Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017PC0763

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot machtiging tot het openen van onderhandelingen over een partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan

COM/2017/0763 final

Straatsburg, 12.12.2017

COM(2017) 763 final

Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot machtiging tot het openen van onderhandelingen over een partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan


TOELICHTING

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Dit initiatief heeft tot doel de partnerschapsovereenkomst met de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) te hernieuwen. Momenteel vallen deze betrekkingen onder de partnerschapsovereenkomst van Cotonou (CPA), waarin is bepaald dat de partijen achttien maanden vóór het aflopen van de overeenkomst in februari 2020 onderhandelingen moeten aanknopen.

Met dit voorstel wordt gestreefd naar het sluiten van een brede overeenkomst met de huidige 79 landen die ondertekenaars zijn van de CPA. Hierbij wordt de aandacht toegespitst op de behartiging van zowel gemeenschappelijke belangen als specifieke EU-belangen (bv. migratie, vrede en veiligheid, investeringen), waarbij dus verder wordt gegaan dan de "universele" benadering en sterker wordt afgeweken van het model donor-ontvanger.

Uitgaande van de positieve resultaten en zwakke punten van de huidige CPA en tegelijkertijd rekening houdende met de gewijzigde context en het huidige EU-beleid en in het kader van een langetermijnperspectief na 2020 heeft de EU overkoepelende strategische belangen vastgesteld die moeten worden nagestreefd. Hierbij gaat het om: 1) een politiek partnerschap smeden dat moet bijdragen tot vreedzame, stabiele, goed bestuurde, welvarende en veerkrachtige staten en samenlevingen; 2) snellere vorderingen boeken bij de verwezenlijking van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen; 3) doeltreffende allianties tot stand brengen in een internationaal kader om mondiale acties voort te stuwen. Deze doelstellingen worden specifieker afgebakend voor elk prioritair beleidsterrein.

Om vooruitgang te boeken bij de verwezenlijking van deze doelstellingen, moet de langetermijnrelatie die in alle opzichten aanzienlijk is veranderd, opnieuw worden herzien om geschikt te zijn voor het beoogde doel. Hierbij moeten de zeer sterke grondslagen die in de loop der jaren tot stand zijn gebracht, volledig gehandhaafd en verder uitgebouwd worden. In dit verband is het van het grootste belang om volledig rekening te houden met de versterkte regionale netwerken en trends die in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan tot stand zijn gekomen.

Derhalve is het de bedoeling een nieuwe overeenkomst uit te werken die bestaat uit drie regionale pacten met een gemeenschappelijke grondslag. Het zwaartepunt ligt bij de regionale pacten, waarbij regiospecifieke prioriteiten worden vastgesteld ten aanzien van landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan. In de gemeenschappelijke grondslag, die geldt voor alle leden van het partnerschap, zijn de algemene doelstellingen, beginselen en prioriteiten opgenomen, hetgeen moet resulteren in meer samenwerking op internationaal niveau.

De regionale pacten worden protocollen bij de overeenkomst en voorzien in een breed rechtskader van de betrekkingen. Tegelijkertijd moet de overeenkomst voorzien in een flexibele aanpassing aan veranderende omstandigheden door de toepassing van een vereenvoudigde procedure voor de herziening van de drie regionale pacten. De versterkte rol van de (sub)regionale organisaties moet worden erkend en ondersteund binnen het partnerschap. In het bijzonder bij het beheer van de regionale pacten moet hiermee rekening worden gehouden.

Andere landen, die dezelfde waarden delen en bijdragen tot het verwezenlijken van de doelstellingen van het partnerschap kunnen in uiteenlopende mate bij het partnerschap betrokken zijn of ertoe toetreden. Dit is bijvoorbeeld in het bijzonder relevant met het oog op de versterking van de benadering waarbij Afrika als één geheel wordt behandeld, met respect voor de bestaande bilaterale associatieovereenkomsten met Noord-Afrikaanse landen. De rol van zowel het maatschappelijk middenveld als de particuliere sector wordt versterkt, niet alleen binnen het partnerschap, maar ook als cruciale actoren om een inclusieve duurzame ontwikkeling in hun desbetreffende landen en regio's tot stand te brengen. Deze ontwikkeling wordt weerspiegeld in een meer afgeslankte en gestroomlijnde institutionele structuur.

Er zij op gewezen dat de brede overeenkomst die wordt nagestreefd, de relaties met de partnerlanden op alle politieke niveaus omkadert, zowel nationaal als (sub)regionaal als op het niveau van het partnerschap en dat het nationale niveau nog steeds de meeste doorslag geeft, ook in het licht van het subsidiariteitsbeginsel. Net zoals andere overeenkomsten is de overeenkomst niet beperkt in de tijd, maar wordt voorzien in de mogelijkheid om de overeenkomst op verzoek van een van de partijen te beëindigen.

De partnerlanden hebben hun ambitie kenbaar gemaakt om een hernieuwde juridisch bindende partnerschapsovereenkomst met de EU te sluiten, die stoelt op de grondslagen die in de huidige CPA zijn vastgelegd. Voorts hebben de partnerlanden tijdens contacten kenbaar gemaakt dat zij in het algemeen positief stonden tegen de voorgestelde versterking van de regionale benadering.

Het is in het belang van de EU en haar partners om de onderhandelingen tijdig af te sluiten om een politiek vacuüm na 2020 te voorkomen.

Het is noodzakelijk om een onderhandelingsteam samen te stellen, dat bestaat uit de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. Het onderhandelingsteam moet geleid worden door de Commissie in samenspraak met de hoge vertegenwoordiger. Naast de desbetreffende diensten van de Commissie zal met name ook de Europese Dienst voor extern optreden deel uitmaken van het onderhandelingsteam.

Overeenkomstig artikel 18, lid 4, VEU, ziet de hoge vertegenwoordiger/vice-voorzitter toe op de samenhang en coördinatie van het externe optreden van de Unie met betrekking tot deze complexe onderhandelingen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het huidige voorstel voor een brede overeenkomst is volledig in overeenstemming met het desbetreffende EU-beleid.

In overeenstemming met de integrale strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie wordt met dit voorstel de bevordering beoogd van een aantal universele en ondeelbare waarden, een integrale benadering van conflicten en crisissituaties, en specifieke maatregelen die gericht zijn op de bestrijding van terrorisme en radicalisering, hetgeen uiteindelijk zal bijdragen tot de opbouw van vreedzame, stabiele, goed bestuurde en veerkrachtige staten en maatschappijen. Voorts wordt met dit voorstel de noodzaak benadrukt om doeltreffende allianties tot stand brengen in een internationaal kader, met het onderliggende beginsel van multilaterale samenwerking. Ten slotte wordt met het voorstel ernaar gestreefd de cruciale rol van dialoog op alle politieke niveaus te handhaven en te versterken. In overeenstemming met de herziene Europese consensus inzake ontwikkeling krijgen het behalen van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, en in het bijzonder armoedebestrijding, een centrale plaats in het nieuwe partnerschap.

Met het voorstel wordt ook voortgebouwd op bestaande strategieën (met inbegrip van daaropvolgende ontwikkelingen) voor de relaties tussen de EU en verschillende ACS-regio's - in het bijzonder de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU (JAES) van 2007, de gezamenlijke strategie voor een partnerschap tussen de EU en het Caribisch gebied van 2012 en de strategie voor een versterkt partnerschap met de eilanden in de Stille Oceaan van 2006. Met de drie voorgestelde pacten worden deze strategieën eigenlijk vervangen en geactualiseerd.

In overeenstemming met de bestaande bepalingen op het vlak van handelsbeleid wordt met het voorstel gestreefd naar de totstandkoming van nieuwe economische kansen voor duurzame groei, blauwe en groene en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en het stimuleren van buitenlandse directe investeringen.

In overeenstemming met de bestaande bepalingen op het vlak van migratiebeleid bevat het voorstel een brede, op mensenrechten gebaseerde benadering van migratie en mobiliteit. Hierbij wordt gestreefd naar een betere organisatie van legale migratie, de bevordering van een goed beheerde mobiliteit - waarbij het effect van migratie en mobiliteit op ontwikkeling wordt geoptimaliseerd en irreguliere migratie wordt voorkomen en bestreden - de uitroeiing van de mensenhandel en de oprichting van een mechanisme voor daadwerkelijke terugkeer en overname.

In overeenstemming met de bestaande bepalingen op het vlak van milieubeleid wordt met het voorstel gewezen op de noodzaak om snel en met de nodige vaart op te treden om milieuaantasting en klimaatverandering aan te pakken, die belangrijke bedreigingen vormen voor het behalen van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen en het overleven van volledige bevolkingsgroepen.

Het voorstel is ook volledig in overeenstemming met een aantal andere EU-beleidsmaatregelen die verband houden met de vastgestelde prioriteiten, zoals energie, onderwijs, werkgelegenheid en onderzoek en innovatie.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De classificatie van een internationale overeenkomst kan slechts tot stand komen na afloop van de onderhandelingen op basis van de inhoud en doelstellingen van de overeenkomst. Derhalve dient de Commissie haar aanbeveling in voor een besluit van de Raad om onderhandelingen te openen op basis van artikel 218, leden 3 en 4, VWEU, die de procedurele rechtsgrondslag vormen.

Subsidiariteit

Zowel op korte als lange termijn wordt Europa geconfronteerd met een aantal uitdagingen en kansen, die een collectief optreden en gezamenlijke inspanningen vereisen op een breed scala van interne en externe beleidsterreinen. Dankzij haar brede waaier aan beleidsmaatregelen en instrumenten bevindt de EU zich in een goede positie om het hoofd te bieden aan deze problemen en toekomstige kansen te benutten.

Actie op EU-niveau biedt een meerwaarde door een politieke en economische hefboomwerking tot stand te brengen. Het wereldwijde netwerk van EU-delegaties zorgt bijvoorbeeld voor een aanwezigheid in landen waar talrijke lidstaten niet vertegenwoordigd zijn. Het EU-niveau is bijzonder geschikt om strategische allianties tot stand te brengen met het grote aantal leden van het partnerschap om wereldwijde actie voort te stuwen in overeenstemming met de belangen van de EU. Opgemerkt dient te worden dat sommige beleidsterreinen, met name het handelsbeleid, een exclusieve bevoegdheid van de EU zijn.

Met het voorstel wordt bovendien de interne inzet van de EU voor het beginsel van subsidiariteit uitgebreid tot het partnerschap. Om duplicatie of overlapping tussen de verschillende kaders en structuren te voorkomen, is het de bedoeling dat de maatregelen op het meest aangewezen politieke niveau worden genomen.

Evenredigheid

Met dit initiatief worden de doelstellingen van het externe optreden van de Unie als omschreven in artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie nagestreefd en wordt bijgedragen tot de politieke prioriteit van "een krachtiger rol van de EU op het wereldtoneel". Dit spoort met de bepaling in de integrale EU-strategie om met andere partners samen te werken en de externe partnerschappen van de EU op een verantwoorde wijze te vernieuwen om aldus de externe prioriteiten van de EU te verwezenlijken. Met het voorstel worden geen nieuwe structuren opgericht. Evenmin worden aan de EU extra lasten opgelegd. Integendeel, het voorstel stroomlijnt bestaande instellingen, procedures en instrumenten en bevordert de interactie tussen de verschillende beleidsniveaus 1 .

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Met een diepgaande evaluatie werden de resultaten van de eerste 15 jaar van de CPA beoordeeld.

Er werd goede vooruitgang geboekt met betrekking tot de politieke dialoog op nationaal en regionaal niveau, waardoor cruciale elementen in de ACS-landen konden worden versterkt. De CPA heeft geresulteerd in een toename van het wederzijdse begrip en de samenwerking op het vlak van veiligheidsvraagstukken. Met de CPA werd ook een eerste stap gezet naar een nauwere samenwerking op vlak van migratie, hetgeen het pad heeft geëffend voor de processen van Rabat, Khartoem en Valletta. Het handelsverkeer is aanzienlijk toegenomen - de economische partnerschapsovereenkomsten (EPO's) zijn het belangrijkste resultaat van de overeenkomst. Voorts is aanzienlijke vooruitgang geboekt inzake menselijke en sociale ontwikkeling en macro-economische stabilisatie in de ACS-landen.

Uit de evaluatie is ook gebleken hoeveel inspanningen nog steeds moesten worden geleverd om de doelstellingen van de CPA volledig te verwezenlijken. Hoewel deze doelstellingen relevant blijven, pakken zij evenwel slechts een deel van de belangrijke wijzigingen aan die de voorbije jaren wereldwijd hebben plaatsgevonden. De conclusies van de evaluatie luidden dat de algemene doelstellingen moesten worden herzien in het licht van de nieuwe uitdagingen en kansen voor de EU en haar partners. Voorts was ook een herziening van de institutionele architectuur aanbevolen, om de samenhang te verhogen tussen de verschillende beleidskaders en de besluitvorming te stroomlijnen.

Raadpleging van belanghebbenden

Een breed scala van belanghebbenden werd geraadpleegd.

Een eerste reeks consultaties werd gestart, met inbegrip van een openbare raadpleging en een uitwisseling met EU-delegaties. Met de resultaten van deze consultatieronde werd rekening gehouden bij de evaluatie van de CPA en de effectbeoordeling, die aan de basis lagen van de gezamenlijke mededeling van november 2016. Een tweede consultatieronde vond plaats na de bekendmaking van de mededeling 2016 en was deze maal hoofdzakelijk toegespitst op de besluitvormers. De opvatting dat het noodzakelijk was om die bepalingen te versterken waarmee vitale EU-belangen (in het bijzonder op het vlak van migratie en investeringen) doeltreffender kunnen worden behartigd, won veld. Er ontstond een algemene consensus over de noodzaak om rekening te houden met de sterkere regionale dynamiek en overlappingen tussen de verschillende beleids- en rechtskaders te voorkomen. De standpunten liepen evenwel uiteen met betrekking tot de mate van regionalisering die zou moeten plaatsvinden - en er werden een aantal kritische kanttekeningen gemaakt bij de toegevoegde waarde van een juridisch bindende overeenkomst.

Het Europees Parlement werd bij herhaling geraadpleegd en op gezette tijden geïnformeerd, voor en na de bekendmaking van de gezamenlijke mededeling. In de resolutie van oktober 2016 is de noodzaak voor een hernieuwde juridisch bindende overeenkomst met drie versterkte regionale partnerschappen benadrukt, volledig in overeenstemming met het huidige voorstel.

Wat betreft de betrokkenheid van de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, werd op ACS-top van staatshoofden van 2016 in Papoea-Nieuw-Guinea met het communiqué van Waigani geconcludeerd dat voortbouwend op de grondslag die door de CPA is gelegd, moest worden gestreefd naar een hernieuwd juridisch bindend partnerschap met de EU, een verdieping van de politieke dialoog en meer internationale samenwerking.

Voorts zijn commissaris Mimica en twee vooraanstaande facilitatoren (Louis Michel en Pascal Lamy) afgereisd naar de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan om daar contacten te leggen. De algemene conclusie luidt dat de door de EU voorgestelde aanpak positief werd onthaald, in het bijzonder de accentverschuiving naar de drie regio's en hun specifieke prioriteiten. Tegelijkertijd hebben talrijke gesprekspartners gewezen op het belang van het behoud van de samenhang binnen de ACS-landen. Er werd vooral grote nadruk gelegd op de noodzaak om de investeringsmogelijkheden aanzienlijk te verbeteren en de ontwikkeling van de particuliere sector te bevorderen.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Het huidige voorstel was erbij gebaat dat een beroep werd gedaan op externe expertise. Er hebben een aantal rondtafelbijeenkomsten plaatsgevonden met deskundigen. Daarnaast is een inventaris opgesteld van de bestaande wetenschappelijke literatuur, die aan de basis lag van de algemene evaluatie van de CPA, de effectbeoordeling, de mededeling en de aanbeveling.

Effectbeoordeling

Van de toekomstige opties die in het kader van de raadpleging naar voren zijn gekomen, zijn alleen de opties waarmee naar verwachting wellicht (de meeste van) de EU-doelstellingen kunnen worden verwezenlijkt, in het kader van de effectbeoordeling aan een volledige beoordeling onderworpen. De huidige CPA vormde de referentie ten aanzien waarvan alle opties werden beoordeeld.

Een systematische analyse van de verschillende effecten van elk van de opties leidde tot de conclusie dat de doelstellingen van de EU het best worden nagestreefd met een overeenkomst die bestaat uit een algemeen deel dat geldt voor alle leden van het partnerschap en drie sterke regionale partnerschappen. Met deze optie zou het mogelijk zijn de positieve aspecten van de huidige CPA te behouden en de totstandkoming van de juiste voorwaarden te bevorderen die de EU in staat moeten stellen haar nieuwe doelstellingen te behalen. Hierbij gaat het onder meer over het doeltreffender nastreven van haar politieke en economische belangen, een grotere zichtbaarheid op het internationale toneel en een verbetering van de vooruitzichten voor de uitvoering van Agenda 2030. Voorts wordt in deze optie rekening gehouden met de sterkere regionaliseringsdynamiek, waardoor zij werd beschouwd als het meest geschikt om acties af te stemmen op uiteenlopende omstandigheden.

De effectbeoordeling heeft in juli 2016 van de Raad voor regelgevingstoetsing een positief advies gekregen. Het huidige voorstel is volledig in overeenstemming met de optie die werd aanbevolen in de effectbeoordeling en nader werd omschreven in de in november 2016 aangenomen gezamenlijke mededeling.

Grondrechten

Een van de doelstellingen van het voorgestelde partnerschap, die volledig in overeenstemming is met de bepalingen van het EU-Verdrag, is de bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden (alsook van de democratie, de rechtsstaat en behoorlijk bestuur). Indien het juridisch bindende karakter van het partnerschap wordt opgegeven, zouden deze verbintenissen verloren zijn - hetgeen ongewenst zou zijn, gezien het veranderende wereldtoneel waarbij opkomende mogendheden deze waarden en beginselen niet noodzakelijk delen. Het huidige voorstel biedt ook de mogelijkheid om de grondrechten en de politieke dialoog beter verankeren in de regionale kaders en systemen.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit initiatief zal naar verwachting geen aanzienlijke nieuwe budgettaire gevolgen hebben - hoewel moet worden opgemerkt dat in het kader van de herziening van het meerjarig financieel kader (MFK) de voor de financiering van het extern optreden van de EU beschikbare middelen moeten worden vastgesteld.

Op het vlak van financiële instrumenten is het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) het belangrijkste instrument om initiatieven in de ACS-landen en -regio's te ondersteunen. Het EOF is een financieringsinstrument dat buiten de EU-begroting valt en wordt gefinancierd met rechtstreekse bijdragen van de EU-lidstaten.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Het huidige voorstel voorziet in de vaststelling van uitvoeringsplannen in de verschillende fases van de dialoog. In het voorstel is ook een systeem van vooruitgangsmeting opgenomen, waarbij gebruik wordt gemaakt van specifieke indicatoren en meetbare resultaten, waarbij grotendeels wordt voortgebouwd op bestaande initiatieven.

Artikelsgewijze toelichting

Het huidige voorstel voorziet in de vaststelling van een overeenkomst met de volgende hoofdonderdelen:

·Een algemeen deel dat van toepassing is op alle leden van het partnerschap, bestaande uit de grondslag (met inbegrip van de overkoepelende doelstellingen en beginselen, strategische prioriteiten en bepalingen inzake internationale samenwerking), het institutionele kader, de wijze van samenwerking en de slotbepalingen.

·Afzonderlijke regionale pacten, met inbegrip van specifieke doelstellingen en prioriteiten voor respectievelijk landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan. Deze drie pacten, die als protocollen aan het algemeen deel van de overeenkomst zijn gehecht, zullen de bestaande regionale partnerschappen vervangen.

Grondslag

In Deel 1 (Algemene bepalingen) worden de algemene doelstellingen en beginselen toegelicht. Bedoeling is een kaderovereenkomst vast te stellen waarmee de EU haar strategische belangen het best kan bevorderen en waarin de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling centraal staat. Er worden drie overkoepelende doelstellingen ingevoerd die vervolgens worden gepreciseerd in zes prioritaire gebieden. Internationale samenwerking is een prioriteit die afzonderlijk wordt behandeld. De afdeling over beginselen is een weerspiegeling van de algemeen aanvaarde normen, zowel in de externe betrekkingen van de EU als op het vlak van de internationale samenwerking: multilateralisme, multistakeholderbenaderingen, complementariteit en subsidiariteit en wederzijdse verantwoordingsplicht. Bijzondere nadruk wordt gelegd op politieke dialoog en beleidscoherentie voor ontwikkeling.

