materiaal van de lidstaten en uit de medische noodvoorraad van rescEU. De EU zal alle partners ondersteuning blijven bieden voor hun vaccinatieplannen om hen te helpen tegen eind 2021 een vaccinatiegraad te bereiken die vergelijkbaar is met het EU-gemiddelde.

    Gezien het Europese perspectief van de Westelijke Balkan is de EU deze partners blijven beschouwen als bevoorrechte partners door hen te betrekken bij de mechanismen en instrumenten van de EU, waaronder bijeenkomsten van het Gezondheidsbeveiligingscomité, gezamenlijke aanbestedingen voor medische tegenmaatregelen, het Uniemechanisme voor civiele bescherming, het solidariteitsfonds, consulaire bijstand voor repatriëring en de vrijstelling van tijdelijke EU-uitvoerbeperkingen voor medische uitrusting. Bovendien kunnen de partners van de Westelijke Balkan de subsidies voor de aankoop van vaccins ook gebruiken ter dekking van de kosten voor aanpassingen om volledige overeenstemming te bereiken met de technische voorschriften van het systeem van de digitale EU-covidcertificaten. De Republiek Noord-Macedonië heeft dergelijke aanpassingen in augustus voltooid en de Republiek Albanië begin september. De deelname van de Westelijke Balkan aan het systeem van de digitale EU-covidcertificaten zal reizen tussen deze landen en de EU vergemakkelijken en de regio verder helpen de economische en sociale gevolgen van de pandemie te beperken.

    Met het oog op samenwerking en uit solidariteit met Turkije in het kader van de COVID-19-pandemie werd onmiddellijk na de uitbraak gestart met de eerste door de EU gefinancierde responsmaatregelen. Tot dusver heeft de Europese Unie meer dan 105 miljoen EUR aan EU-financiering vrijgemaakt voor de preventie en behandeling van COVID-19 en voor het beperken van de economische en sociale gevolgen. In het kader van de faciliteit voor vluchtelingen werd met name ongeveer 64 miljoen EUR beschikbaar gesteld om te voorzien in de COVID-19-gerelateerde behoeften van vluchtelingen. Turkije behoorde tot de eerste landen die werden opgenomen in het systeem van de digitale EU-covidcertificaten, waardoor certificaten in de EU en in Turkije wederzijds worden erkend. In augustus 2021 heeft Turkije het EU-mechanisme voor civiele bescherming geactiveerd met een verzoek om vliegtuigen te sturen om te helpen bij de bestrijding van branden in de Egeïsche en mediterrane kustgebieden.

    Overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen

    Montenegro en Servië hebben ermee ingestemd de herziene methode van 2020 toe te passen, die is uiteengezet in de mededeling van de Commissie “Bevordering van het toetredingsproces – Een geloofwaardig EU-perspectief voor de Westelijke Balkan” 3 . Deze instemming werd bekrachtigd tijdens de eerste politieke intergouvernementele conferenties met deze landen op 22 juni 2021, en toonde aan dat de EU vastbesloten is vooruitgang te boeken met de toetredingsonderhandelingen van deze landen. De eerste intergouvernementele conferentie met Montenegro in het kader van de herziene methode bood politieke sturing voor het versnellen van de werkzaamheden om te voldoen aan de tussentijdse benchmarks met betrekking tot de rechtsstaat – de volgende mijlpaal die moet worden bereikt om verdere voortgang te boeken met de toetredingsonderhandelingen. Tijdens de eerste intergouvernementele conferentie met Servië in het kader van de herziene methode werd de weg uitgestippeld voor het openen van clusters op basis van de verwachte vooruitgang van het land, met name met betrekking tot de hervormingen van de rechtsstaat.

    Conform de herziene methode beoordeelt de Commissie in de conclusies en aanbevelingen van deze mededeling het algemene evenwicht binnen de toetredingsonderhandelingen met Montenegro en Servië en zet zij voor elk land de volgende stappen uiteen. De volgende intergouvernementele conferenties moeten plaatsvinden na de publicatie van het huidige jaarlijkse pakket verslagen en de daaropvolgende conclusies van de Raad. Met deze conferenties zal een forum worden geboden voor het openen van clusters, de politieke dialoog over de hervormingen, het opmaken van de balans van het algemene toetredingsproces en de planning voor het komende jaar, met inbegrip van het openen en sluiten van nieuwe clusters en hoofdstukken en mogelijke corrigerende maatregelen, onder voorbehoud van goedkeuring door de Raad.

    Wat de onderhandelingskaders met Noord-Macedonië en Albanië betreft, is het van cruciaal belang dat de EU-lidstaten de besprekingen zonder verdere vertraging afronden en dat de eerste intergouvernementele conferenties met Albanië en Noord-Macedonië zo spoedig mogelijk worden gehouden, in het kader van het Sloveense voorzitterschap. Noord-Macedonië voert de EU-hervormingen aan een gestaag en vastberaden tempo uit, met name op belangrijke gebieden zoals de rechtsstaat, waaronder de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad. Het land voldoet nog steeds aan de voorwaarden voor het houden van de eerste intergouvernementele conferentie. De hangende bilaterale kwesties tussen Bulgarije en Noord-Macedonië moeten prioritair worden opgelost. De vorderingen van Albanië bij de hervorming van het kiesstelsel en de aanhoudende goede resultaten bij de uitvoering van belangrijke hervormingen op het gebied van de rechtsstaat schragen de beoordeling van de Commissie dat het land voldoet aan de voorwaarden voor het houden van de eerste intergouvernementele conferentie in het kader van de toetredingsonderhandelingen. De vertraging bij de officiële start van de toetredingsonderhandelingen tast de geloofwaardigheid van de EU aan.

    In haar advies over het verzoek van Bosnië en Herzegovina om toetreding tot de Europese Unie 4 heeft de Commissie 14 essentiële prioriteiten geformuleerd die Bosnië en Herzegovina moet verwezenlijken opdat de Commissie de opening van toetredingsonderhandelingen met de EU kan aanbevelen. De Raad heeft in december 2019 zijn goedkeuring gehecht aan deze 14 essentiële prioriteiten. Bosnië en Herzegovina moet een kritische massa aan hervormingen doorvoeren met het oog op de verwezenlijking van de 14 essentiële prioriteiten voordat de Commissie kan beoordelen of zij het land voor de status van kandidaat-lidstaat kan aanbevelen.

    De EU is de uitvoering van de stabilisatie- en associatieovereenkomst met Kosovo 5* blijven ondersteunen. Het voorstel van de Commissie om de visumplicht voor burgers van Kosovo op te heffen, is nog hangende in de Raad en moet met spoed worden behandeld. De Commissie blijft bij haar beoordeling dat aan alle door de Raad vastgestelde criteria voor visumliberalisering met Kosovo is voldaan.

    Het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan is erop gericht de sociaal-economische kloof tussen de regio en de EU te overbruggen. Het biedt de regio bijstand via investeringen en beleidsinitiatieven op het gebied van vervoer, energie, de digitale transitie, de groene agenda, steun aan de particuliere sector, economische integratie, innovatie en ondersteuning van de ontwikkeling van menselijk kapitaal. In het plan is de sleutelrol erkend van de rechtsstaat als hoeksteen van duurzame ontwikkeling en wordt benadrukt dat, naast structurele economische hervormingen, bij de uitvoering van de vlaggenschipinitiatieven de vooruitgang op het gebied van de fundamentele kwesties moet worden voortgezet.

    Voor de uitvoering van het plan trekt de EU voor de periode 2021-2027 tot 9 miljard EUR uit voor financiering in het kader van IPA III, waaronder maximaal 1 miljard EUR voor het opzetten van de garantiefaciliteit voor de Westelijke Balkan, die in het komende decennium naar verwachting voor ongeveer 20 miljard EUR aan investeringen zal aantrekken. Om de doelstellingen van het plan te verwezenlijken, zal blijvende nadruk moeten worden gelegd op betrekkingen van goed nabuurschap en regionale samenwerking.

    De Commissie heeft de uitvoering van de strategie voor de Westelijke Balkan 6 en de prioriteitenagenda die tijdens de top EU-Westelijke Balkan in Sofia in mei 2018 is goedgekeurd 7 , voortgezet. De meeste geplande acties bevinden zich in de uitvoeringsfase of zijn afgerond. Er lopen met name projecten om de prestaties van de rechtsstelsels van de partners van de Westelijke Balkan te meten en om rechtszaken met betrekking tot corruptie op hoog niveau en georganiseerde misdaad te monitoren. Voorts zijn de partners van de Westelijke Balkan tegenwoordig nauw betrokken bij de werkzaamheden van de EU-agentschappen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken. Er wordt gewerkt aan gestructureerde samenwerking met de EU op het gebied van migratie en veiligheidskwesties, met name wat betreft terrorismebestrijding, het voorkomen van radicalisering en gewelddadig extremisme, en georganiseerde misdaad. Een aantal aanbevelingen in verband met hervormingen van de rechtsstaat in de regio moet echter nog worden opgevolgd en prioriteit krijgen.

    De regio heeft alle acties in het kader van het actieplan voor de regionale economische ruimte voltooid en bereikte tijdens de top in het kader van het Proces van Berlijn in Sofia in november 2020 overeenstemming over een ambitieus follow-upplan om een gemeenschappelijke regionale markt tot stand te brengen. Deze gemeenschappelijke regionale markt – een voorbeeld van inclusieve regionale samenwerking – zal een essentiële rol spelen bij het vergroten van de aantrekkelijkheid en het concurrentievermogen van de hele regio, het versnellen van het herstel na de pandemie, met name om investeerders aan te trekken die op zoek zijn naar diversificatie van het aanbod en kortere waardeketens, en bij het maximaliseren van de voordelen van investeringen in infrastructuur voor connectiviteit. Het is daarom van belang dat alle partijen zich constructief inzetten bij de totstandbrenging van de gemeenschappelijke regionale markt en bij het nakomen van hun gezamenlijke toezeggingen ten behoeve van de mensen en het bedrijfsleven in de regio.

    De veranderende aard van het werk, de digitale en de groene transitie en de COVID-19-pandemie hebben een zeer directe impact op het leven van de mensen en gevolgen voor het sociaal-economische weefsel van de regio. Om de kansen te grijpen en mogelijke negatieve gevolgen van deze vraagstukken tot een minimum te beperken, is het essentieel dat de partners van de Westelijke Balkan hun macro-economische stabiliteit handhaven en structurele hervormingen doorvoeren om de vastgestelde zwakke punten van hun economieën aan te pakken en hun samenlevingen veerkrachtiger te maken. Het is daarom van cruciaal belang dat de hervormingen die zijn vastgelegd in de economische hervormingsprogramma’s en in de beleidsrichtsnoeren die samen met de EU-lidstaten zijn vastgesteld 8 , worden uitgevoerd, niet alleen om het concurrentievermogen te verbeteren, meer banen te scheppen en de sociale inclusie te bevorderen, maar ook om de budgettaire houdbaarheid te verzekeren, te voldoen aan de economische criteria in het kader van het toetredingsproces en om de mogelijke voordelen die het investeringspakket van de EU kan bieden, optimaal te benutten.

    Turkije is een kandidaat-lidstaat en een cruciale partner van de EU op essentiële gebieden van gemeenschappelijk belang, gaande van migratie en terrorismebestrijding tot economie, handel, energie en vervoer.

    In 2021 zijn de dialoog en samenwerking met Turkije opgevoerd. De gezamenlijke mededeling over de stand van de politieke, economische en handelsbetrekkingen tussen de EU en Turkije 9 is op 20 maart 2021 door de hoge vertegenwoordiger en de Commissie aan de Europese Raad voorgelegd. Op basis hiervan en onder de in de recente conclusies van de Europese Raad vastgestelde voorwaarden hebben de EU-leiders besloten dat de Europese Unie bereid is om middels een stapsgewijze, evenredige en omkeerbare aanpak met Turkije in dialoog te gaan met als doel intensiever samen te werken op een aantal gebieden van gemeenschappelijk belang, mits de huidige de-escalatie wordt voortgezet en Turkije zich constructief opstelt. In dat verband zijn dialogen op hoog niveau gehouden over klimaat, migratie en veiligheid, die binnenkort zullen worden gevolgd door de dialoog over gezondheid. De Europese Raad herhaalde het strategische belang van de EU bij een stabiele en veilige omgeving in het oostelijke Middellandse Zeegebied en bij coöperatieve en voor beide partijen voordelige betrekkingen met Turkije. Tegelijkertijd bevestigden de EU-leiders opnieuw hun vastberadenheid om de belangen van de EU en van de EU-lidstaten te verdedigen.

    Er zijn verder resultaten geboekt in het kader van de verklaring EU-Turkije van maart 2016, die het belangrijkste kader voor samenwerking bleef op het gebied van migratie. Turkije bleef voortreffelijk werk leveren bij de opvang van ongeveer vier miljoen vluchtelingen uit Syrië en andere landen; het herbergt daarmee de grootste vluchtelingengemeenschap ter wereld. Door de eenzijdige opschorting door Turkije van de terugkeer van irreguliere migranten en afgewezen asielzoekers van de Griekse eilanden sinds maart 2020 en de opkomst van alternatieve smokkelroutes naar Cyprus en Italië, doen zich bij de uitvoering van de verklaring echter problemen voor. Over het geheel genomen bleef het aantal illegale grensoverschrijdingen tussen Turkije en de EU aanzienlijk lager dan vóór de goedkeuring van de verklaring EU-Turkije.

    De EU is haar toezegging om aanzienlijke financiële steun te verlenen aan vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije verder nagekomen. Via de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije is 6 miljard EUR vrijgemaakt. Eind 2020 waren contracten gesloten voor de volledige operationele begroting ervan, en tegen augustus 2021 was via meer dan 100 projecten ruim 4,2 miljard EUR uitbetaald. Via de faciliteit werden onder meer 1,8 miljoen vluchtelingen geholpen om in hun basisbehoeften te voorzien en 700 000 vluchtelingenkinderen om naar school te gaan, 363 scholen gebouwd en ruim 18 000 000 eerstelijnsconsulten verstrekt. In juni heeft de Commissie voorgesteld om voor de periode 2021-2023 een aanvullend pakket van 3 miljard EUR toe te wijzen, bovenop de 0,5 miljard EUR aan overbruggingsfinanciering voor humanitaire hulp die in 2020 beschikbaar is gesteld. Het zal daarbij gaan om financiering voor migratiebeheer en grenstoezicht, met name aan de oostgrens van Turkije. De situatie van de vluchtelingen in de regio zal kritiek blijven of zelfs verslechteren, met COVID-19 en de economische moeilijkheden die daarvan het gevolg zijn als verzwarende factoren. Migratiestromen uit andere delen van de regio, waaronder Afghanistan, kunnen extra behoeften creëren. Turkije heeft de negatieve tendens om zich verder van de Europese Unie te verwijderen echter aangehouden, met ernstige achteruitgang op het gebied van de democratie, de rechtsstaat, de grondrechten, en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. De EU-leiders benadrukten dat gerichte acties tegen politieke partijen, mensenrechtenverdedigers en de media een ernstige achteruitgang van de mensenrechten betekenen en in strijd zijn met de verplichtingen van Turkije om de democratie, de rechtsstaat en de vrouwenrechten te eerbiedigen. De dialoog over dergelijke kwesties blijft een integrerend deel van de betrekkingen tussen de EU en Turkije.

    Zowel de EU als Turkije blijven voordeel hebben bij de douane-unie. Het volume van de bilaterale handel nam toe en het relatieve aandeel van de EU in de buitenlandse handel van Turkije steeg licht. Turkije heeft echter geen werk gemaakt van het wegnemen van een aantal handelsbelemmeringen die de goede werking van de douane-unie in de weg staan, ondanks de intensievere inspanningen van de Commissie. De in toenemende mate assertieve wijze waarop Turkije zijn buitenlands beleid voert, bleef conflicteren met de prioriteiten van de EU in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de bredere belangen van de EU, met name vanwege de interventies van het land in en zijn ondersteuning van militaire acties bij de meeste van de omringende regionale conflicten. In juni 2021 merkten de EU-leiders op dat de Europese Raad, in overeenstemming met de gedeelde belangen van de EU en Turkije op het gebied van vrede en stabiliteit in de regio, verwacht dat Turkije en alle betrokken actoren een positieve bijdrage leveren aan de oplossing van regionale crises.

    Om in het oostelijke Middellandse Zeegebied een klimaat van stabiliteit en veiligheid tot stand te brengen en coöperatieve en wederzijds voordelige betrekkingen tussen de EU en Turkije te ontwikkelen, is het een absolute vereiste de dialoog te goeder trouw te voeren en af te zien van unilaterale acties die indruisen tegen de belangen van de EU en in strijd zijn met het internationaal recht en de soevereine rechten van de EU-lidstaten. Alle geschillen moeten worden opgelost door middel van vreedzame dialoog en in overeenstemming met het internationaal recht.

    De EU heeft de unilaterale stappen van Turkije en de aankondigingen van de Turkse president en de leider van de Turks-Cypriotische gemeenschap op 20 juli 2021 betreffende de verdere heropening van de spookstad Varosha in Cyprus krachtig veroordeeld. Zij heeft ertoe opgeroepen alle stappen die sinds oktober 2020 met betrekking tot Varosha zijn gezet, onmiddellijk terug te draaien.  

    De financiële steun van de EU helpt kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten om de vereiste politieke, institutionele, juridische, administratieve, sociale en economische hervormingen om te voldoen aan de waarden van de EU en hun beleid geleidelijk in overeenstemming te brengen met de regels, normen, beleidsmaatregelen en praktijken van de EU met het oog op EU-lidmaatschap, goed te keuren en door te voeren, en draagt zodoende bij tot de stabiliteit, veiligheid en welvaart van de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten.

    In juni 2021 hebben de Raad en het Europees Parlement een politiek akkoord bereikt over het voorstel van de Commissie voor een verordening betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA III). De verordening is op 15 september 2021 vastgesteld 10 . De voltooiing van het wetgevingskader zal het mogelijk maken dat wordt gestart met de uitvoering van het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan, een cruciaal instrument voor het herstel van de regio. 

    Het IPA III volgt een solide beleidsgestuurde aanpak waarbij de steun op strategische en dynamische wijze wordt verleend en de fundamentele vereisten voor lidmaatschap van de EU centraal staan. Door de financiële steun van de EU te richten op de essentiële prioriteiten zullen hervormingen via het IPA III nog beter kunnen worden ondersteund waardoor het instrument duurzame sociaal-economische ontwikkeling zal bevorderen en de partners dichter bij de EU brengen. Overeenkomstig het politieke akkoord dat in juni tussen de Raad en het Parlement is bereikt, versterkt het IPA III de conditionaliteit in verband met democratie, mensenrechten en de rechtsstaat.

    II. DE FUNDAMENTELE KWESTIES VAN HET TOETREDINGSPROCES

    Fundamentele hervormingen op het gebied van de rechtsstaat, de economie, de werking van de democratische instellingen en het openbaar bestuur blijven essentieel om de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten voor te bereiden op de vereisten van het lidmaatschap. Het vermogen en de politieke wil van de uitbreidingslanden om zich op deze hervormingen te concentreren en deze voort te zetten, spelen een cruciale rol bij hun integratie in de EU. Het is daarom uiterst belangrijk dat de vooruitgang standvastig, concreet en onomkeerbaar is.

    In het licht van de COVID-19-pandemie hielden de regeringen van de Westelijke Balkan en Turkije vast aan de opgelegde beperkingen ter bescherming van de volksgezondheid. De parlementen in de Westelijke Balkan bleven functioneren, in sommige gevallen met beperkingen. De vrijheid van vergadering werd vaak ingeperkt om redenen van volksgezondheid, waarmee in sommige gevallen werd ingegaan tegen aanbevelingen van de ombudsman; ook andere grondrechten werden beperkt. In sommige gevallen verstoorde de pandemie de efficiëntie en transparantie van gerechtelijke procedures. Noodmaatregelen die in het kader van de COVID-19-pandemie worden genomen, moeten evenredig zijn, beperkt blijven tot wat nodig is en ook beperkt zijn in de tijd, zodat de rechtsstaat en de normen op het gebied van democratie en mensenrechten worden geëerbiedigd.

    Justitie en grondrechten

    Doeltreffende rechtsbescherming door onafhankelijke en onpartijdige rechtbanken is een hoeksteen van de rechtsstaat. Overal in de Westelijke Balkan worden de justitiële instellingen nog steeds geconfronteerd met tal van moeilijkheden. Het risico van buitensporige druk op de rechterlijke macht tast het algemene institutionele evenwicht en de scheiding der machten aan, wat uiteindelijk het beginsel van gelijkheid voor de wet ondermijnt. Het is essentieel dat de hoogste bestuursniveaus en alle betrokken belanghebbenden vastberaden en toegewijd blijven om met succes de justitiële hervormingen door te voeren. Doortastende maatregelen ter versterking van de onafhankelijkheid, kwaliteit en doeltreffendheid van de rechtsstelsels van de partners van de Westelijke Balkan, gestoeld op een solide en langdurige staat van dienst, zijn essentieel om vooruitgang te boeken met het toetredingsproces.

    Albanië is gestaag goede vorderingen blijven maken wat betreft zijn brede justitiële hervorming, met onder meer concrete resultaten op het gebied van de doorlichtingsprocedure. Het Grondwettelijk Hof is nu volledig functioneel en is begonnen met de behandeling van belangrijke zaken. Noord-Macedonië heeft enige vooruitgang geboekt, onder meer met de uitvoering van zijn justitiële strategie. Servië en Kosovo hebben beperkte vooruitgang geboekt bij het doorvoeren van hun justitiële hervormingen. In Servië heeft de wil om te hervormen een tweede adem gevonden, met plannen om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te versterken, onder meer door middel van grondwetswijzigingen, die naar verwachting eind 2021 afgerond zullen zijn. In Kosovo blijft de algemene capaciteit van de gerechtelijke instanties voor snelle en doeltreffende vervolging en berechting ondermaats. Montenegro en Bosnië en Herzegovina hebben geen vooruitgang geboekt bij hun justitiële hervormingen. In Montenegro stagneren de belangrijkste justitiële hervormingen en is krachtige politiek wil op alle niveaus van de regering, het parlement en de rechterlijke macht nodig om de impasse voor het bereiken van de tussentijdse benchmarks voor de rechtsstaat te doorbreken. Bosnië en Herzegovina blijft achter, met het uitblijven van vorderingen bij de versterking van zijn rechterlijke macht; bij gebrek aan betekenisvolle maatregelen is de algemene integriteit van de sector verder verslechterd.

    In Turkije heeft de ernstige achteruitgang die de afgelopen jaren was waargenomen, zich doorgezet. Er is geen oplossing gevonden voor de essentiële kwestie van het structurele gebrek aan onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Er werd nog steeds politieke druk uitgeoefend op rechters en aanklagers, waardoor de onafhankelijkheid en de algemene kwaliteit van de rechterlijke macht verder werden ondermijnd. Grootschalige ontslagen van rechters en aanklagers hebben de efficiëntie en het professionalisme van het rechtsstelsel verder verzwakt. De weigering van Turkije om alle toepasselijke uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens uit te voeren, heeft de bezorgdheid over de naleving door Turkije van internationale en Europese normen verder vergroot. De Turkse autoriteiten moeten dringend ernstige tekortkomingen aanpakken, met name wat betreft het recht op een eerlijk proces en de strikte eerbiediging van het beginsel van het vermoeden van onschuld.

    In de Westelijke Balkan en in Turkije blijft corruptie wijdverbreid. Bovendien is de kwetsbaarheid voor corruptie op sommige gebieden door de pandemie verergerd. In de strijd tegen corruptie zijn doortastende maatregelen en concrete resultaten nodig om de ondermijning van het democratische bestuur en de wettelijke en economische zekerheid te beperken en een stabiel en transparant ondernemingsklimaat te waarborgen. De uitbreidingslanden boeken in uiteenlopende mate succes bij het voorkomen en bestrijden van corruptie, met constante vooruitgang op sommige gebieden en een duidelijke vertraging op andere. Overheidsopdrachten blijven bijzonder gevoelig voor corruptie. Er moeten meer doortastende en ambitieuze maatregelen worden genomen om de controlemechanismen gedurende de volledige aanbestedingsprocedure te versterken en de transparantie en verantwoordingsplicht aanzienlijk te verbeteren. Voor de sectoren waar het risico van corruptie het grootst is, worden corruptierisicobeoordelingen en maatregelen ter bestrijding van corruptie niet systematisch uitgevoerd. Over het algemeen zijn aanzienlijk meer inspanningen en een duidelijke politieke wil nodig om een geloofwaardige en solide staat van dienst te ontwikkelen op het gebied van het onderzoek naar en de vervolging van corruptiezaken, met name op hoog niveau, en om ervoor te zorgen dat in gepaste mate wordt overgegaan tot inbeslagneming en confiscatie van criminele vermogensbestanddelen.

    In Albanië worden dankzij een doorlichting van de rechterlijke macht en de oprichting van de gespecialiseerde structuur voor corruptiebestrijding en georganiseerde misdaad resultaten geboekt in de strijd tegen corruptie. Noord-Macedonië heeft zijn strategische en institutionele kader versterkt en zijn staat van dienst op het gebied van onderzoek, vervolging en berechting in verschillende corruptiezaken, ook op hoog niveau, geconsolideerd. In Kosovo, Montenegro en Servië is beperkte vooruitgang geboekt. Hoewel het anticorruptieagentschap van Montenegro proactiever te werk is gegaan, moet het land meer inspanningen leveren op het gebied van de voorkoming en bestrijding van corruptie en de inbeslagneming en confiscatie van vermogensbestanddelen. In Kosovo is meer capaciteit voor het speciale openbaar ministerie toegekend, maar er zijn verdere inspanningen nodig op het gebied van proactief onderzoek, definitieve rechterlijke beslissingen en de definitieve confiscatie van vermogensbestanddelen. In Servië is de capaciteit van het agentschap voor corruptiepreventie versterkt, maar er zijn geen concrete stappen gezet voor de vaststelling van een nieuwe anticorruptiestrategie op basis van een geloofwaardig en realistisch actieplan, en de meeste aanbevelingen van de Greco behoeven nog opvolging. Bosnië en Herzegovina heeft geen vooruitgang geboekt bij de bestrijding van de wijdverbreide corruptie en tekenen van politieke beïnvloeding. De wetgevings- en institutionele kaders blijven ontoereikend en te versnipperd. In Turkije is geen vooruitgang geboekt. De wettelijke en institutionele kaders voor de bestrijding van corruptie blijven onder de internationale normen en maken ongepaste politieke beïnvloeding mogelijk bij het onderzoek naar en de vervolging en berechting van corruptiezaken. De verantwoordingsplicht en transparantie van overheidsinstellingen moeten worden verbeterd. Het uitblijven van een strategie voor corruptiebestrijding getuigt van het ontbreken van de wil om corruptie te bestrijden.

    In de Westelijke Balkan zijn de grondrechten grotendeels verankerd in de wetgeving, maar er blijven moeilijkheden bestaan om ervoor te zorgen dat zij daadwerkelijk worden toegepast. De bescherming van de grondrechten door de rechtbanken blijft op een aantal beleidsterreinen ontoereikend. Over het geheel genomen waren de ontwikkelingen op dit gebied in het grootste deel van de regio beperkt of heeft zich zelfs stagnatie voorgedaan. Er is slechts in beperkte mate opvolging gegeven aan de punten van zorg en aanbevelingen van de vorige landverslagen. In Turkije verslechterde de mensenrechtensituatie verder; zij blijft er een ernstig punt van zorg.

    Vrijheid van meningsuiting, vrijheid van de media en pluralisme zijn essentiële pijlers van een democratische samenleving en moeten worden geëerbiedigd. In de Westelijke Balkan was er op dit gebied over het algemeen weinig tot geen vooruitgang. Hoewel het medialandschap in het algemeen ruimte biedt voor vrijheid van meningsuiting, blijven bedreigingen jegens, intimidatie van en geweld tegen journalisten alsook denigrerende opmerkingen van overheidsfunctionarissen aanleiding geven tot ernstige bezorgdheid. Deze kunnen een remmend effect hebben op de uitoefening van de mediavrijheid, en het tempo waaraan dergelijke incidenten worden onderzocht en vervolgd, moet worden opgevoerd. De onafhankelijkheid van mediaregulatoren en publieke omroepen moet worden gewaarborgd, onder meer door middel van adequate financiering en op verdiensten gebaseerde benoemingen in de managementstructuren. Ook het effectieve functioneren van onafhankelijke zelfregulerende instanties moet verder worden ondersteund. Alle landen in de regio moeten de transparantie verbeteren met betrekking tot de financiering van de media en de banden tussen publieke en particuliere belangen die de redactionele lijnen beïnvloeden en leiden tot zelfcensuur.

    De situatie in Turkije is ernstig blijven achteruitgegaan; de uitoefening van de vrijheid van meningsuiting en de verspreiding van tegengeluiden zijn er nog steeds zeer beperkt. De intimidatie van de media werd voortgezet met strafrechtelijke zaken en veroordelingen van journalisten, mensenrechtenverdedigers, advocaten, schrijvers, politici van de oppositie, studenten en gebruikers van sociale media.

    De partners van de Westelijke Balkan moeten aantonen dat zij zich blijven inspannen om gendergelijkheid te bevorderen en te versterken en gendergerelateerd geweld aan te pakken. De bezorgdheid hierover is toegenomen wat betreft Turkije, waar de rechten van de vrouw zijn achteruitgegaan, hetgeen is gebleken met de terugtrekking van het land uit het Verdrag van Istanbul.

    Over het algemeen zijn er wetten en beleidsmaatregelen op het gebied van non-discriminatie, maar er wordt onvoldoende opvolging gegeven aan gevallen van discriminatie, haatmisdrijven en haatzaaiende uitlatingen. De wettelijke bescherming van de rechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders, interseksuele en queerpersonen (LHBTIQ) is in de meeste partners van de Westelijke Balkan verbeterd, maar de wetgeving moet in de praktijk worden gehandhaafd, aangezien discriminatie en haatzaaiende uitlatingen nog steeds vaak voorkomen. In Turkije zijn de bescherming van de grondrechten van de LHBTIQ-bevolking en haatzaaiende uitlatingen en lastercampagnes tegen de LHBTIQ-gemeenschap nog steeds een ernstig punt van zorg.

    Kinderen, met name kinderen die zich in een kwetsbare situatie bevinden, werden getroffen door schoolsluitingen en andere beperkingen als gevolg van de COVID-19-crisis. Er zijn inspanningen nodig om de rechten van het kind te versterken en veerkrachtige systemen voor de bescherming van kinderen en kinderopvang op te zetten. De rechtsstelsels moeten volledig kindvriendelijk worden en er moeten systematischer alternatieven voor detentie beschikbaar worden gesteld en worden gebruikt, waarbij detentie slechts als laatste redmiddel wordt gebruikt.

    De rechten van personen met een handicap, waaronder doorstroming naar niet-institutionele zorg en zelfstandig wonen, moeten effectief worden beschermd, in overeenstemming met de vereisten van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Ook de aandacht voor de bescherming van minderheden en hun deelname aan het openbare leven mag niet verslappen. De Roma worden nog steeds benadeeld en kwetsbare Roma werden onevenredig hard getroffen door de COVID-19-crisis en de bijbehorende beperkende maatregelen.

    De regeringen in de regio moeten gevolg geven aan alle aanbevelingen van internationale en regionale instanties voor de monitoring van de mensenrechten, met inbegrip van de aanbevelingen over de omstandigheden in gevangenissen en het voorkomen van mishandeling.

    Justitie, vrijheid en veiligheid

    Georganiseerde misdaad blijft een bedreiging voor de regio en treft mensen, bedrijven, overheidsinstellingen en de economie als geheel. Machtige criminele organisaties met een mondiaal bereik opereren gemakkelijk over de grenzen heen, ook in de EU. Misdaadorganisaties die actief zijn in de Westelijke Balkan, bleken zeer behendig in het in hun voordeel gebruiken van het verloop van de COVID-19-pandemie. In reactie daarop hebben de regeringen onder meer de operationele politiesamenwerking met de EU, met name via Empact 11 , en met de EU-agentschappen opgevoerd op gebieden zoals drugssmokkel (van met name cannabis en synthetische drugs), migrantensmokkel, mensenhandel, georganiseerde vermogenscriminaliteit, smokkel van accijnsgoederen (voornamelijk sigaretten) en vuurwapens. In de nieuwe EU-strategie voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit (2021-2025) 12 wordt de toezegging van de EU bevestigd om prioriteit te blijven geven aan projecten voor capaciteitsopbouw in derde landen, waaronder de uitbreidingslanden. De bedoeling is om de operationele samenwerking te ondersteunen en de partners toe te rusten met de instrumenten waarmee zij complexe criminele structuren kunnen ontmantelen.

    Er wordt goede vooruitgang geboekt bij de aanpak van illegaal bezit, misbruik en illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens, in overeenstemming met het EU-actieplan 2020-2025 inzake illegale vuurwapenhandel. Er moet onverminderd worden gewerkt aan het aanpassen van de wetgeving aan het EU-acquis en internationale overeenkomsten, het versterken van de grensbeveiliging en de capaciteit voor onderzoek naar vuurwapens, het verbeteren van de doeltreffendheid van de rechtsstelsels met betrekking tot misdrijven in verband met vuurwapens, het verder faciliteren van de operationele samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen rechtshandhavingsinstanties, het terugdringen van illegaal bezit van vuurwapens en het verminderen van het risico van proliferatie en de onttrekking van vuurwapens, munitie en explosieven aan de legale handel.

    Er zijn ook verdere investeringen gedaan in de structuren om georganiseerde misdaad te bestrijden, wat heeft geleid tot een versterking van de gespecialiseerde rechterlijke macht en politiediensten. Niettemin blijkt uit de resultaten wat betreft definitieve veroordelingen in zaken van georganiseerde misdaad dat de capaciteit van de rechtshandhavingsinstanties en de rechterlijke macht om grote zaken van georganiseerde misdaad met succes te onderzoeken, te vervolgen en te berechten, en dus potentiële daders te ontmoedigen, ontoereikend blijft. Dit is eveneens het geval bij de bestrijding van mensenhandel, waar slachtoffers onder meer bescherming en ondersteuning moeten krijgen.

    In de Westelijke Balkan en Turkije moeten de autoriteiten hierop een doeltreffend antwoord zien te vinden om te voorkomen dat de georganiseerde misdaad de economie infiltreert. Er zijn ook verdere inspanningen nodig om de opsporing van uit misdrijven verkregen vermogensbestanddelen te versnellen door middel van financieel onderzoek, en om ervoor te zorgen dat opbrengsten uit misdaad doeltreffender worden geconfisceerd en teruggevorderd. Daarnaast moeten rechtshandhavingsinstanties zorgen voor meer capaciteit voor de bestrijding van opkomende nieuwe varianten van criminele activiteiten, met name verschillende vormen van cybercriminaliteit. De samenwerking op het gebied van cybercriminaliteit verbetert.

    Daarvan zijn positieve voorbeelden te vinden in Albanië, waar goede vooruitgang is geboekt op het gebied van internationale politiesamenwerking, hetgeen tot arrestaties heeft geleid in geruchtmakende zaken, en wat betreft de bestrijding van de productie van en de handel in drugs. Noord-Macedonië heeft enige vooruitgang geboekt bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad, ook op operationeel niveau. Ook in Montenegro is enige vooruitgang vastgesteld: daar is de toegang van rechtshandhavingsinstanties tot belangrijke databanken verbeterd en het aantal onderzoekers en deskundigen op belangrijke gebieden verhoogd. Daarnaast blijft de gevestigde internationale politiesamenwerking vruchten afwerpen, met ongekende inbeslagnames van drugs. Kosovo, Servië en Turkije hebben echter slechts beperkte vooruitgang geboekt bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad, en in Bosnië en Herzegovina, waar het contactpunt voor de samenwerking met Europol nog niet operationeel is, werd geen vooruitgang opgetekend.

    Samenwerking met de Westelijke Balkan op het gebied van terrorismebestrijding en de preventie van radicalisering blijft van cruciaal belang. Hoewel er nog steeds sprake is van extreme religieuze en politieke ideologieën in de regio en de opkomst van geradicaliseerde onlinefora in het algemeen reden tot bezorgdheid is, zijn tijdens de verslagperiode geen incidenten van extreme of gewelddadige aard (terrorisme, extremisme, radicalisering) gemeld en is de veiligheidssituatie in de regio stabiel gebleven.

    Op het ministerieel forum EU-Westelijke Balkan inzake justitie en binnenlandse zaken, dat plaatsvond in oktober 2020, werd het gezamenlijk actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan nogmaals bevestigd en werd opnieuw beloofd de doelstellingen ervan ook na 2020 te verwezenlijken. Het gezamenlijk actieplan en de respectieve uitvoeringsregelingen blijven daarom een kader voor gezamenlijke werkzaamheden ter voorkoming van radicalisering die tot gewelddadig extremisme en terrorisme leidt, op basis van de vijf doelstellingen en sterke regionale samenwerking. Hoewel de pandemie in het grootste deel van de regio voor vertraging heeft gezorgd bij de uitvoering, is enige vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van strategieën voor terrorismebestrijding, de vaststelling van toepasselijke wetgeving, de versterking van de desbetreffende institutionele capaciteit en de invoering van antiradicaliseringsmaatregelen, maar er moeten meer vorderingen worden gemaakt om de overeengekomen doelstellingen en acties volledig te verwezenlijken. In het algemeen zijn meer inspanningen nodig om alle vormen van radicalisering, ook van religieuze, etnisch-nationalistische of politieke aard, te voorkomen.

