Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008R1021

    Verordening (EG) nr. 1021/2008 van de Commissie van 17 oktober 2008 tot wijziging van de bijlagen I, II en III bij Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong en Verordening (EG) nr. 2076/2005, wat betreft levende tweekleppige weekdieren, bepaalde visserijproducten en personeel dat bijstand verleent bij officiële controles in slachthuizen (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 277 van 18.10.2008, p. 15–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2008/1021/oj

    18.10.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 277/15


    VERORDENING (EG) Nr. 1021/2008 VAN DE COMMISSIE

    van 17 oktober 2008

    tot wijziging van de bijlagen I, II en III bij Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong en Verordening (EG) nr. 2076/2005, wat betreft levende tweekleppige weekdieren, bepaalde visserijproducten en personeel dat bijstand verleent bij officiële controles in slachthuizen

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1), en met name op artikel 16 en artikel 17, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Hoofdstuk III van sectie I van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 854/2004 bevat voorschriften voor het aanbrengen van een gezondheidsmerk op karkassen, wanneer er geen reden is om het vlees ongeschikt te verklaren voor menselijke consumptie. Sommige van die voorschriften hebben gezorgd voor verwarring bij de identificatie van binnen de Gemeenschap geproduceerde producten en buiten de Gemeenschap geproduceerde producten. Daarom moeten die bepalingen worden verduidelijkt om te zorgen voor een vlotte toepassing daarvan.

    (2)

    Om het handelsverkeer in de betrokken producten niet te onderbreken, moet echter worden bepaald dat producten waarop overeenkomstig Verordening (EG) nr. 854/2004 vóór 1 november 2009 een gezondheidsmerk is aangebracht, tot en met 31 december 2009 in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd.

    (3)

    Krachtens artikel 5, lid 6, van Verordening (EG) nr. 854/2004 kunnen de lidstaten het personeel van een slachthuis toestaan om bijstand te verlenen bij de officiële controles door bepaalde specifieke taken van officiële assistenten uit te voeren in verband met de productie van vlees van pluimvee en lagomorfen. Deel A van hoofdstuk III van sectie III van bijlage I bij die verordening bepaalt dat dit alleen kan worden toegestaan, als het personeel van de inrichting tot tevredenheid van de bevoegde autoriteit op dezelfde wijze als de officiële assistenten voor de uitvoering van de taken van die assistenten is opgeleid.

    (4)

    Artikel 14 van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van overgangsregelingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 (2) bepaalt dat die opleiding van het slachthuispersoneel tot en met 31 december 2009 mag worden beperkt tot de specifieke taken die het mag uitvoeren.

    (5)

    Die beperking heeft geen negatieve gevolgen gehad voor de voorschriften voor de officiële controles in verband met vers vlees, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 854/2004. Daarom moet de overgangsregeling van Verordening (EG) nr. 2076/2005 permanent worden gemaakt en moet de lidstaten worden toegestaan een volledige of beperkte opleiding te verstrekken en een besluit te nemen over de praktische regeling daarvan, inclusief de examenprocedure. Daarom moet artikel 14 van Verordening (EG) nr. 2076/2005 worden geschrapt en moet deel A van hoofdstuk III van sectie III van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 854/2004 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (6)

    Punt 4 van deel A van hoofdstuk II van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 854/2004 bepaalt dat levende tweekleppige weekdieren uit gebieden van klasse B niet meer dan 4 600E. coli per 100 g vlees en lichaamsvocht mogen bevatten. Artikel 17 bis van Verordening (EG) nr. 2076/2005 voert tot en met 31 december 2009 een tolerantie bij 10 % van de monsters van uit die gebieden afkomstige levende tweekleppige weekdieren in.

    (7)

    Die tolerantie vormt geen risico voor de volksgezondheid, mits bij die 10 % van de monsters van levende tweekleppige weekdieren een bovengrens van 46 000E. coli per 100 g vlees en lichaamsvocht niet wordt overschreden. Daarom moet deze tolerantie permanent worden gehanteerd. Daarom moet artikel 17 bis van Verordening (EG) nr. 2076/2005 worden geschrapt en moet punt 4 van deel A van hoofdstuk II van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 854/2004 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (8)

    Uit een advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid van 30 augustus 2004 over verontreinigingen in de voedselketen in verband met de toxiciteit van visserijproducten van de familie Gempylidae blijkt dat visserijproducten van die familie, met name Ruvettus pretiosus en Lepidocybium flavobrunneum, maag- en darmklachten kunnen veroorzaken indien zij niet onder bepaalde voorwaarden worden geconsumeerd. Verordening (EG) nr. 854/2004 schrijft voor dat de bevoegde autoriteiten in de lidstaten controles moeten uitvoeren in verband met de voorwaarden waaraan de exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten voldoen bij het in de handel brengen van visserijproducten die behoren tot de familie Gempylidae.

    (9)

    Die voorwaarden zijn van toepassing op van die soorten afgeleide verse, bereide en verwerkte visserijproducten. Er kunnen zich echter soortgelijke risico's voor de consument voordoen met ingevroren visserijproducten die van die familie zijn afgeleid. Daarom moet worden voorgeschreven dat de bevoegde autoriteiten ook controles uitvoeren op tot die familie behorende ingevroren visserijproducten.

    (10)

    De Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 2076/2005 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (11)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De bijlagen I, II en III bij Verordening (EG) nr. 854/2004 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 2

    In Verordening (EG) nr. 2076/2005 worden de artikelen 14 en 17 bis geschrapt.

