This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik
Verordening (EG) nr. 1901/2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik
De verordening heeft tot doel:
Farmaceutische bedrijven moeten met het Europees Geneesmiddelenbureau, dat is opgericht bij Verordening (EG) nr. 726/2004 (zie samenvatting), samenwerken aan het opstellen en goedkeuren van plannen voor pediatrisch onderzoek die ten doel hebben klinische gegevens te verzamelen over het gebruik van geneesmiddelen bij kinderen. De resultaten van het plan voor pediatrisch onderzoek moeten worden ingediend bij het aanvragen van een vergunning voor het in de handel brengen van de geneesmiddelen. In ruil, en als beloning, krijgt het bedrijf een verlenging van zes maanden van zijn aanvullend beschermingscertificaat — een vorm van intellectueel eigendomsrecht. Voor weesgeneesmiddelen krijgt een fabrikant twee jaar extra marktexclusiviteit.
Een onafhankelijk Comité pediatrie van het Europees Geneesmiddelenbureau adviseert inzake kwesties in verband met geneesmiddelen voor kinderen en is verantwoordelijk voor de wetenschappelijke beoordeling en goedkeuring van de plannen voor pediatrisch onderzoek.
De verordening voorziet in:
Verordening (EU) 2019/5 strekt tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1901/2006 om ermee rekening te houden dat de verplichtingen die onderhevig zijn aan financiële sancties, nu opgenomen zijn in Verordening (EG) nr. 726/2004, samen met de bevoegdheid van de Commissie om procedures voor het opleggen van dergelijke financiële sancties vast te stellen.
In 2017 heeft de Europese Commissie de stand van zaken gepubliceerd na de tien jaar van toepassing van de verordening. Hierin staat dat:
In 2019 en 2020 is een evaluatie uitgevoerd van de pediatrieverordening, samen met de verordening inzake weesgeneesmiddelen. De evaluatie bestond uit meerdere stappen, waaronder de publicatie van een routekaart, onderzoeken inzake pediatrische geneesmiddelen en inzake geneesmiddelen voor weesziekten, en een uitvoerige raadpleging van belanghebbende partijen. Naar aanleiding van de resultaten van deze evaluatie is een effectbeoordeling gestart met het oog op een herziening van deze twee verordeningen.
De verordening is van toepassing sinds , met uitzondering van vier artikelen:
Zie voor meer informatie:
Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 378 van , blz. 1-19)
Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 1901/2006 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
laatste bijwerking