Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002L0078

    Richtlijn 2002/78/EG van de Commissie van 1 oktober 2002 tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 71/320/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de reminrichtingen van bepaalde categorieën motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

    PB L 267 van 4.10.2002, p. 23–26 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/10/2014; stilzwijgende opheffing door 32009R0661

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2002/78/oj

    32002L0078

    Richtlijn 2002/78/EG van de Commissie van 1 oktober 2002 tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 71/320/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de reminrichtingen van bepaalde categorieën motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

    Publicatieblad Nr. L 267 van 04/10/2002 blz. 0023 - 0026


    Richtlijn 2002/78/EG van de Commissie

    van 1 oktober 2002

    tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 71/320/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de reminrichtingen van bepaalde categorieën motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/116/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 13, lid 2,

    Gelet op Richtlijn 71/320/EEG van de Raad van 26 juli 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de reminrichtingen van bepaalde categorieën motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/12/EG van de Commissie(4), en met name op artikel 5,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Richtlijn 71/320/EEG is een van de bijzondere richtlijnen van de bij Richtlijn 70/156/EEG vastgestelde EG-typegoedkeuringsprocedure. De bepalingen van Richtlijn 70/156/EEG inzake voertuigsystemen, onderdelen en technische eenheden zijn derhalve van toepassing op Richtlijn 71/320/EEG.

    (2) Het wordt niet noodzakelijk geacht de voorschriften voor de goedkeuring van vervangingsremvoeringsets toe te passen op de remvoeringsets die tijdens de goedkeuring van het remsysteem worden gebruikt, voorzover deze laatste volgens de voorschriften van deze richtlijn kunnen worden geïdentificeerd.

    (3) De toepassing van Richtlijn 71/320/EEG op vervangingsremvoeringsets moet worden toegelicht wat hun markering en verpakking betreft; er moet een onderscheid worden gemaakt tussen vervangingsremvoeringsets die identiek zijn aan de originele sets van de desbetreffende voertuigen en vervangingsremvoeringsets die niet identiek zijn aan de originele onderdelen.

    (4) Derhalve dient Richtlijn 71/320/EEG te worden gewijzigd.

    (5) De maatregelen van deze richtlijn zijn in overeenstemming met het advies van het bij Richtlijn 70/156/EEG ingestelde Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De bijlagen I, IX en XV bij Richtlijn 71/320/EEG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

    Artikel 2

    Met ingang van 1 januari 2003 mogen de lidstaten, om redenen die verband houden met het remsysteem van voertuigen, de verkoop of het gebruik van vervangingsremvoeringen niet verbieden als deze onderdelen voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 71/320/EEG, zoals gewijzigd bij deze richtlijn.

    Artikel 3

    1. Met ingang van 1 juni 2003 mogen de lidstaten, om redenen die verband houden met het remsysteem van voertuigen, de verkoop of het in het verkeer brengen van vervangingsremvoeringen verbieden als deze onderdelen niet voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 71/320/EEG, zoals gewijzigd bij deze richtlijn.

    2. Onverminderd lid 1 staan de lidstaten, met betrekking tot vervangingsonderdelen, de verkoop of het gebruik toe van vervangingsremvoeringen bestemd voor montage op voertuigtypen waarvoor typegoedkeuring is verleend vóór de inwerkingtreding van Richtlijn 71/320/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/12/EG, op voorwaarde dat deze vervangingsremvoeringen niet in strijd zijn met de voorschriften van de versie van Richtlijn 71/320/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/12/EG, die van toepassing was op het ogenblik dat de desbetreffende voertuigen in het verkeer werden gebracht. Deze remvoeringen mogen in geen geval asbest bevatten.

    Artikel 4

    De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2002 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

    Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    Artikel 5

    Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Artikel 6

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 1 oktober 2002.

    Voor de Commissie

    Erkki Liikanen

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1.

    (2) PB L 18 van 21.1.2002, blz. 1.

    (3) PB L 202 van 6.9.1971, blz. 37.

    (4) PB L 81 van 18.3.1998, blz. 1.

    BIJLAGE

    De bijlagen bij Richtlijn 71/320/EEG worden als volgt gewijzigd:

    1. Aan bijlage I, punt 2, worden de punten 2.3 tot en met 2.3.4 als volgt toegevoegd: "2.3. Remvoeringen en remvoeringsets

    2.3.1. Remvoeringsets die worden gebruikt ter vervanging van onderdelen die het einde van hun levensduur hebben bereikt, moeten voldoen aan de voorschriften van bijlage XV voor de in punt 1.1 van bijlage XV genoemde voertuigen.

    2.3.2. Als de remvoeringsets echter van het in punt 1.2 van het aanhangsel bij bijlage IX genoemde type zijn en bestemd zijn voor montage op een voertuig/as/rem waarnaar wordt verwezen in het relevante typegoedkeuringsdocument, moeten ze niet voldoen aan bijlage XV, voorzover ze aan de in de punten 2.3.2.1 en 2.3.2.2 genoemde voorschriften beantwoorden.

    2.3.2.1. Markering

    Op remvoeringsets worden ten minste de volgende identificaties aangebracht:

    2.3.2.1.1. De naam of het handelsmerk van de fabrikant van het voertuig en/of het onderdeel.

    2.3.2.1.2. Het merk en het identificatienummer van de remvoeringset, zoals aangegeven in de in punt 2.3.4 bedoelde informatie.

    2.3.2.2. Verpakking

    De remvoeringsets worden in stellen per as verpakt, waarbij de volgende voorschriften in acht moeten worden genomen:

    2.3.2.2.1. Elke verpakking moet verzegeld zijn en zodanig gemaakt zijn dat het openen ervan sporen nalaat.

    2.3.2.2.2. Op elke verpakking staan ten minste de volgende gegevens:

    2.3.2.2.2.1. Het aantal remvoeringsets in de verpakking.

    2.3.2.2.2.2. De naam of het handelsmerk van de fabrikant van het voertuig en/of het onderdeel.

    2.3.2.2.2.3. Het merk en het identificatienummer van de remvoeringset(s), zoals aangegeven in de in punt 2.3.4 bedoelde informatie.

    2.3.2.2.2.4. Het (de) onderdeelnummer(s) van het stel per as, zoals aangegeven in de in punt 2.3.4 bedoelde informatie.

    2.3.2.2.2.5. Voldoende informatie om de koper in staat te stellen na te gaan voor welke voertuigen/assen/remmen de inhoud is goedgekeurd.

    2.3.2.2.3. Elke verpakking bevat montage-instructies, met bijzondere verwijzing naar hulpstukken en met de vermelding dat steeds alle remvoeringsets van een as tegelijk moeten worden vervangen.

    2.3.2.2.3.1. De montage-instructies mogen ook in een afzonderlijke, transparante verpakking worden meegeleverd met de verpakking die de remvoeringset bevat.

    2.3.3. Remvoeringsets die aan voertuigfabrikanten worden geleverd en uitsluitend bestemd zijn voor gebruik tijdens de assemblage van voertuigen, moeten niet aan de in de punten 2.3.2.1 en 2.3.2.2 genoemde voorschriften voldoen.

    2.3.4. De voertuigfabrikant verstrekt de technische dienst en/of goedkeuringsinstantie de informatie, in elektronisch formaat, die nodig is om het verband te leggen tussen de relevante onderdeelnummers en het typegoedkeuringsdossier.

    Deze informatie heeft betrekking op:

    - merk en type van het voertuig,

    - merk en type van de remvoeringen,

    - onderdeelnummer(s) en het aantal remvoeringsets,

    - onderdeelnummer(s) van het asstel,

    - het typegoedkeuringsnummer van het remsysteem van het desbetreffende voertuigtype.".

    2. Bijlage IX, aanhangsel 1, wordt als volgt gewijzigd:

    a) De eerste regel van het EG-typegoedkeuringscertificaat wordt vervangen door: "Mededeling(1) betreffende".

    b) De punten 1.2, 1.2.1 en 1.2.2 van het addendum bij het EG-typegoedkeuringscertificaat worden vervangen door: "1.2 Remvoeringen

    1.2.1 Remvoeringen die volgens alle relevante voorschriften van bijlage II zijn getest

    1.2.1.1 Merk en type van de remvoeringen:

    1.2.2. Alternatieve remvoeringen, die volgens bijlage XII zijn getest

    1.2.2.1 Merk en type van de remvoeringen:".

    3. Bijlage XV wordt als volgt gewijzigd:

    a) Punt 6.1 wordt vervangen door: "Een remvoeringset die krachtens deze richtlijn overeenkomt met een goedgekeurd type, moet in stellen per as worden verpakt.".

    b) Punt 6.3.4 wordt vervangen door: "voldoende informatie om de koper in staat te stellen na te gaan voor welke voertuigen/assen/remmen de inhoud is goedgekeurd.".

    (1) Op verzoek van (een) aanvrager(s) van een goedkeuring volgens bijlage XV van Richtlijn 71/320/EEG verstrekt de typegoedkeuringsinstantie de informatie bedoeld in aanhangsel 3 bij bijlage IX van Richtlijn 71/320/EEG. Deze informatie wordt echter uitsluitend verstrekt voor goedkeuringen volgens bijlage XV van Richtlijn 71/320/EEG.

    Top