Zaak C‑423/10

Delphi Deutschland GmbH

tegen

Hauptzollamt Düsseldorf

(verzoek van het Finanzgericht Düsseldorf om een prejudiciële beslissing)

„Gemeenschappelijk douanetarief – Gecombineerde nomenclatuur – Tariefindeling – Elektrische verbindingsstukken – Postonderverdeling 8536 69 – Contactdozen en contactstoppen (stekkers)”

Samenvatting van het arrest

Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefposten – Elektrische verbindingsstukken die uit metaal zijn vervaardigd en slechts deel van naderhand geproduceerde stekkers en contrastekkers vormen, zonder isolatie aan verbindingsplaats

(Verordening nr. 2658/87 van de Raad, bijlage I; verordeningen nrs. 1810/2004, 1719/2005 en 1549/2006 van de Commissie)

Postonderverdeling 8536 69 van de gecombineerde nomenclatuur die is opgenomen in bijlage I bij verordening nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals voor de jaren 2005, 2006 en 2007 gewijzigd bij respectievelijk verordeningen nr. 1810/2004, nr. 1719/2005 en nr. 1549/2006, moet aldus worden uitgelegd dat elektrische verbindingsstukken die uit gestanst metaal (koper, messing, staalplaat) zijn vervaardigd en niet zijn geïsoleerd, en die worden aangeduid als „terminals”, welke worden onderverdeeld in „female terminals” (vlakcontrastekkers) en „male terminals” (vlakstekkers), niet van die postonderverdeling zijn uitgesloten op de grond dat zij niet zorgen voor de isolatie van de kabel aan de verbindingsplaats of dat zij slechts een deel van de naderhand geproduceerde stekkers en contrastekkers vormen, aangezien daarmee elektrische meerwegverbindingen tussen bijvoorbeeld apparaten, kabels en printkaarten tot stand kunnen worden gebracht door de stekkers in de contrastekkers te steken zonder verdere montage.

(cf. punt 30 en dictum)







ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer)

18 mei 2011 (*)

„Gemeenschappelijk douanetarief – Gecombineerde nomenclatuur – Tariefindeling – Elektrische verbindingsstukken – Postonderverdeling 8536 69 – contactdozen en contactstoppen (stekkers)”

In zaak C‑423/10,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door het Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland) bij beslissing van 11 augustus 2010, ingekomen bij het Hof op 27 augustus 2010, in de procedure

Delphi Deutschland GmbH

tegen

Hauptzollamt Düsseldorf,

wijst

HET HOF (Achtste kamer),

samengesteld als volgt: K. Schiemann, kamerpresident, C. Toader en A. Prechal (rapporteur), rechters,

advocaat-generaal: J. Mazák,

griffier: A. Calot Escobar,

gezien de stukken,

gelet op de opmerkingen van:

–        Delphi Deutschland GmbH, vertegenwoordigd door L. Harings, Rechtsanwalt,

–        de Europese Commissie, vertegenwoordigd door L. Bouyon en B.‑R. Killmann als gemachtigden,

gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

het navolgende

Arrest

1        Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van postonderverdeling 8536 69 van de gecombineerde nomenclatuur (hierna: „GN”), die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1). Voor de jaren 2005, 2006 en 2007 is die bijlage vervangen door de bijlagen bij de verordeningen (EG) nr. 1810/2004 van de Commissie van 7 september 2004 (PB L 327, blz. 1), (EG) nr. 1719/2005 van de Commissie van 27 oktober 2005 (PB L 286, blz. 1), respectievelijk (EG) nr. 1549/2006 van de Commissie van 17 oktober 2006 (PB L 301, blz. 1).

2        Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Delphi Deutschland GmbH (hierna: „Delphi Deutschland”), verzoekster in het hoofdgeding, en het Hauptzollamt Düsseldorf (hoofddouanekantoor te Düsseldorf), verweerder in het hoofdgeding, betreffende de tariefindeling van elektrische verbindingsstukken.

