Europees energieprogramma voor herstel

KERNPUNTEN

Met het programma worden projecten op het gebied van gas- en elektriciteitsinfrastructuur ondersteund die erop gericht zijn om:

• energiebronnen en -voorzieningen veilig te stellen en er verscheidenheid in aan te brengen;
• de interoperabiliteit (oftewel de onderlinge verbindingen) van netwerken veilig en betrouwbaar te maken;
• de capaciteit van het netwerk te ontwikkelen en optimaliseren, en
• hernieuwbare energiebronnen op het energienet of -netwerk aan te sluiten.

Offshore windenergieprojecten krijgen financiering als ze aan bepaalde criteria voldoen, waarbij er rekening wordt gehouden met de bouw van de infrastructuur, de innovatieve kenmerken van het project en de bijdrage ervan aan het bestaande net voor windenergie.

Projecten voor koolstofopvang en -opslag krijgen financiering wanneer wordt aangetoond dat ze ten minste 80 % van de koolstofdioxide (CO₂) in industriële installaties kunnen opvangen.

De totale begroting van het programma bedraagt 3,98 miljard EUR; deze is als volgt samengesteld:

• 2,3 miljard EUR gaat naar projecten voor gas- (1,4 miljard EUR) en elektriciteitsinfrastructuur (910 miljoen EUR);
• 565 miljoen EUR gaat naar projecten voor offshore windenergie;
• 15 miljoen EUR gaat naar twee projecten voor kleine eilanden;
• 1,05 miljard EUR gaat naar 13 projecten voor koolstofopvang en -opslag;
• 146 miljoen EUR gaat naar het financiële instrument van het programma, dat later is vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1233/2010. Met die verordening werd Verordening (EG) nr. 663/2009 zodanig gewijzigd dat ook projecten met betrekking tot energie-efficiëntie te worden ondersteund.

Het Europees Fonds voor energie-efficiëntie, dat in 2011 werd opgericht, heeft de rol overgenomen voor het toewijzen van geld aan projecten die energie-efficiëntie ondersteunen. Er worden projecten mee ondersteund die betrekking hebben op:

• openbare en particuliere gebouwen waarin oplossingen op het gebied van energie-efficiëntie en/of regenereerbare energie worden verwerkt, inclusief oplossingen die gebruikmaken van informatie- en communicatietechnologieën (ICT);
• investeringen voor warmtekrachtkoppeling, inclusief microwarmtekrachtkoppeling, en netwerken voor stadsverwarming/-koeling, met name op basis van hernieuwbare energiebronnen, met een hoge energie-efficiëntie;
• gedecentraliseerde en lokaal geïntegreerde regenereerbare energiebronnen en de integratie hiervan in de elektriciteitsnetten;
• micro-opwekking uit regenereerbare energiebronnen;
• schoon stadsvervoer ter ondersteuning van een verhoogde energie-efficiëntie en de integratie van regenereerbare energiebronnen (gemeenschappelijk vervoer, elektrische voertuigen en waterstofvoertuigen);
• lokale infrastructuur, inclusief efficiënte buitenverlichting van openbare infrastructuur, zoals straatverlichting, oplossingen voor elektriciteitsopslag, slimme meters en intelligente energienetten, waarin volledig gebruik wordt gemaakt van ICT;
• technologieën op het gebied van energie-efficiëntie en regenereerbare energie met innovatiepotentieel en economisch potentieel waarbij gebruik wordt gemaakt van de beste beschikbare procedures.

Verslagen

De Europese Commissie publiceert elk jaar een verslag over de toepassing van het EEPR. Uit een verslag over het EEPR dat in 2018, na zeven jaar toepassing, is gepubliceerd, blijkt dat:

• 35 van de 44 projecten voor gas- en elektriciteitsinfrastructuur zijn voltooid;
• 4 van de 9 projecten voor offshore windenergie in werking zijn getreden, maar
• slechts 1 van de 6 projecten voor koolstofopvang en -opslag is afgerond en 3 voortijdig zijn beëindigd.