EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D0786

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/786 van de Commissie van 18 mei 2016 tot vaststelling van de procedure voor de instelling en de werking van een onafhankelijke adviescommissie ter ondersteuning van de lidstaten en de Commissie bij het bepalen of tabaksproducten een kenmerkend aroma hebben (Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 2921) (Voor de EER relevante tekst)

C/2016/2921

PB L 131 van 20.5.2016, p. 79–87 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2016/786/oj

20.5.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/79


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/786 VAN DE COMMISSIE

van 18 mei 2016

tot vaststelling van de procedure voor de instelling en de werking van een onafhankelijke adviescommissie ter ondersteuning van de lidstaten en de Commissie bij het bepalen of tabaksproducten een kenmerkend aroma hebben

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 2921)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van Richtlijn 2001/37/EG (1), en met name artikel 7, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij artikel 7 van Richtlijn 2014/40/EU is het in de handel brengen van tabaksproducten met een kenmerkend aroma verboden. In Uitvoeringsverordening (EU) 2016/779 van de Commissie (2) zijn uniforme regels vastgesteld voor de procedures om te bepalen of een tabaksproduct een kenmerkend aroma heeft.

(2)

Artikel 7, lid 4, van Richtlijn 2014/40/EU bepaalt dat de lidstaten en de Commissie een onafhankelijke adviescommissie („de commissie”) kunnen raadplegen bij het bepalen of een tabaksproduct een kenmerkend aroma heeft. Voorts wordt hierin aan de Commissie de bevoegdheid verleend om bij uitvoeringshandeling procedures vast te stellen voor de instelling en het functioneren van die commissie.

(3)

De commissie moet bestaan uit hooggekwalificeerde, gespecialiseerde en onafhankelijke deskundigen die beschikken over relevante deskundigheid op het gebied van sensorische, statistische en chemische analyse. Zij moeten onpartijdig zijn bij de uitoefening van hun taken en handelen in het algemeen belang. Zij moeten op basis van objectieve criteria door middel van een openbare oproep tot kandidaatstelling worden geselecteerd en op persoonlijke titel worden benoemd. Zij moeten over de vaardigheden en deskundigheid beschikken die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de commissie.

(4)

De commissie moet worden bijgestaan door een technische groep die door middel van een openbare aanbestedingsprocedure wordt aangesteld. De technische groep moet sensorische en chemische beoordelingen uitvoeren op basis van een vergelijking van de geurkenmerken van het testproduct met die van referentieproducten. Sensorische analyse, met inbegrip van geuranalyse, is een gevestigde wetenschappelijke discipline die de beginselen van proefopzet en statistische analyse toepast om de gewaarwording van de menselijke zintuigen, met inbegrip van de reukzin, te beoordelen en te beschrijven met het oog op de evaluatie van consumentenproducten. Deze methode wordt geschikt geacht om geldige, robuuste, betrouwbare en reproduceerbare resultaten op te leveren om te beoordelen of een tabaksproduct een kenmerkend aroma heeft. Dergelijke analyse moet op basis van een vastgestelde methodiek worden uitgevoerd en resultaten opleveren met gebruikmaking van statistische instrumenten. De sensorische analyse wordt aangevuld met een chemische analyse van de producten indien dit passend wordt geacht.

(5)

Bij de uitoefening van haar adviesfuncties moet de commissie, al naargelang het geval, de door de technische groep verstrekte gegevens en alle andere informatie die zij ter beschikking heeft en die zij relevant acht, onderzoeken, met inbegrip van de informatie die ingevolge de in artikel 5 van Richtlijn 2014/40/EU vastgestelde rapportageverplichtingen is verkregen. De commissie moet de lidstaten en de Commissie tijdig in een advies mededelen of zij van oordeel is dat de geteste producten een kenmerkend aroma hebben in de zin van artikel 7, lid 1, van Richtlijn 2014/40/EU.

(6)

Aangezien de wetenschappelijke methoden en technieken voor het bepalen van het bestaan van een kenmerkend aroma in de loop van de tijd en op basis van de opgedane ervaring kunnen evolueren, is het passend dat de Commissie de ontwikkelingen op dat gebied monitort teneinde te beoordelen of de gebruikte methodieken om dit te bepalen herzien moeten worden.