 Toepasselijke bepalingen

3        Het tweede deel van de GN, in de versie ervan voortvloeiend uit verordening nr. 1810/2004, bevat een afdeling XVI, met als opschrift „Machines, toestellen en elektronisch materieel, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen”.

4        Afdeling XVI bevat hoofdstuk 85, met als opschrift „Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen”. Dit hoofdstuk bevat met name de volgende posten en postonderverdelingen:

„8536

Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom (bijvoorbeeld schakelaars, relais, zekeringen, golfafvlakkers, contactdozen en contactstoppen (stekkers), lamp‑ en buishouders, aansluitdozen en ‑kasten), voor een spanning van niet meer dan 1 000 V:

[...]

 
 

lamp‑ en buishouders, contactdozen en contactstoppen (stekkers):

8536 61

lamp‑ en buishouders:

[...]

 

8536 69

andere:

8536 69 10

voor coaxiale kabels

8536 69 30

voor gedrukte schakelingen

8536 69 90

andere.”

5        Dat hoofdstuk bevat tevens de volgende postonderverdelingen:

„8536 90

andere toestellen:

[...]

 

8536 90 10

aansluittoestellen en contactverbindingen voor draad en kabels”.

6        De in de punten 4 en 5 van het onderhavige arrest vermelde postonderverdelingen zijn identiek aan die in de versie van de GN die voortvloeide uit de verordeningen nrs. 1719/2005 en 1549/2006 en uit verordening (EG) nr. 1214/2007 van de Commissie van 20 september 2007 (PB L 286, blz. 1).

7        Overeenkomstig artikel 9, lid 1, sub a, tweede streepje, van verordening nr. 2658/87 stelt de Commissie toelichtingen op de GN op, die zij regelmatig bekendmaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. De op 28 februari 2006 (PB C 50, blz. 1) bekendgemaakte toelichtingen, waarin wordt verwezen naar de posten en postonderverdelingen van de GN 2005, die is opgenomen in verordening nr. 1810/2004, bevatten geen enkele toelichting bij postonderverdeling 8536 69.

8        De op 30 mei 2008 (PB C 133, blz. 1) bekendgemaakte toelichtingen, waarin wordt verwezen naar de posten en postonderverdelingen van de GN 2008, die is opgenomen in verordening nr. 1214/2007, preciseren met betrekking tot de postonderverdelingen 8536 69 10 tot en met 8536 69 90:

„Tot deze onderverdelingen behoren elektromechanische stekkers en contrastekkers waarmee meerwegverbindingen tussen bijvoorbeeld apparaten, kabels en printkaarten tot stand kunnen worden gebracht door de stekkers in de contrastekkers te steken zonder verdere montage.

De verbindingsstukken mogen aan beide uiteinden van een stekker of contrastekker zijn voorzien, dan wel van een stekker of contrastekker aan het ene uiteinde en van een ander soort contact aan het andere (bijvoorbeeld van een krimp-, klem-, soldeer of schroefcontact).

Tot deze onderverdelingen behoren ook stekkerverbindingen bestaande uit een combinatie van stekker en contrastekker (twee onderdelen). De stekker en de contrastekker zijn beide behalve van het stekkercontact nog van een ander soort contact voorzien.

Tot deze onderverdelingen behoren niet aansluit‑ of contactelementen waarmee langs andere weg (bijvoorbeeld met krimp-, klem-, soldeer‑ of schroefcontacten) een elektrische verbinding tot stand wordt gebracht. Deze vallen onder onderverdeling 8536 90.”

 Hoofdgeding en prejudiciële vraag

9        Blijkens de verwijzingsbeslissing heeft Delphi Deutschland, een toeleveringsbedrijf in de auto-industrie, als „terminals” aangeduide elektrische verbindingsstukken ingevoerd, die zij onderverdeelde in „female terminals” (vlakcontrastekkers) en „male terminals” (vlakstekkers). Deze uit gestanst metaal (koper, messing, staalplaat) vervaardigde producten waren niet geïsoleerd. Onder meer om transporttechnische redenen waren zij bevestigd aan metalen linten, waarvan zij met het oog op het gebruik ervan moesten worden afgesneden.