    In december 2020 heeft Albanië een nieuwe, nationale, sectoroverschrijdende strategie en dito actieplan voor terrorismebestrijding vastgesteld en is het zijn verplichtingen uit hoofde van het gezamenlijk actieplan nagekomen. Wat de bestrijding van witwassen betreft, heeft Albanië zijn wetgeving verder in overeenstemming gebracht met het EU-acquis. Montenegro voert, in samenwerking met het maatschappelijk middenveld, zijn strategie voor de preventie en bestrijding van gewelddadig extremisme 2020-2024 uit, waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar detentiecentra. Noord-Macedonië zet de uitvoering voort van de nationale strategie (2018-2022) voor de bestrijding van terrorisme en gewelddadig extremisme. Bosnië en Herzegovina en Servië zouden baat hebben bij een meer strategische aanpak van terrorismebestrijding. De strategie van Bosnië en Herzegovina op dit gebied is verstreken, en er moet dus een follow-upstrategie voor 2021-2025 worden vastgesteld en uitgevoerd die in overeenstemming is met het EU-beleid, met name inzake het voorkomen en bestrijden van gewelddadig extremisme. Hiervoor moeten effectievere structuren voor terrorismebestrijding worden opgezet. Bosnië en Herzegovina heeft een nieuwe wet inzake de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering nodig die in overeenstemming is met de materiële rechtsnormen van de EU (d.w.z. de vierde antiwitwasrichtlijn). In Servië wordt nog gewerkt aan fundamentele wetgeving op het gebied van terrorismebestrijding. Kosovo is voornemens een nieuwe gezamenlijke strategie voor terrorismebestrijding en de bestrijding van gewelddadig extremisme vast te stellen. Hoewel de minister van Binnenlandse Zaken de nationale coördinator blijft, moet er opnieuw een bureau worden opgericht dat de coördinator ondersteunt en moet de coördinator een grotere rol krijgen bij de interinstitutionele coördinatie.

    Sommige partners in de regio (Albanië, Kosovo en Noord-Macedonië) repatriëren systematisch buitenlandse terroristische strijders en gezinnen. In de meeste partners van de Westelijke Balkan geeft de repatriëring van buitenlandse terroristische strijders die terugkeren uit voormalige gevechtsgebieden, aanleiding tot bezorgdheid en moeten extra inspanningen worden geleverd voor hun doeltreffende en systemische re-integratie en resocialisatie. Kosovo heeft goede vooruitgang geboekt met de rehabilitatie en re-integratie van buitenlandse terroristische strijders en hun gezinnen, hoewel er bezorgdheid bestaat over de vervroegde voorwaardelijke vrijlating van gewelddadige extremistische daders uit de gevangenis. In de Westelijke Balkan moet de follow-up van maatregelen voor re-integratie en resocialisatie, ook in gevangenissen, nog worden verbeterd. Het gaat daarbij met name om de samenwerking tussen instellingen op nationaal en lokaal niveau. De uitwisseling van informatie via de applicatie voor veilige informatie-uitwisseling (Siena) van Europol is er sterk op vooruitgegaan. De partners van de Westelijke Balkan moeten proactief via de geëigende kanalen informatie over de terugkeer van buitenlandse terroristische strijders en hun gezinnen blijven verstrekken. Montenegro zorgt voor goede informatie-uitwisseling met Europol en Eurojust over buitenlandse terroristische strijders. Noord-Macedonië heeft in juni 2020 een nationaal plan goedgekeurd voor de re-integratie, resocialisatie en rehabilitatie van terugkerende buitenlandse strijders en hun gezinnen.

    Turkije wordt nog steeds geconfronteerd met bedreigingen van terroristische groeperingen. De regering heeft weliswaar een legitiem recht en de verantwoordelijkheid om terrorisme te bestrijden, maar het rechtskader en de respons moeten in overeenstemming worden gebracht met de Europese normen en het EU-acquis. Antiterreurmaatregelen moeten evenredig zijn en de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden moeten hierbij worden gewaarborgd. Turkije mag de brede uitlegging van zijn antiterreurwet niet langer gebruiken om journalisten, schrijvers, advocaten, politici, academici, mensenrechtenactivisten en kritische stemmen aan te houden en op te sluiten. Turkije heeft voorrang gegeven aan de strijd tegen de PKK, die nog steeds op de EU-lijst staat van personen, groepen en entiteiten die betrokken zijn bij terroristische daden, en aan de ontmanteling van de Gülen-beweging. De institutionele capaciteit van Turkije is goed ontwikkeld maar het risico van witwassen en de financiering van terrorisme blijft erg groot in het land. Hoewel Turkije vooruitgang heeft geboekt bij de versterking van zijn kader tegen witwassen en de financiering van terrorisme, moet nog opvolging worden gegeven aan de resterende aanbevelingen van de Financiële-actiegroep (FATF). Het land moet een omvattende strategie en uitgebreid actieplan ontwikkelen voor de bestrijding van witwassen en de financiering van terrorisme.

    De doeltreffendheid en tijdigheid van het Turkse mechanisme voor bevriezing van tegoeden is verbeterd, en het land heeft verdere inspanningen geleverd om binnenlandse en buitenlandse terroristische cellen te bestrijden. De politiële en justitiële samenwerking met de EU-lidstaten en de EU-agentschappen op het gebied van terrorismebestrijding bleef beperkt door het ontbreken van een nationale wet inzake de bescherming van persoonsgegevens die in overeenstemming is met de Europese normen en het EU-acquis, en door verschillen in de definitie van en de straffen voor terroristische misdrijven. Turkije moet zich blijven inspannen om radicalisering die tot gewelddadig extremisme en terrorisme leidt, doeltreffend te voorkomen en te bestrijden, met volledige inachtneming van de grondrechten.

    Hybride dreigingen, waaronder cyberaanvallen en vooral desinformatie en verkeerde informatie, blijven een ernstig probleem in de uitbreidingslanden. Met name in de Westelijke Balkan bleven overheids- en niet-overheidsactoren, ook van buiten de regio, desinformatie verspreiden om de geloofwaardigheid van de EU in twijfel te trekken, het vertrouwen van het publiek in de democratische instellingen te ondermijnen en de polarisatie te verdiepen. Met name tijdens de COVID-19-pandemie, maar ook in de aanloop naar verkiezingen, zijn bijzonder hevige desinformatie- en verkeerde-informatiecampagnes gevoerd. Het leeuwendeel van de desinformatie in de regio wordt geproduceerd en verspreid door binnenlandse actoren voor binnenlandse doeleinden, maar er zijn ook actoren actief die handelen namens derde landen.

    Overeenkomstig de prioriteiten van de EU in het kader van het gezamenlijk kader voor de bestrijding van hybride bedreigingen 13 , de strategie voor de Westelijke Balkan en de verklaring van Zagreb 14 hebben de EDEO en de Commissie hun beleidsdialoog met de uitbreidingspartners over de bestrijding van hybride bedreigingen verdiept, met name wat betreft cyberveerkracht, de bescherming van kritieke infrastructuur, strategische communicatie en de aanpak van desinformatie. De strategische communicatie bleef gericht op thematische communicatiecampagnes waarin de voordelen werden belicht van EU-steun voor burgers en economieën, en op publieksdiplomatie-acties met directe contacten met burgers, met name jongeren, om het debat over de gemeenschappelijke Europese toekomst te stimuleren. Tegelijkertijd is de EU via web- en socialemediakanalen blijven communiceren over de politieke en beleidsontwikkelingen in de betrekkingen tussen de EU en de Westelijke Balkan. Het bevorderen van de vrijheid van meningsuiting en onafhankelijke journalistiek in de uitbreidingsregio blijft een prioriteit; daarnaast is capaciteitsopbouw op het gebied van cyberbeveiliging een essentieel onderdeel van de digitale agenda voor de Westelijke Balkan 15 en een prioriteit in het kader van de nieuwe EU-cyberbeveiligingsstrategie 16 .

    Irreguliere migratie bleef een belangrijk vraagstuk voor de Westelijke Balkan en Turkije. De samenwerking langs de migratieroutes door het oostelijke Middellandse Zeegebied en de Westelijke Balkan werd verder ontwikkeld. Migrantensmokkel, niet-begeleide minderjarigen, mensenhandel en onvoldoende capaciteit van de nationale asielstelsels blijven punten van zorg. De crisis in Afghanistan kan het aantal Afghaanse vluchtelingen verder doen toenemen en vereist voortdurende nauwe samenwerking tussen de EU en de partnerlanden.

    In 2021 is het totale aantal irreguliere aankomsten vanuit de Westelijke Balkan in de EU gestegen ten opzichte van 2020; daarbij werden alleen al in de eerste zeven maanden van het jaar ongeveer 23 000 irreguliere grensoverschrijdingen vastgesteld, tegenover ongeveer 27 000 irreguliere aankomsten gedurende het hele jaar 2020. Intensieve migratiebewegingen bleven leiden tot een groot aantal vluchtelingen en migranten in de regio, met name in Servië en Bosnië en Herzegovina. Momenteel zijn er ongeveer 20 000 migranten en vluchtelingen in de regio. Bovendien zijn naar schatting ook duizenden mensen buiten de opvangfaciliteiten aanwezig.

    Hoewel vooruitgang wordt geboekt, zijn in de Westelijke Balkan verdere inspanningen nodig voor de oprichting van nieuwe of solidere instellingen en de vaststelling van wetten en procedures op het gebied van asiel, terugkeer en grensbeheer, onder meer met het oog op de omzetting van het complexe en veeleisende EU-acquis. De partners van de Westelijke Balkan moeten ook verantwoordelijkheid nemen voor en betrokkenheid tonen bij alle aspecten van migratie. Er is behoefte aan een versterking van de asielstelsels, meer vrijwillige en niet-vrijwillige terugkeer en betere samenwerking met de landen van herkomst op het gebied van overname, alsook betere regionale en internationale samenwerking bij de bestrijding van georganiseerde criminele groepen die zich bezighouden met migrantensmokkel en mensenhandel. Regionale samenwerking en coördinatie met de EU blijven essentieel.

    De onderhandelingen over statusovereenkomsten op grond waarvan het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) Europese grens- en kustwachtteams met uitvoerende bevoegdheden kan inzetten in de gebieden aan de buitengrens van de EU, ter ondersteuning van de nationale grensautoriteiten, zijn afgerond met vijf landen in de regio; met Bosnië en Herzegovina en Noord-Macedonië zijn de overeenkomsten nog niet ondertekend. Om het grensbeheer en de grensbescherming te versterken, is de inwerkingtreding en effectieve uitvoering van alle statusovereenkomsten een essentiële prioriteit. De overeenkomsten met Albanië, Montenegro en Servië zijn reeds in werking getreden en er zijn reeds teams ingezet.

    Met de aanwezigheid op zijn grondgebied van ongeveer 4 miljoen vluchtelingen die afkomstig zijn uit Syrië of andere landen, biedt Turkije nog steeds onderdak aan het grootste aantal vluchtelingen ter wereld. In de eerste acht maanden van 2021 zijn in de EU in totaal 9 703 aankomsten uit Turkije vastgesteld, tegenover 12 331 in dezelfde periode in 2020. Ook aan de Turks-Griekse land- en zeegrenzen bleef de migratiedruk laag, maar in dezelfde periode kwamen wel 4 739 mensen uit Turkije naar Italië, tegenover 1 111 in 2020. Daarnaast werden in totaal 5 553 irreguliere aankomsten opgetekend op Cyprus (4 957 na overschrijding van de groene lijn), tegenover 3 800 in 2020.

    Gezien de situatie in Afghanistan en het beeld van migranten bij de Turkse bevolking, versterken de Turkse autoriteiten hun grensinfrastructuur langs de grens met Iran. De Turkse autoriteiten verhogen tevens de middelen om migrantensmokkel te voorkomen en tegen te gaan, maar om smokkelnetwerken te bestrijden is meer internationale samenwerking op het gebied van rechtshandhaving nodig langs de gehele migratieroute, van de landen van herkomst naar Turkije, de Westelijke Balkan en de EU. Verdere nauwe samenwerking op het gebied van grensbeheer en de bestrijding van migrantensmokkel blijft een essentiële prioriteit.

    Functioneren van de democratische instellingen

    Het waarborgen van geloofwaardige en duurzame hervormingen op het gebied van democratie blijft een urgent probleem in de uitbreidingslanden. Het ontbreken van oprechte politieke wil bleef de belangrijkste reden voor het uitblijven van substantiële vooruitgang of zelfs het optreden van achteruitgang.

    Sterke politieke polarisatie, boycots van verkiezingen en parlementaire werkzaamheden door de oppositie, en in sommige gevallen een duidelijk wantrouwen over het hele politieke spectrum – met name binnen de parlementen – vormen nog steeds een belemmering voor de werking van democratische systemen en instellingen in de partners van de Westelijke Balkan. In Servië zijn het parlement en de politieke krachten zich blijven inzetten voor de door het Europees Parlement geleide dialoog tussen de partijen om een brede partij-overstijgende consensus over EU-gerelateerde hervormingen tot stand te brengen, hetgeen van vitaal belang is voor de vooruitgang van het land op weg naar de EU. Tijdens de plenaire vergadering van september hebben de cofacilitatoren van het Europees Parlement en het Servische parlement overeenstemming bereikt over een werkdocument dat 16 maatregelen bevat om het vertrouwen in het verkiezingsproces te vergroten, alsook een reeks concrete acties en tijdschema’s. In sommige landen werd tijdens plenaire debatten opruiende taal gebruikt tegen politieke tegenstanders, journalisten en het maatschappelijk middenveld. Ondanks de COVID-19-beperkingen werden de parlementaire werkzaamheden voortgezet. Voor een op de rechtsstaat gebaseerde democratische samenleving moet corruptie ondubbelzinnig worden bestreden en moeten de onafhankelijkheid en efficiëntie van de rechtsstelsels worden gewaarborgd.

    In Montenegro hebben de parlementsverkiezingen geleid tot een wijziging van de regerende coalitie en is een nieuw politiek landschap ontstaan. Wrijvingen tussen de uitvoerende en de wetgevende macht hebben een rem gezet op de hervormingen, met nieuwe wetgeving die door de parlementaire meerderheid is ingevoerd en die eerdere verwezenlijkingen op de helling zet. In Kosovo luidde de overtuigende overwinning van een alliantie van oppositiepartijen bij de parlementsverkiezingen een ingrijpende politieke verandering in en bracht een regering aan het roer die kan rekenen op een stevige meerderheid in het parlement. Op 17 oktober 2021 vonden in Kosovo lokale verkiezingen plaats, met de aanwezigheid van een verkiezingswaarnemingsmissie van de EU die na de verkiezingen een beoordeling zal uitbrengen. Hoewel de verkiezingen in de regio over het algemeen goed georganiseerd waren – in Albanië, bijvoorbeeld, werd meer gebruikgemaakt van IT, moeten talrijke aanbevelingen van eerdere verkiezingswaarnemingsmissies in de regio over de telling van kiezers, kiezerslijsten, campagnefinanciering, geschillenbeslechting en sancties voor verkiezingsovertredingen nog naar behoren worden uitgevoerd en moeten structurele tekortkomingen worden aangepakt. Er zijn in de hele regio met name extra inspanningen nodig om de transparantie en verantwoordingsplicht wat betreft de financiering van politieke partijen en verkiezingscampagnes te verbeteren en om te zorgen voor billijke toegang tot de media. In Bosnië en Herzegovina is in mei 2021 een werkgroep tussen verschillende instanties opgezet om electorale en constitutionele hervormingen te bespreken. Politieke actoren en instellingen moeten een transparante en inclusieve dialoog aangaan om reeds lang bestaande electorale tekortkomingen in de aanloop naar de volgende algemene verkiezingen in oktober 2022 aan te pakken.

    In Turkije heeft de achteruitgang van de democratie zich tijdens de verslagperiode voortgezet. Turkije moet zijn grondwettelijk kader in overeenstemming brengen met de Europese normen. Ondanks de opheffing van de noodtoestand in juli 2018 bleef een aantal wettelijke bepalingen die overheidsinstanties buitengewone bevoegdheden verlenen en waarbij verschillende beperkende elementen van de noodtoestand worden gehandhaafd, in het rechtsstelsel opgenomen, hetgeen de democratie en de grondrechten ondermijnt. In juli 2021 keurde het Turkse parlement een wet goed waarbij de duur van deze beperkende elementen van de noodtoestand met een jaar wordt verlengd. Voor wie negatieve gevolgen had ondervonden van de wetsdecreten inzake de noodtoestand, bleef de toegang tot de rechter beperkt. Het presidentiële stelsel garandeert geen gezonde en doeltreffende scheiding der machten, hetgeen de democratische verantwoordingsplicht van de uitvoerende macht beperkt. In het zuidoosten van het land werden nog steeds burgemeesters die gedwongen waren ontslagen, vervangen door vertrouwelingen van de regering, hetgeen in strijd is met het advies van de Commissie van Venetië van juni 2020 17 . Het feit dat de rechterlijke macht het gemunt heeft op de oppositiepartijen en de media, bracht de legitimiteit van de Turkse democratische instellingen en het politieke pluralisme ernstig in gevaar. In dit verband wordt met de beslissing van het Grondwettelijk Hof om de tenlastelegging te aanvaarden waarmee wordt getracht de op een na grootste oppositiepartij op te heffen, een verder verontrustend signaal gegeven. De politisering van het openbaar bestuur ging verder. Het maatschappelijk middenveld ondervond aanhoudende druk en zijn ruimte om vrijelijk te opereren werd verder ingeperkt.

    Hervorming van het openbaar bestuur

    Overheidsdiensten ontwerpen overheidsbeleid en voeren het uit, zij beheren overheidsinvesteringen en voorzien in essentiële openbare diensten die het welzijn van alle burgers ten goede komen. Om vertrouwen te winnen, moeten overheden transparant, verantwoordingsplichtig en doeltreffend zijn. Het afgelopen jaar is enige goede vooruitgang geboekt; niettemin hebben de belangrijkste tekortkomingen betrekking op verschillende vormen van politisering.

    De beleidsplanning is enigszins verbeterd, maar er zijn verdere inspanningen nodig om ervoor te zorgen dat de centrale overheden een sterke invulling geven aan kwaliteitscontrole, om de capaciteit voor empirisch onderbouwde beleidsvorming te versterken en een cultuur van empirisch onderbouwde beleidsvorming in het openbaar bestuur te bevorderen. De capaciteit voor beleidstoezicht moet worden uitgebreid.

    In Montenegro is tijdens de verslagperiode vastgesteld dat de algemene kwaliteit van de geproduceerde strategische documenten is verbeterd. Noord-Macedonië heeft een nieuwe methode vastgesteld voor de voorbereiding van, het toezicht op en de verslaglegging over sectorale strategieën die tot doel heeft de beleidsplanning te versterken. In Albanië is enige vooruitgang geboekt met de uitvoering van regelgevingseffectbeoordelingen, de verbetering van de governanceregelingen inzake openbare raadplegingen en de invoering van IT-systemen voor geïntegreerde planning. In het algemeen worden beleidsmaatregelen, wetgeving en overheidsinvesteringen in de regio nog steeds vaak voorbereid zonder effectbeoordeling.

    De verantwoordingsplicht van overheidsdiensten blijft een topprioriteit. De opzet en manier waarop overheidsinstanties zijn georganiseerd, zijn niet altijd doeltreffend. In Montenegro leidde de recente reorganisatie van het openbaar bestuur tot aanzienlijke personeelswijzigingen, onder meer in de hogere gelederen, waardoor het vermogen van Montenegro om personeel te behouden dat ervaring heeft met aangelegenheden in verband met het EU-toetredingsproces, in tal van sectoren onder druk komt te staan. In Albanië zijn de afgelopen jaren ondergeschikte agentschappen opgericht zonder dat daar strategische planning aan voorafgegaan is. In Kosovo hebben zich vertragingen voorgedaan bij de toepassing van het recentelijk vastgestelde wetgevingskader ter verbetering van de organisatie en de verantwoordingsplicht van het openbaar bestuur. In Noord-Macedonië moet de nieuwe wet inzake de organisatie van het openbaar bestuur, die tot doel heeft het institutionele kader te stroomlijnen, overlappende bevoegdheden weg te werken en de efficiëntie van het bestuur te vergroten, nog worden aangenomen. In Turkije ontbreekt het aan een omvattende agenda voor de hervorming van het openbaar bestuur en een leidende instelling die verantwoordelijk is voor het proces.

    In de meeste landen moeten het personeelsbeheer en beheer van de openbare diensten, met inbegrip van de verantwoordingsplicht van leidinggevenden en het professionalisme van het ambtenarenapparaat, nog worden verbeterd door hogere leidinggevenden en toezichthouders meer slagkracht te geven en de besluitvorming aan hen over te dragen. Transparante en op verdienste gebaseerde procedures voor aanwerving, promotie, demotie en ontslag moeten worden ingebed in de wetgevingskaders en consequent worden toegepast in alle overheidsdiensten op centraal en lokaal niveau. De structuur van de overheidsadministratie moet een duidelijke afbakening van de verantwoordelijkheden waarborgen. Albanië heeft belangrijke stappen gezet door het aanwervingsproces van ambtenaren volledig te digitaliseren om het transparanter te maken. In Servië is geen vooruitgang geboekt bij het terugdringen van het buitensporig hoge aantal tijdelijk ingevulde topfuncties. In Bosnië en Herzegovina blijven de verschillen in arbeidsvoorwaarden die voortvloeien uit de verschillende wetten die van toepassing zijn op de overheidsdiensten, en het feit dat de praktijk op de verschillende overheidsniveaus uiteenloopt, de mobiliteit van ambtenaren en de totstandbrenging van een bestuurlijke ruimte met gelijke normen in de weg staan. Veel landen hebben inspanningen geleverd om de dienstverlening aan bedrijven en het grote publiek te verbeteren. Servië, Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië zijn gestart met initiatieven en diensten op het gebied van e-overheid als reactie op de COVID-19-pandemie. Verantwoordingsplicht van het bestuur en personeelsbeheer bleven een bron van zorg in Turkije. De politisering van het bestuur ging verder en het ontbreekt nog steeds aan politieke wil om hervormingen door te voeren.

    In het proces van aanpassing aan de EU-regels en de uiteindelijke toepassing daarvan moet rekening worden gehouden met de rol van de regionale en lokale overheden. Er moet dus een passend evenwicht worden gevonden tussen centraal, regionaal en lokaal bestuur. In Turkije blijven besluiten en gerichte acties van de autoriteiten tegen gemeenten met gekozen burgemeesters van oppositiepartijen zeer zorgwekkend.

    De bestuurlijke capaciteit en het professionalisme van de organen die belast zijn met de uitvoering van het EU-acquis, moeten worden versterkt en de onafhankelijkheid van de regelgevende instanties moet worden gevrijwaard.

    De werking van de beheerssystemen voor overheidsopdrachten en de overheidsfinanciën blijft problematisch. Over het algemeen waren de transparantie en verantwoordingsplicht met betrekking tot COVID-19-gerelateerde maatregelen zeer beperkt.

    In Kosovo, Montenegro en Servië is vooruitgang geboekt bij de digitalisering van de aanbestedingssystemen. Ondertussen is de omzeiling van de EU-aanbestedingsnormen in Servië een punt van zorg geworden, aangezien 54 % van de cumulatieve waarde van alle overheidsopdrachten in 2020 was vrijgesteld van de toepassing van de wet inzake overheidsopdrachten. De luchthavenconcessies in Montenegro moeten nog worden aanbesteed in overeenstemming met de EU-normen inzake eerlijke en transparante overheidsopdrachten. Noord-Macedonië en Servië hebben de capaciteit in het kader van hun regelingen voor overheidsopdrachten enigszins versterkt, maar in Albanië, Bosnië en Herzegovina en Kosovo moet capaciteitsontwikkeling worden geprioriteerd. Albanië en Montenegro hebben hun wetgeving inzake overheidsopdrachten verbeterd en Albanië heeft zijn eerste strategie ooit voor overheidsopdrachten vastgesteld. Gedurende het grootste deel van de verslagperiode heeft Bosnië en Herzegovina binnenlandse inschrijvers bij de gunning van overheidsopdrachten een voorkeursbehandeling gegeven, hetgeen strijdig is met de stabilisatie- en associatieovereenkomst.

    Turkije kent nog steeds grote lacunes in de aanpassing aan het EU-acquis, aangezien het toepassingsgebied van de regels voor overheidsopdrachten aanzienlijk wordt beperkt door allerlei vrijstellingen, discriminerende binnenlandse prijsvoordelen en verrekenpraktijken. Het gebruik van elektronische regelingen voor aanbestedingen is in Turkije verviervoudigd.

    Het is essentieel dat de nationale bestuurssystemen worden hervormd om de verantwoordingsplicht van bestuurders, gedegen financieel beheer en de externe controle van overheidsmiddelen te bevorderen. Tijdens COVID-19 vorderden de hervormingen op het gebied van de interne controle en de verantwoordingsplicht van het management traag, maar Albanië en Servië hebben aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de vaststelling van het strategische kader daartoe en de ontwikkeling van de methode voor de uitvoering van hun hervormingen. Albanië heeft in 2020 inspanningen geleverd om meer van de aanbevelingen van zijn nationale rekenkamer uit te voeren, met name om zwakke punten aan te pakken die de impact van externe controles beperkten, alsook het beperkte toezicht op de wetgeving en de ontoereikende betrokkenheid met het publiek te verbeteren. In Montenegro is de follow-up van de auditaanbevelingen aanzienlijk verbeterd en verloopt de communicatie met het parlement en het grote publiek voortaan opener en transparanter. Albanië is doortastend opgetreden om de interne financiële controle bij de overheid (PIFC) te versterken, met maatregelen inzake de delegatie van financiële verantwoordelijkheden, het toezicht op en de follow-up van interne audits.

    Hoewel een versterking van de regelingen en capaciteit voor het beheer van overheidsinvesteringen voor alle uitbreidingslanden als prioriteit is aangemerkt, met name in het kader van het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan, is het afgelopen jaar op dat gebied weinig vooruitgang geboekt. Met de beoordeling die Montenegro in 2021 uitvoert van het beheer van overheidsinvesteringen, beschikken alle economieën van de Westelijke Balkan nu echter over empirisch onderbouwde aanbevelingen over hoe overheidsinvesteringen doeltreffender kunnen worden gemaakt.

    Alle kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten moeten hun capaciteit versterken om statistieken van goede kwaliteit, overeenkomstig de beginselen van de praktijkcode Europese statistieken, te produceren die gebaseerd zijn op professionele onafhankelijkheid, onpartijdigheid, betrouwbaarheid, transparantie en vertrouwelijkheid. Het is ook essentieel dat meer gegevens worden verstrekt aan Eurostat. In de Westelijke Balkan en Turkije werken de bureaus voor de statistiek op basis van volks- en woningtellingen en moeten voldoende middelen worden uitgetrokken voor de uitvoering van de tellingen. Een specifieke sector waarin alle uitbreidingspartners vorderingen moeten maken, is het Europees systeem van rekeningen (macro-economische statistieken) (ESR 2010).

    Economie

    De COVID-19-pandemie heeft in 2020 een aanzienlijk negatieve impact gehad voor de economische groei in de Westelijke Balkan en Turkije. De economische activiteit in de Westelijke Balkan daalde met 3,4 %. Turkije kende enige expansie in 2020 (een reële bbp-groei van 1,8 %). In 2020 waren de verschillen in de Westelijke Balkan wat betreft de omvang van de neergang groot, variërend van een relatief lichte daling van het bbp met 1 % in Servië tot een zeer sterk productieverlies van 15,2 % in Montenegro, en een gemiddelde daling in Bosnië en Herzegovina (4,6 %), Albanië (3,8 %), Noord-Macedonië (4,5 %) en Kosovo (4,1 %). De sectorale structuur van de economieën, met name het aandeel toerisme, speelde een centrale rol in de ernst van de economische vertraging en verklaart met name in Montenegro de zeer sterke krimp. Sterke landbouwseizoenen hadden met name in Servië en Albanië een milderend effect. Voorts werden de economische resultaten beïnvloed door verschillen in de beleidsrespons op de crisis, deels als gevolg van de uiteenlopende mate van beschikbare beleidsruimte. In Turkije werd de economische groei gekenmerkt door een aanhoudend hoge inflatie, stijgende externe tekorten en een aanhoudende ontwaarding van de munt, grotendeels als gevolg van een verhoogde risicoperceptie die is veroorzaakt door het feit dat de president van de centrale bank op korte tijd meermaals vervangen werd.

    De meeste economieën voorspellen dat de economische groei in 2021 zal aantrekken en dat de groeipercentages zich vervolgens zullen herstellen tot die van vóór de pandemie of deze zelfs zullen overtreffen. Na de hoge begrotingstekorten in verband met de crisis en de aanzienlijke stijgingen van de schuld-bbp-ratio in 2020, zal vanaf 2021 of 2022 naar verwachting geleidelijke begrotingsconsolidatie plaatsvinden. 

    Om een duurzaam herstel op middellange termijn te bevorderen, moet echter sneller werk worden gemaakt van de uitvoering van structurele hervormingen. Dit is essentieel om te voldoen aan de twee economische criteria voor EU-lidmaatschap: een goed functionerende markteconomie waarborgen en aantonen in staat te zijn om aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd te bieden. Terwijl in 2020 gemiddeld slechts 2,7 (van 5) hervormingsmaatregelen in het kader van de economische hervormingsprogramma’s werden uitgevoerd, verbeterde de uitvoering van de gezamenlijk overeengekomen aanbevelingen aanzienlijk, van 35,5 % voor de in 2019 vastgestelde beleidsrichtsnoeren tot 50,8 % in 2020. Deze verbetering houdt grotendeels verband met het specifieke kortetermijnkarakter van veel aanbevolen maatregelen om de COVID-19-crisis te beperken.

    De arbeidsmarkten in de Westelijke Balkan en Turkije worden nog steeds gekenmerkt door een algemene lage activiteitsgraad en werkgelegenheid, een groot aandeel informele economie en veel werkloosheid. In 2020 nam de activiteitsgraad in alle landen af omdat tijdens de COVID-19-crisis een tendens werd waargenomen dat mensen de arbeidsmarkt verlieten. De geringe mate van integratie van vrouwen en jongeren op de arbeidsmarkt blijft een ernstige uitdaging. In juli 2021 heeft de Westelijke Balkan een verklaring aangenomen inzake het waarborgen van duurzame integratie van jongeren op de arbeidsmarkt en het nemen van concrete stappen om de jongerengarantieregelingen respectievelijk geleidelijk in te voeren, uit te voeren of te versterken. Hervormingen en investeringen in de onderwijsstelsels en bij- en omscholing zijn essentieel om de uitdagingen op de arbeidsmarkt aan te pakken.

    Om de inzetbaarheid te verbeteren en de digitale economie te bevorderen, is het van cruciaal belang dat de industriële sector wordt gedigitaliseerd en de digitale vaardigheden in alle geledingen van de samenleving worden ontwikkeld. Het actieplan voor digitaal onderwijs 2021-2027 18 , dat in september 2020 is aangenomen, heeft tot doel de onderwijs- en opleidingsstelsels te helpen bij de aanpak van de uitdagingen die zich stellen naar aanleiding van de COVID-19-crisis alsook de digitale transformatie op langere termijn te ondersteunen. Daarnaast is het medialandschap veranderd, waardoor maatregelen nodig zijn om de onafhankelijkheid op regelgevingsgebied te ondersteunen en minderjarigen bij het gebruik van digitale media te beschermen.

    III. HET VERMOGEN OM DE VERPLICHTINGEN VAN HET LIDMAATSCHAP NA TE KOMEN

    In het kader van de herziene methode zijn de onderhandelingshoofdstukken georganiseerd in thematische clusters om meer dynamiek te brengen in het onderhandelingsproces en kruisbestuiving te bevorderen. Deze nieuwe benadering blijkt ook uit de volgende weergave van de aanpassing aan het EU-acquis.

    De cluster interne markt omvat: vrij verkeer van goederen (hoofdstuk 1); vrij verkeer van werknemers (hoofdstuk 2); recht van vestiging en vrijheid van dienstverlening (hoofdstuk 3); vrij verkeer van kapitaal (hoofdstuk 4); vennootschapsrecht (hoofdstuk 6); recht inzake intellectuele eigendom (hoofdstuk 7); mededingingsbeleid (hoofdstuk 8); financiële diensten (hoofdstuk 9); en consumenten- en gezondheidsbescherming (hoofdstuk 28). Aanpassing van de wetgeving op deze gebieden is essentieel om ten volle te kunnen profiteren van de stabilisatie- en associatieovereenkomsten en om de handelsintegratie met de EU – veruit de belangrijkste handelspartner van de regio – verder te vergroten. Het zal ook EU-investeringen aantrekkelijker maken en synergieën in de toeleveringsketen, het scheppen van banen en toegang tot kapitaal vergemakkelijken.

    De Westelijke Balkan is in het algemeen redelijk voorbereid op het gebied van de interne markt. Op het gebied van het vrije verkeer van goederen heeft Kosovo enige vooruitgang geboekt, terwijl de andere partners van de Westelijke Balkan slechts weinig vorderingen hebben gemaakt. Montenegro en Servië hebben enige vooruitgang geboekt op het gebied van het vrije verkeer van diensten, terwijl met betrekking tot het vrije verkeer van kapitaal Albanië, Kosovo, Montenegro en Noord-Macedonië enige vooruitgang hebben geboekt, evenals Bosnië en Herzegovina, Kosovo en Montenegro op het gebied van het mededingingsbeleid. Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo en Montenegro hebben ook vorderingen gemaakt op het gebied van financiële diensten.

    Regionale samenwerking en inclusieve regionale samenwerkingskaders, zoals de EU-strategie voor de Adriatische en Ionische regio (Eusair) of de EU-strategie voor het Donaugebied, hebben de voorbereidingen voor een eventuele deelname aan de interne markt van de EU verder gefaciliteerd. De gemeenschappelijke regionale markt van de Westelijke Balkan, die voortbouwt op de EU-regels en -normen, vormt een basis om de regio sterker met de eengemaakte markt van de EU te integreren vóór toetreding. Tijdens de top van Sofia op 10 november 2020 hebben de leiders van de zes landen van de Westelijke Balkan het actieplan voor de gemeenschappelijke regionale markt en de verklaring over de groene agenda voor de Westelijke Balkan aangenomen.

    Turkije heeft enige vooruitgang geboekt wat betreft het vrije verkeer van kapitaal, financiële diensten en het mededingingsbeleid, maar er blijft ernstige bezorgdheid bestaan over staatssteun. Het land is goed gevorderd op het gebied van het vennootschapsrecht en goed voorbereid wat betreft het vrije verkeer van goederen, financiële diensten, consumenten- en gezondheidsbescherming en het recht inzake intellectuele eigendom. Het bevindt zich nog in een vroeg stadium van voorbereiding wat betreft het vrij verkeer van diensten en het vrij verkeer van werknemers, waar geen vooruitgang is geboekt.

    De cluster concurrentievermogen en inclusieve groei omvat: informatiemaatschappij en media (hoofdstuk 10); belastingen (hoofdstuk 16); economisch en monetair beleid (hoofdstuk 17); sociaal beleid en werkgelegenheid (hoofdstuk 19); industrieel beleid (hoofdstuk 20); wetenschap en onderzoek (hoofdstuk 25); onderwijs en cultuur (hoofdstuk 26); en douane (hoofdstuk 29). De hervormingen op deze gebieden zijn uiterst relevant in het kader van de economische hervormingsprogramma’s van de Westelijke Balkan en worden ondersteund via het economisch en investeringsplan, aangezien zij het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio voor het bedrijfsleven zullen helpen verbeteren en de bestaande kloof met de EU-economie zullen helpen verkleinen.

    De meeste partners van de Westelijke Balkan zijn redelijk voorbereid op de gebieden die met deze cluster verband houden. Bosnië en Herzegovina bevindt zich op verschillende gebieden echter nog steeds in een beginstadium. Op het gebied van belastingen heeft Servië goede vorderingen gemaakt. Bosnië en Herzegovina heeft geen vooruitgang geboekt en alle andere partners enige vooruitgang. Op het gebied van de douane-unie heeft Noord-Macedonië goede vorderingen gemaakt. Servië en Albanië hebben beperkte vooruitgang geboekt en Kosovo en Montenegro enige vooruitgang. Op het gebied van onderwijs en cultuur hebben Montenegro, Servië en Albanië enige vooruitgang geboekt. Op het gebied van wetenschap en onderzoek heeft Albanië goede vooruitgang geboekt; Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Servië daarentegen hebben enige vooruitgang geboekt. De partners van de Westelijke Balkan die enige vooruitgang hebben geboekt op het gebied van de informatiemaatschappij en media, waren Albanië en Kosovo, op het gebied van economisch en monetair beleid, Noord-Macedonië, en op het gebied van sociaal beleid en werkgelegenheid, Albanië en Noord-Macedonië. Op het gebied van het ondernemings- en industrieel beleid hebben alle partners van de Westelijke Balkan enige vooruitgang geboekt, met uitzondering van Bosnië en Herzegovina.

    Gezien de vorderingen die Servië in deze cluster heeft gemaakt, is de Commissie van mening dat het land voldoet aan alle benchmarks voor de opening van deze cluster, met name door de discriminerende belasting op ingevoerde alcohol af te schaffen. In het algemeen moet de regio sociaal-economische hervormingen doorvoeren om structurele zwakheden, het lage concurrentievermogen, de hoge werkloosheid en de impact van de COVID-19-pandemie aan te pakken. Vooruitgang bij de aanpassing aan de EU-regels op het gebied van btw, accijnstarieven en directe belastingen zou de intraregionale en internationale handel stimuleren. De regio moet ook haar onderzoeks- en innovatie-ecosysteem aanzienlijk versterken om de economieën in staat te stellen hun achterstand in te lopen op ontwikkelingen, onder meer op het gebied van digitale en groene technologieën. Op het gebied van onderwijs en cultuur zijn Montenegro en Servië de koplopers in de regio en moeten Bosnië en Herzegovina en Kosovo hun achterstand beginnen inhalen.

    Turkije heeft zich in beperkte mate verder aan het EU-acquis aangepast maar op het gebied van de informatiemaatschappij en de media, het economische en monetaire beleid, het sociale beleid, de werkgelegenheid en het industriële beleid was er sprake van achteruitgang. Turkije heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van wetenschap en onderzoek, onderwijs en cultuur; het land moet echter verdere inspanningen leveren om het onderwijs inclusiever te maken, met name voor meisjes. De voorbereidingen van Turkije op het gebied van wetenschap en onderzoek zijn goed gevorderd. De handelsintegratie van Turkije met de EU is sterk; Turkije blijft ook een goede mate van voorbereiding behouden voor de douane-unie maar de vooruitgang, ook bij de uitvoering, was beperkt. Turkije blijft zich onttrekken aan zijn verplichtingen in het kader van de douane-unie tussen de EU en Turkije, hetgeen heeft bijgedragen tot een groot aantal handelsbelemmeringen.

    De groene agenda en duurzame connectiviteit zijn essentieel voor een duurzaam en toekomstbestendig herstel, alsook voor economische integratie binnen de regio en met de EU, die zowel het bedrijfsleven als het bredere publiek ten goede zal komen.

