EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R1455

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1455 van de Commissie van 13 juli 2023 tot urgente verlening van een voorlopige vergunning voor kobalt(II)acetaat-tetrahydraat, kobalt(II)carbonaat, kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat en kobalt(II)sulfaat-heptahydraat als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor herkauwers met een functionele pens, paardachtigen en lagomorfen (Voor de EER relevante tekst)

C/2023/4753

PB L 179 van 14.7.2023, p. 103–111 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/1455/oj

14.7.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 179/103


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1455 VAN DE COMMISSIE

van 13 juli 2023

tot urgente verlening van een voorlopige vergunning voor kobalt(II)acetaat-tetrahydraat, kobalt(II)carbonaat, kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat en kobalt(II)sulfaat-heptahydraat als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor herkauwers met een functionele pens, paardachtigen en lagomorfen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. In artikel 15 van die verordening is met name bepaald dat de Commissie het gebruik van toevoegingsmiddelen voorlopig kan toestaan in specifieke gevallen waarin dringend een vergunning vereist is om het welzijn van dieren te verzekeren.

(2)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 601/2013 van de Commissie (2) is een vergunning voor tien jaar verleend voor kobalt(II)acetaat-tetrahydraat, kobalt(II)carbonaat, kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat, kobalt(II)sulfaat-heptahydraat en gecoate korrels van kobalt(II)carbonaat als toevoegingsmiddelen voor diervoeding, behorende tot de categorie “nutritionele toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “verbindingen van sporenelementen”. Voor die toevoegingsmiddelen is een vergunning verleend voor gebruik bij herkauwers met een functionele pens, paardachtigen, lagomorfen, knaagdieren, herbivore reptielen en dierentuinzoogdieren.

(3)

Binnen de in artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde termijn is geen aanvraag ingediend voor de verlenging van de vergunning voor de toevoegingsmiddelen kobalt(II)acetaat-tetrahydraat, kobalt(II)carbonaat, kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat en kobalt(II)sulfaat-heptahydraat (3), die op 15 juli 2023 verstrijkt. Voor die toevoegingsmiddelen is op 20 oktober 2022 overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 een aanvraag ingediend voor een nieuwe vergunning voor gebruik voor dezelfde diersoorten als de vorige vergunning en met het verzoek deze in de categorie “nutritionele toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “verbindingen van sporenelementen” in te delen.

(4)

Rekening houdend met de tijd die nodig is voor de behandeling van de vergunningaanvraag voor de toevoegingsmiddelen kobalt(II)acetaat-tetrahydraat, kobalt(II)carbonaat, kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat en kobalt(II)sulfaat-heptahydraat kan tegen 15 juli 2023 geen nieuwe vergunning voor die toevoegingsmiddelen worden verleend.

(5)

Daarom heeft een onderneming op 30 mei 2023 bij de Commissie een verzoek ingediend om overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 dringend een voorlopige vergunning te verlenen voor het gebruik van de toevoegingsmiddelen kobalt(II)acetaat-tetrahydraat, kobalt(II)carbonaat, kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat en kobalt(II)sulfaat-heptahydraat, bestemd voor herkauwers, paarden en konijnen.

(6)

In haar advies van 12 november 2009 (4) heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) geconcludeerd dat als gevolg van de hoge degradatiesnelheid van orale vitamine B12 in de pens, een optimale micronutriëntenvoorziening van herkauwers ook kobalt moet omvatten. De EFSA heeft die conclusie uitgebreid tot paarden en konijnen, waarvoor zij van mening was dat de toevoeging van kobalt aan hun voeding ook moet worden gehandhaafd. In haar adviezen van 22 mei 2012 (5) en 12 juni 2012 (6) heeft de EFSA bevestigd dat de toevoegingsmiddelen kobalt(II)acetaat-tetrahydraat, kobalt(II)carbonaat, kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat en kobalt(II)sulfaat-heptahydraat doeltreffende bronnen van kobalt zijn als essentieel sporenelement, dat op zijn beurt wordt gebruikt voor de productie van vitamine B12 door microbiële fermentatie in de pens.

(7)

Zoals vermeld in het advies van de EFSA van 12 november 2009 leidt kobaltdeficiëntie bij dieren in het algemeen tot een verlies van eetlust, een verminderde groeisnelheid, het verlies van lichaamsgewicht, anemie, de verstoring van de vetstofwisseling, een verlaagd folaatgehalte, accumulatie van ijzer en nikkel in de lever, een verstoorde neutrofielfunctie en een verminderde weerstand tegen parasitaire infecties, wat met name het geval is bij herkauwers.