10      Voor het verdere gebruik ervan werden aan de verbindingsstukken de nodige kabels gekrimpt. Daarbij wordt de kabel stevig met het verbindingsstuk verbonden door de afstaande metalen vleugeltjes aan het uiteinde ervan om de kabel heen te buigen en verder samen te persen. Daarna worden de „female terminals” en de „male terminals” in bij elkaar passende kunststofbehuizingen (de „female connector” en „male connector”) gemonteerd. Met het oog daarop worden de verbindingsstukken middels een specifiek kunststofonderdeel stevig in de behuizing bevestigd. Bij een groot deel van die behuizingen worden ook de kabels met een ander specifiek kunststofonderdeel vastgemaakt. Bovendien kunnen de kabels en de behuizingen worden afgedicht. De middels de bij elkaar passende kunststofbehuizingen te verbinden kabels kunnen snel en veilig verbonden en weer losgemaakt worden.

11      Met deze verbindingsstukken kan ook een elektrische verbinding van twee kabels, waaraan bij elkaar passende „female terminals” en „male terminals” zijn gekrimpt, snel en veilig tot stand worden gebracht en opnieuw worden verbroken. De „female terminals” zijn immers zo gevormd, dat zij de „male terminals” volledig omvatten tot aan de onderdelen die dienen voor de krimpverbinding met de gebruikte kabels, zodat een veilige elektrische verbinding tot stand komt. De aldus tot stand gebrachte elektrische verbinding is evenwel doorgaans pas in de praktijk bruikbaar wanneer de twee verbindingsstukken nog worden geïsoleerd.

12      Op 7 december 2007 heeft Delphi Deutschland bij het douanekantoor van het Hauptzollamt Düsseldorf op de luchthaven aansluittoestellen en contactverbindingen aangemeld onder postonderverdeling 8536 90 10 van de GN teneinde deze zonder inning van douanerechten in het vrije verkeer te brengen.

13      Bij de betrokken producten ging het om een contactstrip met pennen, bestaande uit parallel liggende metalen pennen die aan één uiteinde goudkleurig waren. De metalen pennen dienden voor de totstandbrenging van elektrische verbindingen voor een spanning van niet meer dan 1 000 V en waren niet bedoeld voor coaxiale kabels, gedrukte schakelingen of luchtvaartuigen.

14      Op basis van de uitgevoerde analyses was het Hauptzollamt Düsseldorf van mening dat de betrokken goederen moesten worden ingedeeld onder postonderverdeling 8536 69 90 van de GN. Om die reden heeft het bij beschikkingen van 2 en 20 mei en van 1 en 30 augustus 2008 een naheffing uit hoofde van douanerechten opgelegd van in totaal 112 823,62 EUR.

15      Delphi Deutschland heeft tegen die beschikkingen bezwaar aangetekend, dat bij beschikkingen van 28 mei 2009 door het Hauptzollamt Düsseldorf ongegrond werd verklaard.

16      Het Finanzgericht Düsseldorf, waarbij het geding tussen Delphi Deutschland en het Hauptzollamt Düsseldorf aanhangig was gemaakt, vraagt zich af, of de in het hoofdgeding aan de orde zijnde verbindingsstukken onder postonderverdeling 8536 69 van de GN vallen.

17      Enerzijds is de verwijzende rechter van oordeel dat, wanneer alleen wordt gezien naar de Duitse taalversie van postonderverdeling 8536 69 van de GN en van de ondertitel waaronder deze postonderverdeling valt, te weten „lamp‑ en buishouders, contactdozen en contactstoppen (stekkers)”, waarin het woord „Steckvorrichtungen” wordt gebruikt, de indeling onder postonderverdeling 8536 69 90 juist is, aangezien de elektrische verbinding van twee kabels tot stand kan worden gebracht door het in elkaar steken van bij elkaar passende verbindingsstukken.

18      Anderzijds stelt de verwijzende rechter vast dat in de Engelse en de Franse tekst van postonderverdeling 8536 69 van de GN de woorden „plugs and sockets” respectievelijk „fiches et prises de courant” worden gebezigd, die veeleer verwijzen naar stekkers en contrastekkers.

19      Bedoelde stekkers moeten normaal gezien evenwel ook de isolatie van de kabel aan de verbindingsplaats verzekeren, hetgeen de in het hoofdgeding aan de orde zijnde verbindingsstukken niet doen. Bovendien vormen deze verbindingsstukken, hoewel daarmee een elektrische verbinding door insteken tot stand kan worden gebracht, slechts een deel van de naderhand door verzoekster in het hoofdgeding geproduceerde stekkers en contrastekkers.

20      Van oordeel dat de beslechting van het voor hem aanhangige geding de uitlegging van post 8536 69 van de GN vereist, heeft het Finanzgericht Düsseldorf de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vraag gesteld:

„Vallen de in de [verwijzingsbeslissing] nader omschreven elektrische verbindingsstukken onder postonderverdeling 8536 69 van de [GN]?”

 Beantwoording van de prejudiciële vraag

21      Om te beginnen zij eraan herinnerd dat wanneer het Hof een prejudiciële vraag krijgt voorgelegd op het gebied van de tariefindeling, het veeleer tot taak heeft de nationale rechter de criteria aan te reiken aan de hand waarvan deze de betrokken producten correct in de GN kan indelen, dan zelf deze indeling te verrichten, te meer daar het Hof niet altijd over de daarvoor noodzakelijke gegevens beschikt. De nationale rechter lijkt hiertoe in ieder geval beter toegerust (arrest van 28 oktober 2010, X, C‑423/09, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 14 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

22      In het licht van de uiteenzettingen in de verwijzingsbeslissing, die met name in punt 19 van het onderhavige arrest zijn weergegeven, dient te worden aangenomen dat de verwijzende rechter in wezen wenst te vernemen of postonderverdeling 8536 69 van de GN aldus moet worden uitgelegd dat elektrische verbindingsstukken als die in het hoofdgeding van voornoemde postonderverdeling zijn uitgesloten op de grond dat zij niet zorgen voor de isolatie van de kabel aan de verbindingsplaats of omdat zij slechts een deel van de naderhand geproduceerde stekkers en contrastekkers vormen.

23      Volgens vaste rechtspraak moet, in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdeling of het hoofdstuk zijn omschreven (zie met name arrest X, reeds aangehaald, punt 15 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

24      De door de Europese Commissie voor de GN en door de Werelddouaneorganisatie voor het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen uitgewerkte toelichtingen zijn, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten (arrest X, reeds aangehaald, punt 16 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

25      Opgemerkt moet worden dat postonderverdeling 8536 69 van de GN in de volgende bewoordingen is gesteld: „andere”. Blijkens de bewoordingen van de postonderverdelingen 8536 61 en 8536 69 van de GN en van de ondertitel boven deze twee postonderverdelingen, verwijst postonderverdeling 8536 69 van de GN in werkelijkheid echter naar de goederen die in het Duits „Steckvorrichtungen”, in het Engels „plugs and sockets” en in het Frans „fiches et prises de courant” worden genoemd.

26      Bij de uitlegging van de draagwijdte van postonderverdeling 8536 69 van de GN dient bovendien rekening te worden gehouden met de toelichtingen, ook al verwijzen deze naar de postonderverdelingen 8536 69 10 tot en met 8536 69 90 van de GN in de versie ervan die voortvloeide uit verordening nr. 1214/2007. Aangezien de bewoordingen van deze postonderverdelingen identiek zijn aan die van dezelfde postonderverdelingen van de GN in de versie ervan die voortvloeide uit de verordeningen nrs. 1810/2004, 1719/2005 en 1549/2006, dient immers in beginsel aan deze laatste geen andere betekenis te worden gegeven dan die welke, rekening houdend met de toelichtingen, aan de eerste moet worden gegeven.

27      Uit de toelichtingen bij de postonderverdelingen 8536 69 10 tot en met 8536 69 90 van de GN en in het bijzonder, uit de eerste alinea ervan, blijkt dat deze postonderverdelingen aldus moeten worden uitgelegd dat elektromechanische stekkers en contrastekkers waarmee meerwegverbindingen tussen bijvoorbeeld apparaten, kabels en printkaarten tot stand kunnen worden gebracht door de stekkers in de contrastekkers te steken zonder verdere montage, tot deze onderverdelingen behoren.

28      Hieruit volgt dat de objectieve kenmerken en eigenschappen van de onder postonderverdeling 8536 69 van de GN vallende goederen, zoals hun bewoordingen suggereren en de toelichtingen bevestigen, bestaan in de omstandigheid dat het daarmee mogelijk is op een welbepaalde manier elektrische verbindingen tot stand te brengen, te weten door de stekkers in de contrastekkers te steken zonder verdere montage.

29      Gegeven het feit dat de goederen dergelijke handelingen op die wijze mogelijk maken, moeten zij worden geacht onder postonderverdeling 8536 69 van de GN te vallen, waarbij de omstandigheden dat zij niet zorgen voor de isolatie van de kabel aan de verbindingsplaats en zij slechts een deel van de naderhand geproduceerde stekkers en contrastekkers vormen, als zodanig irrelevant zijn. Aangezien voornoemde onderverdeling geen enkele verwijzing bevat naar dergelijke omstandigheden, moet daaruit immers worden afgeleid dat zij geen gevolgen hebben voor de tariefindeling van die goederen (zie naar analogie arrest van 25 mei 1989, Weber, 40/88, Jurispr. blz. 1395, punt 16, en arrest X, reeds aangehaald, punt 34).

30      Bijgevolg dient op de prejudiciële vraag te worden geantwoord dat postonderverdeling 8536 69 van de GN, zoals gewijzigd bij de verordeningen nrs. 1810/2004, 1719/2005 en 1549/2006 voor de jaren 2005, 2006 respectievelijk 2007, aldus moet worden uitgelegd dat elektrische verbindingsstukken als die in het hoofdgeding niet van voornoemde postonderverdeling zijn uitgesloten op de grond dat zij niet zorgen voor de isolatie van de kabel aan de verbindingsplaats of dat zij slechts een deel van de naderhand geproduceerde stekkers en contrastekkers vormen, aangezien daarmee elektrische meerwegverbindingen tussen bijvoorbeeld apparaten, kabels en printkaarten tot stand kunnen worden gebracht door de stekkers in de contrastekkers te steken zonder verdere montage.

 Kosten

31      Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Het Hof (Achtste kamer) verklaart voor recht:

Postonderverdeling 8536 69 van de gecombineerde nomenclatuur die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals voor de jaren 2005, 2006 en 2007 gewijzigd bij de verordeningen (EG) nr. 1810/2004 van de Commissie van 7 september 2004, (EG) nr. 1719/2005 van de Commissie van 27 oktober 2005, respectievelijk (EG) nr. 1549/2006 van de Commissie van 17 oktober 2006, moet aldus worden uitgelegd dat elektrische verbindingsstukken als die in het hoofdgeding niet van voornoemde postonderverdeling zijn uitgesloten op de grond dat zij niet zorgen voor de isolatie van de kabel aan de verbindingsplaats of dat zij slechts een deel van de naderhand geproduceerde stekkers en contrastekkers vormen, