EUROPESE COMMISSIE
Straatsburg, 19.10.2021
COM(2021) 644 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Mededeling 2021 inzake het uitbreidingsbeleid van de EU
{SWD(2021) 288 final} - {SWD(2021) 289 final} - {SWD(2021) 290 final} - {SWD(2021) 291 final} - {SWD(2021) 292 final} - {SWD(2021) 293 final} - {SWD(2021) 294 final}
I. INLEIDING
In deze mededeling wordt de balans opgemaakt van de ontwikkelingen sinds het vorige uitbreidingspakket, dat in oktober 2020 werd aangenomen. Zij belicht de vorderingen die de Westelijke Balkan en Turkije hebben gemaakt alsook de problemen die zich hebben voorgedaan en de hervormingen die nodig zijn, en zij bevat conclusies en aanbevelingen voor de komende periode. Daarbij wordt rekening gehouden met de specifieke omstandigheden, waaronder de COVID-19-pandemie, die een invloed hebben gehad op de ontwikkelingen in de EU en de regio.
Op de top EU-Westelijke Balkan van 6 oktober 2021 is een belangrijk signaal gegeven aan de partners van de EU in de Westelijke Balkan, namelijk dat hun toekomst in de Europese Unie ligt. De nauwe strategische betrokkenheid van de EU bij de regio kwam tot uiting in een aantal belangrijke acties die tastbare voordelen voor de burgers van de Westelijke Balkan opleverden, variërend van voortgezette steun voor de COVID-19-respons tot een aanzienlijke financieringstoezegging in het kader van het economisch en investeringsplan
om de ontwikkeling en het duurzame herstel op de lange termijn van de regio te ondersteunen. De leiders kwamen overeen de samenwerking op een aantal gebieden, waaronder veiligheid, te versterken en zegden toe op regelmatige basis topontmoetingen te organiseren tussen de EU en de Westelijke Balkan.
De Westelijke Balkan is in de tweede helft van 2020 en begin 2021 hard getroffen door de COVID-19-pandemie. Na het oorspronkelijke EU-pakket van meer dan 3,3 miljard EUR ten behoeve van mensen en bedrijven in de Westelijke Balkan
, is via het economisch en investeringsplan, in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), nog eens 9 miljard EUR toegevoegd ter ondersteuning van het sociaal-economische herstel van de regio. De bedoeling is extra potentiële investeringen te genereren ter waarde van 20 miljard EUR.
Alle partners van de Westelijke Balkan hebben zich aangesloten bij de Covax-faciliteit, waaraan de EU, in het kader van Team Europa, nu meer dan 3 miljard EUR heeft toegewezen. Dankzij Covax hebben de deelnemende partners tegen een onderhandelde prijs toegang tot veilige en doeltreffende vaccins tegen COVID-19. Naast deze forse steun voor Covax heeft de Europese Unie 70 miljoen EUR gereserveerd voor de Westelijke Balkan in de vorm van subsidies, voornamelijk voor de wederverkoop van door de EU aangekochte vaccins. In een eerste fase zijn met tussenkomst van Oostenrijk tussen mei en augustus 2021 650 000 doses geleverd; daarna volgden schenkingen van verschillende lidstaten namens Team Europa. In totaal hebben de EU en haar lidstaten 2,9 miljoen vaccindoses verstrekt aan de Westelijke Balkan. Onder meer het EU-mechanisme voor civiele bescherming werd geactiveerd voor de levering van vaccins en medisch materiaal van de lidstaten en uit de medische noodvoorraad van rescEU. De EU zal alle partners ondersteuning blijven bieden voor hun vaccinatieplannen om hen te helpen tegen eind 2021 een vaccinatiegraad te bereiken die vergelijkbaar is met het EU-gemiddelde.
Gezien het Europese perspectief van de Westelijke Balkan is de EU deze partners blijven beschouwen als bevoorrechte partners door hen te betrekken bij de mechanismen en instrumenten van de EU, waaronder bijeenkomsten van het Gezondheidsbeveiligingscomité, gezamenlijke aanbestedingen voor medische tegenmaatregelen, het Uniemechanisme voor civiele bescherming, het solidariteitsfonds, consulaire bijstand voor repatriëring en de vrijstelling van tijdelijke EU-uitvoerbeperkingen voor medische uitrusting. Bovendien kunnen de partners van de Westelijke Balkan de subsidies voor de aankoop van vaccins ook gebruiken ter dekking van de kosten voor aanpassingen om volledige overeenstemming te bereiken met de technische voorschriften van het systeem van de digitale EU-covidcertificaten. De Republiek Noord-Macedonië heeft dergelijke aanpassingen in augustus voltooid en de Republiek Albanië begin september. De deelname van de Westelijke Balkan aan het systeem van de digitale EU-covidcertificaten zal reizen tussen deze landen en de EU vergemakkelijken en de regio verder helpen de economische en sociale gevolgen van de pandemie te beperken.
Met het oog op samenwerking en uit solidariteit met Turkije in het kader van de COVID-19-pandemie werd onmiddellijk na de uitbraak gestart met de eerste door de EU gefinancierde responsmaatregelen. Tot dusver heeft de Europese Unie meer dan 105 miljoen EUR aan EU-financiering vrijgemaakt voor de preventie en behandeling van COVID-19 en voor het beperken van de economische en sociale gevolgen. In het kader van de faciliteit voor vluchtelingen werd met name ongeveer 64 miljoen EUR beschikbaar gesteld om te voorzien in de COVID-19-gerelateerde behoeften van vluchtelingen. Turkije behoorde tot de eerste landen die werden opgenomen in het systeem van de digitale EU-covidcertificaten, waardoor certificaten in de EU en in Turkije wederzijds worden erkend. In augustus 2021 heeft Turkije het EU-mechanisme voor civiele bescherming geactiveerd met een verzoek om vliegtuigen te sturen om te helpen bij de bestrijding van branden in de Egeïsche en mediterrane kustgebieden.
Overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen
Montenegro en Servië hebben ermee ingestemd de herziene methode van 2020 toe te passen, die is uiteengezet in de mededeling van de Commissie “Bevordering van het toetredingsproces – Een geloofwaardig EU-perspectief voor de Westelijke Balkan”
. Deze instemming werd bekrachtigd tijdens de eerste politieke intergouvernementele conferenties met deze landen op 22 juni 2021, en toonde aan dat de EU vastbesloten is vooruitgang te boeken met de toetredingsonderhandelingen van deze landen. De eerste intergouvernementele conferentie met Montenegro in het kader van de herziene methode bood politieke sturing voor het versnellen van de werkzaamheden om te voldoen aan de tussentijdse benchmarks met betrekking tot de rechtsstaat – de volgende mijlpaal die moet worden bereikt om verdere voortgang te boeken met de toetredingsonderhandelingen. Tijdens de eerste intergouvernementele conferentie met Servië in het kader van de herziene methode werd de weg uitgestippeld voor het openen van clusters op basis van de verwachte vooruitgang van het land, met name met betrekking tot de hervormingen van de rechtsstaat.
Conform de herziene methode beoordeelt de Commissie in de conclusies en aanbevelingen van deze mededeling het algemene evenwicht binnen de toetredingsonderhandelingen met Montenegro en Servië en zet zij voor elk land de volgende stappen uiteen. De volgende intergouvernementele conferenties moeten plaatsvinden na de publicatie van het huidige jaarlijkse pakket verslagen en de daaropvolgende conclusies van de Raad. Met deze conferenties zal een forum worden geboden voor het openen van clusters, de politieke dialoog over de hervormingen, het opmaken van de balans van het algemene toetredingsproces en de planning voor het komende jaar, met inbegrip van het openen en sluiten van nieuwe clusters en hoofdstukken en mogelijke corrigerende maatregelen, onder voorbehoud van goedkeuring door de Raad.
Wat de onderhandelingskaders met Noord-Macedonië en Albanië betreft, is het van cruciaal belang dat de EU-lidstaten de besprekingen zonder verdere vertraging afronden en dat de eerste intergouvernementele conferenties met Albanië en Noord-Macedonië zo spoedig mogelijk worden gehouden, in het kader van het Sloveense voorzitterschap. Noord-Macedonië voert de EU-hervormingen aan een gestaag en vastberaden tempo uit, met name op belangrijke gebieden zoals de rechtsstaat, waaronder de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad. Het land voldoet nog steeds aan de voorwaarden voor het houden van de eerste intergouvernementele conferentie. De hangende bilaterale kwesties tussen Bulgarije en Noord-Macedonië moeten prioritair worden opgelost. De vorderingen van Albanië bij de hervorming van het kiesstelsel en de aanhoudende goede resultaten bij de uitvoering van belangrijke hervormingen op het gebied van de rechtsstaat schragen de beoordeling van de Commissie dat het land voldoet aan de voorwaarden voor het houden van de eerste intergouvernementele conferentie in het kader van de toetredingsonderhandelingen. De vertraging bij de officiële start van de toetredingsonderhandelingen tast de geloofwaardigheid van de EU aan.
In haar advies over het verzoek van Bosnië en Herzegovina om toetreding tot de Europese Unie
heeft de Commissie 14 essentiële prioriteiten geformuleerd die Bosnië en Herzegovina moet verwezenlijken opdat de Commissie de opening van toetredingsonderhandelingen met de EU kan aanbevelen. De Raad heeft in december 2019 zijn goedkeuring gehecht aan deze 14 essentiële prioriteiten. Bosnië en Herzegovina moet een kritische massa aan hervormingen doorvoeren met het oog op de verwezenlijking van de 14 essentiële prioriteiten voordat de Commissie kan beoordelen of zij het land voor de status van kandidaat-lidstaat kan aanbevelen.
De EU is de uitvoering van de stabilisatie- en associatieovereenkomst met Kosovo
* blijven ondersteunen. Het voorstel van de Commissie om de visumplicht voor burgers van Kosovo op te heffen, is nog hangende in de Raad en moet met spoed worden behandeld. De Commissie blijft bij haar beoordeling dat aan alle door de Raad vastgestelde criteria voor visumliberalisering met Kosovo is voldaan.
Het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan is erop gericht de sociaal-economische kloof tussen de regio en de EU te overbruggen. Het biedt de regio bijstand via investeringen en beleidsinitiatieven op het gebied van vervoer, energie, de digitale transitie, de groene agenda, steun aan de particuliere sector, economische integratie, innovatie en ondersteuning van de ontwikkeling van menselijk kapitaal. In het plan is de sleutelrol erkend van de rechtsstaat als hoeksteen van duurzame ontwikkeling en wordt benadrukt dat, naast structurele economische hervormingen, bij de uitvoering van de vlaggenschipinitiatieven de vooruitgang op het gebied van de fundamentele kwesties moet worden voortgezet.
Voor de uitvoering van het plan trekt de EU voor de periode 2021-2027 tot 9 miljard EUR uit voor financiering in het kader van IPA III, waaronder maximaal 1 miljard EUR voor het opzetten van de garantiefaciliteit voor de Westelijke Balkan, die in het komende decennium naar verwachting voor ongeveer 20 miljard EUR aan investeringen zal aantrekken. Om de doelstellingen van het plan te verwezenlijken, zal blijvende nadruk moeten worden gelegd op betrekkingen van goed nabuurschap en regionale samenwerking.
De Commissie heeft de uitvoering van de strategie voor de Westelijke Balkan
en de prioriteitenagenda die tijdens de top EU-Westelijke Balkan in Sofia in mei 2018 is goedgekeurd
, voortgezet. De meeste geplande acties bevinden zich in de uitvoeringsfase of zijn afgerond. Er lopen met name projecten om de prestaties van de rechtsstelsels van de partners van de Westelijke Balkan te meten en om rechtszaken met betrekking tot corruptie op hoog niveau en georganiseerde misdaad te monitoren. Voorts zijn de partners van de Westelijke Balkan tegenwoordig nauw betrokken bij de werkzaamheden van de EU-agentschappen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken. Er wordt gewerkt aan gestructureerde samenwerking met de EU op het gebied van migratie en veiligheidskwesties, met name wat betreft terrorismebestrijding, het voorkomen van radicalisering en gewelddadig extremisme, en georganiseerde misdaad. Een aantal aanbevelingen in verband met hervormingen van de rechtsstaat in de regio moet echter nog worden opgevolgd en prioriteit krijgen.
De regio heeft alle acties in het kader van het actieplan voor de regionale economische ruimte voltooid en bereikte tijdens de top in het kader van het Proces van Berlijn in Sofia in november 2020 overeenstemming over een ambitieus follow-upplan om een gemeenschappelijke regionale markt tot stand te brengen. Deze gemeenschappelijke regionale markt – een voorbeeld van inclusieve regionale samenwerking – zal een essentiële rol spelen bij het vergroten van de aantrekkelijkheid en het concurrentievermogen van de hele regio, het versnellen van het herstel na de pandemie, met name om investeerders aan te trekken die op zoek zijn naar diversificatie van het aanbod en kortere waardeketens, en bij het maximaliseren van de voordelen van investeringen in infrastructuur voor connectiviteit. Het is daarom van belang dat alle partijen zich constructief inzetten bij de totstandbrenging van de gemeenschappelijke regionale markt en bij het nakomen van hun gezamenlijke toezeggingen ten behoeve van de mensen en het bedrijfsleven in de regio.
De veranderende aard van het werk, de digitale en de groene transitie en de COVID-19-pandemie hebben een zeer directe impact op het leven van de mensen en gevolgen voor het sociaal-economische weefsel van de regio. Om de kansen te grijpen en mogelijke negatieve gevolgen van deze vraagstukken tot een minimum te beperken, is het essentieel dat de partners van de Westelijke Balkan hun macro-economische stabiliteit handhaven en structurele hervormingen doorvoeren om de vastgestelde zwakke punten van hun economieën aan te pakken en hun samenlevingen veerkrachtiger te maken. Het is daarom van cruciaal belang dat de hervormingen die zijn vastgelegd in de economische hervormingsprogramma’s en in de beleidsrichtsnoeren die samen met de EU-lidstaten zijn vastgesteld
, worden uitgevoerd, niet alleen om het concurrentievermogen te verbeteren, meer banen te scheppen en de sociale inclusie te bevorderen, maar ook om de budgettaire houdbaarheid te verzekeren, te voldoen aan de economische criteria in het kader van het toetredingsproces en om de mogelijke voordelen die het investeringspakket van de EU kan bieden, optimaal te benutten.
Turkije is een kandidaat-lidstaat en een cruciale partner van de EU op essentiële gebieden van gemeenschappelijk belang, gaande van migratie en terrorismebestrijding tot economie, handel, energie en vervoer.
In 2021 zijn de dialoog en samenwerking met Turkije opgevoerd. De gezamenlijke mededeling over de stand van de politieke, economische en handelsbetrekkingen tussen de EU en Turkije
is op 20 maart 2021 door de hoge vertegenwoordiger en de Commissie aan de Europese Raad voorgelegd. Op basis hiervan en onder de in de recente conclusies van de Europese Raad vastgestelde voorwaarden hebben de EU-leiders besloten dat de Europese Unie bereid is om middels een stapsgewijze, evenredige en omkeerbare aanpak met Turkije in dialoog te gaan met als doel intensiever samen te werken op een aantal gebieden van gemeenschappelijk belang, mits de huidige de-escalatie wordt voortgezet en Turkije zich constructief opstelt. In dat verband zijn dialogen op hoog niveau gehouden over klimaat, migratie en veiligheid, die binnenkort zullen worden gevolgd door de dialoog over gezondheid. De Europese Raad herhaalde het strategische belang van de EU bij een stabiele en veilige omgeving in het oostelijke Middellandse Zeegebied en bij coöperatieve en voor beide partijen voordelige betrekkingen met Turkije. Tegelijkertijd bevestigden de EU-leiders opnieuw hun vastberadenheid om de belangen van de EU en van de EU-lidstaten te verdedigen.
Er zijn verder resultaten geboekt in het kader van de verklaring EU-Turkije van maart 2016, die het belangrijkste kader voor samenwerking bleef op het gebied van migratie. Turkije bleef voortreffelijk werk leveren bij de opvang van ongeveer vier miljoen vluchtelingen uit Syrië en andere landen; het herbergt daarmee de grootste vluchtelingengemeenschap ter wereld. Door de eenzijdige opschorting door Turkije van de terugkeer van irreguliere migranten en afgewezen asielzoekers van de Griekse eilanden sinds maart 2020 en de opkomst van alternatieve smokkelroutes naar Cyprus en Italië, doen zich bij de uitvoering van de verklaring echter problemen voor. Over het geheel genomen bleef het aantal illegale grensoverschrijdingen tussen Turkije en de EU aanzienlijk lager dan vóór de goedkeuring van de verklaring EU-Turkije.
