EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013XC1214(02)

Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad

PB C 366 van 14.12.2013, p. 5–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 366/5


Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad

(2013/C 366/04)

I.   INLEIDING

1.

In deze mededeling wordt een vereenvoudigde procedure beschreven die de Commissie, op grond van Verordening EG nr. 139/2004 van de Raad (1) (hierna „de concentratieverordening” genoemd), voornemens is toe te passen bij de behandeling van bepaalde concentraties die geen mededingingsbezwaren opleveren. Deze mededeling vervangt de mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EEG) nr. 139/2004 van de Raad die in 2005 is bekendgemaakt (2). Uit de ervaring die de Commissie heeft opgedaan bij de toepassing van de concentratieverordening, daaronder begrepen Verordening (EEG) nr. 4064/89 (3), die voorafging aan de huidige concentratieverordening, is gebleken dat bepaalde categorieën aangemelde concentraties doorgaans goedkeuring krijgen zonder dat zij tot noemenswaardige twijfel aanleiding hebben gegeven, op voorwaarde dat er zich geen bijzondere omstandigheden voordeden.

2.

Doel van deze mededeling is uiteen te zetten onder welke voorwaarden de Commissie meestal een verkort besluit vaststelt waarbij een concentratie volgens de vereenvoudigde procedure met de interne markt verenigbaar wordt verklaard, en de nodige aanwijzingen te geven met betrekking tot de procedure zelf. Indien aan alle in punt 5 of 6 van deze mededeling beschreven noodzakelijke voorwaarden is voldaan en voor zover zich geen bijzondere omstandigheden voordoen, stelt de Commissie binnen 25 werkdagen vanaf de datum van de aanmelding, overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder b), van de concentratieverordening, een verkort goedkeuringsbesluit vast (4).

3.

De Commissie kan echter ook met betrekking tot een voorgestelde concentratie een onderzoek inleiden en/of op grond van de concentratieverordening een volledig besluit vaststellen, met name indien de in de punten 8 tot en met 19 van deze mededeling genoemde beperkingen of uitzonderingen van toepassing zijn.

4.

Met de in de volgende delen uiteengezette procedure streeft de Commissie een doelgerichtere en doelmatigere concentratiecontrole van de Unie na.

II.   VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEREENVOUDIGDE PROCEDURE IN AANMERKING KOMENDE CATEGORIEËN CONCENTRATIES

In aanmerking komende concentraties

5.

De Commissie zal in beginsel de vereenvoudigde procedure op de volgende categorieën concentraties toepassen (5):

a)

twee of meer ondernemingen verwerven de gezamenlijke zeggenschap over een gemeenschappelijke onderneming, mits die gemeenschappelijke onderneming niet, of slechts in geringe mate, actief is of zal zijn binnen de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER” genoemd). Dit is het geval wanneer:

i)

de omzet van de gemeenschappelijke onderneming en/of de omzet van de ingebrachte bedrijfsactiviteiten (6) binnen de EER op het tijdstip van de aanmelding minder dan 100 miljoen EUR bedraagt (7), en

ii)

de totale waarde van de aan de gemeenschappelijke onderneming overgedragen activa binnen de EER op het tijdstip van de aanmelding minder dan 100 miljoen EUR bedraagt (8);

b)

twee of meer ondernemingen fuseren, of één of meer ondernemingen de uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap over een andere onderneming verwerven, op voorwaarde dat geen van de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten op dezelfde productmarkt en geografische markt verricht (9), dan wel op een productmarkt die een upstream- of downstreammarkt is voor een productmarkt waarop een andere partij bij de concentratie actief is (10);

c)

twee of meer ondernemingen fuseren, of één of meer ondernemingen de uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap over een andere onderneming verwerven, en beide van de onderstaande voorwaarden vervuld zijn:

i)

het gezamenlijke marktaandeel van alle partijen bij de concentratie die zakelijk actief zijn op dezelfde productmarkt en geografische markt (11) (horizontale banden), bedraagt minder dan 20 % (12);

ii)

de individuele of gezamenlijke marktaandelen van alle partijen bij de concentratie die zakelijk actief zijn op een productmarkt die een upstream- of downstreammarkt is voor een productmarkt waarop een andere partij bij de concentratie actief is (verticale banden) (13), minder dan 30 % bedragen (14);

d)

een partij uitsluitende zeggenschap verwerft over een onderneming waarover zij al gezamenlijke zeggenschap uitoefent.

