EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021DC0390

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie

COM/2021/390 final

Straatsburg, 6.7.2021

COM(2021) 390 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EMPTY

Strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie





{SWD(2021) 180 final}


Inleiding – Versterking van het EU-kader voor duurzame financiering

De klimaatverandering en de aantasting van het milieu zijn de belangrijkste mondiale uitdagingen van onze tijd. Over de hele wereld erkennen landen dat deze uitdagingen dringend moeten worden aangepakt, zoals blijkt uit de steun die wordt gegeven aan de Overeenkomst van Parijs en de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de VN 1 . Zij stellen zich dan ook ambitieuze doelstellingen. Op basis van de Europese Green Deal is de EU een aantal ambitieuze verbintenissen aangegaan, met name om tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent te worden en de broeikasgasemissies tegen 2030 met ten minste 55 % te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990 2 . De EU streeft er ook naar haar weerbaarheid tegen klimaatverandering te versterken, het verlies aan biodiversiteit en de achteruitgang van het milieu in bredere zin om te buigen en daarbij niemand aan zijn lot over te laten. Om deze doelstellingen te bereiken, moeten alle financieringsbronnen – publieke en particuliere, nationale en multilaterale – op elkaar worden afgestemd. De EU moet wereldwijd samenwerken en landen met lage en middelhoge inkomens bijstaan in hun transitie.

Het EU-kader voor duurzame financiering zal een sleutelrol spelen om deze doelstellingen te halen en om een duurzaam herstel na de COVID-19-pandemie te ondersteunen. Europa zal dit decennium jaarlijks naar schatting 350 miljard EUR extra investeringen nodig hebben, wil het alleen al voor energiesystemen zijn doelstelling van uitstootvermindering voor 2030 halen, naast de 130 miljard EUR die het nodig zal hebben voor andere milieudoelstellingen 3 . Voor niet-duurzame activiteiten en activa wordt het risico op gestrande investeringen steeds vaker reëel nu de klimaat- en milieuproblemen zich almaar vaker voordoen. Aangezien deze gevaren onvoldoende ingecalculeerd worden, vormt dit een belemmering om middelen en risico’s te herverdelen, hetgeen in de toekomst tot disruptieve aanpassingen zal leiden met gevolgen voor de financiële stabiliteit. Daarom moet de milieuwetgeving worden aangevuld met een kader voor duurzame financiering waardoor financiële middelen worden gekanaliseerd naar investeringen die de blootstelling aan deze klimaat- en milieurisico’s beperken 4 .

Het kader voor duurzame financiering kan het voor overheidsinstanties gemakkelijker maken om duurzaam kapitaal aan te trekken. De EU onderneemt in dit verband reeds belangrijke stappen. In het kader van het meerjarig financieel kader (MFK) 2021-2027 en NextGenerationEU (NGEU) 5 wil de Unie tot 605 miljard EUR uitgeven aan projecten om de klimaatcrisis aan te pakken en 100 miljard EUR aan projecten om de biodiversiteit te ondersteunen. Van de 750 miljard euro die aan NextGenerationEU is toegewezen, zal 30 % worden opgehaald door de uitgifte van groene NGEU-obligaties. Als de “klimaatbank van de EU” heeft de Europese Investeringsbank Groep ook belangrijke stappen ondernomen om de transitie te ondersteunen 6 .

Aangezien de vereiste investeringen veel omvangrijker zijn dan de capaciteit die de publieke sector biedt, heeft het kader voor duurzame financiering als belangrijkste doelstelling particuliere geldstromen te kanaliseren naar relevante economische activiteiten. De particuliere belangstelling voor duurzame investeringen is de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen, maar een duidelijk, consistent en robuust kader voor duurzame financiering is dan wel nodig. De EU is bezig dit kader op te stellen.

Het kader voor duurzame financiering en de kapitaalmarktenunie versterken elkaar en creëren meer kansen voor bedrijven en beleggers. Goed geïntegreerde en efficiënte kapitaalmarkten moeten fungeren als katalysator om het kapitaal op doeltreffende wijze te mobiliseren en toe te wijzen voor duurzame investeringen 7 . De dynamiek van de beleidsagenda voor duurzame financiering versterkt op haar beurt het belang en de urgentie van de inspanningen om in de Europese Unie een werkelijk eengemaakte en duurzame markt voor kapitaal tot stand te brengen.

In 2018 heeft de Commissie haar eerste actieplan voor de financiering van duurzame groei goedgekeurd. Op basis van dat plan heeft de EU de drie bouwstenen voor een duurzaam financieel kader gelegd 8 . Deze bouwstenen zijn: 1) een classificatiesysteem, of “taxonomie”, van duurzame activiteiten, 2) een kader voor informatieverschaffing door niet-financiële en financiële ondernemingen, en 3) beleggingsinstrumenten, met inbegrip van benchmarks, normen en labels 9 .

De eerste bouwsteen is de EU-taxonomie 10 . De taxonomieverordening heeft tot doel te voorzien in een robuust, wetenschappelijk onderbouwd classificatiesysteem waarmee niet-financiële en financiële ondernemingen in staat zijn een gemeenschappelijke definitie van duurzaamheid te delen, en aldus bescherming tegen groenwassen 11 te bieden.

De tweede bouwsteen is een regeling voor verplichte informatieverschaffing door zowel financiële als niet-financiële ondernemingen, waarmee aan beleggers informatie wordt verstrekt om met kennis van zaken duurzame beleggingsbeslissingen te nemen. De vereisten inzake informatieverschaffing hebben ook betrekking op de effecten die een onderneming met haar activiteiten heeft op het milieu en de samenleving, alsook op de zakelijke en financiële risico’s die een onderneming loopt als gevolg van haar duurzaamheidsblootstellingen (het concept “dubbele materialiteit”). In dit verband heeft de Commissie vandaag een gedelegeerde handeling uit hoofde van de taxonomieverordening vastgesteld waarin nader wordt omschreven welke informatie financiële en niet-financiële ondernemingen op basis van de EU-taxonomie bekend moeten maken over hun milieuprestaties 12 .

EU-regeling voor informatieverschaffing over duurzaamheid voor financiële en niet-financiële ondernemingen

Instrument

Voorstel voor een richtlijn inzake duurzaamheidsrapportage door bedrijven (CSRD) 13

Verordening informatieverschaffing over duurzaamheid in financiële sector (SFDR) 14

Taxonomieverordening 15

Toepassingsgebied

Alle grote ondernemingen in de EU en alle beursgenoteerde ondernemingen (met uitzondering van beursgenoteerde micro-ondernemingen)

Financiëlemarktdeelnemers die beleggingsproducten aanbieden, en financiële adviseurs

Financiëlemarktdeelnemers;

alle aan de CSRD onderworpen ondernemingen 16

Informatieverschaffing

Verslag op basis van formele rapportagenormen en onderworpen aan externe controle

Informatieverschaffing op entiteits- en productniveau over duurzaamheidsrisico’s en belangrijkste ongunstige effecten

Omzet, kapitaaluitgaven en exploitatiekosten in het verslagjaar uit met taxonomie verband houdende producten of activiteiten

Status

Onderhandelingen zijn lopende; naar verwachting van toepassing vanaf 2023

Van toepassing vanaf 10 maart 2021

Van toepassing vanaf januari 2022

Ter aanvulling van deze vereisten inzake informatieverschaffing moeten duurzaamheidsvoorkeuren worden opgenomen in beleggings- en verzekeringsadvies 17 .

De derde bouwsteen bestaat uit een reeks beleggingsinstrumenten, waaronder benchmarks, normen en labels. Hiermee kunnen financiëlemarktdeelnemers hun beleggingsstrategieën beter afstemmen op de klimaat- en milieudoelstellingen van de EU. Zo wordt gezorgd voor meer transparantie voor marktdeelnemers. Het zijn de doelstellingen van de EU-klimaattransitiebenchmarks alsmede van de op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks, die tot stand zijn gebracht door de EU-verordening inzake klimaatbenchmarks 18 . De Commissie keurt vandaag een wetgevingsvoorstel goed voor een norm inzake Europese groene obligaties 19 . Met dit voorstel zal een kwalitatief hoogstaande vrijwillige norm worden gecreëerd die voor alle uitgevende instellingen beschikbaar is als hulp om duurzame beleggingen aan te trekken. Voorts zullen retailbeleggers met de uitbreiding van de EU-milieukeur tot financiële producten kunnen beschikken over een geloofwaardig, betrouwbaar en algemeen erkend keurmerk voor financiële retailproducten.

In enkele jaren tijd is aanzienlijke vooruitgang geboekt en zijn de fundamenten gelegd waarop het kader voor duurzame financiering rust. Met de drie bouwstenen in de hand moet nog werk worden verzet. De Commissie is vastbesloten de uitvoering van haar ambitieuze actieplan van 2018 te voleinden. Toch is ons inzicht in wat nodig is om de duurzaamheidsdoelstellingen te halen, sinds 2018 verder ontwikkeld en is de mondiale context veranderd. Om deze redenen moet de EU-strategie voor duurzame financiering een nieuwe fase ingaan.

In deze strategie worden vier belangrijke gebieden aangewezen waar in het financiële stelsel aanvullende maatregelen vereist zijn om de transitie van de economie naar duurzaamheid volledig te ondersteunen.

 

Om deze strategie te onderbouwen heeft de Commissie het platform voor duurzame financiering om advies verzocht en heeft zij in 2020 een uitgebreide raadpleging van belanghebbenden gehouden 20 . Deze strategie vormt ook een aanvulling op andere initiatieven in het kader van de Europese Green Deal 21 , zoals het pakket “Fit for 55” 22 .

I.Financiering van de transitie van de reële economie naar duurzaamheid

In de transitie naar de duurzaamheidsdoelstellingen van de EU moeten ongeëvenaarde inspanningen worden geleverd: het gaat om beperking van en aanpassing aan klimaatverandering, heropbouw van natuurlijk kapitaal, versterking van de veerkracht en het bredere sociale kapitaal, allemaal zaken die deel uitmaken van een duurzaam herstel na de COVID-19-crisis. De transitietrajecten van economische actoren zullen aanzienlijk variëren, met verschillende uitgangsposities en uiteenlopende bedrijfsstrategieën, maar alle trajecten moeten uiteindelijk overeenstemmen met de duurzaamheidsdoelstellingen van de EU.

De EU had hoofdzakelijk als doel investeringsstromen te ondersteunen wanneer deze de richting uitgingen van reeds bestaande ecologisch duurzame activiteiten of wanneer er plannen waren om de activiteiten ecologisch duurzaam te maken. Een sterker ondersteunend kader is geboden nu de uitdaging zich aandient om tussentijdse stappen te financieren voor activiteiten die zich in de urgente transitiefase naar de doelstellingen inzake klimaatneutraliteit en milieu van de EU bevinden. De Commissie heeft het platform voor duurzame financiering verzocht om advies over opties om investeringen in economische activiteiten voor de transitie naar duurzaamheid te stimuleren en te erkennen 23 .

Erkenning van transitie-inspanningen

Terwijl ondernemingen, uitgevende instellingen en beleggers de EU-taxonomie kunnen gebruiken om hun activiteiten en portefeuilles te vergroenen, kan het huidige kader verder worden ontwikkeld om beter te erkennen welke investeringen noodzakelijk zijn als tussenstap in de richting van duurzaamheid. Deze investeringen kunnen schadelijke klimaat- en milieueffecten verminderen als ze niet leiden tot een lock-in van koolstofintensieve technologieën.

In een eerste fase zal de Commissie wetgevingsvoorstellen overwegen om de financiering van bepaalde economische activiteiten te erkennen en te ondersteunen, met name in de energiesector, waaronder gas, die ertoe bijdragen de broeikasgasemissies op een zodanige wijze te verminderen dat de transitie naar klimaatneutraliteit gedurende het huidige decennium wordt ondersteund, zoals aangekondigd in de mededeling van de Commissie van april 2021 24 .

Voorts zal de Commissie opties tot uitbreiding van de taxonomieverordening onderzoeken om verder te gaan dan ecologisch duurzame activiteiten en zo mogelijk activiteiten met een middelhoog niveau van milieuprestaties te erkennen. Dit zou kunnen helpen om de transparantie te vergroten en financiering vrij te maken voor economische activiteiten die een geloofwaardig traject naar duurzaamheid volgen, rekening houdend met sociale aspecten. Tegen eind 2021 zal de Commissie een verslag publiceren met een beschrijving van de voorschriften die nodig zijn voor de aanpak van economische activiteiten die geen significant effect op ecologische duurzaamheid hebben en van economische activiteiten die ernstige afbreuk doen aan de ecologische duurzaamheid 25 .

Opname van bijkomende duurzame activiteiten in de EU-taxonomie

Zoals aangekondigd in de mededeling van de Commissie van april 2021 zal zij een aanvullende gedelegeerde EU-taxonomieverordening klimaat aannemen met betrekking tot activiteiten die nog niet onder de eerste EU-taxonomieverordening klimaat vallen, zoals landbouw en bepaalde energiesectoren, in overeenstemming met de vereisten van de taxonomieverordening. De gedelegeerde handeling zal ook betrekking hebben op activiteiten op het gebied van kernenergie, afhankelijk van en in overeenstemming met het specifieke evaluatieproces van deskundigen dat de Commissie voor dit doel heeft vastgesteld 26 . Na afloop van het specifieke evaluatieproces zal de Commissie deze aanvullende gedelegeerde handeling zo spoedig mogelijk vaststellen in de zomer van 2021. Deze aanvullende gedelegeerde handeling zal ook betrekking hebben op aardgas en aanverwante technologieën als overgangsactiviteit, voor zover deze binnen de grenzen van artikel 10, lid 2, van de EU-taxonomieverordening vallen. In dit verband zullen de voordelen van een vervalbepaling voor overgangsactiviteiten in overweging worden genomen.

Voorts zal de Commissie technische screeningcriteria vaststellen voor de resterende vier milieudoelstellingen op grond van de taxonomieverordening: water, circulaire economie, preventie van verontreiniging en biodiversiteit 27 . De Commissie zal de criteria voor deze doelstellingen vaststellen in een gedelegeerde handeling zoals bepaald in de taxonomieverordening. Deze moet die in de eerste helft van 2022 worden vastgesteld en zal vervolgens vanaf 2023 van toepassing zijn. Dit zal ecologisch duurzame beleggingen vergemakkelijken die verder gaan dan het klimaat.

Uitbreiding van het kader van normen en labels voor duurzame financiering

Normen en labels kunnen ertoe bijdragen financiële middelen te kanaliseren naar bedrijven, emittenten en beleggers die zich in de transitiefase naar duurzamere activiteiten en bedrijfsmodellen bevinden. Zij kunnen beleggers ook helpen door een transparant en geloofwaardig kader te creëren ter voorkoming van groenwassen. Om extra kapitaalstromen voor tussentijdse transitie-inspanningen te bevorderen, zal de Commissie werken aan andere obligatielabels, zoals transitie- of duurzaamheidsgebonden obligatielabels 28 .

Vooruitblikkend kan een ruimer kader voor labeling van financiële instrumenten helpen duidelijkheid, transparantie en samenhang te brengen op de markten voor duurzame financiering. Dit kader zou toekomstige marktinnovatie mogelijk maken en incalculeren, en tegelijkertijd een minimumniveau van transparantie en geloofwaardigheid waarborgen met betrekking tot de duurzaamheidsfactoren van door de markt ontwikkelde labels. Naast financiële instrumenten zal de Commissie ook labels overwegen voor ecologische, sociale en governancebenchmarks (ESG) en minimale duurzaamheidscriteria voor financiële producten die milieu- of sociale eigenschappen bevorderen. Tot slot kunnen aanpassingen in de prospectusverordening 29 worden overwogen om daarin minimumeisen op te nemen voor de vergelijkbaarheid, transparantie en harmonisatie van de informatie die voor alle ESG-effecten beschikbaar is.

Maatregel 1: Om een breder kader te ontwikkelen en tussenstappen naar duurzaamheid te helpen financieren, zal de Commissie:

a)wetgevingsvoorstellen overwegen om de financiering van bepaalde economische activiteiten, voornamelijk in de energiesector, te ondersteunen, met als doel een lagere uitstoot van broeikasgassen mogelijk te maken;

b)opties overwegen om het EU-taxonomiekader uit te breiden en mogelijk economische activiteiten te erkennen die op intermediair niveau worden verricht;

c)een aanvullende gedelegeerde EU-taxonomieverordening klimaat aannemen die betrekking heeft op nieuwe sectoren, waaronder landbouw en bepaalde energieactiviteiten;

d)uiterlijk in het tweede kwartaal van 2022 een gedelegeerde handeling uit hoofde van de EU-taxonomie aan te nemen die betrekking heeft op de resterende vier milieudoelstellingen, namelijk water, biodiversiteit, voorkoming van verontreiniging en circulaire economie; alsmede

e)een algemeen kader voor labeling van financiële instrumenten te overwegen en te werken aan andere obligatielabels, zoals transitieobligaties of obligaties met een link naar duurzaamheid, een ESG-benchmarklabel, minimumcriteria voor duurzaamheid van financiële producten die ecologische of sociale eigenschappen bevorderen, en gerichte informatieverstrekking in prospectussen in te voeren.

II.Naar een inclusiever kader voor duurzame financiering

Retailbeleggers en kmo’s kansen bieden om toegang te krijgen tot duurzame financieringsmogelijkheden

Burgers, als retailbelegger of als consument, en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) zijn van cruciaal belang voor de transitie naar duurzaamheid. Veel duurzame projecten zullen klein zijn en op lokaal niveau worden ontwikkeld – maar zullen toch essentieel zijn voor de ondersteuning van het groene herstel. De kapitaalmarktenunie en het kader voor duurzame financiering zullen samen tot doel hebben kmo’s meer financieringsmogelijkheden te bieden en retailbeleggers te stimuleren meer deel te nemen aan de kapitaalmarkten.

Particulieren en huishoudens kunnen, indien zij toegang krijgen tot duurzame financiering, een belangrijke rol spelen bij de transformatie van de economie. Groene leningen kunnen bijvoorbeeld huishoudens en kmo’s helpen de energieprestaties van hun gebouwen te verbeteren of over te schakelen op emissievrije voertuigen. Om groene kredietverlening op retailniveau aan te moedigen, zal de Commissie de Europese Bankautoriteit verzoeken om een advies over het definiëren van groene retailleningen en groene hypotheken en over mogelijke ondersteunende instrumenten daarvoor. De Commissie zal bij de herziening van de richtlijn hypothecair krediet ook nagaan hoe het gebruik van energie-efficiënte hypotheken kan worden ondersteund 30 .

Financiële adviseurs zijn het belangrijkste contactpunt voor retailbeleggers. Zij moeten gekwalificeerd zijn om het gebruik van duurzame financiering te ondersteunen. De Commissie zal, in afwachting van een verdere evaluatie, een grotere betrokkenheid van retailbeleggers aanmoedigen door van financiële adviseurs een hoger niveau van deskundigheid op het gebied van duurzaamheid te vragen. Voorts werkt de Commissie, samen met de OESO en haar International Network on Financial Education, aan het verbeteren van de financiële geletterdheid van de burgers. Zij zullen gezamenlijke kaders voor financiële competenties van volwassenen en jongeren publiceren waarin wordt weergegeven welke vaardigheden en kennis personen nodig hebben om hun financieel welzijn te ondersteunen en verdere toegang te krijgen tot duurzame financiering. 

De EU-economie omvat 23 miljoen kleine en middelgrote ondernemingen, die op basis van hun specifieke behoeften betere toegang moeten krijgen tot adviesdiensten op het gebied van duurzaamheid. De COVID-19-crisis heeft het voor kmo’s moeilijker gemaakt om de financiële middelen aan te trekken die zij nodig hebben voor hun transitie-inspanningen. Kmo’s missen vaak de capaciteiten en de kennis om gebruik te maken van de mogelijkheden die door duurzame financieringsinstrumenten worden geboden 31 .

De Commissie is bereid de lidstaten te ondersteunen op het gebied van capaciteitsopbouw en technische advisering ten aanzien van kmo’s over manieren om vrijwillig verslag uit te brengen over duurzaamheidsrisico’s en -effecten 32 . Daarom zal de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG), in overeenstemming met de voorgestelde richtlijn inzake duurzaamheidsrapportage door bedrijven, een vereenvoudigde vrijwillige verslagleggingsnorm inzake duurzaamheid opstellen waardoor kmo’s over een evenredig instrument zullen beschikken. Daarnaast zal het InvestEU-programma voorzien in mechanismen voor risicovermindering, terwijl de kmo-pijler van het programma voor de eengemaakte markt adviesdiensten voor kmo’s zal aanbieden via het Enterprise Europe Network en het gezamenlijk clusterinitiatief 33 .

Benutten van de kansen die digitale technologieën bieden voor duurzame financiering

Digitale technologieën kunnen burgers, investeerders en kmo’s essentiële oplossingen aanreiken om hun transitie naar duurzaamheid te volbrengen. De Commissie zal innovatieve oplossingen mogelijk maken en aanmoedigen om kmo’s te helpen in hun gebruik van digitale instrumenten voor duurzame financiering en om retailbeleggers meer inzicht te verschaffen in de duurzaamheideffecten van financiële producten 34 . Technologische innovatie, zoals artificiële intelligentie, blockchain, big data en het internet der dingen, kan een belangrijke rol spelen in duurzame financiering. Andere EU-initiatieven, zoals het opnemen van informatie over duurzaamheid in het Europees centraal toegangspunt (ESAP) en het Open Finance Framework, zullen helpen dit potentieel aan te snijden.

Hoewel digitale technologieën belangrijke katalysatoren voor de transitie zijn, bestaat er bezorgdheid over de milieueffecten en de toenemende energiebehoeften van datacentra en “distributed ledger”-technologieën, met name voor cryptoactiva 35 . De Commissie zal de duurzaamheidseffecten van technologieën voor digitale financiering beoordelen. De EU moet het voortouw nemen om deze infrastructuren tegen 2030 klimaatneutraal en energie-efficiënt te maken 36 . In de gedelegeerde EU-taxonomieverordening klimaat worden reeds de technische screeningcriteria vastgesteld voor datacentra en digitale oplossingen die in aanzienlijke mate bijdragen tot de doelstellingen van de EU-taxonomie. Deze moet dan ook worden uitgebreid en meer activiteiten inhouden voor de ontwikkeling van duurzame digitale oplossingen en het gebruik van duurzame cryptoactiva.

Verzekeringen: betere bescherming tegen klimaat- en milieurisico’s

Door de vergroting van de verzekeringsdekking kan het financiële stelsel de economie en de samenleving beter beschermen tegen bepaalde klimaatrisico’s en risico’s van natuurrampen. Een kleine verhoging van de verzekeringsdekking kan de economische kosten van klimaatgerelateerde rampen voor belastingbetalers en overheden aanzienlijk verminderen. De onlangs aangenomen EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering 37 zal de randvoorwaarden scheppen om de samenleving beter bestand te maken tegen klimaatverandering en de risico’s te beperken. Uit het dashboard inzake verzekeringen tegen natuurrampen van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa) zal blijken dat er mogelijk lacunes bestaan in de verzekeringsdekking in de lidstaten 38 . Daarnaast zal de Commissie een dialoog over klimaatveerkracht op gang brengen tussen verzekeraars, herverzekeraars, overheidsinstanties en andere belanghebbenden, waar beste praktijken worden uitgewisseld en middelen wordt gezocht om de kloof in de bescherming tegen klimaatverandering aan te pakken, hetzij door middel van aanbevelingen, hetzij door vrijwillige verbintenissen.

Ondersteuning van geloofwaardige sociale investeringen

Het herstel na de pandemie heeft duidelijk gemaakt dat er behoefte is aan een rechtvaardige transitie waarin werknemers en hun gemeenschappen worden ondersteund wanneer zij te lijden hebben onder het transitieproces van de economische activiteit. De sterke toename van de uitgifte van sociale obligaties toont aan dat beleggers steeds meer op zoek gaan naar investeringsmogelijkheden met positieve sociale resultaten en gunstige effecten op de mensenrechten. Deze trend moedigt financiële instellingen aan tot nauwere samenwerking met bedrijven om hen te helpen mensenrechten en sociale factoren te integreren in hun strategieën en activiteiten.

De vereisten voor financiëlemarktdeelnemers inzake informatieverschaffing over duurzame financiering omvatten reeds een aantal sociale factoren, maar verdere stappen zijn nodig. Vóór december 2022 zal de Commissie met de Europese toezichthoudende autoriteiten overleggen om de technische reguleringsnormen in het kader van de SFDR 39 te herzien en om duidelijkheid te verschaffen over indicatoren voor de belangrijkste negatieve effecten op het gebied van klimaat en milieu, maar ook voor de belangrijkste negatieve effecten inzake sociale en personeelsaangelegenheden, eerbiediging van de mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping. Daarnaast zal de Commissie tegen eind 2021 een verslag publiceren over de voorschriften die vereist zijn voor een sociale taxonomie, zoals bepaald in de taxonomieverordening 40 .

Daarnaast zal de Commissie een voorstel over duurzame corporate governance indienen om ervoor te zorgen dat ondernemingen duurzaamheidsrisico’s beheren en profiteren van de kansen die voortvloeien uit de weg naar duurzaamheid.

Groene budgettering en risicodelingsmechanismen

Hoewel publieke middelen alleen niet genoeg zijn om alle investeringsbehoeften te dekken, spelen zij een belangrijke rol naast particuliere financiering.

De Commissie levert steeds meer inspanningen om klimaat en biodiversiteit te mainstreamen in de EU-begroting. Zij maakt al gebruik van groene begrotingsinstrumenten in de jaarlijkse begrotingscyclus van de EU. Bij het ten uitvoer leggen van het meerjarig financieel kader 2021-2027 en het daarmee samenhangende interinstitutionele akkoord met de toezeggingen die daarin zijn gedaan inzake klimaat- en biodiversiteitsuitgaven, zullen deze werkzaamheden verder worden geïntensiveerd. De Commissie blijft zich inzetten voor de ontwikkeling van geactualiseerde en versterkte traceringsmethoden voor zowel klimaat als biodiversiteit. Deze traceringsmethoden zullen van cruciaal belang zijn om erop toe te zien dat de uitgaven voor klimaat en biodiversiteit in het meerjarig financieel kader 2021-2027 overeenstemmen met de ambitie van de EU.

De Commissie werkt ook nauw samen met de lidstaten om meer gebruik te maken van groene begrotingsinstrumenten. Zij heeft ook een referentiekader voor groene budgettering ontwikkeld en verricht jaarlijks enquêtes over de bestaande praktijken op het gebied van groene budgettering in de EU. Daarmee ondersteunt zij de talrijke lidstaten die hun nationale begroting willen ombuigen naar groene prioriteiten. Analytisch onderzoek 41 , technische ondersteuning en opleiding alsook een jaarlijkse conferentie bevorderen een wederzijds leerproces en moeten ervoor zorgen dat het begrotingsbeleid en de uitgaven in overeenstemming zijn met de milieuverbintenissen.

Risicodeling tussen publieke en private investeerders kan een doeltreffend instrument zijn om marktfalen aan te pakken wanneer de financiering van duurzame infrastructuur en van op innovatie gerichte transitie daardoor gestremd wordt. Het investeringsplan voor een duurzaam Europa, de investeringspijler van de Europese Green Deal, heeft tot doel de komende tien jaar ten minste 1 biljoen EUR te mobiliseren voor duurzame investeringen van particuliere en publieke actoren. Dankzij het InvestEU-programma zullen de EIB-groep, nationale stimuleringsbanken en andere financiële instellingen capaciteit voor risicoactiviteiten alsmede ondersteuning voor gerelateerde adviesinitiatieven verkrijgen. De Commissie zal in de aanloop naar de COP 26 een jaarlijkse inaugurele top over duurzame investeringen organiseren waar de balans wordt opgemaakt van de vorderingen met de EU-initiatieven in het investeringsplan voor een duurzaam Europa.

Maatregel 2: Om de inclusiviteit van duurzame financiering te verbeteren, zal de Commissie:

a)de Europese Bankautoriteit verzoeken om advies over de definitie en de ondersteuning van groene leningen en hypotheken, mogelijkheden onderzoeken om het gebruik ervan tegen 2022 te bevorderen, en de toegang van burgers en kmo’s tot adviesdiensten op het gebied van duurzame financiering verbeteren;

b)gegevens met betrekking tot duurzame financiering opnemen in de dataruimten in het kader van de Europese datastrategie en samen met het platform voor digitale financiering reflecteren over mogelijke verdere maatregelen om innovatieve oplossingen met behulp van digitale technologieën mogelijk te maken en aan te moedigen ter ondersteuning van kmo’s en retailbeleggers; en

c)hiaten in de bescherming van verzekeringen aanwijzen via het dashboard van de Eiopa over natuurrampen en een dialoog over klimaatveerkracht op gang brengen met alle relevante belanghebbenden (2022);

d)uiterlijk eind 2021 een verslag over een sociale taxonomie publiceren; alsmede

e)de methoden versterken voor het traceren van uitgaven voor klimaat en biodiversiteit, steun verlenen aan lidstaten die hun nationale begroting willen ombuigen naar groene prioriteiten en een jaarlijkse inaugurele top over duurzame investeringen organiseren in de aanloop naar COP 26.

III.De veerkracht van de financiële sector en zijn bijdrage aan duurzaamheid verbeteren: het perspectief van dubbele materialiteit

Om aan te sluiten bij de Europese Green Deal, moet de financiële sector zelf beter bestand zijn tegen de risico’s van klimaatverandering en aantasting van het milieu en moet de sector een betere bijdrage aan duurzaamheid leveren. Dit vereist een alomvattende aanpak die erin bestaat zowel financieel relevante duurzaamheidsrisico’s (outside-in) als duurzaamheidseffecten (inside-out) systematisch in financiële besluitvormingsprocessen op te nemen. Het is van cruciaal belang dat beide invalshoeken van het materialiteitsconcept naar behoren worden geïntegreerd zodat de financiële sector proactief en ten volle kan bijdragen aan het welslagen van de Europese Green Deal.

Versterking van de economische en financiële veerkracht ten aanzien van duurzaamheidsrisico’s

Er doen zich reeds duurzaamheidsrisico’s voor en deze zullen negatieve gevolgen hebben voor de financiële stabiliteit en de financiering van de reële economie 42 . De fysieke gevolgen van de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit brengen risico’s mee die systemisch kunnen zijn en mogelijk niet zichtbaar zijn op het niveau van de afzonderlijke activa 43 . Ook kunnen risico’s voortvloeien uit een wanordelijke en plotselinge reactie op de transitie. Daarom is het van essentieel belang de aard en de omvang van deze blootstellingen te begrijpen en na te gaan hoe zij met elkaar in wisselwerking staan en mettertijd evolueren. Er zijn bijkomende stappen nodig om de duurzaamheidsfactoren op consistente wijze te integreren in de risicobeoordeling en het risicobeheer van de financiële sector.

Duurzaamheidsrisico’s weergeven in standaarden voor financiële verslaglegging en boekhouding

De Commissie is groot voorstander van internationale werkzaamheden om overwegingen inzake duurzaamheid in de financiële verslaglegging en boekhouding op te nemen, en zij zal de grootst mogelijke ambitie aan de dag leggen. De Commissie zal samenwerken met de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG), de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) en de International Accounting Standards Board (IASB) om te beoordelen of duurzaamheidsrisico’s op passende wijze in de internationale standaarden voor financiële verslaglegging (IFRS) worden opgenomen. Aangezien standaarden en praktijken inzake financiële verslaglegging de waarde van beleggingen bepalen, zijn zij van cruciaal belang om duurzaamheidsrisico’s in te bedden in de besluitvorming op de financiële markten. Met name moet worden beoordeeld hoe relevante klimaat- en milieurisico’s adequaat en tijdig in financiële overzichten kunnen worden onderkend en gerapporteerd.

Om de ontwikkeling van normen voor de beoordeling van natuurlijk kapitaal in de EU en wereldwijd aan te moedigen, gaat de Commissie nauwer met de sector samenwerken met betrekking tot boekhoudpraktijken voor biodiversiteit en natuurlijk kapitaal.

De transparantie van ratings en ratingoutlooks verbeteren

Ratingbureaus spelen een belangrijke rol in het financiële stelsel door het kredietrisico van financiële en niet-financiële emittenten te beoordelen 44 . Belanghebbenden blijven, rekening houdend met het wijdverbreide gebruik van ratings, bezorgd over het gebrek aan transparantie met betrekking tot de wijze waarop ratingbureaus duurzaamheidsfactoren in hun methodologieën opnemen. Afhankelijk van hoe de ESMA de doeltreffendheid van de bestaande maatregelen verder beoordeelt, zal de Commissie maatregelen nemen om de transparantie te verbeteren en ervoor te zorgen dat relevante ESG-factoren in ratings en kredietvooruitzichten worden opgenomen, met inachtneming van de methodologische transparantie.

Duurzaamheidsrisico’s laten vaststellen en beheren door banken en verzekeraars

Het vermogen van banken en verzekeringsondernemingen om duurzaamheidsrisico’s vast te stellen en te beheren en de daaruit voortvloeiende financiële verliezen op te vangen is van essentieel belang voor de financiële stabiliteit en de veerkracht van de reële economie tijdens de transitie. Ondanks de inspanningen van entiteiten en toezichthouders uit de financiële sector om klimaat- en milieufactoren in de risicobeheersystemen en de prudentiële kapitaalvereisten op te nemen, wordt onvoldoende vooruitgang geboekt 45 .

-De Commissie zal wijzigingen in het prudentiële kader voor banken voorstellen om ervoor te zorgen dat ESG-factoren consequent worden opgenomen in de risicobeheersystemen en het toezicht daarop 46 . Daartoe zullen duidelijke vereisten worden bepaald voor het vaststellen, meten, beheren en monitoren van duurzaamheidsrisico’s in de risicobeheerkaders, met inbegrip van stresstests voor banken op het gebied van klimaatverandering. Om dit aan te vullen zal in het kader van de jaarlijkse toezichtbeoordeling de rol van de toezichthouders bij de beoordeling van dergelijke risico’s worden verduidelijkt en versterkt. Tot slot zal de Commissie voorstellen dat de Europese Bankautoriteit voor de prudentiële behandeling van blootstellingen betreffende activa of activiteiten die hoofdzakelijk verband houden met milieu- en/of sociale doelstellingen, haar lopende beoordeling met twee jaar vervroegt tot 2023.

-De Commissie zal ook consequent duurzaamheidsrisico’s integreren in de risicobeheersystemen en het toezicht op verzekeraars. Er zullen wijzigingen in de Solvabiliteit II-richtlijn 47 worden voorgesteld, waaronder de analyse van klimaatveranderingsscenario’s door verzekeraars. Net zoals voor de aanpak van de banksector zal de Eiopa in het verzekeringsbedrijf de risicoverschillen beoordelen tussen ecologisch en/of sociaal duurzame en andere blootstellingen.

Beheer van duurzaamheidsrisico’s op systeemniveau

Om het financiële stelsel beter bestand te maken tegen schokken, moeten de risico’s worden vastgesteld, gemeten en beheerd op systeemniveau 48 . De Commissie zal haar samenwerking met de Europese toezichthouders en de Europese Centrale Bank (ECB) versterken om alle systemische duurzaamheidsrisico’s die van invloed zijn op de financiële stabiliteit op lange termijn, te inventariseren, te monitoren en te beperken. Daartoe zal intensiever worden gekeken naar de ontwikkeling van coherente en relevante methodologieën en scenario’s om duurzaamheidsrisico’s te kwantificeren en de veerkracht van het financiële stelsel, met betrekking tot de relevante financiële sectoren, te testen in stresssituaties 49 . De Commissie zal opdracht geven om het financiële stelsel aan gerichte stresstests te onderwerpen in het kader van het Fit-for-55-pakket.

Financiële instellingen worden steeds vaker blootgesteld aan de snelle achteruitgang van ecosystemen en het toenemende verlies aan biodiversiteit, de uitputting van natuurlijke hulpbronnen en de vormen van vervuiling in het water, de lucht en de bodem. Ter bevordering van het streven om de financiële risico’s in beeld te brengen die het gevolg zijn van een aanzienlijk verlies aan biodiversiteit en de achteruitgang van ecosystemen, zal de Commissie een verslag opstellen over het meten en vaststellen van dergelijke risico’s in de EU. In het verslag van de Commissie zal ook aandacht worden besteed aan benaderingen en methoden om die risico’s te meten en worden de volgende stappen op dit gebied toegelicht. 

Ten slotte hebben de macroprudentiële autoriteiten passende instrumenten nodig om systeemrisico’s te verhelpen en te beheren. Met de steun van de Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA’s), het Europees Comité voor systeemrisico’s (ESRB) en de ECB zal de Commissie in het kader van de aanstaande herziening van het macroprudentiële kader voor banken nagaan of macroprudentiële instrumenten geschikt zijn om klimaatgerelateerde risico’s voor de financiële stabiliteit aan te pakken. Op middellange termijn zal op basis van advies van de Europese toezichthoudende autoriteiten, het ECSR en de ECB verder worden onderzocht of het toepassingsgebied kan worden uitgebreid tot niet-bancaire sectoren en milieurisico’s.

Maatregel 3: Om de economische en financiële veerkracht ten aanzien van duurzaamheidsrisico’s te verhogen, zal de Commissie:

a)samen met de EFRAG, de ESMA en de IASB nagaan hoe de standaarden voor financiële verslaglegging relevante duurzaamheidsrisico’s optimaal kunnen weergeven;

b)maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat relevante ESG-risico’s systematisch en op transparante wijze in ratings en ratingoutlooks worden weergegeven, rekening houdend met verdere beoordeling door de ESMA (2023);

c)wijzigingen in de verordening kapitaalvereisten en de richtlijn kapitaalvereisten voorstellen om ervoor te zorgen dat duurzaamheidsrisico’s op consistente wijze in de risicobeheersystemen van banken worden geïntegreerd, onder meer door middel van stresstests op het gebied van klimaatverandering voor banken (2021);

d)wijzigingen in de Solvabiliteit II-richtlijn voorstellen om duurzaamheidsrisico’s consequent in het risicobeheer van verzekeraars te integreren, onder meer door verzekeraars scenario’s van klimaatverandering te laten analyseren (2021); alsmede

e)de financiële stabiliteit op lange termijn versterken door nauwere samenwerking op het gebied van risicobeoordeling van de financiële stabiliteit, regelmatige stresstests, een beoordeling van macroprudentiële instrumenten en een studie over risico’s ten gevolge van aantasting van het milieu en verlies aan biodiversiteit.

Versnelling van de bijdrage van de financiële sector aan de transitie-inspanningen

Naast het beheer van duurzaamheidsrisico’s door financiële instellingen hangt het succes van de Europese Green Deal af van de bijdrage van alle economische belanghebbenden en van hun stimulansen om onze doelstellingen te halen. Daartoe moeten financiële instellingen de duurzaamheidsdoelstellingen van de EU omzetten in hun financieringsstrategieën en besluitvormingsprocessen voor de lange termijn. Dat betekent dat de vorderingen beter moeten worden gemeten en gemonitord en regelmatig moeten worden bekendgemaakt.

Betere omschrijving van wetenschappelijk gefundeerde doelstellingen en betere bekendmaking en monitoring van de verbintenissen van de financiële sector

Financiële instellingen moeten hun eigen plannen voor de transitie naar duurzaamheid en een koolstofarme economie bekendmaken, onder meer met tussentijdse en langetermijndoelstellingen en een toelichting over hun plannen om de ecologische voetafdruk te verkleinen. Meer transparantie met betrekking tot streefdoelen, indicatoren, definities en methodologieën zal van groot belang zijn om de doeltreffendheid van de maatregelen in de loop van de tijd te monitoren. Met het CSRD-voorstel zullen grote EU-ondernemingen en beursgenoteerde ondernemingen, waaronder banken, verzekeraars en investeerders, ertoe verplicht worden hun streefdoelen en hun vorderingen op het gebied van verduurzaming bekend te maken. Daarnaast zal de Commissie, voortbouwend op de technische reguleringsnorm uit hoofde van de SFDR, ervoor zorgen dat financiëlemarktdeelnemers voor al hun beleggingsproducten meer inzetten op bekendmaking en efficiëntie van hun maatregelen met het oog op een koolstofvrije economie.

In dit verband zijn vrijwillige toezeggingen van financiële instellingen wereldwijd om strategische, wetenschappelijk gefundeerde klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen vast te stellen, als eerste stap eveneens lovenswaardig. In afwachting van mogelijke verdere beleidsmaatregelen op dit gebied zal de Commissie onderzoeken in hoeverre meer richtsnoeren mogelijk zijn om de geloofwaardigheid van dergelijke vrijwillige toezeggingen te waarborgen, en zal zij erop toezien of er in de EU mettertijd vooruitgang wordt geboekt. In dit stadium kunnen financiële instellingen gebruikmaken van de EU-taxonomie en andere instrumenten voor duurzame financiering om op het niveau van de entiteit of van de portefeuille vorderingen te boeken in de verwezenlijking van hun plannen.

Verduidelijking van de fiduciaire verplichtingen en de rentmeesterschapsregels voor investeerders om de bijdrage van de financiële sector aan de doelstellingen van de Green Deal weer te geven

Om de financiële stromen in overeenstemming te brengen met de doelstellingen van de Europese Green Deal, moet verdere aandacht worden geschonken aan de duurzaamheidseffecten in de strategieën en besluitvormingsprocessen van investeerders. Op 21 april 2021 heeft de Commissie zes gedelegeerde wijzigingshandelingen bekendgemaakt op grond waarvan financiële ondernemingen, zoals adviseurs, vermogensbeheerders en verzekeraars, financieel relevante duurzaamheidsrisico’s in hun procedures moeten opnemen en rekening moeten houden met de duurzaamheidsvoorkeuren van hun cliënten 50 . Dit zal moeten worden aangevuld met verdere maatregelen voor de 125 000 pensioenfondsen in de EU die collectieve regelingen beheren namens ongeveer 75 miljoen Europeanen 51 . Om hun bijdrage aan de doelstellingen van de Green Deal te versterken, is het van cruciaal belang dat de fiduciaire verplichtingen van beleggers en pensioenfondsen jegens deelnemers en gerechtigden ook de ESG-risico’s van beleggingen ten aanzien van de buitenwereld weerspiegelen die deel uitmaken van de besluitvormingsprocessen voor beleggingen.

-De Commissie zal de Eiopa verzoeken na te gaan of de noodzaak bestaat het concept “langetermijnbelang van deelnemers en gerechtigden” uit te breiden en in het kader voor pensioenbeleggingen de verplichting in te voeren om rekening te houden met duurzaamheidseffecten. Het is de bedoeling ervoor te zorgen dat het kader beter aansluit bij de duurzaamheidsvoorkeuren van leden en begunstigden en bij de bredere maatschappelijke en milieudoelstellingen. In samenwerking met de Europese toezichthoudende autoriteiten zal de Commissie verdere maatregelen overwegen en zal zij beoordelen of alle relevante financiëlemarktdeelnemers en adviseurs op basis daarvan de positieve en negatieve duurzaamheidseffecten kunnen incalculeren van hun beleggingsbeslissingen en van de producten die zij systematisch aanbevelen.

-De Commissie zal de toepasselijke kaders met betrekking tot het rentmeesterschap van investeerders en hun betrokkenheid op de beleggingen evalueren. Zij zal met name onderzoeken hoe de richtlijn aandeelhoudersrechten II 52 de duurzaamheidsdoelstellingen van de EU beter kan weerspiegelen en op de mondiale beste praktijken in richtsnoeren voor rentmeesterschap kan worden afgestemd.

Verbetering van de beschikbaarheid, integriteit en transparantie van ESG-marktonderzoek en -ratings

In het kader van hun inspanningen om de transitie te volbrengen zullen financiële instellingen een breed gamma aan gegevens nodig hebben om in kaart te brengen welke duurzaamheidsrisico’s, kansen en effecten zich voordoen bij de ondernemingen waarin wordt belegd, en bij de cliënten. Daartoe zullen grote beursgenoteerde EU-ondernemingen op basis van het CSRD-voorstel ertoe verplicht worden zinvolle, vergelijkbare en toekomstgerichte duurzaamheidsgegevens bekend te maken in de hele financiële waardeketen 53 . Daarnaast zal in het komende voorstel voor een centraal Europees toegangspunt een EU-breed mechanisme worden ingesteld met vlot toegankelijke, vergelijkbare en digitaal bruikbare gegevensbanken over de openbaarmakingsvereisten van bedrijven, met inbegrip van duurzaamheidsinformatie. 

Na een openbare raadpleging en een effectbeoordeling zal de Commissie maatregelen nemen om de betrouwbaarheid, vergelijkbaarheid en transparantie van ESG-ratings te verbeteren. ESG-ratings hebben een steeds grotere invloed op de werking van de kapitaalmarkten en op het vertrouwen van beleggers in duurzame producten. Een dergelijk initiatief zal voortbouwen op een studie van de Commissie van januari 2021, waarin wordt gewezen op een gebrek aan transparantie bij de werking van ESG-ratingaanbieders, de geringe vergelijkbaarheid van ESG-ratings en potentiële belangenconflicten 54 . De toenemende vraag naar duurzame beleggingen maakt ook duidelijk dat er behoefte bestaat aan onbevooroordeeld en betrouwbaar ESG-onderzoek op basis van transparante en vergelijkbare methoden.

Maatregel 4: Om te garanderen dat de financiële sector meer bijdraagt aan duurzaamheid, zal de Commissie:

a)zorgen voor een betere bekendmaking van duurzaamheidsdoelstellingen door financiële instellingen en voor een betere transitieplanning, zal zij nagaan in hoeverre de geloofwaardigheid van vrijwillige toezeggingen kan worden gewaarborgd door sterkere richtsnoeren, alsook de vooruitgang monitoren;

b)de Eiopa verzoeken na te gaan tegen 2022 of de fiduciaire verplichtingen van pensioenfondsen en beleggers moeten worden herzien om duurzaamheidseffecten weer te geven in het kader van het besluitvormingsproces bij beleggingen, met inbegrip van activiteiten op het gebied van rentmeesterschap en betrokkenheid; alsmede

c)maatregelen nemen om de betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van ESG-ratings te verbeteren, en bepaalde aspecten van het ESG-onderzoek verder beoordelen, om te beslissen of het noodzakelijk is op te treden.

Groenwassen aanpakken

De EU heeft belangrijke stappen ondernomen om groenwassen op de financiële markt aan te pakken. Pogingen tot groenwassen kunnen voor de betrokken actoren reputatierisico’s opleveren en leiden tot een verlies van vertrouwen in duurzame financiële producten en het financiële stelsel. Om groenwassen te voorkomen, heeft de EU verplichtingen inzake informatieverschaffing voor bedrijven en beleggers ingevoerd en instrumenten gecreëerd om de transparantie te vergroten en om eindbeleggers te helpen zoeken naar geloofwaardige investeringskansen 55 . De doeltreffendheid van het beleid inzake duurzame financiering hangt echter ook af van een passend niveau van handhaving in de hele EU. Toezichthouders spelen een sleutelrol door hun toezicht op de naleving van de regelgeving inzake duurzame financiering waarbij ze door de volle uitoefening van hun wettelijke mandaten en bevoegdheden ervoor zorgen dat beleggers en consumenten tegen ongefundeerde duurzaamheidsclaims worden beschermd.

Met ondersteuning van de Europese toezichthoudende autoriteiten zal de Commissie beoordelen of de toezichtbevoegdheden, -capaciteiten en -verplichtingen geschikt zijn voor het beoogde doel. Op basis van deze beoordeling en de monitoring van de risico’s op groenwassen door de Europese toezichthoudende autoriteiten zal de Commissie stappen overwegen om te komen tot een toereikend en consistent niveau van handhaving en toezicht om groenwassen aan te pakken.

Toezicht op een ordelijke transitie van het financiële stelsel van de EU

Ter verwezenlijking van de EU-klimaatdoelstellingen moeten de lidstaten, de financiële toezichthouders en de bevoegde overheidsinstanties samenwerken om de voortgang van de transitie te monitoren. De Commissie zal in samenwerking met het platform voor duurzame financiering een robuust monitoringkader ontwikkelen om kapitaalstromen naar duurzame beleggingen te meten.  De Commissie zal de lidstaten bijstaan om de investeringskloof te beoordelen en de vooruitgang te meten die de financiële sectoren boeken bij het verwezenlijken van onze klimaat- en milieudoelstellingen 56 .

De Europese toezichthouders kunnen een belangrijke rol spelen om het perspectief van dubbele materialiteit consistent in het hele financiële stelsel te integreren. De Commissie zal zorgen voor een sterkere samenwerking tussen alle relevante overheidsinstanties, waaronder toezichthouders: zo zal zij de tussentijdse doelstellingen voor de financiële sector helpen vaststellen en meer inzicht bieden in de geboekte vooruitgang, om zo de weg vrij te maken voor een meer coöperatief beleid van alle betrokken overheidsinstanties.

Tot slot zal de Commissie een onderzoeksforum voor duurzame financiering oprichten om de rol van de wetenschap te versterken en de academische wereld en de sector aan te zetten tot het delen van kennis over duurzame financiering. Dit forum zal tot taak hebben meer bekendheid te verlenen aan het gebruik van onderzoek inzake duurzame financiering en kennisuitwisseling tussen onderzoekers en de financiële gemeenschap.

Maatregel 5: Om toezicht te houden op een ordelijke transitie en de integriteit van het financiële stelsel van de EU te waarborgen, zal de Commissie:

a)toezien op de gevaren van groenwassen, en de huidige toezichts- en handhavingsinstrumenten waarover de bevoegde autoriteiten beschikken, beoordelen en evalueren zodat de toezichtbevoegdheden, -capaciteiten en -verplichtingen geschikt zijn voor het beoogde doel, met ondersteuning van de Europese toezichthoudende autoriteiten;

b)tegen 2023 een robuust monitoringkader ontwikkelen om kapitaalstromen te meten en de lidstaten bij te staan bij het beoordelen van de investeringskloof en het meten van de door hun financiële sectoren geboekte vooruitgang;

c)een sterkere samenwerking tot stand brengen tussen alle betrokken overheidsinstanties, waaronder de lidstaten, de ECB, het ESRB, de Europese toezichthoudende autoriteiten en het Europees Milieuagentschap, om te werken aan een gemeenschappelijke aanpak in de monitoring van de ordelijke transitie en te waarborgen dat het perspectief van dubbele materialiteit consequent wordt geïntegreerd in het financiële stelsel van de EU (tegen 2022); alsmede

d)een onderzoeksforum voor duurzame financiering oprichten om kennisuitwisseling tussen onderzoekers en de financiële gemeenschap te bevorderen.

IV.Wereldwijde ambitie bevorderen

Mondiale uitdagingen vragen om wereldwijde actie. De verschillende rechtsgebieden hebben echter andere uitgangsposities, andere ambitieniveaus en andere doelstellingen. Internationale fora en netwerken coördineren in toenemende mate initiatieven voor duurzame financiering om het mondiale potentieel voor duurzame financiering ten volle te benutten 57 . Voortbouwend op haar binnenlandse verwezenlijkingen is de EU internationaal toonaangevend geworden op het gebied van duurzame financiering en draagt zij actief bij aan de wereldwijde inspanningen. Dit leiderschap kan een bron van inspiratie zijn voor andere rechtsgebieden in de hele wereld en kan wereldwijd zakelijke kansen creëren voor de financiële sector van de EU. EU-actoren zijn de grootste emittenten van groene obligaties en zijn uitgegroeid tot belangrijke duurzame beleggers. Dynamische groene markten helpen de internationale rol van de euro te versterken en maken van de EU de belangrijkste mondiale hub voor duurzame financiering.

Naar het oordeel van de Commissie bestaat er behoefte aan een ambitieuze en robuuste internationale architectuur voor duurzame financiering waarin het concept van dubbele materialiteit wordt gehanteerd en de partnerlanden van de EU worden ondersteund. Deze architectuur moet robuuste internationale governance, een solide rulebook en een monitoringkader omvatten. Als eerste stap stelt de Commissie voor dat de Raad voor financiële stabiliteit zijn mandaat uitbreidt en daarin de bijdrage van het financiële stelsel aan mondiale klimaat- en milieudoelstellingen opneemt.

De Commissie verzoekt alle internationale partners de samenwerking op het gebied van duurzame financiering, bilateraal en multilateraal, te verdiepen, met name om convergente benaderingen te bevorderen en de particuliere sector uit te rusten met bruikbare instrumenten en maatstaven, zoals taxonomieën 58 . In het bijzonder benadrukt de Commissie dat, als onderdeel van de routekaart van de werkgroep duurzame financiering (SFWG) van de G20, ernaar moet worden gestreefd de geldstromen af te stemmen op de duurzaamheidsdoelstellingen.

Bevordering van een ambitieuze consensus op internationale fora

De EU zal ervoor pleiten dat internationale fora en normalisatie-instanties, zoals de IFRS Foundation, ambitieuze normen en beginselen voor informatieverschaffing ontwikkelen, waar nodig voortbouwend op de aanbevelingen van de Task Force on Climate-related Financial Disclosures en andere internationale initiatieven 59 . Internationale normen inzake informatieverschaffing kunnen elkaar overlappen, inconsistent zijn en uiteenlopende ambitie vertonen. De Commissie is ingenomen met het streven naar een wereldwijde basisnorm voor duurzaamheidsrapportage en pleit voor alomvattende normen voor deze rapportage waarin alle duurzaamheidskwesties aan bod komen en het perspectief van dubbele materialiteit wordt weergegeven in overeenstemming met het CSRD-voorstel.

De EU zal met haar partners op internationale fora blijven samenwerken om overeenstemming te bereiken over gemeenschappelijke doelstellingen en beginselen voor taxonomieën en om, in de toekomst, de vergelijkbaarheid en consistentie van de maatstaven en drempels van taxonomieën te verbeteren. De EU zet zich binnen de G20 en het Internationaal Platform voor duurzame financiering actief in om te voorkomen dat de benaderingen te sterk uiteenlopen, wat zou leiden tot hogere transactiekosten, ontoereikende grensoverschrijdende kapitaalstromen en belemmeringen voor financiële innovatie.

Wereldwijde inspanningen zijn van cruciaal belang om de gevolgen van klimaat- en milieurisico’s voor de financiële stabiliteit aan te pakken. De EU verzoekt de FSB bredere duurzaamheidskwesties aan te pakken en in aanmerking te nemen dat activiteiten van financiële instellingen gevolgen hebben voor het klimaat en het milieu en derhalve bijdragen tot de risico’s die deze instellingen beogen te meten. Tot slot verleent de EU actieve steun aan de werkzaamheden van de taskforce inzake klimaatgerelateerde financiële risico’s in het Bazels Comité voor bankentoezicht om potentiële lacunes in het Bazelse kader en in de werkzaamheden van de International Association of Insurance Supervisors op te sporen en aan te pakken met het oog op de integratie van klimaatgerelateerde risico’s in het verzekeringstoezicht.

De werkzaamheden van het IPSF bevorderen en verdiepen

Om de internationale samenwerking te bevorderen, hebben de Europese Commissie en zeven andere rechtsgebieden in oktober 2019 het Internationaal Platform voor duurzame financiering (IPSF) 60 opgericht. Het IPSF bevordert geïntegreerde markten voor duurzame financiering en werkt aan bruikbare instrumenten en maatstaven 61 . Het telt nu 17 leden en wordt erkend als een belangrijk internationaal initiatief voor duurzame financiering 62 .

Het IPSF zal verslag uitbrengen over zijn werkzaamheden met betrekking tot een “op gemeenschappelijke gronden gebaseerde taxonomie” op basis van de nieuwe taxonomieën die door zijn leden zijn ontwikkeld, en over informatieverschaffing over duurzaamheid. De Commissie zal het concept van dubbele materialiteit binnen het IPSF bevorderen. Daarnaast zal zij voorstellen de kennisdeling te verbeteren op belangrijke gebieden van duurzame financiering, zoals de synergieën tussen financiering voor klimaat en biodiversiteit en de transitie van het financiële stelsel naar gedeelde duurzaamheidsdoelstellingen. De Commissie zal ook de uitbreiding van het IPSF-lidmaatschap en een sterkere governancestructuur ondersteunen en zal uiterlijk in het najaar van 2021 een nieuw werkplan voorstellen. Het IPSF wordt ook erkend als kennispartner van de opnieuw opgerichte SFWG van de G20 en levert in dat verband een aanzienlijke bijdrage aan de werkzaamheden inzake de afstemming van investeringen op duurzaamheidsdoelstellingen.