De EU is haar toezegging om aanzienlijke financiële steun te verlenen aan vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije verder nagekomen. Via de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije is 6 miljard EUR vrijgemaakt. Eind 2020 waren contracten gesloten voor de volledige operationele begroting ervan, en tegen augustus 2021 was via meer dan 100 projecten ruim 4,2 miljard EUR uitbetaald. Via de faciliteit werden onder meer 1,8 miljoen vluchtelingen geholpen om in hun basisbehoeften te voorzien en 700 000 vluchtelingenkinderen om naar school te gaan, 363 scholen gebouwd en ruim 18 000 000 eerstelijnsconsulten verstrekt. In juni heeft de Commissie voorgesteld om voor de periode 2021-2023 een aanvullend pakket van 3 miljard EUR toe te wijzen, bovenop de 0,5 miljard EUR aan overbruggingsfinanciering voor humanitaire hulp die in 2020 beschikbaar is gesteld. Het zal daarbij gaan om financiering voor migratiebeheer en grenstoezicht, met name aan de oostgrens van Turkije. De situatie van de vluchtelingen in de regio zal kritiek blijven of zelfs verslechteren, met COVID-19 en de economische moeilijkheden die daarvan het gevolg zijn als verzwarende factoren. Migratiestromen uit andere delen van de regio, waaronder Afghanistan, kunnen extra behoeften creëren. Turkije heeft de negatieve tendens om zich verder van de Europese Unie te verwijderen echter aangehouden, met ernstige achteruitgang op het gebied van de democratie, de rechtsstaat, de grondrechten, en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. De EU-leiders benadrukten dat gerichte acties tegen politieke partijen, mensenrechtenverdedigers en de media een ernstige achteruitgang van de mensenrechten betekenen en in strijd zijn met de verplichtingen van Turkije om de democratie, de rechtsstaat en de vrouwenrechten te eerbiedigen. De dialoog over dergelijke kwesties blijft een integrerend deel van de betrekkingen tussen de EU en Turkije.
Zowel de EU als Turkije blijven voordeel hebben bij de douane-unie. Het volume van de bilaterale handel nam toe en het relatieve aandeel van de EU in de buitenlandse handel van Turkije steeg licht. Turkije heeft echter geen werk gemaakt van het wegnemen van een aantal handelsbelemmeringen die de goede werking van de douane-unie in de weg staan, ondanks de intensievere inspanningen van de Commissie. De in toenemende mate assertieve wijze waarop Turkije zijn buitenlands beleid voert, bleef conflicteren met de prioriteiten van de EU in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de bredere belangen van de EU, met name vanwege de interventies van het land in en zijn ondersteuning van militaire acties bij de meeste van de omringende regionale conflicten. In juni 2021 merkten de EU-leiders op dat de Europese Raad, in overeenstemming met de gedeelde belangen van de EU en Turkije op het gebied van vrede en stabiliteit in de regio, verwacht dat Turkije en alle betrokken actoren een positieve bijdrage leveren aan de oplossing van regionale crises.
Om in het oostelijke Middellandse Zeegebied een klimaat van stabiliteit en veiligheid tot stand te brengen en coöperatieve en wederzijds voordelige betrekkingen tussen de EU en Turkije te ontwikkelen, is het een absolute vereiste de dialoog te goeder trouw te voeren en af te zien van unilaterale acties die indruisen tegen de belangen van de EU en in strijd zijn met het internationaal recht en de soevereine rechten van de EU-lidstaten. Alle geschillen moeten worden opgelost door middel van vreedzame dialoog en in overeenstemming met het internationaal recht.
De EU heeft de unilaterale stappen van Turkije en de aankondigingen van de Turkse president en de leider van de Turks-Cypriotische gemeenschap op 20 juli 2021 betreffende de verdere heropening van de spookstad Varosha in Cyprus krachtig veroordeeld. Zij heeft ertoe opgeroepen alle stappen die sinds oktober 2020 met betrekking tot Varosha zijn gezet, onmiddellijk terug te draaien.
De financiële steun van de EU helpt kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten om de vereiste politieke, institutionele, juridische, administratieve, sociale en economische hervormingen om te voldoen aan de waarden van de EU en hun beleid geleidelijk in overeenstemming te brengen met de regels, normen, beleidsmaatregelen en praktijken van de EU met het oog op EU-lidmaatschap, goed te keuren en door te voeren, en draagt zodoende bij tot de stabiliteit, veiligheid en welvaart van de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten.
In juni 2021 hebben de Raad en het Europees Parlement een politiek akkoord bereikt over het voorstel van de Commissie voor een verordening betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA III). De verordening is op 15 september 2021 vastgesteld. De voltooiing van het wetgevingskader zal het mogelijk maken dat wordt gestart met de uitvoering van het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan, een cruciaal instrument voor het herstel van de regio.
Het IPA III volgt een solide beleidsgestuurde aanpak waarbij de steun op strategische en dynamische wijze wordt verleend en de fundamentele vereisten voor lidmaatschap van de EU centraal staan. Door de financiële steun van de EU te richten op de essentiële prioriteiten zullen hervormingen via het IPA III nog beter kunnen worden ondersteund waardoor het instrument duurzame sociaal-economische ontwikkeling zal bevorderen en de partners dichter bij de EU brengen. Overeenkomstig het politieke akkoord dat in juni tussen de Raad en het Parlement is bereikt, versterkt het IPA III de conditionaliteit in verband met democratie, mensenrechten en de rechtsstaat.
II. DE FUNDAMENTELE KWESTIES VAN HET TOETREDINGSPROCES
Fundamentele hervormingen op het gebied van de rechtsstaat, de economie, de werking van de democratische instellingen en het openbaar bestuur blijven essentieel om de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten voor te bereiden op de vereisten van het lidmaatschap. Het vermogen en de politieke wil van de uitbreidingslanden om zich op deze hervormingen te concentreren en deze voort te zetten, spelen een cruciale rol bij hun integratie in de EU. Het is daarom uiterst belangrijk dat de vooruitgang standvastig, concreet en onomkeerbaar is.
In het licht van de COVID-19-pandemie hielden de regeringen van de Westelijke Balkan en Turkije vast aan de opgelegde beperkingen ter bescherming van de volksgezondheid. De parlementen in de Westelijke Balkan bleven functioneren, in sommige gevallen met beperkingen. De vrijheid van vergadering werd vaak ingeperkt om redenen van volksgezondheid, waarmee in sommige gevallen werd ingegaan tegen aanbevelingen van de ombudsman; ook andere grondrechten werden beperkt. In sommige gevallen verstoorde de pandemie de efficiëntie en transparantie van gerechtelijke procedures. Noodmaatregelen die in het kader van de COVID-19-pandemie worden genomen, moeten evenredig zijn, beperkt blijven tot wat nodig is en ook beperkt zijn in de tijd, zodat de rechtsstaat en de normen op het gebied van democratie en mensenrechten worden geëerbiedigd.
Justitie en grondrechten
Doeltreffende rechtsbescherming door onafhankelijke en onpartijdige rechtbanken is een hoeksteen van de rechtsstaat. Overal in de Westelijke Balkan worden de justitiële instellingen nog steeds geconfronteerd met tal van moeilijkheden. Het risico van buitensporige druk op de rechterlijke macht tast het algemene institutionele evenwicht en de scheiding der machten aan, wat uiteindelijk het beginsel van gelijkheid voor de wet ondermijnt. Het is essentieel dat de hoogste bestuursniveaus en alle betrokken belanghebbenden vastberaden en toegewijd blijven om met succes de justitiële hervormingen door te voeren. Doortastende maatregelen ter versterking van de onafhankelijkheid, kwaliteit en doeltreffendheid van de rechtsstelsels van de partners van de Westelijke Balkan, gestoeld op een solide en langdurige staat van dienst, zijn essentieel om vooruitgang te boeken met het toetredingsproces.
Albanië is gestaag goede vorderingen blijven maken wat betreft zijn brede justitiële hervorming, met onder meer concrete resultaten op het gebied van de doorlichtingsprocedure. Het Grondwettelijk Hof is nu volledig functioneel en is begonnen met de behandeling van belangrijke zaken. Noord-Macedonië heeft enige vooruitgang geboekt, onder meer met de uitvoering van zijn justitiële strategie. Servië en Kosovo hebben beperkte vooruitgang geboekt bij het doorvoeren van hun justitiële hervormingen. In Servië heeft de wil om te hervormen een tweede adem gevonden, met plannen om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te versterken, onder meer door middel van grondwetswijzigingen, die naar verwachting eind 2021 afgerond zullen zijn. In Kosovo blijft de algemene capaciteit van de gerechtelijke instanties voor snelle en doeltreffende vervolging en berechting ondermaats. Montenegro en Bosnië en Herzegovina hebben geen vooruitgang geboekt bij hun justitiële hervormingen. In Montenegro stagneren de belangrijkste justitiële hervormingen en is krachtige politiek wil op alle niveaus van de regering, het parlement en de rechterlijke macht nodig om de impasse voor het bereiken van de tussentijdse benchmarks voor de rechtsstaat te doorbreken. Bosnië en Herzegovina blijft achter, met het uitblijven van vorderingen bij de versterking van zijn rechterlijke macht; bij gebrek aan betekenisvolle maatregelen is de algemene integriteit van de sector verder verslechterd.
In Turkije heeft de ernstige achteruitgang die de afgelopen jaren was waargenomen, zich doorgezet. Er is geen oplossing gevonden voor de essentiële kwestie van het structurele gebrek aan onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Er werd nog steeds politieke druk uitgeoefend op rechters en aanklagers, waardoor de onafhankelijkheid en de algemene kwaliteit van de rechterlijke macht verder werden ondermijnd. Grootschalige ontslagen van rechters en aanklagers hebben de efficiëntie en het professionalisme van het rechtsstelsel verder verzwakt. De weigering van Turkije om alle toepasselijke uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens uit te voeren, heeft de bezorgdheid over de naleving door Turkije van internationale en Europese normen verder vergroot. De Turkse autoriteiten moeten dringend ernstige tekortkomingen aanpakken, met name wat betreft het recht op een eerlijk proces en de strikte eerbiediging van het beginsel van het vermoeden van onschuld.
In de Westelijke Balkan en in Turkije blijft corruptie wijdverbreid. Bovendien is de kwetsbaarheid voor corruptie op sommige gebieden door de pandemie verergerd. In de strijd tegen corruptie zijn doortastende maatregelen en concrete resultaten nodig om de ondermijning van het democratische bestuur en de wettelijke en economische zekerheid te beperken en een stabiel en transparant ondernemingsklimaat te waarborgen. De uitbreidingslanden boeken in uiteenlopende mate succes bij het voorkomen en bestrijden van corruptie, met constante vooruitgang op sommige gebieden en een duidelijke vertraging op andere. Overheidsopdrachten blijven bijzonder gevoelig voor corruptie. Er moeten meer doortastende en ambitieuze maatregelen worden genomen om de controlemechanismen gedurende de volledige aanbestedingsprocedure te versterken en de transparantie en verantwoordingsplicht aanzienlijk te verbeteren. Voor de sectoren waar het risico van corruptie het grootst is, worden corruptierisicobeoordelingen en maatregelen ter bestrijding van corruptie niet systematisch uitgevoerd. Over het algemeen zijn aanzienlijk meer inspanningen en een duidelijke politieke wil nodig om een geloofwaardige en solide staat van dienst te ontwikkelen op het gebied van het onderzoek naar en de vervolging van corruptiezaken, met name op hoog niveau, en om ervoor te zorgen dat in gepaste mate wordt overgegaan tot inbeslagneming en confiscatie van criminele vermogensbestanddelen.
In Albanië worden dankzij een doorlichting van de rechterlijke macht en de oprichting van de gespecialiseerde structuur voor corruptiebestrijding en georganiseerde misdaad resultaten geboekt in de strijd tegen corruptie. Noord-Macedonië heeft zijn strategische en institutionele kader versterkt en zijn staat van dienst op het gebied van onderzoek, vervolging en berechting in verschillende corruptiezaken, ook op hoog niveau, geconsolideerd. In Kosovo, Montenegro en Servië is beperkte vooruitgang geboekt. Hoewel het anticorruptieagentschap van Montenegro proactiever te werk is gegaan, moet het land meer inspanningen leveren op het gebied van de voorkoming en bestrijding van corruptie en de inbeslagneming en confiscatie van vermogensbestanddelen. In Kosovo is meer capaciteit voor het speciale openbaar ministerie toegekend, maar er zijn verdere inspanningen nodig op het gebied van proactief onderzoek, definitieve rechterlijke beslissingen en de definitieve confiscatie van vermogensbestanddelen. In Servië is de capaciteit van het agentschap voor corruptiepreventie versterkt, maar er zijn geen concrete stappen gezet voor de vaststelling van een nieuwe anticorruptiestrategie op basis van een geloofwaardig en realistisch actieplan, en de meeste aanbevelingen van de Greco behoeven nog opvolging. Bosnië en Herzegovina heeft geen vooruitgang geboekt bij de bestrijding van de wijdverbreide corruptie en tekenen van politieke beïnvloeding. De wetgevings- en institutionele kaders blijven ontoereikend en te versnipperd. In Turkije is geen vooruitgang geboekt. De wettelijke en institutionele kaders voor de bestrijding van corruptie blijven onder de internationale normen en maken ongepaste politieke beïnvloeding mogelijk bij het onderzoek naar en de vervolging en berechting van corruptiezaken. De verantwoordingsplicht en transparantie van overheidsinstellingen moeten worden verbeterd. Het uitblijven van een strategie voor corruptiebestrijding getuigt van het ontbreken van de wil om corruptie te bestrijden.
In de Westelijke Balkan zijn de grondrechten grotendeels verankerd in de wetgeving, maar er blijven moeilijkheden bestaan om ervoor te zorgen dat zij daadwerkelijk worden toegepast. De bescherming van de grondrechten door de rechtbanken blijft op een aantal beleidsterreinen ontoereikend. Over het geheel genomen waren de ontwikkelingen op dit gebied in het grootste deel van de regio beperkt of heeft zich zelfs stagnatie voorgedaan. Er is slechts in beperkte mate opvolging gegeven aan de punten van zorg en aanbevelingen van de vorige landverslagen. In Turkije verslechterde de mensenrechtensituatie verder; zij blijft er een ernstig punt van zorg.
Vrijheid van meningsuiting, vrijheid van de media en pluralisme zijn essentiële pijlers van een democratische samenleving en moeten worden geëerbiedigd. In de Westelijke Balkan was er op dit gebied over het algemeen weinig tot geen vooruitgang. Hoewel het medialandschap in het algemeen ruimte biedt voor vrijheid van meningsuiting, blijven bedreigingen jegens, intimidatie van en geweld tegen journalisten alsook denigrerende opmerkingen van overheidsfunctionarissen aanleiding geven tot ernstige bezorgdheid. Deze kunnen een remmend effect hebben op de uitoefening van de mediavrijheid, en het tempo waaraan dergelijke incidenten worden onderzocht en vervolgd, moet worden opgevoerd. De onafhankelijkheid van mediaregulatoren en publieke omroepen moet worden gewaarborgd, onder meer door middel van adequate financiering en op verdiensten gebaseerde benoemingen in de managementstructuren. Ook het effectieve functioneren van onafhankelijke zelfregulerende instanties moet verder worden ondersteund. Alle landen in de regio moeten de transparantie verbeteren met betrekking tot de financiering van de media en de banden tussen publieke en particuliere belangen die de redactionele lijnen beïnvloeden en leiden tot zelfcensuur.
De situatie in Turkije is ernstig blijven achteruitgegaan; de uitoefening van de vrijheid van meningsuiting en de verspreiding van tegengeluiden zijn er nog steeds zeer beperkt. De intimidatie van de media werd voortgezet met strafrechtelijke zaken en veroordelingen van journalisten, mensenrechtenverdedigers, advocaten, schrijvers, politici van de oppositie, studenten en gebruikers van sociale media.