    Deze cluster omvat: vervoersbeleid (hoofdstuk 14); energie (hoofdstuk 15); trans-Europese netwerken (hoofdstuk 21); en milieu en klimaatverandering (hoofdstuk 27).

    Albanië, Noord-Macedonië en Servië zijn redelijk voorbereid op het gebied van energie, terwijl Montenegro goed voorbereid is. Op het gebied van trans-Europese netwerken zijn Albanië, Bosnië en Herzegovina en Kosovo enigszins voorbereid, is Servië redelijk voorbereid en Noord-Macedonië goed voorbereid. Albanië, Noord-Macedonië, Montenegro en Servië zijn enigszins voorbereid op het gebied van milieu en klimaatverandering. Albanië en Bosnië en Herzegovina hebben enige vooruitgang geboekt op het gebied van het vervoersbeleid, terwijl Kosovo, Noord-Macedonië en Servië beperkte vooruitgang hebben geboekt en er in Montenegro geen vorderingen zijn gemaakt. Gezien de vorderingen die Servië in deze cluster heeft gemaakt, is de Commissie van mening dat het land voldoet aan alle benchmarks voor de opening van deze cluster, met name door het stappenplan voor de ontvlechting van de gassector.

    Op energiegebied heeft Servië goede vooruitgang geboekt; Noord-Macedonië, Kosovo en Albanië hebben enige vooruitgang geboekt en Montenegro beperkte vooruitgang. Op het gebied van trans-Europese netwerken hebben Albanië, Bosnië en Herzegovina en Servië enige vooruitgang geboekt, terwijl in Kosovo, Noord-Macedonië en Montenegro slechts beperkte vooruitgang werd opgetekend. Op het gebied van milieu en klimaatverandering is in de Westelijke Balkan in het algemeen slechts beperkte vooruitgang geboekt. Daarom zijn in de hele regio dringend maatregelen nodig om de aanpassing aan het EU-acquis te versnellen, de uitvoering en rechtshandhaving te versterken en meer te investeren. De bestuurlijke capaciteit in de sector moet aanzienlijk worden versterkt en er moeten structurele hervormingen worden doorgevoerd.

    In 2020 is de Commissie haar toezegging nagekomen in verband met een bedrag van 1 miljard EUR om de connectiviteit in de regio te ondersteunen. De connectiviteitsportefeuille in het kader van het investeringskader voor de Westelijke Balkan omvat nu 45 projecten ter waarde van 1 miljard EUR, waarmee meer dan 3,8 miljard EUR aan investeringen zal worden aangetrokken. Dit heeft veiligere en kortere reizen mogelijk gemaakt alsook kortere wachttijden aan de grenzen, een toename van de handelsvolumes en een veiligere, betrouwbaardere, meer gevarieerde en groenere energievoorziening, waarbij ongeveer 300 000 ton CO2-emissies zijn vermeden. De eerste reeks projecten ter ondersteuning van de uitvoering van investeringen in het kader van vlaggenschipprojecten van het economisch en investeringsplan is van start gegaan. Deze investeringen gingen gepaard met regelgevende werkzaamheden in het kader van de Vervoersgemeenschap en de Energiegemeenschap. Op digitaal gebied is de regionale roamingovereenkomst voor de Westelijke Balkan op 1 juli 2021 in werking getreden. De connectiviteitsagenda kreeg een nieuw elan met de goedkeuring van de groene agenda voor de Westelijke Balkan, die gericht is op de ontwikkeling van duurzame vervoers- en energie-oplossingen in de regio.

    De groene agenda voor de Westelijke Balkan sluit aan op de vijf brede gebieden die onder de Green Deal vallen: i) decarbonisatie, ii) vermindering van lucht-, water en bodemverontreiniging, iii) een circulaire economie, iv) landbouw en voedselproductie, en v) de bescherming van de biodiversiteit. Economische groei en nieuwe zakelijke kansen zullen worden gekoppeld aan duurzamer consumptiegedrag en duurzamere productiewijzen, waaronder de bevordering van een circulaire economie, hulpbronnenefficiëntie en een beter hergebruik van afvalproducten in alle economische sectoren, waaronder stads- en plattelandsplanning en uitgaande van de duurzaamheid van ecosystemen als voorwaarde voor succes.

    Turkije is redelijk voorbereid wat betreft zijn vervoers- en energiebeleid. Het land moet verder werken aan de liberalisering van de gasmarkt en moet de samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid en beveiliging ontwikkelen. Turkije heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van energie- en vervoersnetwerken, met de nog lopende aanleg van de spoorlijn Halkalı-Kapıkule die de Bulgaarse grens met Istanbul verbindt. Turkije heeft enige mate van voorbereiding op het gebied van milieu en klimaatverandering en ziet zich voor belangrijke opgaven gesteld op het gebied van milieu en klimaat, zowel wat mitigatie als adaptatie betreft. Turkije heeft de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering bekrachtigd (de indiening van zijn akte van bekrachtiging bij de Verenigde Naties is hangende). Turkije heeft zich ook bereid verklaard met de EU samen te werken aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Green Deal. Dit zijn welkome ontwikkelingen, maar de integratie van klimaatactie in andere beleidsterreinen blijft beperkt.

    Op het gebied van hulpbronnen, landbouw en cohesie stagneert de voorbereiding. Deze cluster omvat: landbouw en plattelandsontwikkeling (hoofdstuk 11); voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid (hoofdstuk 12); visserij (hoofdstuk 13); regionaal beleid en coördinatie van structuurinstrumenten (hoofdstuk 22), en financiële en budgettaire bepalingen (hoofdstuk 33).

    Noord-Macedonië, Montenegro en Servië zijn voor de meeste hoofdstukken van deze cluster redelijk voorbereid. Albanië en Kosovo hebben enige mate van voorbereiding, maar Bosnië en Herzegovina verkeert voor de meeste hoofdstukken nog in het beginstadium.

    Op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling hebben Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië enige vooruitgang geboekt en heeft Bosnië en Herzegovina geen vooruitgang geboekt. Op het gebied van voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid hebben Noord-Macedonië en Montenegro goede vooruitgang geboekt, Albanië enige vooruitgang en Bosnië en Herzegovina, Kosovo en Servië beperkte vooruitgang. Op het gebied van visserij heeft alleen Albanië goede vooruitgang geboekt. Montenegro heeft enige vooruitgang geboekt. Op het gebied van regionaal beleid en de coördinatie van structuurinstrumenten heeft Bosnië en Herzegovina geen vooruitgang geboekt, terwijl de andere landen van de Westelijke Balkan beperkte vooruitgang hebben geboekt.

    De manier waarop Turkije beleid voert inzake landbouwsteun komt niet langer overeen met de beginselen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU. Het land heeft goede vooruitgang geboekt op het gebied van visserij, enige vooruitgang op het gebied van regionaal beleid en de coördinatie van structuurinstrumenten, en beperkte vooruitgang op het gebied van voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid, waar bezorgdheid bestaat over het gehalte aan residuen van bestrijdingsmiddelen in levensmiddelen die bestemd zijn voor uitvoer naar de EU.

    De cluster externe betrekkingen omvat externe betrekkingen (hoofdstuk 30) en buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid (hoofdstuk 31).

    Alle partners van de Westelijke Balkan zijn goed of redelijk voorbereid op het gebied van externe betrekkingen, met uitzondering van Bosnië en Herzegovina, dat enige mate van voorbereiding heeft. Op het gebied van buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid zijn Albanië en Montenegro goed voorbereid, Noord-Macedonië en Servië redelijk voorbereid en Bosnië en Herzegovina enigszins voorbereid.

    Alle landen van de Westelijke Balkan hebben enige vooruitgang geboekt op het gebied van externe betrekkingen, met uitzondering van Bosnië en Herzegovina, dat beperkte vooruitgang heeft geboekt. Op het gebied van buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid heeft Albanië goede vooruitgang geboekt, hebben Montenegro, Noord-Macedonië en Servië enige vooruitgang geboekt en heeft Bosnië en Herzegovina geen vooruitgang geboekt. De partners van de Westelijke Balkan zijn nauw blijven samenwerken met de EU op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid/gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GBVB/GVDB), met name via hun belangrijke bijdragen aan de GVDB-missies en -operaties van de EU. Afstemming op het GBVB van de EU (verklaringen van de hoge vertegenwoordiger namens de EU en besluiten van de Raad inzake beperkende maatregelen) is een belangrijk aspect van het EU-integratieproces en onderstreept de strategische koers van de landen. Albanië en Montenegro blijven hun beleid standvastig voor de volledige 100 % afstemmen, wat duidt op hun inzet en strategische oriëntatie. De mate waarin het beleid van Noord-Macedonië is afgestemd, steeg van 94 % in 2020 tot 96 % in augustus 2021. De mate waarin het beleid van Servië is afgestemd, steeg van 56 % in 2020 tot 61 % in augustus 2021; dit is een eerste stap in de richting van het omkeren van de eerdere negatieve trend met betrekking tot het vereiste van geleidelijke aanpassing dat is opgenomen in het onderhandelingskader van het land. De duidelijke daling van de mate waarin Bosnië en Herzegovina zijn beleid heeft afgestemd, nl. van 70 % in 2020 tot 43 % in augustus 2021, is zorgwekkend. Het omkeren van deze trend zou voor Bosnië en Herzegovina een manier zijn om aan te tonen dat het zich inzet voor zijn Europese koers.

    Turkije is redelijk voorbereid op het gebied van externe betrekkingen en heeft enige mate van voorbereiding op het gebied van het buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid. Op het gebied van externe betrekkingen heeft Turkije beperkte vooruitgang geboekt. De mate van afstemming van het beleid van Turkije op het GBVB is met 14 % zeer laag gebleven te rekenen vanaf augustus 2021 (11 % in 2020 en 21 % in 2019). Het in toenemende mate assertieve buitenlands beleid van Turkije bleef in strijd met de GBVB-prioriteiten van de EU, met name vanwege de conflicterende aanpak van het land ten aanzien van Libië, zijn weigering om samen te werken met operatie IRINI en zijn steun voor militaire acties in de Kaukasus, Syrië en Irak. Hoewel Turkije zich dit jaar bereid heeft getoond een dialoog aan te gaan met de EU over buitenlands en veiligheidsbeleid en regionale kwesties, moet het nog steeds beslissende stappen zetten om zijn aansluiting bij de EU-verklaringen en bij de besluiten van de Raad aanzienlijk te verbeteren.

    IV. REGIONALE SAMENWERKING EN BETREKKINGEN VAN GOED NABUURSCHAP

    Goede nabuurschapsbetrekkingen en regionale samenwerking zijn essentiële onderdelen van het stabilisatie- en associatieproces en van het uitbreidingsproces in de Westelijke Balkan. Zij dragen bij tot stabiliteit, verzoening en een gunstig klimaat voor de aanpak van openstaande bilaterale kwesties en de erfenis van het verleden.

    In het kader van de inspanningen voor regionale economische integratie heeft de in april 2019 ondertekende regionale roamingovereenkomst voor de Westelijke Balkan geleid tot een geleidelijke verlaging van de roamingtarieven vanaf juli 2019 en vervolgens, met de invoering van de regeling “roaming tegen thuistarief” op 1 juli 2021, tot de afschaffing ervan. Dit is een belangrijke stap in de regionale samenwerking en heeft zichtbare voordelen opgeleverd voor de burgers. Er wordt een begin gemaakt met het verkennen van manieren om de roamingkosten tussen de partners van de Westelijke Balkan en de EU te verlagen, en om een routekaart voor het proces op te stellen, zoals uiteengezet in de digitale agenda voor de Westelijke Balkan.

    In het kader van de Raad voor regionale samenwerking en de Cefta en met de hulp van de Commissie zijn, als onderdeel van het initiatief voor een gemeenschappelijke regionale markt, belangrijke technische werkzaamheden verricht om het vrije verkeer van personen, beroepsbeoefenaren en het verlenen van elektronische diensten mogelijk te maken, het handelsverkeer te vergemakkelijken en de douaneprocedures in de regio te vereenvoudigen. Deze maatregelen werden echter niet aangenomen wegens meningsverschillen die geen verband houden met de inhoud ervan. De regio moet nu blijk geven van politiek leiderschap om deze werkzaamheden te voltooien en juridisch bindende overeenkomsten of besluiten tussen alle partners van de Westelijke Balkan vast te stellen, in het belang van hun burgers en bedrijven. Dit moet tegelijk gericht zijn op de totstandbrenging van de gemeenschappelijke regionale markt, voortbouwend op de EU-regels en -normen, en op het vermijden van unilaterale stappen die deze werkzaamheden in gevaar brengen.

    Ondanks de COVID-19-beperkingen bleef het regionale bureau voor samenwerking in jeugdzaken een belangrijke rol vervullen bij de verdere ontwikkeling van regionale samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen, door jongeren uit de Westelijke Balkan mogelijkheden te bieden voor samenwerking en uitwisseling. Jongeren werken nog steeds samen via een aantal andere regionale initiatieven, zowel online als fysiek, onder meer via het Regional Youth Lab.

    Tijdens de top EU-Westelijke Balkan in Brdo werd gewezen op het belang dat de regio voor de EU heeft en werd het Europese perspectief van de regio opnieuw bevestigd. De leiders waren ingenomen met de vooruitgang die is geboekt met belangrijke initiatieven, met name op het gebied van roaming, de groene agenda, de green lanes aan de grenzen tussen de EU en de regio, de innovatieagenda en de vaststelling van het IPA III-rechtskader. Deze initiatieven, waarin de beleidsprioriteiten van de EU weerspiegeld zijn, zullen de regio, in combinatie met het economisch en investeringsplan, dichter bij een sneller en duurzamer herstel van de pandemie brengen en tevens zorgen voor nauwere integratie met de Europese Unie. De Commissie heeft aangekondigd voornemens te zijn in het kader van IPA 2021 een investeringspakket van 600 miljoen EUR voor te stellen voor de uitvoering van het economisch en investeringsplan, volgens procedures overeenkomstig het IPA III-programmeringskader en de uitvoeringsbepalingen van IPA III. Samen met het in juli aangekondigde voorstel van 500 miljoen EUR zou dit in totaal 1,1 miljard EUR opleveren voor de uitvoering van het economisch en investeringsplan tegen eind 2021. De EU en de partners van de Westelijke Balkan zijn overeengekomen hun samenwerking op een aantal gebieden, waaronder cruciale veiligheidskwesties, op te voeren.

    De volledige normalisering van de betrekkingen tussen Servië en Kosovo via de door de EU gefaciliteerde dialoog blijft essentieel voor hun Europese toekomst en voor de stabiliteit van de hele regio. Na de verkiezingen in Kosovo begin 2021 is het proces voortgezet met twee bijeenkomsten op hoog niveau in juni en juli 2021, maar de betrekkingen tussen Belgrado en Pristina blijven gespannen. Beide partijen moeten zich constructief inzetten voor de doelstelling om te komen tot een brede, juridisch bindende normaliseringsovereenkomst waarin alle resterende kwesties tussen hen worden aangepakt.

    Na spanningen in het noorden van Kosovo is via de door de EU gefaciliteerde dialoog op 30 september 2021 een regeling getroffen over de-escalatie en een tijdelijke maatregel voor kwesties in verband met kentekenplaten. De partijen kwamen ook overeen een door de EU geleide werkgroep op te richten om binnen zes maanden een permanente oplossing te vinden op basis van EU-normen en -praktijken. De EU verwacht van de partijen dat zij constructief aan dit proces deelnemen om het vrije verkeer van burgers te waarborgen.

    Bestaande bilaterale overeenkomsten, waaronder de Overeenkomst van Prespa tussen Noord-Macedonië en Griekenland en het verdrag inzake vriendschap, goed nabuurschap en samenwerking met Bulgarije, moeten door alle partijen te goeder trouw worden uitgevoerd.

    De bilaterale betrekkingen tussen Montenegro en Servië worden gekenmerkt door spanningen, een toename van nationalistische retoriek en beschuldigingen van externe beïnvloeding tijdens verkiezingsperioden, maar tegelijk is de samenwerking op sommige gebieden, bijvoorbeeld in de gezondheidssector, geïntensiveerd.

    Het is essentieel dat de erfenis van het verleden wordt verwerkt en geschillen die voortvloeien uit de conflicten van de jaren ’90, worden opgelost. In de EU is geen ruimte voor ontkenning van de genocide, verheerlijking van oorlogsmisdadigers of opruiende taal, door welke partij dan ook. Er is beperkte vooruitgang geboekt bij de aanpak van belangrijke openstaande bilaterale kwesties, waaronder grenskwesties, gerechtigheid voor de slachtoffers van oorlogsmisdaden, het identificeren van de resterende vermisten en het nauwkeurig documenteren van de gruweldaden in het verleden op regionaal niveau.

    Alle partners van de Westelijke Balkan moeten volwaardig en inclusief kunnen deelnemen aan initiatieven en evenementen op dit vlak, met inbegrip van door de EU gefinancierde programma’s.

    Dankzij territoriale samenwerking konden de landen van de Westelijke Balkan op vele gebieden samenwerken met aangrenzende lidstaten. Dit heeft niet alleen bijgedragen tot groei, werkgelegenheid en milieubescherming maar het heeft ook een belangrijke rol gespeeld bij het versterken van de regionale samenwerking op meerdere niveaus, het oplossen van diverse bilaterale kwesties en het bewerkstelligen van stabiliteit. Meer in het bijzonder vormt grensoverschrijdende samenwerking (CBC) een essentieel onderdeel van het verzoeningsproces in de regio. Vanwege de conflicten in de jaren ’90 (in voormalig Joegoslavië) blijft het versterken van goede nabuurschapsbetrekkingen, ook in grensgebieden, een voorwaarde voor groei en welvaart voor de regio’s en de betrokken begunstigden. De CBC-programma’s zijn erop gericht de erfenis van conflicten uit het verleden te verwerken en toe te werken naar verzoening door rechtstreekse contacten tot stand te brengen tussen entiteiten en overheden op alle niveaus aan weerszijden van de grens.

    Als gevolg van aanhoudende en nieuwe ongeoorloofde Turkse activiteiten op het gebied van de exploratie van koolwaterstoffen in de maritieme zones van Cyprus en Griekenland, namen de spanningen in het oostelijke Middellandse Zeegebied en de Egeïsche Zee in de tweede helft van 2020 toe. De EU heeft er bij Turkije herhaaldelijk op aangedrongen te vermijden enige vorm van bedreiging te uiten, aanleiding te zoeken tot wrijving, of acties te ondernemen die de betrekkingen van goed nabuurschap en de vreedzame regeling van geschillen in gevaar brengt. In zijn conclusies van december 2020 heeft de Europese Raad met klem de unilaterale acties, provocaties en geëscaleerde retoriek van Turkije tegen de EU, de EU-lidstaten en de Europese leiders veroordeeld. De Raad benadrukte tevens dat het aanbod van een positieve agenda EU-Turkije op tafel blijft, op voorwaarde dat Turkije bereid is een oprecht partnerschap met de Unie en haar lidstaten te bevorderen en geschillen op te lossen door middel van dialoog en in overeenstemming met het internationaal recht. Begin 2021 verminderden de spanningen in het oostelijke Middellandse Zeegebied. Turkije heeft zijn illegale booractiviteiten in de maritieme zones van Cyprus stopgezet. Niettemin werden begin oktober 2021 nieuwe incidenten gemeld met betrekking tot Cypriotische en Turkse onderzoeksmissies.

    De verkennende gesprekken tussen Griekenland en Turkije werden hervat en er vonden contacten op hoog niveau plaats. De Europese Raad van maart 2021 bevestigde opnieuw dat de EU gehecht blijft aan de verdediging van haar belangen en die van haar lidstaten en aan het handhaven van de regionale stabiliteit. De EU heeft het bestaande kader voor beperkende maatregelen in reactie op de ongeoorloofde booractiviteiten van Turkije in het oostelijke Middellandse Zeegebied, dat in november 2019 was vastgesteld, uitgebreid 19 .

    De soevereine rechten van de EU-lidstaten omvatten onder meer het recht op het sluiten van bilaterale overeenkomsten en het zoeken naar en exploiteren van hun natuurlijke hulpbronnen, overeenkomstig het EU-acquis en het internationaal recht, met inbegrip van het VN-verdrag inzake het recht van de zee. De soevereiniteit en de soevereine rechten over de maritieme zones van alle aangrenzende kuststaten, met inbegrip van die welke van toepassing zijn op hun eilanden, moeten worden geëerbiedigd, en de afbakening van exclusieve economische zones en het continentaal plat moet geschieden volgens het internationaal recht door middel van een dialoog te goeder trouw en met het oog op goede nabuurschapsbetrekkingen. Om in het oostelijke Middellandse Zeegebied een klimaat van stabiliteit en veiligheid tot stand te brengen en coöperatieve en wederzijds voordelige betrekkingen tussen de EU en Turkije te ontwikkelen, is het een absolute vereiste de dialoog te goeder trouw te voeren en af te zien van unilaterale acties die indruisen tegen de belangen van de EU en in strijd zijn met het internationaal recht en de soevereine rechten van de EU-lidstaten. Alle geschillen moeten worden opgelost door middel van een vreedzame dialoog en in overeenstemming met het internationaal recht.

    Het is van het grootste belang dat Turkije zich blijft uitspreken voor en in concrete termen bijdraagt tot de onderhandelingen over een rechtvaardige, omvattende en haalbare oplossing voor de kwestie-Cyprus binnen het kader van de Verenigde Naties en overeenkomstig de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad. In april 2021 vond een informele 5+1-bijeenkomst over Cyprus plaats. Het is belangrijk dat Turkije zijn gehechtheid aan en constructieve inzet voor de door de Verenigde Naties geleide besprekingen over een oplossing van het conflict in Cyprus opnieuw bevestigt, in overeenstemming met de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, met inbegrip van de externe aspecten daarvan. Er mogen geen unilaterale acties worden ondernomen die de spanningen op het eiland kunnen doen toenemen en een hervatting van de gesprekken zouden kunnen ondermijnen. Wat Varosha betreft, moet Turkije de op 20 juli 2021 aangekondigde unilaterale acties en alle stappen die het sinds oktober 2020 met betrekking tot Varosha heeft genomen en die in strijd zijn met de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, onmiddellijk ongedaan maken. Turkije moet dringend voldoen aan zijn verplichting om het Aanvullend Protocol bij de associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije volledig uit te voeren en te werken aan de normalisering van de betrekkingen met de Republiek Cyprus.

    Goede nabuurschapsbetrekkingen en verzoening zijn onlosmakelijk verbonden met de rechtsstaat, economisch bestuur en regionale samenwerking. De specifieke doelstelling van IPA III op dit gebied is bij te dragen tot maatschappelijke cohesie en veerkracht door de erfenis van de conflicten uit het verleden aan te pakken en te zorgen voor gerechtigheid voor alle slachtoffers van conflicten. Ook het verbeteren van goede nabuurschapsbetrekkingen bevordert het vertrouwen van de burgers en helpt belemmeringen voor politieke, economische en sociale uitwisselingen en samenwerking wegnemen. In het licht hiervan zal in het kader van IPA III voorrang worden gegeven aan maatregelen die vertrouwen helpen opbouwen, maatschappelijke cohesie helpen bevorderen en de nabuurschapsbetrekkingen helpen versterken, met name 1)    de straffeloosheid van ernstige internationale misdrijven bestrijden, onder meer via nauwe regionale samenwerking en doeltreffende binnenlandse vervolgingen; 2) de rechten van slachtoffers bevorderen; 3) een intensievere politieke en beleidsdialoog op politiek en technisch niveau bevorderen alsook bemiddelingsinspanningen om de resterende aangelegenheden uit het verleden aan te pakken; onderwijs en jongeren, met inbegrip van interculturele dialoog, bevorderen en ondersteunen als vectoren voor sociale cohesie en vreedzame betrekkingen en als aanjagers van duurzame sociaal-economische ontwikkeling; en 4) lokale uitwisselingen en intermenselijke contacten ontwikkelen op diverse gebieden, waaronder economische en milieusamenwerking, goed bestuur en justitie, media, sociale inclusie, mensenrechten, met name gendergelijkheid, de rechten van het kind, jongerenparticipatie, sociale rechten en de rechten van personen die tot minderheden behoren.



    V. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN    

               

    Op basis van de bovenstaande analyse en de beoordelingen in de als bijlage opgenomen samenvattingen over de afzonderlijke landen komt de Commissie tot de volgende conclusies en aanbevelingen:

    I.

    1.Een geloofwaardig uitbreidingsbeleid is een geostrategische investering in vrede, stabiliteit, veiligheid en economische groei in heel Europa. Met elke uitbreiding van de EU kunnen meer mensen baat hebben bij al deze voordelen. De sleutel daartoe is ervoor te zorgen dat het proces gebaseerd blijft op strikte maar billijke voorwaarden en het beginsel van de eigen verdiensten. Deze voorwaarden moeten objectief, precies, gedetailleerd, strikt en verifieerbaar zijn. Dit helpt de betrokken landen zich voor te bereiden om aan alle vereisten voor lidmaatschap te voldoen, hetgeen een van de essentiële politieke prioriteiten van de EU is.

    2.De in 2020 herziene methode voor de uitbreiding is erop gericht het toetredingsproces verder te versterken door het voorspelbaarder, geloofwaardiger en dynamischer te maken, en er meer politieke sturing aan te geven. Het toetredingsproces is gebaseerd op vertrouwen in het proces, wederzijds vertrouwen en duidelijke verbintenissen door zowel de Europese Unie als de Westelijke Balkan.

    3.De vertraging bij de officiële start van de toetredingsonderhandelingen met Albanië en Noord-Macedonië tast de geloofwaardigheid van de EU aan. De hangende bilaterale kwesties tussen Bulgarije en Noord-Macedonië moeten prioritair worden opgelost. Het is van cruciaal belang dat de EU-lidstaten de besprekingen over de onderhandelingskaders onverwijld afronden en dat de eerste intergouvernementele conferenties met Albanië en Noord-Macedonië zo spoedig mogelijk en voor het einde van dit jaar worden gehouden. Tijdens de intergouvernementele conferenties met Montenegro en Servië in juni 2021 werd de toepassing van de herziene methode met deze twee landen bekrachtigd.

    4.Met de verklaring van Brdo van 6 oktober 2021 is een belangrijk signaal gegeven aan de partners van de EU in de Westelijke Balkan, namelijk dat hun toekomst in de Europese Unie ligt. De EU heeft haar ondubbelzinnige steun voor het Europese perspectief van de Westelijke Balkan bevestigd en was ingenomen met de verbondenheid van de partners van de Westelijke Balkan aan het Europese perspectief, als een wederzijds strategisch belang en een gezamenlijke strategische keuze. De EU was ingenomen met de opnieuw bevestigde gehechtheid van de partners van de Westelijke Balkan aan het primaat van de democratie, de fundamentele waarden en de rechtsstaat.

    5.De overeenkomst om topontmoetingen tussen de EU en de Westelijke Balkan regelmatig te doen plaatsvinden, is een belangrijke toezegging die een structuur zal bieden voor politieke dialoog op het hoogste niveau en voor nauwere betrokkenheid van de regio bij het EU-beleid op haar weg naar de EU. In de initiatieven waarover tijdens de top in Brdo overeenstemming is bereikt, zijn de beleidsprioriteiten van de EU weerspiegeld, en zij bieden de burgers van de regio nieuwe kansen en voordelen. Tijdens de top werd het startschot gegeven voor een specifieke agenda voor de Westelijke Balkan voor innovatie, onderzoek, onderwijs, cultuur, jongeren en sport (“innovatieagenda voor de Westelijke Balkan”), die wetenschappelijke excellentie zal bevorderen, de onderwijsstelsels van de regio zal hervormen, extra kansen voor jongeren zal creëren en kennisvlucht zal helpen voorkomen. Tijdens de top werd de routekaart die de voorwaarden en duidelijke doelstellingen zal bevatten voor een verlaging van de roamingkosten tussen de EU en de Westelijke Balkan, toegejuicht, evenals het akkoord over een gedetailleerd actieplan voor de groene agenda, en kwamen de leiders overeen de samenwerking op een aantal gebieden, waaronder veiligheid, te versterken.

    6.Turkije blijft een cruciale partner van de Europese Unie op essentiële gebieden van gemeenschappelijk belang, variërend van migratie en terrorismebestrijding tot economie, handel, energie en vervoer. In dat verband zijn dialogen op hoog niveau gehouden over klimaat en migratie, die binnenkort zullen worden gevolgd door een dialoog over gezondheid. In juni 2019 heeft de Raad er opnieuw op gewezen dat Turkije steeds verder van de Europese Unie afdrijft en dat de toetredingsonderhandelingen met Turkije feitelijk tot stilstand zijn gekomen en geen nieuwe hoofdstukken in aanmerking kunnen komen voor opening of sluiting. De feiten die ten grondslag lagen aan deze beoordeling, zijn nog steeds van toepassing. Niettemin zijn de dialoog en de samenwerking met Turkije in 2021 geïntensiveerd.

    7.De Westelijke Balkan en Turkije werden gedurende de gehele verslagperiode nog steeds hard getroffen door de COVID-19-pandemie. De autoriteiten in de uitbreidingslanden zijn strenge maatregelen blijven nemen om de uitbreiding van de pandemie en de impact ervan op de volksgezondheid te beperken en de sociaal-economische gevolgen te verzachten. Noodmaatregelen om het aantal besmettingen te beperken, moeten steeds evenredig en in de tijd beperkt zijn, met inachtneming van de fundamentele vrijheden, waaronder de vrijheid van meningsuiting. De economische impact van de pandemie bleef aanzienlijk, waardoor er over het algemeen beperkte budgettaire ruimte was voor overheidsingrijpen.

    8.Hoewel de EU zelf zwaar door deze crisis wordt getroffen, heeft zij een pakket van meer dan 3,3 miljard EUR vrijgemaakt, waaronder onmiddellijke steun voor de aanpak van vraagstukken op gezondheidsgebied en aanzienlijke financiële middelen voor het economisch herstel van de regio. Daarnaast behandelt de EU de Westelijke Balkan als een geprivilegieerde partner door toegang te blijven bieden tot talrijke initiatieven en instrumenten die eigenlijk alleen voor EU-lidstaten bedoeld zijn; door aanzienlijke hoeveelheden vaccins te leveren via wederverkoop of donaties door de lidstaten (eind augustus 2021 ging het in totaal om bijna 2,9 miljoen doses); en door de partners in staat te stellen hun COVID-certificaten compatibel te maken met het digitaal EU-covidcertificaat (Albanië, Noord-Macedonië en Turkije zijn de eersten die dat doen). Deze steun van de EU gaat veel verder en is veel uitgebreider dan de steun die door om het even welke andere partner aan de regio wordt verleend. Net zoals de EU de grootste investeerder, donor en handelspartner van de Westelijke Balkan is, is ook dit een duidelijke weerspiegeling van de strategische band van de regio met de EU.

    9.Het economisch en investeringsplan van de EU voor de Westelijke Balkan zal voor de regio een aanzienlijke stimulans zijn, met 9 miljard EUR aan subsidies en garanties die als hefboom moeten dienen voor investeringen tot 20 miljard EUR. Dit plan van bijna 30 miljard EUR, dat ongeveer een derde van het bbp van de regio vertegenwoordigt, zal voorzien in middelen voor duurzame infrastructuur (vervoer, energie, digitale infrastructuur), het verbinden van de regio onderling en met de EU, de dubbele groene en digitale transitie en het herstel van de particuliere sector na de pandemie. Het zal een concreet verschil maken bij het dichten van de sociaal-economische kloof tussen de Westelijke Balkan en de EU. Na de vaststelling van het rechtskader voor de verordening betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA III) voor de periode 2021-2027, dat de belangrijkste financieringsbron is, is het nu essentieel om de voorbereiding van uitgewerkte en duurzame projecten te versnellen.

    10.De goedkeuring van het IPA III-rechtskader voorziet in een solide beleidsgestuurde aanpak waarbij de steun strategisch en dynamisch wordt ingezet en waarbij de fundamentele vereisten voor lidmaatschap, met name de rechtsstaat en goed bestuur, centraal komen te staan in het instrument.

    11.In het economisch en investeringsplan worden de partners van de Westelijke Balkan ertoe opgeroepen hun economieën onderling beter te integreren en hervormingen van de regelgeving door te voeren, om het groeipotentieel van de marktintegratie optimaal te benutten. Tijdens de top van Sofia in november 2020 zijn de leiders van de Westelijke Balkan overeengekomen een gemeenschappelijke regionale markt tot stand te brengen, die stoelt op de EU-regels en -normen, gestructureerd is rond de vier vrijheden (vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en mensen) en die betrekking heeft op aspecten van het digitaal, investerings-, innovatie- en industrieel beleid. De EU staat volledig achter de uitvoering van dit initiatief, dat inclusief van opzet is en van cruciaal belang zal blijven om het potentieel van de regio en van het economisch en investeringsplan ten volle te benutten.

    12.Sinds de overeenkomst over de totstandbrenging van de gemeenschappelijke regionale markt hebben de zes partners van de Westelijke Balkan goede vooruitgang geboekt bij de onderhandelingen, binnen dit kader, over verscheidene regionale overeenkomsten om het verkeer van personen, beroepsbeoefenaren en diensten in de regio te vergemakkelijken. Ondanks deze technische vooruitgang konden deze overeenkomsten niet worden goedgekeurd wegens politieke meningsverschillen die geen verband houden met de inhoud ervan. Deze obstakels moeten prioritair worden weggenomen. Inclusieve regionale samenwerking, in plaats van unilaterale maatregelen, blijft een politieke en economische noodzaak voor de Westelijke Balkan.

    13.De gemeenschappelijke regionale markt vormt een stap in de richting van nauwere integratie van de regio met de interne markt van de EU, voorafgaand aan toetreding, terwijl tegelijk een gelijk speelveld wordt gewaarborgd. Dit is van cruciaal belang voor de regio om haar bevoorrechte betrekkingen met de EU en haar inspanningen om zich aan te passen aan de regels en normen van de EU te versterken. De Europese Commissie zal de regio blijven helpen om de grensoverschrijdende betalingskosten te verlagen en het verkeer van industriële en consumptiegoederen alsook de elektronische handel tussen de EU en de Westelijke Balkan te vergemakkelijken.

    14.Een dergelijke regionale samenwerking is ook van cruciaal belang in het kader van de versterking van de betrekkingen van goed nabuurschap. Het is essentieel dat de erfenis van het verleden wordt verwerkt en geschillen die voortvloeien uit de conflicten van de jaren ’90, worden opgelost. In de EU is geen ruimte voor ontkenning van de genocide, verheerlijking van oorlogsmisdadigers of opruiende taal, door welke partij dan ook.

    15.De door de EU gefaciliteerde dialoog over de normalisering van de betrekkingen tussen Servië en Kosovo blijft centraal staan in het licht van de Europese toekomst van beide partners en essentieel voor de stabiliteit van de hele regio. Beide partijen moeten zich constructief inzetten voor de doelstelling om te komen tot een brede, juridisch bindende normaliseringsovereenkomst. Eenzijdige en ongecoördineerde acties die de stabiliteit in gevaar brengen, moeten worden vermeden.

    II

    16.In Montenegro werden de politieke gehechtheid aan de strategische EU-koers waaraan de autoriteiten publiekelijk uiting hebben gegeven, en de inzet van het land in het kader van het toetredingsproces regelmatig en op consistente wijze aangemerkt als nationale topprioriteit, en zij komen in het algemeen tot uiting in de desbetreffende beleidsbeslissingen, bijvoorbeeld de verdere volledige aanpassing aan het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU.

    Volgens het oordeel van de Commissie wordt momenteel, in overeenstemming met het onderhandelingskader, gezorgd voor een algeheel evenwicht tussen vooruitgang op het gebied van de rechtsstaat enerzijds en vooruitgang bij de toetredingsonderhandelingen over de verschillende hoofdstukken heen anderzijds. De verwezenlijking van tussentijdse benchmarks over de rechtsstaathoofdstukken 23 en 24 blijft de prioriteit voor verdere algemene vooruitgang in de toetredingsonderhandelingen. Zolang niet aan deze benchmarks is voldaan, kan niet worden overgegaan tot de voorlopige afsluiting van andere hoofdstukken of clusters. Om deze mijlpaal te bereiken, moet Montenegro zijn inspanningen voor de aanpak van de resterende kwesties, onder meer op de kritieke gebieden vrijheid van meningsuiting en mediavrijheid en de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad, verder opvoeren, zonder eerdere verwezenlijkingen in het kader van de hervorming van het justitiële stelsel ongedaan te maken. Dit vereist dat de autoriteiten concreet blijk geven van hun gehechtheid aan de EU-hervormingsagenda van Montenegro.

    17.De Servische regering bleef Europese integratie als haar strategische doel beschouwen. De regering heeft in de eerste helft van 2021 voorrang gegeven aan EU-gerelateerde hervormingen en heeft een aantal belangrijke uitstaande toezeggingen gedaan, met name op het gebied van belastingen en energie. Servië blijft een belangrijke partner van de EU bij GVDB-missies en -operaties en heeft de afstemming van zijn beleid op het buitenlands beleid van de EU verbeterd tot 61 % in augustus 2021, ten opzichte van 56 % in 2020; verdere inspanningen worden nog verwacht. Wat de normalisering van de betrekkingen met Kosovo betreft, heeft Servië zich voor de dialoog ingezet. Servië moet zich constructief blijven inzetten voor en bijdragen tot het bereiken van een brede, juridisch bindende normaliseringsovereenkomst met Kosovo. Een dergelijke overeenkomst is urgent en cruciaal voor de vooruitgang van Servië en Kosovo op hun Europese parcours. Servië moet ook alle eerdere dialoogovereenkomsten handhaven en volledig uitvoeren.

    Volgens het oordeel van de Commissie wordt momenteel, in overeenstemming met het onderhandelingskader, gezorgd voor een algeheel evenwicht tussen vooruitgang op het gebied van de rechtsstaat en de normalisering van de betrekkingen met Kosovo enerzijds en vooruitgang bij de toetredingsonderhandelingen over de verschillende hoofdstukken heen anderzijds. Servië moet de hervormingen wat betreft de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de bestrijding van corruptie, de mediavrijheid, de binnenlandse aanpak van oorlogsmisdaden en de strijd tegen georganiseerde misdaad voortzetten, versnellen en verdiepen. De Servische autoriteiten moeten met name de grondwetshervorming op het gebied van justitie tegen het einde van dit jaar afronden. De vooruitgang die Servië heeft geboekt op het vlak van de rechtsstaat en de normalisering van de betrekkingen met Kosovo is essentieel en het algemene tempo van de toetredingsonderhandelingen zal daarvan blijven afhangen. Naast de hervormingen moeten de Servische autoriteiten meer nadruk leggen op proactieve en objectieve communicatie over de EU, die de belangrijkste politieke en economische partner van Servië is.