(8)

Het lijkt er dan ook op dat een dergelijke deficiëntie ernstige nadelige gevolgen kan hebben voor het welzijn van dieren waarvoor kobalt essentieel is voor de synthese van vitamine B12, zoals een verzwakking van het immuunsysteem, een toename van de frequentie van darmaandoeningen en ketose, een verminderde voortplantingsfunctie, een verhoogd risico voor schapen op Ovine White Liver Disease en zelfs een toename van de morbiditeit of mortaliteit (7).

(9)

Om kritieke tekortkomingen te voorkomen, zijn dieren die grazen op bodems met een laag kobaltgehalte, of die worden gevoed met hooi of planten die in die bodems zijn geproduceerd, maar ook bepaalde categorieën dieren met specifieke behoeften zoals dieren die worden gevoed met automatische doseerapparaten met meetpompen of bepaalde dieren met stofwisselingsstoornissen, afhankelijk van aanvullend voeder in de vorm van een bolus of vloeistof voor de levering van essentiële nutriënten, waaronder kobalt. Het alternatief om emmers of minerale likstenen te gebruiken voor het toedienen van diervoeders aan weidevee wordt over het algemeen niet als optimaal beschouwd om in alle omstandigheden een toereikend, doeltreffend en veilig aanbod van kobalt te waarborgen, vanwege de vrijwillige en concurrerende consumptie van kobalt door de dieren en de daaruit voortvloeiende minder gecontroleerde en gerichte aanvulling, het effect van de klimatologische omstandigheden op de kwaliteit van het voeder en de aanvullende eisen op het gebied van behandeling.

(10)

Het toevoegingsmiddel gecoate korrels van kobalt(II)carbonaat, waarvoor een verlengingsaanvraag is ingediend overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 en waarvoor momenteel overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1831/2003 een vergunning is verleend als toevoegingsmiddel voor diervoeding, mag niet worden gebruikt in de formulering van diervoeders die in vloeibaar aanvullend diervoeder of als bolus worden toegediend. Dit is het gevolg van de technische specificaties van dat toevoegingsmiddel, dat onoplosbare deeltjes bevat die de homogeniteit van het vloeibare voeder aantasten, een zeer lage kobaltconcentratie heeft en niet goed kan worden samengeperst waardoor de productie van geschikte bolussen met hoge dichtheid niet mogelijk is. Vloeibare diervoeders moeten kobalt in oplosbare vorm bevatten, zoals de toevoegingsmiddelen kobalt(II)acetaat-tetrahydraat en kobalt(II)sulfaat-heptahydraat, terwijl de productie van geschikte bolussen die de dieren de vereiste veilige hoeveelheid kobalt geven, de toevoegingsmiddelen kobalt(II)carbonaat en kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat vereist. Momenteel is voor geen enkele andere kobaltverbinding een vergunning als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1831/2003.

(11)

Bij Verordening (EU) 2020/354 van de Commissie (8) is de langdurige afgifte van sporenelementen en/of vitaminen aan weidevee als bijzonder voedingsdoel vastgesteld voor diervoeders voor herkauwers met een functionele pens, die in de vorm van een bolus mogen worden toegediend. Een stopzetting van het gebruik van kobaltverbindingen als toevoegingsmiddel in diervoeding, met name dieetvoeding in de vorm van een bolus voor weidevee, zou verhinderen dat exploitanten aan dat bijzondere voedingsdoel kunnen voldoen met betrekking tot de specifieke voedingsbehoeften van herkauwers waarvan het proces van assimilatie, absorptie of metabolisme kan worden belemmerd door een gebrek aan kobalt in hun voeding. Een dergelijk gebrek aan voeder dat geschikt is voor grazende herkauwers zou derhalve schadelijk zijn voor het welzijn van die dieren.

(12)

Het reële effect van de niet-beschikbaarheid van de toevoegingsmiddelen kobalt(II)acetaat-tetrahydraat, kobalt(II)carbonaat, kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat en kobalt(II)sulfaat-heptahydraat kan worden gemeten door te kijken naar de mate waarin die toevoegingsmiddelen in de Unie worden gebruikt, hoewel bepaalde lidstaten vanwege de aard van de bodem en het grasland meer te lijden hebben onder een kobaltdeficiëntie. Zo bevat in Ierland 62 % van alle voor herkauwers en paardachtigen geproduceerde aanvullende diervoeders een van die vier toevoegingsmiddelen en zouden meer dan 11,7 miljoen dieren negatieve gevolgen kunnen ondervinden van een gebrek aan toegang tot die producten. In Frankrijk wordt de voeding van 11,5 miljoen herkauwers aangevuld met een van deze vier toevoegingsmiddelen in de vorm van een bolus of vloeibaar voeder en zou het welzijn van die dieren zonder het gebruik van die producten negatief worden beïnvloed. In het algemeen blijkt uit door de nationale bevoegde autoriteiten en exploitanten ingediende gegevens dat de betrokken toevoegingsmiddelen op grote schaal worden gebruikt voor herkauwers, voornamelijk in voeder in de vorm van een bolus of vloeistof, maar ook voor paarden en konijnen. Eind 2021 werden er naar schatting 76 miljoen runderen en 71 miljoen schapen en geiten op EU-boerderijen gehouden (9). Uit statistische gegevens over de konijnenhouderij (10) uit 2016 blijkt dat in de Unie ongeveer 180 miljoen konijnen werden gekweekt voor vleesconsumptie.

(13)

Op basis van de adviezen van de EFSA van 12 november 2009, 22 mei 2012 en 12 juni 2012 en gegevens over het effectieve gebruik van de toevoegingsmiddelen kobalt(II)acetaat-tetrahydraat, kobalt(II)carbonaat, kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat en kobalt(II)sulfaat-heptahydraat in de Unie, wordt geconcludeerd dat de diersoorten of -categorieën waarvan het welzijn aanzienlijk zou worden geschaad door de stopzetting van het gebruik van kobalt in hun voeding, herkauwers, paarden en konijnen zijn.

(14)

Om negatieve gevolgen voor het welzijn van herkauwers, paarden en konijnen te voorkomen als gevolg van een onderbreking van de vergunning voor het gebruik van de toevoegingsmiddelen kobalt(II)acetaat-tetrahydraat, kobalt(II)carbonaat, kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat en kobalt(II)sulfaat-heptahydraat moet het gebruik ervan met ingang van 15 juli 2023 bij ontbreken van een momenteel beschikbaar alternatief, dringend voorlopig worden toegestaan totdat een besluit is genomen over de overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingediende vergunningsaanvraag. Overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 moet de voorlopige vergunning worden verleend voor een periode van ten hoogste vijf jaar.

(15)

Om te waarborgen dat overeenkomstig de doelstellingen van Verordening (EG) nr. 1831/2003 alleen veilige en werkzame toevoegingsmiddelen worden gebruikt, moeten de voorwaarden van de voorlopige vergunning in overeenstemming zijn met de in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 601/2013 vastgestelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning voor de vier betrokken toevoegingsmiddelen wat het gebruik ervan voor herkauwers, paardachtigen en lagomorfen betreft.

(16)

Het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was van oordeel dat de conclusies en aanbevelingen voor die toevoegingsmiddelen uit de eerdere beoordeling van de analysemethode die is uitgevoerd in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 601/2013 verleende vergunning, geldig zijn en toepasselijk op de voorlopige vergunning.

(17)

Aangezien de vergunning voor het gebruik van de toevoegingsmiddelen kobalt(II)acetaat-tetrahydraat, kobalt(II)carbonaat, kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat en kobalt(II)sulfaat-heptahydraat op 15 juli 2023 verstrijkt, en om een hoog niveau van bescherming van het welzijn van de dieren waarop de voorlopige vergunning betrekking heeft te waarborgen, moet deze verordening met spoed in werking treden.

(18)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voorlopige vergunning

Voor de in de bijlage gespecificeerde stoffen, die behoren tot de categorie “nutritionele toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “verbindingen van sporenelementen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een voorlopige vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 601/2013 van de Commissie van 24 juni 2013 tot verlening van een vergunning voor kobalt(II)acetaat-tetrahydraat, kobalt(II)carbonaat, kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat, kobalt(II)sulfaat-heptahydraat en gecoate korrels van kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat als toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PB L 172 van 25.6.2013, blz. 14).

(3)  Er is een aanvraag ingediend voor de verlenging van de vergunning voor gecoate korrels van kobalt(II)carbonaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003. Dat toevoegingsmiddel valt niet onder deze verordening.

(4)  EFSA Journal 2009;7(12):1383.

(5)  EFSA Journal 2012;10(6):2727.

(6)  EFSA Journal 2012;10(7):2791.

(7)  Een evaluatie van de rol van kobalt in het metabolisme van dieren, met name van herkauwers, en van de effecten van kobaltdeficiëntie, is beschikbaar in: “Relationship between Vitamin B12 and Cobalt Metabolism in Domestic Ruminant: An Update”, Jose-Ramiro González-Montaňa et al. Animals 2020, 10, 1855; doi:10.3390/ani10101855.