De partners van de Westelijke Balkan moeten aantonen dat zij zich blijven inspannen om gendergelijkheid te bevorderen en te versterken en gendergerelateerd geweld aan te pakken. De bezorgdheid hierover is toegenomen wat betreft Turkije, waar de rechten van de vrouw zijn achteruitgegaan, hetgeen is gebleken met de terugtrekking van het land uit het Verdrag van Istanbul.
Over het algemeen zijn er wetten en beleidsmaatregelen op het gebied van non-discriminatie, maar er wordt onvoldoende opvolging gegeven aan gevallen van discriminatie, haatmisdrijven en haatzaaiende uitlatingen. De wettelijke bescherming van de rechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders, interseksuele en queerpersonen (LHBTIQ) is in de meeste partners van de Westelijke Balkan verbeterd, maar de wetgeving moet in de praktijk worden gehandhaafd, aangezien discriminatie en haatzaaiende uitlatingen nog steeds vaak voorkomen. In Turkije zijn de bescherming van de grondrechten van de LHBTIQ-bevolking en haatzaaiende uitlatingen en lastercampagnes tegen de LHBTIQ-gemeenschap nog steeds een ernstig punt van zorg.
Kinderen, met name kinderen die zich in een kwetsbare situatie bevinden, werden getroffen door schoolsluitingen en andere beperkingen als gevolg van de COVID-19-crisis. Er zijn inspanningen nodig om de rechten van het kind te versterken en veerkrachtige systemen voor de bescherming van kinderen en kinderopvang op te zetten. De rechtsstelsels moeten volledig kindvriendelijk worden en er moeten systematischer alternatieven voor detentie beschikbaar worden gesteld en worden gebruikt, waarbij detentie slechts als laatste redmiddel wordt gebruikt.
De rechten van personen met een handicap, waaronder doorstroming naar niet-institutionele zorg en zelfstandig wonen, moeten effectief worden beschermd, in overeenstemming met de vereisten van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Ook de aandacht voor de bescherming van minderheden en hun deelname aan het openbare leven mag niet verslappen. De Roma worden nog steeds benadeeld en kwetsbare Roma werden onevenredig hard getroffen door de COVID-19-crisis en de bijbehorende beperkende maatregelen.
De regeringen in de regio moeten gevolg geven aan alle aanbevelingen van internationale en regionale instanties voor de monitoring van de mensenrechten, met inbegrip van de aanbevelingen over de omstandigheden in gevangenissen en het voorkomen van mishandeling.
Justitie, vrijheid en veiligheid
Georganiseerde misdaad blijft een bedreiging voor de regio en treft mensen, bedrijven, overheidsinstellingen en de economie als geheel. Machtige criminele organisaties met een mondiaal bereik opereren gemakkelijk over de grenzen heen, ook in de EU. Misdaadorganisaties die actief zijn in de Westelijke Balkan, bleken zeer behendig in het in hun voordeel gebruiken van het verloop van de COVID-19-pandemie. In reactie daarop hebben de regeringen onder meer de operationele politiesamenwerking met de EU, met name via Empact
, en met de EU-agentschappen opgevoerd op gebieden zoals drugssmokkel (van met name cannabis en synthetische drugs), migrantensmokkel, mensenhandel, georganiseerde vermogenscriminaliteit, smokkel van accijnsgoederen (voornamelijk sigaretten) en vuurwapens. In de nieuwe EU-strategie voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit (2021-2025) wordt de toezegging van de EU bevestigd om prioriteit te blijven geven aan projecten voor capaciteitsopbouw in derde landen, waaronder de uitbreidingslanden. De bedoeling is om de operationele samenwerking te ondersteunen en de partners toe te rusten met de instrumenten waarmee zij complexe criminele structuren kunnen ontmantelen.
Er wordt goede vooruitgang geboekt bij de aanpak van illegaal bezit, misbruik en illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens, in overeenstemming met het EU-actieplan 2020-2025 inzake illegale vuurwapenhandel. Er moet onverminderd worden gewerkt aan het aanpassen van de wetgeving aan het EU-acquis en internationale overeenkomsten, het versterken van de grensbeveiliging en de capaciteit voor onderzoek naar vuurwapens, het verbeteren van de doeltreffendheid van de rechtsstelsels met betrekking tot misdrijven in verband met vuurwapens, het verder faciliteren van de operationele samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen rechtshandhavingsinstanties, het terugdringen van illegaal bezit van vuurwapens en het verminderen van het risico van proliferatie en de onttrekking van vuurwapens, munitie en explosieven aan de legale handel.
Er zijn ook verdere investeringen gedaan in de structuren om georganiseerde misdaad te bestrijden, wat heeft geleid tot een versterking van de gespecialiseerde rechterlijke macht en politiediensten. Niettemin blijkt uit de resultaten wat betreft definitieve veroordelingen in zaken van georganiseerde misdaad dat de capaciteit van de rechtshandhavingsinstanties en de rechterlijke macht om grote zaken van georganiseerde misdaad met succes te onderzoeken, te vervolgen en te berechten, en dus potentiële daders te ontmoedigen, ontoereikend blijft. Dit is eveneens het geval bij de bestrijding van mensenhandel, waar slachtoffers onder meer bescherming en ondersteuning moeten krijgen.
In de Westelijke Balkan en Turkije moeten de autoriteiten hierop een doeltreffend antwoord zien te vinden om te voorkomen dat de georganiseerde misdaad de economie infiltreert. Er zijn ook verdere inspanningen nodig om de opsporing van uit misdrijven verkregen vermogensbestanddelen te versnellen door middel van financieel onderzoek, en om ervoor te zorgen dat opbrengsten uit misdaad doeltreffender worden geconfisceerd en teruggevorderd. Daarnaast moeten rechtshandhavingsinstanties zorgen voor meer capaciteit voor de bestrijding van opkomende nieuwe varianten van criminele activiteiten, met name verschillende vormen van cybercriminaliteit. De samenwerking op het gebied van cybercriminaliteit verbetert.
Daarvan zijn positieve voorbeelden te vinden in Albanië, waar goede vooruitgang is geboekt op het gebied van internationale politiesamenwerking, hetgeen tot arrestaties heeft geleid in geruchtmakende zaken, en wat betreft de bestrijding van de productie van en de handel in drugs. Noord-Macedonië heeft enige vooruitgang geboekt bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad, ook op operationeel niveau. Ook in Montenegro is enige vooruitgang vastgesteld: daar is de toegang van rechtshandhavingsinstanties tot belangrijke databanken verbeterd en het aantal onderzoekers en deskundigen op belangrijke gebieden verhoogd. Daarnaast blijft de gevestigde internationale politiesamenwerking vruchten afwerpen, met ongekende inbeslagnames van drugs. Kosovo, Servië en Turkije hebben echter slechts beperkte vooruitgang geboekt bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad, en in Bosnië en Herzegovina, waar het contactpunt voor de samenwerking met Europol nog niet operationeel is, werd geen vooruitgang opgetekend.
Samenwerking met de Westelijke Balkan op het gebied van terrorismebestrijding en de preventie van radicalisering blijft van cruciaal belang. Hoewel er nog steeds sprake is van extreme religieuze en politieke ideologieën in de regio en de opkomst van geradicaliseerde onlinefora in het algemeen reden tot bezorgdheid is, zijn tijdens de verslagperiode geen incidenten van extreme of gewelddadige aard (terrorisme, extremisme, radicalisering) gemeld en is de veiligheidssituatie in de regio stabiel gebleven.
Op het ministerieel forum EU-Westelijke Balkan inzake justitie en binnenlandse zaken, dat plaatsvond in oktober 2020, werd het gezamenlijk actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan nogmaals bevestigd en werd opnieuw beloofd de doelstellingen ervan ook na 2020 te verwezenlijken. Het gezamenlijk actieplan en de respectieve uitvoeringsregelingen blijven daarom een kader voor gezamenlijke werkzaamheden ter voorkoming van radicalisering die tot gewelddadig extremisme en terrorisme leidt, op basis van de vijf doelstellingen en sterke regionale samenwerking. Hoewel de pandemie in het grootste deel van de regio voor vertraging heeft gezorgd bij de uitvoering, is enige vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van strategieën voor terrorismebestrijding, de vaststelling van toepasselijke wetgeving, de versterking van de desbetreffende institutionele capaciteit en de invoering van antiradicaliseringsmaatregelen, maar er moeten meer vorderingen worden gemaakt om de overeengekomen doelstellingen en acties volledig te verwezenlijken. In het algemeen zijn meer inspanningen nodig om alle vormen van radicalisering, ook van religieuze, etnisch-nationalistische of politieke aard, te voorkomen.
In december 2020 heeft Albanië een nieuwe, nationale, sectoroverschrijdende strategie en dito actieplan voor terrorismebestrijding vastgesteld en is het zijn verplichtingen uit hoofde van het gezamenlijk actieplan nagekomen. Wat de bestrijding van witwassen betreft, heeft Albanië zijn wetgeving verder in overeenstemming gebracht met het EU-acquis. Montenegro voert, in samenwerking met het maatschappelijk middenveld, zijn strategie voor de preventie en bestrijding van gewelddadig extremisme 2020-2024 uit, waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar detentiecentra. Noord-Macedonië zet de uitvoering voort van de nationale strategie (2018-2022) voor de bestrijding van terrorisme en gewelddadig extremisme. Bosnië en Herzegovina en Servië zouden baat hebben bij een meer strategische aanpak van terrorismebestrijding. De strategie van Bosnië en Herzegovina op dit gebied is verstreken, en er moet dus een follow-upstrategie voor 2021-2025 worden vastgesteld en uitgevoerd die in overeenstemming is met het EU-beleid, met name inzake het voorkomen en bestrijden van gewelddadig extremisme. Hiervoor moeten effectievere structuren voor terrorismebestrijding worden opgezet. Bosnië en Herzegovina heeft een nieuwe wet inzake de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering nodig die in overeenstemming is met de materiële rechtsnormen van de EU (d.w.z. de vierde antiwitwasrichtlijn). In Servië wordt nog gewerkt aan fundamentele wetgeving op het gebied van terrorismebestrijding. Kosovo is voornemens een nieuwe gezamenlijke strategie voor terrorismebestrijding en de bestrijding van gewelddadig extremisme vast te stellen. Hoewel de minister van Binnenlandse Zaken de nationale coördinator blijft, moet er opnieuw een bureau worden opgericht dat de coördinator ondersteunt en moet de coördinator een grotere rol krijgen bij de interinstitutionele coördinatie.
Sommige partners in de regio (Albanië, Kosovo en Noord-Macedonië) repatriëren systematisch buitenlandse terroristische strijders en gezinnen. In de meeste partners van de Westelijke Balkan geeft de repatriëring van buitenlandse terroristische strijders die terugkeren uit voormalige gevechtsgebieden, aanleiding tot bezorgdheid en moeten extra inspanningen worden geleverd voor hun doeltreffende en systemische re-integratie en resocialisatie. Kosovo heeft goede vooruitgang geboekt met de rehabilitatie en re-integratie van buitenlandse terroristische strijders en hun gezinnen, hoewel er bezorgdheid bestaat over de vervroegde voorwaardelijke vrijlating van gewelddadige extremistische daders uit de gevangenis. In de Westelijke Balkan moet de follow-up van maatregelen voor re-integratie en resocialisatie, ook in gevangenissen, nog worden verbeterd. Het gaat daarbij met name om de samenwerking tussen instellingen op nationaal en lokaal niveau. De uitwisseling van informatie via de applicatie voor veilige informatie-uitwisseling (Siena) van Europol is er sterk op vooruitgegaan. De partners van de Westelijke Balkan moeten proactief via de geëigende kanalen informatie over de terugkeer van buitenlandse terroristische strijders en hun gezinnen blijven verstrekken. Montenegro zorgt voor goede informatie-uitwisseling met Europol en Eurojust over buitenlandse terroristische strijders. Noord-Macedonië heeft in juni 2020 een nationaal plan goedgekeurd voor de re-integratie, resocialisatie en rehabilitatie van terugkerende buitenlandse strijders en hun gezinnen.
Turkije wordt nog steeds geconfronteerd met bedreigingen van terroristische groeperingen. De regering heeft weliswaar een legitiem recht en de verantwoordelijkheid om terrorisme te bestrijden, maar het rechtskader en de respons moeten in overeenstemming worden gebracht met de Europese normen en het EU-acquis. Antiterreurmaatregelen moeten evenredig zijn en de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden moeten hierbij worden gewaarborgd. Turkije mag de brede uitlegging van zijn antiterreurwet niet langer gebruiken om journalisten, schrijvers, advocaten, politici, academici, mensenrechtenactivisten en kritische stemmen aan te houden en op te sluiten. Turkije heeft voorrang gegeven aan de strijd tegen de PKK, die nog steeds op de EU-lijst staat van personen, groepen en entiteiten die betrokken zijn bij terroristische daden, en aan de ontmanteling van de Gülen-beweging. De institutionele capaciteit van Turkije is goed ontwikkeld maar het risico van witwassen en de financiering van terrorisme blijft erg groot in het land. Hoewel Turkije vooruitgang heeft geboekt bij de versterking van zijn kader tegen witwassen en de financiering van terrorisme, moet nog opvolging worden gegeven aan de resterende aanbevelingen van de Financiële-actiegroep (FATF). Het land moet een omvattende strategie en uitgebreid actieplan ontwikkelen voor de bestrijding van witwassen en de financiering van terrorisme.
De doeltreffendheid en tijdigheid van het Turkse mechanisme voor bevriezing van tegoeden is verbeterd, en het land heeft verdere inspanningen geleverd om binnenlandse en buitenlandse terroristische cellen te bestrijden. De politiële en justitiële samenwerking met de EU-lidstaten en de EU-agentschappen op het gebied van terrorismebestrijding bleef beperkt door het ontbreken van een nationale wet inzake de bescherming van persoonsgegevens die in overeenstemming is met de Europese normen en het EU-acquis, en door verschillen in de definitie van en de straffen voor terroristische misdrijven. Turkije moet zich blijven inspannen om radicalisering die tot gewelddadig extremisme en terrorisme leidt, doeltreffend te voorkomen en te bestrijden, met volledige inachtneming van de grondrechten.
Hybride dreigingen, waaronder cyberaanvallen en vooral desinformatie en verkeerde informatie, blijven een ernstig probleem in de uitbreidingslanden. Met name in de Westelijke Balkan bleven overheids- en niet-overheidsactoren, ook van buiten de regio, desinformatie verspreiden om de geloofwaardigheid van de EU in twijfel te trekken, het vertrouwen van het publiek in de democratische instellingen te ondermijnen en de polarisatie te verdiepen. Met name tijdens de COVID-19-pandemie, maar ook in de aanloop naar verkiezingen, zijn bijzonder hevige desinformatie- en verkeerde-informatiecampagnes gevoerd. Het leeuwendeel van de desinformatie in de regio wordt geproduceerd en verspreid door binnenlandse actoren voor binnenlandse doeleinden, maar er zijn ook actoren actief die handelen namens derde landen.
Overeenkomstig de prioriteiten van de EU in het kader van het gezamenlijk kader voor de bestrijding van hybride bedreigingen
, de strategie voor de Westelijke Balkan en de verklaring van Zagreb
hebben de EDEO en de Commissie hun beleidsdialoog met de uitbreidingspartners over de bestrijding van hybride bedreigingen verdiept, met name wat betreft cyberveerkracht, de bescherming van kritieke infrastructuur, strategische communicatie en de aanpak van desinformatie. De strategische communicatie bleef gericht op thematische communicatiecampagnes waarin de voordelen werden belicht van EU-steun voor burgers en economieën, en op publieksdiplomatie-acties met directe contacten met burgers, met name jongeren, om het debat over de gemeenschappelijke Europese toekomst te stimuleren. Tegelijkertijd is de EU via web- en socialemediakanalen blijven communiceren over de politieke en beleidsontwikkelingen in de betrekkingen tussen de EU en de Westelijke Balkan. Het bevorderen van de vrijheid van meningsuiting en onafhankelijke journalistiek in de uitbreidingsregio blijft een prioriteit; daarnaast is capaciteitsopbouw op het gebied van cyberbeveiliging een essentieel onderdeel van de digitale agenda voor de Westelijke Balkan
en een prioriteit in het kader van de nieuwe EU-cyberbeveiligingsstrategie
.
Irreguliere migratie bleef een belangrijk vraagstuk voor de Westelijke Balkan en Turkije. De samenwerking langs de migratieroutes door het oostelijke Middellandse Zeegebied en de Westelijke Balkan werd verder ontwikkeld. Migrantensmokkel, niet-begeleide minderjarigen, mensenhandel en onvoldoende capaciteit van de nationale asielstelsels blijven punten van zorg. De crisis in Afghanistan kan het aantal Afghaanse vluchtelingen verder doen toenemen en vereist voortdurende nauwe samenwerking tussen de EU en de partnerlanden.
In 2021 is het totale aantal irreguliere aankomsten vanuit de Westelijke Balkan in de EU gestegen ten opzichte van 2020; daarbij werden alleen al in de eerste zeven maanden van het jaar ongeveer 23 000 irreguliere grensoverschrijdingen vastgesteld, tegenover ongeveer 27 000 irreguliere aankomsten gedurende het hele jaar 2020. Intensieve migratiebewegingen bleven leiden tot een groot aantal vluchtelingen en migranten in de regio, met name in Servië en Bosnië en Herzegovina. Momenteel zijn er ongeveer 20 000 migranten en vluchtelingen in de regio. Bovendien zijn naar schatting ook duizenden mensen buiten de opvangfaciliteiten aanwezig.
Hoewel vooruitgang wordt geboekt, zijn in de Westelijke Balkan verdere inspanningen nodig voor de oprichting van nieuwe of solidere instellingen en de vaststelling van wetten en procedures op het gebied van asiel, terugkeer en grensbeheer, onder meer met het oog op de omzetting van het complexe en veeleisende EU-acquis. De partners van de Westelijke Balkan moeten ook verantwoordelijkheid nemen voor en betrokkenheid tonen bij alle aspecten van migratie. Er is behoefte aan een versterking van de asielstelsels, meer vrijwillige en niet-vrijwillige terugkeer en betere samenwerking met de landen van herkomst op het gebied van overname, alsook betere regionale en internationale samenwerking bij de bestrijding van georganiseerde criminele groepen die zich bezighouden met migrantensmokkel en mensenhandel. Regionale samenwerking en coördinatie met de EU blijven essentieel.
De onderhandelingen over statusovereenkomsten op grond waarvan het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) Europese grens- en kustwachtteams met uitvoerende bevoegdheden kan inzetten in de gebieden aan de buitengrens van de EU, ter ondersteuning van de nationale grensautoriteiten, zijn afgerond met vijf landen in de regio; met Bosnië en Herzegovina en Noord-Macedonië zijn de overeenkomsten nog niet ondertekend. Om het grensbeheer en de grensbescherming te versterken, is de inwerkingtreding en effectieve uitvoering van alle statusovereenkomsten een essentiële prioriteit. De overeenkomsten met Albanië, Montenegro en Servië zijn reeds in werking getreden en er zijn reeds teams ingezet.
Met de aanwezigheid op zijn grondgebied van ongeveer 4 miljoen vluchtelingen die afkomstig zijn uit Syrië of andere landen, biedt Turkije nog steeds onderdak aan het grootste aantal vluchtelingen ter wereld. In de eerste acht maanden van 2021 zijn in de EU in totaal 9 703 aankomsten uit Turkije vastgesteld, tegenover 12 331 in dezelfde periode in 2020. Ook aan de Turks-Griekse land- en zeegrenzen bleef de migratiedruk laag, maar in dezelfde periode kwamen wel 4 739 mensen uit Turkije naar Italië, tegenover 1 111 in 2020. Daarnaast werden in totaal 5 553 irreguliere aankomsten opgetekend op Cyprus (4 957 na overschrijding van de groene lijn), tegenover 3 800 in 2020.
Gezien de situatie in Afghanistan en het beeld van migranten bij de Turkse bevolking, versterken de Turkse autoriteiten hun grensinfrastructuur langs de grens met Iran. De Turkse autoriteiten verhogen tevens de middelen om migrantensmokkel te voorkomen en tegen te gaan, maar om smokkelnetwerken te bestrijden is meer internationale samenwerking op het gebied van rechtshandhaving nodig langs de gehele migratieroute, van de landen van herkomst naar Turkije, de Westelijke Balkan en de EU. Verdere nauwe samenwerking op het gebied van grensbeheer en de bestrijding van migrantensmokkel blijft een essentiële prioriteit.
Functioneren van de democratische instellingen
Het waarborgen van geloofwaardige en duurzame hervormingen op het gebied van democratie blijft een urgent probleem in de uitbreidingslanden. Het ontbreken van oprechte politieke wil bleef de belangrijkste reden voor het uitblijven van substantiële vooruitgang of zelfs het optreden van achteruitgang.
Sterke politieke polarisatie, boycots van verkiezingen en parlementaire werkzaamheden door de oppositie, en in sommige gevallen een duidelijk wantrouwen over het hele politieke spectrum – met name binnen de parlementen – vormen nog steeds een belemmering voor de werking van democratische systemen en instellingen in de partners van de Westelijke Balkan. In Servië zijn het parlement en de politieke krachten zich blijven inzetten voor de door het Europees Parlement geleide dialoog tussen de partijen om een brede partij-overstijgende consensus over EU-gerelateerde hervormingen tot stand te brengen, hetgeen van vitaal belang is voor de vooruitgang van het land op weg naar de EU. Tijdens de plenaire vergadering van september hebben de cofacilitatoren van het Europees Parlement en het Servische parlement overeenstemming bereikt over een werkdocument dat 16 maatregelen bevat om het vertrouwen in het verkiezingsproces te vergroten, alsook een reeks concrete acties en tijdschema’s. In sommige landen werd tijdens plenaire debatten opruiende taal gebruikt tegen politieke tegenstanders, journalisten en het maatschappelijk middenveld. Ondanks de COVID-19-beperkingen werden de parlementaire werkzaamheden voortgezet. Voor een op de rechtsstaat gebaseerde democratische samenleving moet corruptie ondubbelzinnig worden bestreden en moeten de onafhankelijkheid en efficiëntie van de rechtsstelsels worden gewaarborgd.
In Montenegro hebben de parlementsverkiezingen geleid tot een wijziging van de regerende coalitie en is een nieuw politiek landschap ontstaan. Wrijvingen tussen de uitvoerende en de wetgevende macht hebben een rem gezet op de hervormingen, met nieuwe wetgeving die door de parlementaire meerderheid is ingevoerd en die eerdere verwezenlijkingen op de helling zet. In Kosovo luidde de overtuigende overwinning van een alliantie van oppositiepartijen bij de parlementsverkiezingen een ingrijpende politieke verandering in en bracht een regering aan het roer die kan rekenen op een stevige meerderheid in het parlement. Op 17 oktober 2021 vonden in Kosovo lokale verkiezingen plaats, met de aanwezigheid van een verkiezingswaarnemingsmissie van de EU die na de verkiezingen een beoordeling zal uitbrengen. Hoewel de verkiezingen in de regio over het algemeen goed georganiseerd waren – in Albanië, bijvoorbeeld, werd meer gebruikgemaakt van IT, moeten talrijke aanbevelingen van eerdere verkiezingswaarnemingsmissies in de regio over de telling van kiezers, kiezerslijsten, campagnefinanciering, geschillenbeslechting en sancties voor verkiezingsovertredingen nog naar behoren worden uitgevoerd en moeten structurele tekortkomingen worden aangepakt. Er zijn in de hele regio met name extra inspanningen nodig om de transparantie en verantwoordingsplicht wat betreft de financiering van politieke partijen en verkiezingscampagnes te verbeteren en om te zorgen voor billijke toegang tot de media. In Bosnië en Herzegovina is in mei 2021 een werkgroep tussen verschillende instanties opgezet om electorale en constitutionele hervormingen te bespreken. Politieke actoren en instellingen moeten een transparante en inclusieve dialoog aangaan om reeds lang bestaande electorale tekortkomingen in de aanloop naar de volgende algemene verkiezingen in oktober 2022 aan te pakken.
In Turkije heeft de achteruitgang van de democratie zich tijdens de verslagperiode voortgezet. Turkije moet zijn grondwettelijk kader in overeenstemming brengen met de Europese normen. Ondanks de opheffing van de noodtoestand in juli 2018 bleef een aantal wettelijke bepalingen die overheidsinstanties buitengewone bevoegdheden verlenen en waarbij verschillende beperkende elementen van de noodtoestand worden gehandhaafd, in het rechtsstelsel opgenomen, hetgeen de democratie en de grondrechten ondermijnt. In juli 2021 keurde het Turkse parlement een wet goed waarbij de duur van deze beperkende elementen van de noodtoestand met een jaar wordt verlengd. Voor wie negatieve gevolgen had ondervonden van de wetsdecreten inzake de noodtoestand, bleef de toegang tot de rechter beperkt. Het presidentiële stelsel garandeert geen gezonde en doeltreffende scheiding der machten, hetgeen de democratische verantwoordingsplicht van de uitvoerende macht beperkt. In het zuidoosten van het land werden nog steeds burgemeesters die gedwongen waren ontslagen, vervangen door vertrouwelingen van de regering, hetgeen in strijd is met het advies van de Commissie van Venetië van juni 2020
. Het feit dat de rechterlijke macht het gemunt heeft op de oppositiepartijen en de media, bracht de legitimiteit van de Turkse democratische instellingen en het politieke pluralisme ernstig in gevaar. In dit verband wordt met de beslissing van het Grondwettelijk Hof om de tenlastelegging te aanvaarden waarmee wordt getracht de op een na grootste oppositiepartij op te heffen, een verder verontrustend signaal gegeven. De politisering van het openbaar bestuur ging verder. Het maatschappelijk middenveld ondervond aanhoudende druk en zijn ruimte om vrijelijk te opereren werd verder ingeperkt.
Hervorming van het openbaar bestuur
Overheidsdiensten ontwerpen overheidsbeleid en voeren het uit, zij beheren overheidsinvesteringen en voorzien in essentiële openbare diensten die het welzijn van alle burgers ten goede komen. Om vertrouwen te winnen, moeten overheden transparant, verantwoordingsplichtig en doeltreffend zijn. Het afgelopen jaar is enige goede vooruitgang geboekt; niettemin hebben de belangrijkste tekortkomingen betrekking op verschillende vormen van politisering.
De beleidsplanning is enigszins verbeterd, maar er zijn verdere inspanningen nodig om ervoor te zorgen dat de centrale overheden een sterke invulling geven aan kwaliteitscontrole, om de capaciteit voor empirisch onderbouwde beleidsvorming te versterken en een cultuur van empirisch onderbouwde beleidsvorming in het openbaar bestuur te bevorderen. De capaciteit voor beleidstoezicht moet worden uitgebreid.
In Montenegro is tijdens de verslagperiode vastgesteld dat de algemene kwaliteit van de geproduceerde strategische documenten is verbeterd. Noord-Macedonië heeft een nieuwe methode vastgesteld voor de voorbereiding van, het toezicht op en de verslaglegging over sectorale strategieën die tot doel heeft de beleidsplanning te versterken. In Albanië is enige vooruitgang geboekt met de uitvoering van regelgevingseffectbeoordelingen, de verbetering van de governanceregelingen inzake openbare raadplegingen en de invoering van IT-systemen voor geïntegreerde planning. In het algemeen worden beleidsmaatregelen, wetgeving en overheidsinvesteringen in de regio nog steeds vaak voorbereid zonder effectbeoordeling.
De verantwoordingsplicht van overheidsdiensten blijft een topprioriteit. De opzet en manier waarop overheidsinstanties zijn georganiseerd, zijn niet altijd doeltreffend. In Montenegro leidde de recente reorganisatie van het openbaar bestuur tot aanzienlijke personeelswijzigingen, onder meer in de hogere gelederen, waardoor het vermogen van Montenegro om personeel te behouden dat ervaring heeft met aangelegenheden in verband met het EU-toetredingsproces, in tal van sectoren onder druk komt te staan. In Albanië zijn de afgelopen jaren ondergeschikte agentschappen opgericht zonder dat daar strategische planning aan voorafgegaan is. In Kosovo hebben zich vertragingen voorgedaan bij de toepassing van het recentelijk vastgestelde wetgevingskader ter verbetering van de organisatie en de verantwoordingsplicht van het openbaar bestuur. In Noord-Macedonië moet de nieuwe wet inzake de organisatie van het openbaar bestuur, die tot doel heeft het institutionele kader te stroomlijnen, overlappende bevoegdheden weg te werken en de efficiëntie van het bestuur te vergroten, nog worden aangenomen. In Turkije ontbreekt het aan een omvattende agenda voor de hervorming van het openbaar bestuur en een leidende instelling die verantwoordelijk is voor het proces.
In de meeste landen moeten het personeelsbeheer en beheer van de openbare diensten, met inbegrip van de verantwoordingsplicht van leidinggevenden en het professionalisme van het ambtenarenapparaat, nog worden verbeterd door hogere leidinggevenden en toezichthouders meer slagkracht te geven en de besluitvorming aan hen over te dragen. Transparante en op verdienste gebaseerde procedures voor aanwerving, promotie, demotie en ontslag moeten worden ingebed in de wetgevingskaders en consequent worden toegepast in alle overheidsdiensten op centraal en lokaal niveau. De structuur van de overheidsadministratie moet een duidelijke afbakening van de verantwoordelijkheden waarborgen. Albanië heeft belangrijke stappen gezet door het aanwervingsproces van ambtenaren volledig te digitaliseren om het transparanter te maken. In Servië is geen vooruitgang geboekt bij het terugdringen van het buitensporig hoge aantal tijdelijk ingevulde topfuncties. In Bosnië en Herzegovina blijven de verschillen in arbeidsvoorwaarden die voortvloeien uit de verschillende wetten die van toepassing zijn op de overheidsdiensten, en het feit dat de praktijk op de verschillende overheidsniveaus uiteenloopt, de mobiliteit van ambtenaren en de totstandbrenging van een bestuurlijke ruimte met gelijke normen in de weg staan. Veel landen hebben inspanningen geleverd om de dienstverlening aan bedrijven en het grote publiek te verbeteren. Servië, Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië zijn gestart met initiatieven en diensten op het gebied van e-overheid als reactie op de COVID-19-pandemie. Verantwoordingsplicht van het bestuur en personeelsbeheer bleven een bron van zorg in Turkije. De politisering van het bestuur ging verder en het ontbreekt nog steeds aan politieke wil om hervormingen door te voeren.
In het proces van aanpassing aan de EU-regels en de uiteindelijke toepassing daarvan moet rekening worden gehouden met de rol van de regionale en lokale overheden. Er moet dus een passend evenwicht worden gevonden tussen centraal, regionaal en lokaal bestuur. In Turkije blijven besluiten en gerichte acties van de autoriteiten tegen gemeenten met gekozen burgemeesters van oppositiepartijen zeer zorgwekkend.
De bestuurlijke capaciteit en het professionalisme van de organen die belast zijn met de uitvoering van het EU-acquis, moeten worden versterkt en de onafhankelijkheid van de regelgevende instanties moet worden gevrijwaard.
De werking van de beheerssystemen voor overheidsopdrachten en de overheidsfinanciën blijft problematisch. Over het algemeen waren de transparantie en verantwoordingsplicht met betrekking tot COVID-19-gerelateerde maatregelen zeer beperkt.
In Kosovo, Montenegro en Servië is vooruitgang geboekt bij de digitalisering van de aanbestedingssystemen. Ondertussen is de omzeiling van de EU-aanbestedingsnormen in Servië een punt van zorg geworden, aangezien 54 % van de cumulatieve waarde van alle overheidsopdrachten in 2020 was vrijgesteld van de toepassing van de wet inzake overheidsopdrachten. De luchthavenconcessies in Montenegro moeten nog worden aanbesteed in overeenstemming met de EU-normen inzake eerlijke en transparante overheidsopdrachten. Noord-Macedonië en Servië hebben de capaciteit in het kader van hun regelingen voor overheidsopdrachten enigszins versterkt, maar in Albanië, Bosnië en Herzegovina en Kosovo moet capaciteitsontwikkeling worden geprioriteerd. Albanië en Montenegro hebben hun wetgeving inzake overheidsopdrachten verbeterd en Albanië heeft zijn eerste strategie ooit voor overheidsopdrachten vastgesteld. Gedurende het grootste deel van de verslagperiode heeft Bosnië en Herzegovina binnenlandse inschrijvers bij de gunning van overheidsopdrachten een voorkeursbehandeling gegeven, hetgeen strijdig is met de stabilisatie- en associatieovereenkomst.