    De Commissie is ingenomen met het feit dat Servië heeft voldaan aan de benchmarks voor de openstelling van cluster 3 (Concurrentievermogen en inclusieve groei) en cluster 4 (Groene agenda en duurzame connectiviteit). De Commissie steunt de ambitie van Servië om zo spoedig mogelijk nieuwe toetredingsclusters te openen op basis van de verdere voortgang van de hervormingen.

    18. Noord-Macedonië voldoet nog steeds aan de voorwaarden om toetredingsonderhandelingen te openen en de autoriteiten hebben publiekelijk blijk gegeven van het feit dat zij vastbesloten zijn vooruitgang te boeken op hun weg naar de EU. Het land voert de EU-hervormingen aan een gestaag en vastberaden tempo uit en heeft zijn inspanningen opgevoerd om verder concrete resultaten te boeken. De duurzaamheid van deze structurele hervormingen is een proces op lange termijn, dat volgehouden inzet vergt van zowel de regering als de oppositie en andere geledingen van de maatschappij. De mate waarin Noord-Macedonië zijn beleid heeft afgestemd op het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU, is verder verbeterd, tot 96 % in augustus 2021, ten opzichte van 94 % in 2020. In maart 2020 hebben de leden van de Europese Raad unaniem hun goedkeuring gehecht aan het besluit om toetredingsonderhandelingen te openen met Noord-Macedonië.

    De vertraging bij de officiële start van de toetredingsonderhandelingen tast de geloofwaardigheid van de EU aan. De hangende bilaterale kwesties tussen Bulgarije en Noord-Macedonië moeten prioritair worden opgelost. De Commissie kijkt uit naar en benadrukt het belang van de verdere uitvoering, door alle partijen, van de Prespa‑overeenkomst met Griekenland en van het verdrag inzake vriendschap, goed nabuurschap en samenwerking met Bulgarije. Overeenkomstig de conclusies van de Raad heeft de Commissie de noodzakelijke voorbereidende werkzaamheden voortgezet en ziet zij uit naar de eerste intergouvernementele conferentie, die zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de onderhandelingskaders door de Raad en voor het einde van dit jaar zal worden bijeengeroepen.

    19.Albanië voldoet nog steeds aan de voorwaarden om toetredingsonderhandelingen te openen. Het land bleef blijk geven van zijn inzet om vooruitgang te boeken op de weg naar toetreding tot de EU en heeft concrete en duurzame resultaten geboekt op het gebied van hervormingen. De brede justitiële hervorming is verder uitgevoerd. Met de benoeming van drie nieuwe rechters bij het Grondwettelijk Hof herstelde het Hof het vereiste quorum voor het houden van plenaire zittingen en werd het volledig operationeel, waarmee aan de gerelateerde resterende voorwaarde voor de eerste intergouvernementele conferentie is voldaan. Het land moet zich nu blijven inzetten voor zijn hervormingsagenda, onder meer op het gebied van de rechtsstaat. Het beleid van Albanië blijft volledig afgestemd op het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU.

    In maart 2020 hebben de leden van de Europese Raad unaniem hun goedkeuring gehecht aan het besluit om toetredingsonderhandelingen met Albanië te openen. De vaststelling van het onderhandelingskader met Albanië en de organisatie van de eerste intergouvernementele conferentie lopen vertraging op. Overeenkomstig de conclusies van de Raad heeft de Commissie de noodzakelijke voorbereidende werkzaamheden voortgezet en ziet zij uit naar de eerste intergouvernementele conferentie, die zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de onderhandelingskaders door de Raad en voor het einde van dit jaar zal worden bijeengeroepen.

    20.In Bosnië en Herzegovina werd de politieke gehechtheid aan het strategische doel van Europese integratie waaraan de autoriteiten op alle overheidsniveaus publiekelijk uiting hebben gegeven, niet omgezet in concrete maatregelen, aangezien de politieke leiders zich bleven inlaten met verdeeldheid zaaiende retoriek en weinig constructieve politieke geschillen, die de algemene vooruitgang met betrekking tot de 14 essentiële prioriteiten hebben belemmerd. De blokkade van de staatsinstellingen baart grote zorgen en kan alleen door middel van politieke dialoog worden overwonnen. Toch zijn enkele belangrijke stappen gezet om een aantal essentiële prioriteiten uit het advies aan te pakken. Er is geen vooruitgang geboekt met betrekking tot het functioneren van de rechterlijke macht. Gezien de aanhoudende en duidelijke tekenen van verslechtering zijn nog steeds dringend maatregelen nodig om de integriteit van de rechterlijke macht te versterken en het vertrouwen van de burgers terug te winnen. De mate waarin het beleid van Bosnië en Herzegovina is afgestemd op het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU is in augustus 2021 gedaald tot 43 %, ten opzichte van 70 % in 2020.

    Bosnië en Herzegovina moet werk maken van de 14 essentiële prioriteiten uit het advies van de Commissie van mei 2019 over het verzoek van het land om toetreding tot de EU, overeenkomstig de desbetreffende conclusies van de Raad van december 2019. Bosnië en Herzegovina moet zijn wetgevende en institutionele kader fundamenteel verbeteren, waar nodig ook op grondwettelijk niveau, om aan de vereisten van EU-lidmaatschap te voldoen. De politieke actoren en instellingen moeten een transparante en inclusieve dialoog aangaan, onder meer over electorale en grondwettelijke hervormingen om reeds lang bestaande electorale tekortkomingen aan te pakken. Bosnië en Herzegovina zal een kritische massa aan hervormingen moeten doorvoeren voordat de Commissie kan aanbevelen het land de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen. De verwezenlijking van de 14 essentiële prioriteiten zal de Commissie in staat stellen aan te bevelen dat toetredingsonderhandelingen met de EU worden geopend.

    21.In Kosovo is door de veranderende politieke context en de nadruk op de respons op en het herstel van de pandemie over het algemeen beperkte vooruitgang geboekt met de EU-gerelateerde hervormingen en de uitvoering van de stabilisatie- en associatieovereenkomst. De vervroegde parlementsverkiezingen in februari 2021 hebben geleid tot de vorming van een nieuwe regering met een duidelijke parlementaire meerderheid. De goedkeuring van een tweede fase van de Europese hervormingsagenda en het bijbehorende actieplan, in oktober 2021 door de wetgevende vergadering bekrachtigd, bevestigde de hernieuwde inzet van Kosovo voor EU-gerelateerde hervormingen. Het zal van groot belang zijn dat het actieplan in de komende periode volledig en doeltreffend wordt uitgevoerd.

    Wat de normalisering van de betrekkingen met Servië betreft, heeft Kosovo zich voor de dialoog ingezet. Kosovo moet zich constructief blijven inzetten voor en bijdragen tot het bereiken van een brede, juridisch bindende normaliseringsovereenkomst met Servië. Een dergelijke overeenkomst is urgent en cruciaal voor de vooruitgang van Kosovo en Servië op hun respectieve Europese parcours. Kosovo moet ook alle eerdere dialoogovereenkomsten handhaven en volledig uitvoeren.

    Het voorstel van de Commissie voor visumliberalisering is nog steeds hangende in de Raad en moet urgent worden behandeld. De Commissie blijft bij haar beoordeling van juli 2018 dat Kosovo aan alle benchmarks voor visumliberalisering heeft voldaan.

    22.De Europese Raad verklaarde herhaaldelijk dat de EU een strategisch belang heeft bij een stabiele en veilige omgeving in het oostelijke Middellandse Zeegebied en bij coöperatieve en voor beide partijen voordelige betrekkingen met Turkije. Hij was verheugd dat situatie in het oostelijke Middellandse Zeegebied de-escaleert. De EU is bereid om op basis van een stapsgewijze, evenredige en omkeerbare aanpak met Turkije in dialoog te gaan met als doel intensiever samen te werken op een aantal gebieden van gemeenschappelijk belang, waaronder economische samenwerking, dialogen op hoog niveau over het klimaat, migratie, volksgezondheid, terrorismebestrijding en regionale kwesties, alsook op het gebied van intermenselijke contacten en mobiliteit, mits de huidige de-escalatie wordt voortgezet en Turkije zich constructief opstelt, onder de in de recente conclusies van de Europese Raad vastgestelde voorwaarden. In geval van nieuwe unilaterale acties of provocaties die in strijd zijn met het internationaal recht, zal de EU alle instrumenten en opties inzetten waarover zij beschikt om haar belangen en die van haar lidstaten te verdedigen. 

    Van Turkije wordt actieve ondersteuning verwacht voor onderhandelingen over een rechtvaardige, omvattende en levensvatbare oplossing voor de kwestie-Cyprus binnen het kader van de VN, in overeenstemming met de resoluties van de VN-Veiligheidsraad en de principes waarop de EU is gebaseerd. Het is belangrijk dat Turkije zijn gehechtheid aan en constructieve inzet voor de door de Verenigde Naties geleide besprekingen over een oplossing van het conflict in Cyprus opnieuw bevestigt, in overeenstemming met de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad. Er mogen geen unilaterale acties worden ondernomen die de spanningen op het eiland kunnen doen toenemen en een hervatting van de gesprekken zouden kunnen ondermijnen. Turkije moet dringend voldoen aan zijn verplichting om het Aanvullend Protocol bij de associatieovereenkomst EU-Turkije volledig en op niet-discriminerende wijze toe te passen. De belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen, waaronder beperkingen op rechtstreekse vervoersverbindingen met de Republiek Cyprus, moeten volledig worden weggewerkt.

    Er zijn ernstige tekortkomingen wat betreft de werking van de democratische instellingen van Turkije. Turkije heeft geen geloofwaardige maatregelen genomen om de ernstige bezorgdheid van de EU over de aanhoudende verslechtering van de situatie met betrekking tot de rechtsstaat, de grondrechten en het gerechtelijk apparaat weg te nemen. Turkije moet deze negatieve trend bij wijze van prioriteit keren door de verslechterde doeltreffendheid van de controlemechanismen in het politieke stelsel aan te pakken. De EU-leiders bevestigden dat de dialoog over de rechtsstaat en de grondrechten een integraal onderdeel blijft van de betrekkingen tussen de EU en Turkije.

    De verklaring EU-Turkije van maart 2016 heeft verder vruchten afgeworpen en Turkije is een belangrijke rol blijven spelen bij de aanpak van migratie langs de oostelijke Middellandse Zeeroute en bij de opvang van vluchtelingen; het herbergt het grootste aantal vluchtelingen ter wereld. De Commissie heeft voorgesteld 3 miljard EUR extra steun toe te kennen aan vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije. De Commissie herinnert aan het belang van de verdere uitvoering van de verklaring, onder meer op het gebied van terugkeer en het voorkomen van irreguliere migratieroutes. De EU is ingenomen met de bekrachtiging door Turkije van de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering en ziet ernaar uit met Turkije samen te werken aan de uitvoering van de Europese Green Deal. Zowel de EU als Turkije blijven voordeel hebben bij de douane-unie tussen de EU en Turkije. Turkije moet de samenwerking met de Commissie blijven opvoeren om de handelsbelemmeringen die de goede werking van de douane-unie in de weg staan, aan te pakken.  

    **



    VI. BIJLAGEN

    1.Samenvattingen van de bevindingen van de verslagen

    2.Statistische gegevens

    3.Indicatoren van derden met betrekking tot de status van de democratie, goed bestuur en de rechtsstaat in kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten

    (1)

    COM(2020) 641 final.

    (2)

    Dit omvat herschikkingen vanuit het instrument voor pretoetredingssteun, met een bedrag van 41,46 miljoen EUR voor onmiddellijke steun, 88 miljoen EUR voor ondersteuning van de gezondheidszorg, waarvan 70 miljoen EUR om de beschikbaarheid van en toegang tot betrouwbare, doeltreffende en door de EU goedgekeurde COVID-19-vaccins te verzekeren, 761,5 miljoen EUR om het herstel van de sociale en economische gevolgen van de crisis te ondersteunen, alsook 750 miljoen EUR aan macro-financiële bijstand en een steunpakket van 1,7 miljard EUR van de Europese Investeringsbank.

    (3)

    COM(2020) 57 final.

    (4)

      COM(2019) 261 final

    (5)

    * Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

    (6)

    COM(2020) 57 final.

    (7)

      Verklaring_van_Sofia_nl.pdf (europa.eu)

    (8)

    https://www.consilium.europa.eu/media/44029/st08101-en20.pdf

    (9)

    JOIN(2021) 8 final/2.

    (10)

    PB L 330 van 20.9.2021, blz. 1.

    (11)

    Empact (het Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging) is een door de EU-lidstaten aangestuurd veiligheidsinitiatief om bedreigingen van de georganiseerde en zware internationale misdaad te identificeren, te prioriteren en aan te pakken. Empact is nu een permanent instrument, zoals bepaald in de conclusies van de Raad over Empact 2022+ . In mei 2021 heeft de Raad de conclusies aangenomen waarin de prioriteiten van de EU voor de volgende Empact-cyclus worden vastgesteld (januari 2022 – december 2025).

    (12)

    Mededeling over de EU-strategie voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit (2021-2025), COM(2021) 170 final van 14 april 2021.

    (13)

    JOIN(2016) 18 final.

    (14)

      Verklaring van Zagreb, 6 mei 2020 (europa.eu)

    (15)

      Start van uitvoering digitale agenda voor de Westelijke Balkan (europa.eu)

    (16)

    JOIN(2020) 18 final.

    (17)

      https://www.venice.coe.int/webforms/documents/default.aspx?pdffile=CDL-AD(2020)011-e

    (18)

     COM(2020) 624 final.

    (19)

      https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32020D1657&from=NL  

    Top

    Straatsburg, 19.10.2021

    COM(2021) 644 final

    BIJLAGEN

    bij

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

    Mededeling 2021 inzake het uitbreidingsbeleid van de EU

    {SWD(2021) 288 final} - {SWD(2021) 289 final} - {SWD(2021) 290 final} - {SWD(2021) 291 final} - {SWD(2021) 292 final} - {SWD(2021) 293 final} - {SWD(2021) 294 final}


    BIJLAGE 1 - Samenvattingen van de bevindingen van de verslagen

    Montenegro

    Wat de politieke criteria betreft, werd de verslagperiode gekenmerkt door spanningen en wantrouwen tussen de politieke actoren. De diepe polarisatie tussen de nieuwe regerende meerderheid en de oppositie bleef in 2020 bestaan en nam toe in de periode na de verkiezingen. Gespannen relaties en wantrouwen leidden tot frequente escalaties en verergerden de politieke verdeeldheid nog, ook binnen de regerende meerderheid. De parlementsverkiezingen leidden tot een verandering van de regerende coalitie en veranderden de dynamiek tussen de organen van de staat; zij legden de vinger op de noodzaak om een evenwicht te vinden in het nieuwe politieke landschap, onder meer met betrekking tot religieuze gemeenschappen en etniciteit, die de politieke agenda tijdens de verslagperiode domineerden. De wrijving tussen de uitvoerende en de wetgevende macht heeft de hervormingswerkzaamheden afgeremd. In december 2020 verkoos het parlement de 42e regering van Montenegro en werd het aantal ministeries aanzienlijk verminderd. Het is de eerste regering in Montenegro die voornamelijk bestaat uit niet-politiek gebonden technocraten.

    In zijn eindverslag over de parlementsverkiezingen van 2020 heeft de beperkte verkiezingswaarnemingsmissie van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de OVSE (ODIHR) een grondige hervorming aanbevolen om het kiesrechtelijk kader te harmoniseren en alle belangrijke aspecten van verkiezingen te reguleren door middel van een inclusief proces, ruim op tijd voor de volgende verkiezingen. In december 2020 heeft het parlement een commissie inzake de grondige electorale hervorming opgericht, die tot taak heeft tegen eind 2021 wetgevingshervormingen door te voeren. De vooruitgang verloopt traag als gevolg van vertragingen aan het begin van het proces en periodieke boycots. Het parlement heeft de voorzitter van de nationale kiescommissie (SEC) in juni 2021 ontslagen en de benoeming van een nieuwe voorzitter is nog in behandeling bij het parlement. Verdere inspanningen zijn nodig om het professionalisme, de transparantie en de verantwoordingsplicht van de SEC te vergroten.

    In 2021 vonden in twee gemeenten lokale verkiezingen plaats. Ondanks het akkoord tussen de partijen om alle lokale verkiezingen op dezelfde dag te houden, voorziet het wettelijke kader er nog steeds in dat deze verkiezingen voortdurend plaatsvinden. Dit betekent dat er bijna de hele tijd op nationaal en lokaal niveau campagne wordt gevoerd met het oog op verkiezingen. Er moet nog worden gezorgd voor een geloofwaardige, onafhankelijke en doeltreffende institutionele respons op de zogenaamde “affaire met de enveloppe”.

    Het gebrek aan constructieve betrokkenheid van alle parlementaire actoren verhinderde een zinvolle politieke dialoog, waardoor het politieke landschap verder werd gepolariseerd. De boycot van de plenaire vergaderingen door de meerderheid van de parlementsleden, zowel van de oppositie als van de regerende meerderheid, had tot gevolg dat de besluitvorming in het parlement in 2021 werd opgeschort. Het parlement heeft zijn werkzaamheden transparanter gemaakt door met het publiek te communiceren en het heeft zijn wetgevende en toezichthoudende rol in het algemeen versterkt.

    De regerende meerderheid heeft vaak wetgeving geïnitieerd of aangenomen via de versnelde procedure, zonder de nodige openbare raadplegingen en zonder terdege rekening te houden met de vereisten voor toetreding tot de EU. Het parlement moet in de praktijk nog blijk geven van zijn gehechtheid aan de EU-hervormingsagenda van Montenegro en de coördinatie met de regering inzake wetgevingsinitiatieven verbeteren. Het parlement moet de professionele en deskundige capaciteit van zijn administratief personeel versterken en de politieke vertegenwoordiging van vrouwen verbeteren.

    De samenstelling van het huidige parlement is ongekend in de geschiedenis van Montenegro. Het parlement moet streven naar een brede partij-overschrijdende en maatschappelijke consensus over EU-gerelateerde hervormingen, wat van vitaal belang is voor het land om vooruitgang te boeken op zijn weg naar de EU. Het is duidelijk dat de actieve en constructieve deelname van alle partijen vereist is om de parlementaire verantwoordingsplicht, het toezicht op de uitvoerende macht, de democratische controle en een betere kwaliteit van de wetgeving te versterken en belangrijke benoemingen mogelijk te maken. Tot dusver kon het parlement de vereiste tweederdemeerderheid voor belangrijke benoemingen in het gerecht niet bereiken, waardoor belangrijke rechterlijke functies nog steeds tijdelijk ingevuld zijn.

    Wat goed bestuur betreft, is er behoefte aan meer betrokkenheid van de belanghebbenden en een sterker vermogen van de regering om hervormingen door te voeren. In december 2020 heeft het parlement de 42e regering van Montenegro gekozen. Het aantal ministeries is teruggebracht tot 12; vrouwen staan aan het hoofd van vier ervan. De nieuwe regeringssamenstelling is het eerste technocratenkabinet in Montenegro; alleen de functie van vicepremier wordt bekleed door een politieke partijleider. De regering heeft ook een nieuw nationaal programma voor toetreding tot de EU voor de periode 2021-2023 goedgekeurd. De onderhandelingsstructuur werd aanzienlijk verzwakt door het aftreden of ontslag van 110 parlementsleden; 16 van hen waren onderhandelaars over hoofdstukken en 24 waren voorzitter van een werkgroep. De meeste van deze belangrijke posten blijven vacant. In sommige van de belangrijkste ministeries is onder de nieuwe leiding geen blijk gegeven van voldoende inzet en constructieve betrokkenheid bij het EU-toetredingsproces.

    De rol van het maatschappelijk middenveld wordt erkend en bevorderd, maar het huidige wettelijke en institutionele kader moet verder worden verbeterd om de mechanismen voor overleg en samenwerking tussen overheidsinstellingen en het maatschappelijk middenveld in het kader van het EU-toetredingsproces te versterken.

    Montenegro is redelijk voorbereid op het gebied van de hervorming van het openbaar bestuur. In het algemeen is tijdens de verslagperiode beperkte vooruitgang geboekt. De regeringswisseling en de wissel van de parlementaire meerderheid hebben ernstige gevolgen gehad voor het ambtenarenapparaat. Door wijzigingen van de wet op ambtenaren en overheidspersoneel werden de vereisten voor bekwaamheid, onafhankelijkheid en de aanwerving van ambtenaren op basis van verdiensten versoepeld. Bovendien heeft de recente reorganisatie van het openbare bestuur geleid tot aanzienlijke personeelswijzigingen, onder meer op hoog niveau, waardoor het vermogen van Montenegro om ervaren personeel in verband met het EU-toetredingsproces in tal van sectoren te behouden, in gevaar werd gebracht. Er is sterke politieke wil nodig om de overheidsdiensten effectief te depolitiseren en het staatsbestuur te optimaliseren, alsook om de verantwoordingsplicht van bestuurders in de praktijk te brengen.

    Montenegro blijft redelijk voorbereid om het EU-acquis en de Europese normen op het gebied van de rechterlijke macht en de grondrechten toe te passen en heeft wat dat betreft over het algemeen beperkte vooruitgang geboekt, met beperkte resultaten op het gebied van verantwoordingsplicht. Er is geen vooruitgang geboekt op het gebied van het gerechtelijke apparaat, en de uitvoering van belangrijke justitiële hervormingen stagneert. Vooralsnog ontbreekt het aan de doorslaggevende politieke inzet die nodig is om belangrijke onderdelen van deze hervormingen te deblokkeren, en een aantal benoemingen in de rechterlijke macht is nog in behandeling in het parlement omdat geen gekwalificeerde meerderheid kan worden bereikt. Ondanks een proactievere aanpak van het agentschap voor corruptiebestrijding blijft corruptie wijdverbreid op veel gebieden en een punt van zorg. Wat de grondrechten betreft, bleef Montenegro voldoen aan de verplichtingen uit hoofde van de internationale instrumenten en wetgeving inzake de mensenrechten. Het blijft echter moeilijk ervoor te zorgen dat de nationale wetgeving inzake de mensenrechten doeltreffend wordt uitgevoerd. Er is beperkte vooruitgang geboekt op het gebied van de vrijheid van meningsuiting.

    Montenegro is enigszins voorbereid wat betreft de strijd tegen corruptie. Het land heeft beperkte vooruitgang geboekt, aangezien de aanbevelingen van vorig jaar inzake verdere resultaten op het gebied van repressie en preventie van corruptie en de inspanningen van het agentschap voor corruptiebestrijding om zijn uitdagingen aan te pakken, maar gedeeltelijk zijn opgevolgd. Er moet verder werk worden gemaakt van de inbeslagneming en confiscatie van vermogensbestanddelen. Het agentschap voor corruptiebestrijding onder nieuw beheer heeft blijk gegeven van een proactievere aanpak, met name bij het intensiveren van zijn communicatie- en voorlichtingsactiviteiten ten behoeve van het grote publiek, de media en het maatschappelijk middenveld, en bij het aanpakken van de nog hangende zaken van voorgaande jaren. Ondanks deze positieve trend zijn er nog steeds uitdagingen in verband met de onafhankelijkheid, prioriteitstelling, selectieve aanpak en kwaliteit van de besluiten van het agentschap, die aanhoudende inspanningen op dit gebied vereisen. Corruptie blijft echter op veel gebieden vaak voorkomen. Er is een sterke politieke wil nodig om dit probleem daadwerkelijk aan te pakken, alsook voor een krachtige strafrechtelijke respons op corruptie op hoog niveau.

    Montenegro heeft enige mate van voorbereiding bereikt/is redelijk voorbereid op het gebied van de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Het land heeft enige vooruitgang geboekt bij het opvolgen van de aanbevelingen van vorig jaar, met name wat betreft het verbeteren van de toegang van rechtshandhavingsinstanties tot de belangrijkste gegevensbanken en het vergroten van het aantal onderzoekers en deskundigen op belangrijke gebieden. Het aantal zaken in verband met georganiseerde misdaad dat werd onderzocht en vervolgd, bleef toenemen en het aantal zaken dat bij rechtbanken werd behandeld, is bijna verdrievoudigd. De internationale politiesamenwerking is stevig verankerd en bleef resultaten opleveren, met ongeziene inbeslagnamen van drugs in het buitenland. De capaciteit om tabakssmokkel en witwassen aan te pakken, ligt echter nog niet op het verwachte niveau. Montenegro moet nog een aantal structurele tekortkomingen in zijn strafrechtelijke systeem aanpakken, waaronder de manier waarop zaken inzake georganiseerde misdaad door de rechtbanken worden behandeld.

    Op het gebied van de grondrechten beschikt Montenegro grotendeels over het wetgevende en institutionele kader en heeft het enige vooruitgang geboekt bij het nakomen van de verplichtingen uit hoofde van de internationale instrumenten en wetgeving inzake de mensenrechten. Er blijven echter nog uitdagingen bestaan met betrekking tot de effectieve uitvoering ervan. De doeltreffendheid van onderzoeken naar buitensporig gebruik van geweld door rechtshandhavers en naar haatmisdrijven moet verder worden verbeterd. Kwetsbare groepen, waaronder Roma en Egyptenaren, en personen met een handicap ondervinden nog steeds talrijke vormen van discriminatie en ervaren moeilijkheden bij het afdwingen van hun rechten in administratieve en gerechtelijke procedures. Vrouwen ondervinden nog steeds ongelijkheid bij hun deelname aan het politieke en openbare leven en bij de toegang tot werkgelegenheid en economische kansen. Geweld op basis van geslacht en geweld tegen kinderen blijven punten van grote zorg. Het aantal gevallen van etnisch en religieus gemotiveerde aanvallen, haatmisdrijven en haatzaaiende uitlatingen bleef toenemen. Montenegro heeft de aanbevelingen van vorig jaar slechts gedeeltelijk opgevolgd. De toegang tot de rechter, met name voor kwetsbare groepen, moet nog worden verbeterd. De wijzigingen van de wet op de vrijheid van godsdienst en overtuiging zijn aangenomen na beperkt en niet volledig inclusief overleg met de religieuze gemeenschappen.

    Montenegro is enigszins voorbereid op het vlak van de vrijheid van meningsuiting. Over het algemeen heeft het land tijdens de verslagperiode beperkte vooruitgang geboekt en slechts gedeeltelijk gevolg gegeven aan de aanbevelingen van vorig jaar. Er waren enkele nieuwe ontwikkelingen in het onderzoek naar het neerschieten van een onderzoeksjournalist in 2018, maar er moet nog worden gezorgd voor een volledige en doeltreffende gerechtelijke follow-up van zowel deze zaak als andere belangrijke oude zaken. In april 2021 richtte de regering een nieuwe ad-hoccommissie op voor het monitoren van geweld tegen de media, maar zij heeft nog niet volledig of doeltreffend gevolg gegeven aan de belangrijke aanbevelingen van de vorige commissie. Het rechtskader wordt momenteel herzien om de aanvullende problemen aan te pakken die zijn geconstateerd in de mediawet van 2020 en de wet op de publieke omroep RTCG; de bedoeling is dat het bestaande kader wordt aangevuld met een nieuwe wet inzake audiovisuele media en dat het geheel volledig in overeenstemming is met het EU-acquis en de Europese normen. Er zijn meer inspanningen nodig om de gevolgen van desinformatie en online-intimidatie en haatzaaiende uitlatingen te beperken, zonder dat dergelijke maatregelen de vrijheid van meningsuiting echter onevenredig beperken. Het parlement heeft in juni 2021 zonder brede partijoverschrijdende steun de nieuwe RTCG-raad benoemd. Na deze verandering en de daaropvolgende veranderingen in het beheer van de RTCG begon de publieke omroep politiek meer gevarieerde inhoud te vertonen. De media blijven over het algemeen sterk gepolariseerd, met vaak politiek bevooroordeelde en onevenwichtige berichtgeving en onder meer een sterke aanwezigheid van buitenlandse media uit de regio, wat met name tijdens verkiezingsperioden merkbaar was. De zelfregulerende mechanismen blijven zwak.

    Met betrekking tot de economische criteria heeft Montenegro enige vooruitgang geboekt en is het land redelijk voorbereid voor de totstandkoming van een goed werkende markteconomie. Het land heeft in 2020 een diepe recessie doorgemaakt, aangezien de COVID-19-pandemie een zware tol heeft geëist van de van het toerisme afhankelijke economie. Dit leidde tot grote negatieve overloopeffecten op de particuliere consumptie, investeringen, de werkgelegenheid, de handel en de overheidsfinanciën. Om de burgers en de economie te ondersteunen, hebben de autoriteiten verschillende economische ondersteuningspakketten gerealiseerd. Deze maatregelen waren grotendeels doelgericht, transparant en van tijdelijke aard. Ondanks enige vertraging als gevolg van de pandemie is de regering doorgegaan met de uitvoering van een deel van de geplande hervormingen om het ondernemingsklimaat te verbeteren. Een ordelijke regeringswisseling midden in de crisis heeft de doeltreffendheid van de COVID-19-beleidsrespons gevrijwaard. De nieuwe regering slaagde erin begrotingsrisico’s te beperken door aanzienlijke begrotingsbuffers op te bouwen om de financieringsbehoeften voor 2021 te dekken, onder meer voor aanvullende steunprogramma’s tegen COVID-19. De financiële sector bleef stabiel tijdens de crisis, als gevolg van zijn sterke positie vóór de crisis en de door de autoriteiten genomen steunmaatregelen, maar de vertraagde impact van de crisis op de balansen van de banken vraagt om nauwlettend toezicht op de financiële instellingen.

    Montenegro heeft enige vooruitgang geboekt en is redelijk voorbereid om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd te bieden. De COVID-19-pandemie heeft aangetoond dat het gebrek aan diversificatie de van het toerisme afhankelijke economie van Montenegro zeer kwetsbaar maakt voor schokken. Er zijn enige inspanningen geleverd om de innovatiecapaciteit te verbeteren en EU-normen in te voeren bij lokale bedrijven dankzij overheidssubsidies, maar deze blijven bescheiden gezien de omvang van de uitdaging. De kwaliteit van het onderwijsstelsel en de opties van de leerplannen lijken ontoereikend om menselijk kapitaal aan te trekken en de discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden aan te pakken. De moderne telecommunicatie- en energie-infrastructuur wordt snel uitgerold, maar er is een aanzienlijk tekort aan vervoersinfrastructuur, waardoor de integratie met de regionale en EU-markten wordt belemmerd. Bovendien vormen de geringe mate van verfijning van de binnenlandse producten, de kleine omvang van lokale bedrijven en de beperkte deelname aan externe markten belangrijke obstakels voor het vergroten van het concurrentievermogen en de diversificatie van de economie.

    Op het vlak van goede nabuurschapsbetrekkingen en regionale samenwerking bleef Montenegro goede bilaterale betrekkingen onderhouden met de andere uitbreidingslanden en de naburige EU-lidstaten, hoewel de bilaterale betrekkingen met Servië door spanningen werden gekenmerkt onder invloed van toenemende nationalistische retoriek. Over het algemeen neemt Montenegro actief deel aan regionale samenwerking.

    Met betrekking tot het vermogen van Montenegro om de verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen, zijn op vele gebieden cruciale werkzaamheden verricht van aanpassing aan en voorbereiding op de uitvoering van het EU-acquis; deze vorderden evenwel trager dan eerder het geval was.

    De cluster interne markt is van cruciaal belang voor de voorbereidingen van Montenegro om te voldoen aan de eisen van de interne markt van de EU en is essentieel in het perspectief van mogelijke vroegtijdige integratiemaatregelen en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke regionale markt. Er is vooruitgang geboekt op het gebied van markttoezicht, accreditatie en normalisatie; de wettelijke vereisten voor de elektronische registratie van ondernemingen; het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering; vennootschapsrecht; staatssteun en transparantie van de steun; het bankwezen, consumentenbescherming en de bescherming van de gezondheid. Montenegro moet zich nu richten op: de aanpassing aan het EU-acquis inzake metrologie en normalisatie, de ontwikkeling van de operationele capaciteit van het arbeidsbureau; gereglementeerde beroepen, kapitaalbewegingen en betalingen, met inbegrip van de verwerving van eigendomsrechten, de geleidelijke afschaffing van de burgerschapsregeling voor investeerders; het vennootschapsrecht en de bedrijfsboekhouding; de intellectuele eigendom; mededinging en staatssteun; consumentenbescherming en de bescherming van de gezondheid, alsook de uitvoering van de wetten tot afstemming op de kapitaalvereisten van het EU-acquis in de banksector.

    De cluster concurrentievermogen en inclusieve groei houdt nauw verband met het economische hervormingsprogramma van Montenegro. Er werd vooruitgang geboekt inzake tabakscontrole; pensioenen; industrieel beleid, slimme specialisatie, beroepsonderwijs en -opleiding en handelsbevordering. Wat het economische en monetaire beleid betreft, wordt gewerkt aan de uitvoering van het actieplan voor de aanpassing aan het acquis van de EU. Montenegro moet zich nu richten op: de onafhankelijkheid van de mediasector; de coördinatie van economische en monetaire aangelegenheden op het gebied van btw, accijnzen en directe belastingen; het arbeidsrecht en de antidiscriminatiewetgeving, veiligheid op het werk; industrieel beleid, onderzoek en innovatie, onderwijs en opleiding en een EU-compatibel geautomatiseerd doorreissysteem.

    De cluster groene agenda en duurzame connectiviteit houdt nauw verband met het Montenegrijnse economische hervormingsprogramma, het economisch en investeringsplan van de Commissie en de groene agenda voor de Westelijke Balkan. Er is vooruitgang geboekt met de totstandbrenging van een day-ahead energiemarkt; een vervoersontwikkelingsstrategie, natuurbescherming en het nationale energie- en klimaatplan. Montenegro moet zich nu richten op: de energiesector; trans-Europese netwerken, telecommunicatie, de verordeningen inzake TEN-T en TEN-E; de groene transitie, afvalbeheer, waterkwaliteit, natuurbescherming en de klimaatverandering.

    De cluster hulpbronnen, landbouw en cohesie omvat beleidsmaatregelen die verband houden met de structuurfondsen en investeringsfondsen van de EU om de capaciteit te ontwikkelen om de verantwoordelijkheden van een toekomstige EU-lidstaat op zich te nemen. Er is vooruitgang geboekt op het gebied van landbouw, voeding en visserij, regionaal beleid en de structuurinstrumenten, financiële en budgettaire bepalingen en het beheer van de eigen middelen. Montenegro moet zich nu richten op: de uitvoering van het IPARD-programma, landbouw en plattelandsontwikkeling en visserij, de modernisering van voedselverwerkende bedrijven en voedselveiligheidscontroles, de vereisten van het cohesiebeleid van de EU, de capaciteit voor de behandeling van programma’s voor indirect beheer in het kader van het IPA en de regels voor het beheer van het stelsel van eigen middelen.

    Wat de externe betrekkingen betreft, is Montenegro zich volledig blijven aansluiten bij alle GBVB-standpunten, verklaringen en gemeenschappelijke standpunten van de EU. Het land is ook doorgegaan met de uitvoering van acties in het kader van de gemeenschappelijke regionale markt op basis van EU-regels, onder meer via samenwerking binnen de Cefta en de Raad voor regionale samenwerking. Aanpassing aan de integriteit van het Statuut van Rome zou de voorlopige afsluiting van het resterende open hoofdstuk 31 in het kader van deze cluster mogelijk maken.

    De versterking van de bestuurlijke capaciteit voor de toepassing van het EU-acquis blijft een belangrijke uitdaging voor Montenegro, waaronder de dringende noodzaak om een functionele onderhandelingsstructuur te reconstrueren.

    Wat migratie betreft, is zowel de legale als irreguliere migratie in 2020 sterk gedaald tegen de achtergrond van de COVID-19-pandemie. Het aantal aankomsten van irreguliere migranten daalde met 60 % ten opzichte van 2019, met 3 149 migranten die in 2020 werden aangehouden. Het bureau van de speciale openbaar aanklager heeft in 2020 twee onderzoeken ingesteld naar migrantensmokkel. In één geval werden definitieve veroordelingen uitgesproken tegen acht personen. Hoewel Montenegro gemengde migratiestromen en de integratie van vluchtelingen steeds beter kan beheren, zijn aanhoudende inspanningen nodig om het land in staat te stellen de migratiedruk het hoofd te bieden door zijn opvangcapaciteit verder te vergroten en de normen in de opvangcentra te verhogen. Dit omvat ook de verdere ontwikkeling van de internationale samenwerking op het gebied van overname, het ondersteunen van de succesvolle re-integratie van terugkeerders, het vergroten van de capaciteit om netwerken voor migrantensmokkel te vervolgen en het opzetten van een modern systeem voor het verzamelen van gegevens over migranten.

    Servië

    Wat de politieke criteria betreft, zijn het Servische parlement en de politieke krachten zich blijven inzetten voor de door het Europees Parlement geleide dialoog tussen de partijen, met het oog op een brede partij-overstijgende consensus over EU-gerelateerde hervormingen, hetgeen van vitaal belang is voor de vooruitgang van het land op weg naar de EU. Het politieke klimaat tijdens de verslagperiode bleef echter gepolariseerd. Wil het proces succesvol zijn, dan moeten alle politieke actoren constructief en te goeder trouw samenwerken en de maatregelen uitvoeren die in september 2021 door de medebemiddelaars van het Europees Parlement en het Servische parlement tijdens de dialoog tussen de partijen zijn vastgesteld.

    Wat de verkiezingen betreft, is Servië begonnen met het opvolgen van de reeds lang bestaande aanbevelingen van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE/ODIHR) en heeft de regering de desbetreffende werkgroep voor verkiezingen opnieuw ingesteld. Alle belangrijke aanbevelingen moeten op inclusieve en transparante wijze worden uitgevoerd, op basis van een bredere politieke consensus en ruim voor de volgende verkiezingen.