6.

De Commissie kan de vereenvoudigde procedure ook toepassen wanneer twee of meer ondernemingen fuseren, of één of meer ondernemingen de uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap over een andere onderneming verwerven, en beide van de onderstaande voorwaarden vervuld zijn:

i)

het gezamenlijke marktaandeel van alle partijen bij de concentratie die horizontale banden met elkaar hebben, bedraagt minder dan 50 %, en

ii)

de toename van de Herfindahl-Hirschmann Index (hierna „HHI-delta” genoemd) als gevolg van de concentratie bedraagt minder dan 150 (15)  (16).

7.

Voor de toepassing van punt 5, onder b) of c), en punt 6 in geval van een verwerving van gezamenlijke zeggenschap buiten het werkterrein van de gemeenschappelijke onderneming, worden banden die alleen bestaan tussen de ondernemingen die gezamenlijke zeggenschap verwerven, voor de toepassing van deze mededeling niet als horizontale of verticale banden beschouwd. Die banden kunnen echter aanleiding geven tot coördinatie als bedoeld in artikel 2, lid 4, van de concentratieverordening; die situaties komen aan bod in punt 15 van deze mededeling.

Beperkingen en uitzonderingen

8.

Bij de beoordeling van de vraag of een concentratie binnen een van de in de punten 5 en 6 genoemde categorieën valt, zal de Commissie zich ervan vergewissen dat alle relevante omstandigheden voldoende duidelijk zijn vastgesteld. Daar de marktomschrijvingen bij deze beoordeling waarschijnlijk een cruciale rol zullen spelen, dienen de partijen informatie over alle plausibele alternatieve marktomschrijvingen te verstrekken, in de regel in de fase vóór aanmelding (zie punt 22). Het staat aan de aanmeldende partijen om alle alternatieve relevante productmarkten en geografische markten te omschrijven waarop de aangemelde concentratie gevolgen kan hebben, alsmede gegevens en informatie te verstrekken betreffende de omschrijving van dergelijke markten (17). De Commissie behoudt de uiteindelijke bevoegdheid om, op grond van een onderzoek van de feitelijke gegevens van de zaak, in laatste instantie de markt te omschrijven. Ingeval de relevante markten of de marktaandelen van de partijen moeilijk te omschrijven zijn, zal de Commissie de vereenvoudigde procedure niet toepassen. Ook bij concentraties waaraan nieuwe juridische aspecten van algemeen belang verbonden zijn, zal de Commissie doorgaans geen verkort besluit vaststellen maar terugkeren naar een normale eerste fase van de concentratieprocedure.

9.

Hoewel doorgaans mag worden aangenomen dat bij concentraties die binnen een van de in de punten 5 en 6 genoemde categorieën vallen, geen ernstige twijfel bestaat omtrent hun verenigbaarheid met de interne markt, kunnen er niettemin bepaalde situaties zijn waarin bij wijze van uitzondering een nader onderzoek en/of een volledig besluit noodzakelijk zijn. In die gevallen mag de Commissie terugkeren naar een normale eerste fase van de concentratieprocedure.

10.

Hieronder volgen, ter illustratie, enkele voorbeelden van zaken die van de vereenvoudigde procedure kunnen worden uitgesloten.

11.

De kans is kleiner dat de Commissie in het kader van de vereenvoudigde procedure instemt met een voorgenomen concentratie indien een van de bijzondere omstandigheden uit de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale fusies (18) zich voordoet. Daarbij gaat het om gevallen waarin de markt al geconcentreerd is, waarin de voorgenomen concentratie een belangrijke concurrentiefactor uitschakelt, waarin met de voorgenomen concentratie twee belangrijke innovatoren zouden samengaan, waarin bij de voorgenomen concentratie een onderneming betrokken is die veelbelovende producten „in de pijplijn heeft zitten” of wanneer er aanwijzingen zijn dat de voorgenomen concentratie de partijen bij de concentratie in staat zou stellen om de groei van hun concurrenten te belemmeren.

12.

Hetzelfde kan ook gelden wanneer het niet mogelijk is de precieze marktaandelen van de partijen te bepalen. Dit is dikwijls het geval wanneer de partijen op nieuwe of weinig ontwikkelde markten actief zijn.

13.

Bepaalde soorten concentraties kunnen de marktmacht van de partijen vergroten doordat technologische, financiële of andere middelen worden samengebracht, zelfs wanneer de partijen bij de concentratie niet op dezelfde markt actief zijn. Ook concentraties waarbij ten minste twee partijen bij de concentratie aanwezig zijn op nauw verbonden aangrenzende markten (19), kunnen voor de vereenvoudigde procedure ongeschikt zijn, in het bijzonder wanneer een of meer partijen bij de concentratie een individueel marktaandeel van ten minste 30 % hebben op een productmarkt waarop tussen de partijen geen horizontale of verticale banden bestaan, maar die een markt is die grenst aan een markt waarop een andere partij actief is (20).

14.

De Commissie kan het passend achten om in het kader van de normale concentratieprocedure een volledig onderzoek uit te voeren van bepaalde gemeenschappelijke ondernemingen waarvan de omzet de in punt 5, onder a), genoemde EER-drempel onderschrijdt, maar waarvan op het tijdstip van de aanmelding kan worden verwacht dat zij deze EER-drempel in de komende drie jaar zullen overschrijden. In zaken die onder punt 5, onder a), vallen, kan een normale procedure ook passend worden geacht, indien er tussen de partijen bij de concentratie horizontale of verticale banden bestaan op basis waarvan niet valt uit te sluiten dat de concentratie ernstige twijfel zal doen rijzen ten aanzien van de verenigbaarheid ervan met de interne markt, of indien een van in punt 11 bedoelde omstandigheden zich voordoet.

15.

Voorts kan de Commissie ook terugkeren naar een volledige beoordeling in het kader van de normale concentratieprocedure in gevallen waarin er een coördinatieprobleem speelt als bedoeld in artikel 2, lid 4, van de concentratieverordening.

16.

Uit de ervaring van de Commissie tot dusver is gebleken dat bij een verschuiving van gezamenlijke naar uitsluitende zeggenschap uitzonderlijk toch een nader onderzoek en/of een volledig besluit noodzakelijk kunnen zijn. Bijzondere mededingingsbezwaren zouden kunnen rijzen in omstandigheden waarin een vroegere gemeenschappelijke onderneming wordt geïntegreerd in de groep of het netwerk van haar enige overblijvende aandeelhouder met uitsluitende zeggenschap, waardoor de disciplinerende beperkingen als gevolg van mogelijk verschillende prikkels door de verschillende aandeelhouders met zeggenschap, verdwijnen en haar strategische marktpositie kan worden versterkt. Bijvoorbeeld in een scenario waarin de ondernemingen A en B gezamenlijke zeggenschap over gemeenschappelijke onderneming C hebben, kan een concentratie waarbij A uitsluitende zeggenschap over C verkrijgt, mededingingsbezwaren doen rijzen in een situatie waarin C een rechtstreekse concurrent van A is, terwijl C en A een aanzienlijke gezamenlijke marktpositie zullen verwerven en de operatie een mate van onafhankelijkheid doet verdwijnen die C voordien had (21). In gevallen waarin dergelijke scenario's nader moeten worden onderzocht, kan de Commissie terugkeren naar een normale eerste fase van de concentratieprocedure (22).

17.

De Commissie kan ook terugkeren naar een normale eerste fase van de concentratieprocedure wanneer noch de Commissie noch de bevoegde autoriteiten in de lidstaten de eerdere verwerving van gezamenlijke zeggenschap over de betrokken gemeenschappelijke onderneming hebben onderzocht.

18.

In het geval van concentraties als beschreven in punt 6, zal de Commissie van geval tot geval beslissen of, in de specifieke omstandigheden van de betrokken zaak, de toename in de concentratiegraad van de markt die de HHI-delta oplevert, zodanig is dat de zaak in een normale eerste fase van de concentratieprocedure moet worden onderzocht.

19.

Wanneer een lidstaat binnen 15 werkdagen vanaf de ontvangst van het afschrift van de aanmelding gegronde bezwaren heeft gemaakt betreffende een aangemelde concentratie of wanneer een derde partij gegronde bezwaren heeft gemaakt binnen de termijn die voor dergelijke opmerkingen is vastgesteld, zal de Commissie terugkeren naar een normale eerste fase van de concentratieprocedure.

Verzoeken om verwijzing

20.

De vereenvoudigde procedure zal niet worden toegepast wanneer een lidstaat overeenkomstig artikel 9 van de concentratieverordening om verwijzing van een aangemelde concentratie verzoekt of wanneer de Commissie met een verzoek van een of meer lidstaten instemt om een aangemelde concentratie overeenkomstig artikel 22 van de concentratieverordening te verwijzen.

Verwijzing vóór aanmelding op verzoek van de aanmeldende partijen

21.

Onder de in deze mededeling genoemde garanties en uitsluitingen kan de Commissie de vereenvoudigde procedure toepassen op concentraties waarbij:

a)

de Commissie, na een gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, lid 4, van de concentratieverordening, besluit de zaak niet naar een lidstaat te verwijzen, of

b)

de zaak na een gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, lid 5, van de concentratieverordening naar de Commissie wordt verwezen.

III.   PROCEDURELE VOORSCHRIFTEN

Aan de aanmelding voorafgaande contacten

22.

De Commissie heeft ondervonden dat, zelfs in zaken die ogenschijnlijk geen moeilijkheden opleveren, aan de aanmelding voorafgaande contacten die op vrijwillige basis tussen de aanmeldende partijen en de Commissie plaatsvinden, nuttig zijn (23). Uit de ervaring van de Commissie met de vereenvoudigde procedure is gebleken dat zaken die voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komen, ingewikkelde problemen kunnen stellen, bijvoorbeeld met betrekking tot de omschrijving van de markt (zie punt 8), die bij voorkeur vóór de aanmelding zouden moeten worden opgelost. Dergelijke contacten bieden de Commissie en de aanmeldende partijen de mogelijkheid de precieze informatie vast te stellen die in de aanmelding moet worden verstrekt. De contacten vóór aanmelding zouden ten minste twee weken vóór het verwachte tijdstip van aanmelding moeten aanvangen. De aanmeldende partijen worden sterk aangemoedigd om aan de aanmelding voorafgaande contacten aan te gaan wanneer zij de Commissie willen vragen de vereenvoudigde procedure toe te passen in de in punt 6 beschreven situaties. Volgens de concentratieverordening hebben aanmeldende partijen het recht een concentratie te allen tijde aan te melden, mits de aanmelding volledig is. De mogelijkheid van aan de aanmelding voorafgaande contacten is een dienstverlening die de Commissie de aanmeldende partijen op vrijwillige basis aanbiedt, ter voorbereiding van de formele procedure inzake concentratiecontrole. Als zodanig kunnen aan de aanmelding voorafgaande contacten, hoewel niet verplicht, toch bijzonder nuttig zijn voor zowel de aanmeldende partijen als de Commissie, omdat dan precies kan worden bepaald welke informatie in de aanmelding moet worden verstrekt, waardoor in de meeste gevallen aanzienlijk minder informatie zal worden verlangd.