Deel 2 (Gemeenschappelijke prioriteiten) is een uitwerking van de zes prioritaire terreinen. De afdelingen over "Mensenrechten, fundamentele vrijheden, democratie, rechtsstaat en behoorlijk bestuur" (Titel I), "Vrede, veiligheid en recht" (Titel IV), "Migratie en mobiliteit" (Titel V) bouwen voort op de CPA en zijn in overeenstemming met de bestaande bepalingen op het beleidsterrein van de externe betrekkingen van de EU. Meer in het bijzonder worden partnerlanden in de afdeling over migratie - waarbij wordt uitgegaan van een op rechten gebaseerde benadering en de gunstige aspecten van een goed beheerde migratie worden benadrukt - aangespoord om meer effectieve terugkeermechanismen te ontwikkelen en een doeltreffender overnamebeleid uit te stippelen. Met de afdelingen over "Inclusieve duurzame economische ontwikkeling" (Titel II), "Milieu en klimaatverandering" (Titel III), "Menselijke ontwikkeling en waardigheid" (Titel VI) komen een aantal belangrijke wijzigingen tot stand ten aanzien van de CPA, niet in het minst wegens de goedkeuring van Agenda 2030. In dit verband zijn de partijen vastberaden om concrete maatregelen te nemen voor het behalen van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, en indien mogelijk zelfs nog beter te doen. Hierbij is de aandacht nadrukkelijk gevestigd op buitenlandse directe investeringen en de ontwikkeling van de particuliere sector, om nieuwe economische mogelijkheden en meer en betere banen voor iedereen tot stand te brengen.

Deel 3 (Internationale samenwerking) bevat de beginselen en mechanismen die ten grondslag liggen van het optreden van de EU en de leden van het partnerschap wanneer zij ernaar streven samen te werken op het wereldtoneel. Om resultaten te bereiken, zullen zowel ministeriële bijeenkomsten als specifieke coördinatiemechanismen in belangrijke internationale organisaties en fora moeten worden versterkt of opgericht. Er wordt ook voorzien in een mogelijkheid om andere belanghebbende partijen hierbij te betrekken.

EU-Afrika Pact

In afdeling 1 (Basis voor samenwerking) zijn de doelstellingen en beginselen van het EU-Afrika Pact opgenomen, die verder gaan dan het bestaande gemeenschappelijk partnerschap Afrika-EU en dit integreren. De doelstelling is de versterking van de politieke dimensie in de betrekkingen tussen de EU en de Afrikaanse landen door overeenstemming te bereiken over één nieuwe bredere leidraad die wordt toegepast binnen het rechtskader van het hernieuwde partnerschap met de landen ten zuiden van de Sahara, waarbij de huidige associatieovereenkomsten met de landen in Noord-Afrika behouden blijven.

In afdeling 2 (Strategische prioriteiten) worden een aantal concrete maatregelen vastgesteld die de EU en Afrikaanse landen zullen nemen in de zes prioritaire gebieden. Er worden enkele belangrijke wijzigingen ingevoerd met betrekking "Inclusieve duurzame economische ontwikkeling" (Titel III) en "Mobiliteit en migratie" (Titel V). Wat betreft economische ontwikkeling, worden in het onderhavige voorstel een aantal maatregelen aanbevolen met betrekking tot sleutelfactoren waarvan wordt aangenomen dat zij investeringsstromen en de ontwikkeling van de particuliere sector bevorderen. Wat betreft migratie, wordt in het onderhavige voorstel de positieve bijdrage beklemtoond die legale mobiliteit kan brengen voor de landen van herkomst en ontvangst. Het voorstel voorziet evenwel ook in strengere mechanismen die moeten garanderen dat landen sneller overnameverzoeken beantwoorden. Voorts zijn bepalingen opgenomen om de samenwerking op het vlak van grensbeheer en de bestrijding van mensenhandel te intensiveren. In het EU-Afrika Pact zijn ook een aantal concrete maatregelen opgenomen op het vlak van vrede en veiligheid, in het bijzonder de strijd tegen terrorisme (Titel I), "Mensenrechten en democratisch bestuur" (Titel II), "Menselijke ontwikkeling en waardigheid" (Titel IV) en "Klimaatverandering en milieuduurzaamheid" (Titel VI). Met dergelijke maatregelen wordt vanzelfsprekend beoogd de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling te behalen, maar zij hebben ook betrekking op de visie die de EU en de Afrikaanse Unie hebben ontwikkeld in hun meest recente strategische documenten (Agenda 2063 voor Afrika, integrale strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie en de Europese consensus inzake ontwikkeling).

De institutionele structuur van het EU-Afrika Pact stoelt op een herzien kader, dat grotendeels voortbouwt op de bestaande dialoogplatforms, waarbij aan de Afrikaanse Unie een meer prominente rol is toegekend.

EU-Caribisch gebied Pact

In afdeling 1 (Basis voor samenwerking) zijn de doelstellingen en beginselen van het EU-Caribisch gebied Pact opgenomen, die voortbouwen op de gezamenlijke strategie voor een partnerschap tussen de EU en het Caribisch gebied en deze strategie vervangen. Belangrijk is dat in deze afdeling de nauwe banden van het Caribisch gebied met de ultraperifere gebieden en de landen en gebieden overzee worden erkend.

In afdeling 2 (Strategische prioriteiten) worden een aantal concrete maatregelen vastgesteld die de EU en de Caribische landen zullen nemen in de vier prioritaire gebieden. Gezien het cruciale belang van regionale samenwerking ligt het zwaartepunt op de volgende vier thema's: het effect van klimaatverandering op de natuurlijke hulpbronnen, met specifieke aandacht voor milieuduurzaamheid en rampenbeheersing (Titel I); de noodzaak om de inspanningen toe te spitsen op essentiële strategische sectoren, die gekoppeld zijn aan blauwe groei, energie en toerisme (Titel II); bevordering van menselijke veiligheid, met specifieke nadruk op georganiseerde misdaad en (gendergerelateerd en door bendes veroorzaakt) geweld, alsook het opzetten van mechanismen op het vlak van fiscaal beleid overeenkomstig de internationale maatstaven (Titel III); ongelijkheid en gendergelijkheid, alsook de specifieke situatie van Haïti als het enige minst ontwikkelde land (MOL) in de regio (Titel IV).

De institutionele structuur van het EU-Caribisch gebied stoelt op een herzien kader (dat aan de orde is gekomen in deel III van het algemeen deel), waarbij grotendeels wordt voortgebouwd op bestaande dialoogplatforms.

EU - Landen in de Stille Oceaan Pact

In afdeling 1 (Basis voor samenwerking) zijn de doelstellingen en beginselen voor het nieuwe EU - landen in de Stille Oceaan Pact opgenomen. Belangrijk is dat in deze afdeling de speciale banden van de EU met de landen en gebieden overzee worden erkend.

In afdeling 2 (Strategische prioriteiten) worden een aantal concrete maatregelen vastgesteld die de EU en de landen in de Stille Oceaan zullen nemen in de vier prioritaire gebieden. Rekening houdend met de specifieke kenmerken van de regio en het cruciale belang van regionale samenwerking ligt het zwaartepunt op de volgende vier thema's: klimaatverandering en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van oceaangovernance en rampenbeheersing (Titel I); een gericht aantal strategische sectoren, in het bijzonder de visserij, duurzame energie, blauwe groei-economie en toerisme (Titel II); bevordering van mensenrechten en activiteiten op het vlak van conflictpreventie, alsook de oprichting van mechanismen inzake fiscaal beleid met inbegrip van het vraagstuk van belastingparadijzen (Titel III); menselijke ontwikkeling en sociale cohesie, waarbij verschillende soorten kwetsbaarheden worden aangepakt (Titel IV).

De institutionele structuur van het EU - landen in de Stille Oceaan stoelt op een herzien institutioneel kader (dat aan de orde is gekomen in deel III van het algemeen deel), waarbij grotendeels wordt voortgebouwd op bestaande dialoogplatforms.

Gediversifieerde samenwerking

In dit deel komt de wijze van samenwerking aan de orde, zowel financieel als niet-financieel, om de algemene en specifieke doelstellingen na te komen die zowel in de grondslag als in de drie pacten zijn opgenomen. Er wordt opgemerkt dat gestreefd moet worden naar een gediversifieerde samenwerking om rekening te kunnen houden met de uiteenlopende omstandigheden in de verschillende landen en regio's. De verbintenis van de EU wordt bevestigd om te voorzien in een toereikend bedrag ontwikkelingshulp voor de meest behoeftigen en de effectiviteit ervan te versterken overeenkomstig de internationaal overeengekomen beginselen. Evenzo wordt benadrukt dat de ACS-landen binnenlandse openbare en particuliere middelen moeten vrijmaken en hun belastingbeleid hervormen, met inbegrip van de strijd tegen illegale geldstromen. De EU zal zich ook inspannen om effectiever samen te werken met middeninkomenslanden om kwetsbaarheid en ongelijkheden in de landen zelf aan te pakken. Tegelijkertijd moeten evenwel extra mogelijkheden worden gecreëerd voor het EU-bedrijfsleven en burgers en moet de samenwerking worden bevorderd met het oog op het behalen van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen in de desbetreffende regio's en wereldwijd.

Institutioneel kader

Dit deel heeft betrekking op de actoren van het partnerschap en de institutionele structuur, zowel op het niveau van het partnerschap als op dit van de drie pacten. Wat de actoren betreft, wordt bevestigd dat de staten de eerste gesprekspartners zijn voor de EU, hoewel de nationale regeringen meer inspanningen moeten leveren met het oog op een grotere betrokkenheid van nationale parlementen en lokale autoriteiten. Tegelijkertijd wordt voorgesteld de rol van regionale en continentale organisaties te versterken, zowel bij het beheren als het uitvoeren van de drie regionale pacten. Voorts wordt voorgesteld de rol van zowel het maatschappelijk middenveld als de particuliere sector te versterken, niet alleen binnen het partnerschap, maar ook als cruciale actoren om een inclusieve duurzame ontwikkeling in hun desbetreffende landen en regio's tot stand te brengen. De nieuwe institutionele structuur houdt rekening met de versterking van het politieke karakter van het partnerschap, alsook met de verschuiving van het zwaartepunt naar de drie regio's. Hierbij wordt de operationele impact van de bestaande structuren gestroomlijnd en teruggeschroefd en wordt grotendeels voortgebouwd op de bestaande regionale platforms voor politieke dialoog.

Procedurele aspecten

De Commissie maakt deze aanbeveling en de bijlage daarbij onmiddellijk na de goedkeuring ervan openbaar. De Commissie adviseert de onderhandelingsrichtsnoeren onmiddellijk na de goedkeuring ervan openbaar te maken.

Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot machtiging tot het openen van onderhandelingen over een partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Nota nemend van artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waarin de procedure wordt beschreven die moet worden gevolgd bij onderhandelingen over overeenkomsten tussen de Unie en derde landen,

Overwegende dat onderhandelingen moeten worden geopend met het oog op het afsluiten van een hernieuwde partnerschapsovereenkomst met de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan,

Overwegende dat de beoogde partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan betrekking heeft op een brede waaier van beleidsterreinen, inclusief vraagstukken inzake buitenlands beleid, en dat de samenhang van het externe optreden van de Unie moet worden verzekerd door de hoge vertegenwoordiger overeenkomstig 18, lid 4, VEU,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Commissie en de hoge vertegenwoordiger worden gemachtigd om te onderhandelen namens de Unie over een partnerschapsovereenkomst met de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan.

De Commissie leidt het onderhandelingsteam. De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheid maakt ook deel uit van dit team.

Artikel 2

De onderhandelingsrichtsnoeren zijn opgenomen in de bijlage en worden openbaar gemaakt bij de vaststelling van dit besluit.

Artikel 3

De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met [naam van het speciale comité in te voegen door de Raad].

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Straatsburg,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    Zie ook "Why the EU should act", effectbeoordeling, SWD(2016) 380 final, blz. 18.
Top

Brussel, 12.12.2017

COM(2017) 763 final

BIJLAGE

bij de aanbeveling voor een

Besluit van de Raad

tot machtiging tot het openen van onderhandelingen over een partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan.


BIJLAGE

Inhoudsopgave

1.AARD EN TOEPASSINGSGEBIED VAN DE OVEREENKOMST

2.GRONDSLAG

3.EU-AFRIKA PACT

4.EU-CARIBISCH GEBIED PACT

5.EU-STILLE OCEAAN PACT

6.GEDIVERSIFIEERDE SAMENWERKING

7.INSTITUTIONEEL KADER

8.SLOTBEPALINGEN



1.AARD EN TOEPASSINGSGEBIED VAN DE OVEREENKOMST

De onderhandelingen hebben tot doel een versterkt partnerschap te sluiten tussen de Europese Unie (EU) en de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan. De doelstelling is een nieuwe overeenkomst uit te werken die bestaat uit een gemeenschappelijke grondslag en drie regionale pacten. In de gemeenschappelijke grondslag, die geldt voor alle leden van het partnerschap, zijn de algemene doelstellingen, beginselen en prioriteiten opgenomen, hetgeen moet resulteren in meer samenwerking op internationaal niveau. Het zwaartepunt ligt bij de regionale pacten, waarbij regiospecifieke prioriteiten worden vastgesteld ten aanzien van landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, overeenkomstig de versterkte regionale dynamiek en het toegenomen belang van regionale organisaties. Andere landen, die dezelfde waarden delen en bijdragen tot het verwezenlijken van de doelstellingen van het partnerschap, kunnen in uiteenlopende mate bij het partnerschap betrokken zijn of ertoe toetreden.

De nieuwe overeenkomst is bedoeld als een breed politiek partnerschap dat het kader vormt voor de betrekkingen tussen de partijen en wederzijds voordelige resultaten oplevert met betrekking tot gemeenschappelijke en samenlopende belangen. Hiertoe wordt met de overeenkomst in de eerste plaats ernaar gestreefd vreedzame en weerbare staten en samenlevingen op te bouwen, de voordelen van een goed beheerde migratie te maximaliseren en de internationale verbintenissen op het vlak van mensenrechten, fundamentele vrijheden en democratische beginselen volledig na te leven. Ten tweede heeft de overeenkomst tot doel de duurzame ontwikkeling te bevorderen, gebaseerd op de uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de Klimaatovereenkomst van Parijs, alsook om investeringen te ondersteunen en te zorgen voor waardig werk voor iedereen. Ten derde maakt de overeenkomst het mogelijk gemeenschappelijke standpunten op het wereldtoneel in te nemen en hierdoor het multilateralisme en een op regels gebaseerde internationale orde te versterken.

De regionale pacten zijn protocollen bij de overeenkomst en voorzien in een breed rechtskader van de betrekkingen. Tegelijkertijd voorziet de overeenkomst in een flexibele aanpassing aan veranderende omstandigheden door de toepassing van een vereenvoudigde procedure voor de herziening van de drie regionale pacten.

De overeenkomst omvat een aangepaste institutionele architectuur met het oog op vereenvoudiging en een grotere samenhang met de bestaande kaders en om ervoor te zorgen dat besluiten en acties sneller en doeltreffender tot stand kunnen komen. In de overeenkomst wordt ook aangegeven dat de partijen een multi-stakeholderbenadering zullen nastreven door de rol van het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector te versterken.



2.GRONDSLAG

DEEL 1 GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

Titel I Doelstellingen

In de overeenkomst is vastgesteld dat de partijen 1 volgende gemeenschappelijke doelstellingen hebben:

een politiek partnerschap smeden dat moet bijdragen tot vreedzame, stabiele, goed bestuurde, welvarende en veerkrachtige staten en samenlevingen;

·sneller vooruitgang boeken bij het behalen van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen en in het bijzonder het terugdringen van de armoede, rekening houdende met de verschillende behoeften en prioriteiten van verschillende landen;

·doeltreffende allianties tot stand brengen in een internationaal kader om mondiale acties voort te stuwen.

Meer in het bijzonder verbinden de partijen zich ertoe concrete maatregelen te nemen om:

·mensenrechten, fundamentele vrijheden, de democratie, de rechtsstaat en behoorlijk bestuur in stand te houden;

·een impuls te geven aan inclusieve en duurzame groei en waardig werk voor iedereen;

·het milieu te beschermen, klimaatverandering te bestrijden en duurzame energie te bevorderen;

·vrede, veiligheid en rechtvaardigheid te bevorderen;

·mobiliteit en migratie om te zetten in kansen en problemen gezamenlijk aan te pakken;

·de menselijke ontwikkeling en waardigheid te bevorderen.

Titel II Beginselen

In de overeenkomst wordt vastgesteld dat de doelstellingen van het partnerschap berusten op een bindende rechtsregeling en worden nagestreefd in een geest van gelijkheid, non-discriminatie, solidariteit en wederzijds respect.

In de overeenkomst wordt de verbintenis van de partijen bevestigd om een regelmatige politieke dialoog op alle niveaus te versterken in de vorm die het best ertoe bijdraagt de doelstellingen van het partnerschap te behalen.

In de overeenkomst wordt de steun uitgesproken van de partijen voor een robuust en effectief multilateraal stelsel en wordt blijk gegeven van hun vastberadenheid om samen te werken in multilaterale fora en internationale organisaties met betrekking tot vraagstukken van wederzijds en mondiaal belang.

In de overeenkomst wordt verklaard dat de doelstellingen van het partnerschap worden nagestreefd door middel van een integrale benadering waarin politieke, economische, sociale, culturele en ecologische kwesties aan de orde komen.

In de overeenkomst wordt verklaard dat de partijen overeenkomstig de beginselen van complementariteit en subsidiariteit op het meest passende niveau besluiten nemen en acties ondernemen. De samenwerking met formele en regionale ad-hoc-overlegstructuren kan worden voortgezet om de doelstellingen van het partnerschap op een meer doelmatige en doeltreffende manier te behalen.

In de overeenkomst wordt verklaard dat de partijen een multi-stakeholderbenadering zullen nastreven, waarbij de actieve betrokkenheid van een brede waaier van actoren bij de dialoog en samenwerking wordt aangemoedigd.

In de overeenkomst wordt vastgesteld dat de partijen ervoor moeten zorgen dat alle noodzakelijke maatregelen worden genomen om de bepalingen van de overeenkomst uit te voeren.

Titel III Politieke dialoog

In de overeenkomst wordt de verbintenis van de partijen bevestigd om de politieke dialoog verder te ontwikkelen en te versterken met betrekking tot alle beleidsterreinen, doelstellingen en oogmerken die in de overeenkomst aan de orde komen.

De dialoog heeft tot doel: i) het wederzijdse begrip van de standpunten en belangen van elke partij te bevorderen en ii) bij te dragen tot het behalen van de doelstellingen van de overeenkomst, door een doeltreffende samenwerking inzake alle kwesties van gemeenschappelijk belang op nationaal en regionaal belang te vergemakkelijken en mogelijk te maken en door op gezette tijden coördinatie tot stand te brengen met betrekking tot internationale en mondiale vraagstukken van gemeenschappelijk belang. Voorts kan de dialoog gericht zijn op de uitvoering van nieuwe initiatieven waarmee gemeenschappelijke doelstellingen, gezamenlijk overeengekomen prioriteiten en agenda's worden nagestreefd, onder meer door nieuwe samenwerkingsvormen en -structuren op te richten.

De dialoog vindt op gezette tijden plaats, waarbij een flexibele aanpak op maat wordt gevolgd. De dialoog vindt plaats in de meest adequate structuur en op het meest passende niveau, onder meer op nationaal, regionaal en continentaal niveau of voor de gehele ACS. Hierbij wordt optimaal gebruik gemaakt van alle mogelijke kanalen, inclusief internationale bijeenkomsten.