    Het mandaat van het Servische parlement, dat in augustus 2020 formeel werd geconstitueerd, was van meet af aan beperkt in de tijd, aangezien het politieke leiderschap uiterlijk voor het voorjaar van 2022 nieuwe verkiezingen aankondigde. Over het algemeen heeft het parlement het gebruik van urgentieprocedures aanzienlijk verminderd en een nieuwe gedragscode voor de leden van het parlement aangenomen. Het parlementaire debat werd evenwel nog steeds gekenmerkt door opruiende taal tegen politieke tegenstanders en vertegenwoordigers van andere instellingen die andere politieke standpunten innemen. Alle politici moeten haatzaaiende uitlatingen tegengaan en bijdragen tot een politieke dialoog over EU-gerelateerde hervormingen, met name over de fundamentele beginselen van democratie en de rechtsstaat.

    Het nieuwe ministerie voor mensenrechten, rechten van minderheden en sociale dialoog heeft een reeks dialogen met burgers op gang gebracht. Er zijn echter nog verdere inspanningen nodig om ervoor te zorgen dat de regering en het maatschappelijk middenveld systematisch met elkaar samenwerken. Er moet nog een gunstig klimaat worden geschapen voor de ontwikkeling en financiering van maatschappelijke organisaties op het terrein, aangezien de verbale aanvallen tegen maatschappelijke organisaties blijven voortduren, ook in het parlement.

    Wat de hervorming van het openbaar bestuur betreft, is Servië redelijk voorbereid. Tijdens de verslagperiode is over het algemeen beperkte vooruitgang geboekt. Servië moet nog zorgen voor i) aanwerving op basis van verdienste en een vermindering van het buitensporige aantal tijdelijke topfuncties, ii) een sterke kwaliteitscontrolerende rol voor het secretariaat van het overheidsbeleid bij beleidsontwikkeling en -coördinatie, en iii) één enkel mechanisme voor het prioriteren van alle investeringen, ongeacht het soort financiering en de financieringsbron.

    Wat het justitiële stelsel betreft, is Servië enigszins voorbereid. Tijdens de verslagperiode is beperkte vooruitgang geboekt. De constitutionele hervorming van het gerechtelijke apparaat is in december 2020 opnieuw van start gegaan en zal naar verwachting eind 2021 afgerond zijn. Het systeem voor benoemingen in het gerecht en voor de evaluatie van het werk van rechters en aanklagers moet grondig worden herzien na de goedkeuring van de grondwetswijzigingen, zodat op verdienste gebaseerde justitiële aanwervingen en loopbanen mogelijk zijn, aangezien het huidige rechtskader onvoldoende garanties biedt tegen mogelijke politieke beïnvloeding van de rechterlijke macht.

    Servië is enigszins voorbereid wat betreft de strijd tegen corruptie. Tijdens de verslagperiode is beperkte vooruitgang geboekt. Wat de preventie van corruptie betreft, concludeerde de Groep van Staten tegen Corruptie van de Raad van Europa (Greco) dat zijn aanbeveling inzake het agentschap voor de voorkoming van corruptie op bevredigende wijze is opgevolgd. Deze aanbeveling had betrekking op de noodzaak van voldoende onafhankelijkheid, financiële en personele middelen, en op de uitbreiding van de bevoegdheden van het agentschap. Servië moet nog een nieuwe anticorruptiestrategie aannemen, vergezeld van een actieplan, en een doeltreffend coördinatiemechanisme opzetten om de beleidsdoelstellingen inzake preventie of repressie te operationaliseren en corruptie doeltreffend aan te pakken. Het aantal aanklachten en het aantal veroordelingen in eerste aanleg voor corruptiezaken op hoog niveau zijn verder gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. Servië moet meer inspanningen leveren om deze tekortkomingen aan te pakken en de preventie en repressie van corruptie opvoeren.

    Op het vlak van de strijd tegen de organiseerde misdaad is Servië enigszins voorbereid. Tijdens de verslagperiode is beperkte vooruitgang geboekt. Servië moet nog een overtuigende staat van dienst opbouwen met betrekking tot doeltreffende onderzoeken, vervolgingen en definitieve veroordelingen in zaken van ernstige en georganiseerde misdaad, waaronder financiële onderzoeken die leiden tot concrete resultaten wat betreft het bevriezen en confisqueren van criminele vermogensbestanddelen. Het aantal veroordelingen voor georganiseerde misdaad is gedaald ten opzichte van 2019. Servië moet zijn zaakgerelateerde aanpak ombuigen naar een strategie tegen organisaties en, in plaats van te focussen op zaken van gering of middelgroot belang, zich richten op geruchtmakende zaken, met het oog op het ontmantelen van grote en internationaal verspreide organisaties en het in beslag nemen van vermogensbestanddelen.

    Het wettelijke en institutionele kader van Servië voor de eerbiediging van de grondrechten is over het algemeen voorhanden. Er moet echter voor worden gezorgd dat het kader consequent en efficiënt wordt uitgevoerd. Mensenrechteninstellingen moeten worden versterkt en hun onafhankelijkheid moet worden gewaarborgd, onder meer door de nodige financiële en personele middelen toe te wijzen. Wat de vrijheid van meningsuiting betreft, is beperkte vooruitgang geboekt dankzij de vaststelling en uitvoering van een beperkt aantal maatregelen in het kader van het actieplan met betrekking tot de mediastrategie. De verbale aanvallen van hoge ambtenaren tegen journalisten bleven echter voortduren en gevallen van bedreigingen en geweld blijven een punt van zorg. De meeste mediaverenigingen hebben zich in maart 2021 teruggetrokken uit de groep inzake de veiligheid van journalisten en verwezen daarbij naar haatzaaiende uitlatingen en lastercampagnes tegen journalisten en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, onder meer door de leider van de meerderheidsfractie in het parlement. Deze verbale aanvallen in het parlement vonden zelfs plaats nadat in december 2020 een gedragscode was aangenomen. Het algemene klimaat voor de uitoefening van de vrijheid van meningsuiting zonder belemmering moet in de praktijk nog verder worden versterkt.

    Wat betreft de economische criteria, heeft Servië enige vooruitgang geboekt en is het land redelijk voorbereid/goed voorbereid op het vlak van de totstandkoming van een goed werkende markteconomie. De Servische economie vertoonde in 2020 slechts een lichte krimp, aangezien de impact van de COVID-19-crisis werd verzacht door de sterke dynamiek van vóór de crisis, aanzienlijke en tijdige budgettaire en monetaire steunmaatregelen, de sectorale structuur van de economie en een relatief lage gemiddelde striktheid van de inperkingsmaatregelen. De externe onevenwichtigheden zijn in de crisis verkleind, terwijl de financiering ervan nog steeds volledig werd gedekt door de instroom van directe buitenlandse investeringen. Dankzij de begrotingsruimte die vóór de crisis werd gecreëerd, kon Servië in 2020 en 2021 aanzienlijke budgettaire steun verlenen voor crisismitigatie en de kapitaaluitgaven aanzienlijk verhogen. De stabiliteit van de banksector werd gehandhaafd en de groei van de kredietverlening was robuust, ondersteund door monetaire versoepeling, moratoria op leningen en liquiditeitsverhogende maatregelen. De arbeidsmarkt heeft in 2020 een verdere daling van de werkloosheid opgetekend, met name als gevolg van de lagere participatiegraad tijdens de crisis.

    Er is enige vooruitgang geboekt met de hervormingen van de belastingadministratie en de privatisering van staatsbanken. Andere belangrijke structurele hervormingen van het openbaar bestuur en de staatsbedrijven bleven echter langzaam vorderen, waardoor reeds lang bestaande inefficiënties voortduren. Er is geen vooruitgang geboekt met de aanscherping van de begrotingsregels om het begrotingsbeleid te verankeren. De overheid behoudt een stevige greep op de economie, en de particuliere sector is onderontwikkeld en wordt gehinderd door zwakke punten in de rechtsstaat, meer bepaald corruptie en inefficiëntie in het gerechtelijke apparaat, en in de handhaving van eerlijke concurrentie.

    Servië heeft enige vooruitgang geboekt en is redelijk voorbereid om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd te bieden. De structuur van de economie verbeterde verder en de economische integratie met de EU bleef sterk. Ondanks enige vooruitgang voldoen de kwaliteit en de relevantie van onderwijs en opleiding evenwel niet volledig aan de behoeften van de arbeidsmarkt. De overheidsinvesteringen zijn blijven toenemen met de bedoeling om na jaren van onderinvestering ernstige leemten in de infrastructuur aan te pakken. Hoewel de leningskosten van kleine en middelgrote ondernemingen zijn gedaald, hebben deze ondernemingen nog steeds te kampen met een aantal problemen, waaronder een volatiel ondernemingsklimaat en oneerlijke concurrentie.

    Wat betreft goede nabuurschapsbetrekkingen en regionale samenwerking, bleef Servië zich in het algemeen inzetten voor de bilaterale betrekkingen met andere uitbreidingslanden en naburige EU-lidstaten. De betrekkingen met Montenegro werden echter gekenmerkt door aanhoudende spanningen. Over het algemeen neemt Servië actief deel aan regionale samenwerking.

    Wat de normalisering van de betrekkingen met Kosovo betreft, werd de door de EU gefaciliteerde dialoog voortgezet met bijeenkomsten op hoog niveau op 15 juni en 19 juli 2021 en drie vergaderingen van hoofdonderhandelaars. Tijdens de verslagperiode hebben beide partijen nieuwe hoofdonderhandelaars en onderhandelingsteams benoemd. Servië moet nog aanzienlijke inspanningen leveren voor de toepassing van alle overeenkomsten uit het verleden en bijdragen tot het bereiken van een omvattende, juridisch bindende normaliseringsovereenkomst met Kosovo. Een dergelijke overeenkomst is urgent en cruciaal voor de vooruitgang van Kosovo en Servië op hun respectieve Europese parcours.

    Wat betreft het vermogen van Servië om de verplichtingen van het EU-lidmaatschap na te komen, heeft het land belangrijke werkzaamheden verricht voor de aanpassing aan het acquis van de EU op vele gebieden, met name op het gebied van belastingen en energie.

    De cluster interne markt is van cruciaal belang voor de voorbereidingen van Servië om te voldoen aan de eisen van de interne markt van de EU en is essentieel in het perspectief van mogelijke vroegtijdige integratiemaatregelen en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke regionale markt. Er is vooruitgang geboekt met de aanpassing van de wetgeving inzake het vennootschapsrecht, het vrije verkeer van werknemers en vestiging en het vrij verrichten van diensten. Er is echter geen vooruitgang geboekt op het gebied van het vrije verkeer van kapitaal, financiële diensten en consumentenbescherming en de bescherming van de gezondheid.

    De cluster concurrentievermogen en inclusieve groei houdt nauw verband met het economische hervormingsprogramma van Servië. Er is vooruitgang geboekt op het gebied van belastingen, sociaal beleid en werkgelegenheid, industrieel beleid, wetenschappelijke en technologische ontwikkeling en onderwijs. Op het gebied van belastingen, sociaal beleid en werkgelegenheid voldoet Servië ook aan de benchmarks voor de opening van de onderhandelingen. Er is echter geen vooruitgang geboekt met de aanscherping van de begrotingsregels om het begrotingsbeleid te verankeren.

    De cluster groene agenda en duurzame connectiviteit vormt de kern van de groene agenda voor de Westelijke Balkan, die in november 2020 door Servië is goedgekeurd en nauw verbonden is met het economische hervormingsprogramma van Servië en het economisch en investeringsplan van de Commissie. Servië voldoet aan de benchmarks voor de opening van de onderhandelingen over energie. Het land heeft vooruitgang geboekt op het gebied van de verkeersveiligheid en de hervorming van het spoorvervoer. Servië heeft ook een klimaatwet aangenomen, evenals een pakket grote energiewetten, met inbegrip van nieuwe wetten inzake hernieuwbare energie en energie-efficiëntie.

    De cluster hulpbronnen, landbouw en cohesie omvat beleidsmaatregelen die verband houden met de structuurfondsen van de EU om de capaciteit te ontwikkelen om de verantwoordelijkheden van een toekomstige EU-lidstaat op zich te nemen. De cluster omvat ook enkele van de belangrijkste beleidsterreinen die van cruciaal belang zijn voor het waarborgen van duurzame voedselsystemen en het helpen van plattelandsgemeenschappen om zich economisch te ontwikkelen en te diversifiëren. Servië heeft vooruitgang geboekt op het gebied van voedselveiligheid door personeel aan te werven bij de nationale referentielaboratoria en door een actieplan op te stellen inzake visserij, inzake de financiële en budgettaire aspecten van het beheer van de eigen middelen, en inzake regionaal beleid op het gebied van financieel beheer.

    Wat de cluster externe betrekkingen betreft, bleven de algemene trends van Servië wat betreft de aanpassing aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU grotendeels ongewijzigd. Een aantal acties van Servië was in strijd met de standpunten van de EU inzake buitenlands beleid. In 2020 bedroeg de mate van aanpassing van Servië aan de desbetreffende verklaringen van de hoge vertegenwoordiger namens de EU en de Raad 56 %, maar in augustus 2021 steeg het tot 61 %. Servië bleef deelnemen aan crisisbeheersingsmissies en -operaties van de EU in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid. Er is geen concrete vooruitgang geboekt bij het afronden van de toetredingsonderhandelingen met de Wereldhandelsorganisatie.

    Servië bleef een aanzienlijke bijdrage leveren tot het beheer van de gemengde migratiestromen naar de EU door een actieve en constructieve rol te spelen en doeltreffend samen te werken met zijn buurlanden en de EU-lidstaten. Ook is Servië de strategie voor geïntegreerd grensbeheer en het bijbehorende actieplan doeltreffend blijven uitvoeren.

    Noord-Macedonië

    Wat de politieke criteria betreft, heeft Noord-Macedonië zijn inspanningen ter versterking van de democratie en de rechtsstaat voortgezet, onder meer door de bestaande controlemechanismen te activeren en door middel van voorlichtingsinitiatieven over belangrijke beleids- en wetgevingskwesties. Het land heeft blijk gegeven van zijn engagement om resultaten te boeken op de belangrijkste fundamentele gebieden, onder meer door middel van de “Europe at home”-agenda en het “Actieplan 21” voor corruptiebestrijding. De eerste ronde van de lokale verkiezingen vond plaats op 17 oktober. Het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE/ODIHR) heeft een verkiezingswaarnemingsmissie ingezet. Tijdens de verslagperiode is beperkte vooruitgang geboekt bij het opvolgen van de openstaande aanbevelingen van de OVSE/ODIHR en de Commissie van Venetië. De omvattende herziening van de kieswetgeving en de aanneming van de desbetreffende wetten moeten nog tijdig en inclusief worden afgerond.

    De oppositiepartijen bleven actief betrokken bij de werkzaamheden in het parlement en steunden bij sommige gelegenheden belangrijke EU-gerelateerde wetten. De parlementaire werkzaamheden werden echter gehinderd door politieke polarisatie, nog verergerd door COVID-19, waardoor het gewone functioneren soms werd verstoord. Er zijn inspanningen nodig om de rol van het parlement als forum voor een constructieve politieke dialoog te versterken, met name over de hervormingsagenda van de EU. Het parlement is zijn wetgevende taak blijven uitoefenen. Het is van groot belang om het gebruik van versnelde procedures te beperken zodat doeltreffende controle en overleg inzake de wetgeving worden gewaarborgd. Het parlement bleef degelijk toezicht houden op de uitvoerende macht. De voorstellen voor een interne hervorming van het parlement, waarover tijdens de derde ronde van de Jean Monnet-dialoog 1 begin 2020 overeenstemming is bereikt, moeten nog worden uitgevoerd. De strafrechtelijke aansprakelijkheid van degenen die het geweld tijdens de aanval op het parlement op 27 april 2017 hebben georkestreerd of gepleegd, werd verder vastgesteld, onder meer door middel van vonnissen in eerste aanleg. De regering moet de hervormingsdynamiek aanhouden en zich concentreren op de uitvoering van het bestaande rechtskader in plaats van sporadisch nieuwe initiatieven te lanceren. Een tijdige en substantiële uitvoering van de hervormingsagenda vereist aanhoudende steun van de samenleving als geheel. De interetnische betrekkingen bleven stabiel en de kaderovereenkomst van Ohrid werd verder uitgevoerd.

    De maatschappelijke organisaties bleven actief en spelen een belangrijke rol in het hervormingsproces. Er moeten echter meer inspanningen worden geleverd voor een tijdiger, betekenisvoller en transparanter raadplegingsproces met het maatschappelijk middenveld. In de context van de uitdagingen waarmee het herstel na de COVID-19-crisis gepaard gaat, wordt van gouvernementele en niet-gouvernementele actoren verwacht dat zij langetermijnpartnerschappen aangaan en de bestaande samenwerking versterken.

    De hervorming van de inlichtingensector, die heeft geleid tot de oprichting van nieuwe structuren en de ontwikkeling van een juridisch kader, is bijna voltooid. Het land moet de capaciteit voor parlementair toezicht op de inlichtingendiensten versterken.

    Noord-Macedonië is redelijk voorbereid op het gebied van de hervorming van het openbaar bestuur. Er is enige vooruitgang geboekt met de afronding van de horizontale functionele evaluatie van het overheidsbestuur. Het is belangrijk dat de horizontale functionele evaluatie door de regering wordt goedgekeurd. Er werden aanbevelingen gedaan voor de nieuwe organisatie van overheidsinstanties met een duidelijkere afbakening van de verantwoordelijkheden. Deze moeten worden meegenomen in de desbetreffende wetgeving, die moet worden vastgesteld en uitgevoerd. Noord-Macedonië herziet momenteel het wetgevingskader inzake personeelsbeheer door middel van de herziening van de wet op de ambtenaren en de wet op het overheidspersoneel, en voert een nieuwe wet inzake topmanagementdiensten in. Het nieuwe kader moet het personeelsbeheer in de hele administratie verbeteren en zal bijdragen tot een betere toepassing van aanwervingen, bevorderingen en ontslagen op basis van verdienste, ook op het niveau van het hogere management. De monitoringverslagen over de uitvoering van de strategie voor de hervorming van het openbaar bestuur en het hervormingsprogramma voor het beheer van de overheidsfinanciën werden gepresenteerd. De staatscommissie voor de voorkoming van corruptie (SCPC) bleef zich buigen over gevallen van vermeend nepotisme, vriendjespolitiek en politieke beïnvloeding bij de aanwerving van werknemers in de overheidssector en bij de benoeming van leden van raden van toezicht en raden van bestuur. Haar bevindingen en aanbevelingen moeten systematisch door de betrokken instellingen worden opgevolgd.

    Wat het justitiële stelsel betreft, is Noord-Macedonië enigszins voorbereid/redelijk voorbereid. Er is enige vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de strategie voor justitiële hervorming, waarbij de aanbevelingen van de Commissie van Venetië en de deskundigengroep op hoog niveau inzake structurele rechtsstatelijke problemen verder werden opgevolgd. Er zijn nog inspanningen nodig om ervoor te zorgen dat het geactualiseerde actieplan inzake de strategie voor justitiële hervorming en de personeelsstrategieën voor de rechterlijke macht en het openbaar ministerie systematisch worden uitgevoerd. De rechterlijke instanties blijven de nieuwe regels toepassen voor de benoeming, bevordering, bestraffing en het ontslag van rechters en aanklagers. Het grootste deel van de uitvoeringswetgeving van de herziene wet inzake de Raad van openbaar aanklagers werd aangenomen. Het is belangrijk voort te gaan met de uitvoering van het rechtskader en de strategische plannen in verband met de hervorming van de Raad van Justitie en de Raad van openbaar aanklagers. In een nieuw wetsontwerp inzake de academie voor rechters en openbaar aanklagers moet de academie als enig toegangspunt tot de rechterlijke macht en het openbaar ministerie worden gehandhaafd en moet een eerlijke en transparante toegang tot deze beroepen worden gewaarborgd.

    Noord-Macedonië heeft enige mate van voorbereiding/is redelijk voorbereid op het gebied van de preventie en bestrijding van corruptie. Er is enige vooruitgang geboekt, aangezien het land zijn staat van dienst op het gebied van onderzoek, vervolging en berechting van verschillende corruptiezaken, onder meer op hoog niveau, is blijven consolideren en zijn institutionele kader heeft versterkt, met name de Staatscommissie voor de preventie van corruptie (SCPC) en de openbaar aanklager voor georganiseerde misdaad en corruptie (OCCPO). In april 2021 heeft het parlement zijn goedkeuring gehecht aan de nationale strategie voor de preventie van corruptie en belangenconflicten voor de periode 2021-2025 en het bijbehorende actieplan, waarmee het land zich ertoe blijft verbinden corruptie te voorkomen en corrupt gedrag te bestraffen. De door het voormalige speciaal openbaar ministerie (SPO) ingeleide zaken bleven vorderen, waardoor de aansprakelijkheid voor de illegale afluisteringen werd vastgesteld. Een aantal zaken was het voorwerp van uitspraken in eerste aanleg en er werden nieuwe zaken geopend op basis van onderzoeksmateriaal van het voormalige speciaal openbaar ministerie. De Staatscommissie voor de preventie van corruptie is proactief opgetreden bij het voorkomen van corruptie en heeft verscheidene zaken geopend, onder meer tegen hoge ambtenaren. De Staatscommissie kreeg een nieuw gebouw toegewezen. Niettemin moeten de inspanningen ter verbetering van de werking ervan worden voortgezet, met name door extra middelen toe te wijzen voor de aanwerving van deskundig personeel.

    Het land is enigszins voorbereid op het vlak van de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Het wettelijke kader stemt over het algemeen overeen met de Europese normen, en de inspanningen om de strategieën tegen de georganiseerde misdaad ten uitvoer te leggen, moeten worden voortgezet. Er is enige vooruitgang geboekt op operationeel niveau, maar er moet meer worden gedaan om de doeltreffendheid van de rechtshandhaving bij de bestrijding van specifieke vormen van criminaliteit, zoals witwassen en financiële misdrijven, te verbeteren. Coördinatie blijft van cruciaal belang voor alle belanghebbenden die betrokken zijn bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad.

    Er is enige vooruitgang geboekt bij de bestrijding van terrorisme en het voorkomen/bestrijden van gewelddadig extremisme, overeenkomstig de doelstellingen van het gezamenlijke actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan en de bilaterale uitvoeringsovereenkomst. In juni 2020 is een nationaal plan goedgekeurd voor de re-integratie, resocialisatie en rehabilitatie van terugkerende buitenlandse strijders en hun gezinnen, teneinde uitvoering te geven aan de vastgestelde prioriteiten voor het voorkomen van gewelddadig extremisme en radicalisering.

    Het rechtskader voor de bescherming van de grondrechten is grotendeels in overeenstemming met de Europese normen. De wet inzake de voorkoming van en bescherming tegen discriminatie en de commissie voor de voorkoming van en bescherming tegen discriminatie zijn operationeel. Het deïnstitutionaliseringsproces heeft reële vooruitgang geboekt en bijna alle betrokken kinderen werden hervestigd in gemeenschapszorg. Het ministerie van Arbeid en Sociaal Beleid investeert in collectieve diensten, onder meer om slachtoffers van gendergerelateerd geweld te ondersteunen. Er is belangrijke vooruitgang geboekt met de aanneming van de wet inzake preventie van en bescherming tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, met partijoverschrijdende steun. Er is sprake van een verbetering op het gebied van gendermainstreaming en vrouwenrechten, hoewel vrouwen behoren tot de categorieën die het zwaarst door de pandemie worden getroffen. De aanbevelingen van Europese en internationale mensenrechtenorganen, met name met betrekking tot de behandeling van gedetineerden en veroordeelden, moeten onverwijld volledig worden uitgevoerd. Het is ook van belang dat het land de uitvoering van de wetgeving inzake haatpropaganda en van het nationale actieplan voor de uitvoering van de bepalingen van het Verdrag van Istanbul verbetert. Het mechanisme voor civiel extern toezicht op de politie is niet volledig operationeel en het ontbreken van werkelijk onafhankelijke onderzoekers belemmert de inspanningen om de straffeloosheid van de politie aan te pakken en een doeltreffende vervolging uit te oefenen. Het land moet de situatie in de gevangenissen verder verbeteren en voorzien in meer alternatieven voor detentie.

    Noord-Macedonië is enigszins/redelijk voorbereid op het vlak van de vrijheid van meningsuiting. Er is tijdens de verslagperiode in het algemeen beperkte vooruitgang geboekt. De algemene context is gunstig voor de vrijheid van de media en maakt kritische berichtgeving mogelijk, hoewel de spanningen tijdens de COVID-19-crisis zijn toegenomen. De inspanningen op het gebied van zelfregulering moeten worden hervat en gevolgd door concrete resultaten voor de bevordering van professionele journalistieke normen. Er moet worden gezorgd voor meer transparantie met betrekking tot reclame in de media door overheidsinstellingen en politieke partijen. De autoriteiten moeten hun inspanningen opvoeren om de publieke omroep te hervormen en aldus zijn onafhankelijkheid en financiële duurzaamheid te waarborgen. De publieke omroep heeft een vijfjarige ontwikkelingsstrategie goedgekeurd, maar het hervormingsproces wordt gehinderd door vertragingen bij de benoeming van de leden van de raad van bestuur en van de raad van bestuur van het agentschap voor audio- en audiovisuele mediadiensten. De COVID-19-crisis had grote economische gevolgen voor de mediasector, met name voor de regionale en lokale actoren. Mediakanalen werden opgenomen in het steunpakket, maar de kwestie van de arbeidsrechten van journalisten moet nog worden behandeld.

    Wat regionale samenwerking betreft, blijft het land goede betrekkingen onderhouden met andere uitbreidingslanden en bleef het actief deelnemen aan regionale initiatieven. De bestaande bilaterale overeenkomsten, waaronder de Prespa-overeenkomst tussen Noord-Macedonië en Griekenland en het verdrag inzake vriendschap, goed nabuurschap en samenwerking met Bulgarije, moeten door alle partijen te goeder trouw worden uitgevoerd.

    Wat betreft de economische criteria, heeft Noord-Macedonië enige vooruitgang geboekt en is het land goed voorbereid op het vlak van de totstandkoming van een goed werkende markteconomie. De economie is zwaar getroffen door de pandemie en is in 2020 in een recessie terechtgekomen. Vanaf het voorjaar van 2021 is een geleidelijk herstel ingezet. De regering voerde een krachtige budgettaire respons uit om de gevolgen van de crisis voor huishoudens en bedrijven te verzachten. Het begrotingstekort steeg tot 8,2 % van het bbp in 2020, terwijl de overheidsschuld sterk steeg tot 60,2 % van het bbp, aangezien extra financieringsbehoeften moesten worden gedekt. De kapitaaluitgaven werden verlaagd in het kader van een begrotingsherziening om ruimte te creëren voor crisisgerelateerde overdrachten, maar deze werden nog steeds sterk onderbenut. De autoriteiten hebben een aantal aanvullende maatregelen genomen om de fiscale transparantie te verbeteren, hoewel een volledig operationeel register voor staatssteun nog moet worden ontwikkeld. Er is weinig vooruitgang geboekt bij het verbeteren van de mobilisering en inning van inkomsten en het beheer van overheidsinvesteringen, onder meer via een sterker kader voor publiek-private partnerschappen. De nieuwe organieke begrotingswet, die naar verwachting de budgettaire governance aanzienlijk zal verbeteren, moet nog worden aangenomen door het parlement en de uitvoering ervan wordt vertraagd. Gestimuleerd door versoepelingen van de regelgeving bleef de financiële sector robuust en de kredietverlening aan de particuliere sector constant. Het ondernemingsklimaat wordt nog steeds geschaad door de grootte van de informele economie.

    Noord-Macedonië heeft enige vooruitgang geboekt om de aanbevelingen van vorig jaar op te volgen, en is redelijk voorbereid om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie het hoofd te bieden. De integratie met de EU op het gebied van handel en investeringen bleef ook tijdens de pandemie diepgeworteld. Het niveau en de structuur van de handel en de productie werden beïnvloed door lockdowns en verstoringen van de toeleveringsketen, zowel in het binnenland als bij de handelspartners. De structuur van de industrie verbetert voortdurend. De verslechtering van de arbeidsproductiviteit en het prijsconcurrentievermogen in 2020 is grotendeels het gevolg van de economische impact van de pandemie en de maatregelen van de regering om banen te behouden. De curricula voor beroepsonderwijs en -opleiding zijn verbeterd. Toch beperken tekorten aan vaardigheden, als gevolg van tekortkomingen in onderwijsprogramma’s, kapitaalinvesteringstekorten en de beperkte integratie van binnenlandse bedrijven in de mondiale toeleveringsketens de potentiële groei. De digitalisering van de economie vordert.

    Wat betreft zijn vermogen om de verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen, is Noord-Macedonië redelijk voorbereid op de meeste gebieden die onder cluster 2 inzake de interne markt vallen, namelijk het vrije verkeer van goederen, diensten en kapitaal, intellectuele eigendom en mededingingsbeleid. Ondertussen is het land goed voorbereid op het gebied van het vennootschapsrecht, hoewel het zich nog in een vroeg stadium bevindt op het gebied van het vrije verkeer van werknemers. In de verslagperiode heeft Noord-Macedonië op alle gebieden beperkte of geen vooruitgang geboekt, behalve op het gebied van vrij verkeer van kapitaal, vennootschapsrecht en intellectuele eigendom, waar enige vooruitgang werd geboekt. Over het algemeen is er in het komende jaar meer vooruitgang nodig op de gebieden die onder deze cluster vallen, aangezien dit van belang is voor de voorbereidingen van Noord-Macedonië om te voldoen aan de eisen van de interne markt van de EU en voor de ontwikkeling van de gemeenschappelijke regionale markt.

    Over het algemeen is Noord-Macedonië redelijk voorbereid op de meeste gebieden van cluster 3 inzake concurrentievermogen en inclusieve groei, onder meer op het gebied van de informatiemaatschappij en de media, belastingen, ondernemings- en industrieel beleid, onderwijs en cultuur, en economisch en monetair beleid. Er zijn echter extra inspanningen nodig om beter voorbereid te zijn op deze gebieden. Het land is goed voorbereid op het gebied van wetenschap en onderzoek en de douane-unie. Op de meeste van deze terreinen werd enige vooruitgang geboekt. Er zijn meer inspanningen nodig, met name op gebieden waar beperkte vooruitgang is geboekt, zoals de informatiemaatschappij en de media, wetenschap en onderzoek, alsook onderwijs en cultuur.

    Wat cluster 4 inzake de groene agenda en duurzame connectiviteit betreft, is Noord-Macedonië goed voorbereid op het gebied van trans-Europese netwerken. Het land is redelijk voorbereid op het gebied van vervoersbeleid en energie en heeft enige mate van voorbereiding op het gebied van milieu en de klimaatverandering. Noord-Macedonië neemt actief deel aan vergaderingen van de Vervoersgemeenschap en de Energiegemeenschap. Het land voldoet in hoge mate aan het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap, met name wat elektriciteit betreft. Zoals alle landen van de Westelijke Balkan heeft Noord-Macedonië tijdens de top van Sofia in december 2020 de groene agenda voor de Westelijke Balkan goedgekeurd. Dit jaar is enige vooruitgang geboekt in de energiesector, met name voor de goedkeuring van het nationale energie- en klimaatplan. Er is echter beperkte vooruitgang gemaakt met vervoer, milieu en de klimaatverandering. Het land moet zijn ambitie om het acquis van de hoofdstukken 14 en 27 naar behoren toe te passen, aanzienlijk opvoeren. Deze inspanningen zullen de efficiëntie van het economisch en investeringsplan vergroten en de uitvoering van de groene agenda voor de Westelijke Balkan versnellen. De bestuurlijke capaciteit moet in alle sectoren worden versterkt. Daarnaast moeten strategieën, actieplannen en wetgeving in deze sectoren in overeenstemming zijn met de beginselen en prioriteiten van de groene agenda en de samenhang tussen de relevante sectorale documenten waarborgen. Noord-Macedonië is op de meeste gebieden van cluster 5 inzake hulpbronnen, landbouw en cohesie redelijk voorbereid. Het land is goed voorbereid op het gebied van voedselveiligheid en veterinair en fytosanitair beleid en bevindt zich in een vroeg stadium van voorbereiding wat betreft de financiële en budgettaire bepalingen. Tijdens de verslagperiode is goede vooruitgang geboekt op het gebied van voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid 2 en is enige vooruitgang geboekt op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling. Er zijn echter verdere inspanningen nodig, met name op gebieden waar weinig of geen vooruitgang is geboekt, zoals visserij, regionaal beleid en de coördinatie van structuurinstrumenten en financiële en budgettaire bepalingen.

    Noord-Macedonië is matig voorbereid op de gebieden die onder cluster 6 inzake externe betrekkingen vallen en heeft tijdens de verslagperiode enige vooruitgang geboekt. In het kader van zijn gemeenschappelijke handelspolitiek heeft Noord-Macedonië zich verder ingespannen om zijn standpunten te coördineren en zijn handelsbeleid nauw af te stemmen op dat van de EU, ook binnen de WTO. Er is echter geen vooruitgang geboekt op het gebied van ontwikkelingsbeleid en humanitaire hulp. Noord-Macedonië is redelijk voorbereid op het terrein buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid. Het land heeft zijn aanpassing aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU verhoogd tot 96 % en zijn deelname aan crisisbeheersingsmissies en -operaties van de EU opgevoerd.

    Noord-Macedonië blijft een van de belangrijkste transitroutes voor migratiebewegingen. Het land blijft een actieve en constructieve rol spelen bij het beheer van gemengde migratiestromen. Het land werkt doeltreffend samen met de buurlanden en de EU-lidstaten, onder meer met uitgezonden functionarissen van de EU-lidstaten ter plaatse. Er zijn verder inspanningen geleverd om te zorgen voor basislevensomstandigheden en elementaire voorzieningen voor alle migranten die in het land verblijven. De registratie van migranten en adequate profilering volgens beschermingsbehoeften zijn verbeterd, maar moeten systematischer worden uitgevoerd. De statusovereenkomst met de EU, die de inzet van een permanent korps van het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) in het land mogelijk moet maken, is vanwege een bilaterale kwestie nog niet ondertekend. Het land moet een meer methodische aanpak hanteren bij de bestrijding van migrantensmokkel.

    Albanië

    Wat de politieke criteria betreft, vonden op 25 april 2021 algemene verkiezingen plaats, naar aanleiding van het partij-overschrijdende akkoord van 5 juni 2020 dat heeft geleid tot een brede hervorming van het kiesstelsel, in overeenstemming met de aanbevelingen van de OVSE/ODIHR. In 97 % van de stembureaus werd elektronische identificatie van kiezers ingevoerd, en in 32 stembureaus in Tirana werd e-stemmen en e-tellen met succes getest. Uit de definitieve beoordeling van de OVSE/ODIHR bleek dat de verkiezingen over het algemeen goed georganiseerd waren. De nieuwe verkiezingsadministratie kreeg het vertrouwen van de meeste belanghebbenden. Er bleef bezorgdheid bestaan over het misbruik van overheidsmiddelen of officiële functies, beschuldigingen van het kopen van stemmen en het lekken van gevoelige persoonsgegevens die betrekking hebben op de politieke voorkeuren van burgers. Deze zaken worden onderzocht. Het parlement heeft zijn werkzaamheden voortgezet, met inachtneming van de beperkingen als gevolg van de pandemie. Wat de op de EU gerichte hervormingen betreft, heeft het parlement een aantal belangrijke wetgevingsteksten aangenomen op gebieden als asiel, de volkstelling en de efficiëntie van het gerechtelijke apparaat. Tijdens de verslagperiode bleef de regering zich richten op noodzakelijke hervormingen voor het Europese parcours van het land, ondanks de uitdaging om de negatieve sociale en economische gevolgen van de COVID-19-pandemie aan te pakken. In de nieuwe zittingsperiode zullen de meerderheid en de oppositie de politieke dialoog moeten verbeteren en met alle geledingen van de samenleving moeten samenwerken om de hervormingsagenda van de EU en de toetredingsonderhandelingen verder te bevorderen. De coördinatie binnen de overheid moet worden verbeterd, met name wat de integratie in de EU betreft. De territoriale bestuurlijke hervorming moet verder worden geconsolideerd als onderdeel van de bredere decentralisatieagenda. Dit is met name noodzakelijk om de lokale fiscale autonomie te waarborgen en de gemeenten in staat te stellen hoogwaardige openbare diensten te verlenen. Er is beperkte vooruitgang geboekt bij de uitvoering van het stappenplan voor het scheppen van een gunstig klimaat voor het maatschappelijk middenveld. Niettemin is het Albanese maatschappelijk middenveld in staat geweest steun en diensten te verlenen aan de meest kwetsbare personen die door de COVID-19-pandemie werden getroffen.

    Albanië is redelijk voorbereid wat betreft de hervorming van het openbare bestuur. Er is enige vooruitgang geboekt bij de opbouw van capaciteit in vakministeries om effectbeoordelingen van regelgeving uit te voeren, de vaststelling van richtsnoeren voor openbare raadplegingen, de opzet van IT-systemen voor geïntegreerde planning, het verbeteren van de mate van uitvoering van het nationale Europese integratieplan, de uitbreiding van het aantal e-diensten en de afronding van de testfase voor de automatisering van het loonsysteem. Ondanks de gevolgen van de pandemie is de uitvoering van de hervormingsstrategieën voor het openbaar bestuur voor 2015-2022 en voor het beheer van de overheidsfinanciën voor 2014-2022 voortgezet.

    Albanië is ook redelijk voorbereid wat betreft het justitiële stelsel. Albanië is doorgegaan met de uitvoering van de brede hervorming van justitie, wat tot goede vooruitgang heeft geleid. Het land bereikte met name eind 2020 een belangrijke mijlpaal met de benoeming van drie nieuwe rechters bij het Grondwettelijk Hof. Met zeven rechters heeft het Grondwettelijk Hof zijn vereiste quorum van ten minste zes leden herwonnen om plenaire zittingen te houden, waardoor het volledig operationeel was en voldoet aan de daarmee verband houdende uitzonderlijke voorwaarde voor de eerste IGC, waaraan nog steeds wordt voldaan. Het Grondwettelijk Hof is begonnen met de volledige uitvoering van zijn taken, onder meer door uitspraak te doen over constitutionele geschillen tussen overheidsinstellingen over de respectieve bevoegdheden. Er is ook verdere vooruitgang geboekt met de benoemingen bij het Hooggerechtshof. Het Hooggerechtshof bereikte in maart 2020 opnieuw zijn quorum. Met de bevordering door de Hoge Raad van Justitie van zes nieuwe rechters in maart en juli 2021 telt de Hoge Raad nu negen zittende rechters, waardoor hij volledig operationeel wordt — een voorwaarde voor de eerste IGC, waaraan nog steeds wordt voldaan. Er worden verdere benoemingen bij het Hooggerechtshof verwacht. Het parlement heeft amendementen aangenomen op tien wetten die tot doel hebben de efficiëntie van het justitiële stelsel en zijn vermogen om corruptie en de georganiseerde misdaad aan te pakken, verder te versterken.