23.

Niettemin zijn aan de aanmelding voorafgaande contacten, met name het indienen van een ontwerpaanmelding, misschien minder nuttig in zaken die vallen onder punt 5, onder b), d.w.z. in zaken waarin er geen in de aanmelding te behandelen markten (24) zijn omdat de betrokken partijen niet zakelijk actief zijn op dezelfde productmarkt en geografische markt, of actief zijn op een productmarkt die een upstream- of downstreammarkt is voor een productmarkt waarop een andere partij bij de concentratie actief is. In die omstandigheden geven aanmeldende partijen er misschien de voorkeur aan om onmiddellijk een aanmelding in te dienen, zonder eerst een ontwerpaanmelding in te dienen (25).

24.

De vraag of er geen in de aanmelding te behandelen markten zijn, dient te worden beantwoord overeenkomstig punt 8 van deze mededeling. Het blijft dus nog steeds de verantwoordelijkheid van de aanmeldende partijen om alle informatie te verschaffen die de Commissie nodig heeft om te kunnen concluderen dat de voorgenomen concentratie binnen de EER geen in de aanmelding te behandelen markt oplevert. De Commissie zal de vereenvoudigde procedure op grond van punt 5, onder b), niet toepassen indien het moeilijk is om te concluderen dat de voorgenomen concentratie geen in de aanmelding te behandelen markten oplevert. In die gevallen kan de Commissie terugkeren naar de normale procedure en kan zij de aanmelding onvolledig in inhoudelijk opzicht beschouwen, zoals beschreven in punt 26 van deze mededeling.

Bekendmaking van het feit dat een operatie is aangemeld

25.

De informatie die zodra een aanmelding is ingekomen, in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt (26), zal omvatten: de namen van de partijen bij de concentratie, hun land van herkomst, de aard van de concentratie en de betrokken bedrijfstakken, alsmede de vermelding dat de concentratie op grond van de door de aanmeldende partij verstrekte informatie voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking kan komen. Belanghebbende derden zullen vervolgens in de gelegenheid worden gesteld opmerkingen te maken, met name over omstandigheden die mogelijk nader onderzoek vergen.

Verkort besluit

26.

Wanneer de Commissie zich ervan heeft vergewist dat de concentratie voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komt (zie de punten 5 en 6), stelt zij normaal gesproken een verkort besluit vast. Dit geldt ook voor de in aanmerking komende zaken waarvoor zij een volledige aanmelding heeft ontvangen, maar die geen mededingingsbezwaren opleveren. De concentratie zal aldus, overeenkomstig artikel 10, leden 1 en 6, van de concentratieverordening, binnen 25 werkdagen na de datum van aanmelding verenigbaar worden verklaard met de interne markt. De Commissie tracht een verkort besluit vast te stellen zo snel als dit doenbaar is na het verstrijken van de termijn van 15 werkdagen waarbinnen lidstaten overeenkomstig artikel 9 van de concentratieverordening om verwijzing van een aangemelde concentratie kunnen verzoeken. Binnen de termijn van 25 werkdagen behoudt de Commissie evenwel de mogelijkheid naar de normale eerste fase van de concentratieprocedure terug te keren en derhalve een onderzoek in te leiden en/of een volledig besluit vast te stellen, zo zij dit in de betrokken zaak dienstig acht. In dat geval kan de Commissie, indien zij geen volledig aanmeldingsformulier heeft ontvangen, de aanmelding overeenkomstig artikel 5, lid 2, van de uitvoeringsverordening als onvolledig in inhoudelijk opzicht beschouwen.

Bekendmaking van het verkorte besluit

27.

