EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007DC0808

Mededeling van de Commissie - Financiële educatie

/* COM/2007/0808 def. */

52007DC0808

Mededeling van de Commissie - Financiële educatie /* COM/2007/0808 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 18.12.2007

COM(2007) 808 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

FINANCIËLE EDUCATIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

FINANCIËLE EDUCATIE

INLEIDING

Financiële educatie stelt mensen in staat om beter inzicht te krijgen in financiële producten en concepten en om de vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn om hun financiële basiskennis te verbeteren, zodat zij zich bewust worden van de financiële risico´s en mogelijkheden en weloverwogen financiële beslissingen kunnen nemen. Financiële educatie is een leven lang relevant en is een aanvulling op maatregelen die ervoor moeten zorgen dat consumenten adequaat worden voorgelicht, beschermd en geadviseerd[1]. Dit alles draagt ertoe bij dat de consumenten in hun financiële situatie de beste beslissingen kunnen nemen.

Uit talrijke internationale onderzoeken is gebleken dat consumenten doorgaans weinig verstand hebben van financiële zaken en over weinig economische basiskennis beschikken. Tegelijk wordt financiële kennis van de burger steeds belangrijker naarmate het aanbod aan en de complexiteit van financiële diensten door innovatie en mondialisering toenemen. De huidige problemen op de Amerikaanse markt voor risicovolle hypotheekleningen, waar veel consumenten deels door te weinig kennis van bepaalde productkenmerken een te hoge hypotheek hebben genomen, zijn in dit verband veelzeggend. De lidstaten moeten een centrale rol spelen, maar de EU kan hun daarbij ondersteuning verlenen.

Op mondiaal niveau en op EU-niveau, zoals in het witboek over het beleid op het gebied van financiële diensten (2005-2010)[2], in het groenboek van mei 2007 over financiële diensten voor consumenten[3] en in de resolutie over het beleid op het gebied van financiële diensten die het Europees Parlement in juli 2007 heeft aangenomen[4], wordt gewezen op het belang van goede financiële educatie. Financiële educatie komt ook aan de orde in de conclusies van de Raad (Ecofin) van 8 mei 2007, waarin de lidstaten wordt verzocht "hun inspanningen aanmerkelijk op te voeren om huishoudens bewuster te maken van de noodzaak de juiste informatie en voorlichting te ontvangen, zulks in combinatie met de eigen verantwoordelijkheden en initiatieven van de financiële sector, teneinde huishoudens beter voor te bereiden en tegelijkertijd een adequate bescherming voor beleggers te handhaven".

In het verslag van de Commissie over een interne markt voor het Europa van de 21e eeuw[5] wordt financiële educatie van essentieel belang genoemd voor haar inspanningen om de Europese burgers rechtstreeks te laten profiteren van de interne markt. Daartoe wil zij hun met name de mogelijkheid bieden niet alleen in hun eigen lidstaat én over de grens op zoek te gaan naar de beste financiële diensten, maar ook inzicht te krijgen in een aantal essentiële kenmerken van hun persoonlijke financiën.

Deze mededeling is bedoeld om de belanghebbenden ondersteuning te bieden bij het opzetten van financiële-educatieprogramma´s door:

- te wijzen op de noodzaak om iets te doen aan geringe financiële kennis;

- hoogwaardige financiële educatie in de EU te bevorderen, bijvoorbeeld door de uitwisseling van best practices;

- bepaalde praktische hulpmiddelen te ontwikkelen om deze doelen te bereiken.

FINANCIËLE EDUCATIE STEEDS BELANGRIJKER

De financiële-dienstensector maakt een snelle ontwikkeling door. Dankzij innovatie en mondialisering krijgen mensen toegang tot een steeds groter aanbod aan producten en diensten die inspelen op allerlei behoeften en omstandigheden. Door technologische vooruitgang, nieuwe elektronische afzetkanalen en de integratie van de financiële markt worden steeds meer diensten op steeds meer manieren aangeboden. Voor veel burgers zijn producten evenwel complex van aard en zijn toekomstige resultaten moeilijk in te schatten. Er blijft sprake van duidelijke informatieasymmetrieën: zelfs betrekkelijk eenvoudige financiële producten kunnen voor een gemiddelde burger met weinig of geen financiële kennis behoorlijk ingewikkeld zijn. Uit recent onderzoek blijkt de ernst van de problemen die consumenten ondervinden.

- Mensen vinden financiële zaken maar moeilijk te begrijpen: Mensen zien steeds meer in dat ze een aantal essentiële vaardigheden missen om om te gaan met financiële zaken en daar inzicht in te krijgen. Dit kan aanzienlijke gevolgen hebben voor hun mogelijkheden om te onderhandelen met dienstverleners en de beste koop te sluiten. Uit Hongaars onderzoek bleek dat consumenten essentiële financiële termen niet kenden. Zo wist 70% van de respondenten niet wat inflatie was[6]. Onderzoek in Frankrijk, Spanje en Italië wees uit dat een groot deel van de mensen met een laag inkomen niet lette op de verschillen in kosten en voorwaarden tussen de financiële instellingen en evenmin in staat was om deze te beoordelen[7].

- Mensen overschatten vaak hun kennis van financiële diensten. Consumenten staan niet open voor financiële educatie tenzij zij beseffen dat dit voor hen van belang is. Daarom moeten mensen die "niet weten dat zij niets weten" van financiële zaken, zich daar eerst van bewust worden. In enquêtes in de VS bleek de financiële kennis van respondenten die zelf meenden verstand te hebben van financiële zaken, nogal te wensen over te laten als deze werd getest[8]. In een Australische enquête wist maar een kwart van de respondenten wat samengestelde rente was, hoewel tweederde van hen zich financieel onderlegd vond [9].

- Veel mensen plannen niet vooruit of kiezen niet de producten die aan hun behoeften voldoen. Daardoor raken ze veel eerder in de schulden of in de problemen bij een verandering van hun persoonlijke omstandigheden (zoals bij een sterfgeval, relatiebreuk of werkloosheid). Ook kost het hun daardoor meer moeite om de voorzorgsmaatregelen treffen die nodig zijn om na pensionering nog ruim genoeg te kunnen leven. Uit Brits onderzoek is gebleken dat veel mensen niet vooruitplannen, dit ongeacht de hoogte van hun inkomen, en dat 70% geen voorziening heeft getroffen om een onverwachte inkomensdaling op te vangen[10].

Wel willen consumenten meer te weten komen over financiële zaken. Ondanks talrijke aanwijzingen dat de financiële kennis te wensen overlaat, groeit het besef onder consumenten dat dergelijke kennis voor hen en hun gezin alleen maar aan belang wint. Volgens een studie van VISA komt voor ouders de ontwikkeling van goede persoonlijke financiële vaardigheden direct na persoonlijke veiligheid op de tweede plaats[11].

ECONOMISCH EN MAATSCHAPPELIJK NUT VAN FINANCIËLE EDUCATIE

Niet alleen de burgers hebben ongeacht hun leeftijd, inkomen of levensfase baat bij financiële educatie, maar ook de economie en maatschappij als geheel. Natuurlijk moet financiële educatie worden gezien als aanvulling op een adequate bescherming van de consument en op een verantwoordelijk gedrag van aanbieders van financiële diensten en geenszins als enige oplossing voor informatieasymmetrieën tussen consument en aanbieder.

Persoonlijk, maatschappelijk en economisch nut

Persoonlijk nut

Door financiële educatie krijgen kinderen een beter besef van de waarde van geld en komen ze meer te weten over budgetteren en sparen. Studenten en jongeren krijgen er belangrijke vaardigheden mee aangereikt die hun van pas komen wanneer ze op zichzelf wonen, zoals het omgaan met en de terugbetaling van studieleningen. Volwassenen leren beter plannen voor belangrijke gebeurtenissen zoals het kopen van een huis of het krijgen van kinderen. Burgers leren om zich financieel beter in te dekken tegen onvoorziene situaties, verstandig te beleggen en te sparen voor de oude dag. Voorts kunnen de valkuilen van betalingsfraude gemakkelijker worden ontweken. Mensen die verstand hebben van financiële zaken, kiezen vaker voor financiële diensten die aansluiten bij hun situatie, en nemen waarschuwingen van toezichthouders eerder serieus. Ze zullen minder snel producten kopen die ze niet nodig hebben, vastzitten aan producten die ze eigenlijk niet begrijpen, of risico´s nemen die hen in financiële moeilijkheden kunnen brengen.

Maatschappelijk nut

Financiële educatie heeft gevolgen die veel verder reiken dan het individuele belang: ook de maatschappij als zodanig heeft er baat bij. Zo kan financiële uitsluiting worden tegengegaan. Mensen met enige financiële kennis zijn immers veel meer geneigd zijn om in zee te gaan met aanbieders van gewone financiële producten en niet met aanbieders van nicheproducten met hogere kosten en een hoger risico of van leningen met een torenhoge rente. Voorts kunnen zelfs burgers met een laag inkomen worden gestimuleerd om een planning te maken en een deel van hun inkomen opzij te leggen. Dankzij financiële educatie krijgen de financiers van morgen de benodigde vaardigheden.

Economisch nut

Financiële educatie kan de financiële stabiliteit ten goede komen doordat de consument er beter in zal slagen om geschikte producten en diensten weet te kiezen, hetgeen weer leidt tot minder achterstallige betalingen op bijvoorbeeld leningen en hypotheken en tot gespreidere en daardoor veiligere besparingen en beleggingen. Daardoor kunnen bepaalde situaties, zoals de gebeurtenissen in 2007 op de VS-markt voor risicovolle hypotheken met alle gevolgen van dien voor de mondiale financiële markten, worden voorkomen of in elk geval een minder schadelijke uitwerking hebben. Burgers met financiële kennis die in staat zijn om betere, goedkopere en geschiktere producten en diensten uit te zoeken, beïnvloeden de efficiëntie van de financiële sector en de welvaart in gunstige zin doordat concurrentie en innovatie worden bevorderd en een betere kwaliteit en grotere diversiteit worden afgedwongen. Burgers die durven te beleggen, kunnen kapitaalmarkten liquider maken. Dit kan gunstig doorwerken naar de voor de groei en werkgelegenheid zo belangrijke financiering van kleine ondernemingen in de EU. Goed opgezette consumentenorganisaties met financiële kennis in huis kunnen ook een politiek tegenwicht vormen bij de opstelling van regelgeving en daardoor mogelijk voorkomen dat toezichthouders aan de leiband van de financiële sector lopen. Ook de economie kan dus duidelijk profiteren van financiële educatie.

Met financiële educatie krijgen consumenten mogelijkheden aangereikt om zonder rekening te moeten houden met de locatie van de aanbieder van financiële diensten, het product uit te zoeken dat het best aansluit bij hun situatie, en daardoor te profiteren van de kansen die de interne markt biedt. Omgekeerd kan het door de grotere financiële basiskennis en de toegenomen bereidheid van de klant om naar een andere aanbieder over te stappen, voor aanbieders van financiële diensten ook aantrekkelijker worden om nieuwe markten in andere lidstaten te betreden, en kunnen daardoor grensoverschrijdende activiteiten toenemen.

Financiële educatie in de Europese Unie

Twee recente brede studies die de Europese Commissie heeft gefinancierd[12], bevatten een overzicht van de diverse initiatieven die in de lidstaten op het gebied van financiële educatie lopen.

- Financiële educatie wordt verzorgd door allerlei partijen, variërend van financiële toezichthouders tot organisaties die volwassenen basiskennis bijbrengen of schuldadvies verlenen, sociaal werkers, overkoepelende federaties in de financiële sector, microfinancieringsinstellingen, consumentenvertegenwoordigers, onderwijsinstanties, individuele financiële bedrijven, huisvestingsinstanties en anderen. In elf lidstaten sturen nationale autoriteiten (ministeries, financiële toezichthouders, centrale banken enz.) bepaalde programma´s aan.

- In sommige EU-lidstaten, zoals het VK, Duitsland, Oostenrijk, Nederland en Italië, wordt veel gedaan aan financiële educatie, in veel andere lidstaten, zoals Griekenland, Bulgarije en Letland weinig of niets.

- De meeste financiële-educatieprogramma´s zijn gericht op de overdracht van basiskennis over bijvoorbeeld het gebruik van een bankrekening. Daarna volgen budgetteringsvaardigheden, zoals omgaan met leningen en schulden. Beleggen, sparen en pensioenopbouw, verzekeringen en risico´s komen als onderwerp minder vaak aan de orde. Mogelijk is daarvoor in de toekomst dus meer aandacht nodig.

De programma´s zijn eerlijk verdeeld over de doelgroepen: kinderen, jongeren en volwassenen. Slechts een paar programma´s lijken gericht op een specifieker publiek, zoals bijna-gepensioneerden, vrouwen, etnische minderheden en mensen met een laag inkomen.