    De tijdelijke herbeoordeling van alle rechters en aanklagers (doorlichting) ging gestaag vooruit en bleef tastbare resultaten opleveren — een voorwaarde voor de eerste IGC, waaraan nog steeds wordt voldaan. Onder auspiciën van de Europese Commissie bleef het internationaal monitoringbureau toezicht houden op het doorlichtingsproces. Op 15 september 2021 hadden de doorlichtende instellingen 437 zaken in eerste aanleg afgerond, waaronder alle prioritaire dossiers. Van de 437 besluiten zijn er 298 definitief (d.w.z. na beroep). In totaal heeft 62 % van de tot dusver verwerkte doorlichtingsdossiers geleid tot ontslagen en tot beëindiging van arbeidsovereenkomsten, meestal als gevolg van ontslagneming door de beoordeelden. De doorlichtingsinstanties zullen naar verwachting alle zaken waarin er aanwijzingen zijn van strafbare feiten, blijven doorverwijzen naar het openbaar ministerie.

    De gespecialiseerde structuur voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad (SPAK), bestaande uit het speciaal openbaar ministerie (SPO) en het Nationaal Bureau voor Onderzoek (NBI), is operationeel — een voorwaarde voor de eerste IGC, waaraan nog steeds wordt voldaan. Terwijl de begroting voor 2021 voorziet in de benoeming van 20 aanklagers, heeft het SPO de eerste doelstelling van 15 aanklagers bereikt, waaronder de speciale hoofdaanklager. De eerste aanwervingsprocedure voor onderzoekers voor het NBI resulteerde in de benoeming van 28 onderzoekers, die na een intensief opleidingsprogramma nu operationeel zijn. In april 2021 werd een tweede ronde voor de aanwerving van nog eens 32 onderzoekers geopend, die naar verwachting voor het einde van het jaar zal worden afgerond. 

    Albanië heeft enige mate van voorbereiding bereikt op het vlak van de strijd tegen corruptie. Het land heeft enige vooruitgang geboekt bij het intensiveren van de strijd tegen corruptie — een voorwaarde voor de eerste IGC, waaraan nog steeds wordt voldaan. Over het algemeen ligt de uitvoering van de sectoroverschrijdende strategie tegen corruptie op schema. Hoewel de doorlichting van de leden van de rechterlijke macht een administratief proces is, levert dit resultaten op in de strijd tegen corruptie, aangezien rechters en aanklagers die als gevolg van een doorlichting zijn ontslagen, voor de rechter worden gebracht. Albanië heeft verdere inspanningen geleverd om een solide staat van dienst op het gebied van corruptiebestrijding op te bouwen, hoewel dit een doelstelling blijft die politieke wil en aanvullende gestructureerde en consistente maatregelen vereist. Veroordelingen in zaken waarbij hoge ambtenaren betrokken zijn, blijven beperkt, wat een cultuur van straffeloosheid binnen de hogere overheidsniveaus bevordert. De gespecialiseerde corruptiebestrijdingsinstanties (SPAK en de rechtbanken voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad) moeten de algemene capaciteit van het land om corruptie te onderzoeken en te vervolgen, aanzienlijk versterken. Corruptie komt over het algemeen op veel gebieden van het openbare en bedrijfsleven voor en blijft een ernstig punt van zorg.

    Albanië is enigszins voorbereid wat betreft de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Het land heeft goede vooruitgang geboekt bij het opvolgen van de aanbevelingen van vorig jaar. Het land heeft concrete resultaten bereikt in de strijd tegen de georganiseerde misdaad, onder meer door de samenwerking met de EU-lidstaten en Europol te intensiveren — een voorwaarde voor de eerste IGC waaraan nog steeds wordt voldaan. Het hele jaar door is het land doorgegaan met de uitvoering van het actieplan van de Financiële-actiegroep (FATF) ter verbetering van de doeltreffendheid op het gebied van de bestrijding van witwassen, alsook van het pakket tijdelijke preventieve maatregelen om de capaciteit van het land om criminele organisaties te bestrijden (operatie Kracht van de wet), te versterken. De uitwisseling van kwalitatieve informatie en gezamenlijke politieoperaties met internationale partners zijn verder geïntensiveerd. Albanië is zich blijven inzetten voor de bestrijding van de productie van en de handel in drugs, terwijl de monitoring vanuit de lucht door rechtshandhavingsdiensten van de EU-lidstaten werd voortgezet. Het nieuwe gespecialiseerde systeem tegen georganiseerde misdaad en corruptie maakt versterkte samenwerking tussen de politie en het openbaar ministerie mogelijk. Strafrechtelijke procedures moeten systematisch vergezeld gaan van financieel onderzoek. Er moeten verder inspanningen worden geleverd om het aantal vervolgingen en definitieve veroordelingen te blijven verhogen, met name op hoog niveau. Albanië heeft in december 2020 een nieuwe nationale sectoroverschrijdende terrorismebestrijdingsstrategie en dito actieplan aangenomen en heeft zeer goede vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de bilaterale overeenkomst met de EU over de operationalisering van het gezamenlijke actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan. Er zijn meer inspanningen nodig om cybercriminaliteit, mensenhandel en witwaszaken aan te pakken.

    Wat de grondrechten betreft, voldoet Albanië aan de internationale mensenrechteninstrumenten en heeft het de meeste internationale verdragen inzake de bescherming van de grondrechten geratificeerd. Albanië is zich blijven inspannen om aan zijn verplichtingen uit hoofde van deze instrumenten te voldoen. Wat betreft de goedkeuring van de resterende uitvoeringswetgeving met betrekking tot de kaderwet van 2017 inzake de bescherming van nationale minderheden, heeft het land in december 2020 aanvullende regelgeving aangenomen inzake het onderwijs van minderheden, waardoor het aantal aangenomen uitvoeringsbesluiten op acht komt. De resterende uitvoeringswetgeving, onder meer inzake zelfidentificatie en het gebruik van minderheidstalen, moet nog worden goedgekeurd. Er worden inspanningen geleverd om een grootschalige landhervorming door te voeren en eigendomsrechten te consolideren. Er is een wet op de volkstelling aangenomen. Albanië is enigszins/redelijk voorbereid op het vlak van de vrijheid van meningsuiting. Er heeft zich tijdens de verslagperiode geen vooruitgang voorgedaan. De sfeer van verbale aanvallen, lastercampagnes en intimidatie van journalisten is niet verbeterd. De spanningen tussen politieke actoren en journalisten zijn toegenomen tijdens de COVID-19-crisis en in de context van de parlementsverkiezingen. De gemelde aanvallen op journalisten hebben geen definitieve veroordelingen opgeleverd. Er moet worden gezorgd voor zelfregulering in onlinemedia. Er moeten stappen worden ondernomen om de regelgevende instantie voor audiovisuele media volledig operationeel te maken op een wijze die haar onafhankelijkheid en legitimiteit waarborgt. De onafhankelijkheid, professionele normen en financiële duurzaamheid van de publieke omroep moeten worden versterkt. Naar aanleiding van het ongunstige advies van de Commissie van Venetië en de brede kritiek op de ontwerpwijzigingen van de mediawet om onlinemedia en bepaalde aspecten van smaad te reguleren, hebben vertegenwoordigers van de regerende meerderheid publiekelijk toegezegd ervoor te zorgen dat de nieuwe mediawetgeving in overeenstemming zou zijn met de aanbevelingen van de Commissie van Venetië en aan een raadpleging van de mediaorganisaties zou worden onderworpen. De regering heeft de kwestie opnieuw behandeld en het parlement is niet op de kwestie teruggekomen. Het parlement en de regering die zijn voortgekomen uit de verkiezingen van 25 april, moeten zich houden aan de toezegging om eventuele wijzigingen in de mediawet in overeenstemming te brengen met het advies van de Commissie van Venetië en aan passend overleg te onderwerpen.

    Wat gendergelijkheid betreft, werd de uitvoering van de nationale strategie en het actieplan 2016-2020 inzake gendergelijkheid belemmerd door een hardnekkig financieringstekort. In juni 2021 werd een nieuwe strategie inzake gendergelijkheid 2021-2030 goedgekeurd. Albanië moet zich inspannen om te zorgen voor toereikende overheidsfinanciering voor de uitvoering ervan op centraal en lokaal niveau. Er zijn ook inspanningen nodig om ervoor te zorgen dat het genderperspectief in alle nationale strategieën op centraal en lokaal niveau en in het begrotingsproces wordt geïntegreerd.

    Wat migratie betreft, is het toepasselijke rechtskader grotendeels in overeenstemming met het EU-acquis, maar moet het worden aangepast aan de recente ontwikkelingen. In februari 2021 heeft Albanië een nieuwe asielwet aangenomen. In 2020 zijn strategieën goedgekeurd voor geïntegreerd grensbeheer en inzake de diaspora. De uitvoering van de nationale migratiestrategie en het bijbehorende actieplan voor 2019-2022 werd voortgezet, waarmee een duidelijk kader wordt geboden voor het beheer en de coördinatie van migratiestromen, en de Commissie heeft vier monitoringverslagen uitgebracht. Ondanks de sluiting van de grens in maart-mei 2020 kreeg Albanië nog steeds te maken met een groeiende instroom van irreguliere migranten, meestal vanuit Griekenland, die na enkele dagen weer uit Albanië vertrokken, op weg naar andere EU-landen. Het aantal in Albanië aangehouden irreguliere migranten is in 2020 met 13 % gestegen ten opzichte van 2019.

    Op basis van gegevens van Eurostat blijkt dat het aantal Albanese burgers dat asielaanvragen indient in EU-lidstaten, in 2020 met 66 % is gedaald ten opzichte van 2019, van 20 415 tot 6 935 aanvragen. De COVID-19-pandemie heeft in grote mate bijgedragen tot deze sterke daling, maar er kan worden opgemerkt dat de gemiddelde daling van het aantal aanvragen vanuit de rest van de wereld naar de EU veel kleiner is (-33 %). Het “erkenningspercentage” bedroeg in 2020 ongeveer 4,4 %, tegenover 5,3 % in 2019. Sinds de piek van aanvragen in 2017 in de lidstaat waar dit het meest een probleem vormt, is het aantal aanvragen gedaald van 12 130 in 2017 tot 2 985 in 2020. Er worden drie Albanese politieverbindingsfunctionarissen ingezet in de EU en een verbindingsofficier van de EU werkt in Tirana om hulp te bieden bij uitreiscontroles. De kwestie van Albanese onderdanen die ongegronde asielaanvragen indienen bij EU-lidstaten en geassocieerde Schengenlanden, vergt nog steeds aanzienlijke inspanningen van de Albanese autoriteiten. Naast voorlichtingscampagnes is doorgegaan met grondige grenscontroles, bewustmaking over de rechten en plichten in het kader van de visumvrije regeling, het in kaart brengen en aanpakken van de onderliggende redenen en met dialoog en samenwerking met de landen waar dit het meest een probleem vormt. De Commissie volgt de trend zeer nauwlettend in het kader van het monitoringmechanisme na visumliberalisering.

    Met betrekking tot de economische criteria heeft Albanië enige vooruitgang geboekt en is het land redelijk voorbereid wat betreft de totstandkoming van een goed werkende markteconomie. De dubbele schok van de aardbeving van november 2019 en de COVID-19-pandemie leidde tot een krimp van het bbp in 2020, die weliswaar minder sterk was dan aanvankelijk verwacht. De door de pandemie veroorzaakte binnenlandse lockdown en de internationale reisbeperkingen leidden tot aanzienlijke verliezen voor de toeristische sector en de productiesector, maar de economie begon in de tweede helft van het jaar te herstellen. Binnen de beperkte beschikbare budgettaire en monetaire beleidsruimte hebben de regering en de centrale bank snelle en passende maatregelen genomen om het bedrijfsleven, de huishoudens en de gezondheidssector te ondersteunen. Dit heeft de gevolgen voor de arbeidsmarkt verzacht en de macro-economische en financiële stabiliteit van de sector in stand gehouden. Het heeft ook de overheidsschuld- en tekortquota opgedreven en de kwetsbaarheid van het land voor externe schokken vergroot. Het aanpakken van de dubbele schok belastte de capaciteit van de administratie, maar hield grotendeels de bedrijfscontinuïteit in stand, en de werkzaamheden met betrekking tot de meeste lopende hervormingen en wetgevingsinitiatieven werden voortgezet.

    Albanië heeft enige vooruitgang geboekt en is enigszins voorbereid op het vlak van capaciteit om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie het hoofd te bieden. Het land heeft verbeteringen aangebracht op het gebied van zijn energie- en vervoersinfrastructuur, het gebruik van digitale communicatie en onderwijsresultaten, maar er blijven grote verschillen bestaan ten opzichte van het regionale en Europese niveau. Het concurrentievermogen van Albanië wordt belemmerd door een gebrek aan ondernemersexpertise en technologische knowhow, een groot aandeel informele economie, onvervulde investeringsbehoeften in menselijk en fysiek kapitaal en lage uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling. De bestaande en aanzienlijke tekorten op het gebied van vaardigheden en onderwijs zijn waarschijnlijk groter geworden als gevolg van de COVID-19-gerelateerde lockdowns en het afstandsonderwijs, dat niet voor iedereen toegankelijk is. De regionale integratie en uitvoer namen toe, maar bleven onder het potentieel. De beperkte diversificatie van uitgevoerde producten en uitvoerlanden maakt Albanië kwetsbaar voor externe schokken.

    Op het gebied van overheidsopdrachten, waar Albanië redelijk voorbereid is, heeft het land goede vooruitgang geboekt, met name door de goedkeuring van de nieuwe wet inzake overheidsopdrachten. Op het gebied van statistieken, waar Albanië ook redelijk voorbereid is, heeft het land enige vooruitgang geboekt met de aanpassing aan de ESR 2010-normen, de snellere publicatie ervan en de aanneming van de wet op de volkstelling. Albanië is redelijk voorbereid op de meeste gebieden van financiële controle, waar het land enige vooruitgang heeft geboekt, met name wat betreft de interne financiële controle bij de overheid en externe controle.

    Albanië is redelijk voorbereid op de meeste gebieden van de interne markt, namelijk het vrije verkeer van goederen, diensten en kapitaal, het mededingingsbeleid en financiële diensten. Het land heeft enige vooruitgang geboekt, met name door de goedkeuring van een wet inzake verplichte verzekering in het vervoer en de verdere aanpassing van de bankwetgeving, maar de commissie staatssteun moet onafhankelijk worden gemaakt en over voldoende middelen beschikken. De voorbereidingen op het gebied van consumenten- en gezondheidsbescherming bevinden zich in een vroeg stadium, aangezien het land geen vooruitgang heeft geboekt op het gebied van gezondheid buiten zijn COVID-19-respons. Albanië moet de “één gezondheid”-benadering toepassen en ervoor zorgen dat iedereen kwaliteitsvolle gezondheidszorg geniet. Deze beleidscluster is van cruciaal belang voor de voorbereidingen van Albanië om te voldoen aan de eisen van de interne markt van de EU en is essentieel in het perspectief van vroegtijdige integratie en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke regionale markt.

    Albanië heeft een redelijke mate van voorbereiding bereikt op vele gebieden die verband houden met concurrentievermogen en inclusieve groei, namelijk de informatiemaatschappij en de media, belastingen, economisch en monetair beleid, ondernemings- en industrieel beleid, onderwijs en cultuur, en de douane-unie. Het land is enigszins voorbereid op het gebied van sociaal beleid en werkgelegenheid, en op het gebied van wetenschap en onderzoek. Albanië heeft enige vooruitgang geboekt, met name met de strategie voor slimme specialisatie en zijn deelname aan het onderzoeksprogramma Horizon 2020, maar de vooruitgang op het gebied van het economische en monetaire beleid en de douane-unie was tijdens de verslagperiode beperkt. De sociaal-economische hervormingen moeten worden voortgezet om de bestaande structurele zwakheden, het lage concurrentievermogen, de hoge werkloosheid en de impact van de pandemie aan te pakken.

    Albanië is redelijk voorbereid op de meeste gebieden die verband houden met de groene agenda en duurzame connectiviteit, namelijk de trans-Europese netwerken, energie, milieu en de klimaatverandering. Het land is enigszins voorbereid op het vlak van het vervoersbeleid. Het land heeft op de meeste gebieden enige vooruitgang geboekt, met name door een herziening van de vervoersplanning en de energieconnectiviteit. Er zijn meer inspanningen nodig om de prestaties van schepen onder Albanese vlag te verbeteren en de energie- en milieuwetgeving te handhaven, niet in de laatste plaats in beschermde gebieden. De groene transitie en duurzame connectiviteit zijn essentieel voor de economische integratie binnen de regio en met de Europese Unie en om de grensoverschrijdende handel binnen de regio te vergemakkelijken en concrete voordelen voor bedrijven en burgers te realiseren. Deze cluster en de daarmee samenhangende hervormingen houden nauw verband met het Albanese economische hervormingsprogramma, het economisch en investeringsplan van de Commissie en de groene agenda voor de Westelijke Balkan die in december 2020 door Albanië is goedgekeurd.

    Albanië heeft een zekere mate van voorbereiding op de meeste gebieden die verband houden met hulpbronnen, landbouw en cohesie, namelijk landbouw en plattelandsontwikkeling, voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid, visserij en financiële en budgettaire bepalingen. Het land is redelijk voorbereid wat betreft regionaal beleid en de coördinatie van de structuurinstrumenten. Albanië heeft goede vooruitgang geboekt op visserijgebied door het satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen (VMS) opnieuw in werking te stellen. Het land heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van financiële en budgettaire bepalingen, landbouw en plattelandsontwikkeling, voedselveiligheid en veterinair en fytosanitair beleid, maar het landbouwregister moet nog worden opgezet. Er is beperkte vooruitgang geboekt op het gebied van regionaal beleid en de coördinatie van de structurele financieringsinstrumenten. In dit verband moet de coördinatie tussen instanties voor pretoetredingssteun worden verbeterd en moeten kwesties worden aangepakt met betrekking tot de capaciteit voor strategische planning en de uitvoering en controle van infrastructuurprojecten in het kader van het economisch en investeringsplan.

    Albanië is goed voorbereid op het gebied van externe betrekkingen en het buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid. Wat het hoofdstuk externe betrekkingen van de onderhandelingen betreft, heeft Albanië goede vooruitgang geboekt en een goed voorbereidingsniveau bereikt, niet in de laatste plaats door de aanvullende protocollen bij de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst goed te keuren en te ratificeren en door de eerste geautoriseerde marktdeelnemers (AEO) te certificeren. Het land heeft gewerkt aan de uitbreiding van de “green lanes”/corridors met de EU-lidstaten. Het land heeft ook beleidsmaatregelen genomen op het gebied van humanitaire hulp en ontwikkelingshulp. Het land bekleedde met succes het voorzitterschap van de Cefta. Wat het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU betreft, is het land zich volledig blijven aanpassen aan alle relevante besluiten en verklaringen van de EU. Het land bekleedde in 2020 het fungerend voorzitterschap van de OVSE, waaruit zijn gehechtheid aan multilaterale samenwerking blijkt. Albanië bleef deelnemen aan crisisbeheersingsmissies en -operaties van de EU.

    Bosnië en Herzegovina

    Wat de politieke criteria betreft, hadden de wetgevende en uitvoerende autoriteiten een lage output als gevolg van politieke polarisatie en de door de pandemie veroorzaakte ontwrichting. De regering op het niveau van de federatie functioneert nog steeds als een demissionaire regering. De grondwet van Bosnië en Herzegovina blijft in strijd met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, zoals vastgesteld in de zaak Sejdić-Finci en hiermee verwante zaken. In mei 2021 is een werkgroep tussen verschillende instanties opgericht, waarin naar verwachting electorale en constitutionele hervormingen zullen worden besproken. In december 2020 vonden in Mostar gemeenteraadsverkiezingen plaats, voor het eerst sinds 2008. In juni 2021 kwam het Parlementair Stabilisatie- en associatiecomité bijeen en stelde zijn reglement van orde vast, na een impasse van vijf jaar. Een inclusief proces van electorale hervorming via oprechte dialoog en in overeenstemming met de Europese normen, waarbij alle vormen van ongelijkheid en discriminatie in het verkiezingsproces worden uitgeband, is van het allergrootste belang. Er is geen vooruitgang geboekt bij het verbeteren van het electorale kader overeenkomstig de Europese normen en het waarborgen van de transparantie van de financiering van politieke partijen. Bosnië en Herzegovina moet nog gevolg geven aan de aanbevelingen van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE/ODIHR), de Commissie van Venetië en de Groep van Staten tegen Corruptie van de Raad van Europa (Greco). Een aantal uitspraken van het Grondwettelijk Hof moet nog volledig ten uitvoer worden gelegd. De ontwikkeling van een nationaal programma voor de overname van het EU-acquis is nog niet afgerond. Er is beperkte vooruitgang geboekt bij het waarborgen van een gunstig klimaat voor het maatschappelijk middenveld.

    Wat betreft de hervorming van het openbaar bestuur, bevindt Bosnië en Herzegovina zich in een beginstadium van voorbereiding; er is enige vooruitgang geboekt dankzij de goedkeuring van het actieplan voor de hervorming van het openbaar bestuur en van strategieën voor het beheer van de overheidsfinanciën op alle overheidsniveaus. Het land moet zorgen voor een professioneel en gedepolitiseerd ambtenarenapparaat en een gecoördineerde landelijke aanpak van de beleidsvorming.

    Wat betreft het justitiële stelsel, verkeert Bosnië en Herzegovina in een beginstadium van de voorbereidingen/is Bosnië en Herzegovina enigszins voorbereid. Tijdens de verslagperiode is op dit punt geen vooruitgang geboekt. De autoriteiten hebben slechts in beperkte mate gevolg gegeven aan de bevindingen van het deskundigenverslag over rechtsstatelijke kwesties (het “rapport-Priebe”). De amendementen op het gebied van integriteit moeten worden opgenomen in de parlementaire procedure; de goedkeuring ervan is essentieel voor de totstandbrenging van een geloofwaardig en rigoureus systeem voor de verificatie van de financiële overzichten van dragers van een rechterlijk ambt. Wegens aanhoudende en duidelijke tekenen van verslechtering blijven urgente maatregelen vereist om de integriteit van de rechterlijke macht te versterken en het vertrouwen van de burgers in de rechterlijke macht te herstellen. Het gebrek aan inzet van politieke actoren voor de justitiële hervorming en het slechte functioneren van het gerechtelijk apparaat bleven het genot van rechten door burgers en de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad ondermijnen.

    Wat betreft de preventie en de bestrijding van corruptie en de georganiseerde misdaad, bevindt Bosnië en Herzegovina zich in een beginstadium/is Bosnië en Herzegovina enigszins voorbereid. Tijdens de verslagperiode is op dit punt geen vooruitgang geboekt. Er moet dringend actie worden ondernomen om de in behandeling zijnde wetgeving inzake overheidsopdrachten en belangenconflicten goed te keuren. Tijdens de pandemie bleven de negatieve gevolgen van wijdverbreide corruptie en tekenen van politieke beïnvloeding sterk zichtbaar, wat een rechtstreekse impact had op het welzijn van de burgers. De selectieve en niet-transparante vervolging en gerechtelijke follow-up van corruptiezaken is een punt van zorg. Er zijn systematische tekortkomingen in de operationele samenwerking tussen rechtshandhavingsinstanties, en inlichtingen worden zeer beperkt uitgewisseld. De politie is kwetsbaar voor politieke inmenging. Financiële onderzoeken en de inbeslagneming van tegoeden blijven grotendeels ondoeltreffend. Hoewel enkele voorbereidende stappen zijn gezet, is het contactpunt voor de samenwerking met Europol nog niet operationeel. Bosnië en Herzegovina heeft geen stappen ondernomen om samenwerking met Eurojust tot stand te brengen. Het land moet zijn inspanningen in de strijd tegen terrorisme en drugshandel voortzetten en zijn capaciteit daartoe vergroten.

    Wat de grondrechten betreft, is het wetgevings- en institutionele kader grotendeels voorhanden maar moet Bosnië en Herzegovina nog een omvattend strategisch kader vaststellen. Er zijn ingrijpende hervormingen nodig om ervoor te zorgen dat alle burgers hun politieke rechten daadwerkelijk kunnen uitoefenen en om niet-discriminerend, inclusief, kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen te garanderen door onder meer een einde te stellen aan de praktijk van “twee scholen onder één dak”. Er is geen vooruitgang geboekt met betrekking tot het waarborgen van de vrijheid van meningsuiting en van de media, de bescherming van journalisten tegen bedreigingen en geweld door middel van passende gerechtelijke follow-up, en het waarborgen van de financiële houdbaarheid van het publieke-omroepbestel. Er blijven problemen bestaan met betrekking tot de vrijheid van vergadering, met name in de entiteit Republika Srpska, waar activisten geïntimideerd en gerechtelijk vervolgd zijn.

    Het verzuim van de autoriteiten om een duurzaam migratie- en asielstelsel op te zetten, leidde in december 2020 tot een humanitaire crisis. Dankzij nauwe samenwerking met en aanzienlijke ondersteuning door de EU werd in Lipa een tijdelijk tentenkamp opgezet om alle personen in nood onderdak te bieden. In de loop van 2021 wordt in Lipa een permanent multifunctioneel opvangcentrum gebouwd. Bosnië en Herzegovina heeft meer inspanningen geleverd om het migratiebeheer te verbeteren. Het land moet doeltreffende coördinatie op alle niveaus garanderen van het grensbeheer en de capaciteit voor migratiebeheer, en de werking van het asielstelsel veilig stellen. Dit vereist een eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden over alle entiteiten en kantons, met inbegrip van de huisvesting van opvangcentra.

    Wat de economische criteria betreft, heeft Bosnië en Herzegovina beperkte vooruitgang geboekt en verkeert het land in een beginstadium van de voorbereidingen op weg naar een goed werkende markteconomie. Het land heeft maatregelen genomen om de negatieve gevolgen van de COVID-19-pandemie voor de economie en de arbeidsmarkt tegen te gaan. De centrale bank heeft belangrijke maatregelen genomen om haar analysecapaciteit te verbeteren. Er zijn enkele stappen gezet om de schokbestendigheid van de financiële sector te versterken. Er zijn echter geen maatregelen van betekenis genomen om de werking van de productmarkten te verbeteren. De samenwerking en coördinatie tussen de belanghebbende partijen in het land is verder verslechterd. Weerstand van de Republika Srpska tegen nationale hervormingen die verband houden met het EU-acquis hebben de naleving van de EU-toetredingscriteria door het land verder vertraagd. Als gevolg daarvan blijven de institutionele structuur van Bosnië en Herzegovina en de interne markt van het land versnipperd. Er is geen verbetering tot stand gekomen met betrekking tot de rechtsstaat en de werking van nationale toezichthoudende en regelgevende instellingen. Dit blijft het ondernemingsklimaat in het land belemmeren. De kwaliteit van de overheidsuitgaven is niet verbeterd, terwijl de overheidssector inefficiënt en overgedimensioneerd is gebleven.

    Bosnië en Herzegovina heeft, wat betreft het vermogen om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd te bieden, beperkte vooruitgang geboekt en verkeert op dit gebied nog steeds in een beginstadium. De algemene kwaliteit van het onderwijs bleef laag, en de maatregelen ter verbetering van de vervoers- en energie-infrastructuur bleven ontoereikend. De omvang van de structurele aanpassing is beperkt gebleven.

    Bosnië en Herzegovina verkeert over het algemeen in een beginstadium/is enigszins voorbereid wat betreft zijn mate van paraatheid en capaciteit om de verplichtingen van het EU-lidmaatschap op zich te nemen, en het land moet de aanpassing aan het EU-acquis aanzienlijk versnellen en de desbetreffende wetgeving uitvoeren en handhaven. Tijdens de verslagperiode is met betrekking tot de verschillende hoofdstukken van het EU-acquis weinig tot geen vooruitgang geboekt.

    In Bosnië en Herzegovina is er sprake van achteruitgang op het gebied van overheidsopdrachten, waar het gedurende het grootste deel van de verslagperiode een voorkeursbehandeling heeft toegepast voor binnenlandse inschrijvers bij de gunning van overheidsopdrachten; amendementen op de wet inzake overheidsopdrachten wachten op goedkeuring door het parlement. Er is beperkte vooruitgang geboekt op het gebied van statistiek, aangezien de voorbereiding van de volgende volks- en woningtelling nauwelijks is gevorderd. Er is enige vooruitgang geboekt op het gebied van de interne financiële controle van de overheid, met de vaststelling van strategieën door beide instanties.

    Er zijn belangrijke stappen nodig om het wetgevingskader in overeenstemming te brengen met het EU-acquis inzake de interne markt (vrij verkeer van goederen, diensten en kapitaal, mededingingsbeleid en financiële diensten). Bosnië en Herzegovina heeft slechts enige vooruitgang geboekt op het gebied van het mededingingsbeleid, met de verdere aanpassing van de wet inzake staatssteun aan het EU-acquis, en op het gebied van financiële diensten. Deze cluster is cruciaal voor de voorbereidingen van Bosnië en Herzegovina op de eisen van de interne markt van de EU en is van groot belang voor vroegtijdige integratie en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke regionale markt.

    Bosnië en Herzegovina heeft beperkte of geen vooruitgang geboekt op de meeste gebieden van concurrentievermogen en inclusieve groei (informatiemaatschappij en media, belastingen, economisch en monetair beleid, ondernemings- en industrieel beleid, onderwijs en cultuur, en de douane-unie), waar het zich in een beginstadium bevindt of enige mate van voorbereiding heeft. Deze gebieden houden nauw verband met het economisch hervormingsprogramma van het land. De sociaal-economische hervormingen moeten worden voortgezet om de bestaande structurele zwakheden, het lage concurrentievermogen, de hoge werkloosheid en de impact van de COVID-19-pandemie aan te pakken, waardoor de uitvoering van deze hervormingen nog dringender is geworden. Er is enige vooruitgang geboekt met de goedkeuring van beleid inzake inclusief onderwijs, beroepsonderwijs en -opleiding en onderwijs in ondernemerschap. 

    Bosnië en Herzegovina heeft enige of beperkte vooruitgang geboekt op de meeste gebieden die verband houden met de groene agenda en duurzame connectiviteit (trans-Europese netwerken, energie, milieu en klimaatverandering), waar het zich in een vroeg stadium bevindt of enige mate van voorbereiding heeft. Het land moet zijn ambities voor een groene transitie aanzienlijk opvoeren en zijn wetgeving inzake gas en elektriciteit aanpassen aan het EU-acquis. De groene transitie en duurzame connectiviteit zijn essentieel voor de economische integratie binnen de regio en met de Europese Unie en om de grensoverschrijdende handel binnen de regio te vergemakkelijken en concrete voordelen voor bedrijven en burgers te realiseren. Deze cluster en de desbetreffende hervormingen houden nauw verband met het economisch hervormingsprogramma, het economisch en investeringsplan en de groene agenda voor de Westelijke Balkan.

    Bosnië en Herzegovina heeft geen vooruitgang geboekt op het gebied van hulpbronnen, landbouw en cohesie (landbouw en plattelandsontwikkeling, voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid, visserij en financiële en budgettaire bepalingen), waar de voorbereidingen zich over het algemeen in een vroeg stadium bevinden.

    Bosnië en Herzegovina heeft enige mate van voorbereiding, maar heeft geen vooruitgang geboekt op het gebied van externe betrekkingen. Het land moet meer inspanningen leveren om zijn toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie af te ronden. Bosnië en Herzegovina wordt sterk aangemoedigd om zijn beleid beter af te stemmen op de verklaringen en beperkende maatregelen in het kader van het buitenlands beleid van de EU. Deze afstemming is aanzienlijk afgenomen tot 43 % in augustus 2021, hetgeen zorgwekkend is. Bosnië en Herzegovina bleef actief deelnemen aan regionale samenwerking en onderhield betrekkingen van goede nabuurschap.

    Kosovo

    Wat de politieke criteria betreft, werd het grootste deel van de verslagperiode gekenmerkt door politieke instabiliteit in Kosovo. Na de vervroegde parlementsverkiezingen in februari 2021 is een nieuwe regering aangetreden, met een ongekend sterke parlementaire meerderheid.

    Gedurende het grootste deel van de verslagperiode waren de wetgevingsactiviteiten, met inbegrip van de EU-gerelateerde hervormingsinspanningen, beperkt als gevolg van deze politieke instabiliteit. De goedkeuring van een tweede fase van de Europese hervormingsagenda en het bijbehorende actieplan, die in oktober 2021 door de wetgevende vergadering zijn goedgekeurd, en een solide focus van de regering, bevestigden de positieve trend van de hernieuwde inzet van Kosovo voor EU-gerelateerde hervormingen.

    Nadat door een beslissing van het Grondwettelijk Hof van december 2020 de verkiezing van de vorige regering in juni 2020 ongeldig was verklaard, werd de wetgevende vergadering ontbonden en werden in februari 2021 vervroegde verkiezingen gehouden. Na de overweldigende overwinning van een oppositiealliantie onder leiding van de partij Vetëvendosje gaf de nieuwe meerderheid in de wetgevende vergadering in maart 2021 het vertrouwen aan een nieuwe regering.

    In november 2020 werd de fungerende president van Kosovo in beschuldiging gesteld en werd hij door het speciale openbaar ministerie gearresteerd op beschuldiging van oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid. Vervolgens heeft hij ontslag genomen. De toenmalige voorzitter van de wetgevende vergadering werd waarnemend president, in overeenstemming met de grondwet, voordat hij door de nieuwe wetgevende vergadering in april 2021 werd verkozen om een volledige ambtstermijn als president te vervullen.

    Voor een groot deel van de verslagperiode hebben de gepolariseerde politieke sfeer, het uitblijven van een effectieve regeringsmeerderheid en het ontbreken van een quorum ernstige gevolgen gehad voor de besluitvorming in de wetgevende vergadering. De wetgevende vergadering moet haar regelgevingskader verbeteren, met inbegrip van haar reglement van orde. De wetgevende vergadering bleef open tijdens de pandemie, met inachtneming van de maatregelen ter bescherming van de gezondheid.

    Over het algemeen waren de verkiezingen van februari 2021 voor de wetgevende vergadering goed georganiseerd, transparant en concurrerend, ondanks verscheidene tekortkomingen. Het verkiezingsproces in Kosovo moet nog steeds over de hele lijn worden versterkt om de reeds lang bestaande tekortkomingen in de hele verkiezingscyclus, zoals vastgesteld tijdens de opeenvolgende verkiezingswaarnemingsmissies van de EU sinds 2014, weg te nemen. De versterking van het juridische en institutionele kader voor de financiering van campagnes en politieke partijen blijft een terrein dat nog moet worden hervormd.

    De situatie in het noorden van Kosovo blijft problematisch, met name op het gebied van corruptie, georganiseerde misdaad en de voorwaarden voor de vrijheid van meningsuiting.

    Er is enige mate van voorbereiding op het gebied van de hervorming van het openbaar bestuur, maar er was tijdens de verslagperiode geen vooruitgang op dit gebied, gezien de frequente regeringswisselingen. De ambtenarenwet is in juni in werking getreden, maar er zijn geen noemenswaardige inspanningen geleverd om met de uitvoering ervan te beginnen, met name wat de aanwervingen betreft. De oprichting van een doeltreffende centrale dienst voor aanwerving liep vertraging op. In sommige gevallen is er sprake van ongepaste politieke inmenging bij benoemingen en ontslagen van hoge overheidsfunctionarissen en ambtenaren. Voorts heeft Kosovo slechts enkele van zijn toezeggingen inzake op verdienste gebaseerde criteria gestand gedaan. Er is geen vooruitgang geboekt bij het aanpakken van de ongelijkheden in het salarisstelsel in de overheidssector. Het proces voor de stroomlijning van de agentschappen is stilgevallen. De rechtsonzekerheid voor bedrijven en particulieren blijft bestaan omdat er nog steeds geen vooruitgang is geboekt bij de harmonisatie van de sectorale wetgeving met de wet inzake algemene bestuursprocedures. Een hernieuwde inzet voor de hervorming van het openbaar bestuur is dringend geboden.

    Kosovo bevindt zich nog in een beginstadium op het gebied van de ontwikkeling van een goed functionerend justitieel stelsel. De algemene rechtsbedeling blijft traag, inefficiënt en kwetsbaar voor ongepaste politieke beïnvloeding. Tijdens de verslagperiode is enige vooruitgang geboekt. De functionele evaluatie van de rechtsstaatsector heeft geresulteerd in een strategie en een actieplan voor de rechtsstaat, waarin de belangrijkste uitdagingen in het rechtsstatelijke bestel worden geschetst. Dat actieplan is in augustus 2021 aangenomen. Kosovo heeft een elektronisch dossierbeheersysteem ingevoerd en een centraal strafregister opgezet. Een aantal problemen moeten evenwel nog worden aangepakt. Kosovo heeft inspanningen geleverd om de wet inzake bemiddeling ten uitvoer te leggen. De COVID-19-pandemie heeft gevolgen gehad voor de doeltreffende behandeling van rechtszaken en voor het houden van (en de publieke toegang tot) rechtszittingen in Kosovo. De nieuwe regering heeft verschillende opties overwogen voor een proces van “doorlichting” van de rechterlijke macht en het openbaar ministerie. In dit verband is de mogelijke invoering van een eenmalige volledige herbeoordeling van alle openbare aanklagers en rechters een bron van ernstige zorg. Een dergelijke stap mag slechts als een uitzonderlijk laatste redmiddel worden beschouwd, wanneer alle bestaande instrumenten en mechanismen ter waarborging van de integriteit en voor de bestrijding van corruptie bij dragers van een rechterlijk ambt zijn uitgeput, en moet in overeenstemming zijn met de Europese en internationale normen en met het advies van de Commissie van Venetië.

    Wat betreft de strijd tegen corruptie, verkeert Kosovo in een beginstadium van de voorbereidingen/is Kosovo enigszins voorbereid. Tijdens de verslagperiode is beperkte vooruitgang geboekt, onder meer bij de resultaten die werden bereikt met betrekking tot het onderzoek naar en de vervolging van zaken op hoog niveau. Er zijn aanhoudende inspanningen nodig om te komen tot meer proactief onderzoek, definitieve rechterlijke beslissingen en definitieve confiscatie van vermogensbestanddelen. Het speciale openbaar ministerie kreeg meer slagkracht met het operationeel worden van de afdeling Corruptie en Financiële Criminaliteit, en het totale aantal medewerkers werd verhoogd. Het wetgevingspakket corruptiebestrijding en het herziene wetboek van strafvordering moeten nog worden aangenomen. Het rechtskader inzake confiscatie is van kracht, maar wordt niet consequent toegepast, en de waarde van de uiteindelijk geconfisqueerde vermogensbestanddelen blijft laag. Corruptie is over het algemeen wijdverbreid en blijft een ernstig punt van zorg. Ondanks de geleverde inspanningen is er een sterke en aanhoudende politieke wil nodig om de risico’s op systemische corruptie daadwerkelijk aan te pakken, alsook voor een krachtige strafrechtelijke respons op corruptie op hoog niveau.

    Wat betreft de strijd tegen de georganiseerde misdaad, verkeert Kosovo in een beginstadium. Kosovo heeft tijdens de verslagperiode beperkte vooruitgang geboekt op het gebied van het onderzoek naar en de vervolging van gevallen van georganiseerde misdaad. Het speciale openbaar ministerie werd versterkt met extra gespecialiseerd personeel en er vonden gerichte opleidingsactiviteiten plaats. De krachtige instrumenten waarin het wetboek van strafrecht en de wet inzake ruimere bevoegdheden voor confiscatie van vermogen voorzien, worden echter nog niet optimaal benut door de politie en het openbaar ministerie. Er zijn maatregelen nodig om het openbaar ministerie te versterken en ervoor te zorgen dat er geen politieke inmenging is in de operationele activiteiten van alle wetshandhavingsinstanties.

    In juli 2020 sloten Europol en de Kosovaarse politie een werkafspraak. De aanvullende overeenkomsten die nodig zijn om deze samenwerking operationeel te maken en die toegang bieden tot de applicatie voor veilige informatie-uitwisseling (Secure Information Exchange Network Application – Siena), alsook de uitwisseling van verbindingsfunctionarissen, zijn in september 2021 afgerond.

    Er is vooruitgang geboekt in de strijd tegen het terrorisme, in overeenstemming met de doelstellingen van de uitvoeringsovereenkomst tussen de EU en Kosovo voor het gezamenlijke actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan, met name wat betreft de rehabilitatie en re-integratie van buitenlandse terroristische strijders en hun gezinnen. De Kosovaarse autoriteiten moeten doeltreffender optreden bij hun inspanningen in het kader van de strijd tegen het witwassen van geld en de toepasselijke wetgeving moet in overeenstemming worden gebracht met het EU-acquis en de internationale normen.

    Het rechtskader garandeert grotendeels de bescherming van de mensenrechten en de grondrechten overeenkomstig de Europese normen. Er zijn echter nog extra inspanningen nodig om het rechtskader volledig ten uitvoer te leggen en de coördinatie van en het toezicht op het beleid en de wetgeving op het gebied van de grondrechten te verbeteren. De autoriteiten zijn nog steeds afhankelijk van donorsteun en -begeleiding en moeten zorgen voor meer eigen inbreng. Er moet meer worden gedaan om de rechten van ontheemden en personen die tot minderheden behoren, waaronder de Roma 3 en Ashkali, te waarborgen, gelijkheid tussen mannen en vrouwen in de praktijk te garanderen en de bescherming van cultureel erfgoed te bevorderen. Wat de vrijheid van meningsuiting betreft, heeft Kosovo enige mate van voorbereiding, en er is sprake van een pluralistisch en energiek medialandschap. Er blijft echter bezorgdheid bestaan over openbare lastercampagnes, bedreigingen en fysieke aanvallen op journalisten. Het gebrek aan financiële zelfredzaamheid, dat nog wordt verergerd door de COVID-19-pandemie, maakt de media kwetsbaar voor politieke en zakelijke belangen. De openbare omroep blijft ook onderhevig aan politieke beïnvloeding en er moet nog een duurzame oplossing worden gevonden voor de financiering van de omroep.

    De Kosovaarse autoriteiten bleven vooruitgang boeken bij het beheer van zowel reguliere als gemengde migratiestromen in de moeilijke context van de COVID-19-pandemie. Kosovo heeft zijn huisvestingscapaciteit verder uitgebreid en zijn paraatheid vergroot om de toegenomen instroom van migranten te beheren.

    Wat de economische criteria betreft, heeft Kosovo beperkte vooruitgang geboekt en verkeert het land in een beginstadium van de voorbereidingen op weg naar een goed werkende markteconomie. De economie is in 2020 in recessie terechtgekomen, maar deze trend is in de eerste helft van 2021 omgebogen. Reeds lang bestaande structurele problemen, zoals het gebrek aan economische diversificatie en de afhankelijkheid van financiële stromen uit de diaspora, maakten Kosovo zeer kwetsbaar in het licht van de pandemiegerelateerde lockdown en reisbeperkingen. Naar aanleiding van de crisis hebben de autoriteiten de begrotingsregels opgeschort en twee begrotingspakketten aangenomen. Een sterke stijging van de uitgaven en lagere belastinginkomsten resulteerden in een groot begrotingstekort in 2020, maar een herstel van de belastingontvangsten droeg bij tot een begrotingsoverschot in de eerste helft van 2021. Op het gebied van het ondernemingsklimaat was er weinig verbetering. De ontwikkeling van de particuliere sector wordt nog steeds beperkt door een wijdverbreide informele economie, een traag en inefficiënt gerechtelijk apparaat, een hoge prevalentie van corruptie en de over het algemeen zwakke rechtsstaat.

    Kosovo heeft beperkte vooruitgang geboekt en verkeert in een beginstadium wat betreft de capaciteit om het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie. Er werd geringe vooruitgang geboekt op het vlak van de kwaliteit van het onderwijs. Evenmin werden de tekorten aan vaardigheden op de arbeidsmarkt aangepakt. Kosovo heeft enige vooruitgang geboekt bij het verbeteren van de wegeninfrastructuur en het verhogen van de investeringen in hernieuwbare energie, maar de op steenkool gebaseerde, verouderde en onbetrouwbare energievoorziening blijft een punt van zorg. Kosovo heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van de digitalisering van de economie. Structurele veranderingen doen zich slechts langzaam voor, aangezien de economie in hoge mate afhankelijk blijft van kleine en zeer kleine ondernemingen die internationaal niet kunnen concurreren en de exportstructuur nog steeds grotendeels berust op een beperkt aantal producten, zoals onedele metalen.

    Wat betreft betrekkingen van goede nabuurschap en regionale samenwerking, bleef Kosovo deelnemen aan de meeste regionale fora. De betrekkingen van Kosovo met Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië bleven over het algemeen goed. Er is geen verandering opgetreden in de formele betrekkingen van Kosovo met Bosnië en Herzegovina, dat de onafhankelijkheid van Kosovo niet erkent, en beide landen handhaven een strenge visumregeling.

    Wat de normalisering van de betrekkingen met Servië betreft, is de door de EU gefaciliteerde dialoog voortgezet met bijeenkomsten op hoog niveau op 15 juni en 19 juli 2021en met drie bijeenkomsten van de hoofdonderhandelaars. Tijdens de verslagperiode hebben beide partijen nieuwe hoofdonderhandelaars en onderhandelingsteams aangesteld. Kosovo moet zich constructief inzetten en nog aanzienlijke inspanningen leveren voor de uitvoering van alle eerdere overeenkomsten en bijdragen tot een omvattende juridisch bindende normaliseringsovereenkomst met Servië. Een dergelijke overeenkomst is urgent en cruciaal voor de vooruitgang van Kosovo en Servië op hun respectieve Europese parcours.

    Wat de aanpassing aan de Europese normen betreft, is tijdens de verslagperiode enige vooruitgang geboekt op het gebied van overheidsopdrachten, statistiek en financiële controle. Op de meeste gebieden die onder cluster 2 inzake de interne markt vallen, heeft Kosovo enige mate van voorbereiding, namelijk op het gebied van het vrije verkeer van goederen, kapitaal, vennootschapsrecht en intellectuele eigendom; op het gebied van het verkeer van werknemers, diensten en het recht van vestiging, en financiële diensten, daarentegen, is het land redelijk voorbereid. Kosovo bevindt zich in een beginstadium van voorbereiding op het gebied van mededinging, consumentenbeleid en gezondheidsbescherming. In de verslagperiode heeft Kosovo enige vooruitgang geboekt op alle gebieden, behalve op het gebied van consumentenbeleid en gezondheidsbescherming, waar slechts beperkte vooruitgang werd geboekt. Op het gebied van concurrentievermogen en inclusieve groei heeft het land op de meeste gebieden (douane, belastingen, informatiemaatschappij en media, ondernemings- en industrieel beleid) enige vooruitgang geboekt, maar op het gebied van onderzoek, onderwijs en cultuur slechts beperkte vooruitgang. Kosovo heeft enige vooruitgang geboekt op beleidsterreinen die verband houden met de groene agenda en duurzame connectiviteit, in de energiesector, maar slechts beperkte vooruitgang op het gebied van vervoer, milieu en klimaatverandering. Wat betreft het beleid inzake hulpbronnen en landbouw, heeft het land slechts beperkte vooruitgang geboekt op de gebieden landbouw, voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid. Op het gebied van het handelsbeleid is enige vooruitgang geboekt bij het terugdringen van het handelstekort van Kosovo, maar Kosovo heeft de aanvullende Cefta-protocollen inzake handelsfacilitatie en de handel in diensten nog niet geratificeerd. In het algemeen moet Kosovo zijn administratieve capaciteit en de coördinatie binnen alle sectoren verbeteren om te zorgen voor een doeltreffende uitvoering van het EU-acquis.

    Turkije

    Er zijn ernstige tekortkomingen in de werking van de democratische instellingen van Turkije. De achteruitgang van de democratie heeft zich tijdens de verslagperiode voortgezet. De structurele tekortkomingen van het presidentiële systeem bleven bestaan. Belangrijke aanbevelingen van de Raad van Europa en zijn organen moeten nog worden opgevolgd. Het parlement miste nog steeds de nodige middelen om de regering ter verantwoording te roepen. De constitutionele structuur bleef zodanig dat de bevoegdheden op het niveau van de president gecentraliseerd blijven, zonder te zorgen voor een gezonde en doeltreffende scheiding der machten tussen de uitvoerende, de wetgevende en de rechterlijke macht. Bij gebrek aan een doeltreffend controlemechanisme blijft de democratische verantwoordingsplicht van de uitvoerende macht beperkt tot de verkiezingen. De oppositiepartijen bleven een mikpunt van aanvallen, met onder meer de aanvaarding door het Grondwettelijk Hof van een aanklacht door de hoofdaanklager van het Hof van Cassatie die de op een na grootste oppositiepartij wil opdoeken, hetgeen heeft bijgedragen tot de verzwakking van het politieke pluralisme in Turkije. Tijdens de verslagperiode heeft de Turkse president de president van de centrale bank twee keer vervangen.

    Ondanks de opheffing van de noodtoestand in juli 2018 bleef een aantal wettelijke bepalingen die overheidsinstanties buitengewone bevoegdheden verlenen en waarbij verschillende beperkende elementen van de noodtoestand worden gehandhaafd, in het rechtsstelsel opgenomen, hetgeen verregaande gevolgen bleef hebben voor de democratie en de grondrechten. In juli 2021 keurde het Turkse parlement een wet goed waarbij de duur van deze beperkende elementen van de noodtoestand met een jaar wordt verlengd. De onderzoekscommissie met betrekking tot de noodtoestand heeft haar werkzaamheden inzake de ambtenaren die tijdens de spoedprocedure bij decreet zijn ontslagen, nog niet afgerond.

    De druk die de regerende coalitieregering uitoefent op burgemeesters van oppositiepartijen heeft de lokale democratie verder verzwakt. Burgemeesters van de oppositiepartijen werden geconfronteerd met administratieve en gerechtelijke onderzoeken. In het zuidoosten werden de burgemeesters die gedwongen waren ontslagen, nog steeds vervangen door vertrouwelingen van de regering, waardoor de burgers hun gekozen vertegenwoordiging werd ontzegd. In de meeste gevallen hebben de vertrouwelingen die als burgemeester zijn aangesteld, de schorsing van de gemeenteraad gehandhaafd. Honderden lokale politici en gekozen ambtsdragers werden gearresteerd op beschuldiging van terrorisme.

    De situatie in het zuidoosten bleef zeer zorgwekkend. De regering voerde binnenlandse en grensoverschrijdende veiligheids- en militaire operaties uit in Irak en Syrië. De veiligheidssituatie in de grenszones bleef precair met aanhoudende gewelddaden door de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), die nog steeds voorkomt op de EU-lijst van personen, groepen en entiteiten die betrokken zijn bij terroristische daden. De EU heeft de aanvallen van de PKK ondubbelzinnig veroordeeld en haar solidariteit betuigd met de families van de slachtoffers. De regering heeft weliswaar een legitiem recht om terrorisme te bestrijden, maar het is essentieel dat de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden hierbij worden gewaarborgd. Antiterreurmaatregelen moeten evenredig zijn. Er hebben zich geen ontwikkelingen voorgedaan met betrekking tot de hervatting van een geloofwaardig politiek proces om een vreedzame en duurzame oplossing tot stand te brengen. Mensenrechtenorganisaties en oppositiepartijen hebben melding gemaakt van ernstige schendingen van de mensenrechten door veiligheidstroepen.

    Ongeveer 4 000 leden en functionarissen van de Democratische Volkspartij (HDP) zitten nog steeds in de gevangenis, waaronder een aantal parlementsleden. In juni aanvaardde het Grondwettelijk Hof een aanklacht waarin werd geëist dat de HDP zou worden ontbonden en dat 451 HDP-kaderleden, met inbegrip van de medevoorzitters van de partij en alle vroegere en huidige parlementsleden en bestuurders, een verbod zouden krijgen op het bedrijven van politiek, en dat de bankrekeningen van de partij zouden worden bevroren. In het parlement waren er nog lopende verzoeken van het openbaar ministerie om de immuniteit van bijna alle HDP-parlementsleden op te heffen.

    Op het gebied van kwesties die het maatschappelijk middenveld aanbelangen, is er nog steeds sprake van een ernstige achteruitgang. Het maatschappelijk middenveld kwam voortdurend onder druk te staan en zijn ruimte om vrijelijk te opereren is nog vernauwd, waardoor de vrijheid van meningsuiting en van vereniging van maatschappelijke organisaties werden beperkt. De nieuwe wet ter voorkoming van de financiering van de proliferatie van massavernietigingswapens geeft aanleiding tot bezorgdheid over mogelijke beperkingen van de activiteiten van mensenrechtenverdedigers en het maatschappelijk middenveld.

    Het juridische en institutionele kader voor de veiligheids- en inlichtingensector bleef ongewijzigd met een versterkt civiel toezicht op de veiligheidstroepen in het kader van het presidentiële stelsel. De regering heeft stappen ondernomen om de civiele controle over de veiligheidstroepen verder te consolideren.

    Turkije heeft enige mate van voorbereiding bereikt/is redelijk voorbereid op het gebied van de hervorming van het openbaar bestuur. Tijdens de verslagperiode is geen vooruitgang geboekt. In Turkije ontbreekt het aan een omvattende agenda voor de hervorming van het openbaar bestuur en een leidende instelling die verantwoordelijk is voor het proces. Er blijft bezorgdheid bestaan over de verantwoordingsplicht van de administratie en het personeelsbeheer. De politieke wil tot hervorming ontbreekt nog altijd. Hoewel de beleidscoördinatie tussen de centrale overheidsinstellingen sterk bleef, is de beleidsvorming niet wetenschappelijk onderbouwd of participatief. De politisering van het openbaar bestuur ging verder. In de hogere echelons van de overheid bleven vrouwen beperkt vertegenwoordigd.

    Het justitieel stelsel van Turkije bevindt zich in een beginstadium van voorbereiding. De ernstige achteruitgang die sinds 2016 werd waargenomen, hield aan. Er blijft bezorgdheid bestaan, met name over het systematische gebrek aan onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de ongepaste druk op rechters en openbaar aanklagers. Het nieuwe actieplan voor de mensenrechten voorziet in een aantal positieve maatregelen, maar pakt geen van de belangrijkste tekortkomingen op het gebied van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht aan. Meer bepaald worden er geen maatregelen overwogen om reeds lang openstaande aanbevelingen van de Commissie van Venetië van de Raad van Europa en de Europese Commissie uit te voeren, zoals verbeteringen op het gebied van zowel de eerbiediging van het beginsel van de scheiding der machten als de structuur en het selectieproces van de leden van de Raad van rechters en aanklagers. Ondanks hun vrijspraak is geen van de rechters of aanklagers die na de couppoging zijn ontslagen, opnieuw in dienst genomen. Er blijft bezorgdheid bestaan over het ontbreken van objectieve, op verdienste gebaseerde, uniforme en vooraf vastgestelde criteria voor de aanwerving en bevordering van rechters en openbare aanklagers. De instelling van “strafrechters van vrede” bleef vragen oproepen over hun rechtsmacht en hun praktijk.

    Wat corruptiebestrijding betreft, verkeert Turkije in een beginstadium van de voorbereidingen en heeft het in de verslagperiode geen vooruitgang geboekt. Het land heeft geen instanties voor corruptiebestrijding opgericht die in overeenstemming zijn met de internationale verplichtingen van Turkije. De tekortkomingen van het wettelijke en institutionele kader maakten ongepaste politieke inmenging in het onderzoek naar en de vervolging van corruptiezaken mogelijk. De verantwoordingsplicht en transparantie van overheidsinstellingen moeten worden verbeterd. Het ontbreken van een strategie en actieplan op het vlak van corruptiebestrijding is een teken van het gebrek aan wil om resoluut op te treden tegen corruptie. De meeste aanbevelingen van de Groep van Staten tegen Corruptie (Greco) van de Raad van Europa zijn niet uitgevoerd. Corruptie is over het algemeen wijdverbreid en blijft een punt van zorg.

    Turkije is enigszins voorbereid op het vlak van de strijd tegen de georganiseerde misdaad, en boekte op dat gebied beperkte vooruitgang. De samenwerking tussen Europol en Turkije is gebaseerd op een strategische samenwerkingsovereenkomst, die in juli 2004 in werking is getreden. Er zijn onderhandelingen gaande over een internationale overeenkomst inzake de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en de Turkse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme, in het kader waarvan Turkije zijn wetgeving moet aanpassen aan de Europese normen. Turkije moet zijn staat van dienst inzake het ontmantelen van criminele netwerken en het confisqueren van criminele vermogensbestanddelen verbeteren. Het rechtskader voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering moet worden verbeterd in overeenstemming met de aanbevelingen van de Financiële-actiegroep (FATF) en de aanbevelingen van de Commissie van Venetië inzake de wet ter voorkoming van de financiering van de proliferatie van massavernietigingswapens. Turkije moet zijn wetgeving inzake cybercriminaliteit en getuigenbescherming verbeteren.

    De situatie van de mensenrechten en de grondrechten bleef verder verslechteren. Veel van de maatregelen die tijdens de noodtoestand zijn genomen, blijven van kracht. Het rechtskader voorziet in algemene waarborgen voor de naleving van de mensenrechten en de grondrechten, maar de wetgevende praktijk moet nog steeds in overeenstemming worden gebracht met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) en de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Grootschalige beperkingen van de activiteiten van journalisten, schrijvers, advocaten, academici, mensenrechtenactivisten en kritische stemmen hebben nog steeds een negatief effect op de uitoefening van deze vrijheden en hebben tot zelfcensuur geleid. De weigering van Turkije om de uitspraken van het EHRM uit te voeren, met name in de zaken Selahattin Demirtaş en Osman Kavala, heeft de bezorgdheid over de naleving door de rechterlijke macht van de internationale en Europese normen verder vergroot. De terugtrekking van Turkije uit het Verdrag van Istanbul heeft ook twijfel doen ontstaan over zijn verbintenis om dergelijke normen na te leven. In het nieuwe actieplan voor de mensenrechten, dat hervormingen op een aantal gebieden beloofde, worden cruciale kwesties niet aangepakt.

    Er is nog steeds sprake van een ernstige achteruitgang van de vrijheid van meningsuiting. Wetgeving en de uitvoering ervan, met name bepalingen inzake de nationale veiligheids en terrorismebestrijding, bleven in strijd met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en andere internationale normen en wijken af van de jurisprudentie van het EHRM. De verspreiding van tegengeluiden en de vrijheid van meningsuiting werden negatief beïnvloed door de toenemende druk en beperkende maatregelen. Strafzaken en veroordelingen van journalisten, mensenrechtenverdedigers, advocaten, schrijvers, politici van de oppositie, studenten en gebruikers van sociale media werden voortgezet.

    Er was verdere ernstige achteruitgang op het gebied van de vrijheid van vergadering en vereniging in het licht van terugkerende verboden, onevenredig ingrijpen en het gebruik van buitensporig geweld in vreedzame demonstraties, onderzoeken, administratieve boeten en vervolgingen tegen demonstranten op beschuldiging van terrorismegerelateerde activiteiten. Wetgeving en de uitvoering ervan zijn niet in overeenstemming met de Turkse grondwet, de Europese normen of met internationale verdragen.

    De rechten van de meest achtergestelde groepen en personen die tot minderheden behoren, moeten beter worden beschermd. Roma bleven grotendeels uitgesloten van formele banen en hun levensomstandigheden verslechterden sterk. Gendergerelateerd geweld, discriminatie, haatzaaien tegen minderheden, in het bijzonder tegen lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender interseksuele en queer personen (LHBTIQ) zijn nog steeds een ernstig punt van zorg.

    Op het gebied van het migratie- en asielbeleid heeft Turkije enige vooruitgang geboekt. Na de incidenten van maart 2020, toen Turkije migranten en vluchtelingen actief aanspoorde de landroute naar Europa door Griekenland te nemen, is de situatie uiteindelijk gede-escaleerd. Er is enige vooruitgang geboekt met de versterking van de bewakings- en beschermingscapaciteit van de oostelijke landgrens. De verklaring EU-Turkije van maart 2016 heeft verder vruchten afgeworpen en Turkije bleef een belangrijke rol spelen bij het doeltreffend beheer van migratiestromen langs de oostelijke Middellandse Zeeroute. De terugkeer van irreguliere migranten van de Griekse eilanden in het kader van de verklaring EU-Turkije bleef echter opgeschort door Turkije, onder verwijzing naar de COVID-19-beperkingen. De hervestigingen vanuit Turkije naar de EU werden, ondanks de beperkingen, in juli 2020 echter hervat. Hoewel het aantal irreguliere binnenkomsten in Griekenland is afgenomen, werd steeds vaker gebruikgemaakt van smokkelroutes naar Italië en naar de door de regering gecontroleerde gebieden van Cyprus. Turkije heeft de bepalingen met betrekking tot onderdanen van derde landen in de overnameovereenkomst tussen de EU en Turkije nog steeds niet uitgevoerd, hoewel deze in oktober 2017 in werking zijn getreden. Over het geheel genomen bleef het aantal illegale grensoverschrijdingen tussen Turkije en Griekenland aanzienlijk lager dan vóór de goedkeuring van de verklaring EU-Turkije.

    Turkije bleef aanzienlijke inspanningen leveren voor de opvang en het lenigen van de noden van de grootste vluchtelingengemeenschap ter wereld. Eind 2020 waren contracten gesloten voor de volledige operationele begroting van de faciliteit voor vluchtelingen ten belope van 6 miljard EUR van de faciliteit, en in augustus 2021 was ruim 4,2 miljard EUR uitbetaald Er zijn efficiënte integratiemaatregelen nodig om de langdurige aanwezigheid van vluchtelingen in het land aan te pakken. Migranten en vluchtelingen moeten beter toegang krijgen tot de gezondheidheidszorg. Er werd niet voldaan aan de resterende benchmarks voor visumliberalisering. Turkije moet zijn wetgeving nog verder aanpassen aan het EU-acquis inzake visumbeleid.

    Het steeds assertievere buitenlandse beleid van Turkije bleef conflicteren met de prioriteiten van de EU in het kader van het GBVB, met name vanwege de steun voor militair optreden in de Kaukasus, Syrië en Irak. Het institutionele kader waarbinnen Turkije aan het GBVB en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) kan deelnemen, bestaat, maar de mate van aanpassing van het Turkse beleid bleef met ongeveer 14 % zeer laag. De militaire steun van Turkije in Libië, onder meer door de inzet ter plaatse van buitenlandse strijders, en de aanhoudende kritiek van het land op en het gebrek aan samenwerking met operatie IRINI, zijn schadelijk voor de effectieve bijdrage van de EU aan de uitvoering van het VN-wapenembargo en hebben geleid tot tegenstrijdige benaderingen in Libië. Turkije wil een stabiel en welvarend Syrië, een doelstelling die het deelt met de EU. Het land zette zijn eigen militaire optreden in Noord-Syrië echter voort, onder meer via milities die het ondersteunt. Tegelijkertijd verhoogde Turkije de verstrekking van basisdiensten en breidde het zijn infrastructuurnetwerken in Noord-Syrië uit.

    In november 2020 heeft de Raad de looptijd van het bestaande kader voor beperkende maatregelen in reactie op de ongeoorloofde booractiviteiten van Turkije in het oostelijke Middellandse Zeegebied, verlengd. In zijn conclusies van december 2020 heeft de Europese Raad met klem de unilaterale acties, provocaties en geëscaleerde retoriek van Turkije tegen de EU, de EU-lidstaten en de Europese leiders veroordeeld. Begin 2021 minderden de spanningen in het oostelijke Middellandse Zeegebied. Turkije is gestopt met de illegale exploratie van koolwaterstoffen in de maritieme zones van Griekenland en Cyprus. Begin oktober hebben Turkse oorlogsschepen het vaartuig Nautical Geo echter verhinderd een onderzoek uit te voeren in de exclusieve economische zone (EEZ) van Cyprus, en heeft Turkije een navigatietelexbericht (NAVTEX) verzonden voor het uitvoeren van seismische onderzoeken die delen van de Cypriotische EEZ zouden omvatten. Voorts bleef Turkije maatregelen nemen om de status van het afgezette stadsdeel Varosha te wijzigen met onaanvaardbare unilaterale besluiten die indruisen tegen de resoluties 550 (1984) en 789 (1992) van de VN-Veiligheidsraad. De EU heeft de unilaterale stappen van Turkije en de onaanvaardbare verklaringen van de Turkse president en de leider van de Turks-Cypriotische gemeenschap van 20 juli 2021 over de verdere heropening van het afgezette stadsdeel Varosha in Cyprus met klem veroordeeld, en heeft opgeroepen tot onmiddellijke stopzetting van deze acties en tot het terugdraaien van alle stappen die sinds oktober 2020 met betrekking tot Varosha zijn ondernomen.

    De EU heeft nadrukkelijk gewezen op de noodzaak voor Turkije om de soevereine rechten van de EU-lidstaten te eerbiedigen, waaronder het recht op het sluiten van bilaterale overeenkomsten en de exploratie en exploitatie van hun natuurlijke hulpbronnen, overeenkomstig het EU-acquis en het internationaal recht, met inbegrip van het VN-verdrag inzake het recht van de zee. Turkije moet zich ondubbelzinnig engageren tot goede betrekkingen met de nabuurschap, de eerbiediging van internationale overeenkomsten, en de vreedzame regeling van geschillen in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties, waarbij het eventueel een beroep kan doen op het Internationaal Gerechtshof.

    Turkije heeft er niet voor gezorgd dat het Aanvullend Protocol bij de associatieovereenkomst EU-Turkije volledig en op niet-discriminerende wijze wordt toegepast. De belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen, waaronder beperkingen op rechtstreekse vervoersverbindingen met Cyprus, zijn evenmin volledig weggewerkt. Er is geen vooruitgang geboekt met de normalisering van de bilaterale betrekkingen met de Republiek Cyprus, en de informele gesprekken in april 2021 hebben de weg niet vrijgemaakt voor de hervatting van de formele onderhandelingen.

    In maart en juni 2021 heeft de Europese Raad nogmaals gewezen op het strategisch belang van de Europese Unie bij een stabiele en veilige omgeving in het oostelijke Middellandse Zeegebied en bij de ontwikkeling van coöperatieve en wederzijds voordelige betrekkingen met Turkije. In het licht van de stopzetting van illegale booractiviteiten, de hervatting van de bilaterale besprekingen tussen Griekenland en Turkije en de op dat ogenblik nog aanstaande besprekingen over de kwestie-Cyprus onder auspiciën van de Verenigde Naties hebben de leiders aangeboden een positievere dynamiek in de betrekkingen tussen de EU en Turkije te bevorderen. Daartoe hebben zij zich bereid verklaard om op basis van een stapsgewijze, evenredige en omkeerbare aanpak met Turkije samen te werken op een aantal gebieden van gemeenschappelijk belang, mits Turkije voldoet aan de in eerdere conclusies van de Europese Raad gestelde voorwaarden en op voorwaarde dat de de-escalatie in het oostelijke Middellandse Zeegebied wordt voortgezet. De leiders riepen Turkije op zich te onthouden van hernieuwde provocaties of unilaterale acties die in strijd zijn met het internationaal recht. Rekening houdend met de gezamenlijke mededeling bevestigden zij opnieuw dat de Europese Unie vastbesloten is om in geval van dergelijk optreden gebruik te maken van de instrumenten en opties waarover zij beschikt om haar belangen en die van haar lidstaten te verdedigen en de regionale stabiliteit te handhaven.

    Turkije bleef de geldigheid van de Turks-Libische maritieme afbakenings- en militaire overeenkomsten van 2019 bevestigen. De EU beschouwt dit als een inbreuk op de soevereine rechten van derde staten, die in strijd is met het recht van de zee en geen rechtsgevolgen heeft voor derde staten.

    Wat de economische criteria betreft, is de Turkse economie goed gevorderd; er is tijdens de verslagperiode echter geen vooruitgang geboekt en er blijft ernstige bezorgdheid bestaan over de werking van de economie van het land. De autoriteiten hebben een omvangrijke en uitgebreide reeks maatregelen genomen om de binnenlandse vraag te stimuleren en de economische gevolgen van de COVID-19-pandemie te verzachten. Als gevolg daarvan herstelde de economie zich snel van de crisis en bereikte zij reeds in het derde kwartaal van 2020 het niveau van vóór de crisis. Tegen de achtergrond van een krachtige beleidsrespons op de crisis hebben tekortkomingen op het gebied van de institutionele en beleidscoördinatie de geloofwaardigheid en doeltreffendheid van het optreden van de autoriteiten ondermijnd en zijn de onevenwichtigheden toegenomen. De macro-economische beleidsmix was te sterk afhankelijk van de kredietstroom, terwijl de maatregelen voor rechtstreekse begrotingssteun vrij beperkt waren gezien de omvang van de uitdagingen op sociaal en arbeidsmarktgebied. De sterke monetaire expansie van vorig jaar verzwakte de lire, stuwde de inflatie en dollarisering omhoog en leidde tot een uitstroom van portefeuillebeleggingen. Het verdwijnen van het tekort op de lopende rekening in 2019 bleek van korte duur te zijn en externe onevenwichtigheden blijven een grote zwakke plek. Het monetaire beleid is in het najaar van 2020 aangescherpt, maar het abrupte ontslag van de president van de centrale bank in maart 2021, slechts vier maanden na zijn benoeming, heeft de instabiliteit van de financiële markten in de hand gewerkt en twijfels doen rijzen over de toezegging van de autoriteiten om de inflatie terug te dringen.

    Het institutionele en regelgevende klimaat is verder verzwakt en er zijn hardnekkige problemen met de voorspelbaarheid, transparantie en uitvoering van regelgeving. De beëindiging van bedrijfsactiviteiten blijft moeilijk en neemt veel tijd in beslag. De omvang van de informele sector is tijdens de crisis afgenomen, maar is nog steeds goed voor een groot deel van de economie. Overheidsingrijpen in prijsvormingsmechanismen blijft bestaan. De verlening van staatssteun ontbeert adequate regels inzake uitvoering, handhaving en transparantie. Ingevolge een soepel monetair beleid tot het najaar van 2020 en gunstige regelgevingsmaatregelen, verleenden banken fors meer kredieten, hetgeen met name door staatsbanken werd aangewakkerd. De banksector bleef goed gekapitaliseerd en profiteerde van een gedoogbeleid op het gebied van regelgeving en andere crisisbeheersmaatregelen. De pandemie heeft de arbeidsmarkt en de armoedegraad sterk beïnvloed. Het aantal niet-werkzoekende werklozen nam aanzienlijk toe en de werkgelegenheid daalde tot een niveau dat veel lager lag dan enkele jaren geleden. De arbeidsparticipatie en werkgelegenheid van vrouwen bleven bijzonder laag. De werkloosheid onder jongeren die geen werk hebben en ook geen onderwijs of opleiding volgen, is toegenomen.

    Turkije heeft beperkte vooruitgang geboekt en er is sprake van een goede mate van voorbereiding om het hoofd te kunnen bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU. Ondanks enige vooruitgang bij het verbeteren van de toegang tot onderwijs, blijft de discrepantie tussen het onderwijsstelsel en de behoeften van de arbeidsmarkt bestaan. De uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling bleven langzaam toenemen, maar bevinden zich nog steeds ruim onder het streefcijfer van de regering. Dankzij gunstige financieringsvoorwaarden en concessionele leningen herstelde de investeringsactiviteit zich in 2020. Er is vooruitgang geboekt met betrekking tot de diversificatie van de energievoorziening en de ontwikkeling van de sector hernieuwbare energie. De uitbreiding van praktijken op het gebied van vereiste inzake plaatselijke inbreng (“local content requirement”) bleef aanleiding geven tot bezorgdheid. Het relatieve aandeel van de EU in de buitenlandse handel van Turkije nam licht toe, hoewel Turkije zich vaak heeft onttrokken aan zijn verplichtingen in het kader van de douane-unie EU-Turkije.

    Wat betreft het vermogen van Turkije om de verplichtingen van het lidmaatschap na te komen, was de aanpassing van Turkije aan het EU-acquis van de EU zeer beperkt en werd zij vooral op ad-hocbasis nagestreefd.

    De cluster interne markt is cruciaal voor de goede werking van de douane-unie en voor de integratie van Turkije in de eengemaakte markt van de EU. Turkije heeft een goede mate van voorbereiding bereikt op het vlak van het vrije verkeer van goederen. Hoewel Turkije zich verder heeft aangepast aan technische EU-wetgeving in het kader van de “nieuwe globale aanpak”, blijven er technische handelsbelemmeringen bestaan die de goede werking van de douane-unie in de weg staan. De voorbereidingen op het gebied van het vrije verkeer van werknemers, het recht van vestiging en de vrijheid van dienstverlening bevinden zich in een vroeg stadium, aangezien veel beroepen niet toegankelijk zijn voor EU-onderdanen. Turkije is redelijk voorbereid op het gebied van het vrije verkeer van kapitaal, met name vanwege de aanzienlijke resterende belemmeringen voor de verwerving van activa en onroerend goed. Turkije verbeterde zijn rechtskader voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. Het land is goed voorbereid wat betreft de aanpassing van de wetgeving op het gebied van consumenten- en gezondheidsbescherming, zoals blijkt uit zijn krachtige vaccinatiecampagne tegen COVID-19. Op beide gebieden moeten echter de bestuurlijke capaciteit, het overleg en de coördinatie tussen de belanghebbenden worden versterkt. Turkije is enigszins voorbereid op het vlak van het mededingingsbeleid. Er is een chronisch gebrek aan regels voor de tenuitvoerlegging van staatssteun, handhaving en transparantie, en de institutionele structuur is nog niet voltooid. In de cluster concurrentievermogen en inclusieve groei is er meestal sprake van achteruitgang met betrekking tot de economische hoofdstukken. Dit was met name het geval voor het ondernemings- en industrieel beleid, voornamelijk omdat Turkije maatregelen heeft ingevoerd die onverenigbaar zijn met de beginselen van het industriebeleid van de EU, en voor het economisch en monetair beleid, als gevolg van de toegenomen politieke druk op de centrale bank. Er was ook sprake van achteruitgang op het gebied van sociaal beleid en werkgelegenheid, in verband met de inperking van vakbondsrechten, het gebrek aan echte sociale dialoog en de hardnekkig hoge niveaus van informele economische activiteit. Wat belastingen betreft, is Turkije redelijk voorbereid, maar er is behoefte aan een duidelijke strategie, waarbij frequente wijzigingen in de belastingtarieven worden vermeden en de uitwisseling van belastinginformatie met alle EU-lidstaten mogelijk wordt gemaakt. Turkije blijft goed voorbereid wat betreft de douane-unie, maar heeft slechts beperkte vooruitgang geboekt, ook bij de uitvoering ervan. Turkije blijft zich onttrekken aan zijn verplichtingen in het kader van de douane-unie tussen de EU en Turkije, hetgeen heeft bijgedragen tot een groot aantal handelsbelemmeringen. Turkije is enigszins voorbereid op het gebied van de informatiemaatschappij en de media. De terugval op dit gebied hield aan, voornamelijk als gevolg van ontoereikende mededinging, concentratie van media-eigendom en het gebrek aan onafhankelijkheid van de regelgevende instanties. De voorbereidingen van Turkije op het gebied van wetenschap en onderzoek zijn goed gevorderd en Turkije gaf verder uitvoering aan het actieplan om de nationale onderzoeks- en innovatiecapaciteit te versterken en zich aan te passen aan de Europese Onderzoeksruimte (EOR). Turkije is redelijk voorbereid op het gebied van onderwijs en cultuur en moet verdere verbeteringen tot stand brengen inzake inclusief onderwijs, met bijzondere aandacht voor meisjes en kinderen uit kansarme groepen.