Evenals bij uitgebreide goedkeuringsbesluiten zal de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendmaken dat het besluit is vastgesteld. De openbare versie van het besluit wordt bekendgemaakt op de website van DG Concurrentie. Het verkorte besluit zal de informatie over de aangemelde concentratie bevatten die bij de aanmelding in het Publicatieblad is bekendgemaakt (namen van de partijen, hun land van herkomst, aard van de concentratie en betrokken bedrijfstakken), alsmede een verklaring dat de concentratie met de interne markt verenigbaar is verklaard, omdat zij binnen één of meer categorieën valt die in deze mededeling zijn genoemd. Hierbij wordt of worden de toepasselijke categorie of categorieën uitdrukkelijk aangegeven.

IV.   NEVENBEPERKINGEN

28.

De vereenvoudigde procedure is niet geschikt voor zaken waarin de betrokken ondernemingen verzoeken om een uitdrukkelijke beoordeling van beperkingen die rechtstreeks verband houden met en noodzakelijk zijn voor de totstandbrenging van de concentratie.


(1)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.

(3)  Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 395 van 30.12.1989, blz. 1); gerectificeerd in PB L 257 van 21.9.1990, blz. 13.

(4)  De aan een aanmelding gestelde voorwaarden zijn uiteengezet in de bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (hierna „de uitvoeringsverordening” genoemd).

(5)  De volgende categorieën zijn elk op zich — niet cumulatief — van toepassing, d.w.z. wanneer alle criteria van een van de in punt 5, onder a), b), c) of d), of punt 6 vermelde categorieën zijn vervuld, zal een aangemelde concentratie in beginsel voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komen. Een transactie kan voldoen aan de criteria van meer dan één van de in deze mededeling beschreven categorieën. Aanmeldende partijen kunnen een transactie dan ook aanmelden op basis van meer dan één van de in deze mededeling beschreven categorieën.

(6)  De woorden „en/of” doelen op de verschillende situaties die in aanmerking kunnen komen, bijvoorbeeld:

bij de gezamenlijke overname van een doelvennootschap is de in aanmerking te nemen omzet die van de doelvennootschap (de gemeenschappelijke onderneming);

bij de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming waarin de moedermaatschappijen hun bedrijfsactiviteiten inbrengen, is de in aanmerking te nemen omzet die van de ingebrachte bedrijfsactiviteiten;

wanneer zich bij de ondernemingen die zeggenschap over een bestaande gemeenschappelijke onderneming hebben, een onderneming voegt die daartoe voordien niet behoorde, moeten de omzet van de gemeenschappelijke onderneming en de omzet van de door de nieuwe moedermaatschappij ingebrachte bedrijfsactiviteiten (indien een dergelijke inbreng gebeurt) in aanmerking worden genomen.

(7)  De omzet van de gemeenschappelijke onderneming kan worden bepaald aan de hand van de recentste gecontroleerde jaarrekeningen van de moedermaatschappijen of van de gemeenschappelijke onderneming zelf, afhankelijk van de vraag of voor de in de gemeenschappelijke onderneming samengevoegde activiteiten afzonderlijke jaarrekeningen beschikbaar zijn.

(8)  De totale waarde van de activa van de gemeenschappelijke onderneming kan worden bepaald aan de hand van de laatste regelmatig opgestelde en goedgekeurde balans van elke moedermaatschappij. Onder „activa” moet worden verstaan: 1) alle materiële en immateriële activa die aan de gemeenschappelijke onderneming zullen worden overgedragen (tot de materiële activa behoren onder meer de productie-installaties, de afzetvoorzieningen voor groot- en kleinhandel, en de voorraden; tot de immateriële activa behoren onder meer intellectuele-eigendomsrechten en goodwill), en 2) alle leningen of verplichtingen van de gemeenschappelijke onderneming die een moedermaatschappij van de gemeenschappelijke onderneming heeft aanvaard te verstrekken of te waarborgen. Wanneer de overgedragen activa op het tijdstip van aanmelding omzet voortbrengen, mag noch de waarde van de activa noch de jaaromzet meer dan 100 miljoen EUR bedragen.

(9)  Zie de bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht (PB C 372 van 9.12.1997, blz. 5). Wanneer in deze mededeling sprake is van activiteiten van ondernemingen op markten, dient dit te worden begrepen als activiteiten op markten binnen de EER of op markten die de EER omvatten, maar die ruimer kunnen zijn dan de EER.

(10)  Verticale banden vooronderstellen normaal gesproken dat het product of de dienst van de op de betrokken upstreammarkt actieve onderneming een belangrijke input is voor het product of de dienst van de op de downstreammarkt actieve onderneming; zie punt 34 van de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van niet-horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 265 van 18.10.2008, blz. 6).

(11)  Vgl. voetnoot 9.

(12)  De drempels voor horizontale en verticale banden gelden voor elke plausibele alternatieve omschrijving van de productmarkt en geografische markt waarmee in een bepaalde zaak eventueel rekening dient te worden gehouden. Het is belangrijk dat de onderliggende marktomschrijvingen welke in de aanmelding zijn uiteengezet, voldoende precies zijn om de beoordeling te rechtvaardigen dat deze drempels niet worden bereikt, en dat alle eventueel te onderzoeken plausibele alternatieve marktomschrijvingen worden vermeld (waaronder geografische markten die enger zijn dan nationale markten).

(13)  Vgl. voetnoot 10.

(14)  Vgl. voetnoot 12.

(15)  De HHI wordt berekend door de som te maken van de gekwadrateerde individuele marktaandelen van alle ondernemingen op de markt; zie punt 16 van de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 31 van 5.2.2004, blz. 5). Om echter de HHI-delta te berekenen die de concentratie oplevert, is het voldoende om van het kwadraat van de som van de marktaandelen van de partijen bij de concentratie (m.a.w. het kwadraat van het marktaandeel van de uit de concentratie ontstane onderneming nà de concentratie) de som van de kwadraten van de individuele marktaandelen van de partijen bij de concentratie af te trekken (de marktaandelen van alle overige concurrenten op de markt blijven immers ongewijzigd zodat er geen invloed is op de uitkomst van de vergelijking). Met andere woorden, de HHI-delta kan worden berekend op basis van uitsluitend de marktaandelen van de partijen bij de concentratie, zonder dat de marktaandelen van andere concurrenten op de markt bekend hoeven te zijn.

(16)  Vgl. voetnoot 12.

(17)  Evenals bij alle andere aanmeldingen kan de Commissie het verkorte besluit intrekken indien dit berust op verkeerde informatie waarvoor een van de betrokken ondernemingen verantwoordelijk is (artikel 6, lid 3, onder a), van de concentratieverordening).

(18)  Zie de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 31 van 5.2.2004, blz. 5), met name punt 20.

(19)  Productmarkten zijn nauw verbonden naburige markten wanneer de producten onderling complementair zijn of wanneer zij tot hetzelfde soort producten behoren die doorgaans door hetzelfde soort afnemers voor hetzelfde eindgebruik worden afgenomen.

(20)  Zie de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van niet-horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 265 van 18.10.2008, blz. 6), met name punt 25 en deel V.

(21)  Beschikking van 17 december 2008 in zaak COMP/M.5141 — KLM/Martinair, overwegingen 14 t/m 22.

(22)  Beschikking van de Commissie van 18 september 2002 in zaak COMP/M.2908 — Deutsche Post/DHL (II).

(23)  Zie de goede praktijken van DG Concurrentie (DG Competition Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings) die te vinden zijn op: http://ec.europa.eu/competition/mergers/legislation/proceedings.pdf

(24)  Zie, voor de omschrijving van de in aanmelding te behandelen markten, rubriek 6.2 van het verkort formulier CO (bijlage II bij de uitvoeringsverordening).

(25)  Gelet op de goede praktijken zou de Commissie de partijen wel willen aanmoedigen om vooraf een verzoek in te dienen om de zaak aan een caseteam binnen DG Concurrentie toe te wijzen.

(26)  Artikel 4, lid 3, van de concentratieverordening.


Top