(8)  Verordening (EU) 2020/354 van de Commissie van 4 maart 2020 tot vaststelling van een lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel en tot intrekking van Richtlijn 2008/38/EG (PB L 67 van 5.3.2020, blz. 1).

(9)  Key figures on the European food chain — editie 2022, Eurostat.

(10)  Europese Commissie, directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid, Commercial rabbit farming in the European Union — Overview report, Publicatiebureau, 2018, https://data.europa.eu/doi/10.2772/62174


BIJLAGE

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Element (Co) in mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: nutritionele toevoegingsmiddelen. Functionele groep: verbindingen van sporenelementen.

3b301

Kobalt(II)acetaat-tetrahydraat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Kobalt(II)acetaat-tetrahydraat in kristal- of korrelvorm, met een minimumkobaltgehalte van 23 %

Deeltjes < 50 μm: minder dan 1 %

Karakterisering van de werkzame stof

Chemische formule:

Co(CH3COO)2 × 4H2O

CAS-nummer: 6147-53-1

Analysemethoden  (1)

Voor de identificatie van acetaat in het toevoegingsmiddel:

monografie 01/2008:20301 van de Europese Farmacopee

Voor de kristallografische karakterisering van het toevoegingsmiddel:

röntgendiffractie

Voor de bepaling van het totaalgehalte aan kobalt in het toevoegingsmiddel, voormengsels, mengvoeders en voedermiddelen:

EN 15510 — Optische (atoom)emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES)

of

CEN/TS 15621 — Optische (atoom)emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES) na ontsluiting onder druk

Voor de deeltjesgroottebepaling:

ISO 13320 — Analyse van de deeltjesgrootteverdeling — Methoden met laserdiffractie

Herkauwers met een functionele pens, paardachtigen, lagomorfen

1 (totaal)

1.

Het toevoegingsmiddel moet worden opgenomen in mengvoeder in de vorm van een voormengsel.

2.

Op de etikettering van het toevoegingsmiddel en het voormengsel moet het volgende worden vermeld:

het kobaltgehalte

“Aanbevolen wordt de toevoeging van kobalt te beperken tot 0,3 mg/kg in volledig diervoeder. Daarbij moeten het risico op kobaltgebrek als gevolg van de plaatselijke omstandigheden en de specifieke samenstelling van de voeding in aanmerking worden genomen.”

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid worden gebruikt.

4.

In de gebruiksaanwijzing voor het mengvoeder moet het volgende worden vermeld: “Er moeten beschermende maatregelen worden genomen om blootstelling aan kobalt door inademing of via de huid te vermijden.”.

Zodra een besluit over de vergunning voor het toevoegingsmiddel krachtens artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is genomen, en uiterlijk op 14 juli 2028.

3b302

Kobalt(II)carbonaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Kobalt(II)carbonaat in poedervorm, met een kobaltgehalte van 45 %-48 %

Kobaltcarbonaat: minimaal 75 %

Kobalthydroxide: 3 %-15 %

Water: maximaal 6 %

Deeltjes < 11 μm: minder dan 90 %

Karakterisering van de werkzame stof

Chemische formule: CoCO3

CAS-nummer: 513-79-1

Analysemethoden  (1)

Voor de identificatie van carbonaat in het toevoegingsmiddel:

monografie 01/2008:20301 van de Europese Farmacopee

Voor de kristallografische karakterisering van het toevoegingsmiddel:

röntgendiffractie

Voor de bepaling van het totaalgehalte aan kobalt in het toevoegingsmiddel, voormengsels, mengvoeders en voedermiddelen:

EN 15510 — Optische (atoom)emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES)

of

CEN/TS 15621 — Optische (atoom)emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES) na ontsluiting onder druk

Voor de deeltjesgroottebepaling:

ISO 13320 — Analyse van de deeltjesgrootteverdeling — Methoden met laserdiffractie.

Herkauwers met een functionele pens, paardachtigen, lagomorfen

1 (totaal)

1.

Het toevoegingsmiddel moet worden opgenomen in mengvoeder in de vorm van een voormengsel. Dat mengvoeder moet in niet-poedervorm in de handel worden gebracht.

2.

Op de etikettering van het toevoegingsmiddel en het voormengsel moet het volgende worden vermeld:

het kobaltgehalte

“Aanbevolen wordt de toevoeging van kobalt te beperken tot 0,3 mg/kg in volledig diervoeder. Daarbij moeten het risico op kobaltgebrek als gevolg van de plaatselijke omstandigheden en de specifieke samenstelling van de voeding in aanmerking worden genomen.”

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid worden gebruikt.

4.

In de gebruiksaanwijzing voor het mengvoeder moet het volgende worden vermeld: “Er moeten beschermende maatregelen worden genomen om blootstelling aan kobalt door inademing of via de huid te vermijden.”.

Zodra een besluit over de vergunning voor het toevoegingsmiddel krachtens artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is genomen, en uiterlijk op 14 juli 2028.

3b303

Kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Kobalt(II)carbonaathydroxide (2:3)-monohydraat in poedervorm, met een minimumkobaltgehalte van 50 %

Deeltjes < 50 μm: minder dan 98 %

Karakterisering van de werkzame stof

Chemische formule:

2CoCO3 × 3Co(OH)2 × H2O

CAS-nummer: 51839-24-8

Analysemethoden  (1)

Voor de identificatie van carbonaat in het toevoegingsmiddel:

monografie 01/2008:20301 van de Europese Farmacopee;

Voor de kristallografische karakterisering van het toevoegingsmiddel:

röntgendiffractie;

Voor de bepaling van het totaalgehalte aan kobalt in het toevoegingsmiddel, voormengsels, mengvoeders en voedermiddelen:

EN 15510 — Optische (atoom)emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES)

of

CEN/TS 15621 — Optische (atoom)emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES) na ontsluiting onder druk

Voor de deeltjesgroottebepaling:

ISO 13320 — Analyse van de deeltjesgrootteverdeling — Methoden met laserdiffractie

Herkauwers met een functionele pens, paardachtigen, lagomorfen

1 (totaal)

1.

Het toevoegingsmiddel moet worden opgenomen in mengvoeder in de vorm van een voormengsel. Dat mengvoeder moet in niet-poedervorm in de handel worden gebracht.

2.

Op de etikettering van het toevoegingsmiddel en het voormengsel moet het volgende worden vermeld:

het kobaltgehalte

“Aanbevolen wordt de toevoeging van kobalt te beperken tot 0,3 mg/kg in volledig diervoeder. Daarbij moeten het risico op kobaltgebrek als gevolg van de plaatselijke omstandigheden en de specifieke samenstelling van de voeding in aanmerking worden genomen.”

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid worden gebruikt.

4.

In de gebruiksaanwijzing voor het mengvoeder moet het volgende worden vermeld: “Er moeten beschermende maatregelen worden genomen om blootstelling aan kobalt door inademing of via de huid te vermijden.”.

Zodra een besluit over de vergunning voor het toevoegingsmiddel krachtens artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is genomen, en uiterlijk op 14 juli 2028.

3b305

Kobalt(II)sulfaat-heptahydraat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Kobalt(II)sulfaat-heptahydraat in poedervorm, met een minimumkobaltgehalte van 20 %

Deeltjes < 50 μm: minder dan 95 %

Karakterisering van de werkzame stof

Chemische formule: CoSO4 × 7H2O

CAS-nummer: 10026-24-1

Analysemethoden  (1)

Voor de identificatie van sulfaat in het toevoegingsmiddel:

monografie 01/2008:20301 van de Europese Farmacopee

Voor de kristallografische karakterisering van het toevoegingsmiddel:

röntgendiffractie

Voor de bepaling van het totaalgehalte aan kobalt in het toevoegingsmiddel, voormengsels, mengvoeders en voedermiddelen:

EN 15510 — Optische (atoom)emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES)

of

CEN/TS 15621 — Optische (atoom)emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES) na ontsluiting onder druk

Voor de deeltjesgroottebepaling:

ISO 13320 — Analyse van de deeltjesgrootteverdeling — Methoden met laserdiffractie

Herkauwers met een functionele pens, paardachtigen, lagomorfen

1 (totaal)

1.

Het toevoegingsmiddel moet worden opgenomen in mengvoeder in de vorm van een voormengsel. Dat mengvoeder moet in niet-poedervorm in de handel worden gebracht.

2.

Op de etikettering van het toevoegingsmiddel en het voormengsel moet het volgende worden vermeld:

het kobaltgehalte

“Aanbevolen wordt de toevoeging van kobalt te beperken tot 0,3 mg/kg in volledig diervoeder. Daarbij moeten het risico op kobaltgebrek als gevolg van de plaatselijke omstandigheden en de specifieke samenstelling van de voeding in aanmerking worden genomen.”

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid worden gebruikt.

4.

In de gebruiksaanwijzing voor het mengvoeder moet het volgende worden vermeld: “Er moeten beschermende maatregelen worden genomen om blootstelling aan kobalt door inademing of via de huid te vermijden.”.

Zodra een besluit over de vergunning voor het toevoegingsmiddel krachtens artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is genomen, en uiterlijk op 14 juli 2028.


(1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en


Top