EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Het Verdrag van Lissabon

Het Verdrag van Lissabon

 

SAMENVATTING

Het Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap

WAT IS HET DOEL VAN HET VERDRAG?

  • Het hervormt de manier waarop EU-instellingen opereren en waarop besluiten worden genomen om deze geschikt te maken voor een Europese Unie (EU) die is gegroeid tot 28 leden na opeenvolgende toetredingen.
  • Het hervormt het interne en externe beleid van de EU en zorgt, door het Europees Parlement aanvullende wetgevende bevoegdheden te geven, voor meer democratie bij het besluitvormingsproces in de EU.

KERNPUNTEN

Institutionele wijzigingen

Het Europees Parlement

  • bestaat nu uit vertegenwoordigers van de EU-burgers en niet, zoals voorheen, uit mensen van de EU-landen, hetgeen een sterkere democratische band creëert tussen de leden van het Europees Parlement (EP-leden) en het kiezerscorps;
  • heeft een versterkte wetgevingsbevoegdheid door de toepassing van de gewone wetgevingsprocedure. Het Verdrag van Lissabon breidt deze uit tot veertig nieuwe beleidsterreinen, waardoor het totale aantal op 73 komt waar het Parlement en de Raad op gelijke voet wetgeving goedkeuren;
  • kiest de voorzitter van de Europese Commissie bij meerderheid van stemmen van zijn leden;
  • heeft maximaal 751 leden.

De Europese Raad

Aangezien deze bestaat uit staatshoofden of regeringsleiders, geeft dit de EU grotere continuïteit en samenhang. De Europeese Raad is formeel erkend als een EU-instelling die de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten van de EU uiteenzet.

Bij meerderheid van stemmen kiest de Europese Raad een voorzitter voor een eenmaal hernieuwbaar mandaat van dertig maanden, ter vervanging van de vorige roterende functie van zes maanden.

De Raad

Deze past nieuwe regels voor meerderheidsstemming toe bij het goedkeuren van wetgeving. Voor een meerderheid is ten minste 55 % van de EU-landen die ten minste 65 % van de bevolking van de EU vertegenwoordigen, vereist. Om een besluit te blokkeren, moeten ten minste vier landen tegen stemmen.

De Raad vergadert in openbare zitting tijdens de onderhandelingen en stemming over ontwerpwetgeving.

De Europese Commissie

De voorzitter van de Europese Commissie is:

  • gekozen op basis van de uitkomst van de Europese verkiezingen;
  • verantwoordelijk voor de aanstelling van commissarissen en de verdeling van hun portefeuilles, en kan een individuele commissaris verzoeken om af te treden.

Het Hof van Justitie van de EU

Zijn jurisdictiebevoegdheid is uitgebreid tot alle EU-beleidsgebieden, met uitzondering van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.

De Europese Centrale Bank (ECB)

De ECB is nu officieel erkend als een EU-instelling doordat deze is opgenomen in artikel 13 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).

Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid

Het Verdrag:

Andere wijzigingen

EU-beleid

De vorige pijlerstructuur wordt vervangen door een nieuwe verdeling van bevoegdheden:

  • exclusief: gebieden waar de EU alleen wetgevend optreedt en lidstaten implementeren (artikel 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU));
  • gedeeld: gebieden waar EU-landen wetgevend kunnen optreden en wettelijke bindende maatregelen kunnen aannemen indien de EU dat niet heeft gedaan (artikel 4 VWEU);
  • ondersteunend: gebieden waar de EU maatregelen aanneemt om nationale beleidslijnen te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen (artikel 6 VWEU);
  • daarnaast worden alle beleidslijnen over grenscontroles, asiel, immigratie en justitiële en beleidssamenwerking een bevoegdheid van de EU in plaats van een intergouvernementele verantwoordelijkheid, zoals voorheen.

Versterkte democratie

Het Verdrag:

  • bevestigt de drie fundamentele beginselen van democratische gelijkheid*, een representatieve democratie* en een participatieve democratie*;
  • introduceert het burgerinitiatief, dat een van de grootste vernieuwingen van het Verdrag van Lissabon is waarmee ten minste een miljoen burgers (onder bepaalde voorwaarden) de Commissie kunnen verzoeken om een voorstel in te dienen (artikel 11 VEU);
  • maakt het Handvest van de grondrechten wettelijk bindend en geeft dat dezelfde juridische waarde als de Verdragen (artikel 6 VEU);
  • geeft nationale parlementen meer zeggenschap in EU-besluitvorming (artikel 12 VEU);
  • de gewone wetgevingsprocedure (voorheen medebeslissing) is nu de standaard wetgevingsprocedure, waarbij het Europees Parlement op gelijke voet staat met de Raad als medewetgever (artikel 294 VWEU);
  • introduceert het onderscheid tussen wetgevings- en niet-wetgevingshandelingen afhankelijk van het besluitvormingsproces daarvan (artikel 297 VWEU);
  • introduceert gedelegeerde handelingen (artikel 290 VWEU) en uitvoeringshandelingen (artikel 291 VWEU). Eerstgenoemde geeft de Commissie de bevoegdheid om niet-wetgevingshandelingen van algemene toepassing aan te nemen om een wetgevingshandeling aan te vullen (maar niet op essentiële onderdelen); laatstgenoemde biedt een kader voor de acties van de Commissie op vroegere comitologie-domeinen.

Vertrek uit de EU

Het Verdrag voorziet voor de eerste keer in een officiële procedure indien een EU-land zich wil terugtrekken uit de EU (artikel 50 VEU — zie de samenvatting over de artikel 50-onderhandelingen met het VK (1)).

VANAF WANNEER IS HET VERDRAG VAN TOEPASSING?

Het Verdrag is ondertekend op donderdag 13 december 2007 en is in werking getreden op dinsdag 1 december 2009.

ACHTERGROND

Het Verdrag van Lissabon is grotendeels geïnspireerd op het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa. De grondwet was bedoeld om de oprichtingsverdragen van de EU met één enkele tekst te vervangen. Deze werd op 29 oktober 2004 in Rome ondertekend. Voor de inwerkingtreding ervan moest de grondwet worden geratificeerd door alle (toen) 27 EU-landen (17 hebben dat gedaan). De grondwet werd echter afgewezen door nationale referenda in Frankrijk en Nederland in 2005.

Het Verdrag van Lissabon daarentegen wijzigt deze verdragen, zoals ook de Verdragen van Amsterdam en Nice dat hebben gedaan. Het omvat de meeste institutionele en beleidshervormingen die werden beoogd door het grondwettelijk verdrag.

KERNBEGRIPPEN

Democratische gelijkheid: de EU moet zich houden aan het beginsel van gelijkheid van haar burgers, die gelijk moeten worden behandeld door haar instellingen, organen, bureaus en agentschappen (artikel 9 VEU).
Representatieve democratie: EU-burgers zijn rechtstreeks vertegenwoordigd op EU-niveau door het Europees Parlement.
Participatieve democratie: EU-burgers hebben het recht om te participeren in EU-besluiten en te communiceren met EU-instellingen, bijvoorbeeld door dialoog middels verenigingen van het maatschappelijk middenveld waarvan zij lid zijn.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, ondertekend te Lissabon, 13 december 2007 (PB C 306 van 17.12.2007, blz. 1–271)

Laatste bijwerking 15.12.2017



(1) Vanaf 1 februari 2020 is het Verenigd Koninkrijk geen EU-lid meer.

Naar boven