EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006D0328

2006/328/EG: Beschikking van de Commissie van 4 mei 2006 tot wijziging van Beschikking 2006/274/EG tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met klassieke varkenspest in Duitsland (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 1897) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 120 van 5.5.2006, p. 25–26 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 118M van 8.5.2007, p. 670–671 (MT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 14/05/2006; stilzwijgende opheffing door 32006D0346

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/328/oj

5.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 120/25


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 4 mei 2006

tot wijziging van Beschikking 2006/274/EG tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met klassieke varkenspest in Duitsland

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 1897)

(Voor de EER relevante tekst)

(2006/328/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name op artikel 10, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Duitsland hebben zich uitbraken van klassieke varkenspest voorgedaan.

(2)

Beschikking 2006/274/EG van de Commissie tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met klassieke varkenspest in Duitsland en tot intrekking van Beschikking 2006/254/EG (2) is vastgesteld om de maatregelen die Duitsland heeft genomen krachtens Richtlijn 2001/89/EG van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (3), te continueren en uit te breiden.

(3)

Naar aanleiding van nieuwe door Duitsland verstrekte epidemiologische informatie moet de minimale verblijfsduur van de varkens op het bedrijf van herkomst van 45 dagen worden teruggebracht tot 30 dagen.

(4)

Beschikking 2006/274/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Beschikking 2006/274/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1, lid 2, onder b), komt als volgt te luiden:

„b)

het vervoer van fok- en gebruiksvarkens naar een buiten Duitsland gelegen bedrijf, mits de voor het vervoer van de varkens gebruikte voertuigen voldoen aan de voorschriften van artikel 6, lid 2, onder a), en de varkens minimaal 30 dagen, of sinds hun geboorte indien zij jonger zijn dan 30 dagen, hebben verbleven op een en hetzelfde bedrijf:

i)

dat buiten de in bijlage I genoemde gebieden gelegen is;

ii)

dat in de laatste 30 dagen vóór de verzending van de varkens geen levende varkens heeft ontvangen;

iii)

waar de klinische onderzoeken overeenkomstig hoofdstuk IV, onder D, punt 2, van de bijlage bij Beschikking 2002/106/EG zijn uitgevoerd en daarbij negatieve resultaten zijn verkregen.”.

2)

Artikel 2, lid 1, onder b), komt als volgt te luiden:

„b)

geen varkens worden vervoerd uit de in bijlage I, onder B, genoemde gebieden naar andere gebieden in Duitsland, met uitzondering van het rechtstreekse vervoer van:

i)

slachtvarkens naar een slachthuis waar zij onmiddellijk worden geslacht, mits de varkens van een en hetzelfde bedrijf afkomstig zijn;

ii)

fok- en gebruiksvarkens naar een bedrijf, mits de varkens minimaal 30 dagen, of sinds hun geboorte indien zij jonger zijn dan 30 dagen, hebben verbleven op een en hetzelfde bedrijf:

dat in de laatste 30 dagen vóór de verzending van de varkens geen levende varkens heeft ontvangen; en

waar de klinische onderzoeken overeenkomstig hoofdstuk IV, onder D, punt 2, van de bijlage bij Beschikking 2002/106/EG zijn uitgevoerd en daarbij negatieve resultaten zijn verkregen.”.

3)

Artikel 2, lid 2, onder b), komt als volgt te luiden:

„b)

naar een bedrijf in de in bijlage I genoemde gebieden, mits de varkens minimaal 30 dagen, of sinds hun geboorte indien zij jonger zijn dan 30 dagen, hebben verbleven op een en hetzelfde bedrijf:

i)

dat in de laatste 30 dagen vóór de verzending van de varkens geen levende varkens heeft ontvangen;

ii)

waar de klinische onderzoeken overeenkomstig hoofdstuk IV, onder D, punt 2, van de bijlage bij Beschikking 2002/106/EG zijn uitgevoerd en daarbij negatieve resultaten zijn verkregen.

De Duitse autoriteiten registreren bovengenoemde verplaatsingen en stellen de Commissie in het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onmiddellijk in kennis van verplaatsingen van bedrijven in de in bijlage I, onder A, genoemde gebieden naar bedrijven in de in bijlage I, onder B, genoemde gebieden.”

4)

Artikel 6 komt als volgt te luiden:

„Artikel 6

De lidstaten zorgen ervoor dat voertuigen die voor het vervoer van varkens in Duitsland gebruikt zijn of op een bedrijf in Duitsland geweest zijn waar varkens worden gehouden, na het laatste vervoer tweemaal worden gereinigd en ontsmet voordat die voertuigen gebruikt mogen worden voor het vervoer van varkens buiten Duitsland.”

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 4 mei 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/33/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 315 van 19.11.2002, blz. 14).

(2)  PB L 99 van 7.4.2006, blz. 36. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2006/306/EG (PB L 113 van 27.4.2006).

(3)  PB L 316 van 1.12.2001, blz. 5. Richtlijn gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.


Top