Titel IV Beleidscoherentie voor ontwikkeling

In de overeenkomst wordt erkend dat de geïntegreerde en onderling verweven doelstellingen van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling een ondersteunend beleidskader op verschillende niveaus en proactieve benaderingen waarbij wordt gestreefd naar synergieën tussen de beleidsmaatregelen, vergen. Met het oog hierop stemmen de partijen ermee in om elk hun bijdrage te leveren bij het streven naar beleidscoherentie, om ervoor te zorgen dat hun beleidsmaatregelen de duurzame ontwikkeling ondersteunen, zowel in eigen land als internationaal.

In de overeenkomst is de verbintenis van elke partij opgenomen om zowel individueel als collectief de baten te maximaliseren en de negatieve effecten te minimaliseren die het door hen gevoerde beleid kunnen hebben op de andere partij. Voorts informeert elke partij de andere partij en raadpleegt zij in voorkomend geval deze andere partij binnen de opgerichte institutionele structuren over de initiatieven en maatregelen die aanzienlijke overloopeffecten kunnen hebben op deze andere partij.

DEEL 2 STRATEGISCHE PRIORITEITEN

Titel I Mensenrechten, fundamentele vrijheden, democratie, rechtsstaat en behoorlijk bestuur

De overeenkomst bevat bepalingen waarin de partijen hun gehechtheid bevestigen aan de bevordering, bescherming en verwezenlijking van de universele waarden van de democratie, mensenrechten, fundamentele vrijheden, behoorlijk bestuur en de rechtsstaat, eerbiediging van de menselijke waardigheid en de beginselen van non-discriminatie, gelijkheid en solidariteit. De partijen bevorderen deze waarden met volledige inachtneming van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties en het internationaal recht.

Met de overeenkomst wordt ervoor gezorgd dat eerbiediging van de rechten van de mens, fundamentele vrijheden, democratische beginselen en de rechtsstaat ten grondslag liggen aan het binnenlandse en buitenlandse beleid van de partijen en een essentieel onderdeel van de overeenkomst uitmaken. Behoorlijk bestuur ligt ten grondslag aan het binnenlandse en het buitenlandse beleid van de partijen en maakt een fundamenteel onderdeel uit van de overeenkomst. In de overeenkomst wordt ook erkend dat tekortkomingen bij de verwezenlijking en naleving van de essentiële en fundamentele onderdelen grote problemen veroorzaken voor de duurzame ontwikkeling.

Met de overeenkomst wordt gestreefd naar een op rechten gebaseerd beleid dat alle mensenrechten omvat en zorgt voor kansengelijkheid voor alle leden van de samenleving, ongeacht etnische afkomst, geslacht, leeftijd, handicap, godsdienst, geloofsovertuiging, seksuele geaardheid, genderidentiteit, migratiestatus of andere factoren. De overeenkomst omvat ook een verbintenis tot de bestrijding van racisme, rassendiscriminatie, xenofobie en daarmee verband houdende intolerantie.

In de overeenkomst, die het belang van pluralistische samenlevingen erkent, wordt een verbintenis van de partijen opgenomen om inclusieve politieke processen te bevorderen, verantwoordingsplichtige en transparante instellingen na te streven en participatieve besluitvorming en toegang van het publiek tot informatie te ondersteunen. Zij bevat een verbintenis om de vrijheid van meningsuiting en de onafhankelijkheid van de media als pijlers van de democratie te bevorderen en om een open en faciliterende ruimte voor het maatschappelijk middenveld te bevorderen, te vrijwaren en te verbreden.

In de overeenkomst worden bepalingen opgenomen over de toegang tot doeltreffende en onafhankelijke rechtspraak en rechtsbijstand voor alle burgers en ondernemingen.

In de overeenkomst worden bepalingen opgenomen ter ondersteuning van initiatieven om corruptie aan te pakken, te zorgen voor meer transparantie en verantwoordingsplicht bij de besteding van overheidsmiddelen en de verstrekking van openbare diensten, de belastinginning te verbeteren, belastingontduiking en -ontwijking aan te pakken en te voldoen aan mondiale normen inzake goed bestuur in belastingzaken. In dit verband dient bijzondere aandacht uit te gaan naar de goede besteding van financiële externe bijstand van de EU.

In de overeenkomst wordt een bepaling opgenomen om samenwerking tot stand te brengen tussen de partijen bij de ontwikkeling van een betrouwbaar en efficiënt statistisch stelsel om te voorzien in de statistieken die nodig zijn om de hervormingsprocessen te ondersteunen en te volgen en bij te dragen tot duurzame ontwikkeling.

Titel II Inclusieve duurzame economische ontwikkeling

In de overeenkomst wordt verklaard dat inclusieve en duurzame economische groei essentieel is voor het verwezenlijken van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling. In de overeenkomst wordt ook erkend dat volledige en productieve werkgelegenheid en waardig werk voor iedereen essentieel zijn voor de welvaart.

In de overeenkomst wordt ook verklaard dat de partijen samenwerken om de passende voorwaarden tot stand te brengen voor meer investeringen, intensiever handelsverkeer en de ontwikkeling van de particuliere sector in alle sectoren, met inbegrip van landbouw, industrie, diensten.

 Economische dialoog

In de overeenkomst worden bepalingen met betrekking tot de economische dialoog opgenomen om het proces van economische hervormingen te bevorderen door het inzicht in de basiselementen van de respectieve economieën van de partijen te verbeteren. De partijen stemmen ermee in informatie en standpunten uit te wisselen met betrekking tot het macro-economische beleid en de structurele hervormingen en een gezamenlijke analyse op te stellen van economische vraagstukken van wederzijds belang, met inbegrip van bijvoorbeeld budgettaire en monetaire beleidskaders en instrumenten voor de tenuitvoerlegging daarvan.

In de overeenkomst worden ook bepalingen opgenomen met betrekking tot de samenwerking inzake de ontwikkeling en uitvoering van solide systemen voor het beheer van de openbare financiën, die verenigbaar zijn met de grondbeginselen van doeltreffendheid, transparantie en verantwoording.

Investeringen en ontwikkeling van de particuliere sector

In de overeenkomst wordt erkend dat de aanzienlijke verbetering van de kansen voor burgers en ondernemingen uit de EU en de ACS-landen, hetgeen moet leiden tot welvaart met meer en betere banen voor iedereen, een essentiële doelstelling van het partnerschap is.

De partijen werken tot wederzijds voordeel samen om een gunstige economische omgeving tot stand te brengen met het oog op een aanzienlijke verhoging van het niveau van de duurzame en verantwoorde investeringen. Met inachtneming van de bevoegdheden van de EU en haar lidstaten bevorderen de partijen de ontwikkeling van een aantrekkelijke en stabiele omgeving voor (wederzijdse) investeringen door stabiele, transparante en open regels voor investeerders na te streven en mechanismen te vinden om investeringsstromen te faciliteren, in het bijzonder door middel van betere investeringsvoorwaarden, de overdracht van kapitaal en technologieën en de gegevensuitwisseling over investeringskansen.

De partijen ondersteunen de rol van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen als cruciale wegbereiders van zowel inclusieve economische groei als duurzame ontwikkeling. Hiertoe werken zij samen om micro-, kleine en middelgrote ondernemingen uit zowel de EU als de ACS-landen in staat te stellen zich doeltreffend in de toeleverings- en waardeketens te integreren.

De partijen intensiveren de samenwerking om de financiële inclusie en de toegang tot financiering te verbeteren via het gebruik van een breed spectrum aan financiële diensten en innovatieve financiële instrumenten en mechanismen, onder meer door het ondersteunen van de ontwikkeling van veilige en open financiële systemen die onder adequaat toezicht staan voor meer kredietverlening aan de particuliere sector.

De partijen erkennen dat adequate infrastructuur - met inbegrip van transport, energie, water en digitale connectiviteit - alsook onderzoek en innovatie sleutelfactoren zijn voor duurzame economische groei. Zij werken ook meer samen met betrekking tot technisch en beroepsonderwijs en -opleiding en zorgen ervoor dat deze beter inspelen op de lokale arbeidsmarkt en de vereiste vaardigheden.

De partijen bevestigen opnieuw dat fundamentele arbeidsnormen door de particuliere sector en investeringsactiviteiten in acht moeten worden genomen. De partijen bevestigen opnieuw het beginsel van de vrijheid van vereniging en hun verbintenis om de internationaal erkende arbeidsnormen en sociale normen, zoals die zijn vastgelegd in de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en andere instellingen, te bevorderen en effectief toe te passen. Voorts verbinden zij zich ertoe meer en betere banen te scheppen die bijdragen tot de versterking van de economische en sociale positie van de jongeren en de armsten en de meest kwetsbaren, in het bijzonder vrouwen en meisjes.

De partijen garanderen de toepassing en naleving van de beginselen van maatschappelijk verantwoord ondernemen en verantwoorde bedrijfsvoering, inclusief fiscale en ecologische verantwoordelijkheid, transparantie en aansprakelijkheid, overeenkomstig internationaal erkende richtsnoeren en beginselen.

Samenwerking op het vlak van handel

De partijen erkennen het belang van handel en investeringen voor de algemene betrekkingen tussen de ACS-landen en de EU, alsook voor de ontwikkeling van de ACS-economieën. Zij stemmen ermee in het handelsverkeer en de investeringstromen tussen de partijen te bevorderen, hetgeen hun integratie in de wereldeconomie zal bevorderen.

De partijen verbinden zich opnieuw ertoe hun in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) aangegane verplichtingen na te leven en de doelstellingen van de WTO te bevorderen.

De partijen nemen alle mogelijke maatregelen om de voordelen te plukken van het stabiele en voorspelbare kader dat door de economische partnerschapsovereenkomsten (EPO's) - met inbegrip van de mogelijkheid om de overeenkomsten in voorkomend geval te verbreden en te verdiepen, overeenkomstig de rendez-vousclausules en met instemming van de respectieve partijen - en door andere preferentiële handelsregelingen wordt geboden.

De partijen bevestigen opnieuw dat de eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat, de non-proliferatie van massavernietigingswapens, alsook behoorlijk bestuur, essentiële en fundamentele onderdelen uitmaken van de EPO's.

De partijen stemmen ermee in de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector, in het bijzonder de kmo's, te bevorderen in de dialogen over handel en handelsgerelateerde aangelegenheden, alsook bij de uitvoering van de EPO's.

De partijen stemmen ermee in een dialoog aan te gaan op alle passende niveaus (regionaal, nationaal of voor de gehele ACS), alsook om samen te werken in internationale fora inzake handelsaangelegenheden. Zij stemmen in met de oprichting van een passend institutioneel kader voor een dergelijke dialoog.

De partijen bevestigen opnieuw hun bereidheid om duurzame ontwikkeling, met inbegrip van de sociale en ecologische aspecten ervan, te integreren in alle wederzijdse handelsbetrekkingen en om de samenwerking en dialogen op deze beleidsterreinen te versterken.

De partijen bevestigen opnieuw hun respectieve verbintenissen in het kader van internationale instrumenten op het vlak van handel in diensten en versterken op dit terrein de dialoog en samenwerking op passende niveaus. In voorkomend geval bevestigen zij opnieuw verbintenissen die op specifieke terreinen zijn aangegaan, zoals met betrekking tot zeevervoer en informatie- en communicatietechnologieën.

Evenzo bevestigen de partijen opnieuw hun respectieve verbintenissen in het kader van internationale overeenkomsten en andere instrumenten op handelsgerelateerde terreinen, zoals intellectuele-eigendomsrechten, het wegnemen van non-tarifaire belemmeringen, een doelmatig en degelijk mededingingsbeleid, met inbegrip van transparantie met betrekking tot overheidssubsidies, douane en handelsbevordering, harmonisatie op het gebied van regelgeving, normalisatie en certificering, alsook sanitaire en fytosanitaire maatregelen. Voorts versterken zij op deze terreinen de samenwerking en dialoog op de passende niveaus.

Titel III Milieu en klimaatverandering

In de overeenkomst wordt erkend dat de aantasting van het milieu en de klimaatverandering een ernstige bedreiging vormen voor de verwezenlijking van duurzame ontwikkeling, waarbij de levenskwaliteit/het bestaan van de huidige en toekomstige generaties aan hoge risico's wordt blootgesteld en vrede, stabiliteit en economische groei in het gedrang komen.

De partijen verbinden zich ertoe samen te werken om sneller vooruitgang te boeken bij het behalen van de samenhangende doelstellingen van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de uitvoering van de Klimaatovereenkomst van Parijs. Zij verbinden zich ertoe de samenwerking te versterken en doeltreffende allianties tot stand te brengen in een internationaal kader met betrekking tot prangende vraagstukken, in het bijzonder klimaatverandering, duurzame energie, oceaangovernance en biodiversiteit. Zij stemmen ook ermee in doelstellingen inzake milieuduurzaamheid en klimaatverandering in alle beleidsmaatregelen, plannen en investeringen te integreren en de samenwerking met lokale besturen, maatschappelijke organisaties en de particuliere sector te versterken.

De partijen erkennen dat ambitieus optreden op het vlak van mitigatie én adaptatie, met inbegrip van doeltreffende rampenpreventie, van essentieel belang is om de negatieve effecten van klimaatverandering te beheersen en te verminderen. Hiertoe stemmen zij ermee in om ambitieuze, kwantificeerbare en billijke mitigatieverbintenissen aan te gaan, waarbij rekening wordt gehouden met verschillende nationale omstandigheden en de veranderende economische realiteit en capaciteiten. Voorts stemmen zij ermee in om de adaptatieplannen te integreren in de nationale processen en ervaringen uit te wisselen om klimaatbestendige duurzame ontwikkeling tot stand te brengen.

De partijen ondersteunen de instandhouding en het duurzame beheer en gebruik van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van land en water, de bevordering van de kringloopeconomie en duurzame consumptie- en productiepraktijken, en het behoud en het duurzame beheer van de biodiversiteit en de ecosystemen, met inbegrip van bosbouw, en de strijd tegen de illegale handel in wilde dieren en hout. Om te komen tot gezonde en productieve oceanen, bevorderen zij de bescherming en het herstel van mariene ecosystemen en de instandhouding en het duurzame beheer van mariene hulpbronnen en duurzame visserij.

De partijen intensiveren hun samenwerking en houden hierbij rekening met:

·de kwetsbaarheid van kleine insulaire ontwikkelingslanden, in het bijzonder gezien de dreiging van klimaatverandering;

·de blootstelling van landen aan verergerende droogtes, waterschaarste, bodemdegradatie en verwoestijning;

·de koppeling tussen rampenrisicovermindering en aanpassing aan strategieën en activiteiten inzake klimaatverandering, alsook hun nauwe samenhang met klimaatbestendigheid, mitigatie van klimaatverandering, ecosysteemdiensten en voedselzekerheid, en het verband met ontheemding, migratie en veiligheid.

Titel IV Vrede, veiligheid en recht

In de overeenkomst wordt erkend dat het streven naar vrede, stabiliteit en veiligheid, met inbegrip van menselijke veiligheid en weerbaarheid, een cruciale voorwaarde is voor het bewerkstelligen van duurzame ontwikkeling en welvaart. Er wordt nogmaals gesteld dat zonder vrede en veiligheid geen duurzame ontwikkeling mogelijk is en duurzame vrede en veiligheid niet mogelijk zijn zonder inclusieve ontwikkeling.

De partijen kiezen voor een geïntegreerde aanpak van conflicten en crises, met inbegrip van inspanningen inzake het voorkomen van conflicten, conflictoplossing en verzoening, waarbij ook de militaire en civiele capaciteiten (en de wisselwerking daartussen) aan de orde komen. Zij zullen nauw samenwerken met continentale en regionale organisaties, alsook met de VN. Zij zullen inclusieve en participatieve mechanismen en structuren voor overleg en consensusvorming bevorderen, waarbij lokale gemeenschappen en maatschappelijke organisaties worden betrokken.

De partijen werken samen om het beheer van de natuurlijke hulpbronnen te bevorderen, met inbegrip van de winningsindustrieën, ten bate van de hele samenleving en om te voorkomen dat conflicten door de illegale winning van en handel in natuurlijke hulpbronnen worden veroorzaakt en aangewakkerd.

De partijen verbinden zich ertoe intensiever samen te werken bij het voorkomen en bestrijden van internationaal terrorisme en gewelddadig extremisme, met volledige eerbiediging van de rechtsstaat, het internationale recht, het recht inzake de mensenrechten, het vluchtelingenrecht en het internationaal humanitair recht.

De partijen geven blijk van meer vastberadenheid bij het bestrijden van alle vormen van georganiseerde criminaliteit en illegale handel, inclusief mensenhandel en smokkel van drugs en gevaarlijke stoffen.

De partijen verbinden zich ertoe samen te werken bij de preventie van het gebruik van hun financiële stelsels voor het witwassen van de opbrengsten van criminele activiteiten, waaronder sluikhandel en corruptie, en voor de financiering van terrorisme.

De partijen verbinden zich ertoe straffeloosheid op alle niveaus aan te pakken en in het bijzonder voor de ernstigste misdrijven die de internationale gemeenschap aangaan. Met het oog hierop bevestigen zij opnieuw hun vastberadenheid om maatregelen te nemen om het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof en in voorkomend geval hieraan gerelateerde instrumenten toe te passen, met erkenning van de complementariteit van de taakverdeling tussen de nationale strafrechters en het Internationaal Strafhof bij het bewerkstelligen van gerechtigheid en verzoening.  

De partijen bevestigen opnieuw hun bereidheid voor het bestrijden van de verspreiding van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor in volledige overeenstemming met de bestaande verplichtingen op grond van de internationale ontwapenings- en non-proliferatieverdragen en -overeenkomsten en andere relevante internationale verplichtingen op dit gebied. De partijen komen overeen dat dit een essentieel element van deze overeenkomst vormt.

De partijen intensiveren de strijd tegen de illegale vervaardiging, de overdracht, de verspreiding, de buitensporige accumulatie en de ongecontroleerde verspreiding van antipersoneelmijnen en andere ontplofbare oorlogsresten alsook handvuurwapens en lichte wapens. De partijen erkennen ook het belang van nationale controlesystemen voor wapenoverdrachten overeenkomstig internationale standaardovereenkomsten.

De partijen verbinden zich tot de bescherming van kritieke infrastructuur en het beperken van chemische, biologische, radiologische en nucleaire risico's of van risico's van criminele, accidentele of natuurlijke oorsprong, de versterking van de veiligheid van de burgerluchtvaart en de zeevaart, onder meer door de strijd tegen piraterij en gewapende overvallen op zee.

De partijen verbinden zich ertoe hun samenwerking te versterken om de cyberveiligheid te bevorderen, geavanceerde technologische criminaliteit, cybercriminaliteit en elektronische criminaliteit te voorkomen en te bestrijden en de netwerkbeveiliging te verbeteren door uitwisseling van gegevens en praktijkervaring, overeenkomstig hun nationale wetgeving en hun verplichtingen inzake de internationale mensenrechten.

De partijen stemmen ermee in samen te werken om een hoog niveau van bescherming van persoonsgegevens te verzekeren, overeenkomstig de toepasselijke internationale instrumenten en normen, onder meer door de uitwisseling van informatie en expertise.

Titel V Migratie en mobiliteit

In de overeenkomst wordt erkend dat migratie en mobiliteit een positieve impact kunnen hebben op duurzame ontwikkeling, als zij goed worden beheerd. In de overeenkomst wordt ook het toegenomen belang erkend van zuid-zuid en door milieuproblemen veroorzaakte migratie en mobiliteit, en gedwongen ontheemding.

Met de overeenkomst wordt de toezegging van de partijen versterkt om de samenwerking te intensiveren met het oog op de maximalisering van de baten die een goed beheerde migratie en mobiliteit met zich kunnen brengen - bijvoorbeeld door geldovermakingen door migranten, toegenomen investeringen en overdracht van kennis, technologie, vaardigheden en productiecapaciteit ten bate van migranten, hun gezinnen en gemeenschappen in de landen van herkomst en bestemming - en met het oog op de vermindering van de negatieve effecten op ontwikkeling, zoals kennisvlucht en andere sociale kosten. Verdere maatregelen kunnen worden genomen om leden van de diaspora en van migrantenorganisaties in de gelegenheid te stellen actief bij te dragen tot de ontwikkeling van hun land van herkomst.

In de overeenkomst wordt de verbintenis van de partijen opnieuw bevestigd met de betrekking tot de billijke behandeling van onderdanen van derde landen die legaal op hun grondgebied verblijven, waarbij een doeltreffend integratiebeleid wordt gevoerd dat deze onderdanen rechten en plichten geeft die vergelijkbaar zijn met die van hun staatsburgers en maatregelen worden genomen voor het tegengaan van alle vormen van discriminatie.

Met de overeenkomst wordt de bereidheid van de partijen versterkt om samen te werken bij het voorkomen en bestrijden van irreguliere migratie, waarbij wordt erkend dat irreguliere migratie een negatieve impact heeft op de herkomst-, doorreis- en bestemmingslanden en het risico voor migranten verhoogt om mensenrechtenschendingen te ervaren en het slachtoffer te worden van mensenhandel en mishandelingen.

In de overeenkomst wordt de wettelijke verplichting van elke partij opnieuw bevestigd om haar onderdanen die illegaal op het grondgebied van een andere partij verblijven zonder verdere formaliteiten over te nemen en te zorgen voor de vlotte en doeltreffende uitvoering van deze toezegging. Hiertoe voorziet de overeenkomst in concrete bepalingen over de wijze waarop deze verplichting in de praktijk wordt gebracht.

In de overeenkomst is ook een verbintenis van de partijen opgenomen om erop toe te zien dat in het kader van procedures voor terugkeer van irreguliere immigranten naar hun land van herkomst de rechten en de waardigheid van het individu worden gerespecteerd. De partijen stemmen ermee in om de samenwerking te versterken om de duurzame herintegratie van irreguliere migranten te faciliteren, overeenkomstig de beginselen van partnerschap en gezamenlijke verantwoordelijkheid.

In de overeenkomst komt de vastberadenheid van de partijen tot uiting om hun inspanningen op te voeren voor het voorkomen en bestrijden van mensenhandel en migrantensmokkel, het bevorderen en ondersteunen van geïntegreerd grensbeheer, het voeren van gezamenlijke financiële onderzoeken en de samenwerking bij strafrechtelijke vervolging.

De overeenkomst omvat een verbintenis van de partijen om in overeenstemming met het internationaal recht de bescherming van vluchtelingen en andere ontheemden - ongeacht hun statuut - te versterken, hun integratie in gastlanden te ondersteunen en de capaciteiten van de landen van transit, eerste opvang en bestemming te versterken. Bijzondere aandacht wordt besteed aan migranten in kwetsbare situaties en hun specifieke behoeften.

In de overeenkomst wordt het belang erkend van een alomvattende, coherente en evenwichtige benadering ten aanzien van deze talrijke en onderling verbonden prioritaire beleidsterreinen, met volledige inachtneming van verplichtingen op het gebied van humanitair recht en mensenrechten. De partijen streven ernaar de baten van migratie en mobiliteit te maximaliseren en brengen het noodzakelijke hefboomeffect tot stand door alle relevante beleidslijnen en instrumenten in te zetten met het oog op de wederzijdse verbintenissen en voordelen van de partijen.

Titel VI Menselijke ontwikkeling en waardigheid

In de overeenkomst wordt de bereidheid van de partijen opnieuw bevestigd om samen te werken met het oog op het uitbannen van alle vormen van armoede, het aanpakken van ongelijkheden en het bevorderen van sociale cohesie, met speciale aandacht voor de meest kwetsbare en achtergestelde groepen opdat iedereen zijn potentieel in waardigheid en in een gezonde omgeving kan waarmaken, waarbij niemand aan zijn lot wordt overgelaten.

Met het oog hierop voeren de partijen hun inspanningen op om sneller vooruitgang te boeken bij het behalen van de samenhangende doelstellingen van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar de landen die ondersteuning het hardst nodig hebben, in het bijzonder de minst ontwikkelde landen en door conflicten getroffen en fragiele landen.

De partijen, die erkennen dat bevolkingsgroei en demografische verschuivingen een aanzienlijke impact kunnen hebben op de vorderingen op het gebied van ontwikkeling en de economische vooruitgang, verbinden zich ertoe samen te werken om de aan de bevolkingsgroei gerelateerde problemen terug te dringen en ten volle te profiteren van de baten van een demografisch dividend.

Rechtvaardige toegang tot sociale dienstverlening

Met de overeenkomst wordt gestreefd naar een inclusieve en eerlijke toegang tot hoogwaardig onderwijs op alle niveaus, met inbegrip van de technische en beroepsopleidingen, om ervoor te zorgen dat iedereen de kennis en de vaardigheden verwerft die noodzakelijk zijn om een waardig leven te leiden en aan het welzijn van de gemeenschappen waartoe zij behoren, bij te dragen.

De overeenkomst maakt een integratie van gezondheid in alle beleidsterreinen mogelijk, waarbij de ongelijkheid in de toegang tot gezondheidszorg wordt aangepakt en een universele gezondheidszorgdekking in alle landen wordt ingevoerd, sterke en efficiënte gezondheidszorgstelsels worden uitgebouwd en wordt samengewerkt met betrekking tot kwesties van gemeenschappelijk belang, voornamelijk bij het voorkomen en bestrijden van overdraagbare en niet-overdraagbare ziekten.

De overeenkomst draagt bij tot een betere universele toegang tot veilig water, onder meer door middel van duurzame en geïntegreerde waterbeheersystemen, betaalbare en passende huisvesting voor alle bevolkingsgroepen, gerichte huisvestingsprogramma's en verbeterde stadsontwikkelingsplannen.

Sociale bescherming

In de overeenkomst wordt erkend dat sociale bescherming een transformatieve rol in de samenleving kan spelen door billijkheid, sociale integratie en inclusieve economische groei te bevorderen.

Met het oog hierop verbinden de partijen zich ertoe een werkgelegenheidsbeleid te voeren dat gericht is op waardig werk voor iedereen, met een herverdelend overheidsbeleid, waarbij inclusieve socialebeschermingsmaatregelen en -programma's worden vastgesteld, met inbegrip van minimale socialebeschermingsniveaus en waarbij erop wordt toegezien dat in de voordelen van de groei door allen gelijkelijk wordt gedeeld en armoede tegen 2030 is uitgebannen.

Gendergelijkheid

In de overeenkomst wordt opnieuw bevestigd dat gelijkheid van vrouwen en mannen, meisjes en jongens essentieel is voor duurzame ontwikkeling. Hierdoor komt een multiplicatoreffect tot stand voor het uitbannen van armoede, het bereiken van duurzame bevolkingsgroei en het verhogen van de welvaart. Voorts is het de sleutel voor de ontwikkeling van democratische samenlevingen, gebaseerd op mensenrechten, sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid.

De partijen bevorderen de bescherming en uitoefening van de rechten van vrouwen en meisjes en hun zelfredzaamheid, inclusief over zaken die hun seksuele en reproductieve gezondheid aangaan. Zij zullen samenwerken om alle vormen van seksueel en gendergerelateerd geweld en discriminatie uit te bannen.

De partijen zorgen ervoor dat het genderperspectief systematisch wordt geïntegreerd in alle beleid als belangrijke bijdrage tot het bereiken van duurzame-ontwikkelingsdoelen.

Weerbaarheid

In de overeenkomst zijn bepalingen opgenomen om de weerbaarheid van met name de meest kwetsbare bevolkingsgroepen tegen ecologische en economische calamiteiten, door mens of natuur veroorzaakte rampen, conflicten en mondiale gezondheidsgevaren, waaronder antimicrobiële resistentie, te versterken. De partijen zullen in hun maatregelen systematisch risicobeoordeling en weerbaarheid integreren opdat individuen, gemeenschappen, instellingen en landen zich beter kunnen voorbereiden op, beter bestand zijn tegen, zich beter kunnen aanpassen aan en snel herstellen van spanningen en schokken, zonder de vooruitzichten voor ontwikkeling op lange termijn aan te tasten.

Cultuur en wederzijds begrip

In de overeenkomst is een toezegging van de partijen opgenomen om rekening houdende met hun verschillen de interculturele dialoog en de culturele samenwerking te bevorderen, waarbij de universele waarden in acht worden genomen met het oog op het vergroten van zowel het wederzijdse begrip tussen hun bevolkingen als de kennis van hun respectieve culturen en het voorkomen van gewelddadige radicalisering.

DEEL 3 INTERNATIONALE SAMENWERKING

In de overeenkomst wordt bevestigd dat de partijen zich hebben verbonden tot een wereldorde die berust op het internationaal recht en die multilateralisme als basisbeginsel en de Verenigde Naties (VN) als kern heeft, met het oog op het verankeren van vrede en rechtvaardigheid, welvaart, duurzame ontwikkeling en bescherming van gemeenschappelijke natuurlijke rijkdommen.

Met deze verbintenis wordt uiting gegeven aan de vaste wil om de multilaterale instellingen te hervormen en te versterken om hun doeltreffendheid, verantwoordelijkheid en representativiteit te verhogen. De overeenkomst dient tevens ter bevordering en ondersteuning van de rechtsstaat en justitie op internationaal vlak. Voorts wordt gezorgd dat alle partijen de noodzakelijke stappen zetten om essentiële internationale overeenkomsten en verdragen te ratificeren, uit te voeren en in hun nationale wetgeving om te zetten.

De overeenkomst is een significante versterking van de bereidheid van de partijen om de krachten te bundelen op terreinen waar het partnerschap een aanzienlijke toegevoegde waarde kan bieden om vaart te zetten achter een mondiaal optreden. De partijen komen overeen regelmatig op zowel politiek als operationeel niveau na te gaan over welke strategische vraagstukken eensgezindheid bestaat om tijdig en gecoördineerd te kunnen optreden, onder meer bij stemmingen, in de desbetreffende internationale fora en initiatieven. In het bijzonder steunen zij hierbij op ministeriële bijeenkomsten en stemmen zij ermee in passende coördinatiemechanismen te gebruiken of op te richten met het oog op een optimale samenwerking in het kader van de Verenigde Naties, de Wereldhandelsorganisatie en waar mogelijk andere internationale organisaties.

In de overeenkomst wordt vastgesteld dat de partijen actief kunnen streven naar nauwe samenwerking en de totstandkoming van strategische allianties met derde landen en/of groeperingen die hun waarden en belangen delen, om hun invloed op diplomatiek vlak in internationale fora te versterken.



3.EU-AFRIKA PACT

Deel 1 BASIS VOOR SAMENWERKING

In de overeenkomst wordt verklaard dat het partnerschap tussen de EU en Afrika bestaat uit algemene doelstellingen, beginselen en verbintenissen die zijn opgenomen in het algemene deel van deze overeenkomst en uit specifieke doelstellingen en verbintenissen die in dit protocol zijn vastgesteld.

De overeenkomst resulteert in een verdieping van de bestaande betrekkingen tussen de Europese Unie en Afrika en de oprichting van een politiek partnerschap waarbij beide partijen gebaat zijn en waarmee werk kan worden gemaakt van zowel de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling als essentiële belangen van elke partij.

Meer in het bijzonder nemen de partijen volgende concrete maatregelen:

·vreedzame en weerbare samenlevingen opbouwen en de demografische ontwikkelingen en de mobiliteitsvraagstukken aanpakken om te voldoen aan de legitieme verwachtingen van de huidige en toekomstige generaties Europeanen en Afrikanen;

·de klimaatverandering bestrijden en zorgen voor een eerlijke toegang tot en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen om onbenutte economische mogelijkheden te benutten, de biodiversiteit te handhaven en elk illegaal gebruik, onder meer voor het in stand houden van conflicten, te voorkomen;

·gendergelijkheid tot stand brengen, de verwachtingen van jongeren ondersteunen en weerwerk bieden tegen elke vorm van discriminatie en marginalisatie die kan bijdragen tot gewelddadig extremisme;

·publieke en particuliere investeringen ondersteunen en zorgen voor waardig werk voor iedereen;

·ongelijkheden wegwerken en sociale bescherming bevorderen om armoede uit te bannen en de negatieve effecten van aanslepende humanitaire crises aan te pakken.

Met de overeenkomt wordt de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU vervangen en geactualiseerd. In de overeenkomst wordt ook verwezen naar essentiële documenten voor beide partijen, in het bijzonder de Agenda 2063 van Afrika, de integrale strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie en de Europese consensus inzake ontwikkeling.

In de overeenkomst is een verbintenis van de partijen opgenomen om het EU-Afrika Pact uit te voeren door middel van opeenvolgende actieplannen op nationaal, regionaal en continentaal niveau. Met de overeenkomst wordt een systeem ingevoerd dat de geboekte vooruitgang in kaart te brengt en hierbij gebruik maakt van dialoog op alle niveaus en gebaseerd is op duidelijke indicatoren en meetbare resultaten, om ervoor te zorgen dat de uitvoering op schema ligt.

Met de overeenkomst worden de speciale banden erkend tussen de ultraperifere gebieden van de EU en de landen en gebieden overzee (LGO's) en talrijke Afrikaanse landen.

In de overeenkomst wordt verklaard dat de partijen het protocol op geregelde tijdstippen, en voorts wanneer dat wenselijk is, kunnen herzien om het aan te passen aan de veranderende omstandigheden.

Deel 2 STRATEGISCHE PRIORITEITEN

Titel I Vrede en veiligheid

In de overeenkomst wordt de verbintenis van de partijen opnieuw bevestigd om de vrede te bevorderen via intensievere veiligheidspartnerschappen op nationaal, regionaal en continentaal niveau om stabiliteit en welvaart in Afrika te bewerkstelligen en negatieve overloopeffecten ten aanzien van Europa onder controle te houden.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

vrede en veiligheid

·samenwerking, coördinatie en dialoog versterken, gaande van preventie en vroegtijdige waarschuwing via crisisresponse en stabilisering tot duurzame vredesopbouw;

·de belangrijkste oorzaken van instabiliteit aanpakken, met inbegrip van toegang tot grond en natuurlijke hulpbronnen, betwiste grenzen, voedsel- en waterzekerheid en gedwongen ontheemding;

·ervoor zorgen dat oorlogsmisdrijven en mensenrechtenschendingen, met inbegrip van het ronselen van kindsoldaten en gendergerelateerd geweld, niet ongestraft blijven;

·ervoor zorgen dat de Afrikaanse vredes- en veiligheidsarchitectuur (APSA) volledig operationeel wordt, door de grotere inspanningen van de leden van de Afrikaanse Unie en de regionale economische gemeenschappen voor de betaalbaarheid van alle vredes- en veiligheidsinspanningen op het continent en door de EU-instrumenten beter af te stemmen op de ondersteuning van de noodzakelijke operationele activiteiten en de hieraan gerelateerde behoeften op het gebied van capaciteitsopbouw;

terrorisme en georganiseerde misdaad

·terrorisme in al zijn vormen bestrijden, waarbij die factoren worden aangepakt die een klimaat kunnen creëren dat bevorderlijk is voor radicalisering en werving voor terrorisme;

·de georganiseerde misdaad en alle vormen van illegale handel bestrijden (bv. mensenhandel en smokkel van wapens, drugs, gevaarlijke stoffen, wilde dieren en cultuurgoederen);

·de maritieme veiligheid versterken, onder meer door de strijd tegen piraterij en gewapende overvallen op zee.

Titel II Mensenrechten en democratisch bestuur

Met de overeenkomst wordt de vaste wil van de partijen versterkt om de democratie te bevorderen en versterken, de mensenrechten te bevorderen en beschermen en te zorgen voor een verantwoordingsplichtig, transparant en inclusief bestuur dat burgers en maatschappelijke organisaties voldoende ruimte biedt om hun verwachtingen ten aanzien van de beleidsvorming kenbaar te maken.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

mensenrechten, fundamentele vrijheden en democratie

·ervoor zorgen dat het Afrikaans Handvest van de rechten van de mens en de volkeren en het Afrikaans handvest inzake democratie, verkiezingen en bestuur volledig worden uitgevoerd;

·het non-discriminatiebeginsel met betrekking tot etniciteit, geslacht, leeftijd, handicap, godsdienst of geloof, seksuele gerichtheid volledig toepassen, waarbij prioriteit wordt gegeven aan de intrekking van discriminerende wetgeving;

·de dialoog en samenwerking bevorderen met betrekking tot de afschaffing van de doodstraf en alle vormen van foltering en mishandeling bestrijden;

·zorgen voor geloofwaardige, transparante en inclusieve verkiezingen, waarbij de verkiezingscycli en de constitutionele bepalingen worden geëerbiedigd;

·de prerogatieven van verkozen nationale parlementen op het vlak van wetgeving, begroting en toezicht ondersteunen;

·zich inzetten voor pluralistische samenlevingen en de ruimte voor de deelname van de maatschappelijke organisaties aan belangenbehartiging en beleidsvorming vrijwaren en verbreden;

de rechtsstaat, justitie en behoorlijk bestuur

·inclusieve, verantwoordingsplichtige en transparante openbare instellingen opbouwen, waarbij ook vaker een beroep wordt gedaan op e-overheidsoplossingen;

·corruptie bestrijden en wetgeving invoeren om illegale geldstromen, fraude en de georganiseerde misdaad een halt toe te roepen;

·samenwerken om in overeenstemming met internationale normen te voorkomen dat financiële systemen, instellingen en aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen worden gebruikt voor het witwassen van de inkomsten van criminele activiteiten zoals drugshandel en corruptie en voor terrorismefinanciering;

·streven naar een duurzaam beheer van inkomsten uit natuurlijke hulpbronnen en hervormingen doorvoeren om te zorgen voor eerlijk, rechtvaardig en duurzaam fiscaal beleid;

·de toegang tot de rechter en in het bijzonder de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht voor een billijke en tijdige rechtsbedeling bevorderen;

·belastingfraude, belastingontduiking en agressieve fiscale planning aanpakken, met bijzondere aandacht voor grotere belastingtransparantie, uitwisseling van informatie en eerlijke belastingconcurrentie, overeenkomstig de desbetreffende internationale normen en structuren.

Titel III Inclusieve duurzame economische ontwikkeling

De overeenkomst beoogt een versterking van de economische en handelsbetrekkingen tussen de partijen, een verbetering van de macro-economische en financiële stabiliteit, een stimulering van de kansen om te investeren en zaken te doen - onder meer via het extern investeringsplan (EIP) van de EU - en ondersteuning van de transitie naar volledige en hoogwaardige werkgelegenheid, inachtneming en bescherming van fundamentele arbeidsnormen en milieuduurzaamheid. Zij zal de ontwikkeling versterken van de particuliere sector in alle sectoren, met inbegrip van landbouw, industrie, diensten.

Sleutelfactoren voor investeringen en de ontwikkeling van de particuliere sector

In de overeenkomst zijn bepalingen opgenomen om de belangrijkste knelpunten aan te pakken waarvoor overheidsinterventie is vereist - naast structurele investeringen in infrastructuur (bv. energie, transport, technologie en digitale connectiviteit) en onderzoek en innovatie - om een ondernemingsklimaat tot stand te brengen dat bevorderlijk is voor grotere investeringsstromen en de ontwikkeling van de particuliere sector.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer:

·een ondersteunend regelgevingskader tot stand brengen, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de bescherming van land- en eigendomsrechten, een degelijk mededingingsbeleid en transparantie met betrekking tot overheidssubsidies, intellectuele eigendom en investeringen, de vermindering van de administratieve rompslomp door lagere kosten voor het verkrijgen van certificaten, vergunningen en toegang tot financiering;

·ervoor zorgen dat bedrijven en in het bijzonder micro-, kleine en middelgrote ondernemingen vlot toegang krijgen tot geschikte informatie en een beroep kunnen doen op vereenvoudigde administratieve procedures over hoe zij in Afrika en de EU zaken kunnen doen;

·overheidsmiddelen op een meer strategische wijze benutten, onder meer door een beroep te doen op blendinginstrumenten om extra overheidsmiddelen en particuliere investeringen aan te trekken;

·de toegang tot financiering voor binnenlandse investeerders verbeteren, in het bijzonder voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, onder meer door hervormingen van het financieel systeem die bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van een levensvatbare bancaire en non-bancaire sector, innovatieve financieringsmechanismen en microkredietregelingen;

·digitale financiële diensten ontwikkelen en versterken, onder meer mobiele bankdiensten, door met name intensiever samen te werken bij de invoering van internationale normen en te zorgen voor open markten, consumentenbescherming en een grotere toegang tot mobiele diensten;

·meer vraaggestuurde stelsels voor technisch en beroepsonderwijs en -opleiding versterken, die inspelen op de noden en kansen van lokale en regionale arbeidsmarkten.

