EUR-Lex El acceso al Derecho de la Unión Europea

Volver a la página principal de EUR-Lex

Este documento es un extracto de la web EUR-Lex

Documento 52012XC0707(03)

Bijwerking van de lijst van de richtbedragen voor het overschrijden van de buitengrenzen bedoeld in artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) ( PB C 247 van 13.10.2006, blz. 19 ; PB C 153 van 6.7.2007, blz. 22 ; PB C 182 van 4.8.2007, blz. 18 ; PB C 57 van 1.3.2008, blz. 38 ; PB C 134 van 31.5.2008, blz. 19 ; PB C 37 van 14.2.2009, blz. 8 ; PB C 35 van 12.2.2010, blz. 7 ; PB C 304 van 10.11.2010, blz. 5 ; PB C 24 van 26.1.2011, blz. 6 ; PB C 157 van 27.5.2011, blz. 8 ; PB C 203 van 9.7.2011, blz. 16 ; PB C 11 van 13.1.2012, blz. 13 ; PB C 72 van 10.3.2012, blz. 44 )

PB C 199 van 7.7.2012, p. 8/9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 199/8


Bijwerking van de lijst van de richtbedragen voor het overschrijden van de buitengrenzen bedoeld in artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB C 247 van 13.10.2006, blz. 19; PB C 153 van 6.7.2007, blz. 22; PB C 182 van 4.8.2007, blz. 18; PB C 57 van 1.3.2008, blz. 38; PB C 134 van 31.5.2008, blz. 19; PB C 37 van 14.2.2009, blz. 8; PB C 35 van 12.2.2010, blz. 7; PB C 304 van 10.11.2010, blz. 5; PB C 24 van 26.1.2011, blz. 6; PB C 157 van 27.5.2011, blz. 8; PB C 203 van 9.7.2011, blz. 16; PB C 11 van 13.1.2012, blz. 13; PB C 72 van 10.3.2012, blz. 44)

2012/C 199/08

De publicatie van de richtbedragen voor het overschrijden van de buitengrenzen bedoeld in artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) is gebaseerd op de informatie die door de lidstaten aan de Commissie wordt verstrekt overeenkomstig artikel 34 van de Schengengrenscode.

Naast de publicatie in het Publicatieblad wordt de lijst maandelijks bijgewerkt op de website van het directoraat-generaal Binnenlandse Zaken.

LIECHTENSTEIN

Vervanging van de informatie die is gepubliceerd in PB C 247 van 13.10.2006

De referentiebedragen vereist voor het overschrijden van de buitengrens zijn op de navolgende wijze door de nationale autoriteiten vastgesteld.

 

Een onderdaan van een derde land die de kosten van zijn verblijf in Liechtenstein zelf draagt, dient aan te tonen dat hij over ongeveer 100 CHF per dag beschikt. Een student (in het bezit van een geldige studentenpas) dient over ongeveer 30 CHF te beschikken.

 

Een onderdaan van een derde land die bij particulieren verblijft, kan aantonen over de benodigde middelen te beschikken door middel van een door de gastheer of -vrouw in Liechtenstein ondertekende garantstelling („Verpflichtungserklärung”). De verantwoordelijke autoriteit (Bureau Vreemdelingen en paspoorten, ofwel het „Ausländer- und Passamt”) geeft een verklaring af over de financiële positie van de gastheer of -vrouw. De garantstelling geldt voor de niet-gedekte kosten ten laste van de openbare of particuliere zorgaanbieders gedurende het verblijf van de onderdaan van een derde land, namelijk de kosten voor levensonderhoud en de kosten in verband met ongevallen, ziekte of terugkeer. De garantsteller stelt zich onvoorwaardelijk aansprakelijk voor een bedrag van 30 000 CHF. Als garantsteller kan optreden:

elke Zwitserse of Liechtensteinse meerderjarige burger die in een van beide landen woont,

elke meerderjarige die in het bezit is van een verblijfsvergunning („Aufenthaltsbewilligung”)

of een permanente verblijfsvergunning („Niederlassungsbewilligung”),

evenals elke rechtspersoon die is ingeschreven in het handelsregister.

ROEMENIË

Vervanging van de informatie die is gepubliceerd in PB C 247 van 13.10.2006

De vreemdelingenwet nr. 194/2002 doet de toegang tot Roemenië afhangen van het bewijs dat de betrokkene over voldoende bestaansmiddelen beschikt tijdens zijn verblijf en voor de terugkeer naar zijn land van herkomst of de doorreis naar een andere staat waartoe hij zeker toegang heeft.

Wat de referentiebedragen voor overschrijdingen van de buitengrenzen betreft: een nationaal visum voor kort verblijf voor toeristische doeleinden, bezoeken, zakelijke, culturele of wetenschappelijke activiteiten, of voor humanitaire of medische doeleinden kan worden verkregen, als de betrokkene kan aantonen dat hij beschikt over 50 EUR per dag, doch niet minder dan 500 EUR voor het volledige verblijf, of gelijkwaardig.

Een nationaal visum voor kort verblijf voor een missie, professioneel vervoer of sportieve doeleinden kan worden verkregen zonder dat de betrokkene hoeft aan te tonen dat hij beschikt over voldoende bestaansmiddelen.

Onderdanen van derde landen die bij het overschrijden van de buitengrenzen van de EU in het bezit moeten zijn van een visum (zie bijlage 1 bij Verordening (EG) nr. 539/2001), en waarvoor de procedure op uitnodiging van toepassing is (1), moeten beschikken over 30 EUR per dag voor het volledige verblijf. Het bedrag moet ter beschikking worden gesteld door de natuurlijke of rechtspersoon die uitnodigt.


(1)  De landen en entiteiten/territoriale autoriteiten die door minstens één lidstaat niet als staat zijn erkend, waarvoor de procedure op uitnodiging geldt, zijn opgenomen in Besluit nr. 1743/2010 van de minister van Buitenlandse Zaken: Afghanistan, Algerije, Bangladesh, China, Tsjaad, Congo, Noord-Korea, Egypte, India, Indonesië, Jordanië, Iran, Irak, Libanon, Libië, Mali, Marokko, Mauretanië, Nigeria, Pakistan, Syrië, Somalië, Sri Lanka, Soedan, Tunesië, Oezbekistan, Jemen, Palestijnse Autoriteit.


Arriba