    Artikel 3

    Producten van dierlijke oorsprong waarop vóór 1 november 2009 een gezondheidsmerk is aangebracht overeenkomstig punt 3, onder c), van hoofdstuk III van sectie I van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 854/2004, mogen tot en met 31 december 2009 in de Gemeenschap worden ingevoerd.

    Artikel 4

    Deze verordening treedt in werking op de tiende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Punt 1, onder a), van de bijlage bij deze verordening is echter van toepassing met ingang van 1 november 2009.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 17 oktober 2008.

    Voor de Commissie

    Androulla VASSILIOU

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206, gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 83.

    (2)  PB L 338 van 22.12.2005, blz. 83.


    BIJLAGE

    De bijlagen I, II en III bij Verordening (EG) nr. 854/2004 worden als volgt gewijzigd:

    1)

    Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    punt 3, onder c), van hoofdstuk III van sectie I wordt vervangen door:

    „c)

    wanneer het wordt aangebracht in een slachthuis in de Gemeenschap, een van de volgende afkortingen: CE, EB, EC, EF, EG, EK, EO, EY, ES, EÜ, EK of WE.

    Merken die zijn aangebracht op vlees dat uit slachthuizen buiten de Gemeenschap in de Gemeenschap wordt ingevoerd, mogen die afkortingen niet bevatten.”;

    b)

    deel A, onder a), van hoofdstuk III van sectie III wordt vervangen door:

    „a)

    Als de vestiging al minstens twaalf maanden goede hygiënische praktijken overeenkomstig artikel 4, lid 4, van deze verordening en de HACCP-procedure toepast, kan de bevoegde autoriteit het personeel van de inrichting toestemming geven om taken van officiële assistenten te vervullen. Deze toestemming kan alleen worden verleend als het personeel van de inrichting tot tevredenheid van de bevoegde autoriteit op dezelfde wijze als de officiële assistenten is opgeleid voor de uitvoering van de taken van de officiële assistenten of voor de specifieke taken die het mag uitvoeren. Dit personeel moet onder het toezicht, het gezag en de verantwoordelijkheid van de officiële dierenarts worden geplaatst. De officiële dierenarts dient in dat geval aanwezig te zijn bij de ante- en postmortemkeuringen, toezicht uit te oefenen op deze activiteiten, en regelmatig prestatietests af te nemen om zich ervan te vergewissen dat de prestaties van het slachthuispersoneel aan de specifieke criteria van de bevoegde autoriteit voldoen, en de resultaten van die prestatietests te documenteren. Als het hygiëneniveau in de inrichting verslechtert door het gebrekkige functioneren van dit personeel, als dit personeel bepaalde taken niet naar behoren verricht of naar het oordeel van de bevoegde autoriteit in het algemeen zijn taken niet op bevredigende wijze verricht, moet dit personeel door officiële assistenten worden vervangen.”.

    2)

    In deel A van hoofdstuk II van bijlage II wordt punt 4 vervangen door:

    „4.

    De bevoegde autoriteit kan in klasse B gebieden indelen waar levende tweekleppige weekdieren mogen worden verzameld maar pas voor menselijke consumptie in de handel mogen worden gebracht na behandeling in een zuiveringscentrum of na heruitzetting om aan de in punt 3 bedoelde gezondheidsnormen te voldoen. Bij levende tweekleppige weekdieren uit deze gebieden mogen bij 90 % van de monsters niet meer dan 4 600E. coli per 100 g vlees en lichaamsvocht worden gevonden. Bij de resterende 10 % van de monsters mogen bij levende tweekleppige weekdieren niet meer dan 46 000E. coli per 100 g vlees en lichaamsvocht worden gevonden.

    De referentiemethode voor deze analyse is de MPN-test met vijf proefbuisjes en drie verdunningen als gespecificeerd in ISO 16649-3. Er mogen alternatieve methoden worden gebruikt mits deze ten opzichte van deze referentiemethode worden gevalideerd volgens de criteria van EN/ISO 16140.”.

    3)

    In hoofdstuk II van bijlage III wordt deel G vervangen door:

    „G.   GIFTIGE VISSERIJPRODUCTEN

    Er moeten controles plaatsvinden om ervoor te zorgen dat:

    1.

    visserijproducten die zijn afgeleid van giftige vis van de volgende families niet in de handel worden gebracht: Tetraodontidae, Molidae, Diodontidae en Canthigasteridae;

    2.

    verse, bereide, ingevroren en verwerkte visserijproducten van de familie Gempylidae, met name Ruvettus pretiosus en Lepidocybium flavobrunneum, uitsluitend in een onmiddellijke verpakking of verpakking in de handel worden gebracht en een etiket dragen met de nodige consumenteninformatie over de bereidingswijze en het risico van de aanwezigheid van stoffen die maag- en darmklachten kunnen veroorzaken. Op het etiket moet naast de gewone naam ook de wetenschappelijke naam van de visserijproducten worden vermeld;

    3.

    visserijproducten die biotoxinen, zoals Ciguatera, of andere toxinen bevatten die gevaar opleveren voor de menselijke gezondheid niet in de handel worden gebracht. Visserijproducten die zijn afgeleid van tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen mogen echter in de handel worden gebracht, indien zij geproduceerd zijn overeenkomstig sectie VII van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en voldoen aan de in hoofdstuk V, punt 2, van die sectie vastgestelde normen.”.


    Top