26.6.2009 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | L 165/1 | 26.6.2009 | DE | Amtsblatt der Europäischen Union | L 165/1 |
BESLUIT VAN DE RAAD | BESCHLUSS DES RATES |
van 28 mei 2009 | vom 28. Mai 2009 |
tot bekendmaking in geconsolideerde vorm van de tekst van de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-overeenkomst) gedateerd op 14 november 1975, zoals sedertdien gewijzigd | über die Veröffentlichung einer konsolidierten Fassung des Zollübereinkommens über den internationalen Warentransport mit Carnets TIR (TIR-Übereinkommen) vom 14. November 1975 mit den seither vorgenommenen Änderungen |
(2009/477/EG) | (2009/477/EG) |
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, | DER RAT DER EUROPÄISCHEN UNION – |
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133 in samenhang met artikel 300, lid 3, eerste zin, | gestützt auf den Vertrag zur Gründung der Europäischen Gemeinschaft, insbesondere auf Artikel 133 in Verbindung mit Artikel 300 Absatz 3 Satz 1, |
Gezien het voorstel van de Commissie, | auf Vorschlag der Kommission, |
Overwegende hetgeen volgt: | in Erwägung nachstehender Gründe: |
(1) | De Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst) van 14 november 1975 (1) werd namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd bij Verordening (EEG) nr. 2112/78 van de Raad (2) en is op 20 juni 1983 in de EG in werking getreden (3). | (1) | Das Zollübereinkommen über den internationalen Warentransport mit Carnets TIR (TIR-Übereinkommen) vom 14. November 1975 (1) wurde mit der Verordnung (EWG) Nr. 2112/78 (2) des Rates im Namen der Europäischen Gemeinschaft genehmigt und trat am 20. Juni 1983 in der Gemeinschaft in Kraft (3). |
(2) | Het TIR-systeem maakt het mogelijk dat goederen in het kader van een internationale douanevervoerregeling met een minimum aan interventies van de douane onderweg worden vervoerd en dankzij een internationale garantieketen zorgt dit systeem ervoor dat betrekkelijk gemakkelijk toegang tot de vereiste waarborgen kan worden verkregen. | (2) | Das TIR-System ermöglicht die Beförderung von Waren im internationalen Versandverfahren bei minimalem Eingreifen der Zollbehörden im Verlauf der Beförderung und bietet durch seine internationale Bürgschaftskette einen relativ einfachen Zugang zu den erforderlichen Bürgschaften. |
(3) | Sinds 1975 zijn verscheidene malen wijzigingen aangebracht in de TIR-Overeenkomst in overeenstemming met de procedure die is omschreven in de artikelen 59 en 60 van die Overeenkomst. Deze wijzigingen, die in verscheidene fasen werden ingevoerd, hadden ten doel de TIR-regeling veiliger te maken en deze aan de wijzigingen in de vervoer- en de douaneomgeving aan te passen. | (3) | Seit 1975 ist das TIR-Übereinkommen mehrmals nach dem Verfahren seiner Artikel 59 und 60 geändert worden. Das Ziel dieser Änderungen, die in verschiedenen Phasen erfolgten, bestand darin, das TIR-Verfahren sicherer zu machen und an das sich wandelnde Beförderungs- und Zollumfeld anzupassen. |
(4) | De in de eerste fase ingevoerde wijzigingen zijn in februari 1999 in werking getreden en hadden betrekking op de opneming van bijlage 9 bij de Overeenkomst. Deze bijlage bevat de minimumvoorwaarden voor toegang tot de TIR-regeling. Volgens deze bijlage kunnen alleen gemachtigde vervoerders en erkende nationale garantieverlenende organisaties toegang krijgen tot het TIR-systeem. Hierdoor hebben de nationale diensten een instrument om de voornaamste gebruikers van het TIR-systeem volledig te kunnen controleren. | (4) | Mit den Änderungen der ersten Phase, die im Februar 1999 in Kraft traten, wurde die Anlage 9 in das Übereinkommen aufgenommen. Diese Anlage enthält die Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse für die Zulassung zum TIR-Verfahren. Damit erhalten nur zugelassene Verkehrsunternehmer und anerkannte nationale bürgende Verbände Zugang zum TIR-System. Die nationalen Behörden haben so die Möglichkeit, die Hauptanwender des TIR-Systems umfassend zu kontrollieren und zu überwachen. |
(5) | Tevens werd een TIR-Uitvoerend Orgaan ingesteld. Dit orgaan, waarin TIR deskundigen zitting hebben, heeft de taak toezicht te houden op de toepassing van de overeenkomst en zo nodig bij te dragen tot de regeling van geschillen tussen partijen bij de overeenkomst, garantieverlenende organisaties, verzekeringsmaatschappijen en internationale organisaties die bij het TIR-systeem zijn betrokken. | (5) | Gleichzeitig wurde die TIR-Kontrollkommission eingerichtet. Dieses Gremium, dem TIR-Sachverständige angehören, ist damit betraut, die Anwendung des Übereinkommens zu überwachen und gegebenenfalls die Beilegung von Streitigkeiten zwischen Vertragsparteien, Verbänden, Versicherungsgesellschaften und internationalen Organisationen, die an dem TIR-System beteiligt sind, zu erleichtern. |
(6) | De wijzigingen die in de tweede fase zijn ingevoerd zijn in mei 2002 in werking getreden en hebben de TIR-regeling versterkt door een duidelijker omschrijving van de rol en verantwoordelijkheden van de internationale organisatie die verantwoordelijk is voor het functioneren en de organisatie van het TIR-systeem. De banden tussen deze organisatie, de leden van die organisatie en het Administratieve Comité van de TIR Overeenkomst worden omschreven. | (6) | Mit den Änderungen der zweiten Phase, die im Mai 2002 in Kraft traten, wurde das TIR-Verfahren insofern gestärkt, als die Aufgaben und Pflichten der für das Funktionieren und die Organisation des TIR-Systems zuständigen internationalen Organisation klarer definiert wurden. Dabei wurden die Beziehungen zwischen dieser Organisation, ihren Mitgliedsverbänden und auch dem Verwaltungsausschuss für das TIR Übereinkommen festgelegt. |
(7) | Daarnaast werden in de tweede fase nieuwe bepalingen ingevoerd over de constructie van bepaalde soorten wegvoertuigen. Deze wijzigingen werden ingevoerd op verzoek van de vervoersector en maken het mogelijk dat TIR-voertuigen of -containers van schuifzeilen worden voorzien. | (7) | Darüber hinaus wurden im Rahmen der Änderungen der zweiten Phase neue Konstruktionsvorschriften für bestimmte Arten von Straßenfahrzeugen eingeführt. Diese auf Ersuchen des Transportsektors vorgenommenen Änderungen bieten die Möglichkeit, im TIR-Transport Fahrzeuge oder Behälter mit Schiebeplanen zu verwenden. |
(8) | Om het TIR-systeem beter te kunnen controleren en ervoor te zorgen dat het goed functioneert werden bepalingen ingevoerd inzake een elektronisch systeem waarmee de internationale organisatie, belast met de organisatie en het functioneren van de garantieketen, kan worden geïnformeerd over de aanbieding van TIR-carnets bij douanekantoren van bestemming (het SafeTIR-systeem). Dit laatste systeem werd ingevoerd door een nieuwe bijlage, namelijk bijlage 10 bij de TIR-Overeenkomst, en is in augustus 2006 in werking getreden. | (8) | Damit das TIR-System besser kontrolliert und sichergestellt werden kann, dass es funktioniert, wurden Vorschriften für ein elektronisches System (SafeTIR-System) eingeführt, mit dem die internationale Organisation, die für die Organisation und das Funktionieren der Bürgschaftskette zuständig ist, über die Vorlage der Carnets TIR in den Bestimmungszollstellen unterrichtet wird. Das SafeTIR-System wurde dem TIR-Übereinkommen als Anlage 10 beigefügt und trat im August 2006 in Kraft. |
(9) | Zodra daaraan behoefte ontstond, werden andere wijzigingen in de TIR-Overeenkomst aangebracht. Om het gebruik van het TIR-carnet te vereenvoudigen en ervoor te zorgen dat alle voor het TIR-vervoer benodigde gegevens daarin konden worden vermeld, werd de structuur van het TIR-carnet aangepast. Op bepaalde voorwaarden kunnen ook ladinglijsten worden gebruikt als bijlagen bij het TIR-carnet, zelfs wanneer er op het manifest genoeg ruimte is om daarop de gegevens over alle vervoerde goederen te vermelden. Er werd ook voorzien in een procedure voor de gevallen waarin een deel van het TIR-vervoer niet over de weg kan plaatsvinden of wanneer dit deel niet door het TIR-systeem wordt gedekt. | (9) | Im Bedarfsfall wurden zudem jeweils weitere Änderungen am TIR-Übereinkommen vorgenommen. Das Layout des Carnet TIR wurde angepasst, um die Verwendung der Carnets TIR zu vereinfachen und alle für den TIR-Transport erforderlichen Angaben erfassen zu können. So dürfen dem Carnet TIR unter bestimmten Bedingungen Ladelisten als Anlage beigefügt werden, auch wenn im Warenmanifest genug Platz wäre, Informationen über alle beförderten Waren einzutragen. Außerdem wurde ein Verfahren für den Fall eingeführt, dass ein Teil des TIR-Transports nicht über die Straße erfolgen kann oder nicht unter das TIR-System fällt. |
(10) | Om redenen van transparantie moeten die wijzigingen van de Overeenkomst, die voor zowel de instellingen van de Gemeenschap als de lidstaten bindend zijn, ter informatie in het Publicatieblad worden bekendgemaakt en moet er worden voorzien in bekendmaking van toekomstige wijzigingen. | (10) | Im Interesse der Transparenz sollten diese Änderungen des Übereinkommens, die für die Gemeinschaftsorgane und die Mitgliedstaaten bindend sind, zu Informationszwecken im Amtsblatt veröffentlicht werden; zudem sollte dafür gesorgt werden, dass auch künftige Änderungen veröffentlicht werden. |
(11) | Gezien het aantal aangebrachte wijzigingen dienen ter wille van de duidelijkheid alle wijzigingen die tot eind 2008 volgens de procedure van de artikelen 59 en 60 van de Overeenkomst zijn aangenomen, in geconsolideerde vorm te worden bekendgemaakt; zij zijn opgenomen in een bijlage bij dit besluit, | (11) | Angesichts der Zahl der vorgenommenen Änderungen ist es aus Gründen der Klarheit erforderlich, dass alle Änderungen, die nach dem Verfahren der Artikel 59 und 60 des Übereinkommens bis Ende 2008 angenommen wurden, in konsolidierter Fassung veröffentlicht und im Anhang dieses Beschlusses aufgeführt werden — |
BESLUIT: | HAT FOLGENDE VERORDNUNG ERLASSEN: |
Artikel 1 | Artikel 1 |
De tekst van de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst) gedateerd te Genève op 14 november 1975, zoals sedertdien gewijzigd tot en met eind 2008, wordt hierbij in geconsolideerde vorm ter informatie bekendgemaakt in de bijlage bij dit besluit. | Der Wortlaut des Zollübereinkommens über den internationalen Warentransport mit Carnets TIR (TIR-Übereinkommen) vom 14. November 1975 wird in konsolidierter Fassung mit den bis Ende 2008 vorgenommenen Änderungen im Anhang zu diesem Beschluss zu Informationszwecken veröffentlicht. |
Toekomstige wijzigingen van de Overeenkomst worden door de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt met vermelding van de datum van inwerkingtreding ervan. | Künftige Änderungen des Übereinkommens werden von der Kommission unter Angabe des Zeitpunkts ihres Inkrafttretens im Amtsblatt der Europäischen Union veröffentlicht. |
Artikel 2 | Artikel 2 |
Dit besluit wordt van kracht met ingang van de dag van de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. | Dieser Beschluss wird am Tage seiner Veröffentlichung im Amtsblatt der Europäischen Union wirksam. |
Gedaan te Brussel, 28 mei 2009. | Geschehen zu Brüssel am 28. Mai 2009 |
Voor de Raad | Im Namen des Rates |
De voorzitter | Der Präsident |
V. TOŠOVSKÝ | V. TOŠOVSKÝ |
(1) PB L 252 van 14.9.1978, blz. 2. | (1) ABl. L 252 vom 14.9.1978, S. 2. |
(2) PB L 252 van 14.9.1978, blz. 1. | (2) ABl. L 252 vom 14.9.1978, S. 1. |
(3) PB L 31 van 2.2.1983, blz. 13. | (3) ABl. L 31 vom 2.2.1983, S. 13. |
BIJLAGE | ANHANG |
DOUANEOVEREENKOMST INZAKE HET INTERNATIONALE VERVOER VAN GOEDEREN ONDER DEKKING VAN TIR-CARNETS (TIR-OVEREENKOMST VAN 1975) | ZOLLÜBEREINKOMMEN ÜBER DEN INTERNATIONALEN WARENTRANSPORT MIT CARNETS TIR (TIR-ÜBEREINKOMMEN VON 1975) |
Opmerking: Uitsluitend de tekst van de Overeenkomst en de bijlagen die in bewaring zijn gegeven aan de secretaris-generaal van de verenigde Naties in zijn hoedanigheid van depositaris van de TIR-overeenkomst vormen de authentieke versies van de TIR-overeenkomst en de bijlagen daarbij. Deze publicatie dient uitsluitend ter informatie. | Anmerkung: Nur der Wortlaut des TIR-Übereinkommens und seiner Anlagen, der beim Generalsekretär der Vereinten Nationen als dem Verwahrer des TIR-Übereinkommens hinterlegt ist, stellt den verbindlichen Wortlaut des TIR-Übereinkommens und seiner Anlagen dar. Die vorliegende Veröffentlichung erfolgt lediglich zu Informationszwecken. |
DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN, | DIE VERTRAGSPARTEIEN – |
WENSENDE het internationale vervoer van goederen over de weg te vergemakkelijken, | IN DEM WUNSCH, den internationalen Warentransport mit Straßenfahrzeugen zu erleichtern, |
OVERWEGENDE dat de verbetering van de vervoersvoorwaarden een essentiële factor is voor de ontwikkeling van de onderlinge samenwerking, | IN DER ERWÄGUNG, dass die Verbesserung der Transportbedingungen einen wesentlichen Faktor für die Entwicklung der Zusammenarbeit zwischen ihnen darstellt, |
ZICH UITSPREKEND voor vereenvoudiging en harmonisatie van de administratieve formaliteiten op het gebied van het internationale vervoer, in het bijzonder aan de grenzen, | IN BEFÜRWORTUNG einer Vereinfachung und Harmonisierung der Verwaltungsförmlichkeiten im internationalen Transportwesen, insbesondere an den Grenzen – |
ZIJN OVEREENGEKOMEN als volgt: | SIND wie folgt ÜBEREINGEKOMMEN: |
HOOFDSTUK I | KAPITEL I |
ALGEMEEN | ALLGEMEINES |
a) Begripsomschrijvingen | a) Begriffsbestimmungen |
Artikel 1 | Artikel 1 |
In deze Overeenkomst wordt verstaan onder: | Im Sinne dieses Übereinkommens bedeutet der Begriff: |
a) | „TIR-vervoer”: het vervoer van goederen van een douanekantoor van vertrek naar een douanekantoor van bestemming, overeenkomstig de zogenaamde TIR-regeling die is vastgesteld bij deze Overeenkomst; | a) | „TIR-Transport“ die Beförderung von Waren von einer Abgangszollstelle bis zu einer Bestimmungszollstelle im Rahmen des in diesem Übereinkommen festgelegten sogenannten TIR-Verfahrens; |
b) | „TIR-operatie”: het gedeelte van een TIR-vervoer dat in een Overeenkomstsluitende Partij wordt verricht, vanaf een douanekantoor van vertrek of van binnenkomst (van doorgang) naar een douanekantoor van bestemming of uitgang (van doorgang); | b) | „TIR-Versand“ den Streckenteil eines TIR-Transports, der in einer Vertragspartei von einer Abgangszollstelle oder Eingangszollstelle (Durchgangszollstelle) bis zu einer Bestimmungszollstelle oder Ausgangszollstelle (Durchgangszollstelle) erfolgt; |
c) | „begin van een TIR-operatie”: het ter controle aanbieden bij het douanekantoor van vertrek of van binnenkomst (van doorgang) van het wegvoertuig, de vervoerscombinatie of de container met bijbehorende lading en TIR-carnet en de aanvaarding van het TIR-carnet door dat douanekantoor; | c) | „Beginn eines TIR-Versands“, dass die Vorführung des Straßenfahrzeugs, des Lastzugs oder des Behälters zusammen mit der Ladung und dem zugehörigen Carnet TIR zur Kontrolle bei der Abgangszollstelle oder Eingangszollstelle (Durchgangszollstelle) erfolgt ist und die Zollstelle das Carnet TIR angenommen hat; |
d) | „beëindiging van een TIR-operatie”: het ter controle aanbieden bij het douanekantoor van bestemming of van uitgang (van doorgang), van het wegvoertuig, de vervoerscombinatie of de container met bijbehorende lading en TIR-carnet; | d) | „Beendigung eines TIR-Versands“, dass die Vorführung des Straßenfahrzeugs, des Lastzugs oder des Behälters zusammen mit der Ladung und dem zugehörigen Carnet TIR zur Kontrolle bei der Bestimmungszollstelle oder Ausgangszollstelle (Durchgangszollstelle) erfolgt ist; |
e) | „zuivering van een TIR-operatie”: de bevestiging door de douaneautoriteiten dat een TIR-operatie in een Overeenkomstsluitende Partij op correcte wijze is beëindigd. Dit wordt door de douaneautoriteiten vastgesteld door vergelijking van de gegevens waarover het douanekantoor van bestemming of van uitgang (van doorgang) beschikt met de gegevens waarover het douanekantoor van vertrek of van binnenkomst (van doorgang) beschikt; | e) | „Erledigung eines TIR-Versands“ die Bestätigung der ordnungsgemäßen Beendigung eines TIR-Versands in einer Vertragspartei durch die Zollbehörden. Sie wird von den Zollbehörden anhand eines Vergleichs der bei der Bestimmungszollstelle oder Ausgangszollstelle (Durchgangszollstelle) verfügbaren Angaben oder Informationen mit denjenigen, die bei der Abgangszollstelle oder Eingangszollstelle (Durchgangszollstelle) verfügbar sind, festgestellt; |
f) | „rechten en heffingen bij in- of uitvoer”: douanerechten en alle andere rechten, belastingen, vergoedingen en andere heffingen die worden geheven bij of in verband met de in- of uitvoer van goederen, met uitzondering van de vergoedingen en lasten waarvan het bedrag beperkt blijft tot ongeveer de kosten van de verleende diensten; | f) | „Eingangs- und Ausgangsabgaben“ die Zölle und alle anderen Abgaben, Steuern, Gebühren und sonstigen Belastungen, die anlässlich oder im Zusammenhang mit der Einfuhr oder Ausfuhr von Waren erhoben werden, ohne die Gebühren und Belastungen, die dem Betrag nach ungefähr auf die Kosten der erbrachten Dienstleistungen beschränkt sind; |
g) | „wegvoertuig”: niet alleen elk motorvoertuig voor vervoer over de weg, maar ook elke aanhangwagen of oplegger, ingericht om daaraan te worden bevestigd; | g) | „Straßenfahrzeuge“ nicht nur Straßenkraftfahrzeuge, sondern auch alle Anhänger und Sattelanhänger, die dazu bestimmt sind, von derartigen Fahrzeugen gezogen zu werden; |
h) | „vervoerscombinatie”: aan elkaar gekoppelde voertuigen die als eenheid deelnemen aan het wegverkeer; | h) | „Lastzüge“ miteinander verbundene Fahrzeuge, die als Einheit im Straßenverkehr eingesetzt sind; |
j) | „container”: een bergingsmiddel voor vervoer (laadkist, losse tank of soortgelijk bergingsmiddel) dat: | i) | een geheel of gedeeltelijk omsloten ruimte vormt en bestemd is goederen te bevatten; | ii) | een duurzaam karakter heeft en derhalve voldoende stevig is voor herhaald gebruik; | iii) | speciaal is ontworpen om het vervoer van goederen met één of meer vervoermiddelen te vergemakkelijken zonder tussentijdse in- en uitlading van die goederen zelf; | iv) | zodanig is ontworpen dat het gemakkelijk kan worden gehanteerd, in het bijzonder bij het overladen van het ene vervoermiddel op het andere; | v) | zodanig is ontworpen dat het gemakkelijk kan worden gevuld en geledigd; en | vi) | een inhoud heeft van ten minste één kubieke meter; | „losse carrosserieën” worden gelijkgesteld met containers; | j) | „Behälter“ eine Transportausrüstung (Möbeltransportbehälter, abnehmbarer Tank oder anderes ähnliches Gerät), die | i) | einen zur Aufnahme von Waren bestimmten, ganz oder teilweise geschlossenen Hohlkörper darstellt; | ii) | von dauerhafter Beschaffenheit und daher genügend widerstandsfähig ist, um wiederholt verwendet werden zu können; | iii) | besonders dafür gebaut ist, um den Transport von Waren durch ein oder mehrere Verkehrsmittel ohne Umladung des Inhalts zu erleichtern; | iv) | so gebaut ist, dass sie leicht gehandhabt werden kann, insbesondere bei der Umladung von einem Verkehrsmittel auf ein anderes; | v) | so gebaut ist, dass sie leicht beladen und entladen werden kann, und | vi) | einen Rauminhalt von mindestens einem Kubikmeter hat; | „abnehmbare Karosserien“ gelten als Behälter; |
k) | „douanekantoor van vertrek”: ieder douanekantoor van een Overeenkomstsluitende Partij waar, voor de gehele lading dan wel voor een deel van de lading, het TIR-vervoer aanvangt; | k) | „Abgangszollstelle“ diejenige Zollstelle einer Vertragspartei, bei welcher der TIR-Transport einer Gesamtladung oder einer Teilladung beginnt; |
l) | „douanekantoor van bestemming”: ieder douanekantoor van een Overeenkomstsluitende Partij waar, voor de gehele lading dan wel voor een deel van de lading, het TIR-vervoer eindigt; | l) | „Bestimmungszollstelle“ diejenige Zollstelle einer Vertragspartei, bei welcher der TIR-Transport einer Gesamtladung oder einer Teilladung endet; |
m) | „douanekantoor van doorgang”: ieder douanekantoor van een Overeenkomstsluitende Partij via hetwelk een wegvoertuig, een vervoerscombinatie of een container tijdens een TIR-vervoer een Overeenkomstsluitende Partij binnenkomt of verlaat; | m) | „Durchgangszollstelle“ diejenige Zollstelle einer Vertragspartei, über die ein Straßenfahrzeug, ein Lastzug oder ein Behälter im Rahmen eines TIR-Transports in diese Vertragspartei verbracht wird oder diese verlässt; |
n) | „personen” zowel natuurlijke personen als rechtspersonen; | n) | „Personen“ sowohl natürliche als auch juristische Personen; |
o) | „houder” van een TIR-carnet, de persoon aan wie, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de Overeenkomst, een TIR-carnet is afgegeven en voor wiens rekening een douaneaangifte in de vorm van een TIR-carnet is gedaan waarmee het voornemen, de goederen bij het douanekantoor van vertrek onder de TIR-regeling te plaatsen, kenbaar is gemaakt. De houder is verantwoordelijk voor het aanbieden van het wegvoertuig, de vervoerscombinatie of de container, met bijbehorende lading en TIR-carnet, bij het douanekantoor van vertrek, het douanekantoor van doorgang en het douanekantoor van bestemming, en voor de inachtneming van de overige bepalingen van de Overeenkomst; | o) | „Inhaber“ eines Carnet TIR diejenige Person, für die ein Carnet TIR gemäß den einschlägigen Bestimmungen des Übereinkommens ausgestellt und in deren Namen eine Zollanmeldung in Form eines Carnet TIR vorgenommen worden ist, wodurch die Absicht zum Ausdruck gebracht wurde, Waren bei der Abgangszollstelle dem TIR-Verfahren zuzuführen. Der Inhaber ist verantwortlich für die Vorführung des Straßenfahrzeugs, des Lastzugs oder des Behälters zusammen mit der Ladung und dem zugehörigen Carnet TIR bei der Abgangszollstelle, der Durchgangszollstelle und der Bestimmungszollstelle sowie für die ordnungsgemäße Einhaltung der anderen einschlägigen Bestimmungen des Übereinkommens; |
p) | „zware of omvangrijke goederen”: ieder zwaar of omvangrijk voorwerp dat vanwege gewicht, afmetingen of aard, in het algemeen niet in een gesloten voertuig of in een gesloten container wordt vervoerd; | p) | „außergewöhnlich schwere oder sperrige Waren“ alle schweren oder sperrigen Gegenstände, die wegen ihres Gewichts, ihrer Ausmaße oder ihrer Beschaffenheit gewöhnlich nicht in einem geschlossenen Straßenfahrzeug oder Behälter befördert werden; |
q) | „aansprakelijke organisatie”: een organisatie waarvan de douaneautoriteiten van een Overeenkomstsluitende Partij hebben erkend dat zij zich garant kan stellen voor personen die gebruik maken van de TIR-regeling. | q) | „bürgender Verband“ einen Verband, der von den Zollbehörden einer Vertragspartei zugelassen ist, um für die Benutzer des TIR-Verfahrens die Bürgschaft zu übernehmen. |
b) Toepassingsgebied | b) Geltungsbereich |
Artikel 2 | Artikel 2 |
Deze Overeenkomst is van toepassing op het vervoer van goederen in wegvoertuigen, vervoerscombinaties of containers over een of meer grenzen, zonder tussentijdse in- en uitlading van die goederen, vanaf een douanekantoor van vertrek van een Overeenkomstsluitende Partij en een douanekantoor van bestemming van een andere of dezelfde Overeenkomstsluitende Partij, mits een deel van het traject tussen het begin en het einde van het TIR-vervoer over de weg wordt afgelegd. | Dieses Übereinkommen gilt für Warentransporte, bei denen die Waren ohne Umladung über eine oder mehrere Grenzen von einer Abgangszollstelle einer Vertragspartei bis zu einer Bestimmungszollstelle einer anderen oder derselben Vertragspartei in Straßenfahrzeugen, Lastzügen oder Behältern befördert werden, wenn auf einem Teil der Strecke zwischen Beginn und Ende des TIR-Transports die Beförderung im Straßenverkehr erfolgt. |
Artikel 3 | Artikel 3 |
De bepalingen van deze Overeenkomst zijn slechts van toepassing indien: | Voraussetzung für die Anwendung dieses Übereinkommens ist, |
a) | het vervoer plaatsvindt: | i) | met wegvoertuigen, vervoerscombinaties of containers die vooraf zijn goedgekeurd op de in hoofdstuk III, onder a), vermelde voorwaarden; of | ii) | met andere wegvoertuigen, andere vervoerscombinaties of andere containers, indien dit vervoer geschiedt op de in hoofdstuk III, onder c), vermelde voorwaarden; of | iii) | met wegvoertuigen of bijzondere voertuigen zoals bussen, kraanwagens, veegmachines, betonmixers e.d. die worden uitgevoerd en derhalve worden aangemerkt als goederen die zich op eigen kracht verplaatsen, van een douanekantoor van vertrek naar een douanekantoor van bestemming, op de in hoofdstuk III, onder c), vermelde voorwaarden. Indien deze voertuigen andere goederen vervoeren, zijn de onder i) of ii) bedoelde voorwaarden van overeenkomstige toepassing; | a) | dass der Warentransport durchgeführt wird: | i) | mit Straßenfahrzeugen, Lastzügen oder Behältern, die vorher nach den in Kapitel III Abschnitt a festgelegten Bedingungen zugelassen sind, oder | ii) | mit anderen Straßenfahrzeugen, Lastzügen oder Behältern, sofern die in Kapitel III Abschnitt c festgelegten Bedingungen beachtet werden, oder | iii) | mit Straßenfahrzeugen oder Spezialfahrzeugen wie Bussen, Kränen, Kehrmaschinen, Betonmischmaschinen usw., die ausgeführt werden und daher selbst als Waren gelten und die unter den in Kapitel III Abschnitt c festgelegten Bedingungen selbständig von einer Abgangszollstelle zu einer Bestimmungszollstelle gelangen. Transportieren solche Fahrzeuge andere Waren, so finden die unter Ziffer i oder ii genannten Bedingungen entsprechend Anwendung; |
b) | het vervoer plaatsvindt onder de dekking van aansprakelijke organisaties die zijn erkend overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 en onder dekking van een TIR-carnet dat overeen stemt met het model in bijlage 1 bij deze Overeenkomst. | b) | dass für den Warentransport eine Bürgschaft von Verbänden geleistet wird, die nach Artikel 6 zugelassen worden sind, und der Transport unter Verwendung eines Carnet TIR durchgeführt wird, das dem in Anlage 1 wiedergegebenen Muster entspricht. |
c) Beginselen | c) Grundsätzliche Bestimmungen |
Artikel 4 | Artikel 4 |
Onder de TIR-regeling vervoerde goederen worden op de douanekantoren van doorgang niet onderworpen aan betaling of consignatie van rechten en heffingen bij in- of uitvoer. | Für Waren, die im TIR-Verfahren befördert werden, wird eine Entrichtung oder Hinterlegung von Eingangs- oder Ausgangsabgaben bei den Durchgangszollstellen nicht gefordert. |
Artikel 5 | Artikel 5 |
1. Goederen die onder de TIR-regeling worden vervoerd in verzegelde wegvoertuigen, vervoerscombinaties of containers, worden bij de douanekantoren van doorgang in de regel niet gevisiteerd. | (1) Für Waren, die im TIR-Verfahren unter Zollverschluss mit Straßenfahrzeugen, Lastzügen oder Behältern befördert werden, wird eine Beschau bei den Durchgangszollstellen grundsätzlich nicht vorgenommen. |
2. Om misbruiken te voorkomen, kunnen de douaneautoriteiten echter, bij wijze van uitzondering, en in het bijzonder wanneer onregelmatigheden worden vermoed, de goederen bij deze kantoren toch visiteren. | (2) Um Missbräuche zu verhindern, können die Zollbehörden jedoch in Ausnahmefällen und insbesondere, wenn der Verdacht auf eine Unregelmäßigkeit besteht, bei den Durchgangszollstellen eine Beschau der Waren vornehmen. |
HOOFDSTUK II | KAPITEL II |
AFGIFTE VAN TIR-CARNETS | AUSGABE DER CARNETS TIR |
AANSPRAKELIJKHEID VAN DE AANSPRAKELIJKE ORGANISATIES | HAFTUNG DER BÜRGENDEN VERBÄNDE |
Artikel 6 | Artikel 6 |
1. Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan, zolang voldaan is aan de minimumvoorwaarden die zijn opgenomen in het bijlage 9, deel I, aan organisaties machtiging verlenen om, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van soortgelijke organisaties, TIR-carnets af te geven en zich garant te stellen. Deze machtiging wordt ingetrokken indien niet langer wordt voldaan aan de in bijlage 9, deel I, beschreven minimumvoorwaarden. | (1) Jede Vertragspartei kann Verbänden die Bewilligung erteilen, entweder selbst oder durch die mit ihnen in Verbindung stehenden Verbände Carnets TIR auszugeben und die Bürgschaft zu übernehmen, solange die in Anlage 9 Teil I niedergelegten Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse erfüllt werden. Die Bewilligung wird widerrufen, wenn die in Anlage 9 Teil I aufgeführten Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse nicht mehr erfüllt sind. |
2. Een organisatie kan in een land slechts worden erkend indien haar garantie mede betrekking heeft op schulden die in dat land ontstaan bij vervoer onder dekking van TIR-carnets, afgegeven door buitenlandse organisaties die zijn aangesloten bij de internationale organisatie waarvan zijzelf lid is. | (2) Ein Verband wird in einem Land nur zugelassen, wenn seine Bürgschaft sich auch auf die in diesem Lande entstehenden Verbindlichkeiten aus Warentransporten mit Carnet TIR erstreckt, die von ausländischen Verbänden ausgegeben worden sind, die derselben internationalen Organisation wie der bürgende Verband angehören. |
2 bis. Het Administratief Comité staat een internationale organisatie als bedoeld in lid 2, toe de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de organisatie en werking van een internationaal garantiestelsel, mits de organisatie deze verantwoordelijkheid aanvaardt. | (2 bis) Der Verwaltungsausschuss lässt eine internationale Organisation nach Absatz 2 zur Übernahme der Verantwortlichkeit für die wirksame Gestaltung und Funktionsweise eines internationalen Bürgschaftssystems zu, sofern sie diese Verantwortlichkeit annimmt. |
3. Een aansprakelijke organisatie geeft uitsluitend TIR-carnets af aan personen aan wie de toegang tot de TIR-regeling niet is geweigerd door de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen op het grondgebied waarvan die personen zijn gevestigd of wonen. | (3) Ein Verband gibt Carnets TIR nur an Personen aus, denen die Zulassung zum TIR-Verfahren von den zuständigen Behörden der Vertragsparteien, in deren Hoheitsgebiet sie ihren Wohnsitz oder Geschäftssitz haben, nicht verweigert worden ist. |
4. Uitsluitend personen die voldoen aan de minimumvoorwaarden in bijlage 9, deel II, bij deze Overeenkomst kunnen tot de TIR-regeling worden toegelaten. Onverminderd artikel 38 wordt de toelating ingetrokken indien de inachtneming van deze voorwaarden niet meer is gewaarborgd. | (4) Zum TIR-Verfahren können nur Personen zugelassen werden, die die in Anlage 9 Teil II festgelegten Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse erfüllen. Die Zulassung wird unbeschadet des Artikels 38 widerrufen, wenn die Erfüllung dieser Kriterien nicht mehr sichergestellt ist. |
5. Toelating tot de TIR-regeling geschiedt volgens de procedure die is beschreven in bijlage 9, deel II, bij deze Overeenkomst. | (5) Die Zulassung zum TIR-Verfahren erfolgt nach dem in Anlage 9 Teil II festgelegten Verfahren. |
Artikel 7 | Artikel 7 |
TIR-carnets die aan aansprakelijke organisaties worden toegezonden door soortgelijke buitenlandse of internationale organisaties, zijn niet onderworpen aan rechten en heffingen, verboden en beperkingen bij in- of uitvoer. | Carnet TIR-Vordrucke, die den bürgenden Verbänden von den mit ihnen in Verbindung stehenden ausländischen Verbänden oder von internationalen Organisationen zugesandt werden, sind von Eingangs- und Ausgangsabgaben sowie von Einfuhr- und Ausfuhrverboten und Einfuhr- und Ausfuhrbeschränkungen befreit. |
Artikel 8 | Artikel 8 |
1. De aansprakelijke organisatie verbindt zich tot voldoening van de rechten en heffingen bij in- of uitvoer, eventueel vermeerderd met de interest bij achterstallige betaling, die verschuldigd zijn krachtens de douanewetten en -reglementen van het land waarin een onregelmatigheid in verband met een TIR-operatie is vastgesteld. Zij is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van bovenbedoelde bedragen met de personen die deze bedragen verschuldigd zijn. | (1) Der bürgende Verband hat sich zu verpflichten, die fälligen Eingangs- oder Ausgangsabgaben zuzüglich etwaiger Verzugszinsen zu entrichten, die nach den Zollgesetzen und anderen Zollvorschriften des Landes zu entrichten sind, in dem eine Unregelmäßigkeit im Zusammenhang mit einem TIR-Versand festgestellt worden ist. Der bürgende Verband haftet mit den Personen, die die vorgenannten Beträge schulden, gesamtschuldnerisch für die Entrichtung dieser Beträge. |
2. Wanneer de wetten en reglementen van een Overeenkomstsluitende Partij niet voorzien in de betaling van rechten en heffingen bij in- of uitvoer als bedoeld in lid 1, verbindt de aansprakelijke organisatie zich ertoe om op dezelfde voorwaarden een bedrag te voldoen dat gelijk is aan het bedrag van de rechten en heffingen bij in- of uitvoer, eventueel vermeerderd met de verschuldigde interest bij achterstallige betaling. | (2) Sehen die Gesetze und anderen Vorschriften einer Vertragspartei die Entrichtung der Eingangs- oder Ausgangsabgaben in den in Absatz 1 genannten Fällen nicht vor, so hat sich der bürgende Verband zu verpflichten, unter den gleichen Bedingungen eine Zahlung in Höhe der Eingangs- oder Ausgangsabgaben zuzüglich etwaiger Verzugszinsen zu leisten. |
3. Iedere Overeenkomstsluitende Partij stelt het maximumbedrag per TIR-carnet vast dat krachtens de leden 1 en 2 kan worden geëist van de aansprakelijke organisatie. | (3) Jede Vertragspartei setzt den Höchstbetrag fest, der nach den Absätzen 1 und 2 vom bürgenden Verband für jedes Carnet TIR gegebenenfalls gefordert werden kann. |
4. De aansprakelijke organisatie wordt jegens de autoriteiten van het land waar het douanekantoor van vertrek is gelegen, aansprakelijk vanaf het tijdstip waarop het TIR-carnet door het douanekantoor is ingeschreven. In de landen waar de onder de TIR-regeling vervoerde goederen vervolgens doorkomen, vangt de aansprakelijkheid aan wanneer de goederen deze landen binnenkomen of, indien het TIR-vervoer wordt onderbroken als bedoeld in artikel 26, leden 1 en 2, wanneer het TIR-carnet wordt ingeschreven door het douanekantoor waar het TIR-vervoer wordt hervat. | (4) Die Haftung des bürgenden Verbandes gegenüber den Behörden des Landes, in dem sich die Abgangszollstelle befindet, beginnt, wenn das Carnet TIR von der Zollstelle angenommen worden ist. In den weiteren Ländern, durch die die Waren im TIR-Verfahren noch befördert werden, beginnt die Haftung mit dem Verbringen der Waren in diese Länder oder mit der Annahme des Carnet TIR durch die Zollstelle, bei der der TIR-Transport wiederaufgenommen wird, wenn er gemäß Artikel 26 Absätze 1 und 2 ausgesetzt worden ist. |
5. De aansprakelijkheid van de aansprakelijke organisatie heeft niet alleen betrekking op de goederen die in het TIR-carnet zijn vermeld, doch strekt zich tevens uit tot de goederen die, hoewel zij niet in dat carnet zijn vermeld, zich in het verzegelde gedeelte van het wegvoertuig of in de verzegelde container bevinden; de aansprakelijkheid heeft geen betrekking op andere goederen. | (5) Die Haftung des bürgenden Verbandes erstreckt sich nicht nur auf die im Carnet TIR angeführten Waren, sondern auch auf Waren, die zwar im Carnet TIR nicht angeführt sind, sich aber unter Zollverschluss in einem Teil des Fahrzeugs oder einem Behälter befinden. Sie erstreckt sich nicht auf andere Waren. |
6. Voor het vaststellen van de in de leden 1 en 2 bedoelde rechten en heffingen gelden de in het TIR-carnet vermelde gegevens betreffende de goederen, zolang het tegendeel niet is bewezen. | (6) Die im Carnet TIR über die Waren enthaltenen Angaben gelten für die Festsetzung der in den Absätzen 1 und 2 genannten Abgaben bis zum Beweise des Gegenteils als richtig. |
7. Wanneer de in de leden 1 en 2 bedoelde bedragen opeisbaar worden, moeten de bevoegde autoriteiten voor zover mogelijk de betaling hiervan eisen van de persoon of personen die deze bedragen rechtstreeks verschuldigd is of zijn, alvorens een vordering tot betaling in te dienen bij de aansprakelijke organisatie. | (7) Die zuständigen Behörden haben soweit möglich bei Fälligkeit der in den Absätzen 1 und 2 genannten Beträge deren Entrichtung zunächst von der Person oder den Personen zu verlangen, die sie unmittelbar schulden, bevor der bürgende Verband zur Entrichtung dieser Beträge aufgefordert wird. |
Artikel 9 | Artikel 9 |
1. De aansprakelijke organisatie stelt de geldigheidsduur van het TIR-carnet vast door een uiterste geldigheidsdatum te vermelden waarna het carnet niet meer voor inschrijving kan worden aangeboden bij het douanekantoor van vertrek. | (1) Der bürgende Verband setzt die Gültigkeitsdauer des Carnet TIR fest und bestimmt dabei den letzten Gültigkeitstag, nach dem das Carnet der Abgangszollstelle nicht mehr zur Annahme vorgelegt werden kann. |
2. Mits het carnet is ingeschreven door het douanekantoor van vertrek op of voor de in lid 1 bedoelde uiterste geldigheidsdatum, blijft het geldig tot de beëindiging van de TIR-operatie bij het douanekantoor van bestemming. | (2) Sofern das Carnet gemäß Absatz 1 bis spätestens zum letzten Gültigkeitstag von der Abgangszollstelle angenommen worden ist, bleibt es bis zur Beendigung des TIR-Versands bei der Bestimmungszollstelle gültig. |
Artikel 10 | Artikel 10 |
1. Een TIR-operatie dient onverwijld te worden gezuiverd. | (1) Die Erledigung eines TIR-Versands hat unverzüglich zu erfolgen. |
2. Wanneer de douaneautoriteiten van een land een TIR-operatie hebben gezuiverd, kunnen zij van de aansprakelijke organisatie niet meer de betaling vorderen van de in artikel 8, leden 1 en 2, bedoelde bedragen, tenzij het certificaat van beëindiging van de TIR-operatie ten onrechte of op frauduleuze wijze werd verkregen of dat geen beëindiging heeft plaatsgevonden. | (2) Haben die Zollbehörden eines Landes einen TIR-Versand erledigt, so können sie vom bürgenden Verband die Entrichtung der in Artikel 8 Absätze 1 und 2 genannten Beträge nicht mehr verlangen, es sei denn, dass die Bescheinigung über die Beendigung des TIR-Versands missbräuchlich oder betrügerisch erwirkt worden oder keine Beendigung erfolgt ist. |
Artikel 11 | Artikel 11 |
1. Bij niet-zuivering van een TIR-operatie zijn de bevoegde autoriteiten niet gerechtigd van de aansprakelijke organisatie betaling te eisen van de in artikel 8, leden 1 en 2, bedoelde bedragen, tenzij deze autoriteiten, binnen een jaar nadat zij het TIR-carnet hebben ingeschreven, de aansprakelijke organisatie schriftelijk in kennis hebben gesteld van de niet-zuivering. Deze bepaling is tevens van toepassing indien het certificaat van beëindiging van de TIR-operatie ten onrechte of op frauduleuze wijze werd verkregen, doch in dat geval bedraagt de termijn twee jaar. | (1) Ist ein TIR-Versand nicht erledigt worden, so können die zuständigen Behörden vom bürgenden Verband die Entrichtung der in Artikel 8 Absätze 1 und 2 genannten Beträge nur verlangen, wenn sie dem bürgenden Verband innerhalb eines Jahres nach der Annahme des Carnet TIR durch die Zollbehörden die Nichterledigung schriftlich mitgeteilt haben. Das gleiche gilt, wenn die Bescheinigung über die Beendigung des TIR-Versands missbräuchlich oder betrügerisch erwirkt worden ist, jedoch beträgt die Frist in diesen Fällen zwei Jahre. |
2. De vordering tot betaling van de in artikel 8, leden 1 en 2, bedoelde bedragen wordt aan de aansprakelijke organisatie gericht op zijn vroegst drie maanden na de datum waarop deze organisatie ervan in kennis is gesteld dat de TIR-operatie niet is gezuiverd of dat het certificaat van beëindiging van de TIR-operatie ten onrechte of op frauduleuze wijze werd verkregen, en uiterlijk twee jaar na deze datum. Ten aanzien van de zaken die binnen bovenbedoelde termijn van twee jaar in rechte aanhangig zijn gemaakt, moet de vordering tot betaling echter worden ingediend binnen een jaar na de datum waarop de gerechtelijke beslissing uitvoerbaar is geworden. | (2) Die Aufforderung zur Entrichtung der in Artikel 8 Absätze 1 und 2 genannten Beträge ist an den bürgenden Verband frühestens drei Monate und spätestens zwei Jahre nach dem Tage der Mitteilung an den Verband zu richten, dass der TIR-Versand nicht erledigt oder die Bescheinigung über die Beendigung des TIR-Versands missbräuchlich oder betrügerisch erwirkt worden ist. Ist jedoch innerhalb der genannten Frist von zwei Jahren die Sache zum Gegenstand eines Gerichtsverfahrens gemacht worden, so muss die Zahlungsaufforderung binnen einem Jahr nach dem Tage ergehen, an dem die gerichtliche Entscheidung rechtskräftig geworden ist. |
3. Voor het voldoen van de bedragen waarvan betaling is geëist, beschikt de aansprakelijke organisatie over een termijn van drie maanden na de datum waarop de vordering tot betaling aan haar is gericht. De betaalde bedragen zullen aan de organisatie worden terugbetaald indien, binnen twee jaar na de datum van de vordering tot betaling, ten genoegen van de douaneautoriteiten is aangetoond dat geen onregelmatigheid is gepleegd in verband met het betrokken vervoer. | (3) Der bürgende Verband hat die geforderten Beträge binnen drei Monaten nach dem Tage der Zahlungsaufforderung zu entrichten. Die entrichteten Beträge werden dem bürgenden Verband erstattet, wenn innerhalb von zwei Jahren nach dem Tage der Zahlungsaufforderung ein die Zollbehörden zufriedenstellender Nachweis erbracht worden ist, dass bei dem betreffenden Transport eine Unregelmäßigkeit nicht begangen wurde. |
HOOFDSTUK III | KAPITEL III |
VERVOER VAN GOEDEREN ONDER DEKKING VAN HET TIR-CARNET | WARENTRANSPORT MIT CARNETS TIR |
a) Goedkeuring van voertuigen en containers | a) Zulassung von Fahrzeugen und Behältern |
Artikel 12 | Artikel 12 |
Het bepaalde onder a) en b) van dit hoofdstuk vindt slechts toepassing op wegvoertuigen die, wat betreft bouw en inrichting, voldoen aan de voorwaarden omschreven in bijlage 2 bij deze Overeenkomst en die zijn goedgekeurd overeenkomstig de procedure omschreven in bijlage 3 bij deze Overeenkomst. Het certificaat van goedkeuring dient overeen te stemmen met het model in bijlage 4. | Die Abschnitte a und b dieses Kapitels gelten nur dann, wenn jedes Straßenfahrzeug hinsichtlich seiner Bauart und Ausrüstung den in Anlage 2 dieses Übereinkommens festgelegten Bedingungen entspricht und nach dem in Anlage 3 dieses Übereinkommens festgelegten Verfahren zugelassen worden ist. Das Verschlussanerkenntnis (die Zulassungsbescheinigung) hat dem Muster der Anlage 4 zu entsprechen. |
Artikel 13 | Artikel 13 |
1. Het bepaalde onder a) en b) van dit hoofdstuk vindt slechts toepassing op containers die zijn gebouwd overeenkomstig de voorwaarden omschreven bijlage 7, deel I, en die zijn goedgekeurd overeenkomstig de procedure omschreven in deel II van die bijlage. | (1) Die Abschnitte a und b dieses Kapitels gelten nur dann, wenn die Behälter nach den in Anlage 7 Teil I festgelegten Bedingungen gebaut und nach dem in Teil II der genannten Anlage festgelegten Verfahren zugelassen worden sind. |
2. Containers die voor het goederenvervoer onder douaneverzegeling zijn goedgekeurd in toepassing van de Douane-overeenkomst betreffende containers, 1956, van de hieruit voortgevloeide regelingen die zijn getroffen onder auspiciën van de Verenigde Naties, van de Douane-overeenkomst betreffende containers, 1972, of van internationale regelingen waarbij laatstbedoelde Overeenkomst wordt vervangen of gewijzigd, worden geacht te voldoen aan lid 1 van dit artikel en moeten, zonder nieuwe goedkeuring, worden aanvaard voor vervoer onder de TIR-regeling. | (2) Bei Behältern, die zum Warentransport unter Zollverschluss zugelassen sind in Übereinstimmung mit dem Zollabkommen über Behälter von 1956, den im Zusammenhang damit im Rahmen der Vereinten Nationen getroffenen Übereinkünften, dem Zollübereinkommen über Behälter von 1972 oder den gegebenenfalls dieses Übereinkommen ersetzenden oder ändernden internationalen Übereinkünften, ist davon auszugehen, dass sie den Vorschriften des Absatzes 1 entsprechen; sie sind ohne erneute Zulassung für den Transport im TIR-Verfahren anzuerkennen. |
Artikel 14 | Artikel 14 |
1. Iedere Overeenkomstsluitende Partij behoudt zich het recht voor om erkenning te weigeren van de geldigheid van de goedkeuring van wegvoertuigen of containers die niet voldoen aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen 12 en 13 hierboven. De Overeenkomstsluitende Partijen vermijden evenwel het vervoer op te houden wanneer de vastgestelde gebreken zo onbelangrijk zijn dat daardoor geen fraude kan ontstaan. | (1) Jede Vertragspartei behält sich das Recht vor, die Zulassung von Straßenfahrzeugen oder Behältern, die den Vorschriften der Artikel 12 und 13 nicht entsprechen, nicht als gültig anzuerkennen. Die Vertragsparteien werden jedoch eine Verzögerung der Beförderung vermeiden, wenn die festgestellten Mängel von geringer Bedeutung sind und keine Schmuggelgefahr besteht. |
2. Alvorens opnieuw te worden gebruikt voor goederenvervoer onder douaneverzegeling, moeten wegvoertuigen of containers die niet meer voldoen aan de voorwaarden op grond waarvan zij werden goedgekeurd, hetzij in de oorspronkelijke staat worden teruggebracht hetzij opnieuw worden goedgekeurd. | (2) Straßenfahrzeuge oder Behälter, die den für ihre Zulassung maßgebenden Bedingungen nicht mehr entsprechen, dürfen erst dann wieder zum Warentransport unter Zollverschluss verwendet werden, wenn ihr ursprünglicher Zustand wiederhergestellt oder das Fahrzeug bzw. der Behälter erneut zugelassen worden ist. |
b) Procedure voor het vervoer onder dekking van een TIR-carnet | b) Durchführung des Transports mit Carnets TIR |
Artikel 15 | Artikel 15 |
1. Er is geen bijzonder douanedocument vereist bij de tijdelijke invoer van het wegvoertuig, de vervoerscombinatie of de container, gebruikt voor het goederenvervoer onder de TIR-regeling. Voor het wegvoertuig, de vervoerscombinatie of de container wordt geen zekerheid geëist. | (1) Für die vorübergehende Einfuhr von Straßenfahrzeugen, Lastzügen oder Behältern, die für den Warentransport im TIR-Verfahren benutzt werden, ist kein besonderes Zolldokument erforderlich. Eine Sicherheitsleistung wird für die Straßenfahrzeuge, Lastzüge oder Behälter nicht gefordert. |
2. Lid 1 van dit artikel kan voor een Overeenkomstsluitende Partij geen beletsel vormen te eisen dat op het douanekantoor van bestemming de bij haar nationale regelgeving voorgeschreven formaliteiten worden vervuld om te waarborgen dat het wegvoertuig, de vervoerscombinatie of de container weer worden uitgevoerd wanneer de TIR-operatie is beëindigd. | (2) Absatz 1 hindert eine Vertragspartei nicht zu verlangen, dass die Bestimmungszollstelle die nach innerstaatlichem Recht vorgesehenen Förmlichkeiten vornimmt, um sicherzustellen, dass nach Abschluss des TIR-Versands das Straßenfahrzeug, der Lastzug oder Behälter wiederausgeführt wird. |
Artikel 16 | Artikel 16 |
Wanneer een TIR-vervoer plaatsvindt met een wegvoertuig of met een vervoerscombinatie, moet dit voertuig of deze vervoerscombinatie aan de voorzijde en aan de achterzijde zijn voorzien van een zelfde rechthoekige plaat met het opschrift „TIR”, waarvan de kenmerken in bijlage 5 bij deze Overeenkomst zijn omschreven. Deze platen moeten zodanig zijn aangebracht dat zij goed zichtbaar zijn. Zij moeten afneembaar zijn of op zodanige wijze zijn bevestigd of ontworpen dat zij kunnen worden omgedraaid, bedekt of gevouwen of op andere wijze kunnen aangeven dat het voertuig niet voor TIR-vervoer wordt gebruikt. | Straßenfahrzeuge oder Lastzüge, die einen TIR-Transport durchführen, müssen vorne und hinten eine rechteckige, den Merkmalen der Anlage 5 entsprechende Tafel mit der Aufschrift „TIR“ tragen. Diese Tafeln müssen so angebracht sein, dass sie gut sichtbar sind. Sie müssen abnehmbar sein oder so angebracht oder gestaltet sein, dass sie umgedreht, abgedeckt oder zusammengeklappt werden können oder es auf andere Weise erkennen lassen, dass kein TIR-Transport durchgeführt wird. |
Artikel 17 | Artikel 17 |
1. Voor elk wegvoertuig en voor elke container wordt een afzonderlijk TIR-carnet opgemaakt. Er kan evenwel worden volstaan met één enkel TIR-carnet voor een vervoerscombinatie of voor verschillende containers die op één wegvoertuig of op één vervoerscombinatie zijn geladen. In dat geval wordt de inhoud van ieder voertuig dat deel uitmaakt van de vervoerscombinatie, respectievelijk de inhoud van iedere container, afzonderlijk vermeld op het goederenmanifest van het TIR-carnet | (1) Für jedes Straßenfahrzeug oder jeden Behälter ist ein gesondertes Carnet TIR auszufertigen. Ein einzelnes Carnet kann aber für einen Lastzug oder für mehrere Behälter ausgefertigt werden, die auf einem einzigen Straßenfahrzeug oder einem Lastzug verladen sind. In einem solchen Fall muss in dem Warenmanifest des Carnet TIR der Inhalt jedes zu einem Lastzug gehörenden Fahrzeugs oder jedes Behälters gesondert aufgeführt sein. |
2. Het TIR-carnet is geldig voor slechts één reis. Het dient ten minste het aantal uitscheurbare stroken te bevatten dat voor het betrokken TIR-vervoer nodig is. | (2) Das Carnet TIR gilt nur für eine Fahrt. Es muss mindestens so viele abtrennbare Annahme- und Erledigungsabschnitte enthalten, wie für den betreffenden Transport erforderlich sind. |
Artikel 18 | Artikel 18 |
Voor een TIR-vervoer mogen er verscheidene douanekantoor van vertrek en van bestemming zijn, mits het totale aantal douanekantoren van vertrek en van bestemming niet meer dan vier bedraagt. Het TIR-carnet kan slechts worden aangeboden bij douanekantoren van bestemming indien alle douanekantoren van vertrek het TIR-carnet hebben ingeschreven. | Ein TIR-Transport darf über mehrere Abgangs- und Bestimmungszollstellen durchgeführt werden; die Gesamtzahl der Abgangs- und Bestimmungszollstellen darf jedoch vier nicht überschreiten. Das Carnet TIR darf bei den Bestimmungszollstellen erst vorgelegt werden, wenn es von allen Abgangszollstellen angenommen worden ist. |
Artikel 19 | Artikel 19 |
De goederen en het wegvoertuig, de vervoerscombinatie of de container worden met het TIR-carnet aangeboden op het douanekantoor van vertrek. De douaneautoriteiten van het land van vertrek nemen de nodige maatregelen om zich te overtuigen van de juistheid van het goederenmanifest, om de douaneverzegeling aan te brengen of om de douaneverzegeling te controleren die onder hun verantwoordelijkheid is aangebracht door daartoe gemachtigde personen. | Die Waren und das Straßenfahrzeug, der Lastzug oder der Behälter sind der Abgangszollstelle mit dem Carnet TIR vorzuführen. Die Zollbehörden des Ausgangslandes treffen die erforderlichen Maßnahmen, um sich von der Richtigkeit des Warenmanifests zu überzeugen und um die Zollverschlüsse anzulegen oder die unter ihrer Verantwortung von hierzu ermächtigten Personen angelegten Zollverschlüsse zu prüfen. |
Artikel 20 | Artikel 20 |
De douaneautoriteiten kunnen voor het over het grondgebied van hun land af te leggen traject een termijn vaststellen alsmede eisen dat het wegvoertuig, de vervoerscombinatie of de container een voorgeschreven route volgt. | Die Zollbehörden können für die Fahrt durch ihr Land eine Frist festsetzen und verlangen, dass das Straßenfahrzeug, der Lastzug oder der Behälter eine vorgeschriebene Fahrtstrecke einhält. |
Artikel 21 | Artikel 21 |
Bij ieder douanekantoor van doorgang alsmede op de douanekantoren van bestemming worden het wegvoertuig, de vervoerscombinatie of de container met de lading en het bijbehorende TIR-carnet ter controle aan de douaneautoriteiten aangeboden. | Das Straßenfahrzeug, der Lastzug oder der Behälter sind mit der Warenladung und dem zugehörigen Carnet TIR jeder Durchgangszollstelle und den Bestimmungszollstellen zur Kontrolle vorzuführen. |
Artikel 22 | Artikel 22 |
1. In de regel, tenzij de goederen worden gevisiteerd in toepassing van artikel 5, lid 2, aanvaarden de douaneautoriteiten van de douanekantoren van doorgang van iedere Overeenkomstsluitende Partij de douaneverzegeling van de andere Overeenkomstsluitende Partijen, mits deze verzegeling intact is. Bedoelde douaneautoriteiten kunnen evenwel hun eigen verzegeling eraan toevoegen, indien dit voor de controle noodzakelijk is. | (1) Die Durchgangszollstellen jeder Vertragspartei anerkennen in der Regel die von den Zollbehörden der anderen Vertragsparteien angelegten unverletzten Zollverschlüsse, es sei denn, dass eine Beschau der Waren nach Artikel 5 Absatz 2 vorgenommen wird. Die Zollbehörden können jedoch, wenn dies für die Kontrolle erforderlich ist, zusätzlich ihre eigenen Zollverschlüsse anlegen. |
2. De douaneverzegeling die aldus is aanvaard door een Overeenkomstsluitende Partij, geniet op het grondgebied van die Partij dezelfde juridische bescherming als de nationale verzegeling. | (2) Die von einer Vertragspartei so anerkannten Zollverschlüsse genießen in ihrem Gebiet den gleichen Rechtsschutz wie die nationalen Zollverschlüsse. |
Artikel 23 | Artikel 23 |
De douaneautoriteiten mogen slechts in uitzonderingsgevallen: | Die Zollbehörden dürfen nur in Ausnahmefällen |
— | op het grondgebied van hun land de wegvoertuigen, de vervoerscombinaties of de containers op kosten van de vervoerders doen begeleiden, | — | die Straßenfahrzeuge, Lastzüge oder Behälter in ihrem Land auf Kosten des Transportunternehmers begleiten lassen, |
— | de lading van de wegvoertuigen, de vervoerscombinaties of de containers onderweg controleren en visiteren. | — | unterwegs eine Kontrolle und eine Beschau der Warenladung der Straßenfahrzeuge, |
Artikel 24 | Lastzüge oder Behälter vornehmen. |
Indien de douaneautoriteiten onderweg of op een douanekantoor van doorgang de lading van een wegvoertuig, een vervoerscombinatie of een container visiteren, vermelden zij de opnieuw aangebrachte verzegeling, alsmede de aard van de verrichte controle, op de in hun land gebruikte stroken van het TIR-carnet, op de stam van deze stroken en op de stroken die in het carnet achterblijven. | Artikel 24 |
Artikel 25 | Nehmen die Zollbehörden eine Beschau der Warenladung eines Straßenfahrzeugs, eines Lastzugs oder eines Behälters bei einer Durchgangszollstelle oder unterwegs vor, so müssen sie auf den Carnet-TIR-Abschnitten, die in ihrem Land benutzt werden, auf den entsprechenden Stammblättern und auf den im Carnet TIR verbleibenden Abschnitten die neu angelegten Zollverschlüsse und die Art der durchgeführten Kontrollen vermerken. |
Indien een douaneverzegeling onderweg is verbroken in andere dan in de artikelen 24 en 35 bedoelde gevallen, of indien goederen zijn teloorgegaan of beschadigd zonder dat de verzegeling werd verbroken, wordt de in bijlage 1 bij deze Overeenkomst voor het gebruik van het TIR-carnet vastgestelde procedure gevolgd, zulks onverminderd de eventuele toepassing van de bepalingen van de nationale wetgevingen en wordt het proces-verbaal van bevinding opgemaakt dat zich in het TIR-carnet bevindt. | Artikel 25 |
Artikel 26 | Werden Zollverschlüsse in anderen als den in den Artikeln 24 und 35 genannten Fällen unterwegs verletzt oder werden Waren ohne Verletzung der Zollverschlüsse vernichtet oder beschädigt, so wird nach der in Anlage 1 enthaltenen Anleitung für die Verwendung des Carnet TIR verfahren und das im Carnet TIR enthaltene Protokoll aufgenommen; die innerstaatlichen Rechtsvorschriften bleiben unberührt. |
1. Wanneer het vervoer onder dekking van een TIR-carnet voor een gedeelte van het traject plaatsvindt over het grondgebied van een Staat die geen Partij is bij deze Overeenkomst, wordt het TIR-vervoer voor dat deel onderbroken. In dat geval aanvaarden de douaneautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partij over het grondgebied waarvan het vervoer vervolgens geschiedt het TIR-carnet voor de hervatting van het TIR-vervoer, mits de douaneverzegeling en/of de herkenningstekens intact zijn gebleven. Wanneer de douaneverzegeling niet intact is gebleven, kunnen de douaneautoriteiten het TIR-carnet aanvaarden voor de hervatting van het TIR-vervoer overeenkomstig de bepalingen van artikel 25. | Artikel 26 |
2. Dit geldt eveneens voor het gedeelte van het traject waarover het TIR-carnet niet door de houder van het carnet wordt gebruikt op het grondgebied van een Overeenkomstsluitende Partij, wegens het bestaan van eenvoudiger regelingen voor douanevervoer of wanneer gebruik van een douanevervoerregeling niet noodzakelijk is. | (1) Berührt ein Transport mit Carnet TIR auf einer Teilstrecke das Gebiet eines Staates, der nicht Vertragspartei dieses Übereinkommens ist, so wird der TIR-Transport während der Durchfahrt durch dieses Gebiet ausgesetzt. In einem solchen Fall erkennen die Zollbehörden der Vertragsparteien, durch deren Gebiet die Waren anschließend befördert werden, für die Fortsetzung des TIR-Transports das Carnet TIR an, sofern die Zollverschlüsse und/oder die Nämlichkeitszeichen unversehrt geblieben sind. Sind die Zollverschlüsse nicht unversehrt geblieben, so können die Zollbehörden das Carnet TIR für die Fortsetzung des TIR-Transports nach Artikel 25 anerkennen. |
3. In deze gevallen worden de douanekantoren waar het TIR-vervoer wordt onderbroken of hervat respectievelijk beschouwd als kantoren van doorgang bij uitgang of bij binnenkomst. | (2) Das Gleiche gilt für den Teil der Strecke, auf dem der Inhaber des Carnet TIR im Gebiet einer Vertragspartei das Carnet nicht verwendet, weil sich einfachere Verfahren für den Zollgutversand anbieten oder die Inanspruchnahme eines solchen Verfahrens nicht erforderlich ist. |
Artikel 27 | (3) In solchen Fällen gelten die Zollstellen, bei denen der TIR-Transport ausgesetzt oder wiederaufgenommen wird, als Durchgangszollstelle beim Ausgang bzw. Durchgangszollstelle beim Eingang. |
Behoudens de bepalingen van deze Overeenkomst, in het bijzonder artikel 18, kan een douanekantoor van bestemming dat oorspronkelijk als zodanig is aangewezen, door een ander douanekantoor van bestemming worden vervangen. | Artikel 27 |
Artikel 28 | Vorbehaltlich der Bestimmungen dieses Übereinkommens, insbesondere des Artikels 18, kann die ursprünglich angegebene Bestimmungszollstelle durch eine andere Bestimmungszollstelle ersetzt werden. |
1. De beëindiging van een TIR-operatie wordt onmiddellijk door de douaneautoriteiten gecertificeerd. De beëindiging van een TIR-operatie kan met of zonder voorbehoud worden gecertificeerd: wanneer de beëindiging is gecertificeerd met voorbehoud, dan moet dit gebaseerd zijn op feiten die verband houden met de TIR-operatie zelf. Deze feiten moeten duidelijk in het TIR-carnet worden vermeld. | Artikel 28 |
2. Wanneer goederen onder een andere douaneregeling zijn geplaatst of onder een ander systeem van douanetoezicht, behoeven de onregelmatigheden die onder deze andere douaneregeling of dit andere systeem van douanetoezicht kunnen zijn vastgesteld niet aan de houder van het TIR-carnet worden geweten in zijn hoedanigheid van houder of aan een namens hem optredende persoon. | (1) Die Beendigung eines TIR-Versands ist unverzüglich durch die Zollbehörden zu bescheinigen. Die Beendigung eines TIR-Versands kann unter Vorbehalt oder ohne Vorbehalt bescheinigt werden; wird die Beendigung unter Vorbehalt bescheinigt, so muss der Vorbehalt sich auf Tatsachen beziehen, die den TIR-Versand selbst betreffen. Diese Tatsachen sind auf dem Carnet TIR deutlich zu vermerken. |
c) Bepalingen betreffende het vervoer van zware of omvangrijke goederen | (2) Werden Waren einem anderen Zollverfahren oder einem anderen zollamtlichen Überwachungsverfahren zugeführt, so dürfen Zuwiderhandlungen im Rahmen dieses anderen Zollverfahrens oder dieses anderen zollamtlichen Überwachungsverfahrens dem Inhaber des Carnet TIR als solchem oder einer in seinem Namen handelnden Person nicht zugerechnet werden. |
Artikel 29 | c) Bestimmungen über den Transport außergewöhnlich schwerer oder sperriger Waren |
1. De bepalingen van dit deel zijn slechts van toepassing op het vervoer van zware of omvangrijke goederen, zoals omschreven in artikel 1, letter p), van deze Overeenkomst. | Artikel 29 |
2. Wanneer de bepalingen van dit deel van toepassing zijn, kan het vervoer van zware of omvangrijke goederen, indien de autoriteiten van het douanekantoor van vertrek zulks beslissen, geschieden met niet-verzegelde voertuigen of containers. | (1) Dieser Abschnitt gilt nur für den Transport von außergewöhnlich schweren oder sperrigen Waren im Sinne des Artikels 1 Buchstabe p. |
3. De bepalingen van dit deel zijn slechts van toepassing indien het, naar het oordeel van de autoriteiten van het douanekantoor van vertrek, mogelijk is de zware of omvangrijke goederen, alsmede, in voorkomend geval, het gelijktijdig vervoerde toebehoren, aan de hand van de omschrijving op eenvoudige wijze te identificeren, of ze te voorzien van douaneverzegelingen en/of herkenningstekens ten einde te verhinderen dat deze goederen worden verwisseld of dat er iets aan wordt onttrokken zonder dat daarvan duidelijke sporen achterblijven. | (2) Bei Anwendung dieses Abschnitts können außergewöhnlich schwere oder sperrige Waren je nach der Entscheidung der Abgangszollstelle mit Fahrzeugen oder Behältern ohne Zollverschluss befördert werden. |
Artikel 30 | (3) Dieser Abschnitt wird nur angewandt, wenn nach Ansicht der Abgangszollstelle die Nämlichkeit der außergewöhnlich schweren oder sperrigen Waren sowie des gegebenenfalls mitbeförderten Zubehörs sich an Hand einer vorhandenen Beschreibung ohne weiteres festhalten lässt oder sich diese Waren mit Zollverschlüssen oder Nämlichkeitszeichen versehen lassen, so dass sie weder ersetzt noch entfernt werden können, ohne eindeutige Spuren zu hinterlassen. |
Alle bepalingen van deze Overeenkomst waarvan niet wordt afgeweken door bijzondere bepalingen van dit deel, zijn van toepassing op het vervoer van zware of omvangrijke goederen onder de TIR-regeling. | Artikel 30 |
Artikel 31 | Alle Bestimmungen dieses Übereinkommens, von denen die besonderen Vorschriften dieses Abschnitts nicht abweichen, gelten auch für den Transport außergewöhnlich schwerer oder sperriger Waren im TIR-Verfahren. |
De aansprakelijkheid van de aansprakelijke organisatie heeft niet alleen betrekking op de goederen die in het TIR-carnet zijn vermeld, doch ook op de goederen die, hoewel zij niet in dat carnet zijn vermeld, aanwezig zijn op de laadvloer of bij de in het TIR-carnet vermelde goederen. | Artikel 31 |
Artikel 32 | Die Haftung des bürgenden Verbandes erstreckt sich nicht nur auf die im Carnet TIR angeführten Waren, sondern auch auf Waren, die zwar im Carnet TIR nicht angeführt sind, sich aber auf der Ladefläche oder zwischen den im Carnet TIR angeführten Waren befinden. |
Op de omslag en op alle stroken van het gebruikte TIR-carnet moet de aanduiding „zware of omvangrijke goederen” voorkomen in vette letters in de Engelse of de Franse taal. | Artikel 32 |
Artikel 33 | Das verwendete Carnet TIR muss auf dem Umschlag und auf allen Abschnitten in englischer oder französischer Sprache in hervorgehobenen Buchstaben den Vermerk „Außergewöhnlich schwere oder sperrige Waren“ tragen. |
De autoriteiten van het douanekantoor van vertrek kunnen eisen dat bij het TIR-carnet de paklijsten, foto's, tekeningen enz. worden gevoegd die nodig zijn voor de identificatie van de vervoerde goederen. In dat geval moeten deze stukken door de douaneautoriteiten worden gewaarmerkt, terwijl een exemplaar van deze stukken aan de binnenkant van de omslag van het TIR-carnet wordt gehecht; in alle manifesten van het carnet dient naar deze stukken te worden verwezen. | Artikel 33 |
Artikel 34 | Die Abgangszollstelle kann verlangen, dass Ladelisten, Fotografien, Pläne usw., die für die Nämlichkeitssicherung der beförderten Waren erforderlich sind, dem Carnet TIR beigefügt werden. In diesem Falle versieht sie diese Papiere mit ihrem Stempel, heftet je eine Ausfertigung auf der Rückseite des Carnet-TIR-Umschlagblatts an und vermerkt dies in allen Warenmanifesten. |
De autoriteiten van de douanekantoren van doorgang van elke Overeenkomstsluitende Partij aanvaarden de douaneverzegelingen en/of de herkenningstekens die zijn aangebracht door de bevoegde autoriteiten van de andere Overeenkomstsluitende Partijen. Zij kunnen hieraan echter andere verzegelingen en/of herkenningstekens toevoegen en vermelden deze nieuw aangebrachte verzegelingen en/of herkenningstekens op de in hun land te gebruiken stroken van het TIR-carnet, op de stam van deze stroken alsmede op de stroken die in het TIR-carnet achterblijven. | Artikel 34 |
Artikel 35 | Die Durchgangszollstellen jeder Vertragspartei erkennen die von den zuständigen Behörden der anderen Vertragsparteien angebrachten Zollverschlüsse und/oder Nämlichkeitszeichen an. Sie können jedoch zusätzlich Zollverschlüsse und/oder Nämlichkeitszeichen anbringen, müssen aber auf den in ihrem Land benutzten Carnet-TIR-Abschnitten, auf den entsprechenden Stammblättern und auf den im Carnet TIR verbleibenden Abschnitten die neu angebrachten Zollverschlüsse und/oder Nämlichkeitszeichen vermerken. |
Indien de douaneautoriteiten bij visitatie van de lading onderweg of op een douanekantoor van doorgang genoodzaakt zijn verzegelingen te verbreken en/of de herkenningstekens te verwijderen, vermelden zij de nieuw aangebrachte verzegelingen en/of herkenningstekens op de in hun land gebruikte stroken van het TIR-carnet, op de stam van deze stroken alsmede op de stroken die in het TIR-carnet achterblijven. | Artikel 35 |
HOOFDSTUK IV | Müssen die Zollbehörden bei einer Durchgangszollstelle oder unterwegs wegen einer Beschau der Warenladung Zollverschlüsse abnehmen oder Nämlichkeitszeichen entfernen, so vermerken sie auf den in ihrem Land benutzten Carnet-TIR-Abschnitten, auf den entsprechenden Stammblättern und auf den im Carnet TIR verbleibenden Abschnitten die neu angebrachten Zollverschlüsse und/oder Nämlichkeitszeichen. |
ONREGELMATIGHEDEN | KAPITEL IV |
Artikel 36 | UNREGELMÄßIGKEITEN |
Iedere inbreuk op de bepalingen van deze Overeenkomst stelt de overtreder in het land waar het strafbare feit is begaan, bloot aan de straffen volgens de wetgeving van dat land. | Artikel 36 |
Artikel 37 | Wer gegen die Bestimmungen dieses Übereinkommens verstößt, macht sich nach den Rechtsvorschriften des Landes strafbar, in dem die Zuwiderhandlung begangen wurde. |
Wanneer het niet mogelijk is vast te stellen op welk grondgebied een onregelmatigheid is begaan, dan wordt deze geacht te zijn begaan op het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partij waar zij is vastgesteld. | Artikel 37 |
Artikel 38 | Kann nicht ermittelt werden, wo die Unregelmäßigkeit begangen worden ist, so gilt sie als im Gebiet der Vertragspartei begangen, in dem sie festgestellt wird. |
1. Iedere Overeenkomstsluitende Partij heeft het recht iedere persoon die zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige inbreuken op de douanewetten en -reglementen betreffende het internationale vervoer van goederen, tijdelijk of definitief uit te sluiten van de toepassing van deze Overeenkomst. | Artikel 38 |
2. Van deze uitsluiting wordt binnen een week mededeling gedaan aan de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partij op het grondgebied waarvan de betrokkene is gevestigd of woont, alsmede aan de aansprakelijke organisatie van het land of douanegebied waar de inbreuk is gepleegd en aan het TIR-Uitvoerend Orgaan. | (1) Jede Vertragspartei ist berechtigt, eine Person, die sich einer schweren Zuwiderhandlung gegen die für den internationalen Warentransport geltenden Zollgesetze oder sonstigen Zollvorschriften schuldig gemacht hat, vorübergehend oder dauernd von den Erleichterungen dieses Übereinkommens auszuschließen. |
Artikel 39 | (2) Dieser Ausschluss ist den zuständigen Behörden der Vertragspartei, in deren Hoheitsgebiet die betreffende Person ihren Wohnsitz oder Geschäftssitz hat, dem (den) Verband (Verbänden) des Landes oder des Zollgebietes, in dem die Zuwiderhandlung begangen worden ist, und der TIR-Kontrollkommission innerhalb einer Woche mitzuteilen. |
Wanneer de TIR-operatie anderszins als regelmatig wordt beschouwd: | Artikel 39 |
1. | vermelden de Overeenkomstsluitende Partijen geen geringe afwijkingen van de vastgestelde termijn of de voorgeschreven route; | Wird die Durchführung eines TIR-Versands im Übrigen als vorschriftsmäßig anerkannt, so gilt Folgendes: |
2. | worden verschillen tussen de gegevens op het goederenmanifest van het TIR-carnet en de inhoud van het wegvoertuig, de vervoerscombinatie of de container niet beschouwd als inbreuken in de zin van deze Overeenkomst door de houder van het TIR-carnet, wanneer ten genoegen van de bevoegde autoriteiten wordt aangetoond dat deze verschillen niet zijn te wijten aan bewust of uit nalatigheid gemaakte fouten bij het laden of het verzenden van de goederen of bij het opmaken van het manifest. | 1. | Die Vertragsparteien lassen geringfügige Abweichungen bei der Erfüllung der mit der Frist und der Fahrtstrecke zusammenhängenden Verpflichtungen unberücksichtigt. |
Artikel 40 | 2. | Auch Abweichungen zwischen den im Warenmanifest des Carnet TIR enthaltenen Angaben und dem Inhalt des Straßenfahrzeugs, des Lastzugs oder des Behälters werden nicht als Zuwiderhandlungen des Carnet-TIR-Inhabers im Sinne dieses Übereinkommens betrachtet, wenn ein die zuständigen Behörden zufriedenstellender Nachweis erbracht wird, dass diese Abweichungen nicht auf Fehlern beruhen, die beim Verladen oder Versand der Waren oder beim Ausfüllen des Warenmanifests wissentlich oder fahrlässig begangen worden sind. |
De douaneautoriteiten van de landen van vertrek en van bestemming stellen de houder van het TIR-carnet niet verantwoordelijk voor verschillen die in die landen mochten worden vastgesteld, wanneer die verschillen betrekking hebben op douaneregelingen voor of na het TIR-vervoer waarbij de houder van het TIR-carnet niet was betrokken | Artikel 40 |
Artikel 41 | Die Zollverwaltungen des Abgangs- und Bestimmungslandes lasten gegebenenfalls dort festgestellte Abweichungen dem Carnet-TIR-Inhaber nicht an, wenn diese Abweichungen Zollverfahren betreffen, die vor oder nach einem TIR-Transport stattgefunden haben und an denen der Inhaber des Carnet nicht beteiligt war. |
Wanneer ten genoegen van de douaneautoriteiten is aangetoond dat de op het manifest van een TIR-carnet vermelde goederen door een ongeval of door overmacht zijn vernietigd of teloor gegaan of dat er tekorten zijn ontstaan die verband houden met de aard van die goederen, wordt ontheffing verleend van betaling van de normalerwijze verschuldigde rechten en heffingen. | Artikel 41 |
Artikel 42 | Ist ein die Zollbehörden zufriedenstellender Nachweis erbracht worden, dass die im Warenmanifest eines Carnet TIR aufgeführten Waren durch Unfall oder höhere Gewalt untergegangen oder unwiederbringlich verlorengegangen sind oder dass sie aufgrund ihrer Beschaffenheit durch natürlichen Schwund fehlen, so wird Befreiung von den üblicherweise zu erhebenden Zöllen und Abgaben gewährt. |
Op een met redenen omkleed verzoek van een Overeenkomstsluitende Partij verstrekken de bevoegde autoriteiten van de bij een TIR-vervoer betrokken Overeenkomstsluitende Partijen die Partij alle beschikbare gegevens die nodig zijn voor de toepassing van de artikelen 39, 40 en 41. | Artikel 42 |
Artikel 42 bis | Auf begründeten Antrag einer Vertragspartei hin erteilen ihr die zuständigen Behörden der Vertragsparteien, die durch einen TIR-Transport berührt sind, alle verfügbaren, für die Anwendung der Artikel 39, 40 und 41 erforderlichen Auskünfte. |
In nauwe samenwerking met de aansprakelijke organisaties, nemen de bevoegde autoriteiten alle nodige maatregelen om te zorgen voor een correct gebruik van de TIR-carnets. Zij kunnen te dien einde passende nationale en internationale controlemaatregelen nemen. De nationale controlemaatregelen die in dit verband door de bevoegde autoriteiten worden genomen worden onmiddellijk meegedeeld aan het TIR-Uitvoerend Orgaan dat erop toeziet dat deze in overeenstemming zijn met de bepalingen van de Overeenkomst. Internationale controlemaatregelen worden goedgekeurd door het Administratief Comité. | Artikel 42a |
Artikel 42 ter | Die zuständigen Behörden treffen in enger Zusammenarbeit mit den Verbänden alle erforderlichen Maßnahmen, um die ordnungsgemäße Verwendung der Carnets TIR sicherzustellen. Zu diesem Zweck können sie geeignete nationale und internationale Kontrollmaßnahmen treffen. Die von den zuständigen Behörden in diesem Zusammenhang getroffenen nationalen Kontrollmaßnahmen sind umgehend der TIR-Kontrollkommission mitzuteilen, die ihre Übereinstimmung mit dem Übereinkommen prüft. Internationale Kontrollmaßnahmen werden vom Verwaltungsausschuss beschlossen. |
De bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen verstrekken de gemachtigde organisaties de informatie die deze nodig hebben om de verbintenis na te komen als bedoeld in bijlage 9, deel 1, artikel 1, onder f) iii). | Artikel 42b |
In bijlage 10 zijn de gegevens vermeld die in bijzondere gevallen moeten worden verstrekt. | Die zuständigen Behörden der Vertragsparteien erteilen den zugelassenen Verbänden gegebenenfalls die Auskünfte, die sie benötigen, um ihrer nach Anlage 9 Teil I Absatz 1 Buchstabe f Ziffer iii eingegangenen Verpflichtung nachkommen zu können. |
HOOFDSTUK V | In Anlage 10 ist festgelegt, welche Auskünfte in besonderen Fällen zu erteilen sind. |
TOELICHTING | KAPITEL V |
Artikel 43 | ERLÄUTERUNGEN |
In de toelichting in de bijlagen 6 en 7, deel III, wordt uitlegging gegeven van enkele bepalingen van deze Overeenkomst en van de daarbij behorende bijlagen; zij bevat tevens enkele aanbevelingen | Artikel 43 |
HOOFDSTUK VI | Die Erläuterungen in Anlage 6 und Anlage 7 Teil III enthalten Auslegungen einiger Bestimmungen dieses Übereinkommens und seiner Anlagen. Sie geben auch einige empfohlene Praktiken wieder. |
DIVERSE BEPALINGEN | KAPITEL VI |
Artikel 44 | VERSCHIEDENES |
Iedere Overeenkomstsluitende Partij verleent aan de betrokken aansprakelijke organisaties faciliteiten wat betreft: | Artikel 44 |
a) | de overmaking van de deviezen die nodig zijn voor de betaling van de bedragen die door de autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen worden gevorderd op grond van artikel 8 van deze Overeenkomst, en | Jede Vertragspartei gewährt den beteiligten bürgenden Verbänden Erleichterungen für die Überweisung der erforderlichen Zahlungsmittel |
b) | de overmaking van de deviezen die nodig zijn voor de betaling van de TIR-carnets die aan de aansprakelijke organisaties worden gezonden door soortgelijke buitenlandse organisaties of de internationale organisaties. | a) | zur Entrichtung der Beträge, die von Behörden der Vertragsparteien aufgrund von Artikel 8 gefordert werden und |
Artikel 45 | b) | zur Bezahlung der Carnet-TIR-Vordrucke, die den bürgenden Verbänden von den mit ihnen in Verbindung stehenden ausländischen Verbänden oder von internationalen Organisationen zugesandt werden. |
Iedere Overeenkomstsluitende Partij draagt zorg voor de publicatie van een lijst van de douanekantoren van vertrek, van doorgang en van bestemming die zij voor TIR-operaties heeft aangewezen. Overeenkomstsluitende Partijen waarvan de grondgebieden aan elkaar grenzen wijzen in overleg tegenover elkaar gelegen grenskantoren aan en stellen hiervan de openingstijden vast. | Artikel 45 |
Artikel 46 | Jede Vertragspartei veröffentlicht ein Verzeichnis der zur Durchführung eines TIR-Versands zugelassenen Abgangszollstellen, Durchgangszollstellen und Bestimmungszollstellen. Benachbarte Vertragsparteien verständigen sich im gegenseitigen Einvernehmen über die entsprechenden Grenzzollstellen und deren Öffnungszeiten. |
1. Voor de in deze Overeenkomst vermelde douanewerkzaamheden behoeft geen vergoeding te worden betaald, tenzij deze werkzaamheden plaatsvinden buiten de dagen, uren en plaatsen die daarvoor gewoonlijk zijn vastgesteld. | Artikel 46 |
2. Voor zover mogelijk vergemakkelijken de Overeenkomstsluitende Partijen op de douanekantoren de douanewerkzaamheden met betrekking tot bederfelijke goederen. | (1) Für die in diesem Übereinkommen vorgesehenen Amtshandlungen der Zollbehörden werden keine Gebühren erhoben, es sei denn, dass die Amtshandlungen außerhalb der normalerweise hierfür vorgesehenen Tage, Stunden oder Orte stattfinden. |
Artikel 47 | (2) Die Vertragsparteien werden soweit wie möglich die Zollabfertigung leicht verderblicher Waren bei den Zollstellen erleichtern. |
1. Deze Overeenkomst vormt geen beletsel voor de toepassing van uit nationale bepalingen voortvloeiende beperkingen en controles om redenen van openbare zedelijkheid, openbare veiligheid, hygiëne of volksgezondheid, op veterinaire of fytopathologische overwegingen, en evenmin voor de heffing van bedragen die zijn verschuldigd uit hoofde van deze bepalingen. | Artikel 47 |
2. Deze Overeenkomst vormt geen beletsel voor de toepassing van andere nationale of internationale bepalingen die het vervoer regelen. | (1) Dieses Übereinkommen schließt weder die nach innerstaatlichen Vorschriften vorgesehenen Beschränkungen oder Kontrollen aus Gründen der öffentlichen Moral, öffentlichen Sicherheit, Hygiene oder öffentlichen Gesundheit sowie veterinärpolizeilichen oder pflanzenschutzrechtlichen Maßnahmen noch die Erhebung von Gebühren aus, die nach diesen Vorschriften zu erheben sind. |
Artikel 48 | (2) Dieses Übereinkommen steht der Anwendung anderer innerstaatlicher oder internationaler Vorschriften über den Transport nicht entgegen. |
Deze Overeenkomst vormt geen beletsel voor Overeenkomstsluitende Partijen die een douane-unie of economische unie vormen bijzondere voorschriften vast te stellen met betrekking tot het vervoer uit, naar of over hun grondgebied, mits deze voorschriften geen afbreuk doen aan de faciliteiten waarin deze Overeenkomst voorziet. | Artikel 48 |
Artikel 49 | Dieses Übereinkommen schließt nicht aus, dass Vertragsparteien, die eine Zoll- oder Wirtschaftsunion bilden, besondere Vorschriften für Warentransporte erlassen, die in ihren Gebieten beginnen, enden oder durch diese hindurchführen, vorausgesetzt, dass diese Vorschriften die in diesem Übereinkommen vorgesehenen Erleichterungen nicht einschränken. |
Deze Overeenkomst vormt geen beletsel voor de toepassing van ruimere faciliteiten die de Overeenkomstsluitende Partijen verlenen of zouden willen verlenen, hetzij op grond van unilaterale bepalingen, hetzij krachtens bilaterale of multilaterale overeenkomsten, mits de aldus verleende faciliteiten geen belemmering vormen voor de toepassing van deze Overeenkomst en in het bijzonder niet voor de TIR-operaties zelf. | Artikel 49 |
Artikel 50 | Dieses Übereinkommen steht der Anwendung weitergehender Erleichterungen, die die Vertragsparteien entweder durch einseitige Vorschriften oder im Rahmen zwei- oder mehrseitiger Übereinkommen gegenwärtig oder künftig gewähren, nicht entgegen, vorausgesetzt, dass die auf diese Weise gewährten Erleichterungen die Anwendung dieses Übereinkommens und insbesondere die Durchführung eines TIR-Versands nicht behindern. |
De Overeenkomstsluitende Partijen delen elkaar op verzoek de gegevens mede die nodig zijn voor de toepassing van deze Overeenkomst, met name gegevens over de goedkeuring van wegvoertuigen of containers alsmede technische gegevens over de bouw van deze voertuigen en containers. | Artikel 50 |
Artikel 51 | Auf Antrag erteilen die Vertragsparteien einander die für die Anwendung dieses Übereinkommens erforderlichen Auskünfte, insbesondere über die Zulassung der Straßenfahrzeuge und Behälter und deren Konstruktionsmerkmale. |
De bijlagen bij deze Overeenkomst maken deel uit van deze Overeenkomst. | Artikel 51 |
HOOFDSTUK VII | Die Anlagen dieses Übereinkommens sind Bestandteil des Übereinkommens. |
SLOTBEPALINGEN | KAPITEL VII |
Artikel 52 | SCHLUSSBESTIMMUNGE |
Ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring en toetreding | Artikel 52 |
1. Alle Staten die lid zijn van de Verenigde Naties, van een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties, van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie of die Partij zijn bij het Statuut van het Internationale Gerechtshof, alsmede iedere andere Staat die daartoe wordt uitgenodigd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, kunnen partij bij deze Overeenkomst worden: | Unterzeichnung, Ratifikation, Annahme, Genehmigung und Beitritt |
a) | door ondertekening zonder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, | (1) Alle Staaten, die Mitglieder der Vereinten Nationen oder einer ihrer Sonderorganisationen oder der Internationalen Atomenergie-Organisation oder Vertragsparteien des Statuts des Internationalen Gerichtshofes sind, sowie alle anderen von der Generalversammlung der Vereinten Nationen eingeladenen Staaten können Vertragsparteien dieses Übereinkommens werden, |
b) | door neerlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring na de Overeenkomst te hebben ondertekend onder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, of | a) | indem sie es ohne Vorbehalt der Ratifikation, Annahme oder Genehmigung unterzeichnen; |
c) | door neerlegging van een akte van toetreding. | b) | indem sie eine Ratifikations-, Annahme- oder Genehmigungsurkunde hinterlegen, nachdem sie es vorbehaltlich der Ratifikation, Annahme oder Genehmigung unterzeichnet haben oder |
2. Deze Overeenkomst staat van 1 januari 1976 tot en met 1 december 1976 op het kantoor van de Verenigde Naties te Genève open voor ondertekening door de Staten bedoeld in het eerste lid van dit artikel. Na deze datum staat zij open voor toetreding door deze Staten. | c) | indem sie eine Beitrittsurkunde hinterlegen. |
3. Douane-unies of economische unies kunnen eveneens, krachtens de leden 1 en 2, partij worden bij deze Overeenkomst tegelijk met al hun lidstaten of te allen tijde nadat al hun lidstaten Overeenkomstsluitende Partij zijn geworden bij deze Overeenkomst. Deze unies hebben evenwel geen stemrecht. | (2) Dieses Übereinkommen liegt für die in Absatz 1 genannten Staaten beim Büro der Vereinten Nationen in Genf vom 1. Januar 1976 bis einschließlich 31. Dezember 1976 zur Unterzeichnung auf. Danach liegt es für sie zum Beitritt auf. |
4. De akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding worden neergelegd bij de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties. | (3) Nach den Absätzen 1 und 2 können Zoll- und Wirtschaftsunionen zur gleichen Zeit wie alle ihre Mitgliedstaaten oder zu jedem beliebigen Zeitpunkt, nachdem alle ihre Mitgliedstaaten Vertragsparteien dieses Übereinkommens geworden sind, ebenfalls Vertragsparteien werden. Diese Unionen haben jedoch kein Stimmrecht. |
Artikel 53 | (4) Die Ratifikations-, Annahme-, Genehmigungs- oder Beitrittsurkunden werden beim Generalsekretär der Vereinten Nationen hinterlegt. |
Inwerkingtreding | Artikel 53 |
1. Deze Overeenkomst treedt in werking zes maanden na de datum waarop vijf van de Staten bedoeld in artikel 52, lid 1, deze Overeenkomst hebben ondertekend zonder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring of hun akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding hebben neergelegd. | Inkrafttreten |
2. Nadat vijf van de Staten bedoeld in artikel 52, lid 1, deze Overeenkomst hebben ondertekend zonder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring of hun akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding hebben neergelegd, treedt deze Overeenkomst voor alle nieuwe Overeenkomstsluitende Partijen in werking zes maanden na neerlegging van hun akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding. | (1) Dieses Übereinkommen tritt sechs Monate nach dem Tag in Kraft, an dem fünf der in Artikel 52 Absatz 1 genannten Staaten es ohne Vorbehalt der Ratifikation, Annahme oder Genehmigung unterzeichnet oder ihre Ratifikations-, Annahme-, Genehmigungs- oder Beitrittsurkunde hinterlegt haben. |
3. Elke akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding die is neergelegd na de inwerkingtreding van een wijziging van deze Overeenkomst wordt beschouwd te gelden voor de gewijzigde tekst van deze Overeenkomst. | (2) Nachdem fünf der in Artikel 52 Absatz 1 genannten Staaten das Übereinkommen ohne Vorbehalt der Ratifikation, Annahme oder Genehmigung unterzeichnet oder ihre Ratifikations-, Annahme-, Genehmigungs- oder Beitrittsurkunde hinterlegt haben, tritt es für alle neuen Vertragsparteien sechs Monate nach dem Tag in Kraft, an dem sie ihre Ratifikations-, Annahme-, Genehmigungs- oder Beitrittsurkunde hinterlegt haben. |
4. Iedere akte van deze aard die is neergelegd na aanvaarding van een wijziging maar voor de inwerkingtreding daarvan, wordt geacht te gelden voor de gewijzigde tekst van deze Overeenkomst op de datum waarop de wijziging in werking treedt. | (3) Jede Ratifikations-, Annahme-, Genehmigungs- oder Beitrittsurkunde, die nach dem Inkrafttreten einer Änderung dieses Übereinkommens hinterlegt wird, gilt als für dieses Übereinkommen in der geänderten Fassung hinterlegt. |
Artikel 54 | (4) Jede Urkunde dieser Art, die nach der Annahme einer Änderung, aber vor deren Inkrafttreten hinterlegt wird, gilt als am Tage des Inkrafttretens der Änderung für dieses Übereinkommen in der geänderten Fassung hinterlegt. |
Opzegging | Artikel 54 |
1. Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan deze Overeenkomst opzeggen door middel van een kennisgeving aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties. | Kündigung |
2. De opzegging wordt van kracht vijftien maanden na ontvangst van de kennisgeving door de Secretaris-generaal. | (1) Jede Vertragspartei kann dieses Übereinkommen durch Notifikation an den Generalsekretär der Vereinten Nationen kündigen. |
3. De geldigheid van TIR-carnets die zijn ingeschreven door het douanekantoor van vertrek voor de datum waarop de opzegging van kracht wordt, wordt niet beïnvloed door deze opzegging, en de garantie van de aansprakelijke organisaties blijft bestaan op de in deze Overeenkomst vastgelegde voorwaarden. | (2) Die Kündigung wird fünfzehn Monate nach Eingang der Notifikation beim Generalsekretär der Vereinten Nationen wirksam. |
Artikel 55 | (3) Die Gültigkeit der Carnets TIR, die vor dem Tage, an dem die Kündigung wirksam wird, von einer Abgangszollstelle angenommen worden sind, wird durch die Kündigung nicht berührt, und die Haftung der bürgenden Verbände nach den Bedingungen dieses Übereinkommens bleibt bestehen. |
Beëindiging | Artikel 55 |
Indien het aantal staten dat Overeenkomstsluitende Partij is na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst gedurende twaalf achtereenvolgende maanden minder dan vijf is, houdt deze Overeenkomst op van kracht te zijn na het verstrijken van die periode van twaalf maanden. | Außerkrafttreten |
Artikel 56 | Beträgt die Zahl der Staaten, die Vertragsparteien sind, nach Inkrafttreten dieses Übereinkommens während zwölf aufeinander folgenden Monaten weniger als fünf, so tritt dieses Übereinkommen am Ende dieses Zeitraums von zwölf Monaten außer Kraft. |
Beëindiging van de TIR-Overeenkomst, 1959 | Artikel 56 |
1. In de betrekkingen tussen de partijen bij deze Overeenkomst wordt de TIR-Overeenkomst, 1959, beëindigd en vervangen door de onderhavige Overeenkomst zodra deze in werking treedt. | Außerkraftsetzung des TIR-Übereinkommens von 1959 |
2. De certificaten van goedkeuring die voor wegvoertuigen en containers zijn afgegeven overeenkomstig de in de TIR-Overeenkomst, 1959, vastgelegde voorwaarden, worden, voor de periode waarin zij geldig zijn of gedurende de verlenging daarvan, voor het vervoer van goederen onder douaneverzegeling aanvaard door de partijen bij deze Overeenkomst, mits deze voertuigen en containers blijven voldoen aan de voorwaarden op grond waarvan zij oorspronkelijk werden goedgekeurd. | (1) Dieses Übereinkommen setzt mit seinem Inkrafttreten das TIR-Übereinkommen von 1959 in den Beziehungen zwischen den Vertragsparteien außer Kraft und tritt an dessen Stelle. |
Artikel 57 | (2) Die nach den Bedingungen des TIR-Übereinkommens von 1959 für Straßenfahrzeuge und Behälter ausgestellten Verschlussanerkenntnisse (Zulassungsbescheinigungen) werden von den Vertragsparteien dieses Übereinkommens für den Warentransport unter Zollverschluss innerhalb ihrer Gültigkeitsdauer oder unter Vorbehalt der Erneuerung anerkannt, sofern die Fahrzeuge und Behälter nach wie vor den Bedingungen entsprechen, unter denen sie ursprünglich zugelassen worden sind. |
Regeling van geschillen | Artikel 57 |
1. Ieder geschil tussen twee of meer Overeenkomstsluitende Partijen betreffende de uitlegging of toepassing van deze Overeenkomst wordt voor zover mogelijk geregeld door middel van onderhandelingen tussen de betrokken partijen of op een andere wijze. | Beilegung von Streitigkeiten |
2. Ieder geschil tussen twee of meer Overeenkomstsluitende Partijen betreffende de uitlegging of toepassing van deze Overeenkomst dat niet kan worden geregeld op de in lid 1 bedoelde wijze, wordt op verzoek van een van de partijen voorgelegd aan een arbitragehof dat als volgt wordt samengesteld: elk der bij het geschil betrokken partijen wijst een arbiter aan en deze arbiters wijzen nog een arbiter aan die voorzitter zal zijn. Indien een van de partijen, drie maanden na hiertoe een verzoek te hebben ontvangen, geen arbiter heeft aangewezen, of indien de arbiters geen voorzitter hebben kunnen kiezen, kan een van deze partijen de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties verzoeken de arbiter of de voorzitter van het arbitragehof aan te wijzen. | (1) Streitigkeiten zwischen zwei oder mehreren Vertragsparteien über die Auslegung oder Anwendung dieses Übereinkommens werden möglichst durch Verhandlungen zwischen ihnen oder auf andere Weise beigelegt. |
3. De beslissing van het overeenkomstig lid 2 samengestelde arbitragehof is bindend voor alle partijen bij het geschil. | (2) Streitigkeiten zwischen zwei oder mehreren Vertragsparteien über die Auslegung oder Anwendung dieses Übereinkommens, die nicht auf die in Absatz 1 vorgesehene Weise beigelegt werden können, werden auf Antrag einer von ihnen einem wie folgt zusammengesetzten Schiedsgericht vorgelegt: Jede der am Streitfall beteiligten Parteien ernennt einen Schiedsrichter, und diese Schiedsrichter ernennen einen weiteren Schiedsrichter als Schiedsgerichtsvorsitzenden. Hat eine der Parteien drei Monate nach Erhalt des Antrags noch keinen Schiedsrichter ernannt oder haben die Schiedsrichter noch keinen Vorsitzenden gewählt, so kann jede der Parteien den Generalsekretär der Vereinten Nationen ersuchen, einen Schiedsrichter oder den Schiedsgerichtsvorsitzenden zu ernennen. |
4. Het arbitragehof stelt zijn eigen procedureregels vast. | (3) Die Entscheidung des nach Absatz 2 gebildeten Schiedsgerichts ist für die am Streitfall beteiligten Parteien bindend. |
5. De beslissingen van het arbitragehof worden genomen met meerderheid van stemmen. | (4) Das Schiedsgericht beschließt seine eigene Geschäftsordnung. |
6. Iedere onenigheid die tussen de partijen bij het geschil zou kunnen ontstaan over de uitlegging en uitvoering van de uitspraak van het arbitragehof, kan door een van de partijen ter beslissing worden voorgelegd aan het arbitragehof dat de uitspraak heeft gedaan. | (5) Das Schiedsgericht entscheidet mit Stimmenmehrheit. |
Artikel 58 | (6) Jede Streitfrage, die sich zwischen den am Streitfall beteiligten Parteien wegen der Auslegung und Durchführung des Schiedsspruches ergeben sollte, kann von einer der Parteien dem Schiedsgericht, das den Spruch gefällt hat, zur Entscheidung vorgelegt werden. |
Punten van voorbehoud | Artikel 58 |
1. Iedere Staat kan bij ondertekening of bekrachtiging van dan wel bij toetreding tot deze Overeenkomst verklaren zich niet gebonden te achten door artikel 57, leden 2 tot en met 6, van deze Overeenkomst. De andere Overeenkomstsluitende Partijen zijn door het bepaalde in deze leden niet gebonden tegenover iedere Overeenkomstsluitende Partij die een zodanig voorbehoud heeft gemaakt. | Vorbehalte |
2. Iedere Overeenkomstsluitende Partij die een voorbehoud heeft gemaakt overeenkomstig het bepaalde in lid 1, kan dit voorbehoud te allen tijde intrekken door middel van een kennisgeving aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties. | (1) Jeder Staat kann bei der Unterzeichnung oder Ratifikation dieses Übereinkommens oder bei seinem Beitritt erklären, dass er sich an die Absätze 2 bis 6 des Artikels 57 des Übereinkommens nicht gebunden fühlt. Die anderen Vertragsparteien sind gegenüber jeder Vertragspartei, die einen solchen Vorbehalt macht, an diese Absätze nicht gebunden. |
3. Met uitzondering van het in lid 1 bedoelde voorbehoud, is geen enkel voorbehoud ten aanzien van deze Overeenkomst toegestaan. | (2) Jede Vertragspartei, die einen Vorbehalt nach Absatz 1 macht, kann ihn durch die Notifikation an den Generalsekretär der Vereinten Nationen jederzeit zurücknehmen. |
Artikel 58 bis | (3) Abgesehen von den Vorbehalten nach Absatz 1 ist gegenüber diesem Übereinkommen kein Vorbehalt zulässig. |
Administratief Comité | Artikel 58a |
Er wordt een Administratief Comité opgericht, bestaande uit alle Overeenkomstsluitende Partijen. De samenstelling, functies en het reglement van orde van dit comité zijn opgenomen in bijlage 8. | Verwaltungsausschuss |
Artikel 58 ter | Es wird ein aus allen Vertragsparteien bestehender Verwaltungsausschuss eingerichtet. Seine Zusammensetzung, seine Aufgaben und seine Geschäftsordnung sind in Anlage 8 aufgeführt. |
TIR-Uitvoerend Orgaan | Artikel 58b |
Het Administratief Comité richt een TIR-Uitvoerend Orgaan op als hulporgaan dat, namens het Comité, taken zal uitvoeren die hem krachtens de Overeenkomst en door het Comité zijn opgedragen. De samenstelling, functies en het reglement van orde van het TIR-Uitvoerend Orgaan zijn opgenomen in bijlage 8. | TIR-Kontrollkommission |
Artikel 59 | Der Verwaltungsausschuss richtet als nachgeordnetes Organ eine TIR-Kontrollkommission ein, die in seinem Namen die ihr durch das Übereinkommen und den Ausschuss übertragenen Aufgaben erfüllt. Ihre Zusammensetzung, ihre Aufgaben und ihre Geschäftsordnung sind in Anlage 8 aufgeführt. |
Procedure van wijziging van deze Overeenkomst | Artikel 59 |
1. Deze Overeenkomst, met inbegrip van de bijlagen, kan worden gewijzigd op voorstel van een Overeenkomstsluitende Partij overeenkomstig de procedure waarin dit artikel voorziet. | Verfahren zur Änderung dieses Übereinkommens |
2. Iedere op deze Overeenkomst voorgestelde wijziging wordt onderzocht door het Administratief Comité dat is samengesteld uit alle Overeenkomstsluitende Partijen overeenkomstig het in bijlage 8 opgenomen reglement van orde. Iedere wijziging van die aard, die is onderzocht of uitgewerkt tijdens de bijeenkomst van het Administratief Comité en door dit Comité is aangenomen met een meerderheid van twee derde van de aanwezige leden die hun stem uitbrengen, wordt door de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties aan de Overeenkomstsluitende Partijen voor aanvaarding medegedeeld. | (1) Dieses Übereinkommen kann mit seinen Anlagen auf Vorschlag einer Vertragspartei nach dem in diesem Artikel vorgesehenen Verfahren geändert werden. |
3. Behoudens het bepaalde in artikel 60, treedt iedere voorgestelde wijziging, die overeenkomstig het voorgaande lid is medegedeeld, voor alle Overeenkomstsluitende Partijen in werking drie maanden na de periode van twaalf maanden volgende op de datum waarop de mededeling is gedaan, tenzij een Staat die in die periode Overeenkomstsluitende Partij is, bij de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties bezwaar tegen de voorgestelde wijziging heeft gemaakt. | (2) Jeder Vorschlag für eine Änderung dieses Übereinkommens wird vom Verwaltungsausschuss geprüft, der sich gemäß der Geschäftsordnung in Anlage 8 aus allen Vertragsparteien zusammensetzt. Jeder derartige auf der Sitzung des Verwaltungsausschusses geprüfte oder ausgearbeitete und vom Ausschuss mit einer Zweidrittelmehrheit seiner anwesenden und abstimmenden Mitglieder angenommene Änderungsvorschlag wird den Vertragsparteien durch den Generalsekretär der Vereinten Nationen zur Annahme mitgeteilt. |
4. Indien overeenkomstig lid 3 bezwaar is gemaakt tegen de voorgestelde wijziging, wordt de wijziging geacht niet te zijn aanvaard en wordt deze niet van kracht. | (3) Jeder nach Absatz 2 mitgeteilte Änderungsvorschlag tritt vorbehaltlich der Bestimmungen von Artikel 60 für alle Vertragsparteien drei Monate nach Ablauf einer Frist von zwölf Monaten nach dem Datum der Mitteilung in Kraft, wenn während dieser Frist kein Staat, der Vertragspartei ist, dem Generalsekretär der Vereinten Nationen einen Einwand gegen den Änderungsvorschlag notifiziert hat. |
Artikel 60 | (4) Ist nach Absatz 3 ein Einwand gegen einen Änderungsvorschlag notifiziert worden, so gilt die Änderung als nicht angenommen und bleibt ohne jede Wirkung. |
Bijzondere procedure voor het wijzigen van de bijlagen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 | Artikel 60 |
1. Ieder voorstel tot wijziging van de bijlagen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 die is onderzocht overeenkomstig artikel 59, leden 1 en 2, treedt in werking op de datum die het Administratief Comité bij het aannemen van de wijziging vaststelt, tenzij op een tegelijkertijd door het Administratief Comité vast te stellen eerdere datum een vijfde van de Staten die Overeenkomstsluitende Partij zijn of, indien dit minder is, vijf Staten die Overeenkomstsluitende Partij zijn, de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties ervan in kennis hebben gesteld dat zij bezwaar maken tegen de wijziging. De in dit lid bedoelde data worden door het Administratief Comité vastgesteld met een meerderheid van twee derde van de aanwezige leden die hun stem uitbrengen. | Sonderverfahren zur Änderung der Anlagen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 und 10 |
2. Een wijziging die is aangenomen overeenkomstig de in lid 1 bedoelde procedure, treedt, zodra zij van kracht wordt, voor alle Overeenkomstsluitende Partijen in de plaats van de vroegere bepaling of bepalingen waarop zij betrekking heeft. | (1) Jeder nach Artikel 59 Absätze 1 und 2 geprüfte Vorschlag für eine Änderung der Anlagen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 und 10 tritt an dem Tag in Kraft, den der Verwaltungsausschuss bei Annahme des Vorschlages festsetzt, es sei denn, dass zu einem früheren Zeitpunkt, den der Verwaltungsausschuss bei gleicher Gelegenheit festsetzt, ein Fünftel der Staaten, die Vertragsparteien sind, oder fünf dieser Staaten — je nachdem, welche Zahl geringer ist — dem Generalsekretär der Vereinten Nationen notifizieren, dass sie Einwände gegen die Änderung erheben. Die in diesem Absatz erwähnten Daten setzt der Verwaltungsausschuss mit einer Zweidrittelmehrheit seiner anwesenden und abstimmenden Mitglieder fest. |
Artikel 61 | (2) Die gemäß Absatz 1 angenommene Änderung tritt bei ihrem Inkrafttreten für alle Vertragsparteien an die Stelle aller bisherigen Bestimmungen, auf die sie sich bezieht. |
Verzoeken, mededelingen en bezwaren | Artikel 61 |
De Secretaris-generaal van de Verenigde Naties geeft alle Overeenkomstsluitende Partijen en alle staten bedoeld in artikel 52, lid 1, van deze Overeenkomst kennis van ieder verzoek, mededeling of bezwaar overeenkomstig de artikelen 59 en 60 en van het tijdstip waarop een wijziging van kracht wordt. | Ersuchen, Mitteilungen und Einwände |
Artikel 62 | Der Generalsekretär der Vereinten Nationen unterrichtet alle Vertragsparteien und alle in Artikel 52 Absatz 1 bezeichneten Staaten von allen Ersuchen, Mitteilungen und Einwänden aufgrund der Artikel 59 und 60 und vom Datum des Inkrafttretens einer Änderung. |
Herzieningsconferentie | Artikel 62 |
1. Iedere Staat die Overeenkomstsluitende Partij is, kan door middel van een kennisgeving aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties verzoeken om bijeenroeping van een conferentie met het doel deze Overeenkomst te herzien. | Revisionskonferenz |
2. Een herzieningsconferentie, waarvoor alle Overeenkomstsluitende Partijen en alle in artikel 52, lid 1, bedoelde staten worden uitgenodigd, wordt bijeengeroepen door de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties indien, binnen zes maanden na verzending van de kennisgeving door de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties, ten minste een vierde van de Staten die Overeenkomstsluitende Partij zijn hem mededelen dat zij met het verzoek instemmen. | (1) Ein Staat, der Vertragspartei ist, kann durch Notifikation an den Generalsekretär der Vereinten Nationen die Einberufung einer Konferenz zur Revision dieses Übereinkommens verlangen. |
3. Een herzieningsconferentie waarvoor alle Overeenkomstsluitende Partijen en alle in artikel 52, lid 1, bedoelde staten worden uitgenodigd, wordt eveneens bijeengeroepen door de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties nadat het Administratief Comité daartoe een verzoek heeft ingediend. Het besluit een dergelijk verzoek in te dienen, wordt door het Administratief Comité genomen met een meerderheid van de aanwezige leden die hun stem uitbrengen. | (2) Eine Revisionskonferenz, zu der alle Vertragsparteien und alle in Artikel 52 Absatz 1 bezeichneten Staaten eingeladen werden, wird vom Generalsekretär der Vereinten Nationen einberufen, wenn innerhalb von sechs Monaten nach dem Datum, an dem der Generalsekretär der Vereinten Nationen die Notifikation vorgenommen hat, mindestens ein Viertel der Staaten, die Vertragsparteien sind, ihm ihr Einverständnis mit dem Ersuchen mitteilt. |
4. Indien een conferentie wordt bijeengeroepen in toepassing van de leden 1 of 3, deelt de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties dit mede aan alle Overeenkomstsluitende Partijen en nodigt hij hen uit om binnen drie maanden de voorstellen in te dienen die zij aan de conferentie willen voorleggen. De Secretaris-generaal van de Verenigde Naties doet alle Overeenkomstsluitende Partijen een voorlopige agenda van de conferentie alsmede de tekst van bedoelde voorstellen toekomen ten minste drie maanden voordat de conferentie wordt geopend. | (3) Eine Revisionskonferenz, zu der alle Vertragsparteien und alle in Artikel 52 Absatz 1 bezeichneten Staaten eingeladen werden, wird vom Generalsekretär der Vereinten Nationen auch dann einberufen, wenn der Verwaltungsausschuss ein diesbezügliches Ersuchen notifiziert hat. Der Verwaltungsausschuss entscheidet mit der Mehrheit seiner anwesenden und abstimmenden Mitglieder, ob ein solches Ersuchen an den Generalsekretär der Vereinten Nationen gerichtet werden soll. |
Artikel 63 | (4) Wird eine Konferenz nach Absatz 1 oder Absatz 3 einberufen, so unterrichtet der Generalsekretär der Vereinten Nationen alle Vertragsparteien entsprechend und fordert sie auf, innerhalb von drei Monaten die Vorschläge vorzulegen, die auf der Konferenz geprüft werden sollen. Der Generalsekretär der Vereinten Nationen übermittelt allen Vertragsparteien mindestens drei Monate vor Beginn der Konferenz die vorläufige Tagesordnung und den Wortlaut dieser Vorschläge. |
Kennisgevingen | Artikel 63 |
Behalve van de kennisgevingen en mededelingen bedoeld in de artikelen 61 en 62, doet de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties alle in artikel 52 bedoelde staten kennisgeving van: | Notifikationen |
a) | de ondertekeningen, bekrachtigingen, aanvaardingen, goedkeuringen en toetredingen krachtens artikel 52; | Außer den Notifikationen und Mitteilungen nach den Artikeln 61 und 62 notifiziert der Generalsekretär der Vereinten Nationen allen in Artikel 52 bezeichneten Staaten |
b) | de data van inwerkingtreding van deze Overeenkomst krachtens artikel 53; | a) | die Unterzeichnungen, Ratifikationen, Annahmen, Genehmigungen und Beitritte nach Artikel 52; |
c) | de opzeggingen krachtens artikel 54; | b) | die Zeitpunkte des Inkrafttretens dieses Übereinkommens nach Artikel 53; |
d) | de beëindiging van deze Overeenkomst krachtens artikel 55; | c) | die Kündigungen nach Artikel 54; |
e) | elk voorbehoud krachtens artikel 58. | d) | das Außerkrafttreten dieses Übereinkommens nach Artikel 55; |
Artikel 64 | e) | die Vorbehalte nach Artikel 58. |
Authentieke tekst | Artikel 64 |
Na 31 december 1976 wordt het originele exemplaar van deze Overeenkomst neergelegd bij de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties, die hiervan voor eensluidend gewaarmerkte afschriften doet toekomen aan iedere Overeenkomstsluitende Partij alsmede aan iedere Staat bedoeld in artikel 52, lid 1, die geen Overeenkomstsluitende Partij is. | Verbindliche Wortlaute |
TEN BLIJKE WAARVAN de daartoe gemachtigde ondergetekenden deze Overeenkomst hebben ondertekend. | Nach dem 31. Dezember 1976 wird die Urschrift dieses Übereinkommens beim Generalsekretär der Vereinten Nationen hinterlegt, der allen Vertragsparteien und allen in Artikel 52 Absatz 1 bezeichneten Staaten, die keine Vertragsparteien sind, beglaubigte Abschriften übersendet. |
GEDAAN te Genève op veertien november negentienhonderd vijfenzeventig, in een enkel exemplaar, in de Engelse, de Franse en de Russische taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek. | ZU URKUND DESSEN haben die hierzu gehörig befugten Unterzeichneten dieses Übereinkommen unterschrieben. |
| GESCHEHEN zu Genf am vierzehnten November neunzehnhundertfünfundsiebzig in einer Urschrift in englischer, französischer und russischer Sprache, wobei jeder Wortlaut gleichermaßen verbindlich ist. |
BIJLAGE 1 | |
MODEL VAN HET TIR-CARNET | ANLAGE 1 |
Versie 1 | MUSTER DES CARNET TIR |
1. Het TIR-carnet wordt gedrukt in de Franse taal, met uitzondering van bladzijde 1 van de omslag waarvan de rubrieken eveneens in de Engelse taal zijn gedrukt; de „Voorschriften voor het gebruik van het TIR-carnet” die op bladzijde 2 van de omslag in de Franse taal zijn gedrukt, zijn op bladzijde 3 van de omslag in de Engelse taal gedrukt. Het „proces-verbaal van bevinding” kan zo nodig op de achterkant in een andere taal worden gedrukt. | Muster 1 |
2. De carnets die in het kader van een regionale garantieketen voor TIR-operaties worden gebruikt kunnen worden gedrukt in een van de officiële talen van de Organisatie van de Verenigde Naties, behoudens bladzijde 1 van de omslag, waarvan de rubrieken ook in het Engels of in het Frans worden gedrukt. De „Voorschriften voor het gebruik van het TIR-carnet” bevinden zich op bladzijde 2 van de omslag in de gebruikte officiële taal van de Organisatie van de Verenigde Naties alsmede in het Engels of in het Frans op bladzijde 3 van die omslag. | 1. Das Carnet TIR ist in französischer Sprache gedruckt, abgesehen von Seite 1 des Umschlags, deren Angaben auch in englischer Sprache wiedergegeben sind. Die „Anleitung für die Verwendung des Carnet TIR“ erscheint in englischer Sprache auf Seite 3 des Umschlags. Je nach Bedarf kann das „Protokoll“ auf seiner Rückseite auch in einer anderen Sprache als Französisch abgefasst sein. |
Versie 2 | 2. Die für einen TIR-Versand im Rahmen einer regionalen Bürgschaftskette verwendeten Carnets können in einer Amtssprache der Organisation der Vereinten Nationen gedruckt werden, abgesehen von Seite 1 des Umschlags, deren Angaben auch in englischer oder französischer Sprache wiedergegeben sind. Die „Anleitung für die Verwendung des Carnet TIR“ erscheint in der verwendeten Amtssprache der Vereinten Nationen auf Seite 2 und in englischer oder französischer Sprache auf Seite 3 des Umschlags. |
3. Voor het vervoer van tabak en alcohol waarvoor een hoger garantiebedrag kan worden geëist van de aansprakelijke organisaties, overeenkomstig punt 0.8.3 van de Toelichting in bijlage 6, moeten de douaneautoriteiten eisen dat de omslag en alle stroken van de TIR-carnets duidelijk zijn voorzien van de vermelding „TABAC/ALCOOL” en „TOBACCO/ALCOHOL”. Deze carnets moeten bovendien, ten minste in het Engels en in het Frans, op een afzonderlijk blad dat na bladzijde 2 van de omslag wordt ingevoegd, nadere gegevens bevatten over de categorieën tabak en alcohol waarvoor de garantie geldt. | Muster 2 |
Model van het TIR-carnet: | 3. Für die Beförderung von Tabakwaren und Alkohol, für die vom bürgenden Verband nach Anlage 6 Erläuterung 0.8.3 eine erhöhte Sicherheitsleistung verlangt werden kann, fordern die Zollbehörden Carnets TIR mit gut lesbarem Aufdruck „TABAC/ALCOOL“ und „TOBACCO/ALCOHOL“ auf dem Umschlagblatt und allen weiteren Abschnitten. Zusätzlich sind auf einem gesonderten Blatt, das nach Seite 2 des Carnet-TIR-Umschlagblatts einzufügen ist, zu den Tabak- und Branntweinerzeugnissen, für die die Sicherheit geleistet wurde, nähere Angaben — zumindest in englischer und französischer Sprache — zu machen. |
VERSIE 1 | Muster des Carnet TIR: |
Model van het TIR-carnet: | MUSTER 1 |
VERSIE 1 | Muster des Carnet TIR: |
Model van het TIR-carnet: | MUSTER 1 |
VERSIE 1 | Muster des Carnet TIR: |
Model van het TIR-carnet: | MUSTER 1 |
VERSIE 1 | Muster des Carnet TIR: |
Model van het TIR-carnet: | MUSTER 1 |
VERSIE 1 | Muster des Carnet TIR: |
Model van het TIR-carnet: | MUSTER 1 |
VERSIE 1 | Muster des Carnet TIR: |
Model van het TIR-carnet: | MUSTER 1 |
VERSIE 2 | Muster des Carnet TIR: |
Model van het TIR-carnet: | MUSTER 2 |
VERSIE 2 | Muster des Carnet TIR: |
Model van het TIR-carnet: | MUSTER 2 |
VERSIE 2 | Muster des Carnet TIR: |
Model van het TIR-carnet: | MUSTER 2 |
VERSIE 2 | Muster des Carnet TIR: |
Model van het TIR-carnet: | MUSTER 2 |
VERSIE 2 | Muster des Carnet TIR: |
Model van het TIR-carnet: | MUSTER 2 |
VERSIE 2 | Muster des Carnet TIR: |
Model van het TIR-carnet: | MUSTER 2 |
VERSIE 2 | Muster des Carnet TIR: |
BIJLAGE 2 | MUSTER 2 |
REGLEMENT HOUDENDE TECHNISCHE VOORWAARDEN VOOR WEGVOERTUIGEN DIE KUNNEN WORDEN TOEGELATEN TOT HET INTERNATIONALE VERVOER VAN GOEDEREN ONDER DOUANEVERZEGELING | ANLAGE 2 |
Artikel 1 | VORSCHRIFTEN ÜBER DIE TECHNISCHEN BEDINGUNGEN FÜR STRASSENFAHRZEUGE, DIE FÜR DEN INTERNATIONALEN WARENTRANSPORT UNTER ZOLLVERSCHLUSS ZUGELASSEN WERDEN KÖNNEN |
Grondbeginselen | Artikel 1 |
Voor het internationale vervoer van goederen onder douaneverzegeling kunnen alleen voertuigen worden goedgekeurd waarvan de laadruimte zodanig is gebouwd en ingericht dat: | Grundsätze |
a) | goederen niet aan het verzegelde gedeelte van het voertuig kunnen worden onttrokken of erin gebracht, zonder dat dit zichtbare sporen van braak nalaat of zonder dat de douaneverzegeling wordt verbroken; | Für den internationalen Warentransport unter Zollverschluss werden nur Fahrzeuge zugelassen, deren Laderäume so gebaut und eingerichtet sind, dass |
b) | douaneverzegelingen op eenvoudige en doeltreffende wijze kunnen worden aangebracht; | a) | dem zollamtlich verschlossenen Teil der Fahrzeuge keine Waren entnommen oder in ihn hineingebracht werden können, ohne sichtbare Spuren des Aufbrechens zu hinterlassen oder den Zollverschluss zu verletzen; |
c) | de containers geen geheime bergplaats hebben waarin goederen kunnen worden verborgen; | b) | Zollverschlüsse auf einfache und wirksame Weise angebracht werden können; |
d) | alle ruimten die goederen kunnen bevatten, gemakkelijk door de douane kunnen worden gevisiteerd. | c) | sie keine Verstecke enthalten, in denen Waren verborgen werden können; |
Artikel 2 | d) | alle zur Aufnahme von Waren geeigneten Räume für die Zollkontrolle leicht zugänglich sind. |
Bouw van de laadruimte | Artikel 2 |
1. Om te voldoen aan de voorschriften in artikel 1 van dit reglement: | Bauart des Laderaums |
a) | moeten de samenstellende delen van de laadruimte (wanden, vloer, deuren, dak, stijlen, frames, dwarsbalken enz.) zijn samengevoegd hetzij door verbindingsmiddelen die niet van de buitenkant kunnen worden verwijderd en opnieuw worden aangebracht zonder dat dit zichtbare sporen nalaat, hetzij volgens methoden die van deze delen een eenheid maken die niet kan worden veranderd zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. Indien de wanden, de vloer, de deuren en het dak uit verschillende delen zijn samengesteld, moeten deze delen voldoen aan dezelfde voorschriften en voldoende stevig zijn; | (1) Damit die Behälter den Bestimmungen des Artikels 1 dieser Vorschriften entsprechen, gilt Folgendes: |
b) | moeten de deuren en alle andere sluitsystemen (met inbegrip van kranen, mangaten, flenzen enz.) een inrichting omvatten waarop douaneverzegelingen kunnen kan worden aangebracht. Deze inrichting mag niet van buitenaf kunnen worden verwijderd en opnieuw aangebracht zonder dat dit zichtbare sporen nalaat, en moet zodanig zijn dat de deur of sluiting niet kan worden geopend zonder dat de douaneverzegelingen worden verbroken. Openslaande daken zijn toegestaan; | a) | Die Bestandteile des Laderaums (Wände, Boden, Türen, Dach, Pfosten, Rahmen, Querträger usw.) müssen entweder durch Vorrichtungen, die von außen nicht entfernt und wieder angebracht werden können, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen, oder durch eine Konstruktion zusammengefügt sein, die ohne Hinterlassung sichtbarer Spuren nicht verändert werden kann. Bestehen Wände, Boden, Türen und Dach aus verschiedenen Bauteilen, so müssen diese den gleichen Erfordernissen entsprechen und genügend widerstandsfähig sein; |
c) | moeten de ventilatie- en afvloeiingsopeningen zijn voorzien van een inrichting die toegang tot de laadruimte verhindert. Deze inrichting mag niet van buitenaf kunnen worden verwijderd en opnieuw aangebracht zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. | b) | Türen und alle anderen Abschlusseinrichtungen (einschließlich Hähne, Mannlochdeckel, Flanschen usw.) müssen mit einer Vorrichtung versehen sein, an der ein Zollverschluss angebracht werden kann. Diese Vorrichtung muss so beschaffen sein, dass sie von außen nicht entfernt und wieder angebracht werden kann, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen, und die Tür oder Abschlusseinrichtung nicht geöffnet werden kann, ohne den Zollverschluss zu verletzen. Schiebedächer sind zulässig; |
2. Niettegenstaande artikel 1, onder c), van dit reglement zijn samenstellende delen van de laadruimte die om praktische redenen lege ruimten moeten bevatten (bij voorbeeld tussen de schotten van een dubbele wand) toegestaan. Om te voorkomen dat deze ruimten worden gebruikt om goederen te verbergen: | c) | Lüftungs- und Abflussöffnungen sind mit einer Vorrichtung zu versehen, die den Zugang zum Innern des Laderaums verhindert. Diese Vorrichtung muss so beschaffen sein, dass sie von außen nicht entfernt und wieder angebracht werden kann, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen. |
i) | moet, indien de binnenbekleding van de ruimte de wand helemaal van vloer tot dak bedekt of, in andere gevallen, indien de ruimte aanwezig tussen deze bekleding en de buitenwand geheel dicht is, deze bekleding op zodanige wijze zijn aangebracht dat deze niet kan worden verwijderd en opnieuw worden aangebracht zonder dat dit zichtbare sporen nalaat; en | (2) Ungeachtet des Artikels 1 Buchstabe c dieser Vorschriften sind Laderaumbestandteile, die aus praktischen Gründen Hohlräume enthalten müssen (z. B. zwischen den Wandungen von Doppelwänden), zulässig. Damit die Hohlräume nicht als Warenversteck benutzt werden können, |
ii) | moeten, indien de bekleding niet de gehele hoogte van de wand bedekt en indien de ruimten tussen de bekleding en de buitenwand niet geheel gesloten zijn en in alle andere gevallen waarin bij de bouw ruimten zijn gelaten, het aantal van deze ruimten tot een minimum zijn beperkt en moeten zij gemakkelijk door de douane kunnen worden gevisiteerd. | i) | wenn die innere Verkleidung des Laderaums die Wand in ihrer ganzen Höhe vom Boden bis zum Dach bedeckt oder wenn, in anderen Fällen, der Zwischenraum zwischen Verkleidung und Außenwand vollständig geschlossen ist, muss die Verkleidung so angebracht sein, dass sie nicht entfernt und wieder angebracht werden kann, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen, und |
3. Vensters zijn toegestaan, mits zij zijn vervaardigd uit voldoende stevig materiaal en zij niet van buitenaf kunnen worden verwijderd en opnieuw worden aangebracht zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. Het gebruik van glas is toegestaan, maar indien ander glas dan veiligheidsglas wordt gebruikt, moeten de vensters van een vast metalen traliewerk zijn voorzien dat van buitenaf niet kan worden verwijderd; de openingen van het traliewerk mogen niet meer dan 10 mm groot zijn. | ii) | wenn die Verkleidung die Wand nicht in ihrer ganzen Höhe bedeckt und wenn die Zwischenräume zwischen Verkleidung und Außenwand nicht vollständig geschlossen sind, sowie in allen sonstigen Fällen, in denen konstruktionsbedingte Hohlräume entstehen, muss deren Zahl auf ein Mindestmass beschränkt sein; die Hohlräume müssen für die Zollkontrolle leicht zugänglich sein. |
4. Openingen die in de vloer zijn aangebracht voor technische doeleinden, zoals smeren, onderhoud, vullen van de zandkoker, zijn slechts toegestaan mits zij zijn voorzien van een deksel dat zodanig kan worden vastgezet dat toegang tot de laadruimte van buitenaf niet mogelijk is. | (3) Lichtöffnungen sind zulässig, sofern sie aus genügend widerstandsfähigem Material hergestellt sind und von außen nicht entfernt und wieder angebracht werden können, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen. Glas kann zugelassen werden; wird jedoch anderes als Sicherheitsglas verwendet, so müssen die Lichtöffnungen mit einem festen Metallgitter versehen sein, das von außen nicht entfernt werden kann; die Maschenweite des Gitters darf höchstens 10 mm betragen. |
Artikel 3 | (4) Öffnungen im Boden zu technischen Zwecken, z. B. zum Schmieren, zur Wagenpflege, zum Füllen des Sandstreuers, sind nur zugelassen, wenn sie mit einem Deckel versehen sind, der so befestigt werden kann, dass ein Zugang von außen zum Laderaum nicht möglich ist. |
Voertuigen met dekkleden | Artikel 3 |
1. Voertuigen met dekkleden moeten voldoen aan de voorwaarden in de artikelen 1 en 2 van dit reglement, voor zover deze op bedoelde voertuigen kunnen worden toegepast. Bovendien moeten deze voertuigen voldoen aan de bepalingen van dit artikel. | Fahrzeuge mit Schutzdecken |
2. Het dekkleed moet zijn gemaakt van sterk zeildoek of van weefsel met een plastic laag of van gegummeerd weefsel, welk weefsel voldoende stevig en niet rekbaar is. Het moet in goede staat verkeren en zodanig zijn vervaardigd dat wanneer de sluiting is aangebracht, men geen toegang tot de laadruimte kan verkrijgen zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. | (1) Die Artikel 1 und 2 dieser Vorschriften gelten auch für Fahrzeuge mit Schutzdecken, soweit sie darauf anwendbar sind. Außerdem müssen diese Fahrzeuge den Bestimmungen dieses Artikels entsprechen. |
3. Indien het dekkleed uit verschillende stukken bestaat, moeten de randen van deze stukken in elkaar zijn gevouwen en aan elkaar zijn genaaid met twee naden op een onderlinge afstand van ten minste 15 mm. De naden moeten zijn gemaakt overeenkomstig schets 1 bij dit reglement; indien het evenwel voor bepaalde delen van het dekkleed (zoals flappen en versterkte hoeken) niet mogelijk is de stukken op deze wijze aan elkaar te naaien, dan is het voldoende de rand van het bovenste gedeelte te vouwen en te naaien overeenkomstig schets 2 of 2a) bij dit reglement. Een van de naden mag uitsluitend aan de binnenkant zichtbaar zijn, terwijl de kleur van de voor deze naad gebruikte draad duidelijk moet verschillen van de kleur van het dekkleed en van de kleur van de voor de andere naad gebruikte draad. Alle naden moeten machinaal zijn vervaardigd. | (2) Die Schutzdecke muss entweder aus starkem Segeltuch oder aus nicht dehnbarem, genügend widerstandsfähigem kunststoff- oder kautschukbeschichtetem Gewebe bestehen. Sie muss in gutem Zustand und so hergerichtet sein, dass nach Anlegen der Verschlussvorrichtung ein Zugang zum Laderaum nicht möglich ist, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen. |
4. Indien het dekkleed is gemaakt van weefsel met een plastic laag en uit verschillende stukken bestaat, kunnen deze stukken ook aan elkaar zijn gelast overeenkomstig schets 3 bij dit reglement. De rand van een stuk moet over een breedte van ten minste 15 mm over de rand van het andere stuk vallen. De stukken worden over deze gehele breedte samengelast. Hierbij wordt over de buitenste rand een band van plastic aangebracht met een breedte van ten minste 7 mm die op dezelfde wijze wordt vastgelast. Op deze band, alsmede over een breedte van ten minste 3 mm aan weerszijden van deze band, wordt een uniform en duidelijk reliëfteken gedrukt. De stukken worden zodanig samengelast dat zij niet kunnen worden gescheiden en opnieuw samengevoegd zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. | (3) Ist die Schutzdecke aus mehreren Stücken zusammengesetzt, so müssen die Ränder der Stücke ineinandergefaltet und durch zwei mindestens 15 mm voneinander entfernte Nähte miteinander verbunden sein. Die Nähte müssen entsprechend der diesen Vorschriften beigefügten Zeichnung 1 ausgeführt sein; wenn es jedoch bei gewissen Teilen der Schutzdecke (wie z. B. bei Überfällen und verstärkten Ecken) nicht möglich ist, die Stücke auf diese Weise zusammenzunähen, so genügt es, dass nur der Rand des oberen Teiles umgefaltet und entsprechend der diesen Vorschriften beigefügten Zeichnung 2 oder 2a angenäht ist. Die eine Naht, deren Faden sich in der Farbe vom Faden der anderen Naht und von der Schutzdecke deutlich unterscheiden muss, darf nur an der Innenseite sichtbar sein. Alle Nähte müssen mit der Maschine genäht sein. |
5. Reparaties moeten worden uitgevoerd zoals aangegeven in schets 4 bij dit reglement, waarbij de randen in elkaar worden gevouwen en aan elkaar worden genaaid met twee zichtbare naden op een onderlinge afstand van ten minste 15 mm; de kleur van de aan de binnenkant zichtbare draad moet verschillen van de kleur van de aan de buitenkant zichtbare draad en van de kleur van het dekkleed; alle naden moeten machinaal zijn vervaardigd. Wanneer bij de reparatie van een dekkleed dat bij de randen is beschadigd, het beschadigde gedeelte moet worden vernieuwd, mag de naad ook worden aangebracht overeenkomstig lid 3 van dit artikel en schets 1 bij dit reglement. Reparaties aan dekkleden bestaande uit weefsel met een plastic laag mogen eveneens worden uitgevoerd overeenkomstig de in lid 4 van dit artikel omschreven methode, doch in dat geval moet de plastic band aan beide zijden van het dekkleed worden aangebracht, waarbij het nieuwe stuk aan de binnenzijde wordt aangebracht. | (4) Besteht die Schutzdecke aus kunststoffbeschichtetem Gewebe und ist sie aus mehreren Stücken zusammengesetzt, so können diese Stücke auch durch Verschweißen entsprechend der diesen Vorschriften beigefügten Zeichnung 3 aneinandergefügt werden. Dabei müssen sich die Ränder der Stücke um mindestens 15 mm überlappen. Sie müssen in der vollen Breite der 15 mm miteinander verschmolzen sein. Auf der Außenseite ist die Überlappkante mit einem mindestens 7 mm breiten Kunststoffband im selben Schweißverfahren zu überdecken. Das Kunststoffband und ein Streifen von mindestens 3 mm zu beiden Seiten dieses Bandes sind mit einer gleichförmigen und deutlich sichtbaren Narbung zu versehen. Das Verschweißen muss so ausgeführt sein, dass die Stücke nicht getrennt und danach wieder zusammengefügt werden können, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen. |
6. Het dekkleed wordt op zodanige wijze aan het voertuig bevestigd dat het geheel voldoet aan de voorwaarden in artikel 1, onder a) en b), van dit reglement. Hierbij kunnen de volgende systemen worden gebruikt: | (5) Ausbesserungen sind nach dem in der diesen Vorschriften beigefügten Zeichnung 4 dargestellten Verfahren auszuführen; die Ränder müssen ineinandergefaltet und durch zwei sichtbare, mindestens 15 mm voneinander entfernte Nähte miteinander verbunden sein; die Farbe des auf der Innenseite sichtbaren Fadens muss sich von der Farbe des auf der Außenseite sichtbaren Fadens und von der Farbe der Schutzdecke unterscheiden; alle Nähte müssen mit der Maschine genäht sein. Wenn zur Ausbesserung einer Schutzdecke, die an den Rändern beschädigt ist, an den schadhaften Stellen Flicken eingesetzt werden müssen, so können die Nähte auch nach Absatz 3 entsprechend der diesen Vorschriften beigefügten Zeichnung 1 ausgeführt werden. Ausbesserungen von Schutzdecken aus kunststoffbeschichtetem Gewebe können auch nach dem in Absatz 4 beschriebenen Verfahren ausgeführt werden, doch ist in diesem Fall der Flicken auf der Innenseite einzusetzen und das Kunststoffband auf beiden Seiten der Schutzdecke anzubringen. |
a) | Het dekkleed kan worden bevestigd met behulp van: | i) | metalen ringen aan het voertuig; | ii) | ogen in de rand van het dekkleed; en | iii) | een rijglijn die door de ringen van het dekkleed gaat en die aan de buitenkant over de gehele lengte zichtbaar blijft. | Het dekkleed moet de vaste delen van het voertuig bedekken over een afstand van ten minste 250 mm gemeten vanuit het middelpunt van de bevestigingsringen, tenzij het voertuig zodanig is gebouwd dat toegang tot de laadruimte is uitgesloten. | (6) Die Schutzdecke muss an dem Fahrzeug so befestigt sein, dass die Bedingungen des Artikels 1 Buchstaben a und b dieser Vorschriften in vollem Umfang erfüllt sind. Die folgenden Systeme können angewendet werden: |
b) | Wanneer de rand van het dekkleed blijvend aan het voertuig moet worden bevestigd, moeten de twee oppervlakken zonder naad zijn samengevoegd en op hun plaats worden gehouden door stevige bevestigingen. | a) | Die Schutzdecke kann befestigt werden durch | i) | am Fahrzeug befestigte Metallringe, | ii) | in den Rand der Schutzdecke eingelassene Ösen, | iii) | ein Befestigungsmittel, das über der Schutzdecke durch die Ringe führt und in seiner ganzen Länge von außen sichtbar ist. | Die Schutzdecke muss den festen Teil des Fahrzeugs um mindestens 250 mm, von der Mitte der Befestigungsringe an gemessen, überdecken, sofern nicht schon die Art der Konstruktion des Fahrzeugs als solche jeden Zugang zum Laderaum verhindert. |
c) | Wanneer een klemsysteem voor dekkleden wordt gebruikt, moet dit systeem in gesloten toestand het dekkleed nauw aansluiten tegen de buitenkant van de laadruimte (zie voor model schets nr. 6). | b) | Wenn der Rand der Schutzdecke auf Dauer am Fahrzeug befestigt werden soll, muss die Verbindung lückenlos sein und durch eine feste Vorrichtung hergestellt werden. |
7. Het dekkleed wordt ondersteund door een passende bovenbouw (stijlen, wanden, kaptogen, latten enz.). | c) | Wird ein Schutzdeckenverschlusssystem verwendet, so muss es in geschlossener Stellung die Schutzdecke fest gegen die Außenseite des Laderaums spannen (siehe als Beispiel Zeichnung 6). |
8. De onderlinge afstand tussen de ringen en tussen de ogen mag niet groter zijn dan 200 mm. Deze afstand mag echter groter zijn, maar mag tussen de ringen en ogen aan weerszijden van een stijl niet meer dan 300 mm bedragen, indien het voertuig en het dekkleed zodanig zijn geconstrueerd dat de laadruimte niet toegankelijk is. De ogen moeten zijn versterkt. | (7) Die Schutzdecke muss durch einen entsprechenden Aufbau (Pfosten, Wände, Tragbügel, Latten usw.) gestützt sein. |
9. Als rijglijnen dienen te worden gebruikt: | (8) Der Zwischenraum zwischen den Ringen und zwischen den Ösen darf 200 mm nicht übersteigen. Er kann jedoch größer sein — darf aber 300 mm nicht übersteigen — zwischen den Ringen und zwischen den Ösen, die sich beidseitig eines Pfostens befinden, wenn die Art der Konstruktion des Fahrzeuges und der Schutzdecke jeden Zugang zum Laderaum verhindert. Die Ösen müssen verstärkt sein. |
a) | staalkabels met een diameter van ten minste 3 mm; of | (9) Als Befestigungsmittel sind zu verwenden |
b) | kabels van hennep of sisal met een diameter van ten minste 8 mm, voorzien van een doorzichtig, niet-rekbaar omhulsel van plastic; of | a) | Stahldrahtseile von mindestens 3 mm Durchmesser oder |
c) | kabels bestaande uit bundels optische-vezelverbindingen binnen een als een spiraal gedraaide stalen behuizing, voorzien van een doorzichtig, niet-rekbaar omhulsel van plastic; of | b) | Hanf- oder Sisalseile von mindestens 8 mm Durchmesser, die mit durchsichtigem, nichtdehnbaren Kunststoffüberzug versehen sind oder |
d) | kabels bestaande uit een kern van textiel met daaromheen ten minste vier strengen van uitsluitend staaldraad die de kern geheel bedekken, mits deze kabels ten minste 3 mm dik zijn (afgezien van een eventueel aanwezig doorzichtig omhulsel). | c) | Seile aus gebündelten, mit Spiraldraht ummantelten Glasfaserbändern, die mit einem durchsichtigen, nicht dehnbaren Kunststoffüberzug versehen sind, oder |
Kabels als bedoeld in lid 9, onder a) of d), van dit artikel mogen van een doorzichtig, niet-rekbaar omhulsel van plastic zijn voorzien. | d) | Seile mit einer Textilseele, die von mindestens vier Litzen aus Stahldraht so umwunden ist, dass die Seele vollständig bedeckt ist, wobei das Seil (ohne einen gegebenenfalls vorhandenen durchsichtigen Überzug) einen Durchmesser von mindestens 3 mm haben muss. |
Wanneer het dekkleed aan het frame moet worden bevestigd in een constructiesysteem dat voor het overige voldoet aan lid 6, onder a), van dit artikel, kan een riem als bevestigingsmiddel worden gebruikt (zie voorbeeld in schets 7 bij deze bijlage). Die riem moet voldoen aan de eisen in lid 11, onder a) iii), wat betreft materiaal, afmetingen en vorm. | Seile nach den Buchstaben a oder d dürfen mit einem durchsichtigen, nicht dehnbaren Kunststoffüberzug versehen sein. |
10. Iedere kabel moet uit één stuk bestaan en aan beide uiteinden zijn voorzien van een eindstuk van hard metaal. Elk metalen eindstuk moet zo zijn gemaakt dat daardoor het touw of de strip van de douaneverzegeling kan worden gehaald. Het bevestigingsstuk van ieder metalen eindstuk van kabels als bedoeld in lid 9, onder a), b) en d), van dit artikel moet zijn voorzien van een holle klinknagel die de kabel doorboort en waardoor het touw of de strip van de douaneverzegeling kan worden aangebracht. De kabel dient zichtbaar te blijven aan weerszijden van de holle klinknagel, zodat het mogelijk is te controleren dat deze kabel inderdaad uit één stuk bestaat (zie schets 5 bij dit reglement). | Soll die Schutzdecke am Rahmen befestigt werden, so kann bei einer Art der Konstruktion, die sonst die Bedingungen des Absatzes 6 Buchstabe a erfüllt, als Befestigungsmittel ein Riemen verwendet werden. (Die dieser Anlage beigefügte Zeichnung 7 zeigt ein Beispiel einer solchen Konstruktionsart.) Der Riemen hat in Bezug auf Material, Abmessungen und Form den Erfordernissen des Absatzes 11 Buchstabe a Ziffer iii zu entsprechen. |
11. Bij de openingen voor het laden en lossen in het dekkleed moeten de twee oppervlakken op elkaar aansluiten. Hiervoor kunnen de volgende systemen worden gebruikt: | (10) Jedes Seil, gleich welcher Art, muss aus einem einzigen Stück bestehen und an beiden Enden mit einer Zwinge aus hartem Metall versehen sein. An jeder Zwinge muss die Zollschnur oder das Band für den Zollverschluss durchgezogen werden können. Die Befestigungsvorrichtung jeder Zwinge an den Enden von Seilen nach Absatz 9 Buchstaben a, b, und d muss eine durch das Seil gehende Hohlniete enthalten, durch die die Zollschnur oder das Band für den Zollverschluss durchgezogen werden kann. Das Seil muss auf beiden Seiten der Hohlniete sichtbar sein, damit festgestellt werden kann, ob es aus einem einzigen Stück besteht (siehe die diesen Vorschriften beigefügte Zeichnung 5). |
a) | de beide randen van het dekkleed moeten voldoende over elkaar liggen. De sluiting geschiedt door middel van: | i) | een flap die is vastgenaaid of vastgelast overeenkomstig de leden 3 en 4 van dit artikel; | ii) | ringen en ogen die voldoen aan de voorwaarden in lid 8 van dit artikel; deze ringen moeten van metaal zijn; en | iii) | een van geschikt materiaal vervaardigde niet-rekbare riem uit één stuk, van ten minste 20 mm breed en 3 mm dik, die door de ringen wordt gehaald en die beide randen van het dekkleed alsmede de flap vasthoudt. Deze riem wordt aan de binnenkant van het dekkleed bevestigd en is voorzien van: | — | een oog waardoor de in lid 9 van dit artikel vermelde kabel kan worden aangebracht, of van | — | een oog dat op de in lid 6 van dit artikel bedoelde metalen ring kan worden aangebracht en vastgezet met behulp van de in lid 9 van dit artikel bedoelde kabel. | Een flap is niet vereist, wanneer er een aparte voorziening (bij voorbeeld een keerplaat) aanwezig is die belet dat toegang wordt verkregen tot de laadruimte zonder dat daarbij zichtbare sporen achterblijven. Voor een voertuig met schuifzeilen zijn flappen evenmin vereist. | (11) An den Öffnungen der Schutzdecke, die zum Beladen und Entladen dienen, muss die Verbindung lückenlos sein. Die folgenden Systeme können angewendet werden: |
b) | Een speciaal sluitsysteem, dat de randen van de dekkleden stevig gesloten houdt indien het laadcompartiment is gesloten en verzegeld. Het systeem moet zijn voorzien van een opening waardoor een metalen ring, als bedoeld in lid 6 van dit artikel, kan gaan die wordt vastgezet met behulp van een kabel als bedoeld in lid 9 van dit artikel. Zie schets 8 bij deze bijlage. | a) | Die beiden Ränder der Schutzdecke müssen einander ausreichend überlappen. Außerdem muss ihr Verschluss gesichert sein durch | i) | einen Überfall, der nach Absatz 3 oder 4 angenäht oder angeschweißt ist; | ii) | Ringe und Ösen, die den Bedingungen des Absatzes 8 entsprechen; die Ringe müssen aus Metall gefertigt sein und | iii) | einen Riemen aus geeignetem Material, der aus einem einzigen Stück besteht, nicht dehnbar, mindestens 20 mm breit und 3 mm dick ist und der durch die Ringe geführt wird und die beiden Ränder der Schutzdecke und den Überfall zusammenhält; der Riemen muss an der Innenseite der Schutzdecke befestigt und entweder | — | mit einer Öse zur Aufnahme des in Absatz 9 angeführten Seiles versehen sein oder | — | mit einer Öse versehen sein, die über den in Absatz 6 angeführten Metallring gezogen und durch das in Absatz 9 angeführte Seil gesichert werden kann. | Ein Überfall ist nicht erforderlich, wenn durch eine Spezialvorrichtung (Sperre usw.) ein Zugang zum Laderaum nicht möglich ist, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen. Bei Fahrzeugen mit Schiebeplanen ist ein Überfall ebenfalls nicht erforderlich. |
Artikel 4 | b) | Ein besonderes Schutzdeckenverschlusssystem, durch das die Ränder der Schutzdecken zusammengehalten werden, nachdem der Laderaum geschlossen und mit einem Zollverschluss versehen worden ist. Das System ist mit einer Öffnung ausgestattet, durch die ein in Absatz 6 angeführter Metallring gezogen und durch das in Absatz 9 angeführte Seil gesichert werden kann. Dieses System wird in der dieser Anlage beigefügten Zeichnung 8 beschrieben. |
Voertuigen met schuifzeilen | Artikel 4 |
1. | In voorkomend geval zijn de artikelen 1, 2 en 3 van toepassing op voertuigen met schuifzeilen. Bovendien moeten deze voertuigen voldoen aan de bepalingen van dit artikel. | Fahrzeuge mit Schiebeplanen |
2. | De schuifzeilen, vloer, deuren en andere samenstellende delen van de laadruimte moeten beantwoorden aan de eisen in artikel 3, leden 6, 8, 9 en 11, of aan die in de volgende punten i) tot en met vi). | i) | De schuifzeilen, vloer, deuren en andere samenstellende delen van de laadruimte zijn op zodanige wijze samengevoegd dat zij niet kunnen worden geopend of gesloten zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. | ii) | Het schuifzeil bedekt de vaste elementen van de bovenkant van het voertuig voor ten minste 1/4 van de daadwerkelijke afstand tussen de spanriemen. Het schuifzeil bedekt de vaste elementen van de onderkant van het voertuig voor ten minste 50 mm. De horizontale opening tussen het schuifzeil en het vaste deel van de laadruimte mag niet meer zijn dan 10 mm, verticaal gemeten op een willekeurige plaats aan de lengteas van het voertuig, zodra de laadruimte van het voertuig door de douane is gesloten en verzegeld. | iii) | Het geleidingssysteem van het schuifzeil en de andere beweeglijke delen worden zodanig samengevoegd dat de gesloten en door de douane verzegelde deuren en de andere beweeglijke delen van buitenaf niet kunnen worden geopend of gesloten zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. Het geleidingssysteem van het schuifzeil en de andere beweeglijke delen worden zodanig samengevoegd dat het niet mogelijk is toegang te verkrijgen tot de laadruimte zonder dat dit zichtbare sporen nalaat Zie schets 9 bij dit reglement. | iv) | De horizontale afstand tussen de voor douanedoeleinden gebruikte ringen op het vaste deel van het voertuig mag niet groter zijn dan 200 mm. De afstand mag echter groter zijn, maar mag tussen de ringen aan weerszijden van een stijl niet meer dan 300 mm bedragen, indien het ontwerp van het voertuig en van de schuifzeilen zodanig is dat de laadruimte niet toegankelijk is. In ieder geval moet worden voldaan aan de voorwaarden onder ii) hierboven. | v) | De afstand tussen de spanriemen mag niet meer dan 600 mm bedragen. | vi) | De rijglijnen die worden gebruikt om de schuifzeilen aan het vaste deel van het voertuig te bevestigen moeten beantwoorden aan de eisen in artikel 3, lid 9, van dit reglement. | (1) | Die Artikel 1, 2 und 3 gelten auch für Fahrzeuge mit Schiebeplanen, soweit sie darauf anwendbar sind. Außerdem müssen diese Fahrzeuge den Bestimmungen dieses Artikels entsprechen. |
Schets 1 | (2) | Schiebeplanen, Boden, Türen und andere Bestandteile des Laderaums müssen den Erfordernissen in Artikel 3 Absätze 6, 8, 9 und 11 oder denen der nachstehenden Ziffern i bis vi entsprechen: | i) | Schiebeplanen, Boden, Türen und alle weiteren Bestandteile des Laderaums müssen so zusammengefügt sein, dass sie ohne Hinterlassung sichtbarer Spuren nicht geöffnet oder geschlossen werden können. | ii) | Die Schutzdecke muss den festen Teil am Fahrzeugdach um mindestens 1/4 des tatsächlichen Abstands zwischen den Spanngurten überdecken. Die Schutzdecke muss den festen Teil am Fahrzeugboden um mindestens 50 mm überdecken. Die waagerechte Öffnung zwischen der Schutzdecke und dem festen Teil des Laderaums darf 10 mm, senkrecht an einer beliebigen Stelle der Längsachse des Fahrzeugs gemessen, nicht überschreiten, wenn der Laderaum zollamtlich verschlossen ist. | iii) | Die Führung der Schiebeplane und andere bewegliche Teile müssen so zusammengefügt sein, dass zollamtlich verschlossene Türen und andere bewegliche Teile nicht ohne Hinterlassung sichtbarer Spuren von außen geöffnet oder geschlossen werden können. Die Führung der Schiebeplane und andere bewegliche Teile müssen so zusammengefügt sein, dass der Zugang zum Laderaum ohne Hinterlassung sichtbarer Spuren nicht möglich ist. Das System ist in der dieser Anlage beigefügten Zeichnung 9 dargestellt. | iv) | Der waagerechte Abstand zwischen den Ringen für den Zollverschluss darf an den festen Bestandteilen des Fahrzeugs 200 mm nicht übersteigen. Der Abstand kann auch größer sein, darf jedoch höchstens 300 mm auf jeder Seite des Pfostens betragen, wenn die Art der Konstruktion des Fahrzeugs und die Schutzdecke als solche jeden Zugang zum Laderaum verhindern. Die unter Ziffer ii enthaltenen Bestimmungen müssen in jedem Fall erfüllt sein. | v) | Der Abstand zwischen den Spanngurten darf höchstens 600 mm betragen. | vi) | Die Befestigungsmittel zur Befestigung der Schutzdecke an den festen Bestandteilen des Fahrzeugs müssen den Erfordernissen in Artikel 3 Absatz 9 entsprechen. |
DEKKLEED GEMAAKT VAN VERSCHILLENDE AAN ELKAAR GENAAIDE STUKKEN | Zeichnung 1 |
Schets 2 | SCHUTZDECKE, AUS MEHREREN STÜCKEN ZUSAMMENGENÄHT |
DEKKLEED GEMAAKT VAN VERSCHILLENDE AAN ELKAAR GENAAIDE STUKKEN | Zeichnung 2 |
Schets 2 a) | SCHUTZDECKE, AUS MEHREREN STÜCKEN ZUSAMMENGENÄHT |
DEKKLEED GEMAAKT VAN VERSCHILLENDE AAN ELKAAR GENAAIDE STUKKEN | Zeichnung 2a |
Schets 3 | SCHUTZDECKE, AUS MEHREREN STÜCKEN ZUSAMMENGENÄHT |
DEKKLEED GEMAAKT VAN VERSCHILLENDE AAN ELKAAR GELASTE STUKKEN | Zeichnung 3 |
Schets 4 | SCHUTZDECKE, AUS MEHREREN STÜCKEN ZUSAMMENGESCHWEISST |
REPARATIE VAN HET DEKKLEED | Zeichnung 4 |
Schets 5 | AUSBESSERUNG DER SCHUTZDECKE |
MODEL VAN EINDSTUK | Zeichnung 5 |
Schets 6 | MUSTER EINER ZWINGE |
VOORBEELD VAN VERGRENDELING VAN EEN DEKKLEED | Zeichnung 6 |
Schets 7 | BEISPIEL FÜR EIN SCHUTZDECKENVERSCHLUSSSYSTEM |
VOORBEELD VAN DE BEVESTIGING VAN EEN DEKKLEED AAN EEN BIJZONDER SOORT FRAME | Zeichnung 7 |
Schets 8 | BEISPIEL EINER AN EINEM SPEZIALRAHMEN BEFESTIGTEN SCHUTZDECKE |
VERGRENDELING BIJ DE OPENINGEN VOOR HET LADEN EN HET LOSSEN | Zeichnung 8 |
Schets 9 | SCHUTZDECKENVERSCHLUSSSYSTEM AN DEN ÖFFNUNGEN ZUM BELADEN UND ENTLADEN |
VOORBEELD VAN EEN VOERTUIG MET SCHUIFZEILEN | Zeichnung 9 |
BIJLAGE 3 | BEISPIEL FÜR DIE KONSTRUKTION EINES FAHRZEUGS MIT SCHIEBEPLANEN |
GOEDKEURINGSPROCEDURE VOOR WEGVOERTUIGEN DIE VOLDOEN AAN DE TECHNISCHE VOORWAARDEN VAN HET REGLEMENT IN BIJLAGE 2 | ANLAGE 3 |
ALGEMEEN | VERFAHREN FÜR DIE ZULASSUNG DER STRASSENFAHRZEUGE, DIE DEN TECHNISCHEN BEDINGUNGEN DER ANLAGE 2 ENTSPRECHEN |
1. Wegvoertuigen kunnen worden goedgekeurd volgens een van de volgende procedures: | ALLGEMEINES |
a) | hetzij afzonderlijk, | 1. Straßenfahrzeuge können nach einem der beiden folgenden Verfahren zugelassen werden: |
b) | hetzij per prototype (serie wegvoertuigen). | a) | einzeln oder, |
2. Voor goedgekeurde voertuigen wordt een certificaat van goedkeuring afgegeven, dat overeenstemt met het model in bijlage 4. Dit certificaat moet zijn gedrukt in de taal van het land van afgifte alsmede in de Franse of de Engelse taal. Wanneer de autoriteit die de goedkeuring heeft verleend zulks wenselijk acht, worden aan het certificaat foto's of tekeningen gehecht die zijn gewaarmerkt door deze autoriteit. Het aantal van deze documenten wordt door deze autoriteit vermeld in rubriek 6 van het certificaat | b) | nach Konstruktionstyp (Serienherstellung). |
3. Het certificaat moet in het wegvoertuig aanwezig zijn. | 2. Für die zugelassenen Fahrzeuge wird ein Verschlussanerkenntnis (eine Zulassungsbescheinigung) nach dem Muster der Anlage 4 ausgestellt. Es (sie) ist in der Sprache des Ausstellungslandes und in französischer oder englischer Sprache zu drucken. Wenn die zulassende Behörde es für erforderlich hält, sind ihm (ihr) von dieser Behörde beglaubigte Fotografien oder Zeichnungen beizufügen. In diesem Fall ist die Zahl der Dokumente von dieser Behörde unter Nr. 6 des Verschlussanerkenntnisses (der Zulassungsbescheinigung) anzugeben. |
4. De wegvoertuigen worden om de twee jaar voor onderzoek en voor eventuele verlenging van de goedkeuring aangeboden aan de bevoegde autoriteiten van het land waar het voertuig is geregistreerd of, indien het niet is geregistreerd, van het land waar de eigenaar of de gebruiker woont. | 3. Das Verschlussanerkenntnis (die Zulassungsbescheinigung) ist im Straßenfahrzeug mitzuführen. |
5. Indien een wegvoertuig niet meer voldoet aan de technische voorwaarden voor de goedkeuring, moet het, alvorens opnieuw te kunnen worden gebruikt voor vervoer van goederen onder dekking van TIR-carnets, worden teruggebracht in de staat op grond waarvan het was goedgekeurd, zodat het opnieuw voldoet aan deze technische voorwaarden. | 4. Die Straßenfahrzeuge sind alle zwei Jahre den zuständigen Behörden des Landes, in dem das Fahrzeug zum Verkehr zugelassen ist, oder — bei nicht zulassungspflichtigen Fahrzeugen — des Landes, in dem der Eigentümer oder der Benutzer seinen Sitz hat, zur Überprüfung und etwaigen Erneuerung der Zulassung vorzuführen. |
6. Wanneer essentiële kenmerken van een wegvoertuig zijn gewijzigd, is dit voertuig niet meer gedekt door de goedkeuring en moet het door de bevoegde autoriteit opnieuw worden goedgekeurd alvorens te kunnen worden gebruikt voor vervoer van goederen onder dekking van TIR-carnets. | 5. Entspricht ein Straßenfahrzeug nicht mehr den für seine Zulassung vorgeschriebenen technischen Bedingungen, so muss es, bevor es erneut zum Warentransport mit Carnet TIR verwendet werden kann, wieder in den Zustand versetzt werden, der für seine Zulassung maßgebend war, damit es den technischen Bedingungen wieder entspricht. |
7. De bevoegde autoriteiten van het land waar het voertuig is geregistreerd, of in geval van voertuigen die niet behoeven te worden geregistreerd, de bevoegde autoriteiten van het land waar de eigenaar of de gebruiker van het voertuig is gevestigd, kunnen het certificaat van goedkeuring zo nodig intrekken of verlengen of een nieuw certificaat van goedkeuring afgeven in de omstandigheden als bedoeld in artikel 14 van de Overeenkomst en in de punten 4, 5 en 6 van deze bijlage. | 6. Werden wesentliche Merkmale eines Straßenfahrzeuges geändert, so erlischt seine Zulassung; es muss, bevor es zum Warentransport mit Carnet TIR verwendet werden kann, von der zuständigen Behörde erneut zugelassen werden. |
PROCEDURE VOOR AFZONDERLIJKE GOEDKEURING | 7. Die zuständigen Behörden des Landes, in dem das Fahrzeug zum Verkehr zugelassen ist, oder — bei nicht zulassungspflichtigen Fahrzeugen — des Landes, in dem der Eigentümer oder der Benutzer des Fahrzeuges seinen Sitz hat, können gegebenenfalls unter den in Artikel 14 des Übereinkommens und in den Absätzen 4, 5 und 6 dieser Anlage genannten Bedingungen das Verschlussanerkenntnis (die Zulassungsbescheinigung) entziehen oder erneuern oder ein neues Verschlussanerkenntnis (eine neue Zulassungsbescheinigung) ausstellen. |
8. De afzonderlijke goedkeuring wordt aangevraagd bij de bevoegde autoriteit door de eigenaar, de vervoerder of door de vertegenwoordiger van een van beiden. De bevoegde autoriteit controleert het wegvoertuig dat is aangeboden in toepassing van de algemene voorschriften in de punten 1 tot en met 7, controleert of het voldoet aan de technische voorwaarden van bijlage 2 en geeft, na goedkeuring, een certificaat af dat overeenstemt met het model in bijlage 4. | VERFAHREN FÜR DIE EINZELZULASSUNG |
PROCEDURE VOOR GOEDKEURING PER PROTOTYPE (SERIE WEGVOERTUIGEN) | 8. Die Einzelzulassung ist von dem Eigentümer, dem Halter oder dem Vertreter des einen oder des anderen bei der zuständigen Behörde zu beantragen. Die zuständige Behörde prüft das nach den allgemeinen Bestimmungen der Absätze 1 bis 7 vorgeführte Straßenfahrzeug, überzeugt sich, dass es den technischen Bedingungen der Anlage 2 entspricht, und stellt bei Zulassung eine Bescheinigung nach dem in der Anlage 4 abgedruckten Muster aus. |
9. Wanneer wegvoertuigen in serie worden vervaardigd volgens een zelfde prototype, kan de fabrikant goedkeuring van het prototype aanvragen bij de bevoegde autoriteit van het land waar de voertuigen worden vervaardigd. | VERFAHREN FÜR DIE ZULASSUNG NACH KONSTRUKTIONSTYP (SERIENHERSTELLUNG) |
10. In zijn aanvraag moet de fabrikant voor het type wegvoertuig waarvoor hij de goedkeuring aanvraagt, de identificatienummers of -letters vermelden die hij dit type geeft. | 9. Werden Straßenfahrzeuge eines Typs in Serie hergestellt, so kann der Hersteller bei der zuständigen Behörde des Herstellungslandes die Zulassung nach Konstruktionstyp beantragen. |
11. Deze aanvraag dient vergezeld te gaan van tekeningen en een uitvoerige ontwerpbeschrijving van het goed te keuren type wegvoertuig. | 10. Der Hersteller muss in seinem Antrag die Erkennungsnummern oder -buchstaben angeben, die er dem Straßenfahrzeugtyp gibt, dessen Zulassung er beantragt. |
12. De fabrikant moet zich schriftelijk ertoe verbinden: | 11. Dem Antrag sind Zeichnungen und eine detaillierte Konstruktionsbeschreibung des zuzulassenden Straßenfahrzeugtyps beizufügen. |
a) | bij de bevoegde autoriteit de voertuigen van het betrokken type aan te bieden die deze autoriteit wenst te onderzoeken; | 12. Der Hersteller muss sich schriftlich verpflichten, |
b) | de bevoegde autoriteit toe te staan te allen tijde tijdens de vervaardiging van de serie van het betrokken type andere exemplaren te onderzoeken; | a) | der zuständigen Behörde die Straßenfahrzeuge des betreffenden Typs, die sie prüfen möchte, vorzuführen; |
c) | de bevoegde autoriteit in te lichten over iedere wijziging, hoe gering ook, in de tekeningen of in de ontwerpbeschrijving, alvorens deze aan te brengen; | b) | der zuständigen Behörde während der Herstellung der Serie des betreffenden Typs jederzeit die Prüfung weiterer Behälter zu gestatten; |
d) | op een duidelijk zichtbare plaats op de wegvoertuigen de identificatienummers of -letters van het prototype aan te brengen alsmede het volgnummer van ieder voertuig van het desbetreffende type (fabrieksnummer); | c) | der zuständigen Behörde jede, auch die kleinste Änderung der Bauart vor ihrer Durchführung anzuzeigen; |
e) | een lijst bij te houden van voertuigen die zijn vervaardigd overeenkomstig het goedgekeurde prototype. | d) | auf den Straßenfahrzeugen an einer sichtbaren Stelle die Erkennungsnummern oder -buchstaben des Typs sowie ihre laufende Nummer in der Serie des betreffenden Typs (Fabrikationsnummer) anzubringen; |
13. De bevoegde autoriteit geeft zo nodig aan welke wijzigingen moeten worden aangebracht in het desbetreffende prototype, wil zij goedkeuring kunnen verlenen. | e) | ein Verzeichnis der hergestellten Fahrzeuge der zugelassenen Bauart zu führen. |
14. De goedkeuring per prototype wordt niet verleend dan nadat de bevoegde autoriteit, na onderzoek van een of meer voertuigen die zijn vervaardigd volgens dit prototype, heeft geconstateerd dat de voertuigen van dit type voldoen aan de technische voorwaarden in bijlage 2. | 13. Die zuständige Behörde teilt mit, welche Änderungen gegebenenfalls an der vorgeschlagenen Bauart vorgenommen werden müssen, damit die Zulassung erteilt werden kann. |
15. De bevoegde autoriteit stelt de fabrikant schriftelijk in kennis van haar beslissing inzake goedkeuring van het prototype. In deze beslissing, die wordt gedateerd en genummerd, wordt nauwkeurig vermeld welke autoriteit deze beslissing heeft genomen. | 14. Es wird keine Zulassung nach Konstruktionstyp erteilt, ohne dass sich die zuständige Behörde durch Prüfung eines oder mehrerer hergestellter Fahrzeuge dieses Konstruktionstyps davon überzeugt hat, dass die Fahrzeuge den technischen Bedingungen der Anlage 2 entsprechen. |
16. De bevoegde autoriteit neemt de nodige maatregelen om voor ieder voertuig dat is gebouwd volgens het goedgekeurde prototype, een door haar ondertekend certificaat van goedkeuring af te geven. | 15. Die zuständige Behörde teilt dem Hersteller ihre Entscheidung über die Erteilung der Zulassung nach Konstruktionstyp schriftlich mit. Die Entscheidung ist mit Datum und Nummer zu versehen und muss die genaue Bezeichnung der Behörde enthalten, die sie getroffen hat. |
17. De houder van het certificaat van goedkeuring moet, alvorens het voertuig te gebruiken voor vervoer van goederen onder dekking van TIR-carnets, voor zover nodig op het certificaat van goedkeuring invullen: | 16. Die zuständige Behörde trifft die erforderlichen Maßnahmen, damit für jedes hergestellte Fahrzeug der zugelassenen Bauart ein von ihr ordnungsgemäß bestätigtes Verschlussanerkenntnis (eine von ihr ordnungsgemäß bestätigte Zulassungsbescheinigung) ausgegeben wird. |
— | het kenteken van het voertuig (rubriek 1), of | 17. Der Inhaber des Verschlussanerkenntnisses (der Zulassungsbescheinigung) muss, ehe das Fahrzeug für den Warentransport mit Carnet TIR benutzt wird, das Verschlussanerkenntnis (die Zulassungsbescheinigung) erforderlichenfalls ergänzen |
— | wanneer het een voertuig betreft dat niet hoeft te worden geregistreerd, naam en adres van zijn bedrijf (rubriek 8). | — | durch Angabe des amtlichen Kennzeichens des Fahrzeugs (Nr. 1) oder |
18. Wanneer een voertuig dat aan de hand van een prototype is goedgekeurd, wordt uitgevoerd naar een ander land dat partij is bij deze Overeenkomst, is in dat land geen nieuwe goedkeuringsprocedure vereist op grond van de invoer. | — | bei nicht zulassungspflichtigen Fahrzeugen durch Angabe seines Namens und seiner Geschäftsadresse (Nr. 8). |
PROCEDURE VOOR HET PLAATSEN VAN AANTEKENINGEN OP HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING | 18. Wird ein nach Konstruktionstyp zugelassenes Fahrzeug in ein anderes Land ausgeführt, das Vertragspartei dieses Übereinkommens ist, so wird in diesem Land aufgrund der erfolgten Einfuhr kein neues Zulassungsverfahren verlangt. |
19. Wanneer een goedgekeurd voertuig dat goederen vervoert onder dekking van een TIR-carnet aanzienlijke gebreken vertoont, kunnen de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen, hetzij weigeren dat het voertuig zijn reis onder dekking van een TIR-carnet vervolgt, hetzij toestaan dat het voertuig zijn reis op hun grondgebied onder dekking van een TIR-carnet vervolgt, en daarbij passende controlemaatregelen nemen. Het goedgekeurde voertuig moet dan zo spoedig mogelijk, en in ieder geval voordat het opnieuw voor TIR-vervoer wordt gebruikt, worden hersteld. | VERFAHREN FÜR DAS ANBRINGEN VON ANMERKUNGEN AUF DEM VERSCHLUSSANERKENNTNIS (DER ZULASSUNGSBESCHEINIGUNG) |
20. In elk van beide gevallen plaatsen de douaneautoriteiten een passende aantekening in rubriek 10 van het certificaat van goedkeuring van het voertuig. Wanneer het voertuig zodanig is hersteld dat goedkeuring gerechtvaardigd is, wordt het aangeboden aan de bevoegde autoriteiten van een Overeenkomstsluitende Partij die het certificaat opnieuw geldig verklaren door in rubriek 11 te vermelden dat de vorige aantekeningen zijn vervallen. Een voertuig waarvan het certificaat in rubriek 10 een aantekening bevat krachtens bovenstaande bepalingen, kan niet opnieuw worden gebruikt voor vervoer van goederen onder dekking van een TIR-carnet, zolang het niet is hersteld en de aantekeningen in rubriek 10 niet vervallen zijn verklaard zoals hierboven is aangegeven. | 19. Weist ein zugelassenes Fahrzeug, mit dem unter Verwendung eines Carnet TIR Waren befördert werden, größere Mängel auf, so können die zuständigen Behörden der Vertragsparteien dem Fahrzeug die Weiterfahrt mit Carnet TIR entweder verwehren oder auf ihrem Gebiet unter Anwendung geeigneter Kontrollmaßnahmen gestatten. Das zugelassene Fahrzeug muss innerhalb kürzester Frist, spätestens bis zur erneuten Verwendung für den Transport mit Carnet TIR wieder instand gesetzt werden. |
21. Iedere aantekening op het certificaat moet zijn gedateerd en gewaarmerkt door de bevoegde autoriteiten. | 20. In beiden Fällen bringen die zuständigen Behörden in Feld 10 des Verschlussanerkenntnisses (der Zulassungsbescheinigung) des Fahrzeugs einen entsprechenden Vermerk an. Nach Wiederherstellung eines mit der Zulassung zu vereinbarenden Zustandes ist das Fahrzeug den zuständigen Behörden einer Vertragspartei vorzuführen, die das Verschlussanerkenntnis (die Zulassungsbescheinigung) durch einen Vermerk in Feld 11, mit dem die bisherigen Vermerke aufgehoben werden, wieder für gültig erklären. Fahrzeuge, deren Verschlussanerkenntnis (Zulassungsbescheinigung) aufgrund der vorstehenden Bestimmungen in Feld 10 einen Vermerk trägt, können erst dann wieder für den Warentransport mit Carnet TIR benutzt werden, wenn sie instand gesetzt und die Vermerke in Feld 10 nach dem vorstehend beschriebenen Verfahren aufgehoben worden sind. |
22. Wanneer de douaneautoriteiten van oordeel zijn dat een voertuig gebreken vertoont die zo onbelangrijk zijn dat daardoor geen gevaar voor fraude kan ontstaan, kan het gebruik van dit voertuig voor vervoer van goederen onder dekking van TIR-carnets worden voortgezet. De houder van het certificaat van goedkeuring wordt in kennis gesteld van deze gebreken en moet zijn voertuig binnen een redelijke tijd laten herstellen. | 21. Alle auf dem Verschlussanerkenntnis (der Zulassungsbescheinigung) angebrachten Vermerke werden von den zuständigen Behörden mit Datum versehen und beglaubigt. |
BIJLAGE 4 | 22. Sind die Zollbehörden der Ansicht, dass ein Fahrzeug Mängel geringer Bedeutung aufweist, die kein Schmuggelrisiko mit sich bringen, so kann die Weiterverwendung des Fahrzeugs für den Warentransport mit Carnet TIR gestattet werden. Der Inhaber des Verschlussanerkenntnisses (der Zulassungsbescheinigung) wird von dem Mangel unterrichtet und muss sein Fahrzeug innerhalb einer angemessenen Frist instand setzen lassen. |
MODEL VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING VAN EEN WEGVOERTUIG | ANLAGE 4 |
Model van het certificaat van goedkeuring van een wegvoertuig | MUSTER DES VERSCHLUSSANERKENNTNISSES (DER ZULASSUNGSBESCHEINIGUNG) FÜR STRASSENFAHRZEUGE |
Model van het certificaat van goedkeuring van een wegvoertuig (vervolg) | Muster des Verschlussanerkenntnisses (der Zulassungsbescheinigung) für Straßenfahrzeuge |
Model van het certificaat van goedkeuring van een wegvoertuig (vervolg) | Muster des Verschlussanerkenntnisses (der Zulassungsbescheinigung) für Straßenfahrzeuge (Fortsetzung) |
BIJLAGE 5 | Muster des Verschlussanerkenntnisses (der Zulassungsbescheinigung) für Straßenfahrzeuge (Fortsetzung) |
TIR-PLATEN | ANLAGE 5 |
1. De platen meten 250 mm bij 400 mm. | TIR-TAFELN |
2. Het opschrift TIR is aangebracht in Latijnse hoofdletters met een hoogte van 200 mm en met een lijndikte van ten minste 20 mm. De letters zijn wit, de achtergrond is blauw. | 1. Die Tafeln müssen 250 mm mal 400 mm groß sein. |
BIJLAGE 6 | 2. Die Buchstaben TIR in lateinischen Großbuchstaben müssen 200 mm hoch und ihre Striche mindestens 20 mm breit sein. Sie müssen weiß auf blauem Grund sein. |
TOELICHTINGEN | ANLAGE 6 |
Inleiding | ERLÄUTERUNGEN |
i) | Overeenkomstig artikel 43 van de Overeenkomst geeft deze toelichting een uitlegging van sommige bepalingen van de Overeenkomst en van de daarbij behorende bijlagen. In deze toelichting worden tevens enkele aanbevelingen gegeven. | Einleitung |
ii) | De toelichting vormt geen wijziging van de bepalingen van deze Overeenkomst en van de daarbij behorende bijlagen, maar verduidelijkt slechts de inhoud, de betekenis en de draagwijdte. | i) | Gemäß Artikel 43 dieses Übereinkommens enthalten die Erläuterungen die Auslegung einiger Bestimmungen dieses Übereinkommens und seiner Anhänge. Sie geben auch einige empfohlene Praktiken wieder. |
iii) | In het bijzonder met betrekking tot artikel 12 en tot bijlage 2 bij deze Overeenkomst betreffende de technische voorwaarden voor de goedkeuring van wegvoertuigen voor vervoer onder douaneverzegeling, geeft de toelichting, waar nodig, een verduidelijking van de constructietechnieken die door de Overeenkomstsluitende Partijen moeten worden aanvaard als in overeenstemming hiermede. Tevens geeft in de toelichting, waar nodig, aan welke constructietechnieken niet in overeenstemming hiermede zijn. | ii) | Die Erläuterungen ändern die Bestimmungen dieses Übereinkommens und seiner Anlagen nicht; sie verdeutlichen nur ihren Inhalt, ihren Sinn und ihren Anwendungsbereich. |
iv) | De toelichting maakt het mogelijk de bepalingen van deze Overeenkomst en de daarbij behorende bijlagen toe te passen, rekening houdend met de technische ontwikkeling en met eisen van economische aard. | iii) | Insbesondere werden in den Erläuterungen zu Artikel 12 und zur Anlage 2 dieses Übereinkommens über die technischen Bedingungen für die Zulassung der Straßenfahrzeuge zur Beförderung unter Zollverschluss gegebenenfalls die Konstruktionstechniken, die von den Vertragsparteien als diesen Bestimmungen entsprechend anerkannt werden müssen, näher bezeichnet. Gegebenenfalls werden in den Erläuterungen auch Konstruktionstechniken, die diesen Bestimmungen nicht entsprechen, näher bezeichnet. |
TEKST VAN DE OVEREENKOMST ZELF | iv) | Die Erläuterungen dienen der Durchführung dieses Übereinkommens und seiner Anlagen entsprechend dem jeweiligen Stand der Technik und den wirtschaftlichen Erfordernissen. |
Artikel 1 | WORTLAUT DES ÜBEREINKOMMENS |
0.1. b) Artikel 1 b) betekent dat wanneer verscheidene douanekantoren van vertrek of bestemming in een of meer landen zijn gelegen, er meer dan een TIR-operatie in een overeenkomstsluitende partij kan zijn. In deze omstandigheden kan het nationale deel van een TIR-vervoer tussen twee achtereenvolgende douanekantoren als een TIR-operatie worden beschouwd, ongeacht het feit of deze douanekantoren kantoren van vertrek, bestemming of doorgang zijn. | Artikel 1 |
0.1. f) Onder „uitzonderingen” (vergoedingen en lasten) bedoeld in artikel 1, onder f), worden verstaan alle andere bedragen dan de rechten en heffingen die door de Overeenkomst (vergoedingen en lasten) bedoeld in artikel 1, onder f), worden verstaan alle andere bedragen dan de rechten en heffingen die door de Overeenkomstsluitende Partijen bij of in verband met in- of uitvoer worden geheven. Deze bedragen blijven beperkt tot ongeveer de kosten van de verleende diensten en vormen geen indirect middel ter bescherming van nationale producten of een belasting bij in- of uitvoer. Deze vergoedingen en lasten omvatten onder meer betalingen met betrekking tot: | 0.1. b) Aus Artikel 1 Buchstabe b geht hervor, dass es in einer Vertragspartei mehr als einen TIR-Versand geben kann, wenn sich in einem oder mehreren Staaten mehrere Abgangs- oder Bestimmungszollstellen befinden. Unter diesen Umständen kann der innerstaatliche Streckenabschnitt eines zwischen zwei aufeinanderfolgenden Zollstellen durchgeführten TIR-Transports als ein TIR-Versand gelten, und zwar ungeachtet dessen, ob es sich um Abgangs-, Bestimmungs- oder Durchgangszollstellen handelt. |
— | certificaten van oorsprong, indien deze zijn vereist voor douanevervoer, | 0.1. f) Als ausgenommen im Sinne von Artikel 1 Buchstabe f (Gebühren und Belastungen) gelten alle Beträge, bei denen es sich nicht um Abgaben und Steuern handelt, die anlässlich oder im Zusammenhang mit der Einfuhr oder Ausfuhr von den Vertragsparteien erhoben werden. Diese Beträge bleiben ungefähr auf die Kosten der erbrachten Dienstleistungen beschränkt und dürfen nicht eine indirekte Schutzmassnahme für inländische Waren oder eine Finanzabgabe auf Einfuhren oder Ausfuhren darstellen. Zu solchen Gebühren und Belastungen gehören unter anderem Zahlungen für |
— | analyses door douanelaboratoria voor controledoeleinden, | — | Ursprungsnachweise, die für den Versand verlangt werden, |
— | douanecontroles en andere werkzaamheden in verband met het in- en uitklaren buiten de normale werkuren en buiten het officiële terrein van het douanekantoor, | — | Kontrolluntersuchungen durch die zolltechnischen Prüfungsanstalten; |
— | controles om sanitaire, veterinaire of fyto-pathologische redenen. | — | Zollkontrollen und andere Amtshandlungen außerhalb der üblichen Öffnungszeiten und des Amtsplatzes der Zollstelle; |
0.1. j) Onder „losse carrosserie” wordt verstaan een laadruimte zonder bewegingsmechanisme die is ontworpen om te worden vervoerd op een wegvoertuig, waarbij het chassis van dat voertuig en het frame onderaan de carrosserie speciaal daartoe zijn ingericht. Onder deze term wordt ook een wissellaadbak verstaan, dat wil zeggen een laadruimte die speciaal voor het gecombineerde weg-/railvervoer is ontworpen. | — | Kontrollen aus gesundheitlichen, veterinärpolizeilichen oder pflanzenschutzrechtlichen Gründen. |
0.1. j) i) De uitdrukking „gedeeltelijk omsloten”, in artikel 1, onder j) i), is van toepassing op bergingsmiddelen die in het algemeen bestaan uit een vloer en een bovenbouw waardoor een laadruimte ontstaat die gelijk is aan de laadruimte van een gesloten container. De bovenbouw bestaat in het algemeen uit metalen delen die het frame van een container vormen. Dit soort container kan ook een of meer zijwanden of kopwanden hebben. Deze containers bestaan soms alleen maar uit een dak dat door stijlen met de vloer is verbonden. Dit soort container wordt met name gebruikt voor het vervoer van omvangrijke goederen, zoals motorrijtuigen. | 0.1. j) Als „abnehmbare Karosserie“ gilt ein Laderaum ohne Fortbewegungsvorrichtung, der insbesondere für den Transport auf einem Straßenfahrzeug bestimmt ist, wobei das Fahrgestell des Straßenfahrzeugs und der untere Rahmen der Karosserie eigens für diesen Zweck hergerichtet sind. Diese Begriffsbestimmung gilt auch für Wechselbehälter, d. h. für Behälter, die besonders für den kombinierten Verkehr Strasse/Schiene bestimmt sind. |
Artikel 2 | 0.1. j) i) Als „teilweise geschlossener“ Behälter im Sinne von Artikel 1 Buchstabe j Ziffer i gilt eine Transportausrüstung, die im Allgemeinen aus einem Boden und einem Aufbau besteht, die einen dem geschlossenen Behälter entsprechenden Laderaum abgrenzen. Der Aufbau besteht im Allgemeinen aus Metallteilen, wie sie das Gerüst eines Behälters bilden. Behälter dieser Art können auch eine oder mehrere Seiten- oder Stirnwände haben. Manche Behälter bestehen nur aus Dach und Boden, die durch Pfosten miteinander verbunden sind. Dieser Behältertyp wird insbesondere für die Beförderung sperriger Gegenstände (z. B. Automobile) benutzt. |
0.2-1. In artikel 2 is bepaald dat een vervoer onder dekking van een TIR-carnet in hetzelfde land kan beginnen en eindigen, mits een deel van het traject over buitenlands grondgebied wordt afgelegd. In die gevallen mogen de douaneautoriteiten van het land van vertrek, naast het TIR-carnet, een nationaal document eisen om ervoor te zorgen dat de goederen weer vrij kunnen worden ingevoerd. Aanbevolen wordt echter dat de douaneautoriteiten een dergelijk document niet eisen en in plaats hiervan een speciale aantekening in het TIR-carnet aanvaarden. | Artikel 2 |
0.2-2. Volgens dit artikel is goederenvervoer onder dekking van een TIR-carnet mogelijk wanneer slechts een gedeelte van het traject wordt afgelegd over de weg. Er wordt niet aangegeven welk gedeelte van het traject over de weg moet worden afgelegd en het is voldoende dat dit gedeelte ligt tussen het begin en het einde van het TIR-vervoer. Het is evenwel mogelijk dat als gevolg van onvoorziene omstandigheden van commerciële aard of door een ongeval, geen enkel gedeelte van het traject over de weg kan worden afgelegd, hoewel dit bij vertrek wel de bedoeling was van de afzender. In zulke uitzonderingsgevallen aanvaarden de Overeenkomstsluitende Partijen het TIR-carnet en blijven de aansprakelijke organisaties aansprakelijk. | 0.2-1. Nach Artikel 2 kann ein Warentransport mit Carnet TIR in demselben Land beginnen und enden, wenn auf einem Teil der Strecke ausländisches Gebiet berührt wird. In einem solchen Fall steht es den Zollbehörden des Ausgangslandes völlig frei, neben dem Carnet TIR noch ein eigenes Zolldokument für die abgabenfreie Wiedereinfuhr der Waren zu verlangen. Die Zollbehörden sollten jedoch auf ein solches Dokument verzichten und stattdessen einen besonderen Vermerk auf dem Carnet TIR anbringen. |
0.5. Artikel 5 | 0.2-2. Nach diesem Artikel können Waren unter Verwendung eines Carnet TIR befördert werden, wenn der Transport lediglich auf einem Teil der Strecke im Straßenverkehr durchgeführt wird. In dem Artikel wird nicht angegeben, auf welchem Teil der Strecke die Waren im Straßenverkehr befördert werden müssen; es genügt, dass die Beförderung im Straßenverkehr irgendwann zwischen Beginn und Ende des TIR-Transports erfolgt. Es kann jedoch vorkommen, dass trotz der ursprünglichen Absicht des Absenders aus unvorhergesehenen Gründen, die kommerzieller Art oder durch einen Unfall bedingt sein können, der Transport auf keinem Teil der Strecke im Straßenverkehr durchgeführt werden kann. Die Vertragsparteien nehmen in solchen Ausnahmefällen das Carnet TIR an, und die Haftung der bürgenden Verbände bleibt bestehen. |
Dit artikel verbiedt geen steekproefsgewijze controles, maar benadrukt dat het aantal van deze controles gering moet zijn. Het internationale systeem van het TIR-carnet geeft namelijk een extra garantie naast de garantie die door de nationale procedures wordt gegeven; enerzijds moeten de gegevens in het TIR-carnet overeenkomen met de gegevens in de eventueel in het land van vertrek opgestelde douanedocumenten; anderzijds beschikken de landen van doorgang en bestemming reeds over een garantie door de controles die bij vertrek zijn verricht zoals blijkt uit de aantekening van het douanekantoor van vertrek (zie hieronder toelichting bij artikel 19). | 0.5. Artikel 5 |
Artikel 6 | Dieser Artikel schließt nicht das Recht aus, die Waren stichprobenweise zu kontrollieren, macht aber deutlich, dass die Zahl dieser Kontrollen sehr beschränkt bleiben muss. In diesem Zusammenhang bietet das internationale Carnet TIR-Verfahren verglichen mit den innerstaatlichen Verfahren zusätzliche Sicherheiten; einerseits müssen die Angaben über die Waren im Carnet TIR mit den Angaben übereinstimmen, die in den im Ausgangsland gegebenenfalls ausgestellten Zolldokumenten enthalten sind; andererseits geben auch die Kontrollen, die beim Abgang der Waren durchgeführt werden und die durch den Vermerk der Abgangszollstelle nachgewiesen werden, den Durchfuhr- und Bestimmungsländern Garantien (vgl. die nachstehenden Ausführungen zu Artikel 19). |
0.6.2. Lid 2 | Artikel 6 |
Volgens dit lid kunnen de douaneautoriteiten van een land verscheidene aansprakelijke organisaties erkennen, waarbij iedere organisatie afzonderlijk de aansprakelijkheid op zich neemt voor vervoer onder dekking van de carnets die door haar of door soortgelijke organisaties zijn afgegeven. | 0.6.2. Absatz 2 |
0.6.2 bis-1. De betrekkingen tussen een internationale organisatie en de bij haar aangesloten aansprakelijke organisaties zijn omschreven in de schriftelijke overeenkomsten betreffende de werking van het internationale garantiesysteem. | Nach diesem Absatz können die Zollbehörden eines Landes mehrere Verbände zulassen, wobei jeder Verband für die Verbindlichkeiten aus durchgeführten Transporten mit Carnets haftet, die er ausgegeben hat oder die die mit ihm in Verbindung stehenden Verbände ausgegeben haben. |
0.6.2 bis-2. De overeenkomstig artikel 6, lid 2 bis, verleende toestemming wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties en de internationale organisatie. In de overeenkomst wordt bepaald dat de internationale organisatie de bepalingen van de Overeenkomst, de bevoegdheden van de Overeenkomstsluitende Partijen, de besluiten van het Administratief Comité en de verzoeken van het TIR-Uitvoerend Orgaan in acht zal nemen. Door ondertekening van de overeenkomst bevestigt de internationale organisatie dat zij de aan de toestemming verbonden verantwoordelijkheden aanvaardt. De overeenkomst is ook van toepassing op de in bijlage 8, artikel 10, onder b), vermelde verantwoordelijkheden van de internationale organisatie, wanneer TIR-carnets door die internationale organisatie centraal worden afgedrukt en gedistribueerd. De overeenkomst wordt door het Administratief Comité goedgekeurd. | 0.6.2 bis-1. Die Beziehungen zwischen einer internationalen Organisation und ihren Mitgliedsverbänden sind in schriftlichen Vereinbarungen über die Funktionsweise des internationalen Bürgschaftssystems festzulegen. |
Artikel 8 | 0.6.2 bis-2. Die Zulassung nach Artikel 6 Absatz 2bis wird in einer schriftlichen Vereinbarung zwischen der Wirtschaftskommission für Europa (UNECE) und der internationalen Organisation festgehalten. In der Vereinbarung wird festgelegt, dass die internationale Organisation die einschlägigen Bestimmungen des Übereinkommens erfüllt, die Zuständigkeiten der Vertragsparteien des Übereinkommens achtet und die Beschlüsse des Verwaltungsausschusses und die Ersuchen der TIR-Kontrollkommission befolgt. Mit der Unterzeichnung der Vereinbarung bestätigt die internationale Organisation, dass sie die mit der Zulassung verbundenen Verantwortlichkeiten annimmt. Die Vereinbarung gilt auch für die in Anlage 8 Artikel 10 Buchstabe b genannten Verantwortlichkeiten der internationalen Organisation, sofern die zentrale Durchführung des Drucks der Carnets TIR und ihrer Verteilung von der genannten internationalen Organisation wahrgenommen wird. Die Vereinbarung wird vom Verwaltungsausschuss verabschiedet. |
0.8.2. Lid 2 | Artikel 8 |
Dit lid is van toepassing indien, bij onregelmatigheden van de soort als bedoeld in artikel 8, lid 1, de wetten en reglementen van een Overeenkomstsluitende Partij voorzien in de betaling van andere sommen dan de rechten en heffingen bij in- of uitvoer, zoals administratieve boetes of andere geldboetes. De te betalen som mag evenwel niet hoger zijn dan het bedrag aan rechten en heffingen bij in- of uitvoer dat verschuldigd zou zijn geweest indien de goederen overeenkomstig de desbetreffende douanevoorschriften waren in- of uitgevoerd, vermeerderd met de eventuele interesten bij achterstallige betaling. | 0.8.2. Absatz 2 |
0.8.3. Lid 3 | Dieser Absatz findet Anwendung, wenn die Gesetze und anderen Vorschriften einer Vertragspartei bei Unregelmäßigkeiten im Sinne von Absatz 1 die Entrichtung von anderen Beträgen als Eingangs- oder Ausgangsabgaben, z. B. von Geldbußen oder Geldstrafen, vorsehen. Der zu entrichtende Betrag darf jedoch nicht höher sein als die Eingangs- oder Ausgangsabgaben, die zuzüglich etwaiger Verzugszinsen bei in zollrechtlicher Hinsicht vorschriftsmäßiger Einfuhr oder Ausfuhr zu zahlen gewesen wären. |
De douaneautoriteiten wordt aanbevolen het maximumbedrag dat kan worden geëist van de aansprakelijke organisatie te beperken tot een bedrag dat overeenkomt met $ 50 000 per TIR-carnet. Voor het vervoer van alcohol en tabak, waarvan de gegevens hieronder zijn vermeld en dat de hieronder vermelde drempels overschrijdt, wordt de douaneautoriteiten aanbevolen het van de aansprakelijke organisaties eventueel opeisbare maximumbedrag te verhogen tot een bedrag dat overeenkomt met $ 200 000: | 0.8.3. Absatz 3 |
1) | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van 80 % vol of meer (GS-code: 22.07.10) | Den Zollbehörden wird empfohlen, den Höchstbetrag, der gegebenenfalls vom bürgenden Verband zu entrichten ist, je Carnet TIR auf eine Summe festzusetzen, die dem Wert von 50 000 USD entspricht. Bei der Beförderung von nachstehend näher bezeichneten Alkohol- und Tabakerzeugnissen wird den Zollbehörden empfohlen, den Höchstbetrag der Sicherheitsleistung durch den bürgenden Verband auf den Gegenwert von 200 000 USD zu erhöhen: |
2) | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten; samengestelde alcoholhoudende preparaten van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken (GS-code: 22.08) | 1) | Ethylalkohol, mit einem Alkoholgehalt von 80 % vol oder mehr, unvergällt (HS-Code 22.07.10) |
3) | Sigaren en cigarillo's en sigaretten, van tabak (GS-code: 24.02.10) | 2) | Ethylalkohol, mit einem Alkoholgehalt von weniger als 80 % vol, unvergällt; Branntwein, Likör und andere Spirituosen; zusammengesetzte alkoholische Zubereitungen der zum Herstellen von Getränken verwendeten Art (HS-Code 22.08). |
4) | Sigaretten van tabak (GS-code: 24.02.20) | 3) | Zigarren (einschließlich Stumpen) und Zigarillos, Tabak enthaltend (HS-Code 24.02.10). |
5) | Rooktabak, ook indien tabakssurrogaten bevattend, ongeacht in welke verhouding (GS-code: 24.03.10). | 4) | Zigaretten, Tabak enthaltend (HS-Code 24.02.20) |
Aanbevolen wordt het van de aansprakelijke organisaties eventueel op te eisen bedrag te beperken tot een bedrag dat overeenkomt met $ 50 000, indien de hieronder vermelde hoeveelheden niet worden overschreden voor de hierboven beschreven categorieën tabak en alcohol: | 5) | Rauchtabak, auch teilweise oder ganz aus Tabakersatzstoffen (HS-Code 24.03.10). |
1) | 300 liter | Es wird empfohlen, den Höchstbetrag der Sicherheitsleistung durch den bürgenden Verband auf den Gegenwert von 50 000 USD zu begrenzen, wenn die folgenden Mengen für die oben angegebenen Tabak- und Alkoholerzeugnisse nicht überschritten werden: |
2) | 500 liter | 1) | 300 Liter |
3) | 40 000 stuks | 2) | 500 Liter |
4) | 70 000 stuks | 3) | 40 000 Stück |
5) | 100 kg. | 4) | 70 000 Stück |
De hoeveelheden in liter, stuks en kg van de hierboven genoemde categorieën tabak en alcohol moeten nauwkeurig worden vermeld in het manifest van het TIR-carnet. | 5) | 100 Kilogramm. |
0.8.5. Lid 5 | In das Warenmanifest des Carnet TIR sind die genauen Mengen (Liter, Stück, Kilogramm) der oben angegebenen Tabak- und Alkoholerzeugnisse einzutragen. |
Indien een beroep wordt gedaan op de garantie voor goederen die niet in het TIR-carnet zijn vermeld, moet de betrokken instantie aangeven op grond van welke feiten zij tot de conclusie is gekomen dat deze goederen zich in het verzegelde deel van het wegvoertuig of in de verzegelde container bevonden. | 0.8.5. Absatz 5 |
0.8.6. Lid 6 | Wird die Bürgschaft für Waren in Anspruch genommen, die im Carnet TIR nicht aufgeführt sind, sollte die betroffene Verwaltung angeben, aufgrund welcher Fakten sie der Auffassung ist, dass die Waren sich unter Zollverschluss in einem Teil des Fahrzeugs oder einem Behälter befanden. |
1. | Wanneer de in het TIR-carnet vermelde gegevens niet voldoende duidelijk zijn om de heffingen over de goederen te kunnen berekenen, mogen de betrokkenen het bewijs van de exacte aard van de goederen leveren. | 0.8.6. Absatz 6 |
2. | Indien geen bewijs wordt geleverd, worden de rechten en heffingen niet berekend volgens een forfaitair tarief zonder verband met de aard van de goederen, maar tegen het hoogste tarief dat van toepassing is op het soort goederen die door het TIR-carnet zijn gedekt. | 1. | Sind die im Carnet TIR enthaltenen Angaben für die Festsetzung der auf die Waren entfallenden Abgaben zu ungenau, so können die Beteiligten den Nachweis der genauen Beschaffenheit der Waren erbringen. |
0.8.7. Lid 7 | 2. | Wird kein Nachweis erbracht, so werden die Waren nicht pauschal ohne Rücksicht auf ihre Beschaffenheit, sondern zum höchsten Satz verzollt, der für die Kategorie von Waren gilt, die den Angaben des Carnet TIR entspricht. |
De maatregelen die de bevoegde autoriteiten moeten nemen om betaling te eisen van de rechtstreeks aansprakelijke(n) moeten ten minste de kennisgeving van niet-zuivering van de TIR-operatie bevatten en/of de doorzending van de eis tot betaling aan de houder van het TIR-carnet. | 0.8.7. Absatz 7 |
0.10. Artikel 10 | Die Maßnahmen, welche die zuständigen Behörden zu treffen haben, um die Entrichtung von Beträgen von der Person oder den Personen, die sie unmittelbar schulden, zu verlangen, müssen zumindest die Anzeige der Nichterledigung eines TIR-Versands und/oder die Übersendung der Zahlungsaufforderung an den Inhaber des Carnet TIR umfassen. |
Het certificaat van beëindiging van de TIR-operatie wordt geacht ten onrechte of op frauduleuze wijze te zijn verkregen wanneer de TIR-operatie heeft plaatsgevonden met behulp van laadruimten of containers die met frauduleus oogmerk zijn veranderd of wanneer frauduleuze praktijken zijn geconstateerd, zoals gebruik van valse of onjuiste documenten, vervanging van goederen, knoeien met douaneverzegelingen enz. of wanneer dit certificaat is verkregen met behulp van andere onrechtmatige middelen. | 0.10. Artikel 10 |
Artikel 11 | Die Bescheinigung über die Beendigung des TIR-Versands gilt als missbräuchlich oder betrügerisch erwirkt, wenn der TIR-Versand unter Verwendung von Laderäumen oder Behältern durchgeführt worden ist, die auf betrügerische Weise verändert worden sind, oder wenn widerrechtliche Handlungen wie etwa die Verwendung falscher oder unzutreffender Dokumente, der Austausch von Waren oder die Manipulation der Zollverschlüsse festgestellt worden sind, oder wenn sonstige illegale Mittel zur Erlangung der Erledigungsbescheinigung angewandt worden sind. |
0.11-1. Lid 1 | Artikel 11 |
Behalve de kennisgeving aan de aansprakelijke organisatie, moeten de douaneautoriteiten de houder van het TIR-carnet zo spoedig mogelijk laten weten dat een TIR-operatie niet is gezuiverd. Dit zou tezelfdertijd kunnen gebeuren als de kennisgeving aan de aansprakelijke organisatie. | 0.11-1. Absatz 1 |
0.11-2. Lid 2 | Ist ein TIR-Versand nicht erledigt worden, so sollten die Zollbehörden zusätzlich zur Mitteilung an den bürgenden Verband möglichst bald auch den Inhaber des Carnet TIR unterrichten. Dies könnte gleichzeitig mit der Mitteilung an den bürgenden Verband geschehen. |
Bij het nemen van een besluit over het vrijgeven van de goederen of de voertuigen dienen de douaneautoriteiten zich niet te laten beïnvloeden door het feit dat de aansprakelijke organisatie aansprakelijk is voor de betaling van de door de houder van het carnet verschuldigde rechten, heffingen of interest bij achterstallige betaling, indien hun wetgeving hun andere middelen verschaft ter bescherming van de belangen die zij moeten behartigen. | 0.11-2. Absatz 2 |
0.11-3. Lid 3 | Bei der Entscheidung darüber, ob die Waren oder das Fahrzeug freizugeben sind, sollten sich die Zollbehörden nicht von der Erwägung beeinflussen lassen, dass der bürgende Verband für die Zahlung von Zöllen, Steuern und Verzugszinsen haftet, die der Carnet-Inhaber für die Freigabe der Waren oder Fahrzeuge zu entrichten hat, wenn sie aufgrund ihrer Rechtsvorschriften die Möglichkeiten haben, die ihnen anvertrauten Belange auf andere Weise zu sichern. |
Indien de aansprakelijke organisatie wordt verzocht, overeenkomstig de in artikel 11 bedoelde procedure, de in artikel 8, leden 1 en 2, bedoelde bedragen te voldoen en hieraan binnen de bij de Overeenkomst voorgeschreven termijn van drie maanden geen gevolg geeft, kunnen de bevoegde autoriteiten de betaling van de betrokken bedragen eisen op grond van hun nationale regelgeving, want het betreft dan het niet-nakomen van een garantiecontract waarbij de betrokken organisatie zich heeft verbonden krachtens de nationale wetgeving. | 0.11-3. Absatz 3 |
0.15. Artikel 15 | Wird der bürgende Verband gemäß Artikel 11 aufgefordert, die in Artikel 8 Absätze 1 und 2 genannten Beträge zu entrichten, und kommt er innerhalb der im Übereinkommen festgelegten Frist von drei Monaten dieser Aufforderung nicht nach, so können die zuständigen Behörden aufgrund ihrer innerstaatlichen Rechtsvorschriften die Entrichtung dieser Beträge verlangen, da es sich in einem solchen Fall um die Nichterfüllung eines vom bürgenden Verband nach den innerstaatlichen Rechtsvorschriften abgeschlossenen Bürgschaftsvertrages handelt. |
Het feit dat bij tijdelijke invoer geen douanedocument is vereist, kan moeilijkheden opleveren wanneer het om voertuigen gaat die niet behoeven te worden geregistreerd, zoals dit in bepaalde landen gebruikelijk is voor aanhangwagens of opleggers. In dat geval kan artikel 15 worden nageleefd en de douaneautoriteiten voldoende zekerheid worden geboden door op de stroken 1 en 2 van het gebruikte TIR-carnet, alsmede op de stam van deze stroken, de kenmerken (merken en nummers) van deze voertuigen te vermelden. | 0.15. Artikel 15 |
Artikel 17 | Der Verzicht auf ein Zolldokument für die vorübergehende Einfuhr kann bei nicht zulassungspflichtigen Fahrzeugen, wie z. B. Anhängern oder Sattelanhängern, in bestimmten Ländern zu gewissen Schwierigkeiten führen. In solchen Fällen können die Bestimmungen von Artikel 15 bei ausreichender Sicherheit für die Zollbehörden eingehalten werden, wenn auf den in dem betreffenden Land benutzten Trennabschnitten 1 und 2 des Carnet TIR und auf den entsprechenden Stammblättern die Merkmale (Zeichen und Nummern) dieser Fahrzeuge vermerkt werden. |
0.17-1. Lid 1 | Artikel 17 |
De bepaling dat op het goederenmanifest van het TIR-carnet afzonderlijk de inhoud moet worden vermeld van ieder voertuig dat deel uitmaakt van een vervoerscombinatie of van iedere container heeft uitsluitend ten doel de douanecontrole van de inhoud van één enkel voertuig of van één enkele container te vergemakkelijken. Deze bepaling moet dus niet zo strikt worden uitgelegd dat ieder verschil tussen de werkelijke inhoud van een voertuig of van een container en de inhoud van dat voertuig of van die container zoals vermeld op het manifest, wordt beschouwd als een inbreuk op de bepalingen van deze Overeenkomst. | 0.17-1. Absatz 1 |
Indien de vervoerder ten genoegen van de bevoegde autoriteiten kan aantonen dat alle op het manifest vermelde goederen, ondanks dit verschil, overeenkomen met het totaal van de goederen die zijn geladen in de vervoerscombinatie of in de containers die door het TIR-carnet zijn gedekt, mag dit verschil in beginsel niet worden beschouwd als een inbreuk op de douanevoorschriften. | Mit der Bestimmung, dass in dem Warenmanifest des Carnet TIR der Inhalt jedes zu einem Lastzug gehörenden Fahrzeugs oder jedes Behälters gesondert aufzuführen ist, soll lediglich eine Erleichterung der zollamtlichen Prüfung des Inhalts des einzelnen Fahrzeugs oder Behälters erreicht werden. Diese Bestimmung ist daher nicht so streng auszulegen, dass jede Abweichung zwischen dem tatsächlichen Inhalt eines Fahrzeugs oder eines Behälters und dem im Warenmanifest beschriebenen Inhalt dieses Fahrzeugs oder dieses Behälters als Verletzung des Übereinkommens betrachtet wird. |
0.17-2. Lid 2 | Wenn der Warenführer den die zuständigen Behörden zufrieden stellenden Nachweis erbringen kann, dass trotz der festgestellten Abweichungen sämtliche im Warenmanifest angegebenen Waren mit der Gesamtmenge der Waren übereinstimmen, die sich im Lastzug oder in den Behältern befinden, für die das Carnet TIR ausgegeben wurde, so darf hier nicht grundsätzlich eine Verletzung der Zollvorschriften unterstellt werden. |
Voor verhuizingen kan gebruik worden gemaakt van de procedure als bedoeld onder punt 10 c) van de voorschriften betreffende bet gebruik van het TIR-carnet en kan de lijst van vervoerde voorwerpen op redelijke wijze worden vereenvoudigd. | 0.17-2. Absatz 2 |
Artikel 18 | Bei Umzügen kann das in Regel 10 c) der Anleitung für die Verwendung des Carnet TIR vorgesehene Verfahren angewandt und die Aufzählung der beförderten Waren angemessen einfach gehalten werden. |
0.18-1. Voor het goed functioneren van de TIR-regeling moeten de douaneautoriteiten van een land weigeren dat een douanekantoor van uitgang uit dat land als douanekantoor van bestemming wordt aangewezen voor een vervoer dat wordt voortgezet naar een buurland dat eveneens Partij is bij deze Overeenkomst, tenzij in het hiertoe strekkende verzoek daarvoor bijzondere redenen worden aangevoerd. | Artikel 18 |
1. | De goederen moeten op een zodanige wijze zijn geladen dat de partij goederen die op de eerste losplaats moet worden gelost, uit het voertuig of uit de container kan worden gehaald zonder dat een andere partij goederen die op een andere plaats moet worden gelost, eruit behoeft te worden gehaald. | 0.18-1. Im Interesse der reibungslosen Durchführung des TIR-Verfahrens lassen die Zollbehörden eines Landes nicht zu, dass bei einem Warentransport, der in das Nachbarland weiterführt, das gleichfalls Vertragspartei dieses Übereinkommens ist, eine Ausgangszollstelle des ersten Landes als Bestimmungszollstelle benannt wird, es sei denn, dass besondere Gründe dafür sprechen. |
2. | Bij vervoer waarbij moet worden gelost bij verschillende kantoren, dient, zodra een gedeelte van de goederen is gelost, hiervan melding te worden gemaakt in rubriek 12 van alle manifesten die in het TIR-carnet achterblijven; daarbij dient tevens op de achterblijvende stroken, en op de stam van die stroken, te worden aangegeven dat een nieuwe verzegeling is aangebracht. | 1. | Die Waren sind so zu verladen, dass die Waren, die am ersten Entladungsort entladen werden sollen, aus dem Fahrzeug oder dem Behälter entnommen werden können, ohne dass die übrigen Waren, die weiterbefördert werden sollen, entladen zu werden brauchen. |
0.19. Artikel 19 | 2. | Im Falle von Transporten, bei denen Waren bei mehreren Zollstellen zu entladen sind, ist es erforderlich, jedes Entladen einer Teilmenge auf allen übrigen Warenmanifesten des Carnet TIR in Feld 12 zu vermerken und gleichzeitig auf den verbliebenen Trennabschnitten und den entsprechenden Stammblättern anzugeben, dass neue Zollverschlüsse angelegt worden sind. |
De verplichting voor het douanekantoor van vertrek om toe te zien op de juistheid van het goederenmanifest, houdt in dat dit kantoor tenminste moet nagaan of de gegevens over de goederen in het manifest in overeenstemming zijn met de gegevens in de uitvoer- en de vervoersdocumenten of op andere handelsdocumenten die betrekking hebben op deze goederen; voor zover nodig kan het douanekantoor van vertrek de goederen ook onderzoeken. Het douanekantoor van vertrek moet, alvorens verzegelingen aan te brengen, tevens nagaan in welke toestand het wegvoertuig of de container zich bevindt en, wanneer het voertuigen of containers met dekkleden betreft, nagaan in welke toestand de dekkleden en de rijglijnen van de dekkleden zich bevinden, aangezien deze niet zijn opgenomen in het certificaat van goedkeuring. | 0.19. Artikel 19 |
0.20. Artikel 20 | Die Verpflichtung für die Abgangszollstelle, sich von der Richtigkeit des Warenmanifests zu überzeugen, macht zumindest die Prüfung erforderlich, ob die im Warenmanifest über die Waren enthaltenen Angaben mit den Angaben in den Ausfuhrpapieren, Beförderungsdokumenten und sonstigen Handelspapieren für diese Waren übereinstimmen; die Abgangszollstelle kann auch — soweit erforderlich — eine Beschau der Waren vornehmen. Vor Anbringung der Zollverschlüsse hat sie auch den Zustand des Straßenfahrzeuges oder des Behälters und bei Fahrzeugen oder Behältern mit Schutzdecken den Zustand der Schutzdecken und der Befestigungsmittel zu prüfen, da diese in dem Verschlussanerkenntnis (der Zulassungsbescheinigung) nicht erfasst sind. |
Bij het vaststellen van termijnen voor het vervoer van goederen over hun grondgebied moeten de douaneautoriteiten ook rekening houden met bijzondere regelingen waaraan vervoerders moeten voldoen, met name de regelingen inzake de rij- en rusttijden van de chauffeurs. Aanbevolen wordt dat deze douaneautoriteiten van hun recht een route voor te schrijven slechts gebruik maken wanneer zij dit dringend noodzakelijk achten. | 0.20. Artikel 20 |
Artikel 21 | Wenn die Zollbehörden für den Transport von Waren auf ihrem Gebiet eine Frist festsetzen, haben sie unter anderem auch die besonderen Vorschriften für Transportunternehmer, insbesondere die Vorschriften über die Arbeitsstunden und die für Fahrer von Straßenfahrzeugen vorgeschriebenen Ruhepausen, zu berücksichtigen. Es wird empfohlen, dass die Zollbehörden von ihrem Recht, die Fahrtstrecke vorzuschreiben, nur dann Gebrauch machen, wenn sie dies für unbedingt erforderlich halten. |
0.21-1. Dit artikel vormt geen beperking op de bevoegdheid van de douaneautoriteiten alle delen van het voertuit te controleren, naast de verzegelde laadruimte. | Artikel 21 |
0.21-2. Het douanekantoor van binnenkomst kan de vervoerder terugsturen naar het douanekantoor van uitgang in het buurland wanneer blijkt dat in dat land de aantekening van uitgang niet of niet op de juiste wijze is vermeld. In dat geval legt het douanekantoor van binnenkomst in het TIR-carnet een briefje voor het betrokken douanekantoor van uitgang. | 0.21-1. Dieser Artikel schränkt in keiner Weise die Befugnis der Zollbehörden zur Überprüfung aller Teile des Fahrzeugs sowie der verschlossenen Laderäume ein. |
0.21-3. Indien de douaneautoriteiten bij de controle monsters van de goederen nemen, moeten zij hierover op het goederenmanifest van het TIR-carnet alle nuttige gegevens vermelden. | 0.21-2. Die Eingangszollstelle kann den Warenführer an die Ausgangszollstelle des Nachbarlandes zurückweisen, wenn festgestellt wird, dass die Ausgangsbescheinigung in diesem Land nicht oder vorschriftswidrig erteilt worden ist. In diesem Fall bringt die Eingangszollstelle einen Vermerk für die betreffende Ausgangszollstelle im Carnet TIR an. |
0.28. Artikel 28 | 0.21-3. Werden von den Zollbehörden bei der Beschau Proben entnommen, so haben sie im Warenmanifest des Carnet TIR einen Vermerk mit allen erforderlichen Angaben über die entnommenen Waren anzubringen. |
Het gebruik van het TIR-carnet dient te worden beperkt tot het doel waarvoor het is bestemd, namelijk douanevervoer. Het TIR-carnet mag bij voorbeeld niet worden gebruikt ter dekking van de opslag van de goederen onder douanetoezicht op de plaats van bestemming. | 0.28. Artikel 28 |
0.29. Artikel 29 | Das Carnet TIR darf nur im Zusammenhang mit seiner Zweckbestimmung, d. h. dem Warenversand, benutzt werden. Es darf z. B. nicht für die Aufbewahrung des Zollguts am Bestimmungsort verwendet werden. |
Voor wegvoertuigen of containers die zware of omvangrijke goederen vervoeren, is geen certificaat van goedkeuring vereist. Het is evenwel de taak van het douanekantoor van vertrek na te gaan of aan de overige bij dit artikel vastgestelde voorwaarden voor dit soort vervoer is voldaan. De douanekantoren van de andere Overeenkomstsluitende Partijen aanvaarden de door het douanekantoor van vertrek genomen beslissing tenzij zij vinden dat deze beslissing duidelijk in strijd is met artikel 29. | 0.29. Artikel 29 |
0.39. Artikel 39 | Für Straßenfahrzeuge oder Behälter, mit denen außergewöhnlich schwere oder sperrige Waren befördert werden, ist kein Verschlussanerkenntnis (keine Zulassungsbescheinigung) erforderlich. Es ist jedoch Aufgabe der Abgangszollstelle nachzuprüfen, ob die anderen in diesem Artikel festgelegten Bedingungen bei Warentransporten dieser Art erfüllt sind. Die Zollstellen der anderen Vertragsparteien erkennen die Entscheidung der Abgangszollstelle an, sofern sie nach ihrer Auffassung nicht in eindeutigem Widerspruch zu Artikel 29 steht. |
Met „uit nalatigheid gemaakte fouten” worden bedoeld handelingen die niet opzettelijk en welbewust zijn gepleegd, maar die te wijten zijn aan het feit dat in een bepaald geval geen redelijke en noodzakelijke maatregelen zijn genomen om te zorgen voor de juistheid van de gegevens. | 0.39. Artikel 39 |
0.45. Artikel 45 | Unter dem Ausdruck „Fehler…, die… fahrlässig begangen worden sind“, sind Handlungen zu verstehen, die nicht vorsätzlich und in voller Kenntnis der Dinge begangen werden, sondern daraus erwachsen, dass es unterlassen wurde, sich im Einzelfall in angemessenem Umfang und in der erforderlichen Weise von der Richtigkeit der Angaben zu überzeugen. |
De Overeenkomstsluitende Partijen wordt aanbevolen zoveel mogelijk douanekantoren, zowel in het binnenland als aan de grenzen, aan te wijzen voor TIR-operaties. | 0.45. Artikel 45 |
BIJLAGE 1 | Den Vertragsparteien wird empfohlen, möglichst viele Zollstellen im Landesinneren und an der Grenze zur Abfertigung von Versandverfahren mit Carnet TIR zuzulassen. |
1.10. c) Voorschriften voor het gebruik van het TIR-carnet | ANLAGE 1 |
Aan het goederenmanifest gehechte ladingslijsten | 1.10. c) Anleitung für die Verwendung des Carnet TIR |
In voorschrift 10, onder c), van de voorschriften voor het gebruik van het TIR-carnet wordt het gebruik van ladingslijsten als bijlage bij het carnet toegestaan, ook wanneer er genoeg ruimte op het manifest is om alle vervoerde goederen te vermelden. Dit is evenwel slechts toegestaan indien alle op het goederenmanifest te vermelden gegevens duidelijk leesbaar op deze lijsten vermeld staan en indien aan alle andere eisen van voorschrift 10, onder c), is voldaan. | Dem Warenmanifest beigefügte Ladelisten |
BIJLAGE 2 | Regel Nr. 10 Buchstabe c der Anleitung für die Verwendung des Carnet TIR gestattet die Verwendung von Ladelisten als Anlage zum Carnet TIR, auch wenn an sich genügend Raum im Warenmanifest vorhanden wäre, um alle beförderten Waren aufzuführen. Voraussetzung ist jedoch, dass die Ladelisten alle im Warenmanifest geforderten Angaben in lesbarer und verständlicher Form enthalten und die übrigen Bedingungen der Regel 10 Buchstabe c erfüllt sind. |
Artikel 2 | ANLAGE 2 |
2.2.1. a) Lid 1 a) — Montage van samenstellende delen | Artikel 2 |
a) | Indien bevestigingsmiddelen (klinknagels, schroeven, bouten en moeren enz.) zijn gebruikt, moet hiervan van buitenaf een voldoende aantal dwars door de gemonteerde samenstellende delen zijn aangebracht, aan de binnenzijde uitsteken en daar stevig zijn bevestigd (bij voorbeeld geklonken, gelast, voorzien van een naafbus of een bout, en geklonken of gelast op de moer). Klassieke klinknagels (d.w.z. klinknagels waarvoor, bij het aanbrengen, aan beide zijden van de samen te voegen delen een handeling moet worden verricht) kunnen echter ook van binnen naar buiten worden aangebracht. | Daarentegen mag de vloer van de laadruimte ook zijn bevestigd door middel van zelftappende schroeven, zelfborende klinknagels, klinknagels of pennen die erin worden geschoten of pneumatisch aangebracht, wanneer deze van binnen naar buiten loodrecht door de vloer en de onderste metalen dwarsbalken zijn aangebracht, mits enkele uiteinden hiervan zijn verzonken in of gelast op de buitenkant van de dwarsbalk; dit geldt niet voor zelftappende schroeven. | 2.2.1. a) Absatz 1 Buchstabe a — Zusammenbau der Bestandteile |
b) | De bevoegde autoriteit bepaalt welke en hoeveel bevestigingsmiddelen moeten voldoen aan de vereisten onder a) hierboven; daarbij zorgt zij ervoor dat de aldus gemonteerde samenstellende delen niet kunnen worden verwijderd en opnieuw worden aangebracht zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. De keuze en het aanbrengen van andere bevestigingsmiddelen zijn aan geen beperkingen onderworpen. | a) | Sind Verbindungsteile (Nieten, Schrauben, Bolzen, Muttern usw.) verwendet, so müssen sie in ausreichender Zahl von außen angebracht sein, ins Innere durchgehen und dort gut gesichert sein (z. B. vernietet, verschweißt, mit Schließring versehen, verschraubt und die Muttern vernietet oder verschweißt). Dagegen dürfen herkömmliche Nieten (d. h. Nieten, bei deren Anbringung beide Seiten der verbundenen Teile zugänglich sein müssen) auch von innen angebracht sein. | Dessen ungeachtet kann der Boden des Laderaums durch Gewindeschneidschrauben mittels Treibladungen oder Druckluft eingeschossener Nieten oder Bolzen, die von innen angebracht sind und im rechten Winkel durch den Boden und die darunterliegenden Querträger aus Metall hindurchgehen, befestigt sein, sofern bei einigen — Gewindeschneidschrauben ausgenommen — das Ende mit der Außenseite des Querträgers planeben abschließt oder mit ihm verschweißt ist. |
c) | Bevestigingsmiddelen die van één kant af kunnen worden verwijderd en opnieuw worden aangebracht zonder dat dit zichtbare sporen nalaat, dat wil zeggen bevestigingsmiddelen bij het aanbrengen waarvan niet aan beide zijden van de samen te voegen delen een handeling behoeft te worden verricht, zijn in de zin van a) hierboven niet toegestaan. Voorbeelden van zulke verbindingsmiddelen zijn expansieklinknagels, blinde klinknagels e.d. | b) | Die zuständige Behörde bestimmt, welche und wie viele Verbindungsteile den Erfordernissen nach Buchstabe a dieser Erläuterung entsprechen müssen, wobei sie sich davon zu überzeugen hat, dass die verbundenen Teile nicht verschoben und wieder in die Ausgangslage gebracht werden können, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen. Die Wahl und das Anbringen anderer Verbindungsteile sind freigestellt. |
d) | De hierboven omschreven bevestigingswijzen zijn van toepassing op bijzondere voertuigen, zoals geïsoleerde voertuigen, koelvoertuigen of tankvoertuigen, voor zover zij niet in strijd zijn met de technische vereisten waaraan deze voertuigen moeten voldoen in verband met hun gebruik. Indien het om technische redenen niet mogelijk is de delen te bevestigen op de onder a) beschreven wijze, mogen de samenstellende delen worden samengevoegd als onder c) beschreven, mits de aan de binnenkant van de wand gebruikte bevestigingsmiddelen niet vanaf de buitenkant bereikbaar zijn. | c) | Verbindungsteile, die von einer Seite aus entfernt und, ohne dass beide Seiten der verbundenen Teile zugänglich sind, ersetzt werden können, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen, sind nach Buchstabe a dieser Erläuterung nicht zulässig. Hierzu gehören insbesondere Spreng- und Blindnieten und dergleichen. |
2.2.1. b) Lid 1 b) — Deuren en andere sluitsystemen | d) | Die vorstehend beschriebenen Zusammenbaumethoden gelten für Spezialfahrzeuge, z. B. Isolierfahrzeuge, Kühlfahrzeuge und Tankfahrzeuge, soweit sie mit den technischen Erfordernissen, die sich aus der Zweckbestimmung dieser Fahrzeuge ergeben, nicht unvereinbar sind. Können die Bestandteile aus technischen Gründen nicht nach der unter Buchstabe a beschriebenen Methode verbunden werden, so können sie mit den unter Buchstabe c genannten Verbindungsteilen zusammengebaut werden, sofern die an der Innenwand verwendeten Verbindungsteile von außen nicht zugänglich sind. |
a) | De inrichting waaraan de douaneverzegelingen kunnen worden vastgemaakt, moet: | i) | zijn vastgelast dan wel zijn bevestigd met ten minste twee bevestigingsmiddelen als beschreven onder a) van de toelichting bij 2.2.1 a); of | ii) | zo zijn ontworpen dat, wanneer de laadruimte is gesloten en verzegeld, de inrichting niet kan worden verwijderd zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. | De inrichting moet eveneens: | iii) | zijn voorzien van gaten met een diameter van ten minste 11 mm of van gleuven met een lengte van ten minste 11 mm en een breedte van ten minste 3 mm, en | iv) | een gelijke beveiliging bieden, ongeacht de soort verzegeling die wordt gebruikt. | 2.2.1. b) Absatz 1 Buchstabe b — Türen und andere Abschlusseinrichtungen |
b) | Scharnieren, hengsels, scharnierpennen of andere voorzieningen voor het ophangen van deuren en dergelijke moeten zijn bevestigd in overeenstemming met de vereisten bedoeld onder a), i) en ii), hierboven. De verschillende samenstellende delen hiervan (bij voorbeeld scharnierbladen, -pennen of -wortels) moeten bovendien zo zijn vastgemaakt, voor zover zij onmisbaar zijn om de douanebeveiliging van de laadruimte te waarborgen, dat zij, wanneer de laadruimte is gesloten en verzegeld, niet kunnen worden verwijderd of gedemonteerd zonder dat dit zichtbare sporen nalaat (1). | Indien het bevestigingsmiddel niet vanaf de buitenkant bereikbaar is, dan is het voldoende wanneer de deur of dergelijke, in gesloten en verzegelde toestand, hier niet kan worden uitgenomen zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. Indien een deur of sluitinrichting meer dan twee scharnieren heeft, moeten alleen de twee scharnieren die zich het dichtst bij de uiteinden van de deur bevinden beantwoorden aan de eisen onder a), i) en ii), hierboven. | a) | Die Vorrichtung, die das Anbringen eines Zollverschlusses ermöglicht, muss | i) | angeschweißt oder mit mindestens zwei unter Buchstabe a der Erläuterung 2.2.1 a) beschriebenen Verbindungsteilen befestigt sein oder | ii) | so beschaffen sein, dass sie, nachdem der Laderaum geschlossen und mit einem Zollverschluss versehen worden ist, nicht entfernt werden kann, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen. | Sie muss ferner | iii) | Öffnungen von mindestens 11 mm Durchmesser oder Schlitze von mindestens 11 mm Länge und 3 mm Breite besitzen und | iv) | bei jeder Art Zollverschluss, die verwendet wird, gleichermaßen sicher sein. |
c) | Bij wijze van uitzondering mogen bij voertuigen met geïsoleerde laadruimten, de inrichting voor douaneverzegeling, de scharnieren en verdere onderdelen, bij verwijdering waarvan toegang zou worden verkregen tot de laadruimte of tot ruimten waarin goederen zouden kunnen worden verborgen, zijn vastgemaakt aan de deuren van die laadruimten door middel van: | i) | bouten of schroeven die van buitenaf zijn aangebracht, maar die overigens niet voldoen aan de eisen onder a) van toelichting 2.2.1. a) hierboven, mits: | — | het uiteinde van de bouten of schroeven is bevestigd in een tapplaat of een soortgelijke voorziening bevestigd achter het buitenste paneel van de deur; en | — | van een passend aantal van deze bouten of schroeven de kop zo is vastgelast aan de inrichting voor douaneverzegeling, de scharnieren, enz., dat deze kop volledig is vervormd en | — | dat deze bouten of schroeven niet kunnen worden verwijderd zonder dat dit zichtbare sporen nalaat (2); | ii) | bevestigingsmiddelen die vanaf de binnenkant van de geïsoleerde deur zijn aangebracht, mits: | — | de bevestigingspen en de bevestigingskraag van het bevestigingmiddel op pneumatische of hydraulische wijze zijn aangebracht en zijn vastgemaakt achter een plaat of een dergelijke voorziening die zich tussen de buitenbekleding van de deur en het isolatiemateriaal bevindt, en | — | de kop van de bevestigingspen vanaf de binnenkant van de laadruimte niet toegankelijk is, en | — | een voldoende aantal bevestigingskragen en bevestigingspinnen aan elkaar zijn gelast en het niet mogelijk is deze te verwijderen zonder dat dit zichtbare sporen nalaat (3). | Onder „geïsoleerde laadruimte” dient tevens te worden verstaan koel- en vrieslaadruimten. | b) | Scharniere, Türbänder, Angeln und andere Vorrichtungen zum Anschlagen von Türen usw. müssen nach den Vorschriften des Buchstabens a Ziffern i und ii angebracht sein. Außerdem müssen die Beschlagteile (z. B. Platten, Stifte, Angeln), falls sie zur zolltechnischen Sicherung des Laderaums für zollamtliche Zwecke erforderlich sind, so gesichert sein, dass sie, nachdem der Laderaum geschlossen und mit einem Zollverschluss versehen worden ist, nicht entfernt oder ausgebaut werden können, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen (1); | Ist dagegen die Anschlagvorrichtung von außen nicht zugänglich, so genügt es, wenn die Tür, nachdem sie geschlossen und mit einem Zollverschluss versehen worden ist, von der Vorrichtung nicht gelöst werden kann, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen. Besitzt eine Tür oder Abschlussvorrichtung mehr als zwei Angeln, so müssen nur die beiden Angeln, die den Türenden am nächsten sind, nach den Vorschriften des Buchstabens a Ziffern i und ii dieser Erläuterung befestigt sein. |
d) | Voertuigen met een groot aantal sluitinrichtingen, zoals schuiven, kranen, mangaten, flenzen, enz. moeten zo zijn ingericht dat het aantal douaneverzegelingen tot een minimum beperkt kan blijven. Daartoe moeten de dicht bij elkaar gelegen sluitinrichtingen onderling zijn verbonden door een gemeenschappelijke inrichting waarvoor slechts één douaneverzegeling nodig is, of zijn voorzien van een afdekplaat die aan hetzelfde doel beantwoordt. | c) | Bei Fahrzeugen mit wärmeisoliertem Laderaum können ausnahmsweise das Zollverschlusssystem, die Scharniere und die anderen Teile, deren Entfernung den Zugang zum Inneren des Laderaums oder zu etwaigen Verstecken gestatten würde, an den Türen des Laderaums mit nachstehenden Einrichtungen befestigt sein: | i) | mit Bolzen oder Schrauben, die von außen angebracht werden, aber sonst den Bedingungen das Buchstabens a der Erläuterung 2.2.1 a) nicht entsprechen, vorausgesetzt, dass | — | das Ende der Bolzen oder Schrauben in einer mit Gewinden versehenen Platte oder einer ähnlichen hinter der Außenwand der Tür befestigten Vorrichtung verankert ist; | — | die Köpfe dieser Bolzen oder Schrauben in ausreichender Zahl mit dem Zollverschlusssystem, den Scharnieren usw. so verschweißt sind, dass sie vollständig verformt sind, und | — | die Bolzen oder Schrauben nicht entfernt werden können, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen (2); | ii) | mit einer Befestigungsvorrichtung, die von der Innenseite der isolierten Tür angebracht wird, vorausgesetzt, dass | — | der Befestigungsstift und der Sicherungsring der Vorrichtung mit einem pneumatischen oder hydraulischen Werkzeug verbunden und hinter einer Platte oder einer ähnlichen zwischen der Außenwand der Tür und der Isoliermasse befestigten Vorrichtung angebracht werden; und | — | der Kopf des Befestigungsstiftes vom Innern des Laderaums nicht zugänglich ist; und | — | die Sicherungsringe und Befestigungsstifte in ausreichender Zahl miteinander verschweißt sind und die Vorrichtungen nicht entfernt werden können, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen (3). | Der Ausdruck „wärmeisolierter Laderaum“ umfasst Laderäume mit Kühl- oder Wärmeanlage. |
e) | Voertuigen waarvan het dak geopend kan worden, moeten zo zijn gebouwd dat het aantal douaneverzegelingen tot een minimum beperkt kan blijven. | d) | Fahrzeuge mit zahlreichen Verschlüssen, wie Ventilen, Hähnen, Mannlochdeckeln, Flanschen usw., müssen so beschaffen sein, dass die Zahl der erforderlichen Zollverschlüsse möglichst gering ist. Zu diesem Zweck müssen benachbarte Verschlüsse an eine gemeinsame Vorrichtung angeschlossen sein, für die ein einziger Zollverschluss genügt, oder mit einer Abdeckung versehen sein, die dem gleichen Zweck dient. |
f) | Indien meer douaneverzegelingen zijn vereist, wordt het aantal douaneverzegelingen vermeld in rubriek 5 van het certificaat van goedkeuring (Bijlage 4 van de TIR-Overeenkomst van 1975). Bij het certificaat van goedkeuring wordt een schets waarop de plaats van de douaneverzegelingen duidelijk zichtbaar is. | e) | Fahrzeuge mit Schiebedach müssen so gebaut sein, dass die Zahl der erforderlichen Zollverschlüsse möglichst gering ist. |
2.2.1. c) Lid 1 c)-1 Ventilatieopeningen | f) | Falls mehrere Zollverschlüsse erforderlich sind, um die Sicherheit des Verschlusses zu gewährleisten, ist die Anzahl dieser Verschlüsse in dem Verschlussanerkenntnis (der Zulassungsbescheinigung) (Anlage 4 zum TIR-Übereinkommen von 1975) unter Ziffer 5 anzugeben. Dem Verschlussanerkenntnis (der Zulassungsbescheinigung) sind eine Zeichnung oder Fotos des Straßenfahrzeugs beizufügen, aus denen die genaue Lage der Zollverschlüsse ersichtlich ist. |
a) | De grootste afmeting hiervan mag in beginsel niet groter zijn dan 400 mm. | 2.2.1 c) Absatz 1 Buchstabe c-1 Lüftungsöffnungen |
b) | Openingen die rechtstreeks toegang geven tot de laadruimte moeten zijn afgesloten met | i) | metaalgaas of met een geperforeerde metalen plaat (in beide gevallen mag de afmeting van de gaten niet groter zijn dan 3 mm) en zijn beschermd door een gelast metalen traliewerk (maximum afmeting van de mazen: 10 mm), of met | ii) | een enkele, voldoende dikke, geperforeerde metalen plaat (maximum afmeting van de gaten: 3 mm), dikte van de plaat: ten minste 1 mm). | a) | Ihre größte Weite darf grundsätzlich 400 mm nicht überschreiten. |
c) | Openingen die niet rechtstreeks toegang geven tot de laadruimte (bij voorbeeld omdat een systeem van meermalen gebogen buizen of van keerplaten is gebruikt) moeten zijn voorzien van de onder b) genoemde inrichtingen, met gaten en mazen waarvan de afmetingen echter ten hoogste 10 mm (voor metaalgaas of de metaalplaat) en 20 mm (voor het metalen traliewerk) mogen zijn. | b) | Öffnungen, die einen unmittelbaren Zugang zum Laderaum gestatten, müssen | i) | mit Drahtgeflecht oder durchlochten Blechen (größte Weite der Maschen oder Löcher 3 mm) versperrt und durch ein geschweißtes Metallgitter (größte Weite der Maschen 10 mm) geschützt oder | ii) | mit einem ausreichend starken, durchlochten Blech (größte Weite der Löcher 3 mm; Stärke des Blechs mindestens 1 mm) versperrt sein. |
d) | Wanneer in dekkleden openingen zijn aangebracht, zijn de onder b) hierboven bedoelde voorzieningen in beginsel vereist. Afsluitsystemen bestaande uit een aan de buitenkant aangebrachte geperforeerde metalen plaat en aan de binnenkant bevestigd gaas van metaal of ander materiaal zijn evenwel toegestaan. | c) | Öffnungen, die keinen unmittelbaren Zugang zum Laderaum gestatten (z. B. bei Lüftungskanälen, die aus gebogenen Rohren bestehen oder Sperreinrichtungen besitzen), müssen mit Vorrichtungen nach Buchstabe b versehen sein, wobei aber die Loch- oder Maschenweite 10 mm (bei Drahtgeflecht oder Blech) bzw. 20 mm (bei Metallgitter) betragen darf. |
e) | Soortgelijke voorzieningen van een ander materiaal dan metaal kunnen worden toegestaan, mits de mazen de voorgeschreven afmetingen hebben en het gebruikte materiaal zo stevig is dat de mazen niet aanzienlijk wijder kunnen worden gemaakt zonder dat daarbij een zichtbare beschadiging ontstaat. Bovendien moet de voorziening voor de ventilatie zo zijn aangebracht dat het niet mogelijk is om deze door handelingen aan één kant van het dekkleed te vervangen. | d) | Wenn die Öffnungen in Schutzdecken angebracht sind, werden grundsätzlich die Vorrichtungen nach Buchstabe b dieser Erläuterung verlangt. Doch sind Sperrvorrichtungen in Form eines an der Außenseite angebrachten durchlochten Blechs und eines an der Innenseite angebrachten Geflechts aus Draht oder anderem Material gestattet. |
f) | De ventilatieopening kan van een beschermingsinrichting worden voorzien. Deze inrichting wordt op zodanige wijze aan het dekkleed bevestigd dat de douane deze opening kan controleren. Deze inrichting wordt op ten minste 5 cm van de afsluiting van de ventilatieopening aan het dekkleed bevestigd. | e) | Gleichartige Vorrichtungen aus anderem Material als Metall sind zulässig, wenn die Loch- oder Maschenweite den festgesetzten Maßen entspricht und das verwendete Material genügend widerstandsfähig ist, damit die Löcher bzw. Maschen ohne sichtbaren Schaden nicht wesentlich vergrößert werden können. Ferner darf die Lüftungsvorrichtung nicht ersetzt werden können, wenn nur von einer Seite der Schutzdecke aus Zugang besteht. |
2.2.1.c)-2. Afvloeiingsopeningen | f) | Die Lüftungsöffnung kann mit einer Schutzvorrichtung versehen sein. Diese Vorrichtung muss an der Schutzdecke in der Weise befestigt sein, dass die Zollkontrolle der Öffnung möglich ist. Die Schutzvorrichtung muss an der Schutzdecke im Abstand von mindestens 5 cm von der vor der Lüftungsöffnung angebrachten Sperre befestigt sein. |
a) | De grootste afmeting hiervan mag in beginsel niet meer groter zijn dan 35 mm. | 2.2.1. c)-2 Abflussöffnungen |
b) | Openingen die rechtstreeks toegang geven tot de laadruimte, moeten zijn voorzien van de inrichtingen bedoeld onder b) van toelichting 2.2.1 c) — 1 voor de ventilatieopeningen. | a) | Ihre größte Weite darf grundsätzlich 35 mm nicht überschreiten. |
c) | Wanneer de afvloeiingsopeningen niet rechtstreeks toegang geven tot de laadruimte, zijn de onder b) bedoelde inrichtingen niet vereist, mits de openingen zijn voorzien van een deugdelijk systeem van keerplaten dat vanaf de binnenkant van de laadruimte gemakkelijk bereikbaar is. | b) | Öffnungen, die einen unmittelbaren Zugang zum Laderaum gestatten, müssen mit den Vorrichtungen versehen sein, die für Lüftungsöffnungen nach Buchstabe b der Erläuterung 2.2.1 c) 1 vorgeschrieben sind. |
2.2.3. Lid 3 — Veiligheidsglas | c) | Wenn die Abflussöffnungen keinen unmittelbaren Zugang zum Laderaum gestatten, werden die Vorrichtungen nach Buchstabe b dieser Erläuterung nicht verlangt, sofern die Öffnungen mit einer zuverlässigen Sperreinrichtung versehen sind, die von der Innenseite des Laderaums leicht zugänglich ist. |
Glas wordt als veiligheidsglas beschouwd indien er geen risico is dat het kapot gaat bij normaal gebruik van een voertuig. Het glas is van een merkteken voorzien waaruit blijkt dat het veiligheidsglas is. | 2.2.3. Absatz 3 — Sicherheitsglas |
Artikel 3 | Als Sicherheitsglas ist Glas anzusehen, bei dem keine Gefahr besteht, dass es durch eine einzelne der bei einer normalen Verwendung des Fahrzeugs üblicherweise zu erwartenden Einwirkungen zerstört wird. Das Glas muss als Sicherheitsglas besonders gekennzeichnet sein. |
2.3.3. Lid 3 — Dekkleden bestaande uit verschillende stukken | Artikel 3 |
a) | De verschillende stukken van een zelfde dekkleed mogen zijn gemaakt van verschillend materiaal dat voldoet aan het bepaalde in artikel 3, lid 2, van bijlage 2. | 2.3.3. Absatz 3 — Aus mehreren Stücken zusammengesetzte Schutzdecken |
b) | Bij de vervaardiging van het dekkleed is iedere indeling van de stukken die voldoende zekerheid biedt, toegestaan, mits de stukken zijn samengevoegd overeenkomstig de voorschriften in artikel 3 van bijlage 2. | a) | Die einzelnen Stücke einer Schutzdecke können aus verschiedenen Stoffen bestehen, die den Vorschriften des Artikels 3 Absatz 2 der Anlage 2 entsprechen. |
Lid 6 a) | b) | Bei der Herstellung der Schutzdecke ist jede Anordnung der einzelnen Stücke zulässig, die eine ausreichende Sicherheit gewährleistet, sofern die Stücke nach den Vorschriften des Artikels 3 der Anlage 2 zusammengesetzt sind. |
2.3.6. a)-1 Voertuigen met schuifringen | Absatz 6 Buchstabe a |
Metalen bevestigingsringen die kunnen schuiven over de aan de voertuigen bevestigde metalen stangen, zijn aanvaardbaar voor de toepassing van het bepaalde in dit lid (4), mits | 2.3.6. a)-1 Fahrzeuge mit Gleitringen |
a) | de stangen met een tussenruimte van ten hoogste 60 cm aan het voertuig zijn bevestigd, en wel zo dat zij niet kunnen worden verwijderd en opnieuw worden aangebracht, zonder dat dit zichtbare sporen nalaat; | Befestigungsringe aus Metall, die über die an den Fahrzeugen angebrachten Metallstangen gleiten, sind für die Zwecke dieses Absatzes zulässig (4), sofern |
b) | het ringen in achtvorm betreft of ringen met een tussenstuk en deze bestaan uit één stuk zonder las; en | a) | die Stangen in Abständen von nicht mehr als 60 cm am Fahrzeug befestigt sind, und zwar so, dass sie nicht entfernt und wieder angebracht werden können, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen; |
c) | het dekkleed is bevestigd aan het voertuig op een wijze die geheel voldoet aan het bepaalde in artikel 1, onder a), van bijlage 2 bij de Overeenkomst. | b) | die Ringe aus einer Doppelschleife bestehen oder mit einem Mittelsteg versehen und in einem Stück ohne Schweißung hergestellt sind, und |
2.3.6. a)-2 Voertuigen voorzien van draaipennen | c) | die Schutzdecke am Fahrzeug in einer Weise befestigt ist, die genau der in Artikel 1 Buchstabe a des Anlage 2 festgelegten Bedingung entspricht. |
Metalen draaipennen die draaien in aan het voertuig bevestigde beugels zijn aanvaardbaar voor de doeleinden van dit lid (5), mits: | 2.3.6. a)-2 Fahrzeuge mit drehbaren Befestigungsringen |
a) | elke beugel op zodanige wijze aan het voertuig is bevestigd dat deze niet kan worden verwijderd en weer aangebracht zonder dat dit zichtbare sporen nalaat; en | Befestigungsringe aus Metall, die einzeln in einem am Fahrzeug befestigten Metallbügel drehbar sind, sind für die Zwecke dieses Absatzes zulässig (5), sofern |
b) | de veer van elke beugel volledig is opgesloten in een metalen klokvormig omhulsel. | a) | jeder Bügel in der Weise am Fahrzeug befestigt ist, dass er nicht entfernt und wieder angebracht werden kann, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen, und |
2.3.6. b) Lid 6 b) Blijvend bevestigde dekkleden | b) | die Druckfeder jedes Bügels vollständig mit einer glockenförmigen Abdeckkappe aus Metall abgedeckt ist. |
Wanneer een of meer randen van het dekkleed blijvend zijn bevestigd aan de carrosserie van het voertuig, moet het dekkleed worden vastgehouden door een of meer strippen van metaal of van een ander passend materiaal, die aan de carrosserie van het voertuig worden bevestigd met bevestigingsmiddelen die voldoen aan de eisen onder a) van toelichting 2.2.1 a) in bijlage 6. | 2.3.6. b) Absatz 6 Buchstabe b Dauerhaft befestige Schutzdecken |
2.3.8. Lid 8 — Afstand tussen ringen en ogen | Ist ein Rand oder sind mehrere Ränder der Schutzdecke dauerhaft an der Karosserie des Fahrzeugs befestigt, so muss die Schutzdecke mit einem Band oder Bändern aus Metall oder einem anderen geeigneten Material gehalten werden, wobei das Band durch Verbindungsteile, die den Bedingungen des Buchstabens a der Erläuterung 2.2.1 a) der Anlage 6 entsprechen, mit der Karosserie des Fahrzeugs verbunden ist. |
Een onderlinge afstand groter dan 200 mm, doch niet groter dan 300 mm, mag aan weerszijden van een kaptoog worden toegestaan, indien de ringen gedeeltelijk verzonken in de zijschotten zijn bevestigd en indien de ogen ovaal zijn en juist groot genoeg om over de ringen te kunnen worden geschoven. | 2.3.8. Absatz 8 — Zwischenraum zwischen den Ringen und den Ösen |
Lid 11 a) | Ein Zwischenraum von mehr als 200 mm, der jedoch 300 mm nicht übersteigen darf, kann zugelassen werden, wenn die Ringe beidseitig von den Pfosten vertieft an den Seitenwänden angebracht sind und wenn die Ösen oval und gerade groß genug sind, um über die Ringe gestreift werden zu können. |
2.3.11. a)-1 Spanflappen | Absatz 11 Buchstabe a |
Bij veel voertuigen is het dekkleed aan de buitenkant voorzien van een horizontale flap, waarin over de gehele lengte van de zijwand van het voertuig ogen zijn aangebracht. Deze zogeheten spanflappen dienen om het dekkleed te kunnen spannen met behulp van koorden of dergelijke. Deze flappen zijn wel eens gebruikt voor het verbergen van horizontale insnijdingen in het dekkleed waardoor illegaal toegang kon worden verkregen tot de in het voertuig vervoerde goederen. Daarom wordt aanbevolen het gebruik van dit soort flappen niet toe te staan. Zij kunnen worden vervangen door: | 2.3.11. a)-1 Spannüberfall bei Schutzdecken |
a) | soortgelijke spanflappen die aan de binnenkant van het dekkleed zijn bevestigd, of | Bei vielen Fahrzeugen hat die Schutzdecke an der Außenseite einen horizontalen Überfall mit Ösen, der sich entlang der Seitenwand des Fahrzeugs erstreckt. Dieser Überfall, der als Spannüberfall bezeichnet wird, ermöglicht es, die Schutzdecke mit Seilen oder ähnlichen Vorrichtungen zu spannen. Diese Überfälle sind dazu benutzt worden, um horizontale Einschnitte in die Schutzdecke zu verbergen, durch die man sich widerrechtlich Zugang zu den im Fahrzeug beförderten Waren verschafft hat. Es wird deshalb empfohlen, die Verwendung von Überfällen dieser Art nicht zuzulassen. Stattdessen lassen sich insbesondere folgende Vorrichtungen verwenden: |
b) | losse flapjes in elk waarvan een oog is aangebracht en die zijn bevestigd op de buitenkant van het dekkleed en wel met een zodanige tussenruimte dat het dekkleed voldoende kan worden gespannen. | a) | Spannüberfälle ähnlicher Art, die an der Innenseite der Schutzdecke befestigt werden, oder |
In sommige gevallen is het mogelijk om dekkleden zonder spanflappen te gebruiken. | b) | kleine einzelne Überfälle mit je einer Öse, die an der Außenseite der Schutzdecke befestigt werden, und zwar in Abständen, die ein zufrieden stellendes Spannen der Schutzdecke gewährleisten. |
2.3.11. a)-2 Dekkleedriemen | In gewissen Fällen lässt sich die Verwendung von Spannüberfällen bei Schutzdecken auch ganz vermeiden. |
Voor de vervaardiging van de riemen worden de volgende materialen geschikt geacht: | 2.3.11. a)-2 Schutzdecken-Riemen |
a) | leer; | Für die Herstellung der Riemen werden folgende Stoffe als geeignet angesehen: |
b) | niet-rekbaar materiaal, met inbegrip van weefsel met een plastic laag of gegummeerd weefsel, mits dergelijke materialen niet kunnen worden opengesneden en weer gelast of hersteld zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. Verder moet het plastic waarmee de riemen zijn bedekt, doorzichtig zijn en glad aan de buitenkant. | a) | Leder; |
2.3.11. a)-3 De in schets 3 (6) afgebeelde inrichting voldoet aan de eisen in artikel 3, lid 11 a), laatste alinea, van bijlage 2. Zij voldoet ook aan de eisen in artikel 3, lid 6, onder a) en b), van bijlage 2. | b) | nichtdehnbare Spinnstoffwaren, einschließlich Kunststoff oder kautschukbeschichteter Gewebe, sofern sie nach Durchtrennung nicht wieder zusammengeschweißt oder zusammengefügt werden können, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen. Außerdem muss der Kunststoffüberzug der Riemen durchsichtig und an der Oberfläche glatt sein. |
BIJLAGE 3 | 2.3.11. a)-3 Die in Zeichnung 3 (6) dieser Anlage abgebildete Vorrichtung entspricht den Vorschriften der Anlage 2 Artikel 3 Absatz 11 Buchstabe a Satz 3. Sie entspricht auch den Vorschriften der Anlage 2 Artikel 3 Absatz 6 Buchstaben a und b. |
3.0.17. Lid 17 — Goedkeuringsprocedure | ANLAGE 3 |
1. | In bijlage 3 is bepaald dat de bevoegde autoriteiten van een Overeenkomstsluitende Partij een certificaat van goedkeuring kunnen afgeven voor een voertuig dat op het grondgebied van die partij is vervaardigd en dat voertuig niet aan een aanvullende goedkeuringsprocedure zal worden onderworpen in het land waar het wordt geregistreerd of in het land waar de eigenaar is gevestigd, al naar gelang van het geval. | 3.0.17. Absatz 17 — Zulassungsverfahren |
2. | Deze bepaling is er niet op gericht het recht te beperken van de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partij waar het voertuig is geregistreerd of waar de eigenaar is gevestigd om, bij invoer of daarna, de overlegging van een certificaat van goedkeuring te eisen in verband met registratie of controle van het voertuig of soortgelijke formaliteiten. | 1. | Anlage 3 sieht vor, dass die zuständigen Behörden einer Vertragspartei für ein im Gebiet dieser Vertragspartei hergestelltes Fahrzeug ein Verschlussanerkenntnis (eine Zulassungsbescheinigung) ausstellen können und dass sich in dem Land, in dem das Fahrzeug zum Verkehr zugelassen wird oder in dem der Eigentümer seinen Sitz hat, jedes weitere Zulassungsverfahren erübrigt. |
3.0.20. Lid 20 — Procedure voor het plaatsen van aantekeningen op het certificaat van goedkeuring | 2. | Diese Bestimmungen schränken nicht das Recht der zuständigen Behörden der Vertragspartei ein, in deren Gebiet das Fahrzeug zum Verkehr zugelassen wird oder der Eigentümer seinen Sitz hat, bei der Einfuhr oder später im Zusammenhang mit der Zulassung zum Verkehr oder der zollamtlichen Überwachung des Fahrzeugs oder ähnlichen Förmlichkeiten die Vorlage eines Verschlussanerkenntnisses (einer Zulassungsbescheinigung) zu verlangen. |
Voor het annuleren van een vermelding betreffende geconstateerde gebreken wanneer het voertuig voldoende is hersteld, wordt in de daartoe bestemde rubriek 11 vermeld „Gebreken hersteld”, gevolgd door de naam, de handtekening en het stempel van de betrokken bevoegde autoriteit. | 3.0.20. Absatz 20 — Verfahren für die Anbringung von Vermerken auf dem Verschlussanerkenntnis (der Zulassungsbescheinigung) |
BIJLAGE 8 | Um nach zufrieden stellender Instandsetzung des Fahrzeugs einen Vermerk über festgestellte Mängel zu löschen, genügt es, dass die betreffende zuständige Behörde im Feld 11 den Vermerk „Mängel behoben“, ihren Namen, ihre Unterschrift und ihren Stempel einsetzt. |
Artikel 10 | ANLAGE 8 |
8.10. b) De in de toelichting bij artikel 6, lid 2 bis vermelde overeenkomst is ook van toepassing op de onder b) van dit artikel vermelde verantwoordelijkheden van de internationale organisatie, wanneer TIR-carnets door die internationale organisatie centraal worden afgedrukt en gedistribueerd. | Artikel 10 |
Artikel 13 | 8.10. (b) Die in der Erläuterung zu Artikel 6 Absatz 2bis genannte Vereinbarung gilt auch für die unter Buchstabe b genannten Verantwortlichkeiten der internationalen Organisation, sofern die zentrale Durchführung des Drucks der Carnets TIR und ihrer Verteilung von der genannten internationalen Organisation wahrgenommen wird. |
8.13.1-1. Lid 1 — Financiële bepalingen | Artikel 13 |
Na een beginperiode van twee jaar zullen de partijen bij de Overeenkomst de financiering van de TIR-Uitvoerend Orgaan en van het TIR-Secretariaat uit de gewone begroting van de Organisatie van de Verenigde Naties overwegen. Dit sluit een verlenging van de oorspronkelijke financiële bepalingen niet uit, indien een financiering door de Organisatie van de Verenigde Naties of uit andere bronnen ontbreekt. | 8.13.1-1. Absatz 1 — Finanzielle Regelungen |
8.13.1-2. Lid 1 — Werking van het TIR-Uitvoerend Orgaan | Nach einem Anfangszeitraum von zwei Jahren streben die Vertragsparteien des Übereinkommens die Finanzierung der TIR-Kontrollkommission und des TIR-Sekretariats durch den ordentlichen Haushalt der Vereinten Nationen an. Dies schließt eine Verlängerung der anfänglichen Finanzierungsregelung nicht aus, falls eine Finanzierung durch die Vereinten Nationen oder aus anderen Quellen nicht zur Verfügung steht. |
De werkzaamheden van de leden van het TIR-Uitvoerend Orgaan worden gefinancierd door de overheden van die leden. | 8.13.1-2. Absatz 1 — Tätigkeit der TIR-Kontrollkommission |
8.13.1-3. Lid 1 — Bedrag | Die Arbeit der Mitglieder der TIR-Kontrollkommission wird von deren jeweiligen Regierungen finanziert. |
Het in lid 1 bedoelde bedrag is gebaseerd op a) het budget en de begroting van het TIR-Uitvoerend Orgaan en het TIR-Secretariaat zoals goedgekeurd door het Administratief Comité, en b) de door de internationale organisatie opgestelde prognose van het aantal af te geven TIR-carnets. | 8.13. 1-3. Absatz 1 — Betrag |
8.13.2. Lid 2 | Für den Betrag gemäß Absatz 1 werden (a) der vom Verwaltungsausschuss genehmigte Haushalt und der Kostenplan der TIR-Kontrollkommission und des TIR-Sekretariats und (b) die geschätzte Zahl der Carnets TIR, die von der internationalen Organisation ausgegeben werden, berücksichtigt. |
Na overleg met de in artikel 6 bedoelde internationale organisatie komt de in lid 2 bedoelde procedure tot uiting in de overeenkomst tussen de Economische Commissie voor Europa van de VN, handelende in opdracht van en namens de overeenkomstsluitende partijen, en de in artikel 6 bedoelde internationale organisatie. Deze overeenkomst wordt door het Administratief Comité goedgekeurd. | 8.13.2. Absatz 2 |
BIJLAGE 9 | Nach Anhörung der in Artikel 6 genannten internationalen Organisation wird das Verfahren gemäß Absatz 2 in der Vereinbarung zwischen der Wirtschaftskommission für Europa (UNECE), die von den Vertragsparteien beauftragt ist und in deren Namen handelt, und der in Artikel 6 genannten internationalen Organisation geregelt. Die Vereinbarung ist vom Verwaltungsausschuss zu genehmigen. |
Deel I | ANLAGE 9 |
9.I.1. a) Lid 1 a) — Organisatie | Teil I |
Bijlage 9, Deel I, lid 1 a), heeft betrekking op organisaties die aan het internationale goederenverkeer deelnemen, waaronder de kamers van koophandel. | 9.I.1. a) Absatz 1 Buchstabe a — Anerkannter Verband |
Deel II | Anlage 9 Teil I Absatz 1 Buchstabe a erstreckt sich auf die mit dem internationalen Warenverkehr befassten Organisationen, einschließlich der Handelskammern. |
9.II.3. Lid 3 — Commissie van machtiging | Teil II |
Aanbevolen wordt nationale commissies van machtiging op te richten waarin vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten, nationale aansprakelijke organisaties en andere betrokken organisaties zitting hebben. | 9.II.3. Absatz 3 — Zulassungsausschuss |
Schets 1 | Es wird empfohlen, nationale Zulassungsausschüsse einzurichten, die aus Vertretern der zuständigen Behörden, der nationalen Verbände und anderer betroffener Organisationen bestehen. |
VOORBEELD VAN SCHARNIER EN INRICHTING VOOR DOUANEVERZEGELING AAN DEUREN VAN VOERTUIGEN MET GEÏSOLEERDE LAADRUIMTEN | Zeichnung 1 |
Schets 1a | SCHARNIERE UND ZOLLVERSCHLUSSSYSTEME FÜR TÜREN VON FAHRZEUGEN MIT WÄRMEISOLIERTEN LADERÄUMEN |
VOORBEELD VAN EEN SCHARNIER DIE GEEN BIJZONDERE BESCHERMING VAN DE PEN VEREIST | Zeichnung 1a) |
De afgebeelde scharnier voldoet aan van toelichting 2.2.1 b), lid b), tweede zin. Scharnierblad en scharniersteun zijn zo ontworpen dat de pen geen bijzondere bescherming behoeft, daar de lipprofielen van het scharnierblad tot achter de randen van de scharniersteun komen. Door deze lipprofielen en de douaneverzegeling kan de deur niet aan de scharnierzijde worden geopend zonder dat dit zichtbare sporen nalaat, zelfs indien de niet-beschermde pen is verwijderd. | BEISPIEL FÜR EIN SCHARNIER, BEI DEM DER SCHARNIERBOLZEN NICHT BESONDERS GESICHERT ZU WERDEN BRAUCHT |
Schets 2 | Das abgebildete Scharnier entspricht den Erfordernissen der Erläuterung Nr. 2.2.1 b) Buchstabe b zweiter Satz. Auf eine Sicherung des Scharnierbolzens kann verzichtet werden, weil Scharnierblatt und Scharnierbock so konstruiert sind, dass das Scharnierblatt mit seinem Hinterschnitt hinter die Backen des Scharnierbockes greift. Der Hinterschnitt verhindert, dass die zollamtlich verschlossene Tür auch bei Entfernung des ungesicherten Scharnierbolzens an der Anschlagvorrichtung geöffnet werden kann, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen. |
VOERTUIGEN MET DEKKLEDEN BEVESTIGD DOOR MIDDEL VAN SCHUIFRINGEN | Zeichnung 2 |
Schets 2a | FAHRZEUGE MIT SCHUTZDECKEN UND GLEITRINGEN |
VOORBEELD VAN EEN DRAAIPEN (D-RING) | Zeichnung 2a |
Schets 3 | BEISPIEL EINES DREHBAREN BEFESTIGUNGSRINGES (MODELL „D“) |
VOORBEELD VAN EEN INRICHTING VOOR HET SLUITEN VAN HET DEKKLEED VAN EEN VOERTUIG | Zeichnung 3 |
De hieronder afgebeelde inrichting voldoet aan de eisen in bijlage 2, artikel 3, punt 11 a). Zij voldoet ook aan de eisen in bijlage 2, artikel 3, punten 6 a) en b). | BEISPIEL EINER VORRICHTUNG ZUR BEFESTIGUNG VON SCHUTZDECKEN |
Schets 4 | Die abgebildete Vorrichtung entspricht den Vorschriften der Anlage 2 Artikel 3 Absatz 11 Buchstabe a letzter Satz. Sie entspricht auch den Vorschriften der Anlage 2 Artikel 3 Absatz 6 Buchstaben a und b. |
INRICHTING VOOR HET SLUITEN VAN EEN DEKKLEED | Zeichnung 4 |
De hieronder weergegeven inrichting voldoet aan de eisen van bijlage 2, artikel 3, leden 6 a) en 6 b). | VORRICHTUNG ZUR BEFESTIGUNG EINER SCHUTZDECKE |
Schets 5 | Die abgebildeten Vorrichtungen entsprechen den Vorschriften der Angale2, Artikel 3, Absatz 6, Buchstaben (a) und (b) |
VOORBEELD VAN EEN BEVESTIGING DIE VANUIT DE BINNENZIJDE VAN EEN CONSTRUCTIE MET GEÏSOLEERDE DEUR WORDT AANGEBRACHT | Zeichnung 5 |
(1) Zie schets 1a bij deze bijlage. | BEFESTIGUNGSVORRICHTUNG, DIE VON DER INNENSEITE DER ISOLIERTEN TÜR ANGEBRACHT WIRD |
(2) Zie schets 1 bij deze bijlage. | (1) Siehe beigefügte Zeichnung 1a. |
(3) Zie schets 5 bij deze bijlage. | (2) Siehe beigefügte Zeichnung 1. |
(4) Zie schets 2 bij deze bijlage. | (3) Siehe beigefügte Zeichnung 5. |
(5) Zie schets 2a bij deze bijlage. | (4) Siehe beigefügte Zeichnung 2. |
(6) Zie schets 3 bij deze bijlage. | (5) Siehe beigefügte Zeichnung 2a. |
BIJLAGE 7 | (6) Siehe beigefügte Zeichnung 3. |
BETREFFEND DE GOEDKEURING VAN CONTAINERS | ANLAGE 7 |
DEEL I | ANLAGE ÜBER DIE ZULASSUNG VON BEHÄLTERN |
REGLEMENT HOUDENDE TECHNISCHE VOORWAARDEN VOOR CONTAINERS DIE KUNNEN WORDEN TOEGELATEN TOT HET INTERNATIONALE VERVOER VAN GOEDEREN ONDER DOUANEVERZEGELING | TEIL I |
Artikel 1 | VORSCHRIFTEN ÜBER DIE TECHNISCHEN BEDINGUNGEN FÜR BEHÄLTER, DIE ZUM INTERNATIONALEN TRANSPORT UNTER ZOLLVERSCHLUSS ZUGELASSEN WERDEN KÖNNEN |
Grondbeginselen | Artikel 1 |
Voor het internationale vervoer van goederen onder douaneverzegeling kunnen alleen containers worden goedgekeurd die zodanig zijn gebouwd en ingericht: | Grundsätze |
a) | dat goederen niet aan het verzegelde gedeelte van de container kunnen worden onttrokken of erin gebracht, zonder dat dit zichtbare sporen van braak nalaat of zonder dat de douaneverzegeling wordt verbroken; | Zum internationalen Warentransport unter Zollverschluss werden nur Behälter zugelassen, die so gebaut und eingerichtet sind, dass |
b) | dat op eenvoudige en doeltreffende wijze douaneverzegelingen kunnen worden aangebracht; | a) | dem zollamtlich verschlossenen Teil des Behälters keine Waren entnommen oder in ihn hineingebracht werden können, ohne sichtbare Spuren des Aufbrechens zu hinterlassen oder den Zollverschluss zu verletzen; |
c) | dat de containers geen geheime bergplaats hebben waarin goederen kunnen worden verborgen; | b) | Zollverschlüsse auf einfache und wirksame Weise angebracht werden können; |
d) | dat alle ruimten die goederen kunnen bevatten, gemakkelijk door de douane kunnen worden gevisiteerd. | c) | sie keine Verstecke enthalten, in denen Waren verborgen werden können; |
Artikel 2 | d) | alle zur Aufnahme von Waren geeigneten Räume für die Zollkontrolle leicht zugänglich sind. |
Bouw van de container | Artikel 2 |
1. Om te voldoen aan de voorschriften in artikel 1 van dit reglement: | Bauart der Behälter |
a) | moeten de samenstellende delen van de container (wanden, vloer, deuren, dak, stijlen, frames, dwarsbalken enz.) zijn samengevoegd hetzij door bevestigingsmiddelen die niet van de buitenkant kunnen worden verwijderd en opnieuw worden aangebracht zonder dat dit zichtbare sporen nalaat, hetzij volgens methoden die van deze delen een eenheid maken die niet kan worden veranderd zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. Indien de wanden, de vloer, de deuren en het dak uit verschillende delen zijn samengesteld, moeten deze delen voldoen aan dezelfde voorschriften en voldoende stevig zijn; | (1) Damit die Behälter den Erfordernissen des Artikels 1 dieser Vorschriften entsprechen, gilt Folgendes: |
b) | moeten de deuren en alle andere sluitsystemen (met inbegrip van kranen, mangaten, flenzen enz.) een inrichting omvatten waarop douaneverzegelingen kunnen worden aangebracht. Deze inrichting mag niet van buitenaf kunnen worden verwijderd en opnieuw aangebracht zonder dat dit zichtbare sporen nalaat, en moet zodanig zijn dat de deur of sluiting niet kan worden geopend zonder dat de douaneverzegelingen worden verbroken. Openslaande daken zijn toegestaan; | a) | Die Bestandteile des Behälters (Wände, Boden, Türen, Dach, Pfosten, Rahmen, Querträger usw.) müssen entweder durch Vorrichtungen, die von außen nicht entfernt und wieder angebracht werden können, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen, oder durch eine Konstruktion zusammengefügt sein, die ohne Hinterlassen sichtbarer Spuren nicht verändert werden kann. Bestehen Wände, Boden, Türen und Dach aus verschiedenen Bauteilen, so müssen diese den gleichen Erfordernissen entsprechen und genügend widerstandsfähig sein; |
c) | moeten de ventilatie- en afvloeiingsopeningen zijn voorzien van een inrichting die toegang tot in de container verhindert. Deze inrichting mag niet van buitenaf kunnen worden verwijderd en opnieuw aangebracht zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. | b) | Türen und alle anderen Abschlusseinrichtungen (einschließlich Hähne, Mannlochdeckel, Flanschen usw.) müssen mit einer Vorrichtung versehen sein, an der ein Zollverschluss angebracht werden kann. Diese Vorrichtung muss so beschaffen sein, dass sie von außen nicht entfernt und wieder angebracht werden kann, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen, und die Tür oder Abschlusseinrichtung nicht geöffnet werden kann, ohne den Zollverschluss zu verletzen. Schiebedächer sind zulässig; |
2. Niettegenstaande artikel 1, onder c), van dit reglement, zijn samenstellende delen van de container die, om praktische redenen, lege ruimten moeten bevatten (bij voorbeeld tussen de schotten van een dubbele wand), toegestaan. Om te voorkomen dat deze ruimten worden gebruikt om goederen te verbergen: | c) | Lüftungs- und Abflussöffnungen sind mit einer Vorrichtung zu versehen, die den Zugang zum Innern des Behälters verhindert. Diese Vorrichtung muss so beschaffen sein, dass sie von außen nicht entfernt und wieder angebracht werden kann, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen. |
i) | mag, indien de binnenbekleding van de container de gehele hoogte van de wand, van de vloer tot het dak, bedekt of, in andere gevallen, indien de ruimte tussen de binnenbekleding en de buitenwand geheel gesloten is, deze bekleding niet kunnen worden verwijderd en opnieuw aangebracht zonder dat dit zichtbare sporen nalaat; en | (2) Ungeachtet des Artikels 1 Buchstabe c dieser Vorschriften sind Behälterbestandteile, die aus praktischen Gründen Hohlräume enthalten müssen (z. B. zwischen den Wandungen von Doppelwänden), zulässig. Damit die Hohlräume nicht als Warenversteck benutzt werden können, gilt Folgendes: |
ii) | moet, indien de bekleding niet de gehele hoogte van de wand bedekt en indien de ruimten tussen de bekleding en de buitenwand niet geheel gesloten zijn en in alle andere gevallen waarin de container zo is gebouwd dat hij open ruimten bevat, het aantal van deze ruimten tot een minimum zijn beperkt en moeten zij gemakkelijk door de douane kunnen worden gevisiteerd. | i) | Wenn die innere Verkleidung des Behälters die Wand in ihrer ganzen Höhe vom Boden bis zum Dach bedeckt oder wenn, in anderen Fällen, der Zwischenraum zwischen Verkleidung und Außenwand vollständig geschlossen ist, muss die Verkleidung so angebracht sein, dass sie nicht entfernt und wieder angebracht werden kann, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen, und |
3. Vensters zijn toegestaan in losse carrosserieën volgens de definitie in bijlage 6, toelichting 0.1 j), van de Overeenkomst, mits zij van voldoende stevig materiaal zijn gemaakt en van buitenaf niet kunnen worden verwijderd en opnieuw aangebracht zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. Het gebruik van glas is toegestaan, maar indien ander glas dan veiligheidsglas wordt gebruikt, moeten de vensters van een vast metalen traliewerk zijn voorzien dat van buitenaf niet kan worden verwijderd; de mazen van het traliewerk mogen niet meer dan 10 mm groot zijn. Vensters zijn niet toegelaten op containers zoals omschreven in artikel 1 j) van de Overeenkomst, behalve op losse carrosserieën zoals omschreven in toelichting 0.1 j) in bijlage 6 van de Overeenkomst. | ii) | wenn die Verkleidung die Wand nicht in ihrer ganzen Höhe bedeckt und wenn die Zwischenräume zwischen Verkleidung und Außenwand nicht vollständig geschlossen sind, sowie in allen sonstigen Fällen, in denen im Behälter konstruktionsbedingte Hohlräume entstehen, muss deren Zahl auf ein Mindestmass beschränkt sein; die Hohlräume müssen für die Zollkontrolle leicht zugänglich sein. |
Artikel 3 | (3) Lichtöffnungen sind in abnehmbaren Karosserien nach Anlage 6 Erläuterung 0.1 j) des Übereinkommens zulässig, sofern sie aus genügend widerstandsfähigem Material hergestellt sind und von außen nicht entfernt und wieder angebracht werden können, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen. Glas kann zugelassen werden; wird jedoch anderes als Sicherheitsglas verwendet, so müssen die Lichtöffnungen mit einem festen Metallgitter versehen sein, das von außen nicht entfernt werden kann; die Maschenweite des Gitters darf höchstens 10 mm betragen. Lichtöffnungen sind nicht zulässig in Behältern nach Artikel 1 j des Übereinkommens, außer in abnehmbaren Karosserien nach Anlage 6 Erläuterung 0.1 j) des Übereinkommens. |
Opvouwbare containers en containers die uit elkaar kunnen worden genomen | Artikel 3 |
Opvouwbare containers en containers die uit elkaar kunnen worden genomen, zijn onderworpen aan het bepaalde in de artikelen 1 en 2 van dit reglement; bovendien moeten zij zijn voorzien van een vergrendelingssysteem waarmee de verschillende delen worden vastgezet zodra de container is gemonteerd. Dit vergrendelingssysteem moet door de douane kunnen worden verzegeld indien het zich aan de buitenkant van de gemonteerde container bevindt. | Zusammenklappbare oder zerlegbare Behälter |
Artikel 4 | Die Artikel 1 und 2 dieser Vorschriften gelten auch für zusammenklappbare oder zerlegbare Behälter; diese müssen darüber hinaus mit einer Verriegelungsvorrichtung versehen sein, die die einzelnen Teile des Behälters nach seiner Montage feststellt. Die Verriegelungsvorrichtung muss zollamtlich verschlossen werden können, wenn sie sich außerhalb des montierten Behälters befindet. |
Containers met dekkleden | Artikel 4 |
1. Containers met dekkleden moeten voldoen aan de voorwaarden in de artikelen 1, 2 en 3 van dit reglement voor zover deze op bedoelde containers kunnen worden toegepast. Bovendien moeten deze containers voldoen aan de bepalingen van dit artikel. | Behälter mit Schutzdecken |
2. Het dekkleed moet zijn gemaakt van sterk zeildoek of van weefsel met een plastic laag of van gegummeerd weefsel, welke weefsel voldoende stevig en niet rekbaar is. Het moet in goede staat verkeren en zodanig zijn vervaardigd dat wanneer de sluiting is aangebracht, men geen toegang tot de laadruimte kan verkrijgen zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. | (1) Die Artikel 1, 2 und 3 dieser Vorschriften gelten auch für Behälter mit Schutzdecken, soweit sie darauf anwendbar sind. Außerdem müssen diese Behälter den Bestimmungen dieses Artikels entsprechen. |
3. Indien het dekkleed bestaat uit verschillende stukken, moeten de randen van deze stukken in elkaar zijn gevouwen en aan elkaar zijn genaaid met twee naden op een onderlinge afstand van ten minste 15 mm. De naden moeten zijn gemaakt overeenkomstig schets 1 bij dit reglement; indien het evenwel voor bepaalde delen van het dekkleed (zoals flappen aan de achterkant en versterkte hoeken) niet mogelijk is de stukken op deze wijze aan elkaar te naaien, dan is het voldoende de rand van het bovenste gedeelte te vouwen en te naaien overeenkomstig schets 2 bij dit reglement. Een van de naden mag uitsluitend aan de binnenkant zichtbaar zijn, terwijl de kleur van de voor deze naad gebruikte draad duidelijk moet verschillen van de kleur van het dekkleed en van de kleur van de voor de andere naad gebruikte draad. Alle naden moeten machinaal zijn vervaardigd. | (2) Die Schutzdecke muss entweder aus starkem Segeltuch oder aus nicht dehnbarem, genügend widerstandsfähigem kunststoff- oder kautschukbeschichtetem Gewebe bestehen. Sie muss in gutem Zustand und so hergerichtet sein, dass nach Anlegen der Verschlussvorrichtung ein Zugang zur Ladung nicht möglich ist, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen. |
4. Indien het dekkleed is gemaakt van weefsel met een plastic laag, en bestaat uit verschillende stukken, kunnen deze stukken ook aan elkaar zijn gelast overeenkomstig schets 3 bij dit reglement. De rand van een stuk moet over een breedte van ten minste 15 mm over de rand van het andere stuk vallen. De stukken worden over deze gehele breedte samengelast. Hierbij wordt over de buitenste rand een band van plastic aangebracht met een breedte van ten minste 7 mm die op dezelfde wijze wordt vastgelast. Op deze band, alsmede over een breedte van ten minste 3 mm aan weerszijden van deze band, wordt een duidelijk en uniform reliëfteken gedrukt. De stukken worden zodanig samengelast dat zij niet kunnen worden gescheiden en weer opnieuw worden samengevoegd, zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. | (3) Ist die Schutzdecke aus mehreren Stücken zusammengesetzt, so müssen die Ränder der Stücke ineinandergefaltet und durch zwei mindestens 15 mm voneinander entfernte Nähte miteinander verbunden sein. Die Nähte müssen entsprechend der diesen Vorschriften beigefügten Zeichnung 1 ausgeführt sein; wenn es jedoch bei gewissen Teilen der Schutzdecke (z. B. bei den Überfällen und bei verstärkten Ecken) nicht möglich ist, die Stücke auf diese Weise zusammenzunähen, so genügt es, dass nur der Rand des oberen Teiles umgefaltet und entsprechend der diesen Vorschriften beigefügten Zeichnung 2 angenäht ist. Die eine Naht, deren Faden sich in der Farbe vom Faden der anderen Naht und von der Schutzdecke deutlich unterscheiden muss, darf nur an der Innenseite sichtbar sein. Alle Nähte müssen mit der Maschine genäht sein. |
5. Reparaties moeten worden uitgevoerd zoals aangegeven in schets 4 bij dit reglement, waarbij de randen in elkaar worden gevouwen en aan elkaar worden genaaid met twee zichtbare naden op een onderlinge afstand van ten minste 15 mm; de kleur van de aan de binnenkant zichtbare draad moet verschillen van de kleur van de aan de buitenkant zichtbare draad en van de kleur van het dekkleed; alle naden moeten machinaal zijn vervaardigd. Wanneer bij de reparatie van een dekkleed dat bij de randen is beschadigd, het beschadigde gedeelte moet worden vernieuwd, mag de naad ook worden aangebracht overeenkomstig het bepaalde in het derde lid van dit artikel en de bij dit reglement behorende schets 1. Reparaties aan dekkleden bestaande uit weefsel met een plastic laag mogen eveneens worden uitgevoerd overeenkomstig de in het vierde lid van dit artikel omschreven methode, doch in dat geval moet de las aan beide zijden van het dekkleed worden aangebracht, waarbij het nieuwe stuk aan de binnenzijde wordt aangebracht. | (4) Besteht die Schutzdecke aus kunststoffbeschichtetem Gewebe und ist sie aus mehreren Stücken zusammengesetzt, so können diese Stücke auch durch Verschweißen entsprechend der diesen Vorschriften beigefügten Zeichnung 3 aneinandergefügt werden. Dabei müssen sich die Ränder der Stücke um mindestens 15 mm überlappen. Sie müssen in der vollen Breite der 15 mm miteinander verschmolzen sein. Auf der Außenseite ist die Überlappkante mit einem mindestens 7 mm breiten Kunststoffband im selben Schweißverfahren zu überdecken. Das Kunststoffband und ein Streifen von mindestens 3 mm zu beiden Seiten dieses Bandes sind mit einer gleichförmigen und deutlich sichtbaren Narbung zu versehen. Das Verschweißen muss so ausgeführt sein, dass die Stücke nicht getrennt und danach wieder zusammengefügt werden können, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen. |
6. Het dekkleed wordt op zodanige wijze aan de container bevestigd dat het geheel voldoet aan de voorwaarden in artikel 1, onder a) en b), van dit reglement. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de volgende systemen: | (5) Ausbesserungen sind nach dem in der diesen Vorschriften beigefügten Zeichnung 4 dargestellten Verfahren auszuführen; die Ränder müssen ineinandergefaltet und durch zwei sichtbare, mindestens 15 mm voneinander entfernte Nähte miteinander verbunden sein; die Farbe des auf der Innenseite sichtbaren Fadens muss sich von der Farbe des auf der Außenseite sichtbaren Fadens und von der Farbe der Schutzdecke unterscheiden; alle Nähte müssen mit der Maschine genäht sein. Wenn zur Ausbesserung einer Schutzdecke, die an den Rändern beschädigt ist, an den schadhaften Stellen Flicken eingesetzt werden müssen, so können die Nähte auch nach Absatz 3 entsprechend der diesen Vorschriften beigefügten Zeichnung 1 ausgeführt werden. Ausbesserungen von Schutzdecken aus kunststoffbeschichtetem Gewebe können auch nach dem in Absatz 4 beschriebenen Verfahren ausgeführt werden, doch ist in diesem Fall der Flicken auf der Innenseite einzusetzen und das Kunststoffband auf beiden Seiten der Schutzdecke anzubringen. |
a) | Het dekkleed kan worden bevestigd met behulp van: | i) | metalen ringen aan de container; | ii) | ogen in de rand van het dekkleed; en | iii) | een rijglijn die door de ringen van het dekkleed gaat en die aan de buitenkant over de gehele lengte zichtbaar blijft. | Het dekkleed moet de vaste delen van de container bedekken over een afstand van ten minste 250 mm gemeten vanuit het middelpunt van de bevestigingsringen, tenzij de container zodanig is gebouwd dat toegang tot de goederen is uitgesloten. | (6) Die Schutzdecke muss an dem Behälter so befestigt sein, dass die Bedingungen des Artikels 1 Buchstaben a und b dieser Vorschriften in vollem Umfang erfüllt sind. Folgende Systeme können verwendet werden: |
b) | Wanneer de rand van het dekkleed blijvend moet worden bevestigd aan de container, moet deze bevestiging ononderbroken en stevig zijn aangebracht. | a) | Die Schutzdecke kann befestigt werden durch | i) | am Behälter befestigte Metallringe, | ii) | in den Rand der Schutzdecke eingelassene Ösen, | iii) | ein Befestigungsmittel, das über der Schutzdecke durch die Ringe führt und in seiner ganzen Länge von außen sichtbar ist. | Die Schutzdecke muss den festen Teil des Behälters um mindestens 250 mm, von der Mitte der Befestigungsringe an gemessen, überdecken, sofern nicht schon die Art der Konstruktion des Behälters als solche jeden Zugang zu den Waren verhindert. |
c) | Indien het dekkleed kan worden vergrendeld, moet het, in vergrendelde toestand, strak om de buitenzijde van de laadruimte zijn aangespannen (zie voorbeeld in schets 6 bij dit reglement). | b) | Wenn der Rand der Schutzdecke auf Dauer am Behälter befestigt werden soll, muss die Verbindung lückenlos sein und durch eine feste Vorrichtung hergestellt werden. |
7. Het dekkleed wordt ondersteund door een passende bovenbouw (stijlen, wanden, kaptogen, latten, enz.). | c) | Wird ein Schutzdeckenverschlusssystem verwendet, so muss es in geschlossener Stellung die Schutzdecke fest gegen die Außenseite des Behälters spannen (siehe als Beispiel Zeichnung 6). |
8. De onderlinge afstand tussen de ringen en tussen de ogen die zich bevinden aan weerszijden van een stijl mag evenwel groter zijn dan 200 mm, doch niet groter dan 300 mm, indien de container en het dekkleed zodanig zijn geconstrueerd dat toegang tot de container onmogelijk is. De ogen moeten zijn versterkt. | (7) Die Schutzdecke muss durch einen entsprechenden Aufbau (Pfosten, Wände, Tragbügel, Latten usw.) gestützt sein. |
9. Als rijglijnen dienen te worden gebruikt: | (8) Der Zwischenraum zwischen den Ringen und zwischen den Ösen darf 200 mm nicht übersteigen. Er kann jedoch größer sein — darf aber 300 mm nicht übersteigen — zwischen den Ringen und zwischen den Ösen, die sich beidseitig eines Pfostens befinden, wenn die Art der Konstruktion des Behälters und der Schutzdecke jeden Zugang in den Behältern verhindert. Die Ösen müssen verstärkt sein. |
a) | staalkabels met een diameter van ten minste 3 mm; of | (9) Als Befestigungsmittel sind zu verwenden |
b) | kabels van hennep of sisal met een diameter van ten minste 8 mm, voorzien van een doorzichtig, niet-rekbaar omhulsel van plastic; of | a) | Stahldrahtseile von mindestens 3 mm Durchmesser oder |
c) | kabels bestaande uit bundels optische-vezelverbindingen binnen een als een spiraal gedraaide stalen behuizing, voorzien van een doorzichtig, niet-rekbaar omhulsel van plastic; of | b) | Hanf- oder Sisalseile von mindestens 8 mm Durchmesser, die mit einem durchsichtigen, nicht dehnbaren Kunststoffüberzug versehen sind, |
d) | kabels bestaande uit een kern van textiel met daarom heen ten minste vier strengen van uitsluitend staaldraad die de kern volkomen bedekken, mits deze kabels ten minste 3 mm dik zijn (afgezien van een eventueel aanwezig doorzichtig omhulsel). | Kabels die in overeenstemming zijn met lid 9, a) of d), van dit artikel kunnen van een doorzichtig omhulsel van niet-rekbaar plastic zijn voorzien. | Wanneer het dekkleed aan het frame moet worden bevestigd in een constructiesysteem dat voor het overige in overeenstemming is met punt 6 a), kan een riem als bevestigingsmiddel worden gebruikt (zie voorbeeld in schets 7 bij deze bijlage). Die riem moet voldoen aan de eisen in lid 11, onder a) iii), wat betreft materiaal, afmetingen en vorm. | c) | Seile aus gebündelten, mit Spiraldraht ummantelten Glasfaserbändern, die mit einem durchsichtigen, nicht dehnbaren Kunststoffüberzug versehen sind, oder |
10. Ieder type kabel moet uit één stuk bestaan en aan beide uiteinden zijn voorzien van een eindstuk van hard metaal. Elk metalen eindstuk moet zo zijn gemaakt dat daardoor het touw of de strip van de douaneverzegeling kan worden gehaald. Het bevestigingsstuk van ieder metalen eindstuk van kabels die in overeenstemming zijn met het bepaalde in lid 9, onder a), b) en d), van dit artikel moet zijn voorzien van een holle klinknagel die de kabel doorboort en waardoor het touw of de strip van de douaneverzegeling kan worden aangebracht. De kabel dient zichtbaar te blijven aan weerszijden van de holle klinknagel, zodat het mogelijk is te controleren dat de kabel inderdaad uit één stuk bestaat (zie schets 5 bij dit reglement). | d) | Seile mit einer Textilseele, die von mindestens vier Litzen aus Stahldraht so umwunden ist, dass die Seele vollständig bedeckt ist, wobei das Seil (ohne einen gegebenenfalls vorhandenen durchsichtigen Überzug) einen Durchmesser von mindestens 3 mm haben muss. | Seile nach Buchstabe a oder d dürfen mit einem durchsichtigen, nicht dehnbaren Kunststoffüberzug versehen sein. | Soll die Schutzdecke am Rahmen befestigt werden, so kann bei einer Art der Konstruktion, die sonst die Bedingungen des Absatzes 6 Buchstabe a erfüllt, als Befestigungsmittel ein Riemen verwendet werden. (Die dieser Anlage beigefügte Zeichnung 7 zeigt ein Beispiel einer solchen Konstruktionsart.) Der Riemen hat in Bezug auf Material, Abmessungen und Form den Erfordernissen des Absatzes 11 Buchstabe a Ziffer iii zu entsprechen. |
11. Bij de openingen die voor het laden en lossen in het dekkleed zijn aangebracht, moeten de twee oppervlakken op elkaar aansluiten. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de volgende systemen: | (10) Jedes Seil, gleich welcher Art, muss aus einem einzigen Stück bestehen und an beiden Enden mit einer Zwinge aus hartem Metall versehen sein. An jeder Zwinge muss die Zollschnur oder das Band für den Zollverschluss durchgezogen werden können. Die Befestigungsvorrichtung jeder Zwinge an den Enden von Seilen nach Absatz 9 Buchstaben a, b und d muss eine durch das Seil gehende Hohlniete enthalten, durch die die Zollschnur oder das Band für den Zollverschluss durchgezogen werden kann. Das Seil muss auf beiden Seiten der Hohlniete sichtbar sein, damit festgestellt werden kann, ob es aus einem einzigen Stück besteht (siehe die diesen Vorschriften beigefügte Zeichnung 5). |
a) | beide randen van het dekkleed liggen voldoende over elkaar. Daarbij dient de sluiting te geschieden door middel van: | i) | een flap die is vastgenaaid of vastgelast overeenkomstig de leden 3 en 4 van dit artikel; | ii) | ringen en ogen die voldoen aan de voorwaarden in lid 8 van dit artikel; deze ringen moeten van metaal zijn; en | iii) | een van geschikt materiaal vervaardigde niet-rekbare riem uit één stuk, van ten minste 20 mm breed en 3 mm dik, die door de ringen wordt gehaald en beide randen van het dekkleed alsmede de flap vasthoudt. Deze riem wordt aan de binnenkant van het dekkleed bevestigd en is voorzien van: | — | een oog waardoor de kabel als bedoeld in lid 9 kan worden aangebracht, of van | — | een oog dat op de in lid 6 van dit artikel bedoelde metalen ring kan worden aangebracht en vastgezet met behulp van de kabel bedoeld in lid 9 van dit artikel. | Een flap is niet vereist, wanneer er een aparte voorziening (bij voorbeeld een keerplaat) aanwezig is om te voorkomen dat toegang wordt verkregen tot de container zonder dat daarbij zichtbare sporen achterblijven. Voor een container met schuifzeilen zijn flappen evenmin vereist. | (11) An den Öffnungen der Schutzdecke, die zum Beladen und Entladen dienen, muss die Verbindung lückenlos sein. Die folgenden Systeme können angewendet werden: |
b) | Een speciaal sluitsysteem, dat de randen van de dekkleden stevig gesloten houdt indien de container is gesloten en verzegeld. Het systeem moet zijn voorzien van een opening waardoor een metalen ring, als bedoeld in lid 6 van dit artikel, gaat en waarvan de sluiting geschiedt door middel van een kabel als bedoeld in lid 9 van dit artikel. Zie schets 8 in de bijlage. | a) | Die beiden Ränder der Schutzdecke müssen einander ausreichend überlappen. Außerdem muss ihr Verschluss gesichert sein durch | i) | einen Überfall, der nach Absatz 3 oder 4 angenäht bzw., angeschweißt ist; | ii) | Ringe und Ösen, die den Bedingungen des Absatzes 8 entsprechen; die Ringe müssen aus Metall gefertigt sein und | iii) | einen Riemen aus geeignetem Material, der aus einem einzigen Stück besteht, nicht dehnbar, mindestens 20 mm breit und 3 mm dick ist und der durch die Ringe geführt wird und die beiden Ränder der Schutzdecke und den Überfall zusammenhält; der Riemen muss an der Innenseite der Schutzdecke befestigt und entweder | — | mit einer Öse zur Aufnahme des in Absatz 9 angeführten Seiles versehen sein oder, | — | mit einer Öse versehen sein, die über den in Absatz 6 angeführten Metallring gezogen und durch das in Absatz 9 angeführte Seil gesichert werden kann. [Pool: bitte die beiden Gedankenstriche einrücken!] | Ein Überfall ist nicht erforderlich, wenn durch eine Spezialvorrichtung (Sperre usw.) ein Zugang zum Laderaum nicht möglich ist, ohne sichtbare Spuren zu hinterlassen. Bei Behältern mit Schiebeplanen ist ein Überfall ebenfalls nicht erforderlich. |
12. De identificatietekens die op de container alsmede op de in deel II van deze bijlage bedoelde goedkeuringsplaat moeten staan, mogen in geen geval worden bedekt door het dekkleed. | b) | Ein besonderes Schutzdeckenverschlusssystem, durch das die Ränder der Schutzdecken zusammengehalten werden, nachdem der Laderaum geschlossen und mit einem Zollverschluss versehen worden ist. Das System ist mit einer Öffnung ausgestattet, durch die ein in Absatz 6 angeführter Metallring gezogen und durch das in Absatz 9 angeführte Seil gesichert werden kann. Dieses System wird in der dieser Anlage beigefügten Zeichnung 8 beschrieben. |
Artikel 5 | (12) Die Schutzdecke darf keinesfalls die Aufschrift auf dem Behälter und die in Teil II dieser Anlage vorgesehene Zulassungstafel verdecken. |
Containers met schuifzeilen | Artikel 5 |
1. | In voorkomend geval zijn de artikelen 1, 2, 3 en 4 van toepassing op containers met schuifzeilen. Bovendien moeten deze containers voldoen aan de bepalingen van dit artikel. | Behälter mit Schiebeplanen |
2. | De schuifzeilen, vloer, deuren en andere samenstellende delen van de container moeten beantwoorden aan de eisen in artikel 4, leden 6, 8, 9 en 11, van dit reglement of aan die in de volgende punten i) tot en met vi). | i) | De schuifzeilen, vloer, deuren en andere samenstellende delen van de container zijn op zodanige wijze samengevoegd dat zij niet kunnen worden geopend of gesloten zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. | ii) | Het schuifzeil bedekt de vaste elementen van de bovenkant van de container voor ten minste ¼ van de daadwerkelijke afstand tussen de spanriemen. Het schuifzeil bedekt de vaste elementen van de onderkant van de container voor ten minste 50 mm. De horizontale opening tussen het schuifzeil en het vaste deel van de container mag niet meer zijn dan 10 mm, verticaal gemeten op een willekeurige plaats aan de lengteas van het voertuig, zodra de container van het voertuig door de douane is gesloten en verzegeld. | iii) | Het geleidingssysteem van het schuifzeil en de andere beweeglijke delen worden zodanig samengevoegd dat de gesloten en door de douane verzegelde deuren en de andere beweeglijke delen van buitenaf niet kunnen worden geopend of gesloten zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. Het geleidingssysteem van het schuifzeil en de andere beweeglijke delen worden zodanig samengevoegd dat het niet mogelijk is toegang te verkrijgen tot de container zonder dat dit zichtbare sporen nalaat. Zie schets 9 bij dit reglement. | iv) | De horizontale afstand tussen de voor douanedoeleinden gebruikte ringen op het vaste deel van de container mag niet groter zijn dan 200 mm. De afstand mag echter groter zijn, maar mag tussen de ringen aan weerszijden van een stijl niet meer dan 300 mm bedragen, indien het ontwerp van de container en van de schuifzeilen zodanig is dat de laadruimte niet toegankelijk is. In ieder geval moet worden voldaan aan de voorwaarden onder ii) hierboven. | v) | De afstand tussen de spanriemen mag niet meer dan 600 mm bedragen. | vi) | De rijglijnen die worden gebruikt om de schuifzeilen aan het vaste deel van de container te bevestigen moeten voldoen aan de eisen in artikel 4, lid 9, van dit reglement. | (1) | Die Artikel 1, 2, 3 und 4 gelten auch für Behälter mit Schiebeplanen, soweit sie darauf anwendbar sind. Außerdem müssen diese Behälter den Bestimmungen dieses Artikels entsprechen. |
Schets 1 | (2) | Schiebeplanen, Boden, Türen und andere Bestandteile des Behälters müssen den Erfordernissen in Artikel 4 Absätze 6, 8, 9 und 11 oder denen in nachstehenden Ziffern i bis vi entsprechen: | i) | Schiebeplane, Boden, Türen und alle weiteren Bestandteile des Behälters müssen so zusammengefügt sein, dass sie ohne Hinterlassung sichtbarer Spuren nicht geöffnet oder geschlossen werden können. | ii) | Die Schutzdecke muss den festen Teil am Behälterdach um mindestens 1/4 des tatsächlichen Abstands zwischen den Spanngurten überdecken. Die Schutzdecke muss den festen Teil am Behälterboden um mindestens 50 mm überdecken. Die waagerechte Öffnung zwischen der Schutzdecke und dem festen Teil des Behälters darf 10 mm, senkrecht an einer beliebigen Stelle der Längsachse des Behälters gemessen, nicht überschreiten, wenn der Behälter zollamtlich verschlossen ist. | iii) | Die Führung der Schiebeplane und andere bewegliche Teile müssen so zusammengefügt sein, dass zollamtlich verschlossene Türen und andere bewegliche Teile nicht ohne Hinterlassung sichtbarer Spuren von außen geöffnet oder geschlossen werden können. Die Führung der Schiebeplane und andere bewegliche Teile müssen so zusammengefügt sein, dass der Zugang zum Behälter ohne Hinterlassung sichtbarer Spuren nicht möglich ist. Das System ist in der dieser Anlage beigefügten Zeichnung 9 dargestellt. | iv) | Der waagerechte Abstand zwischen den Ringen für den Zollverschluss darf an den festen Bestandteilen des Behälters 200 mm nicht übersteigen. Der Abstand kann auch größer sein, darf jedoch höchstens 300 mm auf jeder Seite des Pfostens betragen, wenn die Art der Konstruktion des Behälters und die Schutzdecke als solche jeden Zugang zum Behälter verhindern. Die unter Ziffer ii enthaltenen Bestimmungen müssen in jedem Fall erfüllt sein. | v) | Der Abstand zwischen den Spanngurten darf höchstens 600 mm betragen. | vi) | Die Befestigungsmittel zur Befestigung der Schutzdecke an den festen Bestandteilen des Behälters müssen den Erfordernissen in Artikel 4 Absatz 9 entsprechen. |
DEKKLEED GEMAAKT VAN VERSCHILLENDE STUKKEN | Zeichnung 1 |
Schets 2 | SCHUTZDECKE, AUS MEHREREN STÜCKEN ZUSAMMENGENÄHT |
DEKKLEED GEMAAKT VAN VERSCHILLENDE STUKKEN | Zeichnung 2 |
Schets 3 | SCHUTZDECKE, AUS MEHREREN STÜCKEN ZUSAMMENGENÄHT |
DEKKLEED GEMAAKT VAN VERSCHILLENDE STUKKEN | Zeichnung 3 |
Schets 4 | SCHUTZDECKE, AUS MEHREREN STÜCKEN ZUSAMMENGESCHWEISST |
REPARATIE VAN HET DEKKLEED | Zeichnung 4 |
Schets 5 | AUSBESSERUNG DER SCHUTZDECKE |
SPECIMEN VAN EINDSTUK | Zeichnung 5 |
Schets 6 | MUSTER EINER ZWINGE |
VOORBEELD VAN VERGRENDELING VAN EEN DEKKLEED | Zeichnung 6 |
Schets 7 | BEISPIEL FÜR EIN SCHUTZDECKENVERSCHLUSSSYSTEM |
VOORBEELD VAN DE BEVESTIGING VAN EEN DEKKLEED AAN EEN BIJZONDER SOORT FRAME | Zeichnung 7 |
Schets 8 | BEISPIEL EINER AN EINEM SPEZIALRAHMEN BEFESTIGTEN SCHUTZDECKE |
VERGRENDELING BIJ DE OPENINGEN VOOR HET LADEN EN LOSSEN | Zeichnung 8 |
Schets 9 | SCHUTZDECKENVERSCHLUSSSYSTEM AN DEN ÖFFNUNGEN ZUM BELADEN UND ENTLANDEN |
VOORBEELD VAN EEN VOERTUIG MET SCHUIFZEILEN | Zeichnung 9 |
DEEL II | BEISPIEL FÜR DIE KONSTRUKTION EINES FAHRZEUGS MIT SCHIEBEPLANEN |
GOEDKEURINGSPROCEDURES VOOR CONTAINERS DIE VOLDOEN AAN DE IN DEEL I BESCHREVEN TECHNISCHE VOORWAARDEN | TEIL II |
Algemeen | VERFAHREN BEI DER ZULASSUNG VON BEHÄLTERN, DIE DEN TECHNISCHEN BEDINGUNGEN DES TEILS I ENTSPRECHEN |
1. Containers kunnen worden goedgekeurd voor vervoer van goederen onder douaneverzegeling: | Allgemeines |
a) | bij de vervaardiging, per prototype (goedkeuringsprocedure bij de vervaardiging); of | 1. Behälter können zum Warentransport unter Zollverschluss zugelassen werden |
b) | na de vervaardiging, afzonderlijk of voor een bepaald aantal containers van een zelfde type (goedkeuringsprocedure na de vervaardiging). | a) | auf der Herstellungsstufe nach Konstruktionstyp (Verfahren für die Zulassung auf der Herstellungsstufe) oder |
Gemeenschappelijke bepalingen voor beide goedkeuringsprocedures | b) | auf einer späteren Stufe als der der Herstellung entweder einzeln oder für eine bestimmte Zahl von Behältern des gleichen Typs (Verfahren für die Zulassung auf einer späteren Stufe als der der Herstellung). |
2. De bevoegde autoriteit die de goedkeuring verricht, geeft na goedkeuring aan de aanvrager een certificaat van goedkeuring af dat geldig is voor een onbeperkte serie containers van het goedgekeurde type of voor een bepaald aantal containers. | Gemeinsame Bestimmungen für beide Zulassungsverfahren |
3. De persoon aan wie de goedkeuring is verleend, moet, alvorens de goedgekeurde container(s) te gebruiken voor vervoer van goederen onder douaneverzegeling, hierop een goedkeuringsplaat aanbrengen. | 2. Die für die Zulassung zuständige Behörde stellt dem Antragsteller nach der Zulassung ein Verschlussanerkenntnis (eine Zulassungsbescheinigung) aus, das (die) entweder für eine zahlenmäßig unbegrenzte Serie von Behältern des zugelassenen Typs oder für eine bestimmte Zahl von Behältern gilt. |
4. De goedkeuringsplaat moet blijvend worden bevestigd op een plaats waar deze duidelijk zichtbaar is en naast andere platen die voor officiële doeleinden zijn afgegeven. | 3. Der Inhaber der Zulassung muss, bevor zugelassene Behälter zum Warentransport unter Zollverschluss benutzt werden, daran eine Zulassungstafel anbringen. |
5. De goedkeuringsplaat, die overeen dient te stemmen met model I in bijlage 1 bij dit deel, dient te bestaan uit een metalen plaat van ten minste 20 cm bij 10 cm. Op de voorkant hiervan dienen in ieder geval in het Frans of in het Engels de volgende aanduidingen te zijn gegraveerd, dan wel in reliëf of op een andere wijze blijvend en goed leesbaar te zijn aangebracht: | 4. Die Zulassungstafel muss fest an einer gut sichtbaren Stelle neben etwaigen anderen für amtliche Zwecke bestimmte Tafeln angebracht werden. |
a) | „goedgekeurd voor vervoer onder douaneverzegeling”; | 5. Die Zulassungstafel nach dem in Anlage 1 zu diesem Teil abgebildeten Muster 1 besteht aus einer mindestens 20 cm mal 10 cm großen Metalltafel. Die Fläche der Tafel muss die folgenden Angaben mindestens in französischer oder englischer Sprache in vertiefter oder erhabener Prägung oder in einer anderen dauerhaft lesbaren Schrift tragen: |
b) | de naam van het land waar de container is goedgekeurd, hetzij voluit, hetzij door middel van de nationaliteitsletters ter aanduiding van het land van registratie van de motorvoertuigen in het internationale wegverkeer, het nummer van het certificaat van goedkeuring (cijfers, letters enz.), alsmede het jaar van goedkeuring (bij voorbeeld „NL/26/73” betekent: Nederland, certificaat van goedkeuring nr. 26, afgegeven in 1973); | a) | die Worte „Agréé pour le transport sous scellement douanier“ oder „Approved for transport under customs seal“; |
c) | het volgnummer (fabrieksnummer) van de container; | b) | die Bezeichnung des Landes, in dem der Behälter zugelassen worden ist, entweder ausgeschrieben oder durch das im internationalen Kraftfahrzeugverkehr verwendete Unterscheidungszeichen, sowie die Nummer (Ziffern, Buchstaben usw. des Verschlussanerkenntnisses (der Zulassungsbescheinigung) und das Zulassungsjahr (z. B. NL/26/73 für Niederlande, Verschlussanerkenntnis/Zulassungsbescheinigung Nr. 26 von 1973); |
d) | indien de container is goedgekeurd aan de hand van een prototype, de identificatienummers of -letters van het type. | c) | die dem Behälter vom Hersteller gegebene laufende Nummer (Fabrikationsnummer); |
6. Indien een container niet meer voldoet aan de technische voorwaarden voor de goedkeuring, moet hij, alvorens te kunnen worden gebruikt voor vervoer van goederen onder douaneverzegeling, worden teruggebracht in de staat op grond waarvan hij was goedgekeurd, zodat opnieuw aan deze technische voorwaarden wordt voldaan. | d) | wenn der Behälter nach dem Typ zugelassen ist, die Erkennungsnummern oder -buchstaben des Behältertyps. |
7. Wanneer essentiële kenmerken van een container zijn gewijzigd, is deze container niet meer gedekt door de verleende goedkeuring en moet deze door de bevoegde autoriteit opnieuw worden goedgekeurd alvorens te kunnen worden gebruikt voor vervoer van goederen onder douaneverzegeling. | 6. Entspricht ein Behälter nicht mehr den für seine Zulassung vorgeschriebenen technischen Bedingungen, so muss er, bevor er zum Warentransport unter Zollverschluss verwendet werden kann, wieder in den Zustand versetzt werden, der für seine Zulassung maßgebend war, damit er den technischen Bedingungen wieder entspricht. |
Bijzondere bepalingen voor de goedkeuring per prototype bij de vervaardiging | 7. Werden wesentliche Merkmale eines Behälters geändert, so erlischt seine Zulassung; er muss, bevor er zum Warentransport unter Zollverschluss verwendet werden kann, von der zuständigen Behörde erneut zugelassen werden. |
8. Wanneer de containers worden vervaardigd in serie volgens een zelfde type, kan de fabrikant goedkeuring van het prototype aanvragen bij de bevoegde autoriteit van het land van vervaardiging. | Sonderbestimmungen für die Zulassung nach Konstruktionstyp auf der Herstellungsstufe |
9. In zijn aanvraag moet de fabrikant voor het type container waarvoor hij de goedkeuring aanvraagt, de identificatienummers of -letters vermelden die hij dit type geeft. | 8. Werden Behälter eines Typs in Serie hergestellt, so kann der Hersteller bei der zuständigen Behörde des Herstellungslandes die Zulassung nach Konstruktionstyp beantragen. |
10. Deze aanvraag dient vergezeld te gaan van tekeningen en een uitvoerige ontwerpbeschrijving van het goed te keuren type container. | 9. Der Hersteller muss in seinem Antrag die Erkennungsnummern oder -buchstaben angeben, die er dem Behältertyp, dessen Zulassung er beantragt, gibt. |
11. De fabrikant moet zich er schriftelijk toe verbinden: | 10. Dem Antrag sind Zeichnungen und eine detaillierte Konstruktionsbeschreibung des zuzulassenden Behältertyps beizufügen. |
a) | bij de bevoegde autoriteit de containers van het betrokken type aan te bieden die bedoelde autoriteit wenst te onderzoeken; | 11. Der Hersteller muss sich schriftlich verpflichten, |
b) | de bevoegde autoriteit toe te staan te allen tijde tijdens de vervaardiging van de serie van het betrokken type andere exemplaren te onderzoeken; | a) | der zuständigen Behörde die Behälter des betreffenden Typs, die sie prüfen möchte, vorzuführen; |
c) | de bevoegde autoriteit in te lichten over iedere wijziging, hoe gering ook, in de tekeningen of in de ontwerpbeschrijving, alvorens deze wijziging aan te brengen; | b) | der zuständigen Behörde während der Herstellung der Serie des betreffenden Typs jederzeit die Prüfung weiterer Behälter zu gestatten; |
d) | op een duidelijk zichtbare plaats op de containers, behalve de op de goedkeuringsplaat vereiste tekens, de identificatienummers of -letters van het prototype aan te brengen alsmede het volgnummer van de container in de desbetreffende serie containers (fabrieksnummer); | c) | der zuständigen Behörde jede, auch die kleinste Änderung der Bauart vor ihrer Durchführung anzuzeigen; |
e) | een lijst bij te houden van de containers die zijn vervaardigd overeenkomstig het goedgekeurde prototype. | d) | auf den Behältern an einer sichtbaren Stelle zusätzlich zu den Angaben auf der Zulassungstafel die Erkennungsnummern oder -buchstaben des Typs sowie ihre laufende Nummer in der Serie des betreffenden Typs (Fabrikationsnummer) anzubringen; |
12. De bevoegde autoriteit geeft in voorkomend geval aan welke wijzigingen aan het prototype moeten worden aangebracht voordat zij dit type kan goedkeuren. | e) | ein Verzeichnis der hergestellten Behälter der zugelassenen Bauart zu führen. |
13. De goedkeuring per prototype wordt niet verleend dan nadat de bevoegde autoriteit, na onderzoek van één of meer containers die zijn vervaardigd volgens dit prototype, heeft geconstateerd dat de containers van dit type voldoen aan de in deel I beschreven technische voorwaarden. | 12. Die zuständige Behörde teilt mit, welche Änderungen gegebenenfalls an der vorgeschlagenen Bauart vorgenommen werden müssen, damit sie zugelassen werden kann. |
14. Wanneer een type container is goedgekeurd, wordt aan de aanvrager één certificaat van goedkeuring afgegeven dat overeenstemt met model II in bijlage 2 bij dit deel en dat geldt voor alle containers die worden gebouwd overeenkomstig de ontwerpbeschrijving van het goedgekeurde type. Dit certificaat geeft de fabrikant het recht om op iedere container van de serie de in punt 5 van dit deel bedoelde goedkeuringsplaat aan te brengen. | 13. Es wird keine Zulassung nach Konstruktionstyp erteilt, ohne dass sich die zuständige Behörde durch Prüfung eines oder mehrerer hergestellter Behälter dieses Typs davon überzeugt hat, dass die Behälter den technischen Bedingungen von Teil I entsprechen. |
Bijzondere bepalingen voor de goedkeuring na de vervaardiging | 14. Wird ein Behältertyp zugelassen, so wird dem Antragsteller ein einziges Verschlussanerkenntnis (eine einzige Zulassungsbescheinigung) nach dem in Anlage 2 zu diesem Teil abgedruckten Muster II erteilt, das (die) für sämtliche nach der Beschreibung des zugelassenen Typs hergestellte Behälter gilt. Dieses Verschlussanerkenntnis (diese Zulassungsbescheinigung) berechtigt den Hersteller, an jedem Behälter der Serie des Typs eine Zulassungstafel nach Absatz 5 anzubringen. |
15. Wanneer de goedkeuring niet bij de vervaardiging is aangevraagd, kan de eigenaar of de vervoerder dan wel de vertegenwoordiger van één van beiden de goedkeuring aanvragen bij de bevoegde autoriteit aan wie hij de container(s) die hij wil laten keuren, kan aanbieden. | Besondere Bestimmungen für die Zulassung auf einer späteren Stufe als der der Herstellung |
16. Bij iedere goedkeuringsaanvraag die wordt ingediend in het geval bedoeld onder punt 15 van dit deel, moet het volgnummer (fabrieksnummer) dat door de fabrikant op iedere container is geplaatst, worden vermeld. | 15. Ist die Zulassung auf der Herstellungsstufe nicht beantragt worden, so kann der Eigentümer, der Halter oder der Vertreter des einen oder des anderen die Zulassung bei der zuständigen Behörde beantragen, bei der es ihm möglich ist, den oder die Behälter vorzuführen, deren Zulassung beantragt wird. |
17. De bevoegde autoriteit onderzoekt zoveel containers als zij nodig acht en geeft, na te hebben geconstateerd dat deze container(s) voldoet/voldoen aan de in deel I beschreven technische voorwaarden, een certificaat van goedkeuring af dat overeenstemt met model III in bijlage 3 bij dit deel en dat uitsluitend geldig is voor het aantal goedgekeurde containers. Dit certificaat, waarop het volgnummer of de volgnummers dat/die de fabrikant aan de desbetreffende container(s) heeft gegeven, is/zijn vermeld, geeft de aanvrager het recht om op iedere goedgekeurde container de in punt 5 van dit deel bedoelde goedkeuringsplaat aan te brengen. | 16. In jedem Zulassungsantrag nach Absatz 15 muss die laufende Nummer (Fabrikationsnummer) angegeben werden, die der Hersteller auf dem einzelnen Behälter angebracht hat. |
Aanhangsel 1 | 17. Die zuständige Behörde prüft die nach ihrem Ermessen nötige Zahl von Behältern und stellt, nachdem sie sich davon überzeugt hat, dass die Behälter den technischen Bedingungen von Teil I entsprechen, ein Verschlussanerkenntnis (eine Zulassungsbescheinigung) nach dem in Anlage 3 zu diesem Teil abgedruckten Muster III aus, das (die) nur für die Zahl der zugelassenen Behälter gilt. Dieses Verschlussanerkenntnis (diese Zulassungsbescheinigung), in dem (der) die laufende Fabrikationsnummer der Behälter, für die es (sie) gilt, anzugeben ist, berechtigt den Antragsteller, an jedem so zugelassenen Behälter die Zulassungstafel nach Absatz 5 anzubringen. |
Model I | Anlage 1 |
Goedkeuringsplaat | Muster I |
(Engelse versie) | Zulassungstafel |
Model I | (Englische Fassung) |
Goedkeuringsplaat | Muster I |
(Franse versie) | Zulassungstafel |
Aanhangsel 2 | (französische Fassung) |
Model II | Anlage 2 |
BELANGRIJKE MEDEDELING | Muster II |
(Deel II, punten 6 en 7 van bijlage 7 bij de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van TIR-carnets, 1975 | WICHTIGER HINWEIS |
Aanhangsel 3 | (Anlage 7 Teil II Absätze 6 und 7 zum Zollübereinkommen über den internationalen Warentransport mit Carnets TIR von 1975) |
Model III | Anlage 3 |
BELANGRIJKE MEDEDELING | Muster III |
(Deel II, punten 6 en 7 van bijlage 7 bij de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van TIR-carnets, 1975) | WICHTIGER HINWEIS |
DEEL III | (Anlage 7 Teil II Absätze 6 und 7 zum Zollübereinkommen über den internationalen Warentransport mit Carnets TIR von 1975) |
TOELICHTINGEN | TEIL III |
De toelichtingen bij bijlage 2 in bijlage 6 bij onderhavige Overeenkomst zijn mutatis mutandis van toepassing op containers die zijn goedgekeurd voor vervoer onder douaneverzegeling uit hoofde van de bepalingen van onderhavige Overeenkomst. | ERLÄUTERUNGEN |
7.I.4-6a) Deel I, artikel 4, lid 6 a) | Die in Anlage 6 dieses Übereinkommens enthaltenen Erläuterungen zu Anlage 2 gelten sinngemäß für Behälter, die nach den Bestimmungen dieses Übereinkommens zum Transport unter Zollverschluss zugelassen sind. |
De schets in bijlage 7, Deel III, geeft een voorbeeld van een inrichting voor het bevestigen van een dekkleed om metalen hoekstukken van containers die aanvaardbaar is voor de douane. | 7.I.4.6a) Teil I Artikel 4 Absatz 6 Buchstabe a |
7.II-5d) Deel II — lid 5 d) | Die Zeichnung in Anlage 7 Teil III zeigt eine zollamtlich zulässige Vorrichtung zur Befestigung der Schutzdecke um die Eckpfosten. |
Indien twee containers met dekkleed, goedgekeurd voor het vervoer onder douaneverzegeling, zodanig zijn samengevoegd dat zij één enkele container vormen bedekt met één enkel dekkleed dat voldoet aan de voorwaarden voor het vervoer onder douaneverzegeling, wordt voor het geheel geen afzonderlijk goedkeuringscertificaat of afzonderlijke goedkeuringsplaat verlangd. | 7.II.5d) Teil II Absatz 5 Buchstabe d |
INRICHTING VOOR HET BEVESTIGEN VAN EEN DEKKLEED OM METALEN HOEKSTUKKEN VAN CONTAINERS | Werden zwei Behälter mit Schutzdecken, die beide für den Warentransport unter Zollverschluss zugelassen sind, so miteinander verbunden, dass sie einen einzigen Behälter mit einer einzigen Schutzdecke bilden und auch gemeinsam die Bedingungen für den Warentransport unter Zollverschluss erfüllen, so wird hierfür kein gesondertes Verschlussanerkenntnis (keine gesonderte Zulassungsbescheinigung) oder gesonderte Zulassungstafel verlangt. |
BIJLAGE 8 | VORRICHTUNG ZUR BEFESTIGUNG DER SCHUTZDECKE UM DIE ECKPFOSTEN |
SAMENSTELLING, WERKWIJZE EN REGLEMENT VAN ORDE VAN HET ADMINISTRATIEF COMITÉ EN VAN HET TIR-UITVOEREND ORGAAN | ANLAGE 8 |
SAMENSTELLING, WERKWIJZE EN REGLEMENT VAN ORDE VAN HET ADMINISTRATIEF COMITÉ | ZUSAMMENSETZUNG, AUFGABEN UND GESCHÄFTSORDNUNGEN DES VERWALTUNGSAUSSCHUSSES UND DER TIR-KONTROLLKOMMISSION |
Artikel 1 | ZUSAMMENSETZUNG, AUFGABEN UND GESCHÄFTSORDNUNG DES VERWALTUNGSAUSSCHUSSES |
i) | De Overeenkomstsluitende Partijen zijn lid van het Administratief Comité. | Artikel 1 |
ii) | Het Comité kan besluiten dat de bevoegde instanties van de in artikel 52, lid 1, van deze Overeenkomst bedoelde Staten die geen Overeenkomstsluitende Partij zijn, of vertegenwoordigers van internationale organisaties de zittingen van het Comité als waarnemer kunnen bijwonen voor aangelegenheden die hun aangaan. | i) | Die Vertragsparteien sind Mitglieder des Verwaltungsausschusses. |
Artikel 1 bis | ii) | Der Ausschuss kann beschließen, die zuständigen Verwaltungen der in Artikel 52 Absatz 1 dieses Übereinkommens bezeichneten Staaten, die keine Vertragsparteien sind, oder die Vertreter internationaler Organisationen an seinen Tagungen als Beobachter teilnehmen zu lassen, wenn Fragen behandelt werden, die für sie von Interesse sind. |
1. Het Comité onderzoekt elk voorstel voor wijziging van de Overeenkomst met inachtneming van artikel 59, leden 1 en 2. | Artikel 1a |
2. Het Comité ziet toe op de toepassing van de Overeenkomst en onderzoekt alle maatregelen die de Overeenkomstsluitende Partijen, de aansprakelijke organisaties en de internationale organisaties op grond van de Overeenkomst hebben genomen en of deze met de Overeenkomst in overeenstemming zijn. | (1) Der Ausschuss prüft jeden Vorschlag für eine Änderung des Übereinkommens nach Maßgabe des Artikels 59 Absätze 1 und 2. |
3. Het Comité ziet, door middel van het TIR-Uitvoerend Orgaan, toe op de toepassing van de Overeenkomst op nationaal en internationaal niveau en verleent het TIR-Uitvoerend Orgaan steun hierbij. | (2) Der Ausschuss überwacht die Anwendung des Übereinkommens und prüft jede von den Vertragsparteien, Verbänden und internationalen Organisationen im Rahmen des Übereinkommens getroffene Maßnahme und ihre Übereinstimmung mit dem Übereinkommen. |
Artikel 2 | (3) Über die TIR-Kontrollkommission überwacht und unterstützt der Verwaltungsausschuss die Anwendung des Übereinkommens auf nationaler und internationaler Ebene. |
De Secretaris-generaal van de Verenigde Naties verleent het Comité secretariaatsdiensten. | Artikel 2 |
Artikel 3 | Der Generalsekretär der Vereinten Nationen übernimmt für den Ausschuss die Sekretariatsaufgaben. |
Het Comité kiest ieder jaar in de eerste zitting een voorzitter en een vice-voorzitter. | Artikel 3 |
Artikel 4 | Der Ausschuss wählt auf der ersten Tagung jedes Jahres den Vorsitzenden und den stellvertretenden Vorsitzenden. |
Het Comité wordt ieder jaar en op verzoek van de bevoegde instanties van ten minste vijf Staten die Overeenkomstsluitende Partij zijn, door de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties bijeengeroepen onder auspiciën van de Economische Commissie voor Europa. | Artikel 4 |
Artikel 5 | Der Generalsekretär der Vereinten Nationen beruft unter der Schirmherrschaft der Wirtschaftskommission für Europa jährlich sowie auf Antrag der zuständigen Verwaltungen von mindestens fünf Staaten, die Vertragsparteien sind, den Ausschuss ein. |
Voorstellen worden in stemming gebracht. Iedere staat die Overeenkomstsluitende Partij is en die op de zitting is vertegenwoordigd, beschikt over één stem. Voorstellen die geen wijzigingen op deze Overeenkomst betreffen, worden door het Comité aangenomen met een meerderheid van stemmen van de aanwezige leden die een stem uitbrengen. Wijzigingen op deze Overeenkomst, alsmede de besluiten bedoeld in de artikelen 59 en 60 van deze Overeenkomst, worden aangenomen met een meerderheid van twee derde van de stemmen van de aanwezige leden die een stem uitbrengen. | Artikel 5 |
Artikel 6 | Über Vorschläge wird abgestimmt. Jeder Staat, der Vertragspartei ist und auf der Tagung vertreten ist, hat eine Stimme. Vorschläge, die keine Vorschläge für eine Änderung dieses Übereinkommens sind, werden vom Ausschuss mit der Mehrheit der Stimmen der anwesenden und abstimmenden Mitglieder angenommen. Vorschläge für eine Änderung dieses Übereinkommens sowie Entscheidungen nach Artikel 59 und Artikel 60 dieses Übereinkommens werden mit einer Zweidrittelmehrheit der Stimmen der anwesenden und abstimmenden Mitglieder angenommen. |
Voor het nemen van besluiten is een quorum vereist van ten minste de helft van de Staten die Overeenkomstsluitende Partij zijn. | Artikel 6 |
Artikel 7 | Der Ausschuss ist beschlussfähig, wenn mindestens ein Drittel der Staaten, die Vertragsparteien sind, vertreten ist. |
Het Comité keurt het verslag van de zitting goed voordat deze wordt gesloten. | Artikel 7 |
Artikel 8 | Vor Abschluss der Tagung hat der Ausschuss seinen Bericht anzunehmen. |
Indien in deze bijlage ter zake dienende bepalingen ontbreken, is het reglement van orde van de Economische Commissie voor Europa van toepassing, tenzij het Comité anders besluit. | Artikel 8 |
SAMENSTELLING, WERKWIJZE EN REGLEMENT VAN ORDE VAN HET TIR-UITVOEREND ORGAAN | Soweit in dieser Anlage nichts bestimmt ist, gilt die Geschäftsordnung der Wirtschaftskommission für Europa, es sei denn, der Ausschuss entscheidet anders. |
Artikel 9 | ZUSAMMENSETZUNG, AUFGABEN UND GESCHÄFTSORDNUNG DER TIR-KONTROLLKOMMISSION |
1. De TIR-Uitvoerend Orgaan, dat overeenkomstig artikel 58 ter door het Administratief Comité is ingesteld, bestaat uit negen leden die verschillende Overeenkomstsluitende Partijen vertegenwoordigen. De secretaris van de TIR-Overeenkomst woont de vergaderingen van het TIR-Uitvoerend Orgaan bij. | Artikel 9 |
2. De leden van het TIR-Uitvoerend Orgaan worden verkozen door het Administratief Comité met meerderheid van stemmen van de aanwezige stemgerechtigde leden. De leden van het TIR-Uitvoerend Orgaan worden voor twee jaar benoemd. Zij zijn herkiesbaar. Het mandaat van het TIR-Uitvoerend Orgaan wordt vastgesteld door het Administratief Comité. | (1) Die nach Artikel 58b vom Verwaltungsausschuss eingerichtete Kontrollkommission besteht aus neun Mitgliedern verschiedener Vertragsparteien des Übereinkommens. Der TIR-Sekretär nimmt an den Sitzungen der Kommission teil. |
Artikel 10 | (2) Die Mitglieder der TIR-Kontrollkommission werden vom Verwaltungsausschuss mit der Mehrheit seiner anwesenden und abstimmenden Mitglieder gewählt. Die Amtszeit jedes Mitglieds der TIR-Kontrollkommission beträgt zwei Jahre. Die Mitglieder der TIR-Kontrollkommission können wiedergewählt werden. Die Aufgaben der TIR-Kontrollkommission werden vom TIR-Verwaltungsausschuss festgelegt. |
Het TIR-Uitvoerend Orgaan: | Artikel 10 |
a) | oefent toezicht uit op de toepassing van de Overeenkomst, met inbegrip van het functioneren van het garantiestelsel, en verricht de taken die hem door het Administratief Comité zijn opgedragen; | Die TIR-Kontrollkommission |
b) | ziet toe op de gecentraliseerde druk en afgifte van TIR-carnets aan de aansprakelijke organisaties; deze taak kan worden uitgevoerd door een erkende internationale organisatie als bedoeld in artikel 6; | a) | überwacht die Anwendung des Übereinkommens, einschließlich des Bürgschaftssystems, und erfüllt die ihr vom Verwaltungsausschuss übertragenen Aufgaben; |
c) | coördineert en faciliteert de uitwisseling van vertrouwelijke en andere gegevens tussen de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen; | b) | überwacht die zentrale Durchführung des Drucks der Carnets TIR und ihre Verteilung an die Verbände; diese Aufgabe kann von einer der in Artikel 6 genannten zugelassenen internationalen Organisationen wahrgenommen werden; |
d) | coördineert en faciliteert de uitwisseling van gegevens tussen de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen, de aansprakelijke en internationale organisaties; | c) | koordiniert und fördert den Austausch vertraulicher Mitteilungen und sonstiger Informationen zwischen den zuständigen Behörden der Vertragsparteien; |
e) | faciliteert de beslechting van geschillen tussen de Overeenkomstsluitende Partijen, aansprakelijke organisaties, verzekeringsmaatschappijen en internationale organisaties, onverminderd het bepaalde in artikel 57 over de regeling van geschillen; | d) | koordiniert und fördert den Austausch von Informationen zwischen den zuständigen Behörden der Vertragsparteien, den Verbänden und den internationalen Organisationen; |
f) | biedt ondersteuning voor de opleiding van douanepersoneel en anderen die bij de TIR-regeling zijn betrokken; | e) | erleichtert die Beilegung von Streitigkeiten zwischen den Vertragsparteien, Verbänden, Versicherungsgesellschaften und internationalen Organisationen unbeschadet des Artikels 57 über die Beilegung von Streitigkeiten; |
g) | houdt een centraal register bij voor de verspreiding onder de Overeenkomstsluitende Partijen van gegevens die de in artikel 6 bedoelde internationale organisaties verstrekken over de regelingen en procedures voor de afgifte van TIR-carnets door de aansprakelijke organisaties, indien deze betrekking hebben op de in bijlage 9 beschreven minimumvoorwaarden; | f) | unterstützt die Aus- und Fortbildung des Personals der Zollbehörden und anderer interessierter Beteiligter, die vom TIR-Verfahren betroffen sind; |
h) | houdt toezicht op de prijs van TIR-carnets. | g) | unterhält ein zentrales Register zur Verteilung der Informationen an die Vertragsparteien, die von den in Artikel 6 genannten internationalen Organisationen über alle für die Ausgabe von Carnets TIR durch die Verbände vorgeschriebenen Bestimmungen und Verfahren vorzulegen sind, soweit sie sich auf die in Anlage 9 festgelegten Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse beziehen; |
Artikel 11 | h) | überwacht den Preis der Carnets TIR. |
1. De secretaris van de TIR-Overeenkomst roept een vergadering van het TIR-Uitvoerend Orgaan bijeen op verzoek van het Administratief Comité of van ten minste drie leden van het TIR-Uitvoerend Orgaan. | Artikel 11 |
2. Het TIR-Uitvoerend Orgaan streeft ernaar besluiten bij consensus te nemen. Indien geen consensus kan worden bereikt, wordt een besluit in stemming gebracht en aangenomen met meerderheid van stemmen van de aanwezige leden die een stem uitbrengen. Voor het nemen van besluiten is een quorum van vijf leden vereist. De secretaris van de TIR-Overeenkomst neemt niet aan de stemming deel. | (1) Sitzungen der Kommission werden auf Antrag des Verwaltungsausschusses oder mindestens dreier Mitglieder der Kommission vom TIR-Sekretär anberaumt. |
3. Het TIR-Uitvoerend Orgaan kiest een voorzitter en stelt eventueel bepalingen vast ter aanvulling van zijn reglement van orde. | (2) Die Kommission bemüht sich, ihre Beschlüsse einstimmig zu fassen. Kommt Einstimmigkeit nicht zustande, werden die Beschlüsse zur Abstimmung gestellt und mit der Mehrheit der anwesenden und abstimmenden Mitglieder angenommen. Die Kommission ist beschlussfähig, wenn mindestens fünf Mitglieder anwesend sind. Der TIR-Sekretär hat kein Stimmrecht. |
4. Ten minste eenmaal per jaar, dan wel op verzoek van het Administratief Comité, brengt het TIR-Uitvoerend Orgaan over zijn werkzaamheden verslag uit aan het Administratief Comité, waaraan zij tevens de gecontroleerde rekeningen doet toekomen. Het TIR-Uitvoerend Orgaan wordt in het Administratief Comité vertegenwoordigd door de voorzitter. | (3) Die Kommission wählt einen Vorsitzenden und beschließt etwaige weitere Bestimmungen der Geschäftsordnung. |
5. Het TIR-Uitvoerend Orgaan onderzoekt alle informatie en alle vraagstukken die hem worden voorgelegd door het Administratief Comité, de Overeenkomstsluitende Partijen, de secretaris van de TIR-Overeenkomst, de nationale aansprakelijke organisaties en de internationale organisaties bedoeld in artikel 6 van de Overeenkomst. Deze internationale organisaties mogen de vergaderingen van het TIR-Uitvoerend Orgaan als waarnemer bijwonen, tenzij de voorzitter anders beslist. Indien nodig mogen andere organisaties de vergaderingen van het TIR-Uitvoerend Orgaan als waarnemer bijwonen op uitnodiging van de voorzitter. | (4) Die Kommission erstattet dem Verwaltungsausschuss mindestens einmal jährlich oder auf Ersuchen des Verwaltungsausschusses Bericht über ihre Tätigkeit, einschließlich der Vorlage der geprüften Abrechnungen. Die Kommission wird im Verwaltungsausschuss durch ihren Vorsitzenden vertreten. |
Artikel 12 | (5) Die Kommission prüft alle ihr vom Verwaltungsausschuss, den Vertragsparteien, dem TIR-Sekretär, den nationalen Verbänden und den in Artikel 6 des Übereinkommens genannten internationalen Organisationen übermittelten Informationen und Anfragen. Diese internationalen Organisationen sind berechtigt, an den Sitzungen der TIR-Kontrollkommission als Beobachter teilzunehmen, sofern deren Vorsitzender nicht anders entscheidet. Falls erforderlich, können auf Einladung des Vorsitzenden auch andere Organisationen als Beobachter an den Sitzungen der Kommission teilnehmen. |
De secretaris van de TIR-Overeenkomst is lid van het secretariaat van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties. Hij voert de besluiten van het TIR-Uitvoerend Orgaan uit in het kader van het mandaat van dat orgaan. De secretaris van de TIR-Overeenkomst wordt bijgestaan door het TIR-secretariaat, over de omvang waarvan door het Administratief Comité wordt beslist. | Artikel 12 |
Artikel 13 | Der TIR-Sekretär muss Mitglied des Sekretariats der Wirtschaftskommission der Vereinten Nationen für Europa sein; er hat die Beschlüsse der TIR-Kontrollkommission im Rahmen des Zuständigkeitsbereichs der Kontrollkommission auszuführen. Der TIR-Sekretär wird von einem TIR-Sekretariat unterstützt, dessen Größe vom Verwaltungsausschuss bestimmt wird. |
1. De werking van het TIR-Uitvoerend Orgaan en het TIR-secretariaat wordt gefinancierd, tot andere financieringsbronnen zijn gevonden, door een bedrag per TIR-carnet dat door de in artikel 6 bedoelde internationale organisatie is gedistribueerd. Dit bedrag wordt door het Administratief Comité goedgekeurd. | Artikel 13 |
2. De procedure voor de financiering van de werking van het TIR-Uitvoerend Orgaan en het TIR-Secretariaat wordt door het Administratief Comité goedgekeurd. | (1) Die TIR-Kontrollkommission und das TIR-Sekretariat werden durch einen Betrag auf jedes von einer der in Artikel 6 genannten internationalen Organisationen ausgegebene Carnet TIR finanziert, bis andere Finanzierungsquellen gefunden sind. Der Betrag ist vom Verwaltungsausschuss zu genehmigen. |
BIJLAGE 9 | (2) Das Verfahren für die Finanzierung der Tätigkeit der TIR-Kontrollkommission und des TIR-Sekretariats ist vom Verwaltungsausschuss zu genehmigen. |
TOEGANG TOT DE TIR-REGELING | ANLAGE 9 |
DEEL 1 | ZULASSUNG ZUM TIR-VERFAHREN |
MACHTIGING TOT DE AFGIFTE VAN TIR-CARNETS | TEIL I |
Minimumvoorwaarden | ERMÄCHTIGUNG DER VERBÄNDE ZUR AUSGABE VON CARNETS TIR |
1. | Om gemachtigd te worden tot het afgeven van TIR-carnets en om zich garant te mogen stellen overeenkomstig artikel 6 van de Overeenkomst, moet een organisatie voldoen aan onderstaande minimumvoorwaarden: | a) | zij moet aantonen dat zij reeds ten minste één jaar officieel optreedt als organisatie die de belangen van de vervoerssector behartigt; | b) | zij moet aantonen dat zij financieel gezond is en over de logistieke middelen beschikt om de taken die de Overeenkomst haar oplegt uit te voeren; | c) | zij moet aantonen dat haar personeel voldoende kennis heeft om de Overeenkomst correct toe te passen; | d) | zij mag geen ernstige of herhaalde overtredingen van de douane- of belastingwetgeving hebben begaan; | e) | zij moet met de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partij, op het grondgebied waarvan zij gevestigd is, een schriftelijke overeenkomst hebben gesloten of een ander rechtsinstrument hebben opgesteld. Een eensluidend afschrift van die schriftelijke overeenkomst of het andere rechtsinstrument wordt, indien nodig vergezeld van een gewaarmerkte vertaling in het Engels, het Frans of het Russisch, bij het TIR-Uitvoerend Orgaan neergelegd. Wijzigingen in deze schriftelijke overeenkomst of dit andere rechtsinstrument worden het TIR-Uitvoerend Orgaan onverwijld medegedeeld; | f) | in de schriftelijke overeenkomst of het andere rechtsinstrument bedoeld onder e) moet de organisatie zich ertoe hebben verbonden: | i) | de verplichtingen in artikel 8 van de Overeenkomst na te komen; | ii) | het door de Overeenkomstsluitende Partij vast te stellen maximumbedrag per TIR-carnet dat van haar op grond van artikel 8, lid 3, van de Overeenkomst kan worden geëist, te aanvaarden; | iii) | er voortdurend op toe te zien, met name voor zij verzoekt personen tot de TIR-regeling toe te laten, dat die personen voldoen aan de minimumvoorwaarden als beschreven in deel 2 van deze bijlage; | iv) | garant te staan voor alle schulden die ontstaan in het land waar zij is gevestigd bij vervoer onder dekking van TIR-carnets die zijzelf heeft afgegeven of die zijn afgegeven door buitenlandse organisaties die zijn aangesloten bij de internationale organisatie waarvan zijzelf lid is; | v) | zich tegen haar aansprakelijkheid te verzekeren, overeenkomstig de voorschriften van de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen op het grondgebied waarvan zij is gevestigd, bij een verzekeringsmaatschappij, een groep van verzekeraars of een financiële instelling. De verzekeringsovereenkomst(en) of de financiëlegarantie-overeenkomst(en) dient (dienen) haar gehele aansprakelijkheid te dekken in verband met vervoer onder dekking van TIR-carnets die zijzelf heeft afgegeven of die zijn afgegeven door buitenlandse organisaties die zijn aangesloten bij de internationale organisatie waarvan zijzelf lid is. | De opzeggingstermijn van de verzekeringsovereenkomst(en) of financiële garantie-overeenkomst(en) mag niet korter zijn dan de opzeggingstermijn van de schriftelijke overeenkomst of het andere rechtsinstrument bedoeld onder e). Een eensluidend afschrift van de verzekeringsovereenkomst(en) of financiële garantieovereenkomst(en) en van alle latere aanvullingen op die documenten wordt, indien nodig vergezeld van een gewaarmerkte vertaling in het Engels, het Frans of het Russisch, bij het TIR-Uitvoerend Orgaan neergelegd; | vi) | de bevoegde autoriteiten toe te staan alle dossiers en rekeningen met betrekking tot het beheer van de TIR-regeling te controleren; | vii) | een procedure te aanvaarden om geschillen in verband met onrechtmatig of frauduleus gebruik van TIR-carnets op efficiënte wijze te regelen; | viii) | te aanvaarden dat indien in ernstige mate of herhaaldelijk niet aan deze minimumvoorwaarden wordt voldaan, de machtiging tot afgifte van TIR-carnets wordt ingetrokken; | ix) | de besluiten strikt na te leven van de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partij op het grondgebied waarvan zij is gevestigd inzake uitsluiting van personen op grond van artikel 38 van de Overeenkomst en deel II van deze bijlage; | x) | alle besluiten van het Administratief Comité en het TIR-Uitvoerend Orgaan strikt toe te passen, indien deze besluiten zijn aanvaard door de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen op het grondgebied waarvan zij is gevestigd. | Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse |
2. | De machtiging tot afgifte van TIR-carnets wordt ingetrokken door de Overeenkomstsluitende Partijen op het grondgebied waarvan de aansprakelijke organisatie is gevestigd, wanneer deze in ernstige mate of herhaaldelijk niet voldoet aan de minimumvoorwaarden. | 1. | Ein Verband muss folgende Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse erfüllen, um nach Artikel 6 des Übereinkommens von den Vertragsparteien die Bewilligung zu erhalten, Carnets TIR auszugeben und die Bürgschaft zu übernehmen: | a) | mindestens einjähriges nachgewiesenes Bestehen als anerkannter Verband, der die Interessen des Transportsektors vertritt; | b) | Nachweis gesunder Finanzen und der organisatorischen Befähigung, seine Verpflichtungen aus dem Übereinkommen zu erfüllen; | c) | nachgewiesene Kenntnisse seines Personals in der ordnungsgemäßen Anwendung des Übereinkommens; | d) | keine schweren oder wiederholten Zuwiderhandlungen gegen zoll- oder steuerrechtliche Vorschriften; | e) | Abschluss einer schriftlichen Vereinbarung oder Erlass eines anderen Rechtsakts zwischen dem Verband und den zuständigen Behörden der Vertragspartei, in deren Hoheitsgebiet er seinen Geschäftssitz hat. Bei der TIR-Kontrollkommission ist eine beglaubigte Kopie der schriftlichen Vereinbarung oder des anderen Rechtsakts, erforderlichenfalls mit einer beglaubigten Übersetzung ins Englische, Französische oder Russische, zu hinterlegen. Änderungen der schriftlichen Vereinbarung oder des anderen Rechtsakts sind der TIR-Kontrollkommission umgehend mitzuteilen; | f) | Verpflichtungserklärung des Verbandes in der schriftlichen Vereinbarung oder dem anderen Rechtsakt nach Buchstabe e, | i) | die Pflichten aus Artikel 8 des Übereinkommens zu erfüllen; | ii) | den von der Vertragspartei festgesetzten Höchstbetrag je Carnet TIR, der von dem Verband nach Artikel 8 Absatz 3 gefordert werden kann, anzuerkennen; | iii) | laufend, und insbesondere vor Beantragung der Zulassung einer Person zum TIR-Verfahren, die Erfüllung der in Teil II dieser Anlage festgelegten Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse durch diese Person zu überprüfen; | iv) | die Bürgschaft für alle Verbindlichkeiten zu übernehmen, die in dem Land, in dem er seinen Geschäftssitz hat, aus Warentransporten mit Carnet TIR entstehen, die von ihm selbst oder von ausländischen Verbänden ausgegeben worden sind, die derselben internationalen Organisation wie er angehören; | v) | bei einer Versicherungsgesellschaft, einem Versicherungspool oder einem Finanzinstitut seine Verbindlichkeiten zur Zufriedenheit der zuständigen Behörden der Vertragsparteien, in deren Hoheitsgebiet er seinen Geschäftssitz hat, zu decken. Die Versicherungs- oder Finanzbürgschaftsverträge müssen seine gesamten Verbindlichkeiten aus Warentransporten mit Carnet TIR decken, die von ihm selbst oder von ausländischen Verbänden ausgegeben worden sind, die derselben internationalen Organisation wie er angehören. | Die Kündigungsfrist für Versicherungs- oder Finanzbürgschaftsverträge darf nicht kürzer sein als die Kündigungsfrist für die schriftliche Vereinbarung oder eines anderen Rechtsakts nach Buchstabe e. Bei der TIR-Kontrollkommission ist eine beglaubigte Kopie der Versicherungs- oder Finanzbürgschaftsverträge sowie aller nachträglichen Änderungen, soweit erforderlich mit einer beglaubigten Übersetzung ins Englische, Französische oder Russische, zu hinterlegen; | vi) | den zuständigen Behörden zu gestatten, alle Aufzeichnungen und Abrechnungen im Zusammenhang mit der Verwaltung des TIR-Verfahrens zu prüfen; | vii) | ein Verfahren zur wirksamen Beilegung von Streitigkeiten aufgrund nicht ordnungsgemäßer oder betrügerischer Verwendung von Carnets TIR anzuerkennen; | viii) | anzuerkennen, dass eine schwerwiegende oder wiederholte Nichterfüllung dieser Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse zum Widerruf der Bewilligung zur Ausgabe von Carnets TIR führt; | ix) | den von den zuständigen Behörden der Vertragspartei, in deren Hoheitsgebiet er seinen Geschäftssitz hat, getroffenen Entscheidungen über den Ausschluss von Personen nach Artikel 38 des Übereinkommens und Teil II dieser Anlage strikt Folge zu leisten; | x) | alle vom Verwaltungsausschuss und der TIR-Kontrollkommission getroffenen Entscheidungen gewissenhaft umzusetzen, soweit die zuständigen Behörden der Vertragsparteien, in deren Hoheitsgebiet der Verband seinen Geschäftssitz hat, ihnen zugestimmt haben. |
3. | De machtiging van een aansprakelijke organisatie in bovengenoemde omstandigheden doet geen afbreuk aan de aansprakelijkheid en de verplichtingen van die organisatie krachtens de Overeenkomst. | 2. | Bei schwerwiegender oder wiederholter Nichterfüllung dieser Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse widerrufen die Vertragsparteien, in deren Hoheitsgebiet der Verband seinen Geschäftssitz hat, die Bewilligung zur Ausgabe von Carnets TIR. |
4. | De hierboven vastgestelde minimumvoorwaarden doen geen afbreuk aan mogelijk door de Overeenkomstsluitende Partijen vast te stellen aanvullende voorwaarden. | 3. | Die einem Verband nach Maßgabe der vorstehenden Bestimmungen erteilte Bewilligung lässt die Verantwortlichkeiten und Verpflichtungen dieses Verbands nach dem Übereinkommen unberührt. |
DEEL II | 4. | Die oben niedergelegten Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse lassen weitere Voraussetzungen und Erfordernisse, die die Vertragsparteien gegebenenfalls vorschreiben möchten, unberührt. |
MACHTIGING VAN NATUURLIJKE PERSONEN EN RECHTSPERSONEN TOT GEBRUIK VAN TIR-CARNETS | TEIL II |
Minimumvoorwaarden | ZULASSUNG NATÜRLICHER UND JURISTISCHER PERSONEN ZUR VERWENDUNG VON CARNETS TIR |
1. | Om toegang te verkrijgen tot de TIR-regeling dienen personen aan onderstaande minimumvoorwaarden te voldoen: | a) | zij dienen te beschikken over aantoonbare ervaring met regelmatig internationaal vervoer of in ieder geval in staat te zijn dergelijk vervoer te verrichten (internationale vervoersvergunning en dergelijke); | b) | hun financiële situatie dient gezond te zijn; | c) | zij dienen te beschikken over aantoonbare kennis van de toepassing van de TIR-Overeenkomst; | d) | zij mogen geen ernstige of herhaalde overtredingen van de douane- of belastingwetgeving hebben begaan; | e) | jegens de aansprakelijke organisatie moeten zij zich er schriftelijk toe te verbinden: | i) | alle krachtens de Overeenkomst vereiste douaneformaliteiten bij de douanekantoren van vertrek, van doorgang en van bestemming te vervullen; | ii) | de in artikel 8, leden 1 en 2, van de Overeenkomst verschuldigde bedragen te betalen, indien de bevoegde autoriteiten zulks eisen op grond van artikel 8, lid 7, van de Overeenkomst; | iii) | de aansprakelijke organisaties toestemming te geven, indien de nationale wetgeving zulks toelaat, informatie in verband met bovengenoemde minimumvoorwaarden te controleren. | Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse |
2. | De bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen en de aansprakelijke organisaties zelf kunnen aanvullende strengere voorwaarden stellen voor toegang tot de TIR-regeling, tenzij de bevoegde autoriteiten anders besluiten. | 1. | Personen, die zum TIR-Verfahren zugelassen werden möchten, müssen folgende Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse erfüllen: | a) | nachgewiesene Erfahrung oder zumindest Fähigkeit, am regelmäßigen internationalen Warenverkehr teilzunehmen (Inhaber einer Genehmigung zur Durchführung internationaler Transporte usw.); | b) | gesunde Finanzen; | c) | nachgewiesene Kenntnisse in der Anwendung des TIR-Übereinkommens; | d) | keine schweren oder wiederholten Zuwiderhandlungen gegen zoll- oder steuerrechtliche Vorschriften; | e) | eine schriftliche Erklärung, in der sich die Person gegenüber dem Verband verpflichtet, | i) | alle nach dem Übereinkommen bei Abgangs-, Durchgangs- und Bestimmungszollstellen erforderlichen Zollförmlichkeiten zu erfüllen; | ii) | die in Artikel 8 Absätze l und 2 des Übereinkommens genannten fälligen Beträge zu entrichten, wenn sie von den zuständigen Behörden nach Artikel 8 Absatz 7 des Übereinkommens hierzu aufgefordert wird; | iii) | den Verbänden im Rahmen der innerstaatlichen Rechtsvorschriften zu gestatten, die Angaben zu den genannten Mindestvoraussetzungen und -erfordernissen zu prüfen. |
Procedure | 2. | Sofern die zuständigen Behörden der Vertragsparteien nicht anders entscheiden, können diese und die Verbände selbst zusätzliche und weiter einschränkende Voraussetzungen und Erfordernisse für die Zulassung zum TIR-Verfahren vorschreiben. |
3. | De Overeenkomstsluitende Partijen besluiten overeenkomstig de nationale wetgeving welke procedures moeten worden gevolgd om toegang tot de TIR-regeling te verkrijgen op basis van de in de punten 1 en 2 vastgestelde minimumvoorwaarden. | Verfahren |
4. | De bevoegde autoriteiten delen het TIR-Uitvoerend Orgaan, binnen een week na het verlenen of intrekken van een machtiging tot gebruik van TIR-carnets, door middel van bijgaand standaard-machtigingsformulier de gevraagde gegevens over iedere persoon mede. | 3. | Die Vertragsparteien legen die Verfahren für die Zulassung zum TIR-Verfahren auf der Grundlage der in den Absätzen 1 und 2 aufgeführten Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse im Einklang mit ihrem innerstaatlichen Recht fest. |
5. | De aansprakelijke organisatie stelt ieder jaar op 31 december een lijst op van alle personen aan wie een machtiging is verleend of van wie de machtiging is ingetrokken. Zij doet deze lijst één week na 31 december aan de bevoegde autoriteiten toekomen. De bevoegde autoriteiten doen een afschrift van de lijst toekomen aan het TIR-Uitvoerend Orgaan. | 4. | Die zuständigen Behörden übermitteln der TIR-Kontrollkommission innerhalb einer Woche nach der Zulassung oder dem Widerruf der Zulassung zur Verwendung von Carnets TIR die näheren Angaben zu jeder Person in Form der anliegenden Musterzulassung (MZ). |
6. | Machtiging tot toegang tot de TIR-regeling houdt op zich niet het recht in om bij de aansprakelijke organisaties TIR-carnets te verkrijgen. | 5. | Der Verband übermittelt jährlich eine aktualisierte Liste aller zugelassenen Personen sowie der Personen, deren Zulassung widerrufen worden ist, mit Stand vom 31. Dezember. Diese Liste ist den zuständigen Behörden innerhalb einer Woche nach dem 31. Dezember zu übermitteln. Die zuständigen Behörden übersenden der TIR-Kontrollkommission eine Kopie dieser Liste. |
7. | De machtiging van een persoon tot het gebruik van TIR-carnets overeenkomstig bovengenoemde minimumvoorwaarden doet geen afbreuk aan de aansprakelijkheid en de verplichtingen van deze persoon krachtens de Overeenkomst. | 6. | Die Zulassung zum TIR-Verfahren begründet selbst noch keinen Anspruch, von den Verbänden Carnets TIR zu erhalten. |
STANDAARD-MACHTIGINGSFORMULIER | 7. | Die Zulassung einer Person zur Verwendung von Carnets TIR unter Erfüllung der oben aufgeführten Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse lässt die Verantwortlichkeiten und Verpflichtungen dieser Person nach dem Übereinkommen unberührt. |
Land: … | MUSTERZULASSUNG (MZ) |
Naam van de aansprakelijke organisatie: … | Land: … |
Naam van de bevoegde autoriteit: … | Name des Verbandes: … |
In te vullen door de nationale organisatie en/of de bevoegde autoriteit | Zuständige Behörde: … |
Identificatienummer | Naam van de persoon of de onderneming | Kantooradres | Contactpersoon en contactgegevens (telefoonnummer, faxnummer, telexnummer, e-mail adres) | Inschrijvingsnummer handelsregister, vergunningsnummer enz. (1) | Intrekking vorige machtiging (2) | Datum machtiging (2) | Datum intrekking machtiging (2) | Stempel/handtekening | Von den nationalen Verbänden und/oder zuständigen Behörden auszufüllen |
… | | | | | | | | | ID-Nummer | Name der Person(en)/des Unternehmens | Geschäftsadresse | Kontaktstelle und Rufnummer (Telefon-, Fax- und E-Mail-Nummer) | Registrier- oder Genehmigungsnummer des Betriebs usw (1) | Früherer Widerruf der Zulassung (2) | Datum der Zulassung (2) | Datum des Widerrufs der Zulassung (2) | Stempel/Unterschrift |
… | | | | | | | | | … | | | | | | | | |
… | | | | | | | | | … | | | | | | | | |
Voor personen voor wie een erkende aansprakelijke organisatie een machtigingsaanvraag doorgeeft, moeten ten minste onderstaande gegevens aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt: | … | | | | | | | | |
— | individueel uniek identificatienummer dat aan de betrokkene is toegekend door de aansprakelijke organisatie (in samenwerking met de internationale organisatie waarvan zij lid is) op een in onderling overleg vastgestelde wijze; de wijze waarop een identificatienummer wordt samengesteld wordt vastgesteld door het Administratief Comité; | Zu jeder Person, für die von dem zugelassenen Verband ein Zulassungsantrag gestellt wird, sind den zuständigen Behörden mindestens folgende Angaben zu übermitteln: |
— | naam en adres de betrokkene (persoon of onderneming) (voor commerciële ondernemingen tevens de naam van verantwoordelijke leidinggevenden); | — | persönliche Identifikations(ID)-Nummer, die der Person vom bürgenden Verband (in Zusammenarbeit mit der internationalen Organisation, der er angehört) nach einem Standardformat erteilt worden ist. Das Format der ID-Nummer wird vom Verwaltungsausschuss festgesetzt. |
— | contactpersoon (natuurlijke persoon die aan de douane en de aansprakelijke organisaties gegevens over de TIR-regeling mag verstrekken) met telefoonnummer, faxnummer en e-mail adres; | — | Name(n) und Anschrift(en) der Person(en) oder des Unternehmens (bei einer Unternehmensgesellschaft auch die Namen der Verantwortlichen); |
— | inschrijvingsnummer in het handelsregister, nummer van de vergunning voor internationaal vervoer of ander registratienummer (indien beschikbaar); | — | Kontaktstelle (Person, die befugt ist, Zollbehörden und Verbänden Auskunft über den TIR-Vorgang zu erteilen) mit vollständiger Telefon-, Fax- und E-Mail-Nummer; |
— | in voorkomend geval, datum en reden van intrekking van eerdere een machtiging en duur daarvan. | — | Registriernummer, Nummer der Genehmigung für internationale Transporte oder sonstige Nummer (falls vorhanden); |
(1) indien bekend. | — | früherer Widerruf der Zulassung, einschließlich Datum, Dauer und Art des Widerrufs der Zulassung (falls zutreffend). |
(2) zo nodig. | (1) falls vorhanden. |
BIJLAGE 10 | (2) falls zutreffend. |
INFORMATIE DIE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN VERSTREKKEN AAN GEMACHTIGDE ORGANISATIES (ARTIKEL 43 TER) EN EEN INTERNATIONALE ORGANISATIE (ARTIKEL 6, LID 2 BIS) | ANLAGE 10 |
Volgens artikel 6, lid 1, en bijlage 9, deel I, punt 1, onder f) iii), van deze Overeenkomst moeten gemachtigde organisaties zich ertoe verbinden dat zij er voortdurend op zullen toezien dat personen die toegang hebben verkregen tot de TIR-regeling aan de minimumvoorwaarden voldoen van bijlage 9, deel II, van de Overeenkomst. | AUSKÜNFTE DER VERTRAGSPARTEIEN AN ZUGELASSENE VERBÄNDE (NACH ARTIKEL 43b) UND INTERNATIONALE ORGANISATIONEN (NACH ARTIKEL 6 ABSATZ 2 BIS) |
Namens de bij haar aangesloten organisaties moet een internationale organisatie, ter nakoming van haar verplichtingen op grond van artikel 6, lid 2 bis, een systeem opzetten om TIR-carnets te kunnen controleren waarin de door douaneautoriteiten toegezonden gegevens over de beëindiging van TIR-operaties bij kantoren van bestemming worden opgeslagen en dat toegankelijk is voor de aansprakelijke organisaties en de douanediensten. Om ervoor te zorgen dat de aansprakelijke organisaties hun verbintenis geheel en al kunnen nakomen, zenden de Overeenkomstsluitende Partijen op de volgende wijze gegevens naar het controlesysteem: | Aufgrund des Artikels 6 Absatz 1 und der Anlage 9 Teil I Absatz 1 Buchstabe f Ziffer iii müssen sich zugelassene Verbände verpflichten, laufend zu überprüfen, ob die zum TIR-Verfahren zugelassenen Personen die Mindestvoraussetzungen und -erfordernisse gemäß Anlage 9 Teil II des Übereinkommens erfüllen. |
1. De douaneautoriteiten zenden aan een internationale organisatie of aan de nationale aansprakelijke organisaties, zo mogelijk via centrale of regionale kantoren, met de snelste communicatiemiddelen (fax, e-mail enz.) en zo mogelijk dagelijks, ten minste de volgende gegevens, in de vorm van een standaardbericht, over alle TIR-carnets die bij douanekantoren van bestemming, als omschreven in artikel 1, lid 1, van de Overeenkomst, zijn aangeboden: | Im Rahmen ihrer Verantwortlichkeiten als nach Artikel 6 Absatz 2bis zugelassene internationale Organisation errichtet eine internationale Organisation im Namen ihrer Mitgliedsverbände ein Kontrollsystem für Carnets TIR, mit dem Daten bezüglich der Beendigung von TIR-Versandvorgängen bei den Bestimmungszollstellen gesammelt werden, die von den Zollbehörden übermittel werden und den Verbänden und Zollverwaltungen zugänglich sind. Damit die Verbände ihrer Verpflichtung effektiv nachkommen können, stellen die Vertragsparteien dem Kontrollsystem nach folgenden Verfahren Informationen zur Verfügung: |
a) | het nummer van het TIR-carnet; | 1. Die Zollbehörden übermitteln einer internationalen Organisation oder den nationalen bürgenden Verbänden nach Möglichkeit über Zentral- oder Regionalbüros mit dem schnellsten zur Verfügung stehenden Kommunikationsmittel (Fax, E-Mail usw.) möglichst täglich in einem Standardformat mindestens folgende Informationen zu allen bei den Bestimmungszollstellen nach Artikel 1 Absatz 1 Buchstabe i vorgelegten Carnets TIR: |
b) | datum en nummer van inschrijving in het douaneregister; | a) | Nummer des Carnet TIR; |
c) | naam of nummer van het douanekantoor van bestemming; | b) | Datum und Eintragungsnummer im Zollregister; |
d) | datum en nummer van het certificaat van beëindiging van de TIR-operatie (vakken 24-28 van strook 2) bij het douanekantoor van bestemming (indien dit een ander is dan het onder b) bedoelde kantoor); | c) | Name oder Nummer der Bestimmungszollstelle; |
e) | gedeeltelijke of definitieve beëindiging; | d) | Datum und Bezugsnummer, die von der Bestimmungszollstelle in der Bescheinigung über die Beendigung des TIR-Versands angegeben wurden (Felder 24-28 auf Abschnitt Nr. 2) (falls abweichend von Buchstabe b); |
f) | certificatie van de beëindiging van de TIR-operatie met of zonder voorbehoud bij het douanekantoor van bestemming, onverminderd de artikelen 8 en 11 van de Overeenkomst; | e) | teilweise oder vollständige Beendigung; |
g) | andere gegevens of documenten (facultatief); | f) | von der Bestimmungszollstelle unter Vorbehalt oder ohne Vorbehalt bescheinigte Beendigung des TIR-Versands, unbeschadet der Artikel 8 und 11; |
h) | nummer van de bladzijde. | g) | sonstige Informationen oder Unterlagen (Angabe freigestellt); |
2. De nationale aansprakelijke organisaties of een internationale organisatie kunnen de douaneautoriteiten het bevestigingsformulier („reconciliation form”) toezenden waarvan het model in de bijlage is opgenomen: | h) | Seitennummer. |
a) | wanneer er verschillen zijn tussen de doorgezonden gegevens en die op de stammen in het gebruikte TIR-carnet; of | 2. Das im Anhang wiedergegebene Musterformular für Klärungsfragen (MFK) kann von den nationalen Verbänden oder einer internationalen Organisation bei den Zollbehörden eingereicht werden, |
b) | wanneer er geen gegevens zijn doorgezonden, terwijl het gebruikte TIR-carnet wel naar de nationale aansprakelijke organisatie is teruggezonden. | a) | wenn die übermittelten Daten von den Daten auf den Stammblättern des verwendeten Carnet TIR abweichen oder |
De douaneautoriteiten beantwoorden het bevestigingsformulier door het zo spoedig mogelijk ingevuld terug te zenden. | b) | wenn keine Daten übermittelt wurden, das verwendete Carnet TIR jedoch dem nationalen Verband wieder zurückgegeben wurde. |
3. De douaneautoriteiten en de nationale aansprakelijke organisaties sluiten een overeenkomst inzake bovenomschreven gegevensuitwisseling die met de nationale wetgeving in overeenstemming is. | Die Zollbehörden beantworten die Klärungsanfragen so schnell wie möglich, nach Möglichkeit durch Rückübermittlung des ordnungsgemäß ausgefüllten MFK. |
4. Een internationale organisatie verleent de douaneautoriteiten toegang tot de gegevensbank van beëindigde TIR-carnets en de gegevensbank van ongeldig gemaakte TIR-carnets. | 3. Die Zollbehörden und die nationalen bürgenden Verbände schließen über den oben beschriebenen Datenaustausch eine Vereinbarung im Einklang mit ihrem innerstaatlichen Recht. |
Aanhangsel | 4. Eine internationale Organisation gewährt den Zollbehörden Zugang zur Datenbank der erledigten Carnets TIR und zur Datenbank der für ungültig erklärten Carnets TIR. |
| Anlage |