Sleutelsectoren voor investeringen en de ontwikkeling van de particuliere sector

In de overeenkomst wordt verklaard dat het zwaartepunt zal liggen op de volgende strategische sectoren die naar verwachting een aanzienlijk multiplicatoreffect zullen hebben op het vlak van inclusieve en duurzame economische ontwikkeling en werkgelegenheid.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

landbouw

·de landbouwproductie stimuleren en diversifiëren, onder meer door een verbeterde toegang tot financiering en markten en het wegnemen van prikkels die leiden tot het gebruik van niet-duurzame productiesystemen;

·de positie van de producenten en exporteurs van landbouwproducten in de mondiale waardeketens versterken, onder meer door het wegnemen van technische handelsbelemmeringen, capaciteitsopbouw op het vlak van sanitaire en fytosanitaire normen en de bevordering van regelingen inzake eerlijke handel;

·zorgen voor de registratie en bescherming van geografische aanduidingen voor Afrikaanse en Europese landbouwproducten en levensmiddelen en maatregelen nemen voor de ondersteuning van lokale gemeenschappen om optimaal gebruik te maken van de geografische aanduidingen om op te klimmen in regionale en mondiale waardeketens;

visserij en aquacultuur

·partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij sluiten en/of verlengen, waarbij het duurzame beheer van de visbestanden en de bevordering van de beste praktijken in het visserijbeheer wordt gegarandeerd;

·illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) bestrijden en de ontwikkeling ondersteunen van duurzaam visserijbeheer;

·duurzame aquacultuur ontwikkelen door de vereenvoudiging van vergunningsprocedures, doeltreffende ruimtelijke ordening voor een maximale efficiëntie en duurzaamheid en een gelijker speelveld voor binnen- en buitenlandse investeerders;

duurzame energie

·bijdragen tot universele toegang tot energie en productief energiegebruik voor alle economische spelers, onder andere door meer investeringen in de opwekking, transmissie en distributie van energie en in energie-efficiëntie en door open, transparante en soepel functionerende energiemarkten te bevorderen die investeringen, wederzijds voordelige technologieoverdracht, onderzoek en innovatie stimuleren;

·effectieve energieverbindingen binnen Afrika en tussen Europa en Afrika tot stand brengen en versterken om te zorgen voor een betrouwbare en betaalbare energievoorziening, en de doelstellingen van de Europese energie-unie nastreven;

·meer openbare en particuliere financiering vrijmaken voor hernieuwbare energie en inspanningen op het gebied van energie-efficiëntie, waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar de succesvolle uitvoering van de desbetreffende nationale en regionale energie-initiatieven, inclusief het Afrikaanse initiatief voor hernieuwbare energie (AREI);

groene economie

·de transitie bevorderen naar een koolstofarme, hulpbronnenefficiënte en circulaire economie, onder meer door het ondersteunen van duurzame consumptie en productieprocessen en maatregelen op het vlak van afvalpreventie en milieuvriendelijk afvalbeheer;

·kennis en capaciteit verhogen inzake beleidsopties en beste praktijken om de hulpbronnenefficiëntie te verbeteren gedurende de hele levenscyclus van natuurlijke hulpbronnen en producten;

winningsgrondstoffen

·zorgen voor een eerlijke en duurzame toegang tot de winningindustrieën, zonder marktverstoring, met inbegrip van diepzeemijnbouw, voor alle economische spelers, waarbij de zeggenschap van elk land over zijn natuurlijke hulpbronnen volledig wordt gerespecteerd en duurzaam beheer wordt bevorderd;

·grotere transparantie en verantwoordingsplicht bij het beheer van de winningsindustrieën bewerkstelligen, onder meer door de bevordering van het Extractive Industries Transparency Initiative (initiatief inzake transparantie van winningsindustrieën, EITI) en de uitvoering van andere hiermee samenhangende initiatieven inzake de verantwoorde winning van mineralen uit conflictgebieden;

·maatschappelijk verantwoord ondernemen en verantwoorde bedrijfsvoering versterken in de gehele waardeketen, onder meer door de ontwikkeling en/of volledige tenuitvoerlegging van de desbetreffende wetgeving, rekening houdende met de internationale normen;

vervoer en infrastructuur

·het vervoer over land moderniseren om het verkeer van goederen en personen te bevorderen, waarbij meer transparantie en concurrentie op het gebied van planning en aanleg van infrastructuur wordt gegarandeerd;

·zorgen voor concurrentie bij het aanbieden van zeevervoerdiensten, met inbegrip van onbeperkte toegang tot havens;

·de betrekkingen in de luchtvaartsector versterken met het oog op het stimuleren van de investeringskansen, de verbreding en verdieping van de samenwerking op het gebied van regelgeving en het verbeteren van de veiligheid en de beveiliging;

·zorgen voor betaalbare, inclusieve en betrouwbare digitale connectiviteit, met een ondersteunend regelgevingskader, en het gebruik bevorderen van het wereldwijde satellietnavigatiesysteem van de Europese Unie (Galileo) en het satellietaugmentatiesysteem (EGNOS), met aandacht voor kwesties van wederzijds belang;

technologieën en innovatie

·de digitale economie, elektronische communicatie, vertrouwensdiensten en bescherming van persoonsgegevens, e-handel en e-overheid ontwikkelen en versterken, waarbij wordt gezorgd voor de ontwikkeling en het gebruik van internationale normen, open gegevens en markten, consumentenbescherming en grotere toegang tot digitale diensten;

·ervoor zorgen dat alle economische spelers en burgers toegang krijgen tot digitale technologieën en diensten, met inbegrip van de oprichting van een beleids- en regelgevingskader waarmee gunstige randvoorwaarden tot stand kunnen komen voor digitaal ondernemerschap en grensoverschrijdende investeringen, en digitale vaardigheden en geletterdheid bevorderen;

·activiteiten voor onderzoek en ontwikkeling bevorderen om de wetenschappelijke vooruitgang en de overdracht van technologie en knowhow te stimuleren;

·aan lokale behoeften aangepaste innovatie, economische diversificatie en de transitie naar een meer kennisgedreven economie ondersteunen.

Samenwerking op het vlak van handel

De overeenkomst is gericht op het bevorderen van handels- en investeringsmogelijkheden tussen de partijen ten behoeve van een inclusieve en duurzame ontwikkeling.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer:

·ervoor zorgen dat gunstige randvoorwaarden aanwezig zijn en het juiste binnenlandse beleid wordt gevoerd om een toename van de handelsstromen te faciliteren die bijdragen tot inclusieve groei en duurzame ontwikkeling, onder meer door de versterking van productiecapaciteiten en ondernemerschap en meer investeringen in arbeidsintensieve sectoren die toegevoegde waarde creëren en opname in de mondiale en regionale waardeketens;

·de mechanismen, procedures en instellingen versterken om de capaciteit uit te breiden om het handelsbeleid te ontwikkelen en uit te voeren, alsook de particuliere sector in staat stellen om baat te hebben bij dit beleid en de toegenomen kansen;

·processen van regionale integratie opbouwen, bevorderen en ondersteunen, met inbegrip van handelsbevordering en harmonisatie op het gebied van regelgeving om landen te helpen meer baat te hebben bij het handel drijven met hun buren en om bij te dragen tot de bevordering van de regionale stabiliteit, samenhang en welvaart;

·de voorbereidingen voor de vrijhandelsruimte op het Afrikaanse continent (CFTA) ondersteunen.

Titel IV Menselijke ontwikkeling en waardigheid

In de overeenkomst wordt opnieuw de vaste wil van de partijen bevestigd om tegen 2030 armoede in al haar vormen uit te bannen, op doeltreffende wijze ongelijkheid te bestrijden en gendergelijkheid te bewerkstelligen en de voorwaarden tot stand te brengen voor een effectieve deelneming van de bevolking aan het democratische bestel en een actieve bijdrage aan duurzame economische groei.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

onderwijs

·ervoor zorgen dat alle jonge kinderen toegang hebben tot ontwikkeling, zorg en voorschools onderwijs van hoge kwaliteit en dat alle jongens en meisjes volwaardig, gratis, gelijkwaardig basis- en voortgezet onderwijs van hoge kwaliteit afronden door een versterking van de nationale onderwijsstelsels op alle niveaus;

·de inschrijvingen in en de kwaliteit van het tertiair onderwijs verhogen en zorgen voor de totstandkoming van een kritische massa van geschoolde werknemers die vertrouwd zijn met innovatie en opgeleide jongeren, met inbegrip van de ontwikkeling van digitale vaardigheden en geletterdheid en het gebruik van de digitale technologieën;

·de mogelijkheden stimuleren voor onderzoeksprojecten in samenwerkingsverband op het gebied van wetenschap, technologie en onderzoek waarbij wordt gestreefd naar wetenschappelijke topprestaties van wederzijds voordeel;

gezondheidszorg

·zorgen voor een universele gezondheidszorgdekking en een eerlijke toegang tot gezondheidsdiensten door verbeterde nationale gezondheidsstelsels op alle niveaus;

·zorgen voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, met inbegrip van universele toegang tot hoogwaardige, betaalbare en volledige seksuele en reproductieve gezondheidszorg, voorlichting, informatieverstrekking en dienstverlening;

·ondersteunen van toegang tot geneesmiddelen en vaccins, om vooruitgang te boeken bij de verwezenlijking van de doelstelling van veilige, betaalbare en essentiële geneesmiddelen en vaccins voor iedereen;

·de capaciteit van Afrikaanse landen versterken om vroegtijdig te waarschuwen en de risico's te beperken en te beheersen bij nationale en mondiale gezondheidsrisico’s, ook op het gebied van dier- en plantgezondheid;

·maatregelen bevorderen om niet-overdraagbare ziekten en hun risicofactoren terug te dringen, waardoor vermijdbare ziekten en de bijhorende maatschappelijke last worden vermeden en waarbij de aandacht gericht is op kinderen en kwetsbare groepen;

·de uitwisseling van kennis, ervaring en beste praktijken tussen landen bevorderen;

·maatregelen nemen om verdragen inzake mondiale gezondheid uit te voeren;

sociale bescherming

·maatregelen nemen voor het bereiken en handhalven van een toename van het inkomen van de onderste 40% van de bevolking die sneller verloopt dan het nationale gemiddelde;

·de dekking van sociale bescherming uitbreiden door een minimale inkomenszekerheid, en adequate en schokbestendige stelsels van sociale bescherming;

·meer inclusieve en goed functionerende arbeidsmarkten tot stand brengen en een werkgelegenheidsbeleid voeren dat gericht is op waardig werk voor allen, met inbegrip van een vlottere overgang van de informele naar de formele economie;

gendergelijkheid

·ervoor zorgen dat alle partijen het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) en het Aanvullend protocol inzake vrouwenrechten ondertekenen, ratificeren en volledig ten uitvoer leggen;

·de lichamelijke en psychologische integriteit van meisjes en vrouwen garanderen, door uitbanning van zowel alle vormen van gendergerelateerd geweld waaronder seksuele verminking en besnijdenis van vrouwen en andere schadelijke praktijken alsook kindhuwelijken en gedwongen huwelijken;

·ervoor zorgen dat de sociale rechten van meisjes en vrouwen worden nageleefd en bevorderd, in het bijzonder op vlak van onderwijs en gezondheidszorg, waarbij de kritische rol wordt erkend die vrouwen vervullen voor de totstandkoming van het demografisch dividend;

·vrouwen en meisjes meer stem geven en hun participatie vergroten in de politiek en in vredesprocessen en bemiddelingspogingen;

·de economische rechten van vrouwen versterken, hun toegang tot financiële diensten, de controle en het gebruik van land en andere productieve activa bevorderen en vrouwelijke ondernemers ondersteunen;

jongeren

·meer bijstand verlenen aan jongeren om via onderwijs, beroepsopleiding en toegang tot digitale technologieën arbeidsmarktrelevante vaardigheden te verwerven;

·de totstandkoming bevorderen van duurzame jobs met correcte arbeidsvoorwaarden en de opkomst van gewelddadige radicalisering indammen;

·de positie van jongeren en verantwoordelijk burgerschap bevorderen, door ruimte te bieden voor hun actieve betrokkenheid op alle maatschappelijke niveaus, en initiatieven op het vlak van interculturele dialoog tussen jongerenorganisaties ondersteunen;

voedselzekerheid

·ervoor zorgen dat iedereen toegang heeft tot toereikende, voedzame, veilige en betaalbare levensmiddelen met het oog op de uitbanning van hongersnood en andere voedselcrises;

·de coördinatie versterken tussen ontwikkeling en humanitair optreden om te anticiperen op, preventieve maatregelen te nemen tegen en zich voor te bereiden op voedselcrises, ervoor zorgen dat tijdig wordt opgetreden om lokaal voedsel ter beschikking te stellen en de dieperliggende oorzaken van buitensporige prijsschommelingen aanpakken;

·de blootstelling van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen beperken door sterkere sociale vangnetten;

·ervoor zorgen dat de toezeggingen voor de bestrijding van alle vormen van ondervoeding worden nagekomen en dat bijzondere aandacht wordt besteed aan ondervoeding in samenlevingen met een zwakke institutionele capaciteit of waar regelmatig terugkerende rampen of conflicten een verwoestend effect hebben op de meest kwetsbare groepen, zoals het geval is in fragiele staten;

·de toename van niet-overdraagbare ziekten voorkomen door gezonde eetgewoonten en een gezonde levensstijl te ondersteunen;

waterzekerheid

·zorgen voor toegang tot veilig en voldoende drinkwater voor een betaalbare prijs om te voldoen aan de basisbehoeften, met inbegrip van sanitaire voorzieningen en hygiëne, en gezondheids- en welzijnsniveaus waarborgen;

·zorgen voor een efficiënte watervoorziening voor sociaaleconomische ontwikkeling en activiteiten, en ecosystemen bij watertoewijzing en -beheer handhaven en beschermen;

·de samenwerking bevorderen op het vlak van een grensoverschrijdende waterhuishouding met het oog op de duurzaamheid van zoetwaterecosystemen, waarbij de onzekerheden worden aangepakt die door watergerelateerde rampen (bv. overstromingen, droogte en vervuiling) worden veroorzaakt, en risico's op conflicten worden voorkomen;

culturele samenwerking

·de culturele en creatieve sector versterken;

·culturele uitwisselingen stimuleren en gemeenschappelijke initiatieven uitvoeren op diverse culturele gebieden;

·materieel en immaterieel cultureel erfgoed alsook de diversiteit van cultuuruitingen bevorderen.



Titel V Mobiliteit en migratie

Met de overeenkomst, die voortbouwt op bestaande initiatieven (bv. de Europese Migratieagenda, het partnerschapskader, de processen van Rabat en Khartoem, de top van Valletta), wordt erkend dat de belangen van Afrika en Europa inzake migratie met elkaar zijn verweven en dat migratie en mobiliteit, mits zij op een gepaste manier worden aangepakt onder meer met effectieve mechanismen voor de terugkeer en overname van irreguliere migranten, een bijdrage kunnen bieden aan economische groei en de doorstroming van vaardigheden en kennis.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

reguliere migratie

·grotere mobiliteit van hooggeschoolden door betere mobiliteitsschema's voor studenten, onderzoekers en beroepsbeoefenaren;

·vergemakkelijking van korte-termijnbezoeken binnen het bestaande wettelijke kader, voor bedrijfs- en investeringsoogmerken;

·samenwerking voor een doeltreffend beheer van arbeidsmigratie, onder meer voor de meeneembaarheid en de erkenning van vaardigheden en kwalificaties, passende sociale bescherming en de bestrijding van alle vormen van exploitatie;

irreguliere migratie

·betere samenwerking inzake grensbeheer, betere vergaring en mededeling van informatie, bevordering van politiële en gerechtelijke samenwerking;

·bevestiging van de wettelijke verbintenis van de partijen tot overname van hun onderdanen die irregulier verblijven op het grondgebied van een andere partij, op verzoek van deze laatste en onvoorwaardelijk, en opzetting van een mechanisme om te garanderen dat deze verplichting effectief wordt nagekomen, en om de uitvoering ervan te vergemakkelijken. Tot dit doel verbinden de partijen zich ertoe spoedig te reageren op verzoeken tot overname, bijvoorbeeld door de identificatie van hun onderdanen, de verstrekking van reisdocumenten voor terugkeer of de aanvaarding van EU-reisdocumenten voor terugkeer, het tijdig reageren op formaliteiten voor terugkeeroperaties;

·de partijen stellen ook wetgeving op en keuren deze goed overeenkomstig het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad (UNTOC) en de aanvullende protocollen daarbij (het protocol tegen de smokkel van migranten over land, over zee en door de lucht en het protocol inzake de voorkoming, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel), als zijnde de belangrijkste internationale wettelijke instrumenten ter bestrijding van migrantensmokkel en mensenhandel;

·opzetten van bewustmakingscampagnes bij potentiële migranten over de risico's van irreguliere migratie;

·intensievere actie tegen netwerken voor smokkel en mensenhandel door verbeterde systemen voor het delen van informatie, onderzoeken en strafrechtelijke vervolgingen;

andere migratiegerelateerde kwesties

·terugbrengen tot minder dan 3% van de transactiekosten voor overmakingen van migranten, elimineren van transactieroutes met kosten van meer dan 5%, verbeteren van het regelgevingskader voor een grotere betrokkenheid van niet-traditionele actoren, ook door gebruikmaking van nieuwe technologieën;

·de diaspora aansporen tot betrokkenheid bij de landen van oorsprong, stimuleren van lokale economische ontwikkeling;

·garanderen dat zuid-zuid-migratie (tussen en binnen landen in Afrika) op een adequate wijze aan de orde komt in de nationale en regionale ontwikkelingsagenda's;

·het hoogst mogelijke beschermings- en bijstandsniveau garanderen voor gedwongen ontheemden, met inbegrip van vluchtelingen, asielzoekers en intern ontheemden, gebaseerd op het beginsel van gedeelde verantwoordelijkheid en in volledige overeenstemming met het internationale recht.

Titel VI Klimaatverandering en duurzaamheid van het milieu

De overeenkomst bevestigt opnieuw dat ambitieuze maatregelen inzake mitigatie van en aanpassing aan de klimaatverandering noodzakelijk zijn om de risico's van de klimaatverandering te beheersen en terug te brengen, en meer in het algemeen dat de bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu van vitaal belang is voor de ontwikkeling van de huidige en toekomstige generaties.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

klimaatactie

·de tenuitvoerlegging versnellen van de Klimaatovereenkomst van Parijs door nationaal vastgestelde bijdragen en nationale aanpassingsplannen;

·de bestaande financieringsstromen op één lijn brengen en innovatieve financiering op dit punt verkennen met het oog op geringe broeikasgasemissies en klimaatbestendige ontwikkeling;

·wetenschappelijke en technische menselijke en institutionele capaciteit opbouwen en/of versterken voor klimaat- en milieubeheer en -toezicht, met inbegrip van aardobservatietechnologieën en informatiesystemen zoals Copernicus;

·groene en duurzame blauwe groei in economische sleutelsectoren ontwikkelen en/of versterken;

biodiversiteit en ecosystemen

·het behoud, duurzame gebruik en herstel van ecosystemen bevorderen, met name in het Congobekken, om de ontwikkeling van landen, de bestaansmiddelen voor de lokale bevolking en de ecosysteemdiensten lokaal en mondiaal mogelijk te maken;

·beschermen van de wilde flora en fauna en het publiek meer bewustmaken van dergelijke bescherming, met bijzondere aandacht voor de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites) en andere relevante internationale rechtskaders;

·behoud van kustzones en mariene zones en terugdringen van afval in zee, onder meer door bevordering van maatregelen voor afvalpreventiebeleid en het opvoeren van schoonmaakoperaties in de oceaan;

·versterken van de betrokkenheid van lokale gemeenschappen bij het behoud van ecosystemen, met prioritaire aandacht voor het scheppen van werkgelegenheid en andere economische kansen, onder meer door de bevordering van milieuvriendelijk en duurzaam toerisme;

droogte, woestijnvorming en bodemdegradatie

·bevorderen van een geïntegreerde aanpak van droogte, bodemdegradatie en woestijnvorming, onder meer door duurzame en billijke landrechten en landeigendom en duurzaam beheer van grond, water en bossen te verzekeren, en duurzame economische kansen te creëren voor de bewoners van landelijke gebieden;

·de vooruitgang versnellen naar de tenuitvoerlegging van de nationale actieplannen van het VN-Verdrag ter bestrijding van woestijnvorming (UNCCD) en andere relevante internationale en regionale initiatieven, met inbegrip van het Great Green Wall-initiatief; 

·extra middelen mobiliseren voor de bestrijding van woestijnvorming en bodemdegradatie en de betrokkenheid van lokale gemeenschappen versterken;

bosbouw

·bevorderen van de wetshandhaving, goed bestuur en handel in de bosbouw (FLEGT) door vrijwillige partnerschapsovereenkomsten af te sluiten en/of uit te voeren, en door coherentie en positieve interacties op landenniveau tussen FLEGT en het VN-programma om door ontbossing of bosdegradatie veroorzaakte emissies tegen te gaan (REDD+ - Reducing Emissions from Deforestation and Degradation), te versterken;

·illegale houtkap en handel in illegaal hout en houtproducten tegengaan, op alle niveaus het publiek meer bewust maken van ontbossing, het verbruik aanmoedigen van hulpbronnen- en energie-efficiënte producten afkomstig van duurzaam beheerde bossen;

·versterken van de betrokkenheid van lokale gemeenschappen bij bosbehoud, met prioritaire aandacht voor het scheppen van werkgelegenheid en andere economische kansen bij het behoud van ecosystemen;

duurzame verstedelijking

·een efficiënt wettelijk en politiek klimaat creëren voor duurzame stedelijke ontwikkeling overeenkomstig de Nieuwe Stedenagenda van de VN, door actief samen te werken met de lokale autoriteiten, en met speciale aandacht voor een transparante en gereguleerde landverwerving en voor eigendomsrechten;

·de capaciteitsopbouw verbeteren en deelnemen aan campagnes om het milieubewustzijn te vergroten;

·duurzame energie en duurzame stedelijke mobiliteitsoplossingen verwezenlijken, ondersteund door adequate financiering op binnenlands en internationaal niveau, met inbegrip van publiek-private partnerschappen;

·het afvalbeheer en het beheer van alle gevaarlijke stoffen verbeteren en alle vormen van verontreiniging aanpakken;

·natuurlijke oplossingen bepleiten om de weerbaarheid in stedelijke gebieden te vergroten.



4.EU-CARIBISCH GEBIED PACT

Deel 1 BASIS VOOR SAMENWERKING

De overeenkomst verklaart dat het partnerschap EU-Caribisch gebied bestaat uit de algemene doelstellingen, beginselen en verbintenissen uit het algemene deel van deze overeenkomst, en uit de specifieke doelstellingen en verbintenissen van dit protocol.

De overeenkomst betekent een verdieping van de bestaande betrekkingen tussen de Europese Unie en het Caribische gebied en stelt een politiek partnerschap tot wederzijds nut in, zodat het mogelijk wordt de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en andere belangrijke belangen van elke partij te realiseren.

Meer specifiek treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

·het aanpakken van de klimaatverandering en het garanderen van effectieve toegang tot en een duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen met het oog op duurzame sociale en economische ontwikkeling;

·het stimuleren van publieke en particuliere investeringen en het creëren van waardig werk voor allen;

·het opbouwen van een veilige en inclusieve maatschappij, met gelijkheid tussen mannen en vrouwen, en haalbare alternatieven voor jongeren, ondersteund door een doeltreffend beleid van sociale bescherming;

·de naleving garanderen van de mondiale normen inzake corruptie, georganiseerde misdaad en fiscaal bestuur.

De overeenkomst bouwt voort op het gezamenlijk strategisch partnerschap van de EU en het Caribisch gebied en vervangt dit.

De overeenkomst erkent de nauwe banden van de ultraperifere gebieden van de EU en de landen en gebieden overzee met de Caribische landen en hun rol voor regionale integratie.

De overeenkomst bevat een verbintenis van de partijen om het protocol tussen de EU en het Caribische gebied ten uitvoer te leggen via opeenvolgende actieplannen op nationaal en regionaal niveau.

De overeenkomst stelt een systeem in om de vooruitgang te meten, door politieke dialoog op alle niveaus, gebaseerd op duidelijke indicatoren en meetbare uitkomsten, om te garanderen dat de tenuitvoerlegging volgens plan verloopt.

De overeenkomst omvat een verklaring dat de partijen het protocol regelmatig kunnen herzien voor zover dat nodig is, ten einde het aan de veranderende omstandigheden aan te passen.

Deel 2 STRATEGISHE PRIORITEITEN

Titel I Klimaatverandering en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen

De overeenkomst bevestigt opnieuw dat ambitieuze maatregelen inzake mitigatie van en aanpassing aan de klimaatverandering noodzakelijk zijn om de risico's van de klimaatverandering te beheersen en terug te brengen, en meer in het algemeen dat de bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu van vitaal belang is voor de ontwikkeling van de huidige en toekomstige generaties.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

klimaatactie

·de tenuitvoerlegging versnellen van de Klimaatovereenkomst van Parijs door nationaal vastgestelde bijdragen en nationale aanpassingsplannen;

·de bestaande financieringsstromen op één lijn brengen en innovatieve financiering op dit punt verkennen met het oog op geringe broeikasgasemissies en klimaatbestendige ontwikkeling;

·wetenschappelijke en technische menselijke en institutionele capaciteit opbouwen en/of versterken voor klimaat- en milieubeheer en -toezicht, met inbegrip van aardobservatietechnologieën en informatiesystemen;

·groene en duurzame blauwe groei in economische sleutelsectoren ontwikkelen en/of versterken;

milieuduurzaamheid

·steun voor het behoud, duurzame gebruik en herstel van ecosystemen, om de ontwikkeling van landen, de bestaansmiddelen voor de lokale bevolking en de ecosysteemdiensten lokaal en mondiaal mogelijk te maken;

·stopzetten van ontbossing en garanderen van duurzaam bosbeheer;

·bevorderen van duurzaam waterbeheer;

·verbeteren van het beheer van afval en alle gevaarlijke stoffen, onder meer door doeltreffende ophaalsystemen en effectieve recyclage;

oceaangovernance

·behoud van ecosystemen aan de kusten en in zee, met speciale prioriteit voor de duurzame ontwikkeling van visserij en toerisme in de context van de strategieën voor blauwe groei;

·bestrijding van illegale, niet-gemelde en ongereguleerde visserij en steun voor de ontwikkeling van duurzaam visserijbeheer;

·terugdringing van marien afval, aanpak van de diepere oorzaken van marien afval, met inbegrip van afvalpreventiebeleid en het opvoeren van schoonmaakoperaties in de oceaan, met speciale aandacht voor accumulatiezones in bepaalde oceaanstromingen (gyren);

·versterking van de nationale en regionale capaciteit om de hulpbronnen in de oceaan en aan kustgebieden op een verantwoordelijke en verantwoordbare wijze te beheren;

·de valorisering bevorderen van natuurlijk kapitaal in zee en in kustgebieden;

risicobeheersing in verband met rampen

·de capaciteit voor toezicht, vroegtijdige waarschuwing en risico-evaluatie vergroten door betere preventie-, mitigatie-, paraatheids-, respons- en herstelmaatregelen op nationaal niveau, met het oog op grotere weerbaarheid van de maatschappijen en infrastructuur die overeenstemt met de prioriteiten van het kader van Sendai;

·de regionale responscapaciteit bij rampen en noodsituaties versterken, met inbegrip van civiele-beschermingsmechanismen;

·de samenwerking stimuleren door het gebruik van ruimtetechnologie en informatie;

·de lokale eigen verantwoordelijkheid garanderen door de getroffen gemeenschappen, de maatschappelijke organisaties en de lokale autoriteiten te betrekken bij het opstellen en uitvoeren van beleidsrespons, met aandacht voor de meest kwetsbare huishoudens en gemarginaliseerde groepen.

Titel II: Inclusieve en duurzame economische ontwikkeling

De overeenkomst versterkt de economische en handelsbetrekkingen tussen de partijen, verbetert de macro-economische en financiële stabiliteit, stimuleert investeringen en bedrijfskansen, ondersteunt de overgang naar volledige en kwalitatieve werkgelegenheid, respect en bescherming van elementaire arbeidsnormen, en milieuduurzaamheid. Zij versterkt de particuliere sector op alle domeinen, onder meer landbouw, industrie en diensten.

Sleutelfactoren voor investeringen en ontwikkeling van de particuliere sector

De overeenkomst bevat bepalingen om cruciale knelpunten aan te pakken waarvoor een interventie van de overheid vereist is, naast structurele investeringen in infrastructuur (bv. energie, vervoer, digitale connectiviteit), alsook onderzoek en innovatie met het oog op een bedrijfsklimaat dat leidt tot grotere investeringsstromen en tot meer ontwikkeling van de particuliere sector.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

·het creëren van een efficiënt wettelijk klimaat, met bijzondere aandacht voor de bescherming van grond- en eigendomsrechten, intellectuele eigendom en investeringen, het terugdringen van de bureaucratie door een verlaging van de kosten voor certificaten, vergunningen en toegang tot financiering, gezond concurrentiebeleid met inbegrip van transparantie inzake openbare subsidies, en de goedkeuring van doeltreffende en voorspelbare belastingstelsels;

·investeerders voorzien van gemakkelijk toegankelijke en adequate informatie voor een uitbreiding van hun bedrijfsactiviteiten in het Caribische gebied, door de administratieve procedures voor het opzetten van een bedrijf te vergemakkelijken;

·een groter strategisch gebruik maken van openbare financiering, met inbegrip van blendinginstrumenten om extra openbare en particuliere investeringen aan te boren;

·binnenlandse toegang tot financiering vergroten, met inbegrip van hervormingen van het financiële stelsel om een levensvatbare bancaire en non-bancaire sector, en innovatieve financiële mechanismen en regelingen te ontwikkelen;

·digitale financiële diensten ontwikkelen en versterken, met inbegrip van mobiele bankingsystemen, onder meer door grotere samenwerking aan de tenuitvoerlegging van internationale normen en door het garanderen van open markten, consumentenbescherming en betere toegang tot mobiele diensten;

·versterking van meer op de vraag gerichte technische-, beroepsonderwijs- en opleidingssystemen, aangepast aan de behoeften en mogelijkheden van de lokale en regionale arbeidsmarkt.

Sleutelsectoren voor investeringen en ontwikkeling van de particuliere sector

De partijen richten hun aandacht onder meer op de volgende strategische sectoren die naar verwachting een sterk multiplicatoreffect zullen hebben voor inclusieve en duurzame economische ontwikkeling en het creëren van werkgelegenheid, zodat economische groei hand in hand gaat met ecologische duurzaamheid.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

groene economie

·de overgang bevorderen naar een koolstofarme kringloopeconomie die efficiënt omgaat met hulpbronnen, onder meer door steun aan manieren van aanpakken voor duurzame consumptie en productie, maatregelen inzake afvalpreventie en ecologisch verantwoord afvalbeheer;

·verbeteren van kennis en capaciteit inzake beleidsopties en optimale werkwijzen voor een betere hulpbronnenefficiëntie langs de hele levenscyclus van natuurlijke hulpbronnen en producten;

duurzame blauwe groei

·sluiten en/of vernieuwen van partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij, de duurzaamheid van visbestanden garanderen, optimale werkwijzen in visserijbeheer bevorderen, grotere capaciteit voor de verwerking van visserijproducten;

·duurzame aquacultuur ontwikkelen, door een vereenvoudiging van de vergunningsprocedures, doeltreffende ruimtelijke planning voor maximale doeltreffendheid en duurzaamheid, een gelijker speelveld voor investeerders;

·eerlijke, duurzame en onvervalste toegang tot winningsindustrieën garanderen, inclusief diepzeemijnbouw, voor alle economische actoren, rekening houdend met duurzaamheid, grotere transparantie en verantwoordingsplicht bereiken door onder meer de bevordering van het initiatief inzake transparantie van winningsindustrieën en de tenuitvoerlegging van andere relevante initiatieven;

·de onbeperkte toegang tot de internationale maritieme markten en handel garanderen, met inbegrip van havens, gebaseerd op eerlijke concurrentie op een commerciële basis;

duurzame energie

·bijdragen tot universele toegang tot energie en betrouwbare en betaalbare duurzame energievoorzieningen voor alle economische actoren, stimuleren van investeringen onder meer voor het genereren van vernieuwbare energie, voor transmissie, distributie en energie-efficiëntie, en tegelijk het aanpakken van negatieve verstoringen van de markt;

·opvoeren van openbare en particuliere financiering voor vernieuwbare energie en energie-efficiëntie, alsook schone, diverse en duurzame energietechnologieën ontwikkelen en toepassen, met inbegrip van vernieuwbare en koolstofarme energietechnologieën;

toerisme

·investeringen bevorderen in de toerismesector, door het faciliteren van marketing en promotiestrategieën, beroepsopleiding en digitale technologieën;

·het verband versterken tussen de toerismesector en andere relevante economische sectoren, meer bepaald landbouw en visserij, met speciale aandacht voor milieubescherming en agro- en maritiem toerisme;

·duurzaam gebruik en behoud van biodiversiteit doortrekken in de planning en de ontwikkeling van het toerismebeleid;

·duurzaam, verantwoordelijk en kwaliteitsvol toerisme bevorderen, met respect voor de integriteit en de belangen van lokale gemeenschappen;

mensen en plaatsen verbinden

·kwaliteitsvolle en duurzame infrastructuursystemen opbouwen om het verkeer van goederen en mensen te vergemakkelijken, gezonde milieupraktijken bevorderen overeenkomstig vastgestelde internationale overeenkomsten en akkoorden;

·de toegang verzekeren tot informatie- en communicatietechnologiemarkten (telecommunicatie, internet) voor alle economische actoren, onder meer door het creëren van gunstige wetgevende kaders en de steun door gerichte investeringen, betaalbaar gebruik van digitale technologieën voor individuen en bedrijven mogelijk maken;

·culturele uitwisselingen bevorderen en gezamenlijke initiatieven opzetten op diverse culturele terreinen, met inbegrip van de gezamenlijke organisatie van culturele evenementen;

·de samenwerking en integratie verbeteren met de ultraperifere gebieden van de EU en met de landen en gebieden overzee;

·regionale integratieprocessen stimuleren en ondersteunen binnen het Caribische gebied en met Latijns-Amerika.

Samenwerking op het vlak van handel

De overeenkomst streeft ernaar tussen de partijen handels- en investeringskansen te bevorderen ten behoeve van inclusieve en duurzame ontwikkeling.

Tot dit doel komen de partijen onder meer het volgende overeen:

·versterking van mechanismen en procedures en verbetering van de capaciteit, binnen de overeengekomen handelsakkoorden;

·garanderen dat de kadervoorwaarden en het juiste binnenlandse beleid voorhanden zijn om grotere handelsstromen te faciliteren die leiden tot inclusieve groei en duurzame ontwikkeling, meer arbeidsplaatsen, economische diversificatie en industrialisering, onder meer door grotere productiecapaciteit en ondernemerschap en meer investeringen in sectoren die waarde toevoegen en arbeidsintensief zijn, en inschakeling in mondiale en regionale waardeketens;

·versterking van mechanismen, procedures en instellingen om de capaciteit te vergroten voor het opzetten en uitvoeren van handelsbeleid, alsook om de particuliere sector in staat te stellen zijn voordeel te putten uit dergelijk beleid en de grotere kansen;

·voortbouwen op, stimuleren en steunen van regionale integratieprocessen, met inbegrip van handelsfacilitering en harmonisatie van de regelgeving, zodat de landen geholpen worden groter voordeel te putten uit de handel met hun buren en wordt bijgedragen aan regionale stabiliteit, cohesie en welvaart.

Titel III: Veiligheid, mensenrechten en goed bestuur

De overeenkomst wijst er opnieuw op dat weerbare samenlevingen, met verantwoordingsplichtige, democratische, doeltreffende, transparante instellingen, waar de mensenrechten en de fundamentele vrijheden volledig beschermd worden en burgers en groepen voldoende ruimte krijgen om hun aspiraties te uiten en beleid vorm te geven, het best zijn voorbereid om zich intern en extern aan veranderingen aan te passen, erop te reageren en deze degelijk te beheren.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

misdaad en veiligheid van de burger

·de productie, handel en consumptie van drugs bestrijden, met speciale aandacht voor het aspect vraag, preventie en opvoeding;

·het beheer van migratiestromen verbeteren en de mensenhandel, gedwongen ontheemding en de smokkel van migranten, van handvuurwapens en lichte wapens en andere conventionele wapens aanpakken, naast strategische handelscontrole van goederen voor tweeërlei gebruik door beter grenscontrolebeheer, grensoverschrijdende inlichtingen, uitwisseling van informatie, en de uitwisseling van deskundigen en technische bijstand;

·bendegeweld tegengaan op een omvattende, de oorzaken aanpakkende en preventieve manier, waarbij die factoren worden aangepakt die een klimaat kunnen creëren dat leidt tot radicalisering;

·samenwerken om te voorkomen dat financiële systemen, instellingen en aangewezen niet-financiële bedrijven en beroepen worden gebruikt voor het witwassen van inkomsten uit criminele activiteiten (waaronder illegale handel en corruptie) en voor de financiering van terrorisme, overeenkomstig internationale normen;

mensenrechten en justitie

·volledige toepassing van het niet-discriminatie-beginsel ten aanzien van afstamming, geslacht, leeftijd, handicap, godsdienst en geloofsovertuiging, seksuele oriëntatie, waarbij discriminerende wetgeving prioritair moet worden herroepen;

·dialoog en samenwerking bevorderen voor de afschaffing van de doodstraf en bestrijding van marteling en slechte behandeling, alsook van wangedrag door veiligheidstroepen;

·een einde stellen aan huiselijk geweld, aan seksuele en arbeidsexploitatie, de rechten bevorderen van kinderen en een einde stellen aan kinderarbeid, misbruik van kinderen en lijfstraffen, de mensenhandel en alle vormen van exploitatie voor gewin bestrijden, zowel in legale als illegale economieën;

·versterking van de instellingen en de rechtsstaat, garanderen van billijke toegang tot justitie, en van de onafhankelijkheid en verantwoordingsplicht van het gerecht, capaciteitsopbouw van de gerechtelijke overheid, wegwerken van achterstand bij rechtszaken en van excessieve voorhechtenis; 

·verbetering van de toestanden in de gevangenissen, uitvoeren van programma's voor sociale rehabilitatie met het oog op de sociale herintegratie van gedetineerden, aanpakken van sociale en veiligheidsproblemen die zijn veroorzaakt door de uitzetting van misdadigers uit derde landen;

goed bestuur en belastingzaken

·bevorderen van goed bestuur, met inbegrip van een goed beheer van de overheidsfinanciën, transparantie en verantwoordingsplicht;

·vaststellen van nieuwe mechanismen en versterking van bestaande mechanismen tegen corruptie, omkoperij en witteboordencriminaliteit, waaronder witwassen;

·aanpakken van belastingfraude, belastingontduiking en agressieve fiscale planning, met bijzondere aandacht voor meer belastingtransparantie, de uitwisseling van informatie en eerlijke belastingconcurrentie, overeenkomstig de relevante internationale normen en kaders;

·opvoeren van de politieke dialoog met niet-coöperatieve fiscale rechtsgebieden met het oog op het naleven van mondiale normen voor goed bestuur in belastingzaken.

Titel IV: Menselijke ontwikkeling en sociale cohesie

De overeenkomst bevestigt opnieuw de vaste wil van de partijen om armoede in al haar vormen tegen 2030 uit te bannen, ongelijkheid doeltreffend aan te pakken en gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bereiken, de voorwaarden te scheppen voor een doeltreffende participatie van de burgers aan het democratische leven en een actieve bijdrage aan duurzame economische groei. De overeenkomst beschouwt tevens sociale bescherming als een fundamentele investering voor het uitbannen van armoede en de bestrijding van ongelijkheid, en als een belangrijk middel om een zelfversterkende cyclus naar inclusieve en duurzame economische ontwikkeling te creëren, door economische winst breder opnieuw te investeren in de samenleving en de bevolking.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

menselijke ontwikkeling

·garanderen dat alle jongens en meisjes kosteloos, gelijk en kwaliteitsvol voorschools, lager- en middelbaar onderwijs voltooien en dat de inschrijvingen voor tertiair onderwijs aanzienlijk toenemen;

·een universele gezondheidsdekking en gelijkwaardige toegang tot gezondheidsdiensten bereiken, ook op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, door versterkte nationale gezondheidssystemen op alle niveaus en een betere capaciteit voor vroegtijdige waarschuwing, risicovermindering en het beheersen van nationale en mondiale gezondheidsrisico's, maatregelen treffen om mondiale gezondheidsverdragen ten uitvoer te leggen;

·toegang verzekeren tot veilig en voldoende drinkwater tegen een aanvaardbare prijs om tegemoet te komen aan de basisbehoeften, waaronder sanitaire voorzieningen en hygiëne, en de gezondheid en welzijnsniveaus vrijwaren;

·garanderen dat iedereen toegang heeft tot voldoende, betaalbare, veilige en voedzame levensmiddelen;

·de toename van niet-besmettelijke ziekten voorkomen door steun aan gezonde eetwijzen en een gezonde levensstijl;

·de problemen van door milieu-effecten veroorzaakte gedwongen ontheemding en het effect ervan op migranten en hun gemeenschappen aanpakken;

·een gericht beleid voeren en passende investeringen doen om de rechten van jongeren te bevorderen, en hun betrokkenheid bij het sociale, burgerlijke en economische leven te faciliteren;

sociale bescherming

·beleidsmaatregelen goedkeuren met het oog op het bereiken en behouden van een inkomensgroei voor de onderste 40% van de bevolking aan een ritme dat hoger ligt dan het nationale gemiddelde;

·de dekking van de sociale bescherming uitbreiden, door een beveiligd basisinkomen, passende en schokbestendige socialebeschermingsstelsels;

·meer inclusieve en goed functionerende arbeidsmarkten creëren en een werkgelegenheidsbeleid dat is gericht op waardig werk voor iedereen, met inbegrip van betere gezondheids- en veiligheidsvoorwaarden voor werknemers;

·problemen in verband met de informele economie aanpakken, met inbegrip van toegang tot kredieten en microfinanciering en versterkte maatregelen voor sociale bescherming, met het oog op een vlotte overgang naar de formele economie;

gelijkheid tussen mannen en vrouwen

·ervoor zorgen dat iedereen het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) en het aanvullende protocol inzake vrouwenrechten ondertekent, ratificeert en volledig ten uitvoer legt;

·de fysieke en psychologische integriteit van meisjes en vrouwen garanderen, door alle vormen van op sekse gebaseerd geweld uit te bannen, met inbegrip van de mensenhandel, en een einde stellen aan kinderhuwelijken en gedwongen huwelijken;

·garanderen dat de sociale rechten van meisjes en vrouwen worden geëerbiedigd en bevorderd, met name op het gebied van gezondheid en onderwijs;

·meisjes en vrouwen een grotere stem geven en meer laten deelnemen aan het politieke leven door grotere aanwezigheid van vrouwen in electorale, beleids- en bestuursprocessen, in vredesprocessen en bemiddelingsinspanningen, en door meer verantwoordelijkheid te geven aan organisaties van meisjes en vrouwen;

·de economische rechten van vrouwen versterken, hun toegang tot financiële diensten, alsook de controle over en het gebruik van grondbezit en andere productieve tegoeden vergemakkelijken en steun verlenen aan vrouwelijke ondernemers.

Steun aan Haïti

De overeenkomst erkent de speciale situatie van Haïti als enig
land met een lager ontwikkelingsniveau in de regio en verbindt zich ertoe de samenwerking op te voeren om de structurele zwakheden van het land aan te pakken en tegelijk all
e voornoemde doelstellingen na te streven, met inbegrip van de consolidering van de staatstinstellingen, de algemene verbetering van het bestuur, de rechtsstaat en de mensenrechten, de bestrijding van corruptie en collusie en het terugdringen van armoede en sociale ongelijkheid.



5.EU-STILLE OCEAAN PACT

Deel 1 BASIS VOOR SAMENWERKING

De overeenkomst verklaart dat het partnerschap EU-Stille Oceaan bestaat uit de algemene doelstellingen, beginselen en verbintenissen uit het algemene deel van deze overeenkomst, en uit de specifieke doelstellingen en verbintenissen van dit protocol.

De overeenkomst betekent een verdieping van de bestaande betrekkingen tussen de Europese Unie en het gebied van de Stille Oceaan en stelt een politiek partnerschap tot wederzijds nut in, zodat het mogelijk wordt de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en andere belangrijke belangen van elke partij te realiseren.

Meer specifiek treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

·het garanderen van duurzame toegang tot en beheer van natuurlijke hulpbronnen en de verbetering van de weerbaarheid tegen de gevolgen van de klimaatverandering en natuurrampen die een duurzame economische en sociale ontwikkeling negatief beïnvloeden;

·het stimuleren van publieke en particuliere investeringen en het creëren van waardig werk voor allen;

·het opbouwen van een inclusieve en veilige samenleving, door steun aan verzoeningsprocessen, het realiseren van gelijkheid tussen mannen en vrouwen, en meer inspanningen voor menselijke ontwikkeling en sociale-beschermingsbeleid;

·het garanderen van de naleving van de mondiale normen inzake corruptie, fiscaal bestuur en georganiseerde misdaad.

De overeenkomst bouwt voort op de EU-strategie voor de eilanden van de Stille Oceaan en vervangt deze.

De overeenkomst erkent de nauwe banden van de ultraperifere gebieden van de EU en de landen en gebieden overzee met de landen van de Stille Oceaan en hun rol voor regionale integratie.

De overeenkomst bevat een verbintenis van de partijen om het protocol tussen de EU en het gebied van de Stille Oceaan ten uitvoer te leggen via opeenvolgende actieplannen op nationaal en regionaal niveau.

De overeenkomst stelt een systeem in om de vooruitgang te meten, door meer politieke dialoog op alle niveaus, gebruik makend van duidelijke indicatoren en meetbare uitkomsten, om te garanderen dat de tenuitvoerlegging volgens plan verloopt.

De overeenkomst omvat een verklaring dat de partijen het protocol regelmatig kunnen herzien voor zover dat nodig is, ten einde het aan de veranderende omstandigheden aan te passen.

Deel 2 STRATEGISCHE PRIORITEITEN

Titel I Klimaatverandering en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen

De overeenkomst bevestigt opnieuw dat ambitieuze maatregelen inzake mitigatie van en aanpassing noodzakelijk zijn om de risico's van de klimaatverandering te beheersen en terug te brengen, en meer in het algemeen dat de bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu van vitaal belang is voor de ontwikkeling van de huidige en toekomstige generaties.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

klimaatactie

·de tenuitvoerlegging versnellen van de Klimaatovereenkomst van Parijs door nationaal vastgestelde bijdragen en nationale aanpassingsplannen;

·de bestaande financieringsstromen op één lijn brengen en innovatieve financiering op dit punt verkennen met het oog op geringe broeikasgasemissies en klimaatbestendige ontwikkeling;

·wetenschappelijke en technische menselijke en institutionele capaciteit opbouwen en/of versterken voor klimaat- en milieubeheer en -toezicht, met inbegrip van aardobservatietechnologieën en informatiesystemen;

·groene en duurzame blauwe groei in economische sleutelsectoren ontwikkelen en/of versterken;

milieuduurzaamheid

·steun voor het behoud, duurzame gebruik en herstel van ecosystemen, om de ontwikkeling van landen, de bestaansmiddelen voor de lokale bevolking en de ecosysteemdiensten lokaal en mondiaal mogelijk te maken;

·stopzetten van ontbossing en garanderen van duurzaam bosbeheer;

·bevorderen van duurzaam waterbeheer;

·verbeteren van het beheer van afval en alle gevaarlijke stoffen, onder meer door doeltreffende ophaalsystemen en effectieve recyclage;

oceaangovernance

·behoud van ecosystemen aan de kusten en in zee en hun biodiversiteit, met speciale prioriteit voor de duurzame ontwikkeling van visserij en toerisme in de context van de strategieën voor blauwe groei;

·bestrijding van illegale, niet-gemelde en ongereguleerde visserij en steun voor de ontwikkeling van duurzaam visserijbeheer;

·terugdringing van marien afval, aanpak van de diepere oorzaken van marien afval, met inbegrip van afvalpreventiebeleid en het opvoeren van schoonmaakoperaties in de oceaan, met speciale aandacht voor accumulatiezones in bepaalde oceaanstromingen (gyren);

risicobeheersing in verband met rampen

·de capaciteit voor toezicht, vroegtijdige waarschuwing en risico-evaluatie vergroten door betere preventie-, mitigatie-, paraatheids-, respons- en herstelmaatregelen op nationaal niveau, met het oog op grotere weerbaarheid van de maatschappijen en infrastructuur die overeenstemt met de prioriteiten van het kader van Sendai;

·de regionale responscapaciteit bij rampen en noodsituaties versterken, met inbegrip van civiele-beschermingsmechanismen, om onderzoek te stimuleren en optimale werkwijzen te verspreiden;

·de samenwerking stimuleren door het gebruik van ruimtetechnologie en informatie;

·de lokale eigen verantwoordelijkheid garanderen door de getroffen gemeenschappen, de maatschappelijke organisaties en de lokale autoriteiten te betrekken bij het opstellen en uitvoeren van beleidsrespons, met aandacht voor de meest kwetsbare huishoudens en gemarginaliseerde groepen.

Titel II: Inclusieve en duurzame economische ontwikkeling

De overeenkomst versterkt de economische en handelsbetrekkingen tussen de partijen, verbetert de macro-economische en financiële stabiliteit, stimuleert investeringen en bedrijfskansen, ondersteunt de overgang naar volledige en kwalitatieve werkgelegenheid, respect en bescherming van elementaire arbeidsnormen, en milieuduurzaamheid. Zij versterkt de particuliere sector op alle domeinen, onder meer landbouw, industrie en diensten.

Sleutelfactoren voor investeringen en ontwikkeling van de particuliere sector

De overeenkomst bevat bepalingen om cruciale knelpunten aan te pakken waarvoor een interventie van de overheid vereist is, naast structurele investeringen in infrastructuur (bv. energie, vervoer, digitale connectiviteit), alsook onderzoek en innovatie met het oog op een bedrijfsklimaat dat leidt tot grotere investeringsstromen en tot meer ontwikkeling van de particuliere sector.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

·het creëren van een efficiënt wettelijk klimaat, met bijzondere aandacht voor de bescherming van grond- en eigendomsrechten, intellectuele eigendom en investeringen; het terugdringen van de bureaucratie door een verlaging van de kosten voor certificaten, vergunningen en toegang tot financiering, gezond concurrentiebeleid met inbegrip van transparantie inzake openbare subsidies, en de goedkeuring van doeltreffende en voorspelbare belastingstelsels;

·investeerders voorzien van gemakkelijk toegankelijke en adequate informatie voor een uitbreiding van hun bedrijfsactiviteiten in het gebied van de Stille Oceaan, door de administratieve procedures voor het opzetten van een bedrijf te vergemakkelijken;

·een groter strategisch gebruik maken van openbare financiering, met inbegrip van blendinginstrumenten om extra openbare en particuliere investeringen aan te boren;

·binnenlandse toegang tot financiering vergroten, met inbegrip van hervormingen van het financiële stelsel om een levensvatbare bancaire en non-bancaire sector, en innovatieve financiële mechanismen en regelingen te ontwikkelen;

·digitale financiële diensten ontwikkelen en versterken, met inbegrip van mobiele bankingsystemen, onder meer door grotere samenwerking bij de tenuitvoerlegging van internationale normen en door het garanderen van open markten, consumentenbescherming en betere toegang tot mobiele diensten;

·versterking van meer op de vraag gerichte technische-, beroepsonderwijs- en opleidingssystemen, aangepast aan de behoeften en mogelijkheden van de lokale en regionale arbeidsmarkt.

Sleutelsectoren voor investeringen en ontwikkeling van de particuliere sector

De partijen richten hun aandacht onder meer op de volgende strategische sectoren die naar verwachting een sterk multiplicatoreffect zullen hebben voor inclusieve en duurzame economische ontwikkeling en het creëren van werkgelegenheid, zodat economische groei hand in hand gaat met ecologische duurzaamheid.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

groene economie

·de overgang bevorderen naar een koolstofarme kringloopeconomie die efficiënt omgaat met hulpbronnen, onder meer door steun aan duurzame consumptie en productie, maatregelen inzake afvalpreventie en ecologisch verantwoord afvalbeheer;

·verbeteren van kennis en capaciteit inzake beleidsopties en optimale werkwijzen voor een betere hulpbronnenefficiëntie langs de hele levenscyclus van natuurlijke hulpbronnen en producten;

duurzame blauwe groei

·sluiten en/of vernieuwen van partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij, de duurzaamheid van visbestanden garanderen, optimale werkwijzen in visserijbeheer bevorderen, grotere capaciteit voor de verwerking van visserijproducten;

·duurzame aquacultuur ontwikkelen, door een vereenvoudiging van de vergunningsprocedures, doeltreffende ruimtelijke planning voor maximale doeltreffendheid en duurzaamheid, een gelijker speelveld voor investeerders;

·eerlijke, duurzame en onvervalste toegang tot winningsindustrieën garanderen, inclusief diepzeemijnbouw, voor alle economische actoren, rekening houdend met duurzaamheid, grotere transparantie en verantwoordingsplicht bereiken door onder meer de bevordering van het initiatief inzake transparantie van winningsindustrieën en de tenuitvoerlegging van andere relevante initiatieven;

·de onbeperkte toegang tot de internationale maritieme markten en handel garanderen, met inbegrip van havens, gebaseerd op eerlijke concurrentie op een commerciële basis;

duurzame energie

·bijdragen tot universele toegang tot energie en betrouwbare en betaalbare duurzame energievoorzieningen voor alle economische actoren, stimuleren van investeringen onder meer voor het genereren van vernieuwbare energie, voor transmissie, distributie en energie-efficiëntie, en tegelijk het aanpakken van negatieve verstoringen van de markt;

·opvoeren van openbare en particuliere financiering voor vernieuwbare energie en energie-efficiëntie, alsook schone, diverse en duurzame energietechnologieën ontwikkelen en toepassen, met inbegrip van vernieuwbare en koolstofarme energietechnologieën;

toerisme

·investeringen bevorderen in de toerismesector, door het faciliteren van marketing en promotiestrategieën, beroepsopleiding en digitale technologieën;

·het verband versterken tussen de toerismesector en andere relevante economische sectoren, meer bepaald landbouw en visserij, met speciale aandacht voor milieubescherming en agro- en maritiem toerisme;

·duurzaam gebruik en behoud van biodiversiteit doortrekken in de planning en de ontwikkeling van het toerismebeleid;

·duurzaam, verantwoordelijk en kwaliteitsvol toerisme bevorderen, met respect voor de integriteit en de belangen van lokale gemeenschappen;

mensen en plaatsen verbinden

·kwaliteitsvolle en duurzame infrastructuursystemen opbouwen om het verkeer van goederen en mensen te vergemakkelijken, gezonde milieupraktijken bevorderen overeenkomstig vastgestelde internationale overeenkomsten en akkoorden;

·de toegang verzekeren tot informatie- en communicatietechnologiemarkten (telecommunicatie, internet) voor alle economische actoren, onder meer door de oprichting van gunstige wetgevende kaders en de ondersteuning van gerichte investeringen, en voorzien in het betaalbare gebruik van digitale technologieën voor individuen en bedrijven;

·culturele uitwisselingen bevorderen en gezamenlijke initiatieven opzetten op diverse culturele terreinen;

·de samenwerking en integratie verbeteren met de ultraperifere gebieden van de EU en met de landen en gebieden overzee.

Samenwerking op het vlak van handel

De overeenkomst streeft ernaar tussen de partijen handels- en investeringskansen te bevorderen ten behoeve van inclusieve en duurzame ontwikkeling.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

·de versterking van mechanismen en procedures en de verbetering van de capaciteit, binnen de overeengekomen handelscontext;

·garanderen dat de kadervoorwaarden voorhanden zijn, door het aanpakken van beperkingen die het bedrijfsklimaat negatief beïnvloeden, en het uitvoeren van de noodzakelijke hervormingen, om grotere handelsstromen en uitvoer te faciliteren die leiden tot inclusieve groei en duurzame ontwikkeling, meer arbeidsplaatsen, economische diversificatie en industrialisering, onder meer door grotere productiecapaciteit en ondernemerschap en meer investeringen in sectoren die waarde toevoegen en arbeidsintensief zijn, en inschakeling in mondiale en regionale waardeketens;

·voortbouwen op, stimuleren en steunen van regionale integratieprocessen, zodat de landen geholpen worden voordeel te putten uit de handel met hun buren en wordt bijgedragen aan regionale stabiliteit, cohesie en welvaart;

·de handelssamenwerking verbeteren met de landen en gebieden overzee van de EU;

·versterking van mechanismen, procedures en instellingen om de capaciteit te vergroten voor het opzetten en uitvoeren van handelsbeleid, alsook om de particuliere sector in staat te stellen zijn voordeel te putten uit dergelijk beleid en de grotere kansen;

·voortbouwen op, stimuleren en steunen van regionale integratieprocessen, met inbegrip van handelsfacilitering en harmonisatie van de regelgeving, zodat de landen geholpen worden groter voordeel te putten uit de handel met hun buren en wordt bijgedragen aan regionale stabiliteit en welvaart.

Titel III: Veiligheid, mensenrechten en goed bestuur

De overeenkomst wijst opnieuw erop dat weerbare samenlevingen, met verantwoordingsplichtige, democratische, doeltreffende, transparante instellingen, waar de mensenrechten en de fundamentele vrijheden volledig beschermd worden en burgers en groepen voldoende ruimte krijgen om hun aspiraties te uiten en beleid vorm te geven, het best zijn voorbereid om zich intern en extern aan veranderingen aan te passen, erop te reageren en deze degelijk te beheren.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

vrede en veiligheid

·steunverlening aan verzoeningsprocessen en initiatieven voor conflictpreventie, onder meer inzake klachten en conflicten op etnische basis;

·aanpakken van de illegale handel in handvuurwapens en drugs, alsook de kwestie van de integratie van criminele uitgezette personen uit de moederlanden;

·ontwikkeling van samenwerking inzake maritieme controle en controle van het luchtruim, en vaststelling van behoeften en middelen om cybercriminaliteit tegen te gaan;

·versterking van de bestuurssystemen om irreguliere migratie, mensensmokkel en mensenhandel en daarmee verband houdende criminele netwerken aan te pakken, met speciale aandacht voor de bescherming van slachtoffers en de ontwikkeling van preventiestrategieën voor risicogroepen;

·samenwerking om te voorkomen dat financiële systemen, instellingen en aangewezen niet-financiële bedrijven en beroepen worden gebruikt voor het witwassen van inkomsten uit criminele activiteiten (waaronder illegale handel en corruptie) en voor de financiering van terrorisme, overeenkomstig internationale normen;

mensenrechten, justitie, democratische beginselen

·volledige toepassing van het niet-discriminatie-beginsel ten aanzien van afstamming, geslacht, leeftijd, handicap, godsdienst en geloofsovertuiging, seksuele oriëntatie, waarbij discriminerende wetgeving prioritair moet worden herroepen;

·dialoog en samenwerking bevorderen voor de afschaffing van de doodstraf en bestrijding van marteling en slechte behandeling;

·gelijkheid tussen mannen en vrouwen, de rechten van kinderen en de rechten van inheemse volkeren bevorderen;

·gelijke toegang tot het gerecht, de bescherming van de mensenrechten en de mechanismen voor toezicht verbeteren;

·eerbiediging van de democratische instellingen en beginselen, de vreedzame machtsoverdracht, alsook fundamentele waarden overeenkomstig de verklaring van Biketawa van de leiders van het Forum van 2000 en het "Framework for Pacific Regionalism" van 2014;

·overlegstructuren en -processen garanderen die rekening houden met traditionele expertise en de bezorgdheden van lokale gemeenschappen;

goed bestuur en belastingzaken

·goed bestuur bevorderen, nieuwe mechanismen vaststellen en bestaande mechanismen versterken tegen corruptie, omkoperij en witwassen;

·aanpakken van belastingfraude, belastingontduiking en agressieve fiscale planning, met bijzondere aandacht voor meer belastingtransparantie, de uitwisseling van informatie en eerlijke belastingconcurrentie, overeenkomstig de relevante internationale normen en kaders;

·opvoeren van de politieke dialoog met niet-coöperatieve fiscale rechtsgebieden met het oog op het naleven van mondiale normen voor goed bestuur in belastingzaken.

