EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Voorbereiding van de nationale overheden

Dit werkdocument van de Europese Commissie verstrekt vergelijkbare gegevens voor elk land over de stand van zaken met betrekking tot de nationale plannen voor de overschakeling op de euro.

BESLUIT

Werkdocument van de Commissie van 16 december 1997: voorbereidingen voor de overschakeling van de nationale overheden op de euro [SEC(97) 2384 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

Met betrekking tot de concrete aspecten van de overschakeling op de euro door de nationale overheden bepaalt het door de Europese Raad van Madrid goedgekeurde scenario het volgende:

"Het gebruik van de euro voor overheidsverrichtingen zal in alle deelnemende landen uiterlijk vanaf de volledige invoering van de Europese bankbiljetten en muntstukken worden veralgemeend. Het tijdschema zal in de communautaire wetgeving worden vastgesteld en kan de individuele lidstaten wellicht enige vrijheid laten."

Vanwege de soms aanzienlijke structurele verschillen tussen de grondwetten en de wetstelsels van de lidstaten heeft de Commissie zich onthouden van voorstellen voor geharmoniseerde voorschriften voor de overschakeling van de nationale overheden op de euro en zich beperkt tot twee verordeningen om het wettelijke kader van de euro vast te leggen.

Binnen dit kader kunnen overheidsdiensten particuliere deelnemers aan het economisch verkeer de mogelijkheid bieden de euro als eenheid te gebruiken voor hun correspondentie en transacties met de staat. In de landen die deze mogelijkheid zullen bieden, geldt normaalgesproken de bepaling dat een onderneming die eenmaal vóór het einde van de overgangsperiode voor de euro heeft gekozen, niet meer kan terugkeren naar de nationale munteenheid.

De stand van zaken met betrekking tot de overschakeling op de euro is als volgt:

  • tien lidstaten hebben een nationaal plan voor de overschakeling gepubliceerd waaronder in één geval een volledig wetontwerp voor de invoering van de eenheidsmunt;
  • een meerderheid van de lidstaten is van plan om met ingang van 1 januari 1999 bedrijven, en in sommige gevallen ook particulieren, in de gelegenheid te stellen te kiezen tussen de nationale munt en de euro voor ten minste een gedeelte van hun contacten en financiële transacties met de overheid;
  • deze zogenaamde "euro-opties" variëren van land tot land. Ze betreffen onder meer de bedrijfsboekhouding, de oprichting van bedrijven met een kapitaal in euro of de redenominatie in euro van het kapitaal van bestaande bedrijven of belastingaangiften en de betaling van belasting en sociale premies;
  • de lidstaten die vanaf 1999 deelnemen zijn van plan om intern nog te blijven werken met de nationale munt (begroting en nationale rekeningen) tot aan het einde van de overgangsperiode, te weten december 2001. Toch blijkt dat steeds meer de neiging bestaat om in ieder geval tegen het eind van de overgangsperiode belangrijke cijfers ook in de euro-eenheid aan te duiden.
  • naar gelang van de bestaande structuren in de lidstaten heeft de coördinatie met regionale en lokale overheden een centrale plaats ingenomen in de nationale omschakelingsplannen.

Het document omvat eveneens een reeks technische informatiebladen per land waarin een overzicht wordt gegeven van de stand van zaken met betrekking tot de voorbereidingen van de overheidsdiensten.

Laatste wijziging: 23.06.2006

Top