Turkije kent nog steeds grote lacunes in de aanpassing aan het EU-acquis, aangezien het toepassingsgebied van de regels voor overheidsopdrachten aanzienlijk wordt beperkt door allerlei vrijstellingen, discriminerende binnenlandse prijsvoordelen en verrekenpraktijken. Het gebruik van elektronische regelingen voor aanbestedingen is in Turkije verviervoudigd.
Het is essentieel dat de nationale bestuurssystemen worden hervormd om de verantwoordingsplicht van bestuurders, gedegen financieel beheer en de externe controle van overheidsmiddelen te bevorderen. Tijdens COVID-19 vorderden de hervormingen op het gebied van de interne controle en de verantwoordingsplicht van het management traag, maar Albanië en Servië hebben aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de vaststelling van het strategische kader daartoe en de ontwikkeling van de methode voor de uitvoering van hun hervormingen. Albanië heeft in 2020 inspanningen geleverd om meer van de aanbevelingen van zijn nationale rekenkamer uit te voeren, met name om zwakke punten aan te pakken die de impact van externe controles beperkten, alsook het beperkte toezicht op de wetgeving en de ontoereikende betrokkenheid met het publiek te verbeteren. In Montenegro is de follow-up van de auditaanbevelingen aanzienlijk verbeterd en verloopt de communicatie met het parlement en het grote publiek voortaan opener en transparanter. Albanië is doortastend opgetreden om de interne financiële controle bij de overheid (PIFC) te versterken, met maatregelen inzake de delegatie van financiële verantwoordelijkheden, het toezicht op en de follow-up van interne audits.
Hoewel een versterking van de regelingen en capaciteit voor het beheer van overheidsinvesteringen voor alle uitbreidingslanden als prioriteit is aangemerkt, met name in het kader van het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan, is het afgelopen jaar op dat gebied weinig vooruitgang geboekt. Met de beoordeling die Montenegro in 2021 uitvoert van het beheer van overheidsinvesteringen, beschikken alle economieën van de Westelijke Balkan nu echter over empirisch onderbouwde aanbevelingen over hoe overheidsinvesteringen doeltreffender kunnen worden gemaakt.
Alle kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten moeten hun capaciteit versterken om statistieken van goede kwaliteit, overeenkomstig de beginselen van de praktijkcode Europese statistieken, te produceren die gebaseerd zijn op professionele onafhankelijkheid, onpartijdigheid, betrouwbaarheid, transparantie en vertrouwelijkheid. Het is ook essentieel dat meer gegevens worden verstrekt aan Eurostat. In de Westelijke Balkan en Turkije werken de bureaus voor de statistiek op basis van volks- en woningtellingen en moeten voldoende middelen worden uitgetrokken voor de uitvoering van de tellingen. Een specifieke sector waarin alle uitbreidingspartners vorderingen moeten maken, is het Europees systeem van rekeningen (macro-economische statistieken) (ESR 2010).
Economie
De COVID-19-pandemie heeft in 2020 een aanzienlijk negatieve impact gehad voor de economische groei in de Westelijke Balkan en Turkije. De economische activiteit in de Westelijke Balkan daalde met 3,4 %. Turkije kende enige expansie in 2020 (een reële bbp-groei van 1,8 %). In 2020 waren de verschillen in de Westelijke Balkan wat betreft de omvang van de neergang groot, variërend van een relatief lichte daling van het bbp met 1 % in Servië tot een zeer sterk productieverlies van 15,2 % in Montenegro, en een gemiddelde daling in Bosnië en Herzegovina (4,6 %), Albanië (3,8 %), Noord-Macedonië (4,5 %) en Kosovo (4,1 %). De sectorale structuur van de economieën, met name het aandeel toerisme, speelde een centrale rol in de ernst van de economische vertraging en verklaart met name in Montenegro de zeer sterke krimp. Sterke landbouwseizoenen hadden met name in Servië en Albanië een milderend effect. Voorts werden de economische resultaten beïnvloed door verschillen in de beleidsrespons op de crisis, deels als gevolg van de uiteenlopende mate van beschikbare beleidsruimte. In Turkije werd de economische groei gekenmerkt door een aanhoudend hoge inflatie, stijgende externe tekorten en een aanhoudende ontwaarding van de munt, grotendeels als gevolg van een verhoogde risicoperceptie die is veroorzaakt door het feit dat de president van de centrale bank op korte tijd meermaals vervangen werd.
De meeste economieën voorspellen dat de economische groei in 2021 zal aantrekken en dat de groeipercentages zich vervolgens zullen herstellen tot die van vóór de pandemie of deze zelfs zullen overtreffen. Na de hoge begrotingstekorten in verband met de crisis en de aanzienlijke stijgingen van de schuld-bbp-ratio in 2020, zal vanaf 2021 of 2022 naar verwachting geleidelijke begrotingsconsolidatie plaatsvinden.
Om een duurzaam herstel op middellange termijn te bevorderen, moet echter sneller werk worden gemaakt van de uitvoering van structurele hervormingen. Dit is essentieel om te voldoen aan de twee economische criteria voor EU-lidmaatschap: een goed functionerende markteconomie waarborgen en aantonen in staat te zijn om aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd te bieden. Terwijl in 2020 gemiddeld slechts 2,7 (van 5) hervormingsmaatregelen in het kader van de economische hervormingsprogramma’s werden uitgevoerd, verbeterde de uitvoering van de gezamenlijk overeengekomen aanbevelingen aanzienlijk, van 35,5 % voor de in 2019 vastgestelde beleidsrichtsnoeren tot 50,8 % in 2020. Deze verbetering houdt grotendeels verband met het specifieke kortetermijnkarakter van veel aanbevolen maatregelen om de COVID-19-crisis te beperken.
De arbeidsmarkten in de Westelijke Balkan en Turkije worden nog steeds gekenmerkt door een algemene lage activiteitsgraad en werkgelegenheid, een groot aandeel informele economie en veel werkloosheid. In 2020 nam de activiteitsgraad in alle landen af omdat tijdens de COVID-19-crisis een tendens werd waargenomen dat mensen de arbeidsmarkt verlieten. De geringe mate van integratie van vrouwen en jongeren op de arbeidsmarkt blijft een ernstige uitdaging. In juli 2021 heeft de Westelijke Balkan een verklaring aangenomen inzake het waarborgen van duurzame integratie van jongeren op de arbeidsmarkt en het nemen van concrete stappen om de jongerengarantieregelingen respectievelijk geleidelijk in te voeren, uit te voeren of te versterken. Hervormingen en investeringen in de onderwijsstelsels en bij- en omscholing zijn essentieel om de uitdagingen op de arbeidsmarkt aan te pakken.
Om de inzetbaarheid te verbeteren en de digitale economie te bevorderen, is het van cruciaal belang dat de industriële sector wordt gedigitaliseerd en de digitale vaardigheden in alle geledingen van de samenleving worden ontwikkeld. Het actieplan voor digitaal onderwijs 2021-2027
, dat in september 2020 is aangenomen, heeft tot doel de onderwijs- en opleidingsstelsels te helpen bij de aanpak van de uitdagingen die zich stellen naar aanleiding van de COVID-19-crisis alsook de digitale transformatie op langere termijn te ondersteunen. Daarnaast is het medialandschap veranderd, waardoor maatregelen nodig zijn om de onafhankelijkheid op regelgevingsgebied te ondersteunen en minderjarigen bij het gebruik van digitale media te beschermen.
III. HET VERMOGEN OM DE VERPLICHTINGEN VAN HET LIDMAATSCHAP NA TE KOMEN
In het kader van de herziene methode zijn de onderhandelingshoofdstukken georganiseerd in thematische clusters om meer dynamiek te brengen in het onderhandelingsproces en kruisbestuiving te bevorderen. Deze nieuwe benadering blijkt ook uit de volgende weergave van de aanpassing aan het EU-acquis.
De cluster interne markt omvat: vrij verkeer van goederen (hoofdstuk 1); vrij verkeer van werknemers (hoofdstuk 2); recht van vestiging en vrijheid van dienstverlening (hoofdstuk 3); vrij verkeer van kapitaal (hoofdstuk 4); vennootschapsrecht (hoofdstuk 6); recht inzake intellectuele eigendom (hoofdstuk 7); mededingingsbeleid (hoofdstuk 8); financiële diensten (hoofdstuk 9); en consumenten- en gezondheidsbescherming (hoofdstuk 28). Aanpassing van de wetgeving op deze gebieden is essentieel om ten volle te kunnen profiteren van de stabilisatie- en associatieovereenkomsten en om de handelsintegratie met de EU – veruit de belangrijkste handelspartner van de regio – verder te vergroten. Het zal ook EU-investeringen aantrekkelijker maken en synergieën in de toeleveringsketen, het scheppen van banen en toegang tot kapitaal vergemakkelijken.
De Westelijke Balkan is in het algemeen redelijk voorbereid op het gebied van de interne markt. Op het gebied van het vrije verkeer van goederen heeft Kosovo enige vooruitgang geboekt, terwijl de andere partners van de Westelijke Balkan slechts weinig vorderingen hebben gemaakt. Montenegro en Servië hebben enige vooruitgang geboekt op het gebied van het vrije verkeer van diensten, terwijl met betrekking tot het vrije verkeer van kapitaal Albanië, Kosovo, Montenegro en Noord-Macedonië enige vooruitgang hebben geboekt, evenals Bosnië en Herzegovina, Kosovo en Montenegro op het gebied van het mededingingsbeleid. Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo en Montenegro hebben ook vorderingen gemaakt op het gebied van financiële diensten.
Regionale samenwerking en inclusieve regionale samenwerkingskaders, zoals de EU-strategie voor de Adriatische en Ionische regio (Eusair) of de EU-strategie voor het Donaugebied, hebben de voorbereidingen voor een eventuele deelname aan de interne markt van de EU verder gefaciliteerd. De gemeenschappelijke regionale markt van de Westelijke Balkan, die voortbouwt op de EU-regels en -normen, vormt een basis om de regio sterker met de eengemaakte markt van de EU te integreren vóór toetreding. Tijdens de top van Sofia op 10 november 2020 hebben de leiders van de zes landen van de Westelijke Balkan het actieplan voor de gemeenschappelijke regionale markt en de verklaring over de groene agenda voor de Westelijke Balkan aangenomen.
Turkije heeft enige vooruitgang geboekt wat betreft het vrije verkeer van kapitaal, financiële diensten en het mededingingsbeleid, maar er blijft ernstige bezorgdheid bestaan over staatssteun. Het land is goed gevorderd op het gebied van het vennootschapsrecht en goed voorbereid wat betreft het vrije verkeer van goederen, financiële diensten, consumenten- en gezondheidsbescherming en het recht inzake intellectuele eigendom. Het bevindt zich nog in een vroeg stadium van voorbereiding wat betreft het vrij verkeer van diensten en het vrij verkeer van werknemers, waar geen vooruitgang is geboekt.
De cluster concurrentievermogen en inclusieve groei omvat: informatiemaatschappij en media (hoofdstuk 10); belastingen (hoofdstuk 16); economisch en monetair beleid (hoofdstuk 17); sociaal beleid en werkgelegenheid (hoofdstuk 19); industrieel beleid (hoofdstuk 20); wetenschap en onderzoek (hoofdstuk 25); onderwijs en cultuur (hoofdstuk 26); en douane (hoofdstuk 29). De hervormingen op deze gebieden zijn uiterst relevant in het kader van de economische hervormingsprogramma’s van de Westelijke Balkan en worden ondersteund via het economisch en investeringsplan, aangezien zij het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio voor het bedrijfsleven zullen helpen verbeteren en de bestaande kloof met de EU-economie zullen helpen verkleinen.
De meeste partners van de Westelijke Balkan zijn redelijk voorbereid op de gebieden die met deze cluster verband houden. Bosnië en Herzegovina bevindt zich op verschillende gebieden echter nog steeds in een beginstadium. Op het gebied van belastingen heeft Servië goede vorderingen gemaakt. Bosnië en Herzegovina heeft geen vooruitgang geboekt en alle andere partners enige vooruitgang. Op het gebied van de douane-unie heeft Noord-Macedonië goede vorderingen gemaakt. Servië en Albanië hebben beperkte vooruitgang geboekt en Kosovo en Montenegro enige vooruitgang. Op het gebied van onderwijs en cultuur hebben Montenegro, Servië en Albanië enige vooruitgang geboekt. Op het gebied van wetenschap en onderzoek heeft Albanië goede vooruitgang geboekt; Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Servië daarentegen hebben enige vooruitgang geboekt. De partners van de Westelijke Balkan die enige vooruitgang hebben geboekt op het gebied van de informatiemaatschappij en media, waren Albanië en Kosovo, op het gebied van economisch en monetair beleid, Noord-Macedonië, en op het gebied van sociaal beleid en werkgelegenheid, Albanië en Noord-Macedonië. Op het gebied van het ondernemings- en industrieel beleid hebben alle partners van de Westelijke Balkan enige vooruitgang geboekt, met uitzondering van Bosnië en Herzegovina.
Gezien de vorderingen die Servië in deze cluster heeft gemaakt, is de Commissie van mening dat het land voldoet aan alle benchmarks voor de opening van deze cluster, met name door de discriminerende belasting op ingevoerde alcohol af te schaffen. In het algemeen moet de regio sociaal-economische hervormingen doorvoeren om structurele zwakheden, het lage concurrentievermogen, de hoge werkloosheid en de impact van de COVID-19-pandemie aan te pakken. Vooruitgang bij de aanpassing aan de EU-regels op het gebied van btw, accijnstarieven en directe belastingen zou de intraregionale en internationale handel stimuleren. De regio moet ook haar onderzoeks- en innovatie-ecosysteem aanzienlijk versterken om de economieën in staat te stellen hun achterstand in te lopen op ontwikkelingen, onder meer op het gebied van digitale en groene technologieën. Op het gebied van onderwijs en cultuur zijn Montenegro en Servië de koplopers in de regio en moeten Bosnië en Herzegovina en Kosovo hun achterstand beginnen inhalen.
Turkije heeft zich in beperkte mate verder aan het EU-acquis aangepast maar op het gebied van de informatiemaatschappij en de media, het economische en monetaire beleid, het sociale beleid, de werkgelegenheid en het industriële beleid was er sprake van achteruitgang. Turkije heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van wetenschap en onderzoek, onderwijs en cultuur; het land moet echter verdere inspanningen leveren om het onderwijs inclusiever te maken, met name voor meisjes. De voorbereidingen van Turkije op het gebied van wetenschap en onderzoek zijn goed gevorderd. De handelsintegratie van Turkije met de EU is sterk; Turkije blijft ook een goede mate van voorbereiding behouden voor de douane-unie maar de vooruitgang, ook bij de uitvoering, was beperkt. Turkije blijft zich onttrekken aan zijn verplichtingen in het kader van de douane-unie tussen de EU en Turkije, hetgeen heeft bijgedragen tot een groot aantal handelsbelemmeringen.
De groene agenda en duurzame connectiviteit zijn essentieel voor een duurzaam en toekomstbestendig herstel, alsook voor economische integratie binnen de regio en met de EU, die zowel het bedrijfsleven als het bredere publiek ten goede zal komen.
Deze cluster omvat: vervoersbeleid (hoofdstuk 14); energie (hoofdstuk 15); trans-Europese netwerken (hoofdstuk 21); en milieu en klimaatverandering (hoofdstuk 27).
Albanië, Noord-Macedonië en Servië zijn redelijk voorbereid op het gebied van energie, terwijl Montenegro goed voorbereid is. Op het gebied van trans-Europese netwerken zijn Albanië, Bosnië en Herzegovina en Kosovo enigszins voorbereid, is Servië redelijk voorbereid en Noord-Macedonië goed voorbereid. Albanië, Noord-Macedonië, Montenegro en Servië zijn enigszins voorbereid op het gebied van milieu en klimaatverandering. Albanië en Bosnië en Herzegovina hebben enige vooruitgang geboekt op het gebied van het vervoersbeleid, terwijl Kosovo, Noord-Macedonië en Servië beperkte vooruitgang hebben geboekt en er in Montenegro geen vorderingen zijn gemaakt. Gezien de vorderingen die Servië in deze cluster heeft gemaakt, is de Commissie van mening dat het land voldoet aan alle benchmarks voor de opening van deze cluster, met name door het stappenplan voor de ontvlechting van de gassector.