Evaluaties van het nut van initiatieven die gericht zijn op financiële educatie

Aangezien een gedragsverandering alleen op langere termijn zichtbaar wordt, zijn nog weinig evaluaties verricht van het nut van financiële-educatieprogramma´s. Voor een beoordeling of initiatieven die gericht zijn op financiële educatie, rechtstreeks hebben geleid tot een gedragsverandering, zijn de beschikbare gegevens, zoals consumentenkredietvolumes, het aantal achterstallige aflossingen, klachten van consumenten en veranderingen in de sociale uitgaven aan schuldbemiddeling, slechts beperkt bruikbaar. De gevolgen van een financiële-educatieprogramma, marktinvloeden zoals werkgelegenheid, loonstijgingen, financiële innovatie en persoonlijke omstandigheden en milieu die van invloed zijn op het gedrag van het individu, zijn maar moeilijk van elkaar te onderscheiden.

Daarom zijn evaluaties meestal gericht op de deelname aan individuele financiële-educatieprogramma´s. Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar de groei van het aantal deelnemers, de opgevraagde publicaties, het aantal malen dat een website is bezocht, de aandacht in de pers en de ontvangen informatieverzoeken. Om het nut van de programma´s effectief te meten, maken sommige aanbieders van financiële educatie, zoals de lidstaten, gebruik van verkennende onderzoeken. Deze geven een indruk van het peil van de financiële basiskennis van de bevolking, kunnen helpen bij de vaststelling van prioriteiten en vergemakkelijken de monitoring van de voortgang.

Ook zijn diverse pogingen gedaan om onderzoek te verrichten naar mogelijke gedragsveranderingen als gevolg van financiële educatie.

- Uit evaluaties van een Brits financiële-educatieprogramma dat op het werk was aangeboden, bleek dat 82% van de deelnemers na de seminars actie wilde ondernemen en bijvoorbeeld in een vrijwillige pensioenregeling wilde stappen of schulden wilde afbetalen. Toen drie maanden later contact werd opgenomen, had 60% van hen hun voornemen al in daden omgezet[13].

- Volgens onderzoek in de VS hebben pensioenseminars doorgaans tot gevolg dat het aantal mensen dat in een vrijwillige bedrijfspensioenregeling stapt, alsook de ingelegde premies een duidelijke stijging te zien geven[14]. Ander onderzoek heeft uitgewezen dat ze een gunstige invloed kunnen uitoefenen op de opbouw van vermogen, ongeacht of dit netto of breder wordt gemeten[15].

- Volgens onderzoek naar de effectiviteit van begeleiding van de lagere inkomensgroepen in de VS vóór de aankoop van een eigen woning bestaat er gemiddeld 13% minder kans op wanbetaling bij aspirant-leners die deze begeleiding krijgen[16].

Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat deelname aan een financiële-educatieprogramma een positieve gedragsverandering kan bewerkstelligen. De Commissie wil ervoor zorgen dat de tot dusver verrichte onderzoeken en evaluaties meer bekendheid krijgen.

CONTEXT VOOR ACTIE OP EU-NIVEAU

De EU heeft met volledige inachtneming van de educatiebevoegdheden van de lidstaten een aantal activiteiten op het gebied van financiële educatie opgezet en kan een belangrijke ondersteunende rol spelen voor de belanghebbenden. Overeenkomstig artikel 153 van het Verdrag moet de Gemeenschap bijdragen tot bevordering van het recht van consumenten op voorlichting en vorming om hun belangen te behartigen, en moet zij maatregelen vaststellen om het beleid van de lidstaten op dit gebied te ondersteunen, aan te vullen en te controleren. Financiële educatie kan de fundamenten van de interne markt voor financiële diensten ook verstevigen doordat de burgers mogelijkheden krijgen aangereikt om zonder rekening te moeten houden met de locatie van de dienstverrichter, de financiële dienst uit te zoeken die het best aansluit bij hun situatie. Op EU-niveau zijn dus bepaalde activiteiten mogelijk.

De Commissie heeft al een aantal eerste stappen gezet op het gebied van financiële educatie. Zij heeft een website opgezet, Dolceta[17], waar volwassenen informatie kunnen vinden over consumentenzaken. Deze site is vertaald in alle EG-talen, aangepast aan de specifieke kenmerken van elke nationale markt en was oorspronkelijk bedoeld voor volwasseneneducatie. Een van de modules van deze site gaat over financiële diensten, met onderwerpen als budgetteren, consumentenkrediet en hypotheken, betaalmiddelen en beleggingen.

Een ander initiatief is de "Europa Diary"[18], een boekje dat verspreid wordt onder middelbare scholieren en informatie bevat over hun rechten als consument. Daarin komen onder meer geld en schulden aan de orde en wordt uitgelegd hoe financiële instellingen werken en hoe financiële producten in elkaar zitten. Ook wordt gewaarschuwd tegen te veel lenen.

In maart 2007 heeft de Commissie een conferentie over de verbetering van financiële vaardigheden georganiseerd om het belang van hoogwaardige financiële educatie te benadrukken en een forum te bieden voor de uitwisseling van best practices[19].

In het Groenboek over financiële diensten voor consumenten in de interne markt[20] is erop gewezen dat meer gedaan kan worden om financiële educatie te bevorderen. Een overgrote meerderheid van de respondenten op deze raadpleging was het daarmee eens. Een groot deel was van mening dat educatie als zodanig een zaak zou moeten blijven van de nationale overheid, maar dat de Commissie een rol zou kunnen spelen bij de vergaring en verspreiding van informatie over best practices en bij de opstelling van niet-bindende uitgangspunten voor aanbieders van financiële educatie. Anderen stelden echter dat het nut van financiële educatie pas op langere termijn zichtbaar werd en dat daarom niet mocht worden afgezien van solide consumentenbeschermingswetgeving op het gebied van financiële diensten.

VOORNAAMSTE UITGANGSPUNTEN VOOR PROGRAMMA´S VOOR HOOGWAARDIGE FINANCIËLE EDUCATIE

Uitgaande van haar overzicht van financiële-educatieprogramma´s die al in de EU lopen, acht de Commissie het zinvol om een aantal uitgangspunten te formuleren die de overheid, aanbieders van financiële diensten, consumentenorganisaties, werkgevers en andere belanghebbenden van pas kunnen komen bij de lancering en uitvoering van financiële-educatieprogramma´s[21]. Deze uitgangspunten houden rekening met de verschillende benaderingen en methoden die beschikbaar zijn om een geslaagde financiële-educatiestrategie uit te werken.

Uitgangspunt 1: Financiële educatie moet doorlopend beschikbaar zijn en actief worden bevorderd voor alle levensfasen. |

Om de concrete financiële problemen die zich in het leven voordoen, het hoofd te kunnen bieden, moeten alle burgers, van jongeren tot gepensioneerden, kunnen terugvallen op financiële educatie. De programma´s moeten kunnen worden aangepast aan de financiële situatie en het financiële-kennisniveau van burgers. |

Uitgangspunt 2: Financiële-educatieprogramma´s moeten zorgvuldig worden afgestemd op de specifieke behoeften van burgers. Daartoe moet eerst onderzoek worden verricht naar het bestaande kennisniveau van burgers om te achterhalen welke zaken met name aan de orde moeten komen. Het moet mogelijk zijn om tijdig en gemakkelijk een beroep te doen op de programma´s. |

Financiële educatie moet worden toegesneden op een bepaalde doelgroep, bijvoorbeeld mensen die voor het eerst gaan werken, werklozen, mensen die een gezin willen stichten, jonge volwassenen of mensen met schulden. Er moet voor worden gezorgd dat het programma op een begrijpelijke wijze wordt aangeboden en dat gebruikers het kunnen raadplegen of erop kunnen terugvallen op het moment dat zij het nodig hebben. Werkgevers moeten bekijken hoe financiële educatie via het werk kan worden aangeboden, mogelijk in combinatie met informatie over bedrijfspensioenregelingen. |

Uitgangspunt 3: De consumenten moeten zo vroeg mogelijk economische en financiële educatie krijgen, om te beginnen op school. De nationale overheid moet bekijken of financiële educatie op school een verplicht onderdeel van het leerplan moet worden. |