    Wat de cluster inzake de groene agenda en duurzame connectiviteit betreft, is Turkije redelijk voorbereid op het gebied van het vervoer- en energiebeleid. Turkije heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van energie- en vervoersnetwerken, met de nog lopende aanleg van de spoorlijn Halkali-Kapikule, die de Bulgaarse grens met Istanbul verbindt. Turkije heeft enige mate van voorbereiding op het gebied van milieu en klimaatverandering en ziet zich voor belangrijke opgaven gesteld op het gebied van milieu en klimaat, zowel wat mitigatie als adaptatie betreft. Er is enige vooruitgang geboekt, onder meer met de ratificatie van de Klimaatovereenkomst van Parijs en de vergroting van de capaciteit op het gebied van afvalbeheer, afvalwaterzuivering en aanpassing van de wetgeving, maar de handhaving en uitvoering blijven zwak. Turkije moet opvolging geven aan zijn toezeggingen, met een versterking van de nationaal vastgestelde bijdrage in het kader van de Klimaatovereenkomst van Parijs, strategische langetermijnplannen voor decarbonisatie en aanpassing en passende nationale wetgeving als afspiegeling van deze plannen. Wat de cluster hulpbronnen, landbouw en cohesie betreft, heeft Turkije enige mate van voorbereiding bereikt op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling. In de verslagperiode was er evenwel achteruitgang, aangezien het landbouwbeleid van Turkije afweek van de belangrijkste beginselen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU. Turkije is een belangrijke exporteur van levensmiddelen naar de EU en heeft beperkte vooruitgang geboekt op het gebied van voedselveiligheid en veterinair en fytosanitair beleid. Turkije moet verdere vorderingen maken om te voldoen aan de EU-normen, met name inzake residuen van bestrijdingsmiddelen. Wat de visserij betreft, heeft Turkije goede vooruitgang geboekt op het gebied van de uitvoering van de visserijwet, visbestanden en het beheer van de vloot, en inspectie en controle. Turkije is redelijk voorbereid op het gebied van regionaal beleid en de coördinatie van de structuurinstrumenten. Over het geheel genomen heeft Turkije op dit gebied enige vooruitgang geboekt, met name wat betreft het versnellen van de absorptie van IPA II-middelen en het aanpakken van enkele structurele zwakke punten. Turkije heeft enige mate van voorbereiding op het gebied van financiële en budgettaire bepalingen en heeft tijdens de verslagperiode beperkte vooruitgang geboekt bij het versterken van de bestuurlijke capaciteit of het opstellen van uitvoeringsvoorschriften voor de correcte toepassing van het stelsel van eigen middelen.

    Op het gebied van externe betrekkingen is Turkije op een redelijk niveau van voorbereiding gebleven, hetgeen met name kan worden teruggevoerd op het feit dat het land zich blijft onttrekken aan de verplichtingen van het gemeenschappelijk douanetarief en het gemeenschappelijk handelsbeleid. In de verslagperiode heeft Turkije beperkte vooruitgang geboekt, met de succesvolle afronding van de onderhandelingen over een handelsovereenkomst met het VK volgend op de overeenkomst tussen de EU en het VK. Turkije heeft enige mate van voorbereiding op het gebied van het buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid. Er was achteruitgang op het gebied van de politieke dialoog over het buitenlands en veiligheidsbeleid, aangezien het steeds assertievere buitenlands beleid van Turkije conflicteerde met de prioriteiten van de EU in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.

    Over het geheel genomen zijn op veel gebieden nog aanzienlijke inspanningen nodig voor de aanpassing van de wetgeving aan het EU-acquis. Op alle gebieden moeten de uitvoering en handhaving aanzienlijk worden verbeterd. Het waarborgen van de onafhankelijkheid van de regelgevende autoriteiten en het ontwikkelen van bestuurlijke capaciteit zijn cruciaal voor Turkije om verdere vooruitgang te boeken.



    BIJLAGE 2 – STATISTISCHE GEGEVENS (op 9.9.2021)

    Demografie

     Voetnoot

    Montenegro

    Noord-Macedonië

    Albanië

    Servië

    Turkije

    Bosnië en 
    Herzegovina

    Kosovo

    EU-27

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    Totaal bevolking (x 1000)

    622 s

    622 s

    2 075 es

    2 077 s

    2 870 s

    2 862 s

    7 001 s

    6 964 s

    80 811 s

    82 004 s

    3 500 s

    3 492 ps

    1 799 es

    1 796 s

    446 209 ps

    446 446 ps

    Aandeel 15-64 jaar in totale bevolking (%)

    67,2 s

    66,9 s

    69,9 s

    69,6 s

    68,8 s

    68,7 s

    65,7 s

    65,3 s

    67,9 s

    67,8 s

    :

    :

    66,8 s

    67,1 s

    64,8 ps

    64,6 bps

    Ruw cijfer nationale bevolkingsontwikkeling (per 1 000 inwoners)

    1,2

    1,0

    0,8

    - 0,3

    2,5

    2,3

    - 5,4

    - 5,3

    10,1

    9,1

    - 2,4 p

    :

    7,7

    6,9

    - 1,0 ep

    -1,1 bep

    Levensverwachting bij geboorte, mannen (jaren)

    74,5

    74,0

    74,6

    74,7

    77,4

    77,6

    73,5

    73,4

    76,2

    76,4

    :

    :

    :

    :

    78,2 ep

    78,5 bep

    Levensverwachting bij geboorte, vrouwen (jaren)

    79,3

    79,5

    78,8

    78,6

    80,5

    80,7

    78,4

    78,6

    81,6

    81,8

    :

    :

    :

    :

    83,7 ep

    84,0 bep

    Arbeidsmarkt

    Voetnoot

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    Economische activiteit, personen 20-64 jaar: deel van de bevolking tussen 20 en 64 jaar dat economisch actief is (%)

    70,5

    71,8

    70,4

    71,5

    74,8 ew

    75,9 ew

    72,5

    72,9

    62,3

    62,2

    58,4 w

    59,0 w

    46,6 w

    45,2 w

    77,9

    78,2

    Economische activiteit, mannen 20-64 jaar: deel van de mannelijke bevolking tussen 20 en 64 jaar dat economisch actief is (%)

    78,6

    79,2

    84,2

    83,4

    84,5 ew

    84,4 ew

    80,2

    80,1

    83,8

    83,3

    71,7 w

    71,3 w

    72,7 w

    67,3 w

    84,0

    84,2

    Economische activiteit, vrouwen 20-64 jaar: deel van de vrouwelijke bevolking tussen 20 en 64 jaar dat economisch actief is (%)

    62,5

    64,4

    56,3

    59,3

    65,4 ew

    67,6 ew

    64,8

    65,6

    40,8

    41,1

    45,0 w

    46,9 w

    20,7 w

    23,2 w

    71,8

    72,2

    Arbeidsparticipatie personen 20-64 jaar (% van bevolking), totaal

    Totaal

    59,8

    60,8

    56,1

    59,2

    65,6 ew

    67,1 ew

    63,1

    65,2

    55,6

    53,8

    47,7 w

    49,7 w

    33,2 w

    34,2 w

    72,3

    73,1

    Mannen

    66,7

    67,5

    66,6

    69,7

    73,9 ew

    74,7 ew

    70,5

    72,1

    76,0

    73,2

    59,5 w

    61,6 w

    52,6 w

    53,0 w

    78,2

    78,9

    Vrouwen

    52,9

    54,2

    45,2

    48,4

    57,4 ew

    59,7 ew

    55,8

    58,2

    35,2

    34,4

    35,8 w

    38,0 w

    14,1 w

    15,6 w

    66,4

    67,2



    Arbeidsmarkt, vervolg

     Voetnoot

    Montenegro

    Noord-Macedonië

    Albanië

    Servië

    Turkije

    Bosnië en 
    Herzegovina

    Kosovo

    EU-27

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    Personen tussen 15-24 jaar die niet werken en geen onderwijs of opleiding volgen, % van bevolking in leeftijdsgroep

    16,2

    17,3

    24,1

    18,1

    26,5 w

    25,5 w

    16,5

    15,3

    24,4

    26,0

    21,6 w

    21,0 w

    30,1 w

    32,7 w

    10,5

    10,1

    Personen tussen 15-29 jaar die niet werken en geen onderwijs of opleiding volgen, % van bevolking in leeftijdsgroep

    21,0

    21,3

    29,8

    24,5

    28,6 w

    26,6 w

    20,1

    19,0

    27,6

    29,5

    25,5 w

    25,0 w

    37,3 w

    39,9 w

    13,1

    12,6

    Werkgelegenheid belangrijkste sectoren

    Landbouw, bosbouw en visserij (%)

    8,0 s

    7,1 s

    15,7 s

    13,9 s

    37,4 ew

    36,4 ew

    15,9 s

    15,6 s

    18,4 s

    18,1 s

    15,7 w

    18,0 w

    3,5 w

    5,2 w

    4,5 s

    4,3 s

    Industrie (%)

    9,9 s

    9,5 s

    23,9 s

    24,1 s

    12,7 ew

    13,1 ew

    22,5 s

    22,6 s

    19,7 s

    19,8 s

    23,5 w

    23,8 w

    14,3 w

    15,1 w

    18,2 s

    18,1 s

    Bouw (%)

    9,0 s

    9,9 s

    7,4 s

    7,0 s

    7,0 ew

    7,0 ew

    4,4 s

    4,8 s

    6,9 s

    5,5 s

    8,7 w

    7,9 w

    11,9 w

    12,6 w

    6,7 s

    6,7 s

    Diensten (%)

    72,5 s

    73,1 s

    52,9 s

    55,0 s

    42,9 ew

    43,5 ew

    57,2 s

    56,9 s

    54,9 s

    56,6 s

    52,1 w

    50,3 w

    70,3 w

    67,1 w

    69,9 s

    70,1 s

    Aantal mensen dat werkzaam is in de publieke sector als % van totale werkgelegenheid, 20-64 jaar (%)

    1) 2)

    31,7 w

    29,3 w

    :

    :

    15,9 ew

    15,3 ew

    27,3 w

    26,6 w

    15,4 w

    16,8 w

    18,4 w

    17,2 w

    30,8 w

    27,6 w

    :

    :

    Aantal mensen dat werkzaam is in de particuliere sector als % van totale werkgelegenheid, 20-64 jaar (%)

    3) 2)

    63,9 bw

    66,5 w

    :

    :

    84,1 ew

    84,7 ew

    72,7 w

    73,4 w

    84,6 w

    83,2 w

    81,6 w

    82,8 w

    69,2 w

    72,4 w

    :

    :

    Werkloosheid (% totale beroepsbevolking)

    Totaal

    15,2

    15,2

    20,8

    17,3

    12,3 ew

    11,5 ew

    12,8

    10,5

    10,9

    13,7

    18,5 w

    15,9 w

    29,4 w

    25,5 w

    7,3

    6,7

    Mannen

    15,3

    14,7

    21,3

    16,5

    12,7 ew

    11,6 ew

    12,1

    10,0

    9,6

    12,4

    17,3 w

    13,8 w

    28,3 w

    22,4 w

    7,0

    6,4

    Vrouwen

    15,1

    15,7

    19,9

    18,4

    11,9 ew

    11,4 ew

    13,8

    11,2

    13,8

    16,5

    20,5 w

    19,0 w

    33,3 w

    34,4 w

    7,6

    7,1

    Jongeren, 15-24 jaar

    29,4

    25,2

    45,4

    35,6

    28,3 ew

    27,2 ew

    29,7

    27,5

    20,2

    25,2

    38,8 w

    33,8 w

    55,4 w

    49,4 w

    16,1

    15,1

    Langdurig (>12 maanden)

    11,4

    12,0

    15,5

    12,4

    8,3 ew

    7,3 ew

    6,5

    5,3

    2,4

    3,2

    15,2 w

    12,1 w

    17,2 w

    16,2 w

    3,1

    2,6

    Gemiddelde nominale maandlonen en -salarissen (EUR)

    4)

    16,2

    17,3

    24,1

    18,1

    26,5 w

    25,5 w

    16,5

    15,3

    24,4

    26,0

    21,6 w

    21,0 w

    30,1 w

    32,7 w

    10,5

    10,1



    Onderwijs

     Voetnoot

    Montenegro

    Noord-Macedonië

    Albanië

    Servië

    Turkije

    Bosnië en 
    Herzegovina

    Kosovo

    EU-27

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    Schooluitval: percentage van de bevolking 18-24 jaar met ten hoogste lager middelbaar onderwijs dat geen verder onderwijs/opleiding volgt (%)

    4,6

    5,0

    7,1

    7,1

    17,4 w

    16,3 w

    6,8

    6,6

    31,0

    28,7

    5,4 w

    3,8 w

    9,6 w

    8,2 w

    10,5

    10,2

    Overheidsuitgaven voor onderwijs t.o.v. bbp (%)

    :

    :

    :

    :

    3,2 psw

    :

    3,6 sw

    :

    4,3

    :

    :

    :

    4,5 sw

    :

    :

    :

    Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat ten hoogste lager secundair onderwijs heeft gevolgd, totaalcijfer

    :

    4,8

    8,1

    8,1

    :

    :

    7,5

    7,5

    41,4

    38,0

    :

    :

    12,9 w

    8,6 w

    16,8

    16,5

    Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat ten hoogste lager secundair onderwijs heeft gevolgd, mannen

    :

    :

    6,5

    6,4

    :

    :

    7,7

    7,3

    41,8

    39,5

    :

    :

    12,0 w

    7,7 w

    19,3

    19,0

    Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat ten hoogste lager secundair onderwijs heeft gevolgd, vrouwen

    :

    :

    9,7

    9,9

    :

    :

    7,3

    7,6

    40,9

    36,6

    :

    :

    14,0 w

    9,6 w

    14,2

    13,8

    Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat hoger secundair of postsecundair niet-tertiair onderwijs heeft gevolgd, totaalcijfer

    84,6

    82,4

    82,5

    83,7

    :

    :

    85,6

    85,9

    37,4

    39,8

    87,1 w

    87,3 w

    78,9 w

    78,9 w

    66,9

    66,6

    Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat hoger secundair of postsecundair niet-tertiair onderwijs heeft gevolgd, mannen

    88,2

    85,3

    87,0

    87,6

    :

    :

    87,3

    88,1

    40,2

    41,7

    89,4 w

    89,9 w

    81,0 w

    83,3 w

    67,6

    67,3

    Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat hoger secundair of postsecundair niet-tertiair onderwijs heeft gevolgd, vrouwen

    80,7

    79,3

    77,8

    79,4

    :

    :

    83,8

    83,7

    34,6

    37,9

    84,4 w

    84,1 w

    76,6 w

    73,9 w

    66,2

    65,8

    Percentage van de bevolking 30-34 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd, totaal

    32,4

    36,8

    33,3

    35,7

    27,3 ew

    31,3 ew

    32,8

    33,5

    28,8

    31,4

    23,5 w

    22,5 w

    20,9 w

    24,5 w

    39,4

    40,3

    Percentage van de bevolking 30-34 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd, mannen

    29,3

    35,4

    26,4

    32,1

    22,5 ew

    27,1 ew

    26,4

    26,9

    30,2

    32,7

    18,8 w

    17,3 w

    20,9 w

    22,5 w

    34,1

    35,1

    Percentage van de bevolking 30-34 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd, vrouwen

    35,5

    38,1

    40,4

    39,4

    33,2 ew

    36,6 ew

    39,4

    40,4

    27,4

    30,0

    28,4 w

    28,6 w

    20,8 w

    26,8 w

    44,8

    45,6



    Nationale rekeningen

     Voetnoot

    Montenegro

    Noord-Macedonië

    Albanië

    Servië

    Turkije

    Bosnië en 
    Herzegovina

    Kosovo

    EU-27

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    Bruto binnenlands product

    In lopende prijzen (miljard EUR)

    4 663

    4 951

    10 744

    11 209 p

    12 828

    13 753 p

    42 892

    45 970

    658 464

    679 510

    17 100

    18 046

    6 672

    7 056

    13 519 807

    13 983 467

    Per hoofd van de bevolking (EUR)

    7 490

    7 960

    5 170 e

    :

    4 480

    4 820 p

    6 140

    6 620

    8 090

    8 230

    4 885 s

    5 168 ps

    3 740 es

    3 956 s

    30 270

    31 250

    In koopkrachtstandaard (KKS) per hoofd van de bevolking

    14 890

    16 020

    11 560 e

    :

    9 360

    9 840 p

    12 250

    12 990

    19 530

    18 940

    9 800

    10 300

    :

    :

    30 850

    31 920

    In KKS per hoofd van de bevolking in vergelijking met EU-gemiddelde (EU-27 = 100)

    48,3

    50,2

    37,5

    :

    30,4

    30,8

    39,7

    40,7

    63,3

    59,3

    31,7 s

    32,3 s

    :

    :

    100

    100

    Jaarlijkse reële procentuele wijziging (volume) t.o.v. vorig jaar (%)

    5,1

    :

    2,9

    3,2 p

    :

    :

    4,5

    4,2

    3,0

    0,9

    3,7

    2,8

    3,4

    4,8

    2,1

    1,6

    Bruto toegevoegde waarde belangrijkste sectoren

    Landbouw, bosbouw en visserij (%)

    8,2

    7,9

    9,8

    9,3 p

    21,1

    21,0 p

    7,7

    7,2

    6,4

    7,1

    6,9

    6,6

    8,1

    9,0

    1,8

    1,8

    Industrie (%)

    12,5

    11,9

    21,5

    20,7 p

    14,1

    13,8 p

    25,4

    24,0

    24,9

    24,2

    23,9

    23,1

    24,2

    23,4

    20,2

    19,8

    Bouw (%)

    7,0

    7,9

    6,2

    6,4 p

    10,3

    9,8 p

    5,4

    6,9

    7,9

    6,0

    4,8

    5,0

    10,4

    10,1

    5,3

    5,5

    Diensten (%)

    72,4 s

    72,2 s

    62,6 s

    63,6 ps

    54,6 s

    55,4 ps

    61,6 s

    61,9 s

    60,7 s

    62,8 s

    64,4 s

    65,3 s

    57,2 s

    57,5 s

    72,7 s

    73,0 s

    Betalingsbalans

    Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) (in miljoen EUR)

    20) 23) 24)

    322,5 w

    305,1 w

    603,7 w

    363,3 w

    1 022,2 w

    1 036,3 w

    3 156,5 w

    3 551,1 w

    7 937,3 w

    5 473,9 w

    507,1 w

    354,5 w

    225,8 w

    188,4 w

    -58382,8 s

    25685,2 s

    Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) (% van bbp)

    6,92 sw

    :

    5,64 psw

    :

    8,00 sw

    :

    7,44 sw

    :

    :

    :

    2,56 sw

    :

    :

    :

    -0,4 s

    0,2 s

    Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) in vgl met EU-27 (in miljoen EUR)

    20) 23) 25)

    - 59.0 s

    40,0 s

    290,0 w

    193,0 s

    215,6 w

    610,3 s

    1 837,4 w

    2 186,0 s

    1 425,4 s

    - 325.5 w

    293,4 w

    200,1 w

    45,7 s

    152,5 s

    44 692,0 s

    12 492,4 s

    Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) in vgl met EU-27 (% bbp)

    25) 26)

    - 1.27 s

    0,81 s

    2,70 sw

    1,72 ps

    1,68 sw

    4,44 ps

    4,28 sw

    4,76 s

    0,22 s

    - 0,05 sw

    1,72 sw

    1,11 sw

    0,69 s

    2,16 s

    - 0.33 s

    0,09 s

    Overmakingen (% van bbp)

    4,89 s

    4,83 s

    1,86 s

    1,75 ps

    5,22 s

    5,11 ps

    5,01 s

    5,83 s

    0,05 s

    0,02 s

    8,52 s

    8,36 s

    12,00 s

    12,07 s

    0,15 s

    0,15 s



    Externe handel in goederen

     Voetnoot

    Montenegro

    Noord-Macedonië

    Albanië

    Servië

    Turkije

    Bosnië en 
    Herzegovina

    Kosovo

    EU-27

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    Aandeel uitvoer naar EU-27 in totale uitvoer (%)

    43,1 s

    37,0 s

    80,3 s

    78,5 s

    75,9 s

    76,4 s

    67,0 s

    66,3 s

    43,3 s

    42,2 s

    72,2 s

    72,3 s

    27,5 s

    33,2 s

    :

    :

    Aandeel invoer uit EU-27 in totale invoer (%)

    47,1 s

    47,0 s

    52,9 s

    50,8 s

    60,0 s

    57,7 s

    55,9 s

    54,7 s

    32,9 s

    31,6 s

    59,7 s

    61,1 s

    42,7 s

    49,1 s

    :

    :

    Handelsbalans (in miljoen EUR)

    - 2 154

    - 2 185

    - 1 804

    - 2 040

    - 2 596

    - 2 843

    - 4 424

    - 5 356

    - 46 047

    - 27 836

    - 3 770

    - 4 093

    - 2 980

    - 3 114

    148224,8

    191345,8

    Internationale handel in goederen en diensten tov bbp

    Invoer (% bbp)

    66,7

    64,8

    72,8

    76,5 p

    45,2

    45,0 p

    59,1

    61,0

    31,3

    29,9

    57,3

    55,2

    57,3

    56,4

    45,4

    45,9

    Uitvoer (% van bbp)

    42,9

    43,7

    60,4

    62,3 p

    31,6

    31,3 p

    50,4

    51,0

    31,2

    32,7

    42,5

    40,5

    29,1

    29,3

    49,3

    49,4

    Overheidsfinanciën

    Voetnoot

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    Overheidsoverschot (+) / -tekort (–)  
    (% van bbp)

    - 4,6 w

    - 2,0 w

    - 1,8 w

    - 2.0 w

    - 1,6 w

    - 1,9 w

    0,6 ew

    - 0,2 ew

    - 2,9 w

    - 4,5 w

    1,6 w

    :

    :

    :

    - 0,4

    - 0,5

    ** Overheidsschuld (% van bbp)

    5)

    70,1 ew

    76,5 w

    40,4 w

    40,7 w

    65,0 w

    63,8 w

    54,4 ew

    52,9 ew

    30,2 w

    32,6 w

    40,8 w

    :

    17,1 ew

    :

    79,5

    77,5

    Financiële indicatoren

    Voetnoot

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    Jaarlijkse verandering consumentenprijzen (%)

    6)

    2,9 w

    0,5 w

    2,3 d

    0,7 d

    1,8 w

    1,7 w

    2,0 d

    1,9 d

    16,3 d

    15,2 d

    1,4 w

    0,6 w

    1,1 w

    2,7 w

    1,8

    1,4

    Particuliere schuld, geconsolideerd, t.o.v. bbp (%)

    7) 8) 9)

    :

    :

    :

    :

    :

    :

    :

    :

    2,3 w

    3,3 w

    3,4 w

    :

    :

    :

    :

    :

    Totale buitenlandse schuld t.o.v. bbp (%)

    10)

    164,7 s

    :

    73,0 s

    72,7 ps

    65,1 s

    59,9 ps

    62,5 sw

    :

    :

    :

    68,0 sw

    :

    :

    :

    :

    :

    Totale schuld in vreemde valuta, t.o.v. bbp (%)

    11)

    :

    15 w

    :

    :

    65 w

    61 w

    :

    :

    :

    :

    :

    :

    :

    :

    :

    :

    Rente op leningen (1 jaar), per jaar (%)

    12) 13) 14) 15)

    6,36 w

    6,01 w

    3,00 w

    2,75 w

    5,66 w

    6,27 w

    4,25 w

    3,50 w

    28,89 w

    15,82 w

    3,79 w

    3,29 w

    6,65 w

    6,51 w

    :

    :

    Depositorente (1 jaar), per jaar (%)

    12) 13) 16) 17) 18) 19)

    0,56 w

    0,40 w

    0,15 w

    0,15 w

    0,73 w

    0,49 w

    1,75 w

    1,00 w

    22,31 w

    14,56 w

    0,05 w

    0,06 w

    1,31 w

    1,46 w

    :

    :

    Waarde van reserves (inclusief goud) (in miljoen EUR)

    13) 20) 21)

    1 049,8 w

    1 366,8 w

    2 867,1 w

    3 262,6 w

    3 399,0 w

    3 359,6 w

    11 261,8 w

    13 378,5 w

    78 770,5 w

    94 413,6 w

    5 944,1 w

    6 441,1 w

    769,3 w

    863,7 w

    :

    :

    Internationale reserves (uitgedrukt in maanden invoer)

    13) 22)

    4,0 sw

    5,1 sw

    4,4 sw

    4,6 sw

    7,0 sw

    6,5 sw

    5,3 sw

    5,7 sw

    4,5 sw

    5,6 sw

    7,3 sw

    7,8 sw

    2,4 sw

    2,6 sw

    :

    :

    Bedrijfsleven

     Voetnoot

    Montenegro

    Noord-Macedonië

    Albanië

    Servië

    Turkije

    Bosnië en 
    Herzegovina

    Kosovo

    EU-27

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    Index industriële productie (2015 = 100)

    27)

    113,7

    106,7

    109,2

    113,2

    96,6 w

    95,5 w

    110,8

    111,2

    114,2

    113,6

    109,4

    103,5

    :

    :

    106,5

    105,7

    Infrastructuur

    Voetnoot

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    Dichtheid spoorwegnetwerk (aantal operationele lijnen per duizend km²)

    28)

    18,1 sw

    :

    26,9 s

    26,9 s

    11,6 sw

    5,9 sw

    42,5 sw

    42,5 sw

    13,2 ds

    13,3 s

    19,9 sw

    19,9 sw

    30,5 sw

    30,5 sw

    :

    :

    Aantal kilometer autosnelweg

    0 zw

    0 zw

    287

    335

    :

    :

    963 w

    781 w

    2 842

    3 060

    198 w

    208 w

    119 w

    137 w

    :

    :

    Energie

    Voetnoot

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    2018

    2019

    Netto invoer van energie t.o.v. bbp

    4 s

    4 s

    6 s

    7 ps

    1 s

    2 ps

    5 s

    5 s

    2 s

    1 s

    5 s

    5 s

    6 s

    6 s

    2,9 s

    2,6 s

    Bron: Eurostat en de statistische instanties in de Westelijke Balkan en Turkije

    : = niet beschikbaar

    b = onderbreking van serie

    d = verschillende definitie

    e = schatting

    p = voorlopig

    s = schatting van Eurostat

    w = gegevens die door en onder de verantwoordelijkheid van de nationale statistische instantie worden verstrekt en worden vermeld "zoals deze zijn", zonder enige garantie wat betreft de kwaliteit of de conformiteit met statistische methoden van de EU

    z = niet van toepassing en dus gelijk aan 0

    Voetnoten:

    1)

    Montenegro: gegevens hebben betrekking op het aantal werknemers in de openbare sector als percentage van het totale aantal werkende personen.

    2)

    Bosnië en Herzegovina: de openbare sector omvat secties O, P en Q van de NACE rev 2, de particuliere sector omvat de andere NACE-secties.

    3)

    Montenegro: onderbreking in de tijdreeks omdat voorheen alleen bedienden deze vraag beantwoordden. Sinds 2018 wordt deze vraag door alle werknemers beantwoord.

    4)

    Bosnië en Herzegovina: nettoloon

    5)

    Bosnië en Herzegovina: eind van het jaar (31 december).

    6)

    Bosnië en Herzegovina: consumentenprijsinflatie

    7)

    Turkije: gegevens hebben betrekking op schuldbewijzen en leningen.

    8)

    Bosnië en Herzegovina: gegevens voor monetaire financiële instellingen.

    9)

    Bosnië en Herzegovina: er is gebruik gemaakt van bbp-gegevens voor het jaar 2017.

    10)

    Servië: buitenlandse schuld van de Republiek Servië.

    11)

    Albanië: externe schuld (met inbegrip van buitenlandse directe investeringen).

    12)

    Montenegro: gewogen gemiddelde effectieve rente, uitstaande bedragen, per jaar.

    13)

    Noord-Macedonië: eind van het jaar (31 december).

    14)

    Albanië: gewogen gemiddelde rentepercentage dat gedurende die maand wordt toegepast op nieuwe leningen met looptijd van twaalf maanden.

    15)

    Bosnië en Herzegovina: kortetermijnkredietrente voor niet-financiële ondernemingen in nationale valuta (gewogen gemiddelde).

    16)

    Albanië: depositorente vertegenwoordigt gewogen gemiddelde van rente gedurende die maand voor nieuwe deposito’s met looptijd van twaalf maanden.

    17)

    Turkije: gemiddelde maandelijkse gegevens. Kortlopende depositofaciliteit.

    18)

    Bosnië en Herzegovina: termijndeposito’s voor huishoudens in nationale valuta (gewogen gemiddelde).

    19)

    Bosnië en Herzegovina: gegevens voor december 2018.

    20)

    Turkije: jaargemiddelde van de wisselkoers die wordt gebruikt voor de omrekening naar euro.

    21)

    Bosnië en Herzegovina: op basis van het betalingsbalanshandboek van het IMF, zesde editie.

    22)

    Albanië: januari–augustus 2019.

    23)

    Turkije: op basis van betalingsbalanshandboek 5.

    24)

    Bosnië en Herzegovina: op basis van het betalingsbalanshandboek van het IMF, benadering activa-passiva

    25)

    Bosnië en Herzegovina: op basis van het betalingsbalanshandboek van het IMF, zesde editie, en de Benchmark Definition of Foreign Direct Investment (referentiedefinitie voor buitenlandse directe investeringen) van de OESO – 4e editie

    26)

    Turkije: jaargemiddelde van de wisselkoers die wordt gebruikt voor de omrekening naar euro.

    Op basis van betalingsbalanshandboek 5.

    27)

    Albanië: Activiteit B_D

    28)

    Servië: onderschatting omdat de dichtheid is berekend in verhouding tot de totale oppervlakte (inclusief binnenwateren) in plaats van de landoppervlakte.



    Indices 4

    Indicatoren van derde partijen met betrekking tot de status van democratie, goed bestuur en de rechtsstaat in kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten 5

    Albanië

    Bosnië en Herzegovina

    Kosovo

    Noord-Macedonië

    Montenegro

    Servië

    Turkije

    Nations in Transit 2021 -Democracy Scores (Democratie-index),

    Freedom House

    https://freedomhouse.org/countries/nations-transit/scores

    Totaalscore: 46/100

    Status: Regime in transitie of hybride regime

    Totaalscore: 39/100

    Status: Regime in transitie of hybride regime

    Totaalscore: 36/100

    Status: Regime in transitie of hybride regime 

    Totaalscore: 47/100

    Status: Regime in transitie of hybride regime

    Totaalscore: 47/100

    Status: Regime in transitie of hybride regime

    Totaalscore: 48/100

    Status: Regime in transitie of hybride regime

    n.v.t.

    Freedom in the World 2021 - Global Freedom Scores (Vrijheidsindex),

    Freedom House

    https://freedomhouse.org/countries/freedom-world/scores

    Totaalscore: 66/100

    (2020: 67/100)

    Status: Gedeeltelijk vrij

    (2020: Gedeeltelijk vrij)

    Totaalscore: 53/100

    (2020: 53/100)

    Status: Gedeeltelijk vrij

    (2020: Gedeeltelijk vrij)

    Totaalscore: 54/100

    (2020: 56/100)

    Status: Gedeeltelijk vrij

    (2020: Gedeeltelijk vrij)

    Totaalscore: 66/100

    (2020: 63/100)

    Status: Gedeeltelijk vrij

    (2020: Gedeeltelijk vrij)

    Totaalscore: 63/100

    (2020: 62/100)

    Status: Gedeeltelijk vrij

    (2020: Gedeeltelijk vrij)

    Totaalscore: 64/100

    (2020: 66/100)

    Status: Gedeeltelijk vrij

    (2020: Gedeeltelijk vrij)

    Totaalscore: 32/100

    (2020: 32/100)

    Status: Onvrij

    (2020: Onvrij)

    Democracy Index 2020 (Democratie-index),

    Economist Intelligence Unit:

    https://www.eiu.com/n/campaigns/democracy-index-2020/

    Score: 6,08

    (2019: 5,89)

    Plaats: 71/167

    (2019: 79/167)

    Regeringsstelsel: Gebrekkige democratie

    (2019: Hybride regime)

    Score: 4,84

    (2019: 4,86)

    Plaats: 101/167

    (2019: 102=/167)

    Regeringsstelsel: Hybride regime

    (2019: Hybride regime)

    n.v.t.

    Score: 5,89

    (2019: 5,97)

    Plaats: 78/167

    (2019: 77/167)

    Regeringsstelsel: Hybride regime

    (2019: Hybride regime)

    Score: 5,77

    (2019: 5,65)

    Plaats: 81/167

    (2019: 84/167)

    Regeringsstelsel: Hybride regime

    (2019: Hybride regime)

    Score: 6,22

    (2019: 6,41)

    Plaats: 66/167

    (2019: 66/167)

    Regeringsstelsel: Gebrekkige democratie

    (2019: Gebrekkige democratie)

    Score: 4,48

    (2019: 4,09)

    Plaats: 104/167

    (2019: 110/167)

    Regeringsstelsel: Hybride regime

    (2019: Hybride regime)

    World Press Freedom Index 2021 (Wereldpersvrijheidindex),

    Reporters without borders

    https://rsf.org/en/ranking  

    Score: 30,59

    (2020: 30,25)

    Plaats: 83/180

    (2020: 84/180)

    Score: 28,34

    (2020: 28,51)

    Plaats: 58/180

    (2020: 58/180)

    Score: 30,32

    (2020: 29,33)

    Plaats: 78/180

    (2020: 70/180)

    Score: 31,67

    (2020: 31,28)

    Plaats: 90/180

    (2020: 92/180)

    Score: 34,33

    (2020: 33,83)

    Plaats: 104/180

    (2020: 105/180)

    Score: 32,03

    (2020: 31,62)

    Plaats: 93/180

    (2020: 93/180)

    Score: 49,79

    (2020: 50,02)

    Plaats: 153/180

    (2020: 154/180)

    Rule of Law Index 2020,

    World Justice Project

    https://worldjusticeproject.org/our-work/research-and-data/wjp-rule-law-index-2020

    Score: 0,50

    (2019: 0,51)

    Plaats: 78/128

    (2019: 71/126)

    Score: 0,52

    (2019: 0,53)

    Plaats: 64/128

    (2019: 60/126)

    Score: 0,54

    (2019: n.v.t.)

    Plaats: 54/128

    (2019: n.v.t.)

    Score: 0,53

    (2019: 0,54)

    Plaats: 58/128

    (2019: 56/126)

    n.v.t.

    Score: 0,50

    (2019: 0,50)

    Plaats: 75/128

    (2019: 78/126)

    Score: 0,43

    (2019: 0,42)

    Plaats: 107/128

    (2019: 109/126)

    Worldwide Governance Indicators 2020 – Rule of Law (Wereldwijde indicatoren voor goed bestuur 2020 – Rechtsstaat)

    De Wereldbankgroep

    https://info.worldbank.org/governance/wgi/

    Rechtsstaatindicator (Percentielscore): 40,87/100

    (2019: 38,94/100)

    Rechtsstaatindicator (Percentielscore): 43,27/100

    (2019: 46,63/100)

    Rechtsstaatindicator (Percentielscore): 38,94/100

    (2019: 39,90/100)

    Rechtsstaatindicator (Percentielscore): 52,40/100

    (2019: 46,15/100)

    Rechtsstaatindicator (Percentielscore): 55,29/100

    (2019: 57,21/100)

    Rechtsstaatindicator (Percentielscore): 47,60/100

    (2019: 50,00/100)

    Rechtsstaatindicator (Percentielscore):

    40,38/100

    (2019: 44,71/100)

    Worldwide Governance Indicators 2020 – Government Effectiveness (GE) (Wereldwijde indicatoren voor goed bestuur 2020 – Doeltreffendheid van de overheid),

    De Wereldbankgroep

    https://info.worldbank.org/governance/wgi/

    GE (Percentielscore): 48,08/100

    (2019: 50,48/100)

    GE (Percentielscore):

    15,38/100

    (2019: 28,85/100)

    GE (Percentielscore):

    40,87/100

    (2019: 39,42/100)

    GE (Percentielscore):

    57,69/100

    (2019: 52,40/100)

    GE (Percentielscore):

    53,37/100

    (2019: 58,65/100)

    GE (Percentielscore):

    54,33/100

    (2019: 53,37/100)

    GE (Percentielscore):

    52,40/100

    (2019: 54,33/100)

    Worldwide Governance Indicators 2020 – Control of Corruption (Wereldwijde indicatoren voor goed bestuur 2020 – Strijd tegen corruptie)

    De Wereldbankgroep

    http://info.worldbank.org/governance/wgi/

    Percentielscore:

    31,73/100

    (2019: 33,17/100)

    Percentielscore:

    20,85/100

    (2019: 30,29/100)

    Percentielscore:

    36,54/100

    (2019: 31,73/100)

    Percentielscore:

    37,98/100

    (2019: 38,94/100)

    Percentielscore:

    56,25/100

    (2019: 55,29/100)

    Percentielscore:

    37,50/100

    (2019: 37,02/100)

    Percentielscore:

    44,23/100

    (2019: 44,71/100)

    Corruptieperceptie-index 2020 van Transparency International

    https://www.transparency.org/en/cpi/2020/index/nzl

    Score: 36

    (2019: 35)

    Plaats: 104/180

    (2019: 106/180)

    Score: 35

    (2019: 36)

    Plaats: 111/180

    (2019: 101/180)

    Score: 36

    (2019: 36)

    Plaats: 104/180

    (2019: 101/180)

    Score: 35

    (2019: 35)

    Plaats: 111/180

    (2019: 106/180)

    Score: 45

    (2019: 45)

    Plaats: 67/180

    (2019: 66/180)

    Score: 38

    (2019: 39)

    Plaats: 94/180

    (2019: 91/180)

    Score: 40

    (2019: 39)

    Plaats 86/180

    (2019: 91/180)

    (1)

    De doelstelling van de “Jean Monnet-dialoog”, die in 2018 door het Europees Parlement met het parlement van Noord-Macedonië is geïnitieerd, is gericht op het opbouwen van vertrouwen tussen de politieke partijen en het versterken van de democratische cultuur en praktijken in het parlement.

    (2)

    Maatregelen ter bestrijding van plantenziekten, met name van landbouwgewassen.

    (3)

    Al deze groepen vallen onder de bredere term “Roma” binnen het EU-kader voor nationale strategieën voor integratie van de Roma.

    (4)
    (5)
    Top