EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003PC0537

Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie en associatieproces van de Europese Unie (gecodificeerde versie)

/* COM/2003/0537 def. - CNS 2003/0208 */

52003PC0537

Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie en associatieproces van de Europese Unie (gecodificeerde versie) /* COM/2003/0537 def. - CNS 2003/0208 */


Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie (gecodificeerde versie)

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. In de context van een Europa van de burgers hecht de Commissie groot belang aan het vereenvoudigen en verduidelijken van het Gemeenschapsrecht om het duidelijker en toegankelijker te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in staat wordt gesteld gebruik te maken van de specifieke rechten die hij aan het Gemeenschapsrecht kan ontlenen.

Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang talloze bepalingen die meermaals en vaak ingrijpend zijn gewijzigd, gedeeltelijk in het oorspronkelijke besluit en gedeeltelijk in de latere wijzigingsbesluiten te vinden zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal besluiten moet worden vergeleken.

Codificatie van meermaals gewijzigde regels is dan ook van essentieel belang om het Gemeenschapsrecht duidelijk en doorzichtig te maken.

2. Bij haar besluit van 1 april 1987 [1] heeft de Commissie daarom haar diensten opgedragen alle wetgevingbesluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren, waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de communautaire wetgeving ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.

[1] COM(87) 868 PV.

3. De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december 1992) hebben dit bevestigd [2] en het belang van codificatie onderstreept, omdat daarmee rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welke wet op een gegeven moment op een bepaald onderwerp van toepassing is.

[2] Zie bijlage 3 bij deel A van die conclusies.

Bij codificatie moet het normale wetgevingsproces van de Gemeenschap volledig in acht worden genomen.

Aangezien bij codificatie geen inhoudelijke wijzigingen in de betrokken wetteksten mogen worden aangebracht, zijn het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bij Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 een versnelde werkmethode voor de codificatie van wetteksten overeengekomen.

4. Dit voorstel beoogt de codificatie van Verordening (EG) nr. 2007/2000 van de Raad van 18 september 2000 tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2820/98 en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1763/1999 en (EG) nr. 6/2000 [3]. De nieuwe verordening vervangt de verschillende besluiten die erin zijn verwerkt [4]; dit voorstel laat de inhoud van de besluiten die worden gecodificeerd onverlet en beperkt zich er derhalve toe deze samen te voegen en daarin slechts de formele wijzigingen aan te brengen die voor de codificatie zelf vereist zijn.

[3] Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Codificatie van het Acquis communautaire, COM(2001) 645 def.

[4] Zie bijlage III bij dit voorstel.

5. Dit voorstel voor een codificatie is opgesteld op basis van een voorafgaande consolidatie, in alle officiële talen, van Verordening (EG) nr. 2007/2000 en de besluiten tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. Voorzover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage IV bij de gecodificeerde verordening.

ê 2007/2000 (aangepast)

2003/0208 (CNS)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement [5],

[5] PB C [...] van [...], blz. [...].

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité [6],

[6] PB C [...] van [...], blz. [...].

Overwegende hetgeen volgt:

ê

(1) Verordening (EG) nr. 2007/2000 van de Raad van 18 september 2000 tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2820/98 en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1763/1999 en (EG) nr. 6/2000 [7] is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd [8]. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

[7] PB L 240 van 23.9.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 607/2003 van de Commissie (PB L 86, 3.4.2003, blz. 18).

[8] Zie bijlage III.

ê 2007/2000 Overweging (1)

(2) De Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000 heeft besloten dat stabilisatie- en associatieovereenkomsten met de landen op de westelijke Balkan moeten worden voorafgegaan door asymmetrische handelsliberalisering.

ê 2007/2000 Overweging (4) (aangepast)

(3) De verwachting is dat een openstelling van de Ö communautaire Õ markt Ö voor invoer vanuit de landen op de westelijke Balkan Õ tot het proces van politieke en economische stabilisering in de regio zal bijdragen zonder dat dit nadelige gevolgen voor de Gemeenschap heeft.

ê 2007/2000 Overweging (5) (aangepast)

(4) Het is derhalve dienstig de autonome handelspreferenties van de Gemeenschap verder te verbeteren door alle resterende tariefplafonds voor industrieproducten af te schaffen en de toegang tot de Ö communautaire Õ markt voor landbouwproducten, waaronder verwerkte landbouwproducten en visserijproducten, verder te verbeteren.