Het is van essentieel belang dat jongeren reeds op de lagere en middelbare school economische en financiële basiskennis verwerven. De Commissie is al gekomen met een aanbeveling inzake kerncompetenties voor levenslang leren (Aanbeveling 2006/962/EG), waarin steun wordt uitgesproken voor de ontwikkeling van bepaalde vaardigheden. Zo zou men in staat moeten zijn om wiskunde in alledaagse situaties toe te passen, de werking van de economie in grote lijnen te begrijpen en het eigen leven in goede banen te leiden. In dit verband moeten de nationale en regionale onderwijsinstanties bekijken hoe economische en financiële educatie kan worden opgenomen in het leerplan. |

Uitgangspunt 4: Financiële-educatieprogramma´s moeten algemene hulpmiddelen bevatten die mensen bewust maken van de noodzaak om beter geïnformeerd te zijn over financiële zaken en risico´s. |

Consumenten beseffen niet altijd dat hun kennis van financiële zaken en financiële risico´s tekortschiet. Zij moeten zich eerst daarvan bewust worden voordat zij zich openstellen voor educatie op deze gebieden. Hulpmiddelen zoals zelftests en advertentiecampagnes over financiële kennis kunnen ertoe bijdragen dat dit besef doordringt. Vervolgens kan het publiek worden gewezen op bepaalde educatiematerialen. |

Uitgangspunt 5: Financiële educatie door aanbieders van financiële diensten moet eerlijk, transparant en objectief zijn. De belangen van de consument moeten steeds in het oog worden gehouden. |

De financiële sector moet na overleg met vertegenwoordigers van consumenten en beleggers worden aangemoedigd om met bepaalde initiatieven bij te dragen aan de ontwikkeling van financiële educatie en zijn expertise beschikbaar te stellen. Daarbij moet de sector er wel voor zorgen dat een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen algemene financiële informatie, informatie over individuele producten en advies aan een cliënt over een bepaald product of een bepaalde dienst. Om de indruk te voorkomen dat deze grenzen aan het vervagen zijn, moet vooral voorzichtigheid worden betracht met betrekking tot reclame op educatiematerialen. |

Uitgangspunt 6: Trainers moeten de middelen en de opleiding krijgen die zij nodig hebben om een financiële-educatieprogramma zelfverzekerd en met succes te kunnen uitvoeren. |

Voor een geslaagde financiële educatie is het van essentieel belang dat de mensen die de opleiding verzorgen, zelf goed zijn opgeleid ("teaching the teachers"). Dit geldt niet alleen voor leraren op school, maar ook voor sociaal werkers, bankmedewerkers, vrijwilligers en alle andere personen die rechtstreeks contact hebben met de klant en daarbij kennis zo goed mogelijk moeten overdragen. Daarvoor is het nodig dat bruikbare lesmaterialen en opleidingsprogramma´s worden ontwikkeld. |

Uitgangspunt 7: Om te komen tot een duidelijke afbakening van taken, om ervaringen uit te wisselen van en de middelen te stroomlijnen en te prioriteren, moet de nationale coördinatie tussen belanghebbenden worden bevorderd. Om een uitwisseling van best practices te stimuleren, moet de internationale samenwerking tussen de aanbieders worden geïntensiveerd. |

Nationale instanties, aanbieders van financiële diensten, consumentengroepen, docenten en andere belanghebbenden moeten worden gestimuleerd om op het gebied van financiële educatie samen te werken. Daardoor kunnen doelstellingen beter worden gestroomlijnd, de verschillende doelgroepen beter worden bestreken, de middelen beter worden geprioriteerd en efficiënter worden gebruikt en kan meer van elkaars ervaringen worden geleerd. Op internationaal niveau kunnen de samenwerking en de vorming van netwerken tussen experts gericht zijn op gebieden die meer aandacht behoeven, en op de uitwisseling van best practices. |

Uitgangspunt 8: Aanbieders van financiële educatie moeten hun programma´s regelmatig evalueren en zo nodig actualiseren om ze in lijn te brengen met de best practices. |

Aanbieders van financiële educatie moeten in hun programma´s een periodieke evaluatie opnemen om na te gaan welke vooruitgang wordt geboekt en of de doelstellingen worden verwezenlijkt. Als dit niet het geval is, moeten zij overwegen om het programma aan te passen aan de normen die gehaald worden met erkende best practices. |

De Commissie verzoekt de nationale overheden, aanbieders van financiële diensten, consumentenorganisaties en andere belanghebbenden om bij de ontwikkeling van hun nationale strategieën en programma´s op het gebied van financiële educatie rekening te houden met de bovengenoemde uitgangspunten.

GEPLANDE INITIATIEVEN EN PRAKTISCHE ONDERSTEUNING

De Commissie ziet financiële educatie als de primaire verantwoordelijkheid van de lidstaten, non-profitorganisaties en aanbieders van financiële diensten, maar de EU kan wel praktische ondersteuning verlenen. De Commissie heeft de volgende initiatieven als prioritair aangemerkt:

- vorming van een netwerk van experts in financiële educatie. Een groot deel van de belanghebbenden is voor de vorming van netwerken om van elkaars ervaringen te leren. Daarom zal de Commissie een groep van deskundigen op het gebied van financiële educatie oprichten. Deze zal bestaan uit vertegenwoordigers van de nationale overheden (zoals onderwijsdeskundigen), aanbieders van financiële diensten, consumentenorganisaties en zo nodig andere groepen. De groep krijgt tot taak best practices op het gebied van financiële educatie te delen en te bevorderen, de Commissie te helpen de problemen rondom financiële educatie in kaart brengen, aan de Commissie advies uit te brengen over de invoering van de bovengenoemde uitgangspunten, de resultaten en het proces van financiële educatie te volgen en een bijdrage te leveren aan de evaluatie van de in deze mededeling genoemde maatregelen in de periode tot 2010. Begin 2008 worden oproepen gedaan tot het indienen van blijken van belangstelling;

- sponsoring van de lidstaten en particuliere partijen bij de organisatie van nationale en regionale conferenties over financiële educatie. De meeste financiële-educatieprogramma´s dragen een lokaal, regionaal of in het beste geval een nationaal karakter. De voorlichtingsactiviteiten moeten zo dicht mogelijk bij de doelgroepen plaatsvinden. De Commissie dringt er bij de lidstaten en particuliere partijen sterk op aan om dergelijke activiteiten te organiseren, en kan als sponsor optreden of er zelf aan deelnemen. De betrokkenheid van de Commissie is meteen een goede gelegenheid om de start van nationale fora voor financiële educatie, best practices op lokaal niveau en bestaande initiatieven te stimuleren. Door dergelijke conferenties krijgen zaken die verband houden met financiële educatie, een impuls, zichtbaarheid en publiciteit op het niveau waarop zij moeten worden aangepakt;

- publicatie van een on-linedatabase met programma´s en onderzoek op het gebied van financiële educatie in de EU. In het verlengde van de bevindingen van de onder 3.2 genoemde studies gaat de Commissie een on-linedatabase met financiële-educatieprogramma´s in de gehele EU opzetten. Deze zal informatie bevatten over projecten, de geografische locatie ervan, het onderwerp, de doelgroep en de contactgegevens van de aanbieders. In de database worden ook de resultaten opgenomen van onderzoek naar financiële educatie en naar het peil van financiële basiskennis in de EU. Doel van deze database is dat gemakkelijker informatie kan worden ingewonnen over good practice en de bevindingen van wetenschappelijk onderzoek. De Commissie zal alles in het werk stellen om de gegevens accuraat te houden. Om deze database meer bekendheid te geven, zal de Commissie regelmatig een nieuwsbrief uitbrengen over nieuwe of interessante toevoegingen aan de database. De on-linedatabase komt in 2008 beschikbaar;

- ontwikkeling van een opleidingsmodule over financiële kennis voor leraren. Het Dolceta-initiatief is al nuttig gebleken voor financieel onderwijs aan volwassenen. In het verlengde daarvan zal de Commissie vanaf 2008 beginnen met de ontwikkeling van een opleidingsmodule voor leraren. Dit project wordt opgezet met steun van pedagogen en financieel deskundigen van EUCEN (European Universities Continuing Education Network). Leraren in het lager en middelbaar onderwijs krijgen met deze Dolcetamodule kant-en-klare leerpakketten met onder meer internetopleiding in handen om hen te stimuleren op vrijwillige basis financiële onderwerpen op te nemen in het algemene leerplan. Alle materialen worden aangepast aan de nationale context. Als de module klaar is, zullen de nationale ontwikkelingsteams zo mogelijk meewerken aan opleidingsactiviteiten voor leraren waarbij reclame wordt gemaakt voor de consumenteneducatiematerialen om hen te stimuleren deze te gebruiken.

VERDERE ACTIE

Deze mededeling maakt deel uit van het pakket maatregelen op het gebied van financiële diensten voor consumenten dat wordt beschreven in het verslag van de Commissie over een interne markt voor het Europa van de 21e eeuw en dat tot doel heeft de Europese burger meer te laten profiteren van de integratie van de financiële markt. Een groot deel van de werkzaamheden van de Commissie op het gebied van financiële diensten voor consumenten zal erop gericht zijn de consument in staat te stellen weloverwogen beslissingen te nemen. Vergroting van financiële basiskennis is daarbij een belangrijk streven.

De Commissie blijft de voortgang van de diverse in deze mededeling beschreven initiatieven volgen om te zien of zij aan de bovengenoemde doelstellingen voldoen. Daarnaast worden de initiatieven in 2010 uitgebreid geëvalueerd.

[1] Consumentenvoorlichting en –bescherming spelen een centrale rol in de EU-wetgeving inzake financiële diensten. Voorbeelden zijn de richtlijn betreffende de markten voor financiële instrumenten met haar bescherming van de kleine belegger, de lopende herziening van de icbe-richtlijnen, waaronder het vereenvoudigd prospectus,de richtlijnen inzake consumentenkrediet, inzake de verkoop op afstand van financiële diensten en inzake verzekeringstussenpersonen en de voorstellen in het witboek over hypothecair krediet, die de consument in staat moeten stellen om bij de aankoop van een financieel product de juiste beslissing te nemen. De Commissie wil in 2008 een sectoroverschrijdende studie verrichten naar de geschiktheid en consistentie van informatievereisten in de EU-wetgeving inzake financiële diensten, aspecten die ook in evaluaties van de relevante afzonderlijke voorschriften worden getoetst.

[2] COM(2005) 629.

[3] COM(2007) 226.

[4] P6_TA-PROV(2007)0338/A6-0248/2007.

[5] COM(2007) 724, SEC(2007) 1520.

[6] Aldus Gecser in een presentatie over een achtstappenplan om jonge Hongaren te leren op een slimme manier om te gaan met geld. De presentatie is gehouden tijdens een conferentie op 28 maart 2007 in Brussel over financiële vaardigheden.

[7] Nieri, Access to Credit: the Difficulties of Households, New Frontiers in Banking Services: Emerging Needs and Tailored Products for Untapped Markets, Springer Verlag, Berlijn 2006.

[8] Mandell, Personal Finance Survey of High School Seniors, The Jumpstart Coalition for Personal Financial Literacy, 2004.

[9] ANZ Banking Group, ANZ Survey of Adult Financial Literacy in Australia, 2003.

[10] Financial Services Authority, Financial Capability in the UK: Establishing a Baseline, 2006.

[11] The Jumpstart Coalition for Personal Financial Literacy, Making the case for financial literacy, 2007.

[12] Observatoire du Crédit et de l'Endettement et al, FES - Better access to financial services and financial education (2007), Report of the survey on Financial Education, April 2007 and Evers & Jung, Survey on Financial Literacy Schemes in the EU27, november 2007.

[13] Aldus Dredge in een presentatie over financiële vaardigheden op het werk, gehouden tijdens een conferentie op 28 maart 2007 in Brussel over financiële vaardigheden.

[14] Bayer, Bernheim, Scholz , The effects of financial education in the workplace: evidence from a survey of employers, juni 1996.

[15] Lusardi, Saving and the effectiveness of Financial Education, Pension Research Council Working Paper 2003-14, Pension Research Council, 2003.

[16] Hirad, Zorn , Empirical Evidence of the effectiveness of pre-purchase homeownership counselling, mei 2001.

[17] Development of On-Line Consumer Education Tools for Adults (Ontwikkeling van online-consumentenleermiddelen voor volwassenen), www.dolceta.eu.

[18] http://ec.europa.eu/consumers/cons_info/consumer_diary_en.htm.

[19] Een samenvatting van de conferentie en de presentaties is te vinden op: http://ec.europa.eu/internal_market/finservices-retail/capability/index_en.htm.

[20] COM(2007) 226.

[21] De richtsnoeren sluiten aan bij de "Principles and Good Practices for Financial Education and Awareness" van de OESO uit 2005, die door alle OESO-leden, waaronder veel EU-lidstaten, zijn onderschreven (zie http://www.oecd.org/dataoecd/7/17/35108560.pdf).

Top