Titel IV: Menselijke ontwikkeling en sociale cohesie

De overeenkomst bevestigt opnieuw de vaste wil van de partijen om armoede in al haar vormen tegen 2030 uit te bannen, ongelijkheid doeltreffend aan te pakken en gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bereiken, de voorwaarden te scheppen voor een doeltreffende participatie van de burgers aan het democratische leven en een actieve bijdrage aan duurzame economische groei. De overeenkomst beschouwt tevens sociale bescherming als een fundamentele investering voor het uitbannen van armoede en de bestrijding van ongelijkheid, en als een belangrijk middel om een zelfversterkende cyclus naar inclusieve en duurzame economische ontwikkeling te creëren, door economische winst opnieuw breder te investeren in de samenleving en de bevolking.

Tot dit doel treffen de partijen concrete maatregelen, onder meer inzake:

menselijke ontwikkeling

·garanderen dat alle jongens en meisjes kosteloos, gelijk en kwaliteitsvol voorschools, lager- en middelbaar onderwijs voltooien en dat de inschrijvingen voor tertiair onderwijs aanzienlijk toenemen, via een versterkt nationaal gezondheidsstelsel op alle niveaus;

·een universele gezondheidsdekking en gelijkwaardige toegang tot gezondheidsdiensten bereiken, ook op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, door versterkte nationale gezondheidssystemen op alle niveaus en een betere capaciteit voor vroegtijdige waarschuwing, risicovermindering en het beheersen van nationale en mondiale gezondheidsrisico's, maatregelen treffen om mondiale gezondheidsverdragen ten uitvoer te leggen;

·toegang verzekeren tot veilig en voldoende drinkwater tegen een aanvaardbare prijs om tegemoet te komen aan de basisbehoeften, waaronder sanitaire voorzieningen en hygiëne, en de gezondheid en welzijnsniveaus vrijwaren;

·garanderen dat iedereen toegang heeft tot voldoende, betaalbare, veilige en voedzame levensmiddelen;

·de toename van niet-besmettelijke ziekten voorkomen door steun aan gezonde eetwijzen en een gezonde levensstijl;

·de problemen van door milieu-effecten veroorzaakte gedwongen ontheemding en het effect ervan op migranten en hun gemeenschappen aanpakken;

·een gericht beleid voeren en passende investeringen doen om de rechten van jongeren te bevorderen, en hun betrokkenheid bij het sociale, burgerlijke en economische leven te faciliteren;

sociale bescherming

·beleidsmaatregelen goedkeuren met het oog op het bereiken en behouden van een inkomensgroei voor de onderste 40% van de bevolking aan een ritme dat hoger ligt dan het nationale gemiddelde;

·de dekking van de sociale bescherming uitbreiden, door een beveiligd basisinkomen, passende en schokbestendige socialebeschermingsstelsels;

·meer inclusieve en goed functionerende arbeidsmarkten creëren en een werkgelegenheidsbeleid dat is gericht op waardig werk voor iedereen, met inbegrip van betere gezondheids- en veiligheidsvoorwaarden voor werknemers;

·problemen in verband met de informele economie aanpakken, met inbegrip van toegang tot kredieten en microfinanciering en versterkte maatregelen voor sociale bescherming, met het oog op een vlotte overgang naar de formele economie;

gelijkheid tussen mannen en vrouwen

·ervoor zorgen dat iedereen het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) en het aanvullende protocol inzake vrouwenrechten ondertekent, ratificeert en volledig ten uitvoer legt;

·de fysieke en psychologische integriteit van meisjes en vrouwen garanderen, door alle vormen van op sekse gebaseerd geweld uit te bannen, en een einde stellen aan kinderhuwelijken en gedwongen huwelijken;

·garanderen dat de sociale rechten van meisjes en vrouwen worden geëerbiedigd en bevorderd, met name op het gebied van gezondheid en onderwijs;

·meisjes en vrouwen een grotere stem geven en meer laten deelnemen aan het politieke leven door grotere aanwezigheid van vrouwen in electorale, beleids- en bestuursprocessen, in vredesprocessen en bemiddelingsinspanningen, en door meer inspraak te geven aan organisaties van meisjes en vrouwen;

·de economische rechten van vrouwen versterken, hun toegang tot financiële diensten, alsook de controle over en het gebruik van grondbezit en andere productieve tegoeden vergemakkelijken en steun verlenen aan vrouwelijke ondernemers.

6.GEDIVERSIFIEERDE SAMENWERKING

In de overeenkomst wordt verklaard dat de partijen de passende middelen - zowel van financiële als niet-financiële aard - beschikbaar stellen om de in deze overeenkomst vastgelegde doelstellingen te bereiken. De samenwerking wordt gediversifieerd om een waaier van beleidslijnen en -instrumenten te omvatten en wordt afgestemd op specifieke behoeften, strategieën, prioriteiten en beschikbare middelen om rekening te houden met de toenemende variatie in omstandigheden tussen landen en regio's.

Financiering van het partnerschap

In de overeenkomst wordt opnieuw de bereidheid van de EU bevestigd voor voortgezette steun en samenwerking met de ACS-landen voor het bereiken van resultaten waarbij beide partijen gebaat zijn. Bij de financiële toezegging van de EU wordt rekening gehouden met de uiteenlopende capaciteiten en behoeften van haar partners.

De EU bevestigt opnieuw haar gezamenlijke toezegging om 0,7% van haar bruto nationaal inkomen (bni) uit te trekken als officiële ontwikkelingshulp (ODA) en 0,2% van haar bni te besteden aan ODA voor de minst ontwikkelde landen (MOL's) binnen de tijdspanne van de Agenda 2030.

In de overeenkomst wordt opnieuw het belang bevestigd van een brede en geïntegreerde aanpak om financiering en uitvoeringsmiddelen aan te trekken uit alle beschikbare bronnen (openbaar/particulier, binnenlands/internationaal) en een beroep te kunnen doen op alle actoren, onder meer door innovatieve financieringsbronnen en -instrumenten, kennis, deskundigheid, capaciteitsopbouw, technologie en niet-financiële middelen.

De EU bevestigt opnieuw haar vaste wil om haar financiële bijstand toe te spitsen op de plekken waar zij het meest nodig is en de meeste impact kan hebben, in het bijzonder de MOL's, de kleine eilandstaten in ontwikkeling en de landen die in een kwetsbare of conflictsituatie verkeren. Specifieke aandacht gaat ook uit naar de vraagstukken die betrekking hebben op ongelijkheid en sociale uitsluiting, en naar de problemen waarmee middeninkomenslanden worden geconfronteerd.

De partnerlanden moeten zich duidelijk uitspreken voor het inzetten van binnenlandse middelen, overeenkomstig de actieagenda van Addis Abeba, met inbegrip van overheidsfinanciering, voor het behalen van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen. Zij streven ernaar hun fiscaal beleid en belastingdiensten te hervormen, de belastinginning te verbeteren en belastingontduiking en -ontwijking en illegale geldstromen, onder meer in belastingparadijzen, aan te pakken. Voorts verbinden zij zich ertoe de door de desbetreffende internationale organen vastgestelde mondiale normen inzake goed bestuur in belastingzaken uit te voeren.

Kapitaalstromen uit de particuliere sector zijn cruciale onderdelen van de nationale ontwikkelingsinspanningen. De partnerlanden ontwikkelen beleidsmaatregelen en versterken waar nodig de regelgevingskaders om de prikkels voor de particuliere sector beter af stemmen op de doelstellingen van algemeen belang en langetermijninvesteringen van hoge kwaliteit te bevorderen.

In de overeenkomst wordt het belang van geldovermakingen erkend als een essentieel instrument voor ontwikkelingsfinanciering. De partijen verbinden zich ertoe goedkopere, snellere en veiligere overmakingen in zowel de landen waar de zendingen vandaan komen als de ontvangende landen, te bevorderen en zorgen ervoor dat de desbetreffende wetgeving geen bepalingen bevat die het doeltreffend gebruik van legale kanalen voor overmakingen belemmeren.

De EU is ook op innovatieve manieren betrokken bij verder gevorderde ontwikkelingslanden, onder meer door middel van eventuele cofinanciering, om de uitvoering van de Agenda 2030 te bevorderen, minder gevorderde landen te ondersteunen en gezamenlijk specifieke regionale en mondiale vraagstukken aan te pakken.

Doeltreffende ontwikkelingssamenwerking

In de overeenkomst wordt het belang en de centrale rol opnieuw bevestigd van de agenda voor doeltreffende ontwikkelingshulp - zoals dit in verscheidene internationale fora is overeengekomen - en verbinden de partijen zich opnieuw ertoe de volgende beginselen toe te passen op alle vormen van ontwikkelingssamenwerking: eigen inbreng van de partnerlanden bij het formuleren van ontwikkelingsprioriteiten, inclusieve ontwikkelingspartnerschappen, resultaatgerichtheid, transparantie en wederzijdse verantwoordingsplicht.

In de overeenkomst wordt vastgelegd dat verschillende en elkaar aanvullende instrumenten (bv. projectondersteuning, begrotingssteun, blending, trustfondsen) en vormen van steunverlening (met inbegrip van hulp voor handel, twinning, technische bijstand en capaciteitsopbouw) zullen worden ingezet afhankelijk van de capaciteiten, behoeften en prestaties van elk land en in het kader van de dialoog tussen de ACS-landen en de EU. Indien een beroep wordt gedaan op begrotingssteun, zal deze worden gebruikt om blijvende resultaten te behalen bij de ondersteuning van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen.

In de overeenkomst wordt vastgelegd dat de EU zal zorgen voor coördinatie met haar lidstaten om de wijze waarop hun financiële samenwerking tot stand komt, verder te verbeteren, onder meer door intensievere en effectievere coördinatie, waarbij rekening wordt gehouden met de respectieve comparatieve voordelen. Gezamenlijke programmering en uitvoering worden bevorderd en versterkt met het oog op een meer coherente, effectieve en gecoördineerde steun om de gemeenschappelijke doelstellingen te verwezenlijken.



7.INSTITUTIONEEL KADER

Actoren

In de overeenkomst wordt opnieuw bevestigd dat de regeringen in de ACS-landen een centrale rol vervullen in het partnerschap, waarbij zij de prioriteiten en strategieën voor hun landen vastleggen. In de overeenkomst wordt ook de essentiële bijdrage erkend van nationale parlementen en lokale overheidsinstanties, respectievelijk bij het versterken van de democratische verantwoording en het aanvullen van het regeringsoptreden.

De overeenkomst kent een grotere rol toe aan regionale en continentale organisaties, in het bijzonder bij het beheer en de uitvoering van de drie regionale partnerschappen, waarbij ervoor wordt gezorgd dat terdege rekening wordt gehouden met grensoverschrijdende prioriteiten en bestaande samenwerkingskaders effectief worden gestroomlijnd.

De overeenkomst erkent, ondersteunt en versterkt de rol van de maatschappelijke organisaties en de particuliere sector als essentiële partners bij het versterken van de betrekkingen tussen de bevolking en de regeringen van de partijen en bij het verwezenlijken van de doelstellingen van het partnerschap.

Institutionele bepalingen 

De overeenkomst bevat bepalingen inzake een hervorming van de institutionele architectuur om het partnerschap te beheren, dat steunt op de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en complementariteit en zorgt voor meer samenhang en integratie tussen de verschillende bestaande structuren op verschillende niveaus.

Wat de drie regionale pacten betreft, voorzien de topbijeenkomsten in de noodzakelijke strategische politieke sturing om de drie regionale partnerschappen te beheren. Wat Afrika betreft, blijven de Noord-Afrikaanse landen betrokken bij de topbijeenkomst om te zorgen voor één samenhangend beleid dat betrekking heeft op geheel Afrika.

Elk pact (Protocol) wordt beheerd door een regionale Raad, die belast is met het voeren van een politieke dialoog. De bepalingen van het pact kunnen door deze Raad indien nodig worden herzien en hij neemt de noodzakelijke besluiten voor de uitvoering. Een prominente rol voor het beheer van de pacten wordt toevertrouwd aan de desbetreffende regionale organisaties (bv. Afrikaanse Unie). In voorkomend geval kan elke Raad besluiten derde partijen als waarnemers uit te nodigen met betrekking tot specifieke vraagstukken.

Om te zorgen voor samenhangend partnerschap met Afrika in zijn geheel moet via overleg worden gezocht naar de meest geschikte aanpak om de Noord-Afrikaanse landen te associëren met de nieuwe overeenkomst met het oog op hun volledige participatie aan de politieke en beleidsdialoog van het EU-Afrika Pact. Hierbij wordt geen afbreuk gedaan aan de bestaande wettelijke, financiële en beleidskaders met de landen, met name de associatieovereenkomsten in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid.

Met de overeenkomst wordt ook gezorgd voor de betrokkenheid van de regionale economische gemeenschappen bij alle bijeenkomsten, in het bijzonder om bij te dragen tot de Raad EU-Afrika, waardoor de samenhang met de bestaande regelingen wordt versterkt.

In de overeenkomst wordt bepaald dat voor elke Raad (EU-ACS, EU-Afrika, EU-Caribisch gebied, EU-Stille Oceaangebied) een operationeel comité wordt opgericht, waaraan de Raden enkele van hun bevoegdheden kunnen delegeren voor de uitvoering van hun taken.

De overeenkomst voorziet in een parlementaire dimensie voor de drie regionale pacten, vergelijkbaar met de bestaande structuren (bv. bijeenkomsten tussen het Europees Parlement en het Pan-Afrikaanse Parlement). Parlementaire bijeenkomsten moeten plaatsvinden in het licht van de respectieve Raadszittingen. In voorkomend geval kunnen de regionale parlementaire bijeenkomsten worden samengebracht in één bijeenkomst.

Op het niveau van de regionale pacten kan de bijeenkomst ook voorzien in bijeenkomsten tussen het maatschappelijk middenveld en vertegenwoordigers van de particuliere sector. Deze bijeenkomsten moeten plaatsvinden in het licht van de respectieve Raadszittingen. In voorkomend geval kunnen de regionale bijeenkomsten worden samengebracht in één bijeenkomst.

Wat betreft het beheer van de partnerschapsovereenkomst in het algemeen, vindt een top van staatshoofden en regeringsleiders op EU-ACS-niveau plaats op ad-hocbasis om te voorzien in de noodzakelijke strategische politieke sturing met betrekking tot vraagstukken die voor alle partijen van belang zijn. Het partnerschap op EU-ACS-niveau wordt beheerd door een EU-ACS-Raad, die plaatsvindt op ad-hocbasis om kwesties van gemeenschappelijk belang te bespreken die betrekking hebben op de algemene beginselen en waarden zoals deze zijn vastgelegd in het algemeen deel van de overeenkomst en om overeenstemming te bereiken over gezamenlijke standpunten met betrekking tot internationale samenwerking. Ministeriële bijeenkomsten kunnen ook plaatsvinden naar aanleiding van specifieke vraagstukken.

De overeenkomst stelt de partijen in staat te bepalen hoe meer effectieve werkmethodes ontwikkeld kunnen worden, waardoor een meer diepgaande dialoog kan plaatsvinden en de besluitvorming sneller en efficiënter tot stand kan komen.



8.SLOTBEPALINGEN

Territoriale toepassing

In de overeenkomst wordt een bepaling inzake territoriale toepassing opgenomen, overeenkomstig de standaardformuleringen.

Inwerkingtreding

In de overeenkomst wordt een bepaling opgenomen waarin is vastgelegd dat de partijen de overeenkomst ratificeren of goedkeuren overeenkomstig hun grondwettelijke voorschriften en juridische procedures.

In de overeenkomst wordt een bepaling opgenomen met betrekking tot de inwerkingtreding van de overeenkomst, waarin ook de vereiste drempels zijn aangegeven.

In de overeenkomst wordt ook een bepaling opgenomen die voorziet in een volledige of gedeeltelijke voorlopige toepassing van de overeenkomst in afwachting van de inwerkingtreding ervan en overeenkomstig de interne wettelijke procedures en wetgeving van de partijen.

Looptijd, opzegging en herziening 

In de overeenkomst is geen bepaling opgenomen die haar geldigheid in de tijd beperkt. In de overeenkomt is daarentegen een bepaling opgenomen die voorziet in een eventuele opzegging ervan op verzoek van een van de partijen. In de overeenkomst zijn ook de procedures voor een dergelijke opzegging opgenomen.

In de overeenkomst is een bepaling opgenomen die erin voorziet dat het algemeen deel van de overeenkomst op verzoek van een van beide partijen kan worden gewijzigd volgens de procedures voor de ratificatie en inwerkingtreding van de overeenkomst.

In de overeenkomst is ook een bepaling opgenomen die erin voorziet dat de Protocollen met het betrekking tot de partnerschappen tussen enerzijds de EU en anderzijds respectievelijk Afrika, het Caribisch gebied en het Stille Oceaangebied gewijzigd kunnen worden, op verzoek van een van beide partijen en op grond van een door de desbetreffende Raden vastgesteld besluit.

Nakoming van verplichtingen

De overeenkomst voorziet in de mogelijkheid dat een partij passende maatregelen neemt indien de andere partij heeft nagelaten een van haar verplichtingen na te komen met betrekking tot de essentiële en fundamentele elementen. In dergelijke gevallen moeten passende maatregelen worden genomen na voorafgaand overleg tussen de partijen. Overleg moet binnen een bepaalde termijn plaatsvinden op het niveau en in de vorm die het meest geschikt wordt geacht om tot een oplossing te komen.

Om te voorkomen dat zich situaties voordoen waarbij een partij van oordeel is dat de andere partij heeft nagelaten haar verplichtingen met betrekking tot de essentiële en fundamentele elementen van de overeenkomst na te komen, vindt een gestructureerd en systematisch overleg plaats over de geuite punten van zorg.

Hoewel het bilaterale karakter van het overleg behouden blijft, streven de partijen ernaar met alle betrokken regionale en internationale actoren te overleggen en te coördineren bij het voorbereiden van elke overlegronde.

Voorts voorziet de overeenkomst in de mogelijkheid voor een partij om zonder voorafgaand overleg passende maatregelen te nemen indien overleg wordt geweigerd of geen wederzijds aanvaardbare resultaten kunnen worden bereikt, alsook in bijzonder dringende gevallen. "Passende maatregelen" en "bijzonder dringende gevallen" moeten worden omschreven zoals bepaald in artikel 96, lid 2, onder b) en c), van de CPA.

Geschillenregeling

In de overeenkomst is een bepaling opgenomen met betrekking tot een passend mechanisme voor de beslechting van geschillen bij een uiteenlopende toepassing, interpretatie en uitvoering van de overeenkomst.

Toetreding

In de overeenkomst wordt een bepaling opgenomen met de criteria en mechanismen voor de toetreding tot de overeenkomst van een onafhankelijke staat, overeenkomstig de in de CPA opgenomen bepalingen. De overeenkomst voorziet ook in de mogelijke toetreding van regionale organisaties.

Versterkte waarnemersstatus

In de overeenkomst wordt een bepaling opgenomen met de criteria voor de waarnemersstatus en versterkte waarnemersstatus bij de overeenkomst van een onafhankelijke staat, regionale of internationale organisaties of relevante organisaties met rechtspersoonlijkheid.

Authentieke teksten

In de overeenkomst wordt een bepaling opgenomen waarin wordt gesteld dat de overeenkomst wordt opgesteld in alle officiële talen van de Europese Unie, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

(1)    Disclaimer: de definitieve rechtsvorm van de overeenkomst wordt bepaald op het einde van de onderhandelingen op basis van een analyse van de doelstellingen en de inhoud van de overeenkomst.
Top