Op energiegebied heeft Servië goede vooruitgang geboekt; Noord-Macedonië, Kosovo en Albanië hebben enige vooruitgang geboekt en Montenegro beperkte vooruitgang. Op het gebied van trans-Europese netwerken hebben Albanië, Bosnië en Herzegovina en Servië enige vooruitgang geboekt, terwijl in Kosovo, Noord-Macedonië en Montenegro slechts beperkte vooruitgang werd opgetekend. Op het gebied van milieu en klimaatverandering is in de Westelijke Balkan in het algemeen slechts beperkte vooruitgang geboekt. Daarom zijn in de hele regio dringend maatregelen nodig om de aanpassing aan het EU-acquis te versnellen, de uitvoering en rechtshandhaving te versterken en meer te investeren. De bestuurlijke capaciteit in de sector moet aanzienlijk worden versterkt en er moeten structurele hervormingen worden doorgevoerd.
In 2020 is de Commissie haar toezegging nagekomen in verband met een bedrag van 1 miljard EUR om de connectiviteit in de regio te ondersteunen. De connectiviteitsportefeuille in het kader van het investeringskader voor de Westelijke Balkan omvat nu 45 projecten ter waarde van 1 miljard EUR, waarmee meer dan 3,8 miljard EUR aan investeringen zal worden aangetrokken. Dit heeft veiligere en kortere reizen mogelijk gemaakt alsook kortere wachttijden aan de grenzen, een toename van de handelsvolumes en een veiligere, betrouwbaardere, meer gevarieerde en groenere energievoorziening, waarbij ongeveer 300 000 ton CO2-emissies zijn vermeden. De eerste reeks projecten ter ondersteuning van de uitvoering van investeringen in het kader van vlaggenschipprojecten van het economisch en investeringsplan is van start gegaan. Deze investeringen gingen gepaard met regelgevende werkzaamheden in het kader van de Vervoersgemeenschap en de Energiegemeenschap. Op digitaal gebied is de regionale roamingovereenkomst voor de Westelijke Balkan op 1 juli 2021 in werking getreden. De connectiviteitsagenda kreeg een nieuw elan met de goedkeuring van de groene agenda voor de Westelijke Balkan, die gericht is op de ontwikkeling van duurzame vervoers- en energie-oplossingen in de regio.
De groene agenda voor de Westelijke Balkan sluit aan op de vijf brede gebieden die onder de Green Deal vallen: i) decarbonisatie, ii) vermindering van lucht-, water en bodemverontreiniging, iii) een circulaire economie, iv) landbouw en voedselproductie, en v) de bescherming van de biodiversiteit. Economische groei en nieuwe zakelijke kansen zullen worden gekoppeld aan duurzamer consumptiegedrag en duurzamere productiewijzen, waaronder de bevordering van een circulaire economie, hulpbronnenefficiëntie en een beter hergebruik van afvalproducten in alle economische sectoren, waaronder stads- en plattelandsplanning en uitgaande van de duurzaamheid van ecosystemen als voorwaarde voor succes.
Turkije is redelijk voorbereid wat betreft zijn vervoers- en energiebeleid. Het land moet verder werken aan de liberalisering van de gasmarkt en moet de samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid en beveiliging ontwikkelen. Turkije heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van energie- en vervoersnetwerken, met de nog lopende aanleg van de spoorlijn Halkalı-Kapıkule die de Bulgaarse grens met Istanbul verbindt. Turkije heeft enige mate van voorbereiding op het gebied van milieu en klimaatverandering en ziet zich voor belangrijke opgaven gesteld op het gebied van milieu en klimaat, zowel wat mitigatie als adaptatie betreft. Turkije heeft de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering bekrachtigd (de indiening van zijn akte van bekrachtiging bij de Verenigde Naties is hangende). Turkije heeft zich ook bereid verklaard met de EU samen te werken aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Green Deal. Dit zijn welkome ontwikkelingen, maar de integratie van klimaatactie in andere beleidsterreinen blijft beperkt.
Op het gebied van hulpbronnen, landbouw en cohesie stagneert de voorbereiding. Deze cluster omvat: landbouw en plattelandsontwikkeling (hoofdstuk 11); voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid (hoofdstuk 12); visserij (hoofdstuk 13); regionaal beleid en coördinatie van structuurinstrumenten (hoofdstuk 22), en financiële en budgettaire bepalingen (hoofdstuk 33).
Noord-Macedonië, Montenegro en Servië zijn voor de meeste hoofdstukken van deze cluster redelijk voorbereid. Albanië en Kosovo hebben enige mate van voorbereiding, maar Bosnië en Herzegovina verkeert voor de meeste hoofdstukken nog in het beginstadium.
Op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling hebben Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië enige vooruitgang geboekt en heeft Bosnië en Herzegovina geen vooruitgang geboekt. Op het gebied van voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid hebben Noord-Macedonië en Montenegro goede vooruitgang geboekt, Albanië enige vooruitgang en Bosnië en Herzegovina, Kosovo en Servië beperkte vooruitgang. Op het gebied van visserij heeft alleen Albanië goede vooruitgang geboekt. Montenegro heeft enige vooruitgang geboekt. Op het gebied van regionaal beleid en de coördinatie van structuurinstrumenten heeft Bosnië en Herzegovina geen vooruitgang geboekt, terwijl de andere landen van de Westelijke Balkan beperkte vooruitgang hebben geboekt.
De manier waarop Turkije beleid voert inzake landbouwsteun komt niet langer overeen met de beginselen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU. Het land heeft goede vooruitgang geboekt op het gebied van visserij, enige vooruitgang op het gebied van regionaal beleid en de coördinatie van structuurinstrumenten, en beperkte vooruitgang op het gebied van voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid, waar bezorgdheid bestaat over het gehalte aan residuen van bestrijdingsmiddelen in levensmiddelen die bestemd zijn voor uitvoer naar de EU.
De cluster externe betrekkingen omvat externe betrekkingen (hoofdstuk 30) en buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid (hoofdstuk 31).
Alle partners van de Westelijke Balkan zijn goed of redelijk voorbereid op het gebied van externe betrekkingen, met uitzondering van Bosnië en Herzegovina, dat enige mate van voorbereiding heeft. Op het gebied van buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid zijn Albanië en Montenegro goed voorbereid, Noord-Macedonië en Servië redelijk voorbereid en Bosnië en Herzegovina enigszins voorbereid.
Alle landen van de Westelijke Balkan hebben enige vooruitgang geboekt op het gebied van externe betrekkingen, met uitzondering van Bosnië en Herzegovina, dat beperkte vooruitgang heeft geboekt. Op het gebied van buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid heeft Albanië goede vooruitgang geboekt, hebben Montenegro, Noord-Macedonië en Servië enige vooruitgang geboekt en heeft Bosnië en Herzegovina geen vooruitgang geboekt. De partners van de Westelijke Balkan zijn nauw blijven samenwerken met de EU op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid/gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GBVB/GVDB), met name via hun belangrijke bijdragen aan de GVDB-missies en -operaties van de EU. Afstemming op het GBVB van de EU (verklaringen van de hoge vertegenwoordiger namens de EU en besluiten van de Raad inzake beperkende maatregelen) is een belangrijk aspect van het EU-integratieproces en onderstreept de strategische koers van de landen. Albanië en Montenegro blijven hun beleid standvastig voor de volledige 100 % afstemmen, wat duidt op hun inzet en strategische oriëntatie. De mate waarin het beleid van Noord-Macedonië is afgestemd, steeg van 94 % in 2020 tot 96 % in augustus 2021. De mate waarin het beleid van Servië is afgestemd, steeg van 56 % in 2020 tot 61 % in augustus 2021; dit is een eerste stap in de richting van het omkeren van de eerdere negatieve trend met betrekking tot het vereiste van geleidelijke aanpassing dat is opgenomen in het onderhandelingskader van het land. De duidelijke daling van de mate waarin Bosnië en Herzegovina zijn beleid heeft afgestemd, nl. van 70 % in 2020 tot 43 % in augustus 2021, is zorgwekkend. Het omkeren van deze trend zou voor Bosnië en Herzegovina een manier zijn om aan te tonen dat het zich inzet voor zijn Europese koers.
Turkije is redelijk voorbereid op het gebied van externe betrekkingen en heeft enige mate van voorbereiding op het gebied van het buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid. Op het gebied van externe betrekkingen heeft Turkije beperkte vooruitgang geboekt. De mate van afstemming van het beleid van Turkije op het GBVB is met 14 % zeer laag gebleven te rekenen vanaf augustus 2021 (11 % in 2020 en 21 % in 2019). Het in toenemende mate assertieve buitenlands beleid van Turkije bleef in strijd met de GBVB-prioriteiten van de EU, met name vanwege de conflicterende aanpak van het land ten aanzien van Libië, zijn weigering om samen te werken met operatie IRINI en zijn steun voor militaire acties in de Kaukasus, Syrië en Irak. Hoewel Turkije zich dit jaar bereid heeft getoond een dialoog aan te gaan met de EU over buitenlands en veiligheidsbeleid en regionale kwesties, moet het nog steeds beslissende stappen zetten om zijn aansluiting bij de EU-verklaringen en bij de besluiten van de Raad aanzienlijk te verbeteren.
IV. REGIONALE SAMENWERKING EN BETREKKINGEN VAN GOED NABUURSCHAP
Goede nabuurschapsbetrekkingen en regionale samenwerking zijn essentiële onderdelen van het stabilisatie- en associatieproces en van het uitbreidingsproces in de Westelijke Balkan. Zij dragen bij tot stabiliteit, verzoening en een gunstig klimaat voor de aanpak van openstaande bilaterale kwesties en de erfenis van het verleden.
In het kader van de inspanningen voor regionale economische integratie heeft de in april 2019 ondertekende regionale roamingovereenkomst voor de Westelijke Balkan geleid tot een geleidelijke verlaging van de roamingtarieven vanaf juli 2019 en vervolgens, met de invoering van de regeling “roaming tegen thuistarief” op 1 juli 2021, tot de afschaffing ervan. Dit is een belangrijke stap in de regionale samenwerking en heeft zichtbare voordelen opgeleverd voor de burgers. Er wordt een begin gemaakt met het verkennen van manieren om de roamingkosten tussen de partners van de Westelijke Balkan en de EU te verlagen, en om een routekaart voor het proces op te stellen, zoals uiteengezet in de digitale agenda voor de Westelijke Balkan.
In het kader van de Raad voor regionale samenwerking en de Cefta en met de hulp van de Commissie zijn, als onderdeel van het initiatief voor een gemeenschappelijke regionale markt, belangrijke technische werkzaamheden verricht om het vrije verkeer van personen, beroepsbeoefenaren en het verlenen van elektronische diensten mogelijk te maken, het handelsverkeer te vergemakkelijken en de douaneprocedures in de regio te vereenvoudigen. Deze maatregelen werden echter niet aangenomen wegens meningsverschillen die geen verband houden met de inhoud ervan. De regio moet nu blijk geven van politiek leiderschap om deze werkzaamheden te voltooien en juridisch bindende overeenkomsten of besluiten tussen alle partners van de Westelijke Balkan vast te stellen, in het belang van hun burgers en bedrijven. Dit moet tegelijk gericht zijn op de totstandbrenging van de gemeenschappelijke regionale markt, voortbouwend op de EU-regels en -normen, en op het vermijden van unilaterale stappen die deze werkzaamheden in gevaar brengen.
Ondanks de COVID-19-beperkingen bleef het regionale bureau voor samenwerking in jeugdzaken een belangrijke rol vervullen bij de verdere ontwikkeling van regionale samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen, door jongeren uit de Westelijke Balkan mogelijkheden te bieden voor samenwerking en uitwisseling. Jongeren werken nog steeds samen via een aantal andere regionale initiatieven, zowel online als fysiek, onder meer via het Regional Youth Lab.
Tijdens de top EU-Westelijke Balkan in Brdo werd gewezen op het belang dat de regio voor de EU heeft en werd het Europese perspectief van de regio opnieuw bevestigd. De leiders waren ingenomen met de vooruitgang die is geboekt met belangrijke initiatieven, met name op het gebied van roaming, de groene agenda, de green lanes aan de grenzen tussen de EU en de regio, de innovatieagenda en de vaststelling van het IPA III-rechtskader. Deze initiatieven, waarin de beleidsprioriteiten van de EU weerspiegeld zijn, zullen de regio, in combinatie met het economisch en investeringsplan, dichter bij een sneller en duurzamer herstel van de pandemie brengen en tevens zorgen voor nauwere integratie met de Europese Unie. De Commissie heeft aangekondigd voornemens te zijn in het kader van IPA 2021 een investeringspakket van 600 miljoen EUR voor te stellen voor de uitvoering van het economisch en investeringsplan, volgens procedures overeenkomstig het IPA III-programmeringskader en de uitvoeringsbepalingen van IPA III. Samen met het in juli aangekondigde voorstel van 500 miljoen EUR zou dit in totaal 1,1 miljard EUR opleveren voor de uitvoering van het economisch en investeringsplan tegen eind 2021. De EU en de partners van de Westelijke Balkan zijn overeengekomen hun samenwerking op een aantal gebieden, waaronder cruciale veiligheidskwesties, op te voeren.
De volledige normalisering van de betrekkingen tussen Servië en Kosovo via de door de EU gefaciliteerde dialoog blijft essentieel voor hun Europese toekomst en voor de stabiliteit van de hele regio. Na de verkiezingen in Kosovo begin 2021 is het proces voortgezet met twee bijeenkomsten op hoog niveau in juni en juli 2021, maar de betrekkingen tussen Belgrado en Pristina blijven gespannen. Beide partijen moeten zich constructief inzetten voor de doelstelling om te komen tot een brede, juridisch bindende normaliseringsovereenkomst waarin alle resterende kwesties tussen hen worden aangepakt.
Na spanningen in het noorden van Kosovo is via de door de EU gefaciliteerde dialoog op 30 september 2021 een regeling getroffen over de-escalatie en een tijdelijke maatregel voor kwesties in verband met kentekenplaten. De partijen kwamen ook overeen een door de EU geleide werkgroep op te richten om binnen zes maanden een permanente oplossing te vinden op basis van EU-normen en -praktijken. De EU verwacht van de partijen dat zij constructief aan dit proces deelnemen om het vrije verkeer van burgers te waarborgen.
Bestaande bilaterale overeenkomsten, waaronder de Overeenkomst van Prespa tussen Noord-Macedonië en Griekenland en het verdrag inzake vriendschap, goed nabuurschap en samenwerking met Bulgarije, moeten door alle partijen te goeder trouw worden uitgevoerd.
De bilaterale betrekkingen tussen Montenegro en Servië worden gekenmerkt door spanningen, een toename van nationalistische retoriek en beschuldigingen van externe beïnvloeding tijdens verkiezingsperioden, maar tegelijk is de samenwerking op sommige gebieden, bijvoorbeeld in de gezondheidssector, geïntensiveerd.
Het is essentieel dat de erfenis van het verleden wordt verwerkt en geschillen die voortvloeien uit de conflicten van de jaren ’90, worden opgelost. In de EU is geen ruimte voor ontkenning van de genocide, verheerlijking van oorlogsmisdadigers of opruiende taal, door welke partij dan ook. Er is beperkte vooruitgang geboekt bij de aanpak van belangrijke openstaande bilaterale kwesties, waaronder grenskwesties, gerechtigheid voor de slachtoffers van oorlogsmisdaden, het identificeren van de resterende vermisten en het nauwkeurig documenteren van de gruweldaden in het verleden op regionaal niveau.
Alle partners van de Westelijke Balkan moeten volwaardig en inclusief kunnen deelnemen aan initiatieven en evenementen op dit vlak, met inbegrip van door de EU gefinancierde programma’s.
Dankzij territoriale samenwerking konden de landen van de Westelijke Balkan op vele gebieden samenwerken met aangrenzende lidstaten. Dit heeft niet alleen bijgedragen tot groei, werkgelegenheid en milieubescherming maar het heeft ook een belangrijke rol gespeeld bij het versterken van de regionale samenwerking op meerdere niveaus, het oplossen van diverse bilaterale kwesties en het bewerkstelligen van stabiliteit. Meer in het bijzonder vormt grensoverschrijdende samenwerking (CBC) een essentieel onderdeel van het verzoeningsproces in de regio. Vanwege de conflicten in de jaren ’90 (in voormalig Joegoslavië) blijft het versterken van goede nabuurschapsbetrekkingen, ook in grensgebieden, een voorwaarde voor groei en welvaart voor de regio’s en de betrokken begunstigden. De CBC-programma’s zijn erop gericht de erfenis van conflicten uit het verleden te verwerken en toe te werken naar verzoening door rechtstreekse contacten tot stand te brengen tussen entiteiten en overheden op alle niveaus aan weerszijden van de grens.