ê 2007/2000 Overweging (6)

(5) Deze maatregelen worden voorgesteld als onderdeel van het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie om tegemoet te komen aan de specifieke situatie op de westelijke Balkan. Zij zullen geen precedent vormen voor het handelsbeleid van de Gemeenschap met andere derde landen.

ê 2007/2000 Overweging (7)

(6) Overeenkomstig het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie, dat gebaseerd is op de Regionale Aanpak en de conclusies van de Raad van 29 april 1997, zijn aan de ontwikkeling van bilaterale betrekkingen tussen de Europese Unie en de landen op de westelijke Balkan bepaalde voorwaarden verbonden. De toekenning van autonome handelspreferenties is afhankelijk van de eerbiediging van democratische grondbeginselen en de rechten van de mens alsook de bereidheid van de betrokken landen om onderling economische betrekkingen te ontwikkelen. De toekenning van verbeterde autonome handelspreferenties aan landen die deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie, dient te worden gekoppeld aan hun bereidheid tot daadwerkelijke economische hervormingen en regionale samenwerking, met name door de totstandbrenging van vrijhandelzones in overeenstemming met de desbetreffende GATT/WTO-normen. Voorwaarde voor de toekenning van autonome handelspreferenties is dat de begunstigden een daadwerkelijke administratieve samenwerking met de Gemeenschap aangaan ter voorkoming van fraude.

ê 2007/2000 Overweging (8)

(7) Handelspreferenties kunnen slechts worden toegekend aan landen of gebieden die een douaneadministratie hebben.

ê 2007/2000 Overweging (9) en 2563/2000 Overweging (4) (aangepast)

(8) Ö De Republiek Õ Albanië, Bosnië-Herzegovina en Ö Servië en Montenegro, met inbegrip van Õ Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad van 10 juni 1999, hierna "Kosovo" genoemd, voldoen aan deze voorwaarden en om ongelijke behandeling in de regio te vermijden, dienen aan al deze landen Ö soortgelijke Õ handelspreferenties te worden toegekend. Ö Kosovo staat onder internationaal burgerlijk bestuur van de missie van de Verenigde Naties in Kosovo (UNMIK), die een afzonderlijke douanedienst heeft ingesteld. Õ

ê 2487/2001 Overweging (5) (aangepast)

(9) De Republiek Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven uitsluitend in aanmerking komen voor de toepassing van deze verordening voorzover deze verordening voorziet in concessies die gunstiger zijn dan de concessies in de contractuele regelingen tussen de Europese Gemeenschap en die landen.

ê 2007/2000 Overweging (14) (aangepast)

(10) Voor de vaststelling van de oorsprong en voor de administratieve samenwerking moeten de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 2454/93 van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautaire douanewetboek [9] worden toegepast.

[9] PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. Ö 444/2002 (PB L 68 van 12.3.2002, blz. 11) Õ .

ê 2007/2000 Overweging (15)

(11) Ter wille van de doelmatigheid en vereenvoudiging is het dienstig te bepalen dat de Commissie, na raadpleging van het Comité Douanewetboek en onverminderd de in deze verordening vastgelegde bijzondere procedures, alle noodzakelijke veranderingen en technische wijzigingen in deze verordening mag aanbrengen.

ê 2007/2000 Overweging (16)

(12) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [10].

[10] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

ê 2007/2000 Overweging (19) (aangepast)

(13) De Ö in deze verordening vervatte Õ invoerregelingen moeten worden hernieuwd op basis van de vastgestelde voorwaarden en in het licht van de ervaringen bij de toekenning ervan op grond van deze verordening. De duur van deze regelingen dient derhalve tot 31 december Ö 2005 Õ te worden beperkt,

ê 2007/2000 (aangepast)

è1 2487/2001 art. 1, punt 1

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Preferentiële regelingen

1. Onverminderd de bijzondere bepalingen in de artikelen 3 en 4 gelden voor producten è1 van oorsprong uit de Republiek Albanië, Bosnië en Herzegovina en Ö Servië en Montenegro, Õ met inbegrip van Kosovo zoals gedefinieerd in Resolutie nr. 1244 van de VN-Veiligheidsraad van 10 juni 1999 ç, andere dan die welke onder de posten 0102, 0201, 0202 en 1604 van de gecombineerde nomenclatuur vallen, bij invoer in de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking noch douanerechten en heffingen van gelijke werking.

ê 2487/2001 art. 1, punt 2

2. Producten van oorsprong uit de Republiek Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië zullen verder onder de bepalingen van deze verordening blijven vallen wanneer zulks wordt vermeld of wanneer de in deze verordening vastgestelde maatregelen gunstiger zijn dan de handelsconcessies die in het kader van bilaterale overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschappen en die landen worden toegekend.

ê 2007/2000

Artikel 2

Voorwaarden voor preferentiële regelingen

1. Het recht op de in artikel 1 vastgestelde preferentiële regelingen is afhankelijk van de volgende voorwaarden:

a) de bepalingen betreffende de oorsprong in titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 2, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 moeten in acht zijn genomen,

ê 2007/2000 (aangepast)

b) de in artikel Ö 1 Õ genoemde landen en gebieden stellen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking dan wel nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking vast voor de invoer van producten van oorsprong uit de Gemeenschap, verhogen de bestaande douanerechten of heffingen niet en voeren geen andere beperkingen in, Ö en Õ

ê 2007/2000

c) de begunstigden gaan over tot een daadwerkelijke administratieve samenwerking ter voorkoming van fraude.

ê 2007/2000 (aangepast)

è1 2487/2001 art. 1, punt 3 (aangepast)

2. è1 Het recht op de in artikel 1 vastgestelde preferenties is, Ö onverminderd de in lid 1 vermelde voorwaarden, Õ afhankelijk van de bereidheid van de begunstigde landen tot ç daadwerkelijke economische hervormingen en regionale samenwerking met andere landen die bij het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie betrokken zijn, met name door de totstandbrenging van vrijhandelzones in overeenstemming met artikel XXIV van de GATT-overeenkomst van 1994 en andere toepasselijke WTO-bepalingen.

ê 2007/2000

Bij niet-naleving hiervan kan de Raad bij gekwalificeerde meerderheid op voorstel van de Commissie passende maatregelen nemen.

Artikel 3

Beperkte concessies voor bepaalde textielproducten

ê 2007/2000 (aangepast)

è1 2487/2001 art. 1, punt 4 (aangepast)

è2 2487/2001 art. 1, punt 5 (aangepast)

1. Ten aanzien van de in bijlage III B bij Verordening (EG) nr. 517/94 Ö van de Raad Õ [11] vermelde è1 textielproducten van oorsprong uit Ö Servië en Montenegro Õ ç wordt de vrijstelling van douanerechten en heffingen van gelijke werking beperkt tot de bij Ö die Õ verordening vastgestelde jaarlijkse hoeveelheden van de Gemeenschap.

[11] PB L 67 van 10.3.1994, blz. 1.

2. Voor wederinvoer na passieve veredeling, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3036/94 Ö van de Raad Õ [12] wordt è2 wanneer producten van oorsprong uit Ö Servië en Montenegro Õ zijn, ç de vrijstelling van douanerechten beperkt tot de in bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 517/94 vastgestelde jaarlijkse hoeveelheden van de Gemeenschap.

[12] PB L 322 van 15.12.1994, blz. 1.

ê 2007/2000

Artikel 4

Landbouwproducten -- tariefcontingenten

ê 2487/2001 art. 1, punt 6 (aangepast)

1. Voor Ö de in bijlage I vermelde Õ visserijproducten en wijn van oorsprong uit de in artikel 1 genoemde landen en gebieden, worden de douanerechten bij invoer in de Gemeenschap geschorst Ö overeenkomstig de regels die Õ in die bijlage zijn vastgesteld.

ê 2007/2000

è1 2487/2001 art. 1, punt 7, onder a)

2. De bij invoer van de in bijlage II vermelde producten van de categorie "baby beef" van oorsprong uit de in artikel 1, lid 1, genoemde landen en gebieden toepasselijke douanerechten bedragen 20 % van het ad valoremrecht en 20 % van het in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde specifieke recht, binnen een jaarlijks tariefcontingent van è1 11 475 ton ç geslacht gewicht.

Het tariefcontingent van è1 11 475 ton ç wordt als volgt over de begunstigde republieken verdeeld:

a) 1 500 ton geslacht gewicht voor producten van de categorie "baby beef" van oorsprong uit Bosnië-Herzegovina;

ê 2563/2000 art. 1, punt 6, onder b) (aangepast)

Ö b Õ) 9 975 ton (geslacht gewicht) voor producten van de categorie "baby beef" van oorsprong uit Ö Servië en Montenegro, Õ met inbegrip van Kosovo.

ê 2563/2000 art. 1, punt 6, onder c)

Voor de invoer in de Gemeenschap van de in bijlage II omschreven producten van de categorie "baby beef" van oorsprong uit Albanië gelden geen tariefconcessies.

ê 2007/2000 (aangepast)

Verzoeken om invoer binnen deze contingenten moeten vergezeld gaan van een door de bevoegde instanties van het land van uitvoer afgegeven certificaat van echtheid, waarin wordt verklaard dat de goederen van oorsprong zijn uit het betrokken land of gebied en aan de omschrijving in bijlage II voldoen. Dit certificaat wordt volgens de in artikel 43 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 Ö van de Raad Õ [13] vastgestelde procedure door de Commissie vastgesteld.

[13] PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21.

ê 2563/2000 art. 1, punt 7 (aangepast)

3. Onverminderd de andere bepalingen van deze verordening, en met name artikel Ö 11 Õ , kan de Commissie, gezien de bijzondere gevoeligheid van de landbouw- en visserijmarkten, in overeenstemming met de Öin artikel 9, lid 2, bedoelde procedure Õ, passende maatregelen nemen indien de invoer van landbouw- en visserijproducten een ernstige verstoring van de communautaire markten en de regulerende mechanismen daarvan veroorzaakt.

ê 2007/2000 art. 6

Artikel 5

Toepassing van de tariefcontingenten voor "baby beef"

Nadere regels voor de toepassing van de tariefcontingenten voor producten van de categorie "baby beef" worden door de Commissie vastgesteld volgens de procedure van artikel 43 van Verordening (EG) nr. 1254/1999.

ê 2007/2000 art. 7

è1 2563/2000 art. 1, punt 9

Artikel 6

Beheer van de tariefcontingenten

De in è1 artikel 4, lid 1, ç bedoelde tariefcontingenten worden door de Commissie beheerd overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EG) nr. 2454/93.

De verbindingen die daartoe tussen de lidstaten en de Commissie bestaan, geschieden zoveel mogelijk door middel van een telematicaverbinding.

ê 2007/2000 art. 8

Artikel 7

Toegang tot de tariefcontingenten

Elke lidstaat draagt ervoor zorg dat de importeurs zolang het saldo van de betrokken contingenten zulks toelaat in gelijke mate en zonder onderbreking toegang tot de tariefcontingenten hebben.

ê 2007/2000 art. 9 (aangepast)

Artikel 8

Verlening van bevoegdheden

De Commissie stelt volgens de in artikel Ö 9 Õ, lid 2, bedoelde procedure de voor de toepassing van deze verordening noodzakelijke bepalingen, andere dan die bedoeld in artikel Ö 5 Õ, vast, en met name:

ê 2007/2000

a) wijzigingen en technische aanpassingen naar aanleiding van wijzigingen in de codes van de gecombineerde nomenclatuur en de Taric-onderverdelingen,

b) de nodige aanpassingen als gevolg van de sluiting van andere overeenkomsten tussen de Gemeenschap en de in artikel 1 genoemde landen en gebieden.

ê 2007/2000 art. 10 (aangepast)

Artikel 9

Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 247 Ö bis Õ van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad [14] ingestelde Comité Douanewetboek, hierna "Comité" genoemd.

[14] PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

2. Ö Wanneer Õ naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

ê 2007/2000

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op een maand vastgesteld.

3. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.

ê 2007/2000 art. 11 (aangepast)

Artikel 10

Samenwerking

De lidstaten en de Commissie werken nauw samen om te verzekeren dat deze verordening, en met name artikel Ö 11 Õ, lid 1, wordt nageleefd.

ê 2007/2000 art. 12 (aangepast)

Artikel 11

Tijdelijke schorsing

1. Wanneer de Commissie oordeelt dat er voldoende bewijs is van fraude, of dat de Ö in artikel 1 genoemde Õ landen en gebieden niet de vereiste administratieve medewerking verlenen voor de verificatie van het bewijs van oorsprong, dat hun uitvoer naar de Gemeenschap een scherpe stijging vertoont die hun normale productieniveau en uitvoercapaciteit overstijgt, of dat zij artikel 2, lid 1, overtreden, kan zij maatregelen nemen om de bij deze verordening vastgestelde regelingen voor een periode van drie maanden geheel of ten dele te schorsen, mits zij vooraf:

ê 2007/2000

a) het Comité heeft ingelicht;

b) de lidstaten ertoe heeft opgeroepen de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om de financiële belangen van de Gemeenschap veilig te stellen en/of de begunstigde landen en gebieden ertoe te brengen artikel 2, lid 1, na te leven;

c) in het Publicatieblad van de Europese Unie een bericht heeft bekendgemaakt waarin wordt medegedeeld dat er gegronde twijfel bestaat over de toepassing van de preferentiële regelingen en/of de naleving van de bepalingen in artikel 2, lid 1, door het betrokken begunstigde land of gebied, waardoor twijfel wordt opgeroepen over het recht van dit land of gebied verder voor de voordelen van deze verordening in aanmerking te komen.

2. Een lidstaat kan het besluit van de Commissie binnen tien dagen naar de Raad doorverwijzen. De Raad kan binnen dertig dagen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.

ê 2007/2000 (aangepast)

3. Aan het einde van de schorsingsperiode besluit de Commissie, na overleg met het Comité, de voorlopige schorsing te beëindigen of de schorsing overeenkomstig lid 1 te verlengen.

ê

Artikel 12

Intrekking

Verordening (EG) nr. 2007/2000 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage IV.

ê 2007/2000 art. 17 (aangepast)

è1 2563/2000 art. 1, punt 12

Artikel 13

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de Ö twintigste Õ dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing tot en met è1 31 december 2005 ç.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, [...]

Voor de Raad

De Voorzitter

[...]

ê 2487/2001 art. 1, punt 8 (aangepast)

è1 607/2003 art. 1, eerste streepje

è2 607/2003 art. 1, tweede streepje

è3 607/2003 art. 1, derde streepje

è4 607/2003 art. 1, vierde streepje

BIJLAGE I

BETREFFENDE DE IN ARTIKEL 4, LID 1, BEDOELDE TARIEFCONTINGENTEN

Onverminderd de bepalingen voor de uitlegging van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de goederen geacht slechts een indicatieve waarde te hebben, aangezien in het kader van deze bijlage de GN-coden het preferentiestelsel bepalen. Daar waar de GN-code wordt voorafgegaan door de aanduiding "ex", wordt het preferentiestelsel zowel door de strekking van GN-code als door de bijbehorende omschrijving bepaald.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

________________

ê 2007/2000

BIJLAGE II

OMSCHRIJVING VAN DE IN ARTIKEL 4, LID 2, BEDOELDE "BABY-BEEF" PRODUCTEN

Onverminderd de bepalingen voor de uitlegging van de gecombineerde nomenclatuur, wordt de omschrijving van de goederen geacht slechts een indicatieve waarde te hebben, aangezien in het kader van deze bijlage de GN-codes het preferentiestelsel bepalen. Daar waar de GN-code wordt voorafgegaan door de aanduiding "ex", wordt het preferentiestelsel zowel door de strekking van de GN-code als door de bijbehorende omschrijving bepaald.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

___________

é

BBLAGE III

Ingetrokken verordening met de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EG) nr. 2007/2000 van de Raad (PB L 240, 23.9.2000, blz. 1) //

Verordening (EG) nr. 2563/2000 van de Raad (PB L 295 van 23.11.2000, blz. 1) //

Verordening (EG) nr. 2487/2001 van de Commissie (PB L 335 van 19.12.2001, blz. 9) //

Verordening (EG) nr. 607/2003 van de Commissie (PB L 86 van 3.4.2003, blz. 18) // uitsluitend artikel 1

________________

BIJLAGE IV

Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 2007/2000 // De onderhavige verordening

Artikelen 1 tot en met 3 // Artikelen 1 tot en met 3

Artikel 4, lid 1 // Artikel 4, lid 1

Artikel 4, lid 2, eerste alinea // Artikel 4, lid 2, eerste alinea

Artikel 4, lid 2, tweede alinea, de inleidende woorden // Artikel 4, lid 2, tweede alinea, de inleidende woorden

Artikel 4, lid 2, tweede alinea, onder a) // Artikel 4, lid 2, tweede alinea, onder a)

Artikel 4, lid 2, tweede alinea, onder d) // Artikel 4, lid 2, tweede alinea, onder b)

Artikel 4, lid 2, derde alinea // Artikel 4, lid 2, derde alinea

Artikel 4, lid 2, vierde alinea // Artikel 4, lid 2, vierde alinea

Artikel 4, lid 3 // Artikel 4, lid 3

Artikel 5 // ________

Artikel 6 // Artikel 5

Artikel 7 // Artikel 6

Artikel 8 // Artikel 7

Artikel 9 // Artikel 8

Artikel 10 // Artikel 9

Artikel 11 // Artikel 10

Artikel 12 // Artikel 11

Artikel 13 // ________

Artikel 14 // ________

Artikel 15 // ________

Artikel 16 // ________

________ // Artikel 12

Artikel 17 // Artikel 13

Bijlage I // Bijlage I

Bijlage II // Bijlage II

________ // Bijlage III

________ // Bijlage IV

_______________

Top