Lage- en middeninkomenslanden ondersteunen om hun toegang tot duurzame financiering op te schalen

De Commissie zal een alomvattende strategie ontwikkelen om de duurzame financiering in de partnerlanden van de EU te helpen versterken. Lage- en middeninkomenslanden hebben te maken met enorme investeringsbehoeften om hun duurzame ontwikkeling te financieren 63 . Willen we onze mondiale duurzaamheidsagenda collectief kunnen uitvoeren, dan is het van groot belang dat de particuliere geldstromen naar onze partnerlanden sneller op gang komen. Hiervoor is echter specifieke steun nodig. De Commissie zal steun verlenen aan inspanningen om de financieringsinstrumenten voor duurzaamheid op te schalen in onze partnerlanden en beter te helpen opbouwen wereldwijd, met name via het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) “Europa in de wereld” en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA).

Maatregel 6: Om de ontwikkeling van internationale initiatieven en normen voor duurzame financiering ter ondersteuning van de partnerlanden van de EU op een hoog niveau van ambitie te brengen, zal de Commissie:

a)streven naar een ambitieuze consensus op internationale fora, het concept van dubbele materialiteit mainstreamen, het belang van kaders voor informatieverschaffing beklemtonen en overeenstemming zoeken over doelstellingen en beginselen voor taxonomieën;

b)voorstellen doen om de werkzaamheden van het IPSF uit te breiden tot nieuwe onderwerpen en de governance ervan te versterken; alsmede

c)lage- en middeninkomenslanden ondersteunen om hun toegang tot duurzame financiering op te schalen, door een alomvattende strategie te ontwikkelen en financiële instrumenten op het gebied van duurzaamheid te bevorderen.

Conclusie – Uitvoering en verdere stappen

Op basis van het actieplan voor duurzame financiering van 2018 heeft de Commissie ongekende stappen gezet om de basis te leggen voor duurzame financiering. Dit ambitieuze kader moet worden voltooid en geconsolideerd zodat we kunnen voldoen aan de massale investeringsbehoeften van de transitie, om ervoor te zorgen dat deze eerlijk verloopt en aan te sluiten bij de mondiale context. Met deze strategie worden deze uitdagingen aangepakt en wordt gezorgd voor een werkbaar en samenhangend kader.

Deze strategie bepaalt hoe de doelstellingen van de Europese Green Deal in het hele financiële stelsel hun vertaling krijgen en garandeert dat actoren in alle sectoren van de economie ongeacht hun uitgangspunt in staat zijn om hun transitie te financieren. Dit beleid vormt een aanvulling op de kritieke veranderingen in het klimaat- en milieubeleid die in de Europese Green Deal zijn uiteengezet. Het bouwt voort op de samenwerking en de partnerschappen die de Commissie onderhoudt met externe particuliere en publieke initiatieven, en heeft tot doel de leidende rol te bevorderen die de financiële sector speelt in de verwezenlijking van de duurzaamheidsdoelstellingen van de EU. De Commissie zal uiterlijk eind 2023 verslag uitbrengen over de uitvoering van deze strategie en zal de lidstaten actief ondersteunen bij hun inspanningen.

De Commissie roept alle betrokken belanghebbenden, van centrale banken en toezichthouders tot lidstaten, burgers, lokale overheden en financiële en niet-financiële ondernemingen, op om elk op zijn gebied actie te ondernemen en de effecten van deze strategie te maximaliseren.

(1)

De EU-agenda voor duurzame financiering draagt ook bij tot de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s). Subdoel 10.5 daarvan stelt met name: “De regulering van en het toezicht op mondiale financiële markten en instellingen verbeteren en de tenuitvoerlegging van deze regelgeving versterken”.

(2)

Mededeling van de Commissie, “De Europese Green Deal”, COM(2019) 640 final van 11.12.2019.

(3)

Zie de mededeling “Een ambitieuzere klimaatdoelstelling voor Europa voor 2030: investeren in een klimaatneutrale toekomst voor ons allemaal”, SWD/2020/176 final van 17.9.2020. Daarnaast is er een grote behoefte aan investeringen om te zorgen voor omscholing en bijscholing en om de transities op de arbeidsmarkt te ondersteunen voor de verwezenlijking van de energie- en klimaatdoelstellingen. Zie bijvoorbeeld de ESDE-analyse in 2020 Employment and Social Developments in Europe .

(4)

Met "duurzame financiering" wordt in het algemeen gedoeld op het proces waarin naar behoren rekening wordt gehouden met ecologische en sociale overwegingen in de besluitvorming over investeringen, wat leidt tot meer investeringen in op de langere termijn gerichte en duurzame activiteiten.

(5)

Zie de speciale webpagina van NextGenerationEU.

(6)

Europese Investeringsbank Groep, Climate Bank Roadmap 2021-2025, november 2020, hier beschikbaar.

(7)

Uit gegevens blijkt dat kapitaalmarkten, zoals markten voor groene obligaties of aandelen, doeltreffend zijn om de financiering van de transitie te versnellen. Zie bijvoorbeeld Ralph De Haas en Alexander Popov, “Finance and decarbonisation: why equity markets do it better”, Research Bulletin Nr. 64, 27.11.2019, hier beschikbaar.

(8)

 Mededeling van de Commissie "Actieplan: duurzame groei financieren”, COM(2018) 97 final van 8.3.2018.

(9)

Zie het werkdocument van de diensten van de Commissie bij de strategie, voor nadere toelichting over de uitvoering van het actieplan van 2018 voor de financiering van duurzame groei, SWD 180 final van 6.7.2021.

(10)

Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088 (PB L 198 van 22.6.2020, blz. 13).

(11)

Het gebruik van marketing om de producten, de activiteiten of het beleid van een organisatie als milieuvriendelijk voor te stellen, terwijl ze dat niet zijn.

(12)

Gedelegeerde verordening van de Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad door vaststelling van de inhoud en de presentatie van door aan artikel 19 bis of artikel 29 bis van Richtlijn 2013/34/EU onderworpen ondernemingen te rapporteren informatie betreffende ecologisch duurzame economische activiteiten en door vaststelling van de methode om aan deze rapportageverplichting te voldoen, aangenomen op 6 juli 2021 en bekend te maken in het Publicatieblad.

(13)

Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU, Richtlijn 2004/109/EG, Richtlijn 2006/43/EG en Verordening (EU) nr. 537/2014 betreffende duurzaamheidsrapportage door ondernemingen, COM (2021) 189 final van 21.4.2021.

(14)

Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (PB L 317 van 9.12.2019, blz. 1).

(15)

Zie voetnoot 10.

(16)

Totdat er overeenstemming is over de CSRD, geldt deze verplichting voor de ondernemingen die onderworpen zijn aan artikel 19 bis of 29 bis van de richtlijn niet-financiële rapportage (Richtlijn 2014/95 van 22 oktober 2014 tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote ondernemingen en groepen).

(17)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 van de Commissie van 25 april 2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 1); Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2359 van de Commissie van 21 september 2017 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van informatievereisten en gedragsregels die van toepassing zijn op de distributie van verzekeringsbeleggingsproducten (PB L 341 van 20.12.2017, blz. 8).

(18)

Verordening (EU) 2019/2089 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1011 inzake EU-klimaattransitiebenchmarks en op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks en informatieverschaffing over duurzaamheid over benchmarks (PB L 317 van 9.12.2019, blz. 17). Meer informatie is hier te vinden.

(19)

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende groene obligaties, COM(2021) 391 final van 6.7.2021.

(20)

Meer informatie over de vragenlijst en de samenvatting van de reacties op deze raadpleging van belanghebbenden zijn hier te vinden.

(21)

Meer informatie is hier te vinden.

(22)

De Commissie zal binnenkort een pakket “Fit for 55” voorstellen: het is de bedoeling de Europese klimaat- en energiewetgeving voor 2030 te actualiseren om rekening te houden met het door de EU voor 2030 gestelde doel om de netto-emissies van broeikasgassen te verminderen met 55 %.

(23)

Zie platform voor duurzame financiering, Transition Finance Report, maart 2021, hier te vinden. In hun verslag over de financiering van de transitie hebben de deskundigen van het platform hun eerste aanbevelingen gedaan over manieren om de financiering van de transitie in de hele economie te stimuleren.

(24)

Dit voorstel beoogt de vaststelling van tijdschema’s en tussenstappen voor die economische activiteiten, waaronder bestaande investeringen, die tot het transitieproces bijdragen op een wijze die strookt met de Europese Green Deal. Het is ook een follow-up van de conclusies van de Europese Raad van 11-12 december 2020, waarin de rol van transitietechnologieën zoals aardgas wordt erkend.

(25)

Verplicht verslag op grond van artikel 26, lid 2, van de taxonomieverordening.

(26)

Dit proces is gebaseerd op het onafhankelijke en wetenschappelijke technische verslag dat in maart 2021 is gepubliceerd door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek, de wetenschaps- en kennisdienst van de Europese Commissie, en op de verslagen van de deskundigengroep uit hoofde van artikel 31 van het Euratom-Verdrag en het Wetenschappelijk Comité voor gezondheids-, milieu- en opkomende risico’s (SCHEER). Zie voor meer informatie de website van de Commissie.

(27)

Artikel 9 van de EU-taxonomieverordening bepaalt de volgende zes milieudoelstellingen: a) de mitigatie van klimaatverandering b) de adaptatie aan klimaatverandering, c) het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen, d) de transitie naar een circulaire economie, e) de preventie en bestrijding van verontreiniging, en f) de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen.

(28)

De International Capital Market Association definieert de aan duurzaamheid gekoppelde obligatie als „elk type obligatie-instrument waarvan de financiële en/of structurele kenmerken kunnen variëren naargelang de emittent vooraf vastgestelde duurzaamheids-/ESG-doelstellingen haalt”. Deze benadering staat in contrast met de “use of proceeds”-benadering (gebruik van opbrengsten).

(29)

Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PB L 168 van 30.6.2017, blz. 12).

(30)

Richtlijn 2014/17/ЕU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 60 van 28.2.2014, blz. 34)

(31)

De technische deskundigengroep van de Commissie inzake kmo’s (TESG) benadrukt dat het noodzakelijk is om met kleine ondernemingen te werken, hen te ondersteunen bij de naleving van de verslagleggingsvereisten inzake duurzaamheid en hun zichtbaarheid te vergroten ten aanzien van investeerders, terwijl hun inspanningen op het gebied van informatieverschaffing toch evenredig moeten blijven.

(32)

De Commissie zal deze steun verlenen via haar instrument voor technische ondersteuning uit hoofde van Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot invoering van een instrument voor technische ondersteuning (PB L 57 van 18.2.2021).

(33)

Zie de specifieke webpagina’s van InvestEU en het Enterprise Europe Network . De Commissie heeft ook een aantal initiatieven gelanceerd met het oog op risicovermindering van specifieke investeringen, zoals het project voor risicovermindering dat samen met de Energy Efficiency Financial Institutions Group wordt uitgevoerd voor energie-efficiëntieprojecten.

(34)

Voor keuzes inzake IT-ontwikkeling en overheidsopdrachten zal voorafgaande goedkeuring vereist zijn van de raad voor informatietechnologie en cyberbeveiliging van de Europese Commissie.

(35)

Het EU-blockchainwaarnemingscentrum en -forum is voornemens om tegen medio 2021 een studie te publiceren over het energieverbruik van verschillende blockchainmechanismen.

(36)

Mededeling van de Commissie, "Digitaal kompas 2030: de Europese aanpak voor het digitale decennium”, COM(2021) 118 final van 9.3.2021.

(37)

Mededeling van de Commissie, “Een klimaatveerkrachtig Europa tot stand brengen - de nieuwe EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering”, COM (2021) 82 final van 24.2.2021.

(38)

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen, The pilot dashboard on insurance protection gap for natural catastrophes, december 2020, zie hier voor meer informatie.

(39)

Zie het eindverslag , met daarin de ontwerpen van technische reguleringsnormen over de inhoud, de methodologieën en de presentatie van informatie uit hoofde van de EU-verordening betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (SFDR).

(40)

Het platform voor duurzame financiering zal in oktober 2021 een advies uitbrengen over de uitbreiding van het EU-taxonomiekader tot een sociale taxonomie, waarin zowel sociale doelstellingen als governanceaspecten in aanmerking worden genomen.

(41)

Green Budgeting Practices in the EU: A First Review’, ECFIN Discussion Paper 140, 21 mei 2021, hier te raadplegen.

(42)

Zie de publicaties van het netwerk van centrale banken en toezichthouders voor de vergroening van het financiële stelsel (NGFS).

(43)

Klimaatverandering en biodiversiteitsverlies zijn ook onderling met elkaar verbonden, zie het “Workshop Report on Biodiversity and Climate Change” van het intergouvernementeel wetenschapsbeleidplatform inzake biodiversiteit en ecosystemen (IPBES) en de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC), 10.6.2021, hier beschikbaar.

(44)

 Ratingbureaus nemen in hun adviezen en methodologieën ESG-factoren op die zij van belang achten voor de kredietwaardigheid van financiële instrumenten of ondernemingen. Ratings of ratingoutlooks zijn adviezen over de richting die een rating waarschijnlijk zal aanhouden op de korte termijn, de middellange termijn of beide, en zijn niet bedoeld om een holistische beoordeling van de ESG-effecten te geven.

(45)

 BlackRock en Financial Markets Advisory (FMA), Tussentijdse studie over “Development of tools and mechanisms for the integration of environmental, social and governance (ESG) factors into the EU banking prudential framework and into banks' business strategies and investment policies”, december 2020, hier beschikbaar. Voorts is “90 % van de gerapporteerde praktijken volgens de verklaringen van de banken zelf slechts gedeeltelijk of helemaal niet in overeenstemming met de verwachtingen die de ECB in haar toezicht heeft met betrekking tot klimaat- en milieurisico’s”; uiteenzetting door Frank Elderson, lid van de directie van de ECB op de gezamenlijke ECB-EBWO-conferentie over “Emerging climate related risk supervision and implications for financial institutions”, 16 juni 2021.

(46)

Verordening kapitaalvereisten (VKV) en richtlijn kapitaalvereisten (RKV), respectievelijk Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012, en Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013).

(47)

Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)

(48)

Zie ECB/ESRB Project Team on climate risk monitoring, “Climate-related risk and financial stability” , 2021.

(49)

De toezichthouders zijn begonnen met het ontwikkelen van kaders voor klimaatstresstests. Zo verricht de ECB een klimaatstresstest voor de hele economie om de blootstelling van de banken in de eurozone aan toekomstige klimaatrisico’s te beoordelen door in verschillende klimaatscenario’s de veerkracht van hun tegenpartijen te onderzoeken.

(50)

Raadpleeg hier de lijst van de gedelegeerde wijzigingshandelingen.

(51)

Fiduciaire verplichtingen zorgen ervoor dat degenen die het geld van anderen beheren, in het belang van hun begunstigden handelen in plaats van hun eigen belangen te dienen. Besluiten van fiduciairs hebben een domino-effect op de hele investeringsketen en zijn van invloed op de besluitvormingsprocessen, de eigendomspraktijken en uiteindelijk de wijze waarop ondernemingen worden beheerd.

(52)

Richtlijn (EU) 2017/828 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft (PB L 132 van 20.5.2017, blz. 1).

(53)

Alle grote bedrijven, en alle bedrijven die genoteerd zijn op gereglementeerde markten in de EU, met uitzondering van beursgenoteerde micro-ondernemingen, zouden aan deze rapportagevereisten worden onderworpen.

(54)

Europese Commissie en Environmental Resources Management (ERM), “Study on sustainability-related ratings, data and research”, 6.1.2021, hier te vinden.

(55)

Openbaarmakingsvereisten in het kader van de verordening informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (SFDR), de EU-taxonomieverordening en de rapportagevereisten inzake duurzaamheid in het kader van de richtlijn niet-financiële rapportage, die in de toekomst waarschijnlijk zullen worden aangevuld met de voorgestelde richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven, momenteel in behandeling door de EU-medewetgevers.

(56)

Zie bijvoorbeeld het “Dashboard on scaling up green finance” dat in maart 2021 is gepubliceerd door het Network for Greening the Financial System (NGFS). Hierin is een reeks indicatoren ontwikkeld waarmee kan worden gevolgd in welke mate de vergroening van het financiële stelsel vordert.

(57)

Zoals de G20 en de G7, de Raad voor financiële stabiliteit (FSB), het Bazels Comité voor bankentoezicht (BCBS), het netwerk voor vergroening van het financieel systeem (NGFS) en de coalitie van de ministers van Financiën voor klimaatactie.

(58)

Verklaring van de EU-VS-top, Towards a renewed Transatlantic partnership’, 15.6.2021, punt 10.

(59)

De rapportage-initiatieven van de leden van de alliantie voor mondiale duurzaamheid, waaronder het Global Reporting Initiative en de Value Reporting Foundation.

(60)

Zie alle informatie over het IPSF, de doelstellingen, het lidmaatschap en het werkplan in SWD (2021) 180 final van 6.7.2021.

(61)

In het najaar van 2021 zal het IPSF de volgende documenten indienen: i) een verslag over een op gemeenschappelijke gronden gebaseerde taxonomie, waarin de overeenkomsten tussen de bestaande, door overheidsinstanties ontwikkelde taxonomieën worden uiteengezet, ii) een verslag over informatieverschaffing inzake duurzaamheid, dat een alomvattende en holistische vergelijking moet bieden van de vereisten inzake informatieverschaffing voor ondernemingen, vermogensbeheerders en institutionele beleggers, en iii) zijn jaarverslag.

(62)

De leden vertegenwoordigen 55 % van de broeikasgasemissies, 50 % van de wereldbevolking en 55 % van het mondiale bbp, zie hier voor meer informatie over het IPSF-lidmaatschap.

(63)

Volgens ramingen van de OESO is het jaarlijkse financieringstekort van 2,1 biljoen EUR voor duurzame ontwikkeling in ontwikkelingslanden in 2020, ten gevolge van COVID-19, enorm toegenomen tot 3,6 biljoen EUR (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, “Global Outlook on Financing for Sustainable Development 2021”, 2020, hier beschikbaar).

Top

Straatsburg, 6.7.2021

COM(2021) 390 final

BIJLAGE

bij

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO´S

Strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie




{SWD(2021) 180 final}


Gedetailleerde maatregelen en verklarende woordenlijst

Financiering van de transitie van de reële economie naar duurzaamheid

Maatregel 1: De Commissie zal een breder kader ontwikkelen en tussenstappen naar duurzaamheid helpen financieren.

1 a): De Commissie zal overwegen wetgeving voor te stellen ter ondersteuning van de financiering van bepaalde economische activiteiten die bijdragen tot de vermindering van broeikasgasemissies.

·De Commissie zal overwegen wetgeving voor te stellen ter ondersteuning van de financiering van bepaalde economische activiteiten, met name in de energiesector, waaronder gas, die bijdragen tot de vermindering van broeikasgasemissies op een manier die de transitie naar klimaatneutraliteit gedurende het huidige decennium ondersteunt 1 .

1 b): De Commissie zal opties overwegen om het EU-taxonomiekader uit te breiden om transitie-inspanningen te erkennen.

·De Commissie zal opties overwegen om het EU-taxonomiekader uit te breiden om mogelijk economische activiteiten met een middelhoog niveau van milieuprestaties te erkennen, teneinde de transparantie te vergroten en financiering vrij te maken voor activiteiten die een geloofwaardig traject naar duurzaamheid volgen.

·Tegen eind 2021 zal de Commissie een verslag publiceren met een beschrijving van de bepalingen die nodig zouden zijn om economische activiteiten te behandelen die geen significant effect op ecologische duurzaamheid hebben en economische activiteiten die de ecologische duurzaamheid aanzienlijk schaden.

1 c): De Commissie zal technische screeningcriteria toevoegen voor duurzame activiteiten die nog niet onder de eerste gedelegeerde EU-taxonomieverordening klimaat vallen.

·De Commissie zal een aanvullende gedelegeerde EU-taxonomieverordening klimaat aannemen met betrekking tot activiteiten die nog niet onder de eerste gedelegeerde EU-taxonomieverordening klimaat vallen, zoals landbouw en bepaalde energiesectoren, in overeenstemming met de vereisten van de taxonomieverordening. De gedelegeerde handeling zal ook betrekking hebben op activiteiten op het gebied van kernenergie, afhankelijk van en in overeenstemming met het specifieke evaluatieproces van deskundigen dat de Commissie voor dit doel heeft vastgesteld. Na afloop van het specifieke evaluatieproces zal de Commissie deze aanvullende gedelegeerde handeling zo spoedig mogelijk vaststellen in de zomer van 2021. Deze aanvullende gedelegeerde handeling zal ook betrekking hebben op aardgas en aanverwante technologieën als overgangsactiviteit, voor zover deze binnen de grenzen van artikel 10, lid 2, van de EU-taxonomieverordening vallen. In dit verband zullen de voordelen van een vervalbepaling voor overgangsactiviteiten in overweging worden genomen.

1 d): De Commissie zal nog een gedelegeerde taxonomiehandeling vaststellen die betrekking heeft op de resterende vier milieudoelstellingen.

·Zoals de taxonomieverordening voorschrijft, zal de Commissie in de eerste helft van 2022 nog een gedelegeerde taxonomiehandeling vaststellen die betrekking heeft op de resterende vier milieudoelstellingen (water, biodiversiteit, preventie van verontreiniging en circulaire economie).

·Tegelijkertijd zal de Commissie technische screeningcriteria vaststellen voor verdere activiteiten die bijdragen tot klimaatdoelstellingen (bv. in de maakindustrie en de vervoerssector).

1 e): De Commissie zal de normen en labels voor duurzame financiering uitbreiden die de financiering van de transitie naar duurzaamheid en gefaseerde transitie-inspanningen ondersteunen.

Normen en labels voor financiële instrumenten

·In samenwerking met de ETA’s en het platform voor duurzame financiering:

oDe Commissie zal werken aan verdere obligatielabels, zoals transitie- of duurzaamheidsgebonden obligatielabels. Dit werk moet uiterlijk in 2022 afgerond zijn.

oDe Commissie zal uiterlijk in 2023 nagaan wat er nodig is voor en wat de merites zijn van een algemeen kader voor labels voor financiële instrumenten ter financiering van de transitie van de economie.

Labels voor financiële producten en benchmarks

·Zoals de benchmarkverordening voorschrijft, zal de Commissie de haalbaarheid van een ESG-benchmark onderzoeken, rekening houdend met het evoluerende karakter van duurzaamheidsindicatoren en de methoden die worden gebruikt voor het meten ervan. De beoordeling van de Commissie zal worden ondersteund door een studie waarin wordt gekeken naar bestaande ESG-gerelateerde benchmarks, beste praktijken en tekortkomingen, alsook minimumnormen voor een ESG-benchmark van de EU.

·Voorts zal de Commissie uiterlijk op 31 december 2022 de minimumnormen voor zowel de EU-klimaattransitiebenchmarks als de op de Overeenkomst van Parijs afgestemde benchmarks herzien om ervoor te zorgen dat de selectie van de onderliggende activa strookt met de EU-taxonomie.

·De Commissie zal minimumcriteria voor duurzaamheid voorstellen, of een combinatie van criteria voor financiële producten die onder artikel 8 van de verordening informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector vallen, om minimumprestaties inzake duurzaamheid van dergelijke producten te waarborgen ter verdere versterking van een geharmoniseerde toepassing van de verordening en ter aanmoediging van transitie-inspanningen.

Openbaarmaking van prospectussen

·In het kader van de prospectusverordening zal de Commissie in de loop van 2022 gerichte prospectusopenbaarmakingen voor groene, sociale en duurzame effecten invoeren om de vergelijkbaarheid, transparantie en harmonisatie van de voor dergelijke instrumenten verstrekte informatie te verbeteren en groenwassen te helpen bestrijden.

Naar een inclusiever kader voor duurzame financiering

Maatregel 2: De Commissie zal werken aan een inclusief kader voor duurzame financiering voor iedereen.

2 a): De Commissie zal retailbeleggers en kmo’s kansen bieden om toegang te krijgen tot duurzame financieringsmogelijkheden.

Groene leningen en hypotheken

·De Commissie zal de EBA verzoeken om uiterlijk in het tweede kwartaal van 2022 een advies uit te brengen over de definitie van groene retailleningen en groene hypotheken en over mogelijke ondersteunende instrumenten daarvoor.

·De Commissie zal tegen eind 2022 in het kader van de herziening van de richtlijn hypothecair krediet nagaan hoe het gebruik van energie-efficiënte hypotheken kan worden ondersteund.

·De Commissie zal een EU-brede voorlichtingscampagne voor bedrijven en huishoudens organiseren over de kenmerken en voordelen van dergelijke leningen.

·De Commissie zal de lidstaten via haar instrument voor technische ondersteuning 2 helpen capaciteitsopbouw en technisch advies te ontwikkelen ter ondersteuning van het genereren van projecten, bijvoorbeeld om advies te geven over technische en financieringsoplossingen, onder meer via groene leningproducten.

Financiële geletterdheid en beleggingsadviseurs

·Afhankelijk van een nadere beoordeling zal de Commissie stappen overwegen om de deskundigheid en kwalificaties van financiële adviseurs op het gebied van duurzaamheid te versterken, in overeenstemming met het actieplan voor de kapitaalmarktenunie.

·De Commissie zal rekening houden met duurzamefinancieringsaspecten bij de ontwikkeling van het komende gezamenlijke financiële kader van de EU/OESO-INFE voor financiële vaardigheden voor personen, te beginnen met volwassenen vanaf eind 2021.

Instrumenten en adviesdiensten voor bedrijven, met name kmo’s en exporteurs

·De Commissie zal de lidstaten technische ondersteuning aanbieden om kmo’s toegang te bieden tot adviesdiensten op het gebied van duurzaamheid in de hele EU. Het is de bedoeling dat zij vanaf 2023 toegang krijgen tot duurzame financiering met geringe administratieve lasten 3 . Deze ondersteuning zal de capaciteitsopbouw inzake duurzaamheid met het oog op de specifieke behoeften van kmo’s helpen verbeteren, ook voor rapportagedoeleinden in het kader van de EU-taxonomie.

·Om de bruikbaarheid en de toepassing van de kaders voor informatieverschaffing over duurzaamheid te vergroten, ook voor kleinere ondernemingen, heeft de Commissie onlangs een kompas voor de EU-taxonomie gepubliceerd 4 . Dit digitale instrument verleent gebruikers inzicht in het potentiële toepassingsgebied en de afstemmingsmogelijkheden en stelt hen in staat deze te beoordelen, en vergemakkelijkt de integratie van EU-taxonomiecriteria in databanken en rapportagesystemen van bedrijven.

·Met betrekking tot publiek exportkrediet 5 zal de Commissie niet alleen een eind maken aan de steun voor de kolengestookte elektriciteitssector, maar ook voorstellen de OESO-regeling te herzien om het positieve effect van de stimulansen voor klimaatvriendelijke projecten te vergroten (daarbij zal ook worden beoordeeld of de beginselen van de EU-taxonomie inzake duurzame activiteiten voor dit doel kunnen worden gebruikt).

2 b): De Commissie zal nagaan hoe de kansen kunnen worden benut die digitale technologieën bieden voor duurzame financiering.

·De Commissie zal gegevens met betrekking tot duurzame financiering opnemen in de dataruimten in het kader van de Europese datastrategie en samen met het platform voor digitale financiering reflecteren over mogelijke verdere acties om innovatieve oplossingen met behulp van digitale technologieën mogelijk te maken en aan te moedigen ter ondersteuning van kmo’s en retailbeleggers.

·De Commissie stimuleert de ontwikkeling van en investeringen in emissiearme of emissievrije datacentra en “distributed ledger”-technologieën, inclusief voor cryptoactiva, en zij zal uiterlijk in 2023 nagaan of de EU-taxonomie moet worden uitgebreid tot verdere ondersteunende activiteiten.

2 c): De Commissie zal streven naar betere bescherming tegen klimaat- en milieurisico’s door de verzekeringsdekking te vergroten en die risico’s te beperken.

·De Commissie zal Eiopa verzoeken om medio 2022 de ontwikkeling van het dashboard voor natuurrampen voort te zetten, en zij zal nagaan of het dashboard kan worden gebruikt voor de diagnostische beoordeling per lidstaat.

·De Commissie zal, met steun van de verzekeringssector, nationale en lokale autoriteiten en andere belanghebbenden, uiterlijk in 2022 een dialoog over klimaatveerkracht op gang brengen om beste praktijken uit te wisselen en manieren te zoeken om de klimaatbeschermingskloof aan te pakken en de klimaatveerkracht te vergroten, hetzij door middel van aanbevelingen, hetzij door vrijwillige verbintenissen.

·De Commissie zal de Eiopa verzoeken door te gaan met haar werkzaamheden inzake de vaststelling van goede praktijken door de verzekeringssector in de bredere context van de levering van producten (inclusief prijsstelling en afsluiting) of diensten voor het beheer van klimaatgerelateerde risico’s door klanten. De Eiopa moet bijzondere aandacht besteden aan innovatieve oplossingen en hun potentiële risico’s of de mogelijkheden voor een ruimer gebruik ervan.

·Op basis van de werkzaamheden van Eiopa zal de Commissie overwegen of wetgevende dan wel niet-wetgevende maatregelen inzake prudentiële of andere regels de toepassing van de vastgestelde goede praktijken zouden kunnen vergemakkelijken.

2 d): De Commissie zal geloofwaardige sociale investeringen ondersteunen.

·Vóór december 2022 zal de Commissie met de ETA’s overleggen om de technische reguleringsnormen in het kader van de SFDR te herzien en om duidelijkheid te verschaffen over indicatoren die betrekking hebben op de belangrijkste negatieve effecten in verband met klimaat en milieu, maar ook over de belangrijkste negatieve effecten inzake sociale en personeelsaangelegenheden, eerbiediging van de mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping.

·De Commissie zal tegen eind 2021 een verslag publiceren over een sociale taxonomie, zoals de taxonomieverordening voorschrijft.

·De Commissie zal in 2021 een initiatief voor duurzame corporate governance indienen.

2 e): De Commissie zal werken aan groene begrotings- en risicodelingsmechanismen.

·De Commissie zal de methoden versterken voor het traceren van uitgaven voor klimaat en biodiversiteit, en steun verlenen aan lidstaten die hun nationale begroting willen ombuigen naar groene prioriteiten.

·De Commissie zal in de aanloop naar de COP 26 een jaarlijkse inaugurele top over duurzame investeringen organiseren.

De veerkracht van de financiële sector en zijn bijdrage aan duurzaamheid verbeteren: het perspectief van dubbele materialiteit

Maatregel 3: Om de economische en financiële veerkracht ten aanzien van duurzaamheidsrisico’s te verhogen, zal de Commissie verdere stappen ondernemen op het gebied van boekhouding, kredietratings, microprudentiële en macroprudentiële regelgeving.

3 a): De Commissie zal streven naar standaarden voor financiële verslaglegging die de normen voor duurzaamheidsrisico’s op passende wijze weerspiegelen, en zij zal de boekhouding van natuurlijk kapitaal aanmoedigen.

·De Commissie zal samen met de EFRAG, de ESMA en de IASB nagaan hoe de normen voor financiële verslaglegging relevante duurzaamheidsrisico’s optimaal kunnen weergeven.

·Om de ontwikkeling van normen voor de beoordeling van natuurlijk kapitaal in de EU en wereldwijd aan te moedigen, voert de Commissie ook haar samenwerking met de sector op met betrekking tot de boekhouding van biodiversiteit en van natuurlijk kapitaal.

3 b): De Commissie zal actie ondernemen om ervoor te zorgen dat relevante ESG-risico’s op transparante wijze en systematisch in ratings en ratingoutlooks worden opgenomen.

·De Commissie verzoekt de ESMA om:

ouiterlijk in het derde kwartaal van 2022 haar beoordeling te geven over de uitvoering van de geactualiseerde richtsnoeren ter verbetering van de openbaarmaking van informatie over de wijze waarop ESG-factoren in ratings en ratingoutlooks in aanmerking worden genomen;

ouiterlijk in het tweede kwartaal van 2022 haar bevindingen mee te delen over de wijze waarop ESG-factoren door ratingbureaus in hun methodologieën worden verwerkt.

·Afhankelijk van de bevindingen van de ESMA en de resultaten van een effectbeoordeling zal de Commissie uiterlijk in het eerste kwartaal van 2023 actie ondernemen om ervoor te zorgen dat relevante ESG-risico’s systematisch in ratings worden opgenomen en om de transparantie over de opneming van ESG-risico’s door ratingbureaus in ratings en ratingoutlooks te verbeteren.

3 c): De Commissie zal wijzigingen in de VKV en RKV voorstellen om ervoor te zorgen dat ESG-factoren consequent worden opgenomen in de risicobeheersystemen van banken.

Risicobeheer en toezichtbevoegdheden

·Bij de komende herziening van de VKV/RKV zal de Commissie voor de Europese Bankautoriteit bindende vereisten en mandaten inzake de integratie van ESG-risico’s in de risicobeheerregels voor banken voorstellen en de toezichthouders ertoe verplichten ervoor te zorgen dat banken ESG-risico’s adequaat beheren, rekening houdend met de verschillende soorten duurzaamheidsrisico’s (ecologisch, sociaal en governance). Hierbij zal het gaan om verbeteringen en de invoering van een nieuw mandaat voor de EBA om richtsnoeren uit te vaardigen voor het identificeren, meten, beheren en monitoren van ESG-risico’s door banken.

·De Commissie zal voorstellen om toezichthoudende autoriteiten uitdrukkelijk te machtigen ESG-risico’s op te nemen in de procedure van toetsing en evaluatie door de toezichthouder (SREP).

·De banken zelf zullen ook interne stresstests moeten uitvoeren om hun veerkracht tegen klimaatveranderingsrisico’s en negatieve langetermijneffecten te testen. De Commissie zal de EBA opdracht geven hierover richtsnoeren uit te vaardigen.

Risicoverschillen en kapitaalvereisten

·De Commissie zal voorstellen te erkennen dat maatregelen om de energie-efficiëntie van een hypotheekonderpand te verbeteren, kunnen worden geacht de waarde van vastgoed onmiskenbaar te doen toenemen.

·De Commissie zal voorstellen de opdracht van de EBA om na te gaan of een specifieke prudentiële behandeling van blootstellingen betreffende hoofdzakelijk met ecologische en/of sociale doelstellingen verband houdende activa en activiteiten gerechtvaardigd is, met twee jaar te vervroegen tot 2023.

Openbaarmaking en rapportage

·De Commissie zal nagaan of informatie over de duurzame activiteiten van financiële instellingen en hun blootstellingen aan ESG-risico’s in de prudentiële rapportage moet worden opgenomen.

·De Commissie zal de openbaarmakingsvereisten met betrekking tot milieurisico’s uitbreiden tot een groter geheel van banken, volgens een evenredige aanpak om onnodige lasten voor kleine banken te vermijden.

3 d): De Commissie zal bij de komende herziening van de Solvabiliteit II-richtlijn (2021) wijzigingen voorstellen om duurzaamheidsrisico’s consequent in het prudentiële kader voor verzekeraars te integreren.

Risicobeheer

·Om het beheer van duurzaamheidsrisico’s in de verzekeringssector te verbeteren, zullen verzekeraars verplicht zijn voor prudentiële doeleinden een analyse van het “klimaatveranderingsscenario” te verrichten.

Risicoverschillen en kapitaalvereisten

·Bij de komende herziening van Solvabiliteit II zal de Commissie voorstellen Eiopa opdracht te geven om na te gaan of een specifieke prudentiële behandeling van blootstellingen betreffende hoofdzakelijk met ecologische en/of sociale doelstellingen verband houdende activa en activiteiten uiterlijk in 2023 gerechtvaardigd zou zijn.

·Bovendien zal de Commissie voorstellen Eiopa opdracht te geven de doeltreffendheid van de huidige prudentiële regeling te beoordelen, met name wat betreft de allocatie van activa en het daaruit voortvloeiende effect op de kapitaalkosten van ondernemingen die actief zijn in sectoren met een verschillende koolstofintensiteit.

·Op basis van de werkzaamheden van Eiopa zal de Commissie overwegen of gedelegeerde handelingen in het kader van Solvabiliteit II moeten worden gewijzigd.

3 e): De Commissie zal haar inspanningen opvoeren om potentiële systeemrisico’s als gevolg van uitdagingen inzake houdbaarheid te monitoren en aan te pakken, teneinde de financiële stabiliteit op lange termijn te handhaven en systeemrisico’s te beperken.

Monitoring van risico’s voor de financiële stabiliteit

·In nauwe samenwerking met het ESRB, de ECB, de ETA’s, het EEA en de relevante nationale autoriteiten zal de Commissie klimaatgerelateerde risico’s voor de financiële stabiliteit systematisch monitoren, afhankelijk van de beschikbaarheid van gegevens en methoden, en de reikwijdte van deze monitoring uitbreiden tot andere milieurisico’s.

·Tegen eind 2023 zal de Commissie een verslag indienen over deze risico’s voor de financiële stabiliteit en de waarschijnlijke ontwikkeling ervan, zo nodig met voorstellen voor verdere beleidsmaatregelen.

·Uiterlijk in 2022 zal de Commissie een verslag opstellen om een methodologisch kader te presenteren en de potentiële financiële risico’s in verband met biodiversiteitsverlies en aftakeling van ecosystemen op micro- en macroniveau te beoordelen, en na te gaan welke wijzigingen van het beleid inzake duurzame financiering eventueel nodig zijn.

Stresstests voor toezichtdoeleinden

·De Commissie zal de ETA’s opdracht geven en de ECB verzoeken regelmatig stresstests op het gebied van klimaatverandering of scenarioanalyses uit te voeren en daarbij respectievelijk een bottom-up- en een top-downbenadering te volgen.

·Daarnaast zal de Commissie de ETA’s opdracht geven en de ECB verzoeken op EU-niveau in de hele financiële sector eenmalig een gecoördineerde bottom-up- en top-downstresstest op het gebied van klimaatverandering uit te voeren om de veerkracht van de financiële sector te beoordelen in overeenstemming met het Fit-for-55-pakket. Het jaar, de reikwijdte en de sectorspecifieke aspecten van deze operatie zullen door de ETA’s en de ECB worden bepaald.

·De Commissie zal de ETA’s opdracht geven om de door toezichthouders en onder toezicht staande entiteiten in hun specifieke sectoren te gebruiken methoden, parameters en scenario’s voor bottom-up-klimaatstresstests verder te ontwikkelen, en zij zal de ECB verzoeken de methoden, parameters en scenario’s voor top-down-klimaatstresstests met steun van het ESRB verder te ontwikkelen en daarbij gebruik te maken van de lopende werkzaamheden van het NGFS. Aan deze praktijk zal ruime bekendheid worden gegeven zodat toezichthouders en financiële instellingen snel van elkaar kunnen leren.

·De Commissie zal analyseren hoe de bij stresstests of scenarioanalyses aan het licht gekomen risico’s kunnen worden geïntegreerd in regelgeving en toezicht op micro- en macroprudentieel gebied.

Macroprudentiële instrumenten

·Met inbreng van het ESRB, de ECB en de EBA zal de Commissie in het kader van de aanstaande herziening van het macroprudentiële kader voor banken nagaan of het huidige macroprudentiële instrumentarium geschikt is om klimaatgerelateerde risico’s voor de financiële stabiliteit aan te pakken.

·Op middellange termijn is de Commissie voornemens overwegingen inzake systeemrisico bij uitbreiding ook te hanteren voor milieugerelateerde financiële risico’s, inclusief in geval van niet-bancaire financiële intermediairs, en de behandeling van activa waarvan de milieublootstellingen onbekend zijn, te beoordelen.

Maatregel 4: De Commissie zal zich inspannen om de bijdrage van de financiële sector aan de duurzaamheidsdoelstellingen te verbeteren.

4 a): De Commissie zal wetenschappelijk gefundeerde doelstellingen, openbaarmaking en monitoring van de verbintenissen van de financiële sector versterken.

Openbaarmaking en rapportage

·Het CSRD-voorstel en de bijbehorende door EFRAG uit te werken norm zouden financiële instellingen, waaronder banken, beleggers en verzekeraars ertoe verplichten openbaarheid te geven aan hun transitie- en decarbonisatieplannen en de wijze waarop zij hun ecologische voetafdruk denken te verkleinen.

·Voortbouwend op de technische reguleringsnorm in het kader van de SFDR zal de Commissie trachten de openbaarmaking en de doeltreffendheid van decarbonisatiemaatregelen van financiëlemarktdeelnemers voor alle financiële producten te versterken.

Duurzaamheidstoezeggingen  

·In dit verband zijn vrijwillige toezeggingen van financiële instellingen wereldwijd om strategische, wetenschappelijk gefundeerde klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen vast te stellen, eveneens lovenswaardig als eerste stap. In afwachting van mogelijke verdere beleidsmaatregelen op dit gebied zal de Commissie onderzoeken in hoeverre meer richtsnoeren mogelijk zijn om de geloofwaardigheid van dergelijke vrijwillige toezeggingen te waarborgen, en zal zij erop toezien of er in de EU mettertijd vooruitgang wordt geboekt. In dit stadium kunnen financiële instellingen gebruikmaken van de EU-taxonomie en andere instrumenten voor duurzame financiering om op het niveau van de entiteit of in hun portefeuille vorderingen te boeken bij de verwezenlijking van hun plannen.

4 b): De Commissie zal de fiduciaire verplichtingen en de rentmeesterschapsregels voor beleggers verduidelijken om de bijdrage van de financiële sector aan de doelstellingen van de Green Deal weer te geven.

Fiduciaire verplichtingen

·Vóór de herziening van de IBPV II-richtlijn zal de Commissie de Eiopa verzoeken het pensioenkader te analyseren, met name om:

ona te gaan of er behoefte aan is het begrip “langetermijnbelangen van deelnemers en pensioengerechtigden” te verruimen en het begrip “dubbele materialiteit” in te voeren, rekening houdend met de duurzaamheidsvoorkeuren van deelnemers en pensioengerechtigden en de bredere maatschappelijke en ecologische doelstellingen; en

ona te gaan of de “prudent person”-regel moet worden verduidelijkt en/of naar mogelijke manieren moet worden gezocht om de integratie van duurzaamheidseffecten in beleggingsbeslissingen verplicht te stellen. 

·In samenwerking met de ETA’s en voortbouwend op de wijzigingen in de regels inzake fiduciaire verplichtingen die met het pakket van april 2021 zijn ingevoerd, zal de Commissie de merites van verdere wijzigingen overwegen om financiëlemarktdeelnemers en adviseurs in staat te stellen systematisch rekening te houden met de positieve en negatieve duurzaamheidseffecten van de producten waarover zij adviseren en van hun beleggingsbeslissingen, waaronder voor icbe’s en entiteiten die onder MIFID II, de AIFM-richtlijn en de richtlijn verzekeringsdistributie vallen. Een dergelijke herziening zou zich in samenhang met de mogelijke herziening van de fiduciaire verplichtingen via IBPV II ontvouwen.

Rentmeesterschap en betrokkenheid

·De richtlijn aandeelhoudersrechten (SRD II) biedt een minimumbasis voor rentmeesterschapsactiviteiten, doeltreffend rentmeesterschap en besluitvorming over langetermijninvesteringen. Rekening houdend met het feit dat de SRD II uiterlijk in 2023 wordt herzien, zal de Commissie nagaan hoe SRD II beter rekening kan houden met effectoverwegingen en wereldwijde beste praktijken op het gebied van richtsnoeren voor rentmeesterschap. 

·De Commissie zal de ETA’s en de nationale regelgevende instanties verzoeken verdere richtsnoeren te ontwikkelen om ervoor te zorgen dat "in onderling overleg handelen" niet verhindert dat beleggers zich gezamenlijk kunnen inzetten rond gemeenschappelijke duurzaamheidsdoelstellingen 6 .

4 c): De Commissie zal maatregelen nemen om de beschikbaarheid, integriteit en transparantie van ESG-marktonderzoek en -ratings te verbeteren.

·De Commissie zal uiterlijk in het vierde kwartaal van 2021 een gerichte openbare raadpleging organiseren over de werking van de markt voor ESG-ratings.

·Afhankelijk van een effectbeoordeling zal de Commissie actie ondernemen om de betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van ESG-ratings uiterlijk in het eerste kwartaal van 2023 te verbeteren.

·De Commissie kan bepaalde aspecten van ESG-onderzoek beoordelen om te beslissen of het noodzakelijk is op te treden en welke maatregelen passend zijn.

Maatregel 5: De Commissie zal toezicht houden op een ordelijke transitie en de integriteit van het financiële stelsel van de EU waarborgen.

5 (a): De Commissie zal toezichthouders in staat stellen om groenwassen aan te pakken.

·De Commissie zal in samenwerking met de ETA’s beoordelen of de toezichtbevoegdheden, -capaciteiten en -verplichtingen van de bevoegde autoriteiten alsook de door de bevoegde autoriteiten genomen handhavingsmaatregelen geschikt zijn voor het beoogde doel om groenwassen doeltreffend te bestrijden. Hieronder valt ook de monitoring van het risico van groenwassen uitgeoefend door de ETA’s en de bevoegde autoriteiten.

·Als onderdeel van deze beoordeling zal de ETA’s worden verzocht na te gaan – met een verslag daarover aan de Commissie – of het huidige instrumentarium voor toezicht en handhaving waarover de bevoegde autoriteiten beschikken voor het monitoren, onderzoeken en bestraffen van groenwassen, in de hele EU efficiënt, consistent en afschrikkend genoeg is en of het geschikt is om mogelijke groenwasrisico’s gedurende de gehele levenscyclus van het product op te sporen.

·Vervolgens zal de Commissie overwegen of verdere stappen nodig zijn om te zorgen voor een toereikend en consistent niveau van toezicht en handhaving in de hele EU. De Commissie zal de noodzaak van een sterkere rol van coördinatie en convergentie door de ETA’s of andere wijzigingen in de EU-wetgeving overwegen.

5 b): De Commissie zal een robuust monitoringkader ontwikkelen om de door het financiële stelsel van de EU geboekte vooruitgang te meten.

·Om te beoordelen in hoeverre de financiële sector in de EU op één lijn zit, zal de Commissie in samenwerking met het platform voor duurzame financiering een robuust monitoringkader en een reeks indicatoren ontwikkelen om kapitaalstromen naar duurzame beleggingen te meten.

·De Commissie zal de lidstaten bijstaan om de investeringskloof te beoordelen en de vooruitgang te meten die hun financiële sector heeft geboekt bij de aanpassing aan onze klimaat- en milieudoelstellingen. Daartoe zal de Commissie de lidstaten uiterlijk in juni 2023 verzoeken een beoordeling op te stellen van de mate waarin hun financiële markten aan de klimaat- en milieudoelstellingen voldoen. Deze beoordeling moet betrekking hebben op banken, vermogensbeheerders, pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen.

·Met het oog op een betere beoordeling van de investeringskloof om aan onze klimaat- en milieudoelstellingen te voldoen, zal de Commissie uiterlijk in het eerste kwartaal van 2023 een gedetailleerde analyse van de investeringsbehoeften en de investeringskloof uitvoeren, rekening houdend met evoluerende wetgevingsvoorstellen en toekomstige onderzoeken naar de investeringsbehoeften.

·Op basis van het bovenstaande zal de Commissie tegen eind 2023 een geconsolideerd verslag indienen over de stand van zaken met betrekking tot de transitie van de financiële markten van de EU. Daarnaast zal de Commissie tegen eind 2023 het effect van de EU-agenda voor duurzame financiering beoordelen.

5 c): De Commissie zal de samenwerking tussen de autoriteiten verbeteren om te werken aan een gemeenschappelijke aanpak voor het toezicht op een ordelijke transitie, en zij zal monitoren of het financiële stelsel van de EU strookt met de doelstellingen van de Green Deal.

·Uiterlijk in 2022 zal de Commissie haar samenwerking met de ECB, het ESRB, de ETA’s en het EEA versterken om een gemeenschappelijke methodologische basis te ontwikkelen en het perspectief van dubbele materialiteit op consistente en coherente wijze in het hele financiële stelsel van de EU te integreren.

·Deze samenwerking moet tussentijdse doelstellingen voor de financiële sector helpen vaststellen en meer inzicht bieden of de geboekte en toekomstige vooruitgang toereikend is, om zo waar nodig meer coöperatieve beleidsmaatregelen door alle betrokken overheidsinstanties te vergemakkelijken. Dit kan leiden tot het aanbevelen van beleidsmaatregelen, instrumenten en methodologieën voor de uitvoering van toekomstgerichte aanpassingsstrategieën en het aanpakken van risico’s voor de financiële stabiliteit, ten behoeve van toezichthouders, regelgevers en entiteiten uit de financiële sector in de EU.

5 d): De Commissie zal het onderzoek naar en de overdracht van kennis over duurzame financiering versterken. 

·De Commissie zal een onderzoeksforum voor duurzame financiering oprichten om de rol van de wetenschap en het delen van kennis tussen de financiële sector en de onderzoeksgemeenschap te versterken.

·Het onderzoeksforum voor duurzame financiering zal de taak krijgen meer bekendheid te geven aan het gebruik van duurzaamheidsgerelateerde wetenschappelijke, onderzoeks- en innovatiegegevens van EU-financieringsprogramma’s voor O&I, meer belangstelling van beleggers te wekken voor onderzoek naar duurzaamheid en de uitwisseling van kennis tussen onderzoekers en de financiële gemeenschap te versterken. 

Wereldwijde ambitie bevorderen

Maatregel 6: De Commissie zal zich ertoe verbinden een hoog niveau van ambitie vast te stellen bij de ontwikkeling van internationale initiatieven en normen voor duurzame financiering, waarbij het concept van dubbele materialiteit en ondersteuning van de partnerlanden van de EU wordt omhelsd.

6 (a): De Commissie zal op internationale fora een ambitieuze consensus bevorderen.

·Voortbouwend op deze strategie zal de Commissie een hoog ambitieniveau vaststellen bij de ontwikkeling van internationale initiatieven en normen voor duurzame financiering, met name door te pleiten voor mainstreaming van het concept van dubbele materialiteit en overeenstemming te zoeken over gemeenschappelijke doelstellingen en beginselen voor duurzame taxonomieën.

·De Commissie zal pleiten voor de ontwikkeling van een solide internationale governance op het gebied van duurzame financiering en voorstellen het mandaat van de Raad voor financiële stabiliteit uit te breiden en daarin het perspectief van dubbele materialiteit op te nemen.

·De Commissie verzoekt alle internationale partners de samenwerking op het gebied van duurzame financiering te verdiepen, met name om de particuliere sector uit te rusten met bruikbare instrumenten en maatstaven, zoals taxonomieën.

6 b): De Commissie zal voorstellen de werkzaamheden van het IPSF te intensiveren en te verdiepen.

·In het najaar van 2021 zal het IPSF de volgende documenten publiceren:

oeen verslag over een gemeenschappelijke taxonomie, waarin de gemeenschappelijke elementen van de bestaande, door overheidsinstanties ontwikkelde taxonomieën worden uiteengezet;

oeen verslag over informatieverschaffing inzake duurzaamheid om een alomvattende vergelijking van de vereisten voor ondernemingen, vermogensbeheerders en institutionele beleggers te bieden;

ozijn jaarverslag.

·Daarnaast zal het IPSF verslag uitbrengen over zijn werkzaamheden met betrekking tot een “gemeenschappelijke taxonomie” door “nieuwe” taxonomieën op te nemen naarmate die door zijn aangesloten jurisdicties worden ontwikkeld, en over informatieverschaffing over duurzaamheid.

·De Commissie zal het IPSF voorstellen zijn werkzaamheden uit te breiden tot nieuwe aangelegenheden, zoals de financiering van biodiversiteit en transitie.

·De Commissie zal een sterkere governancestructuur voor het IPSF voorstellen.

·Om ervoor te zorgen dat dit in de praktijk effect sorteert, zal de Commissie voorstellen nauwere samenwerking en interactie tussen het IPSF en de particuliere sector te ontwikkelen.

6 c): De Commissie zal lage- en middeninkomenslanden ondersteunen om hun een bredere toegang tot duurzame financiering te verlenen.

·De Commissie zal een alomvattende strategie ontwikkelen om de duurzame financiering in onze partnerlanden te helpen versterken. Daartoe zal een speciale deskundigengroep op hoog niveau worden opgericht om te inventariseren welke uitdagingen en kansen duurzame financiering in onze partnerlanden meebrengt. De deskundigengroep zal de Commissie ook aanbevelingen doen om de particuliere geldstromen ter versnellen met het oog op de uitvoering van de externe dimensie van de Green Deal en een groen, rechtvaardig en veerkrachtig herstel in onze partnerlanden.

·De Commissie zal ook steun verlenen aan inspanningen om de financieringsinstrumenten voor duurzaamheid op te schalen en beter te helpen opbouwen wereldwijd, met name via het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) “Europa in de wereld” en haar nieuw Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO+), alsook het instrument voor pretoetredingssteun (IPA).

Verklarende woordenlijst

AIFM-richtlijn

richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen

KPI

kernprestatie-indicator

CRA

ratingbureaus

MCD

richtlijn hypothecair krediet

VKV/RKV

verordening kapitaalvereisten/richtlijn kapitaalvereisten

MIFID

richtlijn markten voor financiële instrumenten

CSRD

richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven

NBA’s

nationale bevoegde autoriteiten

DLT

“distributed ledger”-technologieën

NEKP

nationale energie- en klimaatplannen

EBA

Europese Bankautoriteit

NFRD

richtlijn niet-financiële rapportage

ECB

Europese Centrale Bank

NGFS

netwerk van centrale banken en toezichthouders voor de vergroening van het financiële stelsel

EEA

Europees Milieuagentschap

OESO

Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling

EFRAG

European Financial Reporting Advisory Group

PSF

platform voor duurzame financiering

EGD

Europese Green Deal

O&I

onderzoek en innovatie

Eiopa

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

RSFS

vernieuwde strategie voor duurzame financiering

ETA’s

Europese toezichthoudende autoriteiten

SFDR

verordening informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector

ESAP

centraal Europees toegangspunt voor financiële en niet-financiële informatie

SFSG

Sustainable Finance Study Group

ESG

Ecologische, sociale en governancecriteria

SDG’s

Duurzameontwikkelingsdoelstellingen

ESMA

Europese Autoriteit voor effecten en markten

kmo’s

kleine en middelgrote ondernemingen

ESRB

Europees Comité voor systeemrisico’s

SREP

procedure voor toetsing en evaluatie door de toezichthouder

Eu GB

Europese groene obligatie

TCFD

Task Force on Climate-related Financial Disclosures

IDD

richtlijn verzekeringsdistributie

icbe’s

instellingen voor collectieve belegging in effecten

IFRS

internationale standaard voor financiële verslaglegging

TEG

technische deskundigengroep voor duurzame financiering

IBPV

instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening

IPSF

internationaal platform voor duurzame financiering

(1)

Volgens de koers die is uitgezet in de mededeling over EU-Taxonomie, duurzaamheidsrapportage door bedrijven, duurzaamheidsvoorkeuren en fiduciaire verplichtingen: Financiering sturen in de richting van de Europese Green Deal, COM(2021) 188 final van 21.4.2021.

(2)

De Commissie zal deze steun verlenen via haar instrument voor technische ondersteuning uit hoofde van Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning (PB L 57 van 18.2.2021).

(3)

De Commissie zal deze steun verlenen via haar instrument voor technische ondersteuning uit hoofde van Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning (PB L 57 van 18.2.2021).

(4)

Zie hier .

(5)

Exportkredieten zijn door de overheid gesteunde financiële instrumenten die door nationale exportkredietinstellingen worden verstrekt. Zie Trade Policy Review .

(6)

 Europese Autoriteit voor effecten en markten, publieke verklaring met informatie over de samenwerking tussen aandeelhouders en in onderling overleg handelen in het kader van de overnamerichtlijn, ESMA/2014/677-REV, 8.1.2019, die  hier te vinden is.

Top