Als gevolg van aanhoudende en nieuwe ongeoorloofde Turkse activiteiten op het gebied van de exploratie van koolwaterstoffen in de maritieme zones van Cyprus en Griekenland, namen de spanningen in het oostelijke Middellandse Zeegebied en de Egeïsche Zee in de tweede helft van 2020 toe. De EU heeft er bij Turkije herhaaldelijk op aangedrongen te vermijden enige vorm van bedreiging te uiten, aanleiding te zoeken tot wrijving, of acties te ondernemen die de betrekkingen van goed nabuurschap en de vreedzame regeling van geschillen in gevaar brengt. In zijn conclusies van december 2020 heeft de Europese Raad met klem de unilaterale acties, provocaties en geëscaleerde retoriek van Turkije tegen de EU, de EU-lidstaten en de Europese leiders veroordeeld. De Raad benadrukte tevens dat het aanbod van een positieve agenda EU-Turkije op tafel blijft, op voorwaarde dat Turkije bereid is een oprecht partnerschap met de Unie en haar lidstaten te bevorderen en geschillen op te lossen door middel van dialoog en in overeenstemming met het internationaal recht. Begin 2021 verminderden de spanningen in het oostelijke Middellandse Zeegebied. Turkije heeft zijn illegale booractiviteiten in de maritieme zones van Cyprus stopgezet. Niettemin werden begin oktober 2021 nieuwe incidenten gemeld met betrekking tot Cypriotische en Turkse onderzoeksmissies.
De verkennende gesprekken tussen Griekenland en Turkije werden hervat en er vonden contacten op hoog niveau plaats. De Europese Raad van maart 2021 bevestigde opnieuw dat de EU gehecht blijft aan de verdediging van haar belangen en die van haar lidstaten en aan het handhaven van de regionale stabiliteit. De EU heeft het bestaande kader voor beperkende maatregelen in reactie op de ongeoorloofde booractiviteiten van Turkije in het oostelijke Middellandse Zeegebied, dat in november 2019 was vastgesteld, uitgebreid
.
De soevereine rechten van de EU-lidstaten omvatten onder meer het recht op het sluiten van bilaterale overeenkomsten en het zoeken naar en exploiteren van hun natuurlijke hulpbronnen, overeenkomstig het EU-acquis en het internationaal recht, met inbegrip van het VN-verdrag inzake het recht van de zee. De soevereiniteit en de soevereine rechten over de maritieme zones van alle aangrenzende kuststaten, met inbegrip van die welke van toepassing zijn op hun eilanden, moeten worden geëerbiedigd, en de afbakening van exclusieve economische zones en het continentaal plat moet geschieden volgens het internationaal recht door middel van een dialoog te goeder trouw en met het oog op goede nabuurschapsbetrekkingen. Om in het oostelijke Middellandse Zeegebied een klimaat van stabiliteit en veiligheid tot stand te brengen en coöperatieve en wederzijds voordelige betrekkingen tussen de EU en Turkije te ontwikkelen, is het een absolute vereiste de dialoog te goeder trouw te voeren en af te zien van unilaterale acties die indruisen tegen de belangen van de EU en in strijd zijn met het internationaal recht en de soevereine rechten van de EU-lidstaten. Alle geschillen moeten worden opgelost door middel van een vreedzame dialoog en in overeenstemming met het internationaal recht.
Het is van het grootste belang dat Turkije zich blijft uitspreken voor en in concrete termen bijdraagt tot de onderhandelingen over een rechtvaardige, omvattende en haalbare oplossing voor de kwestie-Cyprus binnen het kader van de Verenigde Naties en overeenkomstig de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad. In april 2021 vond een informele 5+1-bijeenkomst over Cyprus plaats. Het is belangrijk dat Turkije zijn gehechtheid aan en constructieve inzet voor de door de Verenigde Naties geleide besprekingen over een oplossing van het conflict in Cyprus opnieuw bevestigt, in overeenstemming met de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, met inbegrip van de externe aspecten daarvan. Er mogen geen unilaterale acties worden ondernomen die de spanningen op het eiland kunnen doen toenemen en een hervatting van de gesprekken zouden kunnen ondermijnen. Wat Varosha betreft, moet Turkije de op 20 juli 2021 aangekondigde unilaterale acties en alle stappen die het sinds oktober 2020 met betrekking tot Varosha heeft genomen en die in strijd zijn met de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, onmiddellijk ongedaan maken. Turkije moet dringend voldoen aan zijn verplichting om het Aanvullend Protocol bij de associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije volledig uit te voeren en te werken aan de normalisering van de betrekkingen met de Republiek Cyprus.
Goede nabuurschapsbetrekkingen en verzoening zijn onlosmakelijk verbonden met de rechtsstaat, economisch bestuur en regionale samenwerking. De specifieke doelstelling van IPA III op dit gebied is bij te dragen tot maatschappelijke cohesie en veerkracht door de erfenis van de conflicten uit het verleden aan te pakken en te zorgen voor gerechtigheid voor alle slachtoffers van conflicten. Ook het verbeteren van goede nabuurschapsbetrekkingen bevordert het vertrouwen van de burgers en helpt belemmeringen voor politieke, economische en sociale uitwisselingen en samenwerking wegnemen. In het licht hiervan zal in het kader van IPA III voorrang worden gegeven aan maatregelen die vertrouwen helpen opbouwen, maatschappelijke cohesie helpen bevorderen en de nabuurschapsbetrekkingen helpen versterken, met name 1)
de straffeloosheid van ernstige internationale misdrijven bestrijden, onder meer via nauwe regionale samenwerking en doeltreffende binnenlandse vervolgingen; 2) de rechten van slachtoffers bevorderen; 3) een intensievere politieke en beleidsdialoog op politiek en technisch niveau bevorderen alsook bemiddelingsinspanningen om de resterende aangelegenheden uit het verleden aan te pakken; onderwijs en jongeren, met inbegrip van interculturele dialoog, bevorderen en ondersteunen als vectoren voor sociale cohesie en vreedzame betrekkingen en als aanjagers van duurzame sociaal-economische ontwikkeling; en 4) lokale uitwisselingen en intermenselijke contacten ontwikkelen op diverse gebieden, waaronder economische en milieusamenwerking, goed bestuur en justitie, media, sociale inclusie, mensenrechten, met name gendergelijkheid, de rechten van het kind, jongerenparticipatie, sociale rechten en de rechten van personen die tot minderheden behoren.
V. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Op basis van de bovenstaande analyse en de beoordelingen in de als bijlage opgenomen samenvattingen over de afzonderlijke landen komt de Commissie tot de volgende conclusies en aanbevelingen:
I.
1.Een geloofwaardig uitbreidingsbeleid is een geostrategische investering in vrede, stabiliteit, veiligheid en economische groei in heel Europa. Met elke uitbreiding van de EU kunnen meer mensen baat hebben bij al deze voordelen. De sleutel daartoe is ervoor te zorgen dat het proces gebaseerd blijft op strikte maar billijke voorwaarden en het beginsel van de eigen verdiensten. Deze voorwaarden moeten objectief, precies, gedetailleerd, strikt en verifieerbaar zijn. Dit helpt de betrokken landen zich voor te bereiden om aan alle vereisten voor lidmaatschap te voldoen, hetgeen een van de essentiële politieke prioriteiten van de EU is.
2.De in 2020 herziene methode voor de uitbreiding is erop gericht het toetredingsproces verder te versterken door het voorspelbaarder, geloofwaardiger en dynamischer te maken, en er meer politieke sturing aan te geven. Het toetredingsproces is gebaseerd op vertrouwen in het proces, wederzijds vertrouwen en duidelijke verbintenissen door zowel de Europese Unie als de Westelijke Balkan.
3.De vertraging bij de officiële start van de toetredingsonderhandelingen met Albanië en Noord-Macedonië tast de geloofwaardigheid van de EU aan. De hangende bilaterale kwesties tussen Bulgarije en Noord-Macedonië moeten prioritair worden opgelost. Het is van cruciaal belang dat de EU-lidstaten de besprekingen over de onderhandelingskaders onverwijld afronden en dat de eerste intergouvernementele conferenties met Albanië en Noord-Macedonië zo spoedig mogelijk en voor het einde van dit jaar worden gehouden. Tijdens de intergouvernementele conferenties met Montenegro en Servië in juni 2021 werd de toepassing van de herziene methode met deze twee landen bekrachtigd.
4.Met de verklaring van Brdo van 6 oktober 2021 is een belangrijk signaal gegeven aan de partners van de EU in de Westelijke Balkan, namelijk dat hun toekomst in de Europese Unie ligt. De EU heeft haar ondubbelzinnige steun voor het Europese perspectief van de Westelijke Balkan bevestigd en was ingenomen met de verbondenheid van de partners van de Westelijke Balkan aan het Europese perspectief, als een wederzijds strategisch belang en een gezamenlijke strategische keuze. De EU was ingenomen met de opnieuw bevestigde gehechtheid van de partners van de Westelijke Balkan aan het primaat van de democratie, de fundamentele waarden en de rechtsstaat.
5.De overeenkomst om topontmoetingen tussen de EU en de Westelijke Balkan regelmatig te doen plaatsvinden, is een belangrijke toezegging die een structuur zal bieden voor politieke dialoog op het hoogste niveau en voor nauwere betrokkenheid van de regio bij het EU-beleid op haar weg naar de EU. In de initiatieven waarover tijdens de top in Brdo overeenstemming is bereikt, zijn de beleidsprioriteiten van de EU weerspiegeld, en zij bieden de burgers van de regio nieuwe kansen en voordelen. Tijdens de top werd het startschot gegeven voor een specifieke agenda voor de Westelijke Balkan voor innovatie, onderzoek, onderwijs, cultuur, jongeren en sport (“innovatieagenda voor de Westelijke Balkan”), die wetenschappelijke excellentie zal bevorderen, de onderwijsstelsels van de regio zal hervormen, extra kansen voor jongeren zal creëren en kennisvlucht zal helpen voorkomen. Tijdens de top werd de routekaart die de voorwaarden en duidelijke doelstellingen zal bevatten voor een verlaging van de roamingkosten tussen de EU en de Westelijke Balkan, toegejuicht, evenals het akkoord over een gedetailleerd actieplan voor de groene agenda, en kwamen de leiders overeen de samenwerking op een aantal gebieden, waaronder veiligheid, te versterken.
6.Turkije blijft een cruciale partner van de Europese Unie op essentiële gebieden van gemeenschappelijk belang, variërend van migratie en terrorismebestrijding tot economie, handel, energie en vervoer. In dat verband zijn dialogen op hoog niveau gehouden over klimaat en migratie, die binnenkort zullen worden gevolgd door een dialoog over gezondheid. In juni 2019 heeft de Raad er opnieuw op gewezen dat Turkije steeds verder van de Europese Unie afdrijft en dat de toetredingsonderhandelingen met Turkije feitelijk tot stilstand zijn gekomen en geen nieuwe hoofdstukken in aanmerking kunnen komen voor opening of sluiting. De feiten die ten grondslag lagen aan deze beoordeling, zijn nog steeds van toepassing. Niettemin zijn de dialoog en de samenwerking met Turkije in 2021 geïntensiveerd.
7.De Westelijke Balkan en Turkije werden gedurende de gehele verslagperiode nog steeds hard getroffen door de COVID-19-pandemie. De autoriteiten in de uitbreidingslanden zijn strenge maatregelen blijven nemen om de uitbreiding van de pandemie en de impact ervan op de volksgezondheid te beperken en de sociaal-economische gevolgen te verzachten. Noodmaatregelen om het aantal besmettingen te beperken, moeten steeds evenredig en in de tijd beperkt zijn, met inachtneming van de fundamentele vrijheden, waaronder de vrijheid van meningsuiting. De economische impact van de pandemie bleef aanzienlijk, waardoor er over het algemeen beperkte budgettaire ruimte was voor overheidsingrijpen.
8.Hoewel de EU zelf zwaar door deze crisis wordt getroffen, heeft zij een pakket van meer dan 3,3 miljard EUR vrijgemaakt, waaronder onmiddellijke steun voor de aanpak van vraagstukken op gezondheidsgebied en aanzienlijke financiële middelen voor het economisch herstel van de regio. Daarnaast behandelt de EU de Westelijke Balkan als een geprivilegieerde partner door toegang te blijven bieden tot talrijke initiatieven en instrumenten die eigenlijk alleen voor EU-lidstaten bedoeld zijn; door aanzienlijke hoeveelheden vaccins te leveren via wederverkoop of donaties door de lidstaten (eind augustus 2021 ging het in totaal om bijna 2,9 miljoen doses); en door de partners in staat te stellen hun COVID-certificaten compatibel te maken met het digitaal EU-covidcertificaat (Albanië, Noord-Macedonië en Turkije zijn de eersten die dat doen). Deze steun van de EU gaat veel verder en is veel uitgebreider dan de steun die door om het even welke andere partner aan de regio wordt verleend. Net zoals de EU de grootste investeerder, donor en handelspartner van de Westelijke Balkan is, is ook dit een duidelijke weerspiegeling van de strategische band van de regio met de EU.
9.Het economisch en investeringsplan van de EU voor de Westelijke Balkan zal voor de regio een aanzienlijke stimulans zijn, met 9 miljard EUR aan subsidies en garanties die als hefboom moeten dienen voor investeringen tot 20 miljard EUR. Dit plan van bijna 30 miljard EUR, dat ongeveer een derde van het bbp van de regio vertegenwoordigt, zal voorzien in middelen voor duurzame infrastructuur (vervoer, energie, digitale infrastructuur), het verbinden van de regio onderling en met de EU, de dubbele groene en digitale transitie en het herstel van de particuliere sector na de pandemie. Het zal een concreet verschil maken bij het dichten van de sociaal-economische kloof tussen de Westelijke Balkan en de EU. Na de vaststelling van het rechtskader voor de verordening betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA III) voor de periode 2021-2027, dat de belangrijkste financieringsbron is, is het nu essentieel om de voorbereiding van uitgewerkte en duurzame projecten te versnellen.
10.De goedkeuring van het IPA III-rechtskader voorziet in een solide beleidsgestuurde aanpak waarbij de steun strategisch en dynamisch wordt ingezet en waarbij de fundamentele vereisten voor lidmaatschap, met name de rechtsstaat en goed bestuur, centraal komen te staan in het instrument.
11.In het economisch en investeringsplan worden de partners van de Westelijke Balkan ertoe opgeroepen hun economieën onderling beter te integreren en hervormingen van de regelgeving door te voeren, om het groeipotentieel van de marktintegratie optimaal te benutten. Tijdens de top van Sofia in november 2020 zijn de leiders van de Westelijke Balkan overeengekomen een gemeenschappelijke regionale markt tot stand te brengen, die stoelt op de EU-regels en -normen, gestructureerd is rond de vier vrijheden (vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en mensen) en die betrekking heeft op aspecten van het digitaal, investerings-, innovatie- en industrieel beleid. De EU staat volledig achter de uitvoering van dit initiatief, dat inclusief van opzet is en van cruciaal belang zal blijven om het potentieel van de regio en van het economisch en investeringsplan ten volle te benutten.
12.Sinds de overeenkomst over de totstandbrenging van de gemeenschappelijke regionale markt hebben de zes partners van de Westelijke Balkan goede vooruitgang geboekt bij de onderhandelingen, binnen dit kader, over verscheidene regionale overeenkomsten om het verkeer van personen, beroepsbeoefenaren en diensten in de regio te vergemakkelijken. Ondanks deze technische vooruitgang konden deze overeenkomsten niet worden goedgekeurd wegens politieke meningsverschillen die geen verband houden met de inhoud ervan. Deze obstakels moeten prioritair worden weggenomen. Inclusieve regionale samenwerking, in plaats van unilaterale maatregelen, blijft een politieke en economische noodzaak voor de Westelijke Balkan.
13.De gemeenschappelijke regionale markt vormt een stap in de richting van nauwere integratie van de regio met de interne markt van de EU, voorafgaand aan toetreding, terwijl tegelijk een gelijk speelveld wordt gewaarborgd. Dit is van cruciaal belang voor de regio om haar bevoorrechte betrekkingen met de EU en haar inspanningen om zich aan te passen aan de regels en normen van de EU te versterken. De Europese Commissie zal de regio blijven helpen om de grensoverschrijdende betalingskosten te verlagen en het verkeer van industriële en consumptiegoederen alsook de elektronische handel tussen de EU en de Westelijke Balkan te vergemakkelijken.
14.Een dergelijke regionale samenwerking is ook van cruciaal belang in het kader van de versterking van de betrekkingen van goed nabuurschap. Het is essentieel dat de erfenis van het verleden wordt verwerkt en geschillen die voortvloeien uit de conflicten van de jaren ’90, worden opgelost. In de EU is geen ruimte voor ontkenning van de genocide, verheerlijking van oorlogsmisdadigers of opruiende taal, door welke partij dan ook.
15.De door de EU gefaciliteerde dialoog over de normalisering van de betrekkingen tussen Servië en Kosovo blijft centraal staan in het licht van de Europese toekomst van beide partners en essentieel voor de stabiliteit van de hele regio. Beide partijen moeten zich constructief inzetten voor de doelstelling om te komen tot een brede, juridisch bindende normaliseringsovereenkomst. Eenzijdige en ongecoördineerde acties die de stabiliteit in gevaar brengen, moeten worden vermeden.
II
16.In Montenegro werden de politieke gehechtheid aan de strategische EU-koers waaraan de autoriteiten publiekelijk uiting hebben gegeven, en de inzet van het land in het kader van het toetredingsproces regelmatig en op consistente wijze aangemerkt als nationale topprioriteit, en zij komen in het algemeen tot uiting in de desbetreffende beleidsbeslissingen, bijvoorbeeld de verdere volledige aanpassing aan het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU.
Volgens het oordeel van de Commissie wordt momenteel, in overeenstemming met het onderhandelingskader, gezorgd voor een algeheel evenwicht tussen vooruitgang op het gebied van de rechtsstaat enerzijds en vooruitgang bij de toetredingsonderhandelingen over de verschillende hoofdstukken heen anderzijds. De verwezenlijking van tussentijdse benchmarks over de rechtsstaathoofdstukken 23 en 24 blijft de prioriteit voor verdere algemene vooruitgang in de toetredingsonderhandelingen. Zolang niet aan deze benchmarks is voldaan, kan niet worden overgegaan tot de voorlopige afsluiting van andere hoofdstukken of clusters. Om deze mijlpaal te bereiken, moet Montenegro zijn inspanningen voor de aanpak van de resterende kwesties, onder meer op de kritieke gebieden vrijheid van meningsuiting en mediavrijheid en de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad, verder opvoeren, zonder eerdere verwezenlijkingen in het kader van de hervorming van het justitiële stelsel ongedaan te maken. Dit vereist dat de autoriteiten concreet blijk geven van hun gehechtheid aan de EU-hervormingsagenda van Montenegro.
17.De Servische regering bleef Europese integratie als haar strategische doel beschouwen. De regering heeft in de eerste helft van 2021 voorrang gegeven aan EU-gerelateerde hervormingen en heeft een aantal belangrijke uitstaande toezeggingen gedaan, met name op het gebied van belastingen en energie. Servië blijft een belangrijke partner van de EU bij GVDB-missies en -operaties en heeft de afstemming van zijn beleid op het buitenlands beleid van de EU verbeterd tot 61 % in augustus 2021, ten opzichte van 56 % in 2020; verdere inspanningen worden nog verwacht. Wat de normalisering van de betrekkingen met Kosovo betreft, heeft Servië zich voor de dialoog ingezet. Servië moet zich constructief blijven inzetten voor en bijdragen tot het bereiken van een brede, juridisch bindende normaliseringsovereenkomst met Kosovo. Een dergelijke overeenkomst is urgent en cruciaal voor de vooruitgang van Servië en Kosovo op hun Europese parcours. Servië moet ook alle eerdere dialoogovereenkomsten handhaven en volledig uitvoeren.
Volgens het oordeel van de Commissie wordt momenteel, in overeenstemming met het onderhandelingskader, gezorgd voor een algeheel evenwicht tussen vooruitgang op het gebied van de rechtsstaat en de normalisering van de betrekkingen met Kosovo enerzijds en vooruitgang bij de toetredingsonderhandelingen over de verschillende hoofdstukken heen anderzijds. Servië moet de hervormingen wat betreft de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de bestrijding van corruptie, de mediavrijheid, de binnenlandse aanpak van oorlogsmisdaden en de strijd tegen georganiseerde misdaad voortzetten, versnellen en verdiepen. De Servische autoriteiten moeten met name de grondwetshervorming op het gebied van justitie tegen het einde van dit jaar afronden. De vooruitgang die Servië heeft geboekt op het vlak van de rechtsstaat en de normalisering van de betrekkingen met Kosovo is essentieel en het algemene tempo van de toetredingsonderhandelingen zal daarvan blijven afhangen. Naast de hervormingen moeten de Servische autoriteiten meer nadruk leggen op proactieve en objectieve communicatie over de EU, die de belangrijkste politieke en economische partner van Servië is.
De Commissie is ingenomen met het feit dat Servië heeft voldaan aan de benchmarks voor de openstelling van cluster 3 (Concurrentievermogen en inclusieve groei) en cluster 4 (Groene agenda en duurzame connectiviteit). De Commissie steunt de ambitie van Servië om zo spoedig mogelijk nieuwe toetredingsclusters te openen op basis van de verdere voortgang van de hervormingen.
18. Noord-Macedonië voldoet nog steeds aan de voorwaarden om toetredingsonderhandelingen te openen en de autoriteiten hebben publiekelijk blijk gegeven van het feit dat zij vastbesloten zijn vooruitgang te boeken op hun weg naar de EU. Het land voert de EU-hervormingen aan een gestaag en vastberaden tempo uit en heeft zijn inspanningen opgevoerd om verder concrete resultaten te boeken. De duurzaamheid van deze structurele hervormingen is een proces op lange termijn, dat volgehouden inzet vergt van zowel de regering als de oppositie en andere geledingen van de maatschappij. De mate waarin Noord-Macedonië zijn beleid heeft afgestemd op het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU, is verder verbeterd, tot 96 % in augustus 2021, ten opzichte van 94 % in 2020. In maart 2020 hebben de leden van de Europese Raad unaniem hun goedkeuring gehecht aan het besluit om toetredingsonderhandelingen te openen met Noord-Macedonië.
De vertraging bij de officiële start van de toetredingsonderhandelingen tast de geloofwaardigheid van de EU aan. De hangende bilaterale kwesties tussen Bulgarije en Noord-Macedonië moeten prioritair worden opgelost. De Commissie kijkt uit naar en benadrukt het belang van de verdere uitvoering, door alle partijen, van de Prespa‑overeenkomst met Griekenland en van het verdrag inzake vriendschap, goed nabuurschap en samenwerking met Bulgarije. Overeenkomstig de conclusies van de Raad heeft de Commissie de noodzakelijke voorbereidende werkzaamheden voortgezet en ziet zij uit naar de eerste intergouvernementele conferentie, die zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de onderhandelingskaders door de Raad en voor het einde van dit jaar zal worden bijeengeroepen.
19.Albanië voldoet nog steeds aan de voorwaarden om toetredingsonderhandelingen te openen. Het land bleef blijk geven van zijn inzet om vooruitgang te boeken op de weg naar toetreding tot de EU en heeft concrete en duurzame resultaten geboekt op het gebied van hervormingen. De brede justitiële hervorming is verder uitgevoerd. Met de benoeming van drie nieuwe rechters bij het Grondwettelijk Hof herstelde het Hof het vereiste quorum voor het houden van plenaire zittingen en werd het volledig operationeel, waarmee aan de gerelateerde resterende voorwaarde voor de eerste intergouvernementele conferentie is voldaan. Het land moet zich nu blijven inzetten voor zijn hervormingsagenda, onder meer op het gebied van de rechtsstaat. Het beleid van Albanië blijft volledig afgestemd op het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU.
In maart 2020 hebben de leden van de Europese Raad unaniem hun goedkeuring gehecht aan het besluit om toetredingsonderhandelingen met Albanië te openen. De vaststelling van het onderhandelingskader met Albanië en de organisatie van de eerste intergouvernementele conferentie lopen vertraging op. Overeenkomstig de conclusies van de Raad heeft de Commissie de noodzakelijke voorbereidende werkzaamheden voortgezet en ziet zij uit naar de eerste intergouvernementele conferentie, die zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de onderhandelingskaders door de Raad en voor het einde van dit jaar zal worden bijeengeroepen.
20.In Bosnië en Herzegovina werd de politieke gehechtheid aan het strategische doel van Europese integratie waaraan de autoriteiten op alle overheidsniveaus publiekelijk uiting hebben gegeven, niet omgezet in concrete maatregelen, aangezien de politieke leiders zich bleven inlaten met verdeeldheid zaaiende retoriek en weinig constructieve politieke geschillen, die de algemene vooruitgang met betrekking tot de 14 essentiële prioriteiten hebben belemmerd. De blokkade van de staatsinstellingen baart grote zorgen en kan alleen door middel van politieke dialoog worden overwonnen. Toch zijn enkele belangrijke stappen gezet om een aantal essentiële prioriteiten uit het advies aan te pakken. Er is geen vooruitgang geboekt met betrekking tot het functioneren van de rechterlijke macht. Gezien de aanhoudende en duidelijke tekenen van verslechtering zijn nog steeds dringend maatregelen nodig om de integriteit van de rechterlijke macht te versterken en het vertrouwen van de burgers terug te winnen. De mate waarin het beleid van Bosnië en Herzegovina is afgestemd op het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU is in augustus 2021 gedaald tot 43 %, ten opzichte van 70 % in 2020.
Bosnië en Herzegovina moet werk maken van de 14 essentiële prioriteiten uit het advies van de Commissie van mei 2019 over het verzoek van het land om toetreding tot de EU, overeenkomstig de desbetreffende conclusies van de Raad van december 2019. Bosnië en Herzegovina moet zijn wetgevende en institutionele kader fundamenteel verbeteren, waar nodig ook op grondwettelijk niveau, om aan de vereisten van EU-lidmaatschap te voldoen. De politieke actoren en instellingen moeten een transparante en inclusieve dialoog aangaan, onder meer over electorale en grondwettelijke hervormingen om reeds lang bestaande electorale tekortkomingen aan te pakken. Bosnië en Herzegovina zal een kritische massa aan hervormingen moeten doorvoeren voordat de Commissie kan aanbevelen het land de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen. De verwezenlijking van de 14 essentiële prioriteiten zal de Commissie in staat stellen aan te bevelen dat toetredingsonderhandelingen met de EU worden geopend.
21.In Kosovo is door de veranderende politieke context en de nadruk op de respons op en het herstel van de pandemie over het algemeen beperkte vooruitgang geboekt met de EU-gerelateerde hervormingen en de uitvoering van de stabilisatie- en associatieovereenkomst. De vervroegde parlementsverkiezingen in februari 2021 hebben geleid tot de vorming van een nieuwe regering met een duidelijke parlementaire meerderheid. De goedkeuring van een tweede fase van de Europese hervormingsagenda en het bijbehorende actieplan, in oktober 2021 door de wetgevende vergadering bekrachtigd, bevestigde de hernieuwde inzet van Kosovo voor EU-gerelateerde hervormingen. Het zal van groot belang zijn dat het actieplan in de komende periode volledig en doeltreffend wordt uitgevoerd.
Wat de normalisering van de betrekkingen met Servië betreft, heeft Kosovo zich voor de dialoog ingezet. Kosovo moet zich constructief blijven inzetten voor en bijdragen tot het bereiken van een brede, juridisch bindende normaliseringsovereenkomst met Servië. Een dergelijke overeenkomst is urgent en cruciaal voor de vooruitgang van Kosovo en Servië op hun respectieve Europese parcours. Kosovo moet ook alle eerdere dialoogovereenkomsten handhaven en volledig uitvoeren.
Het voorstel van de Commissie voor visumliberalisering is nog steeds hangende in de Raad en moet urgent worden behandeld. De Commissie blijft bij haar beoordeling van juli 2018 dat Kosovo aan alle benchmarks voor visumliberalisering heeft voldaan.
22.De Europese Raad verklaarde herhaaldelijk dat de EU een strategisch belang heeft bij een stabiele en veilige omgeving in het oostelijke Middellandse Zeegebied en bij coöperatieve en voor beide partijen voordelige betrekkingen met Turkije. Hij was verheugd dat situatie in het oostelijke Middellandse Zeegebied de-escaleert. De EU is bereid om op basis van een stapsgewijze, evenredige en omkeerbare aanpak met Turkije in dialoog te gaan met als doel intensiever samen te werken op een aantal gebieden van gemeenschappelijk belang, waaronder economische samenwerking, dialogen op hoog niveau over het klimaat, migratie, volksgezondheid, terrorismebestrijding en regionale kwesties, alsook op het gebied van intermenselijke contacten en mobiliteit, mits de huidige de-escalatie wordt voortgezet en Turkije zich constructief opstelt, onder de in de recente conclusies van de Europese Raad vastgestelde voorwaarden. In geval van nieuwe unilaterale acties of provocaties die in strijd zijn met het internationaal recht, zal de EU alle instrumenten en opties inzetten waarover zij beschikt om haar belangen en die van haar lidstaten te verdedigen.
Van Turkije wordt actieve ondersteuning verwacht voor onderhandelingen over een rechtvaardige, omvattende en levensvatbare oplossing voor de kwestie-Cyprus binnen het kader van de VN, in overeenstemming met de resoluties van de VN-Veiligheidsraad en de principes waarop de EU is gebaseerd. Het is belangrijk dat Turkije zijn gehechtheid aan en constructieve inzet voor de door de Verenigde Naties geleide besprekingen over een oplossing van het conflict in Cyprus opnieuw bevestigt, in overeenstemming met de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad. Er mogen geen unilaterale acties worden ondernomen die de spanningen op het eiland kunnen doen toenemen en een hervatting van de gesprekken zouden kunnen ondermijnen. Turkije moet dringend voldoen aan zijn verplichting om het Aanvullend Protocol bij de associatieovereenkomst EU-Turkije volledig en op niet-discriminerende wijze toe te passen. De belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen, waaronder beperkingen op rechtstreekse vervoersverbindingen met de Republiek Cyprus, moeten volledig worden weggewerkt.
Er zijn ernstige tekortkomingen wat betreft de werking van de democratische instellingen van Turkije. Turkije heeft geen geloofwaardige maatregelen genomen om de ernstige bezorgdheid van de EU over de aanhoudende verslechtering van de situatie met betrekking tot de rechtsstaat, de grondrechten en het gerechtelijk apparaat weg te nemen. Turkije moet deze negatieve trend bij wijze van prioriteit keren door de verslechterde doeltreffendheid van de controlemechanismen in het politieke stelsel aan te pakken. De EU-leiders bevestigden dat de dialoog over de rechtsstaat en de grondrechten een integraal onderdeel blijft van de betrekkingen tussen de EU en Turkije.
De verklaring EU-Turkije van maart 2016 heeft verder vruchten afgeworpen en Turkije is een belangrijke rol blijven spelen bij de aanpak van migratie langs de oostelijke Middellandse Zeeroute en bij de opvang van vluchtelingen; het herbergt het grootste aantal vluchtelingen ter wereld. De Commissie heeft voorgesteld 3 miljard EUR extra steun toe te kennen aan vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije. De Commissie herinnert aan het belang van de verdere uitvoering van de verklaring, onder meer op het gebied van terugkeer en het voorkomen van irreguliere migratieroutes. De EU is ingenomen met de bekrachtiging door Turkije van de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering en ziet ernaar uit met Turkije samen te werken aan de uitvoering van de Europese Green Deal. Zowel de EU als Turkije blijven voordeel hebben bij de douane-unie tussen de EU en Turkije. Turkije moet de samenwerking met de Commissie blijven opvoeren om de handelsbelemmeringen die de goede werking van de douane-unie in de weg staan, aan te pakken.
**
VI. BIJLAGEN
1.Samenvattingen van de bevindingen van de verslagen
2.Statistische gegevens
3.Indicatoren van derden met betrekking tot de status van de democratie, goed bestuur en de rechtsstaat in kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten