This document is an excerpt from the EUR-Lex website
De voorzitter staat aan het hoofd van de Europese Commissie, die de uitvoerende macht van de Europese Unie (EU) is. De voorzitter besluit over de organisatie van de Commissie en wijst portefeuilles toe aan individuele commissarissen, stelt de beleidsagenda van de Commissie vast en vertegenwoordigt de Commissie op bijeenkomsten van de Europese Raad, topontmoetingen van de G7 en de G20, topontmoetingen met niet-EU-landen, en tijdens belangrijke debatten in het Europees Parlement (het Parlement) en in de Raad van de Europese Unie.
De voorzitter van de Commissie wordt gekozen op grond van een procedure die is vastgelegd in artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Volgens die procedure draagt de Europese Raad, rekening houdend met het resultaat van de verkiezingen voor het Parlement, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen bij het Parlement een kandidaat voor het ambt van voorzitter van de Europese Commissie voor. Het Parlement kiest de voorgedragen kandidaat bij meerderheid van zijn leden. Als geen meerderheid wordt behaald, moet de Europese Raad binnen één maand een nieuwe kandidaat voordragen.
De ambtstermijn van de voorzitter bedraagt vijf jaar en kan worden verlengd.
Op basis van voordrachten van de EU-lidstaten stellen de Raad van de Europese Unie en de verkozen voorzitter de lijst vast van de overige personen die als lid van de Commissie worden voorgedragen. Daarnaast is zijn/haar instemming nodig voor de benoeming van de hoge vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, die ook een van de vicevoorzitters van de Commissie wordt. Alle leden van de Commissie worden als college ter goedkeuring onderworpen aan een stemming van het Parlement. Op basis van deze goedkeuring wordt de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen door de Europese Raad benoemd.
ZIE OOK