(7)

De commissie en het proces aan de hand waarvan zij het bestaan van een kenmerkend aroma beoordeelt, moeten worden beschermd tegen externe interferentie van entiteiten of verenigingen die belang hebben bij de uitkomst van deze beoordeling. Vertrouwelijke informatie moet tegen onbedoelde en opzettelijke openbaarmaking worden beschermd. Leden van de commissie en van de technische groep die hun taken niet langer kunnen uitoefenen of niet langer aan de voorschriften van dit besluit voldoen, moeten worden vervangen.

(8)

Het werk van de commissie moet gebaseerd zijn op de beginselen van een hoog niveau van deskundigheid, onafhankelijkheid en transparantie. Het moet in overeenstemming met goede praktijken en strenge wetenschappelijke normen worden georganiseerd en uitgevoerd.

(9)

De commissie moet effectief bijdragen tot het verbeteren van de werking van de interne markt en tegelijk een hoog niveau van volksgezondheid garanderen, met name door de lidstaten en de Commissie bij te staan bij de beoordeling van tabaksproducten die wellicht een kenmerkend aroma hebben. De activiteiten van de commissie zijn noodzakelijk om te garanderen dat Richtlijn 2014/40/EU effectief en op uniforme wijze ten uitvoer wordt gelegd, en het advies van de commissie is van essentieel belang om de desbetreffende beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken. Derhalve is het passend dat de commissie adequate financiële steun ontvangt in de vorm van een speciale vergoeding voor haar leden, naast de vergoeding van hun onkosten.

(10)

Persoonsgegevens moeten worden verzameld, verwerkt en bekendgemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (3).

(11)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 25 van Richtlijn 2014/40/EU bedoelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

Dit besluit stelt de procedure vast voor de instelling en de werking van een onafhankelijke adviescommissie („de commissie”) ter ondersteuning van de lidstaten en de Commissie bij het bepalen of tabaksproducten een kenmerkend aroma hebben.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van dit besluit wordt onder „testproduct” een product verstaan dat door een lidstaat of de Commissie aan de commissie is voorgelegd voor advies over de vraag of het al dan niet een kenmerkend aroma heeft in de zin van artikel 7, lid 1, van Richtlijn 2014/40/EU.

Artikel 3

Taken

De commissie verleent advies over de vraag of testproducten een kenmerkend aroma hebben in de zin van artikel 7, lid 1, van Richtlijn 2014/40/EU.

HOOFDSTUK II

INSTELLING VAN DE ONAFHANKELIJKE ADVIESCOMMISSIE

Artikel 4

Benoeming

1.   De commissie bestaat uit zes leden.

2.   De directeur-generaal voor Gezondheid en Voedselveiligheid die optreedt namens de Commissie („de directeur-generaal”), benoemt de leden van de commissie uit een lijst van geschikte kandidaten die wordt vastgesteld na bekendmaking van een sollicitatieoproep op de website van de Commissie en in het register van deskundigengroepen en andere adviesorganen van de Commissie („register van deskundigengroepen”). De leden worden gekozen op basis van hun deskundigheid en ervaring op het gebied van sensorische, statistische en chemische analyse, en met inachtneming van de noodzaak om onafhankelijkheid en de afwezigheid van belangenconflicten te garanderen.

3.   Personen op de lijst van geschikte kandidaten die niet benoemd worden in de commissie, worden opgenomen op een reservelijst van geschikte kandidaten om leden te vervangen wier lidmaatschap overeenkomstig artikel 5, lid 3, vervalt. De directeur-generaal vraagt de kandidaten of zij instemmen met de vermelding van hun naam op de reservelijst.

4.   De lijst van commissieleden wordt in het register van deskundigengroepen bekendgemaakt en op de desbetreffende website van de Commissie beschikbaar gesteld.

Artikel 5

Mandaat

1.   De leden van de commissie worden benoemd voor een verlengbare termijn van vijf jaar.

2.   Indien de verlenging of de vervanging van de commissie aan het eind van de termijn niet is bevestigd, blijven de bestaande leden in functie.

3.   Het lidmaatschap van een persoon in de commissie vervalt wanneer:

a)

hij of zij overlijdt of in die mate arbeidsongeschikt wordt dat hij of zij niet in staat is zijn of haar functies uit hoofde van dit besluit uit te oefenen;

b)

hij of zij ontslag neemt;

c)

de directeur-generaal zijn of haar lidmaatschap krachtens lid 5 opschort; in dat geval vervalt zijn of haar lidmaatschap voor de duur van de opschorting, of

d)

de directeur-generaal zijn of haar lidmaatschap krachtens lid 5 beëindigt.

4.   Een lid dat ontslag wenst te nemen, stelt de directeur-generaal hiervan per e-mail of per aangetekende brief ten minste zes maanden op voorhand in kennis. Indien hij of zij zich in de positie bevindt om zijn of haar taken uit te voeren en het proces ter vervanging lopend is, kan hij of zij, op verzoek van de directeur-generaal, zijn of haar functies blijven uitoefenen totdat de vervanging bevestigd is.

5.   De directeur-generaal kan het lidmaatschap van een lid tijdelijk opschorten of definitief beëindigen voor zover is vastgesteld dat of dat er gegronde redenen zijn om aannemelijk te maken dat:

a)

het lid niet langer voldoet aan of gehandeld heeft in strijd met de in dit besluit of in artikel 339 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalde voorwaarden;

b)

het lid niet langer voldoet aan één of meer in de sollicitatieoproep bepaalde essentiële voorwaarden of aan de in artikel 16 bedoelde beginselen van onafhankelijkheid, onpartijdigheid en vertrouwelijkheid, of dat het gedrag of de positie van het lid onverenigbaar is met overeenkomstig de artikelen 16, 17 en 18 afgelegde verklaringen;

c)

het lid niet in staat is zijn of haar taken uit hoofde van dit besluit uit te voeren;

d)

andere significante factoren afbreuk doen aan de werking van de commissie.

6.   Wanneer het lidmaatschap van een lid overeenkomstig lid 3 vervalt, benoemt de directeur-generaal een vervanger voor de resterende duur van de termijn of voor de duur van de tijdelijke opschorting. De Commissie lanceert een nieuwe sollicitatieoproep na uitputting van de reservelijst.

HOOFDSTUK III

WERKING VAN DE COMMISSIE

Artikel 6

Verkiezing van de voorzitter en van de vicevoorzitter

1.   Aan het begin van elke termijn kiest de commissie uit haar leden een voorzitter en een vicevoorzitter. De verkiezing vindt plaats bij gewone meerderheid van alle leden. Bij staking van stemmen kiest de directeur-generaal de voorzitter uit de leden met de meeste stemmen op basis van een beoordeling van hun kwalificaties en ervaring.

2.   Het mandaat van de voorzitter en de vicevoorzitter komt overeen met de termijn van de commissie en is verlengbaar. Elke vervanging van de voorzitter of vicevoorzitter geldt voor de resterende duur van de termijn van de commissie.

Artikel 7

Stemvoorschriften

1.   Voor stemmingen in andere gevallen dan bedoeld in artikel 6 en artikel 8, lid 3, onder a), neemt de commissie slechts besluiten wanneer ten minste vier leden, van wie één de voorzitter of de vicevoorzitter moet zijn, aan de stemming deelnemen. Besluiten worden bij gewone meerderheid genomen.

2.   Bij staking van de stemmen is de stem van de persoon die de stemming voorzit doorslaggevend.

3.   Voor de berekening van de in lid 1 bedoelde meerderheid wordt geen rekening gehouden met personen die niet langer lid zijn of wiens lidmaatschap tijdelijk is opgeschort krachtens artikel 5, lid 5.

Artikel 8

Reglement van orde

1.   De commissie stelt haar reglement van orde vast en actualiseert dit indien nodig op basis van een voorstel door en in overleg met de directeur-generaal.

2.   Het reglement van orde moet ervoor zorgen dat de commissie haar taken uitvoert in overeenstemming met de beginselen van wetenschappelijke uitmuntendheid, onafhankelijkheid en transparantie.

3.   Het reglement van orde moet met name voorzien in:

a)

de procedure voor de verkiezing van de voorzitter en de vicevoorzitter van de commissie overeenkomstig artikel 6;

b)

de toepassing van de in hoofdstuk IV vastgestelde beginselen;

c)

de procedures voor de vaststelling van een advies;

d)

de betrekkingen met derde partijen, met inbegrip van wetenschappelijke organen;

e)

andere nader bepaalde voorschriften betreffende de werking van de commissie.

Artikel 9

Methodiek

1.   De commissie specificeert de methodiek voor de technische beoordeling van de testproducten en werkt deze indien nodig bij. De methodiek voor sensorische analyse is gebaseerd op een vergelijking van de geurkenmerken van het testproduct met die van referentieproducten. Bij de ontwikkeling van de methodiek neemt de commissie indien nodig de input van de in artikel 12 bedoelde technische groep in overweging.

2.   Het ontwerp voor de methodiek en elk daaropvolgend ontwerp voor bijwerking wordt ter goedkeuring aan de directeur-generaal voorgelegd en wordt pas van toepassing nadat deze zijn goedkeuring eraan heeft gehecht.

Artikel 10

Advies over testproducten

1.   Wanneer de commissie wordt verzocht om advies over een testproduct, stelt de voorzitter van de commissie alle leden daarvan in kennis. Hij of zij kan uit de leden een rapporteur benoemen om het onderzoek van een bepaald product te coördineren. De voorzitter dient een definitief verslag in bij de Commissie en, in voorkomend geval, bij de verzoekende lidstaat.

2.   De commissie verzoekt de overeenkomstig artikel 12 ingestelde technische groep om input indien zij dit voor het verstrekken van een advies noodzakelijk acht. Voor de totstandkoming van haar advies houdt de commissie rekening met de van de technische groep verkregen informatie en gegevens. Zij kan ook rekening houden met enige andere informatie die zij ter beschikking heeft en die zij gezaghebbend en relevant acht, met inbegrip van de ingevolge de rapportageverplichtingen krachtens artikel 5 van Richtlijn 2014/40/EU verkregen informatie.

3.   Wat de door de technische groep verstrekte gegevens en informatie betreft, handelt de commissie met name als volgt:

a)

zij controleert of de technische groep de toepasselijke voorschriften en wetenschappelijke normen heeft gerespecteerd;

b)

zij beoordeelt de gegevens en de informatie, met name om te bepalen of deze toereikend zijn om tot een conclusie te komen dan wel of aanvullende gegevens en informatie noodzakelijk zijn;

c)

zij verzoekt de technische groep om dergelijke verduidelijkingen indien dit nodig is om tot een conclusie te komen.

4.   Indien de commissie de gegevens of de informatie ontoereikend acht of indien zij betwijfelt of de toepasselijke voorschriften en normen werden gerespecteerd, raadpleegt zij de Commissie en, in voorkomend geval, de verzoekende lidstaat. Indien dit noodzakelijk wordt geacht, kan de commissie de technische groep vragen om bepaalde tests opnieuw uit te voeren, rekening houdend met de opmerkingen van de commissie.

5.   Wanneer zij zekerheid heeft verkregen dat de toepasselijke voorschriften en normen zijn gerespecteerd en in voorkomend geval de in lid 4 vastgestelde procedure is gevolgd en dat de gegevens en de informatie toereikend zijn om tot een conclusie te komen, gaat de commissie over tot het verlenen van een advies overeenkomstig lid 2.

6.   De commissie legt haar advies uiterlijk drie maanden na de datum van ontvangst van het verzoek of op een met de Commissie of de verzoekende lidstaat overeengekomen datum voor aan de Commissie en eventuele verwijzende lidstaten.

Artikel 11

Raadpleging over andere kwesties

1.   De Commissie kan de commissie raadplegen over andere kwesties die verband houden met het bepalen of er sprake is van een kenmerkend aroma overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 2014/40/EU. In dergelijke gevallen besluit zij, in overleg met de voorzitter, of een vergadering wordt bijeengeroepen dan wel of een schriftelijke procedure wordt gestart.

2.   De voorzitter kan uit de leden van de commissie een rapporteur benoemen om de taak te coördineren en dient bij de Commissie een definitief verslag in.

3.   Bij haar beraadslagingen houdt de commissie rekening met de gegevens en de informatie die haar door de technische groep zijn verstrekt en met andere relevante informatie die zij ter beschikking heeft.

Artikel 12

Technische groep van sensorische en chemische beoordelaars

1.   Er wordt een technische groep van sensorische en chemische beoordelaars (de „technische groep”) ingesteld om de commissie als deel van de in artikel 10 vastgestelde procedure een beoordeling te bezorgen van de sensorische en, in voorkomend geval, chemische kenmerken van het testproduct. De technische groep bestaat uit:

a)

twee gekwalificeerde personen die zijn geselecteerd op basis van hun kennis, vaardigheden en ervaring in sensorische analyse en die verantwoordelijk zijn voor de aanwerving en de opleiding van en het toezicht op de sensorische beoordelaars;

b)

sensorische beoordelaars die zijn aangeworven op basis van hun olfactorisch discriminatievermogen alsook hun vermogen om geuren waar te nemen, te analyseren en te interpreteren en die meerderjarig zijn zoals in de toepasselijke nationale wetgeving is vastgesteld, en

c)

twee personen die zijn geselecteerd op basis van hun kennis en vaardigheden in chemische en laboratoriumanalyse en verantwoordelijk zijn voor de chemische analyse van de testproducten.

2.   Voor de selectie van een contractant die verantwoordelijk is voor het instellen van de technische groep, wordt een aanbestedingsprocedure vastgesteld. De contractant beschikt over de in de aanbesteding bepaalde minimumvereisten inzake technische deskundigheid en uitrusting en heeft de in lid 1, onder a) en c), bedoelde personen ter beschikking.

In de aanbesteding en de bijhorende contractuele documentatie is bepaald dat de technische groep de verplichting heeft onafhankelijk te handelen en vertrouwelijke informatie en persoonsgegevens te beschermen. Voorts bevatten zij de vereiste dat elk lid van de groep een naar behoren ingevulde opgave van belangen terugzendt alvorens enige werkzaamheid voor de technische groep aan te vangen. Daarnaast bevatten de aanbesteding en de bijhorende contractuele documentatie ten minste de volgende elementen:

a)

een beschrijving van de voornaamste functies van de technische groep;

b)

specificaties in verband met de instelling, het beheer en de werking van de technische groep, met inbegrip van technische specificaties van toepassing op de prestaties van de functies van de groep;

c)

specificaties met betrekking tot de technische deskundigheid en uitrusting waarover de contractant moet beschikken;

d)

specificaties in verband met de aanwerving van sensorische beoordelaars. Dergelijke specificaties omvatten het vereiste dat sensorische beoordelaars enkel mogen worden aangeworven nadat de Commissie haar goedkeuring heeft gehecht aan de voorgestelde kandidaten.

3.   De sensorische analyse door de technische groep is gebaseerd op de krachtens artikel 9 vastgestelde methodiek.

4.   De sensorische analyse wordt in voorkomend geval aangevuld met een chemische beoordeling van de productsamenstelling door middel van chemische analysen. Deze beoordeling wordt uitgevoerd op een wijze die leidt tot nauwkeurige, consistente en reproduceerbare resultaten. Het proces en de resultaten van de chemische beoordeling worden gedocumenteerd.

5.   De technische groep bezorgt de commissie de resultaten van de producttests op een door de commissie overeengekomen datum.

6.   Het werk van de technische groep is onderworpen aan de limieten van de hiervoor door de Commissie toegewezen jaarlijkse begroting.

Artikel 13

Secretariaat

1.   De Commissie stelt een secretariaat ter beschikking van de commissie en voor alle andere activiteiten die verband houden met de toepassing van dit besluit.

2.   Het secretariaat is verantwoordelijk voor het verlenen van administratieve ondersteuning voor een doeltreffende werking van de commissie en om de naleving van het reglement van orde te monitoren.

Artikel 14

Speciale vergoeding

1.   De leden van de commissie hebben recht op een bijzondere vergoeding ter compensatie van hun voorbereidende werk en hun deelname aan de vergaderingen van de commissie (persoonlijk of op afstand langs elektronische weg) en aan andere door de Commissie georganiseerde werkzaamheden die verband houden met de toepassing van dit besluit, alsook voor hun werk als rapporteur voor een specifieke aangelegenheid.

2.   De speciale vergoeding bedraagt maximaal 450 EUR in de vorm van een dagvergoeding voor iedere volledige werkdag. De totale vergoeding wordt naar boven afgerond tot het bedrag dat overeenstemt met de eerstvolgende halve werkdag.

3.   Reiskosten en, in voorkomend geval, verblijfkosten die de leden en externe deskundigen maken in het kader van de werkzaamheden van de groep, worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de interne bepalingen van de Commissie.

4.   Alle vergoedingen zijn onderworpen aan de jaarlijkse door de Commissie aan de commissie toegewezen begroting.

HOOFDSTUK IV

ONAFHANKELIJKHEID, VERTROUWELIJKHEID EN TRANSPARANTIE

Artikel 15

Communicatie

1.   De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon voor de lidstaten en de Commissie.

2.   De voorzitter brengt onmiddellijk verslag uit aan de Commissie over eventuele omstandigheden die de werking van de commissie in gevaar kunnen brengen.

Artikel 16

Onafhankelijkheid

1.   De leden van de commissie worden op persoonlijke titel benoemd. Zij mogen hun verantwoordelijkheden aan niemand anders delegeren. Bij het uitoefenen van hun functies respecteren zij de beginselen van onafhankelijkheid, onpartijdigheid en vertrouwelijkheid en handelen zij in het openbaar belang.

2.   Deskundigen die zich kandidaat stellen voor een benoeming als lid van de commissie, zijn verplicht een verklaring in te dienen waarin zij elk belang opgeven dat hun onafhankelijkheid kan compromitteren of dat redelijkerwijze kan worden opgevat als compromitterend voor de onafhankelijkheid, met inbegrip van alle relevante omstandigheden met betrekking tot hun gezinsleden of partners. De indiening van een naar behoren ingevulde opgave van belangen is noodzakelijk om als deskundige in aanmerking te komen voor een benoeming als lid van de commissie. Indien de Commissie concludeert dat er geen belangenconflict bestaat, komt de kandidaat in aanmerking voor benoeming op voorwaarde dat hij of zij geacht wordt te beschikken over de vereiste deskundigheid.

3.   Leden van de commissie stellen de Commissie onverwijld in kennis van elke wijziging van de informatie die zij in hun verklaring hebben verstrekt; in dergelijk geval dienen zij onmiddellijk een nieuwe verklaring in waaruit de betrokken wijzigingen blijken.

4.   Bij elke vergadering melden de leden van de commissie voor elk agendapunt de specifieke belangen die hun onafhankelijkheid kunnen compromitteren of redelijkerwijze kunnen worden opgevat als compromitterend voor hun onafhankelijkheid. In die gevallen kan de voorzitter het betrokken lid verzoeken zich terug te trekken uit de vergadering of aan een deel van de vergadering niet deel te nemen. De voorzitter stelt de Commissie in kennis van dergelijke meldingen en ondernomen acties.

5.   De leden van de commissie zien af van elk rechtstreeks of onrechtstreeks contact met de tabaksindustrie of vertegenwoordigers ervan.

Artikel 17

Vertrouwelijkheid en bescherming van persoonsgegevens

1.   De leden van de commissie maken geen informatie openbaar, met inbegrip van commercieel gevoelige informatie of persoonsgegevens, die zij ten gevolge van het werk van de commissie of van andere werkzaamheden die met de toepassing van dit besluit verband houden, hebben verkregen, zelfs nadat hun lidmaatschap is beëindigd. Daartoe ondertekenen zij een vertrouwelijkheidsverklaring.

2.   De leden van de commissie voldoen aan de veiligheidsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde EU-informatie en gevoelige niet-gerubriceerde informatie, als bepaald in Besluit (EU, Euratom) 2015/443 (4) en Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie (5). Bij niet-nakoming van die verplichtingen mag de Commissie alle passende maatregelen nemen.

Artikel 18

Verbintenis

De leden van de commissie verbinden zich ertoe actief bij te dragen tot het werk van de commissie. Daartoe ondertekenen zij een verbintenisverklaring.

Artikel 19

Transparantie

1.   De werkzaamheden van de commissie worden met een hoge mate van transparantie uitgevoerd. De Commissie maakt alle relevante documenten bekend op een speciale website en maakt een link naar deze website beschikbaar vanuit het register van deskundigengroepen. Zij maakt met name zonder onnodig uitstel de volgende elementen aan het publiek bekend:

a)

de namen van de leden;

b)

de belangenopgaven en de vertrouwelijkheids- en verbintenisverklaringen van de leden;

c)

het reglement van orde van de commissie;

d)

de door de commissie krachtens artikel 10 vastgestelde adviezen;

e)

de agenda's en notulen van de vergaderingen van de commissie;

f)

de overeenkomstig artikel 9 vastgestelde methodiek.

2.   In afwijking van lid 1 is geen bekendmaking vereist wanneer de openbaarmaking van een document de bescherming van het openbaar belang zou ondermijnen of de persoonlijke levenssfeer zou schaden als bepaald in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (6).

HOOFDSTUK V

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 mei 2016.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 127 van 29.4.2014, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/779 van de Commissie van 18 mei 2016 tot vaststelling van uniforme regels voor de procedures om te bepalen of een tabaksproduct een kenmerkend aroma heeft (zie bladzijde 48 van dit Publicatieblad).

(3)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(4)  Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende veiligheid binnen de Commissie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 41).

(5)  Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53).

(6)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).


Top