Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Europese onderwijsruimte

Europese onderwijsruimte

De Europese onderwijsruimte is de gedeelde visie van de 27 lidstaten van de Europese Unie (EU) en de Europese Commissie voor de toekomst van de onderwijs- en opleidingsstelsels van de EU. Het idee werd in 2017 voor het eerst onderschreven door de lidstaten. De onderwijsruimte is een van de politieke verbintenissen waartoe voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen zich bij haar aantreden in 2019 heeft verbonden. In september 2020 werden in een mededeling van de Europese Commissie de details en omvang van de onderwijsruimte uiteengezet, wat in februari 2021 leidde tot een resolutie van de Raad.

Samen wilden de lidstaten en de Commissie een wezenlijke verandering teweegbrengen in onderwijs en opleiding in Europa, en er zo voor zorgen dat iedereen toegang heeft tot kwaliteitsonderwijs volgens de volgende overkoepelende prioriteitsgebieden.

  • Verbetering van onderwijs en opleiding via een scala aan acties, waaronder:
    • de versterking van basis- en transversale vaardigheden;
    • de bevordering van meertaligheid en de ondersteuning van het leren en onderwijzen van talen;
    • de ontwikkeling van een Europees perspectief in onderwijs.
  • Waarborging van inclusie en gendergelijkheid met als doel ongelijkheid te verminderen door:
    • de aanpak van onderpresteren en voortijdig schoolverlaten binnen de hele EU en de loskoppeling van het opleidingsniveau van de socio-economische achtergrond;
    • de bevordering van inclusiviteit, kwaliteit en erkenning van grensoverschrijdend vrijwilligerswerk en solidariteitsactiviteiten;
    • de bevordering van gelijke kansen, toegang, inclusie, diversiteit en eerlijkheid binnen alle acties van de programma’s Erasmus+ en Europees Solidariteitskorps;
    • de opzet van centra van uitmuntendheid voor beroepsonderwijs en -opleiding;
    • de toepassing van genderbewust en inclusief onderwijs.
  • Bevordering van beleid en investeringen om groene en digitale transities teweeg te brengen via een reeks acties waaronder:
    • de opzet van een Coalitie ten behoeve van klimaatonderwijs (een participatieve onderwijsgemeenschap om de veranderingen te ondersteunen die nodig zijn voor een klimaatneutrale samenleving);
    • de vergroening van de onderwijsinfrastructuur;
    • het voorstel van een aanbeveling van de Raad betreffende onderwijs voor milieuduurzaamheid;
    • de implementatie van het digitale onderwijsactieplan;
    • de vergroening en digitalisering van de programma’s Erasmus+ en Europees Solidariteitskorps.
  • Verbetering van competentie en motivatie in het lerarenberoep door:
    • het creëren van Erasmus-docentenacademies;
    • het bieden van Europese begeleiding voor nationale loopbaankaders;
    • het toekennen van de European Innovative Teaching Award.
  • Versterking van instellingen voor hoger onderwijs door:
    • het voorstellen van een Europese strategie waarmee universiteiten hun transformatie van de sector voor hoger onderwijs kunnen bevorderen;
    • de waarborging van een volledige invoering van het initiatief van de Europese universiteiten;
    • de ontwikkeling van een Europees diploma;
    • de vaststelling van een wettelijk statuut voor samenwerkingsverbanden tussen universiteiten;
    • de implementatie van het Europees volginitiatief voor afgestudeerden;
    • de lancering van een initiatief voor een Europese studentenkaart en de mobiele Erasmus+-app.
  • Bevordering van een leven lang leren en mobiliteit door:
    • de verbetering van mobiliteit en samenwerkingsmogelijkheden;
    • de waarborging van automatische wederzijdse erkenning van kwalificaties in het hoger onderwijs, hoger secundair onderwijs en opleidingen, en de resultaten van leerperioden in het buitenland;
    • de overeenkomst van een Europese benadering van microgeloofsbrieven (kwalificaties die verkregen leerresultaten aantonen via korte, transparante beoordeling van cursussen en modules).
  • Behalen van een geopolitieke dimensie — onderwijs als onderdeel van een sterker Europa in de wereld — door:
    • het gebruik van de benadering “Team Europa” (waarbij de EU-instellingen en de lidstaten samenwerken om transformatieve verandering te ondersteunen door concrete resultaten voor partnerlanden te leveren);
    • de ondersteuning van de associatie van de westelijke Balkan en de versterking van de samenwerking met strategische globale partners;
    • de uitbreiding van de internationale dimensie van Erasmus+.

Dankzij NextGenerationEU en het meerjarig financieel kader (2021–2027) zullen er voor onderwijs en opleiding meer middelen dan ooit beschikbaar komen om de Europese onderwijsruimte te ondersteunen. Erasmus+ blijft het vlaggenschipprogramma van de EU op het gebied van investeringen in onderwijs en opleiding, maar ook onder andere fondsen zijn middelen beschikbaar, zoals de herstel- en veerkrachtfaciliteit, de Europese structuurfondsen of InvestEU.

Met het implementeren van een breed scala aan acties zal de Europese onderwijsruimte in 2025 realiteit zijn en leiden tot uitgebreide modernisering van de onderwijs- en opleidingsstelsels ten behoeve van alle Europese burgers.

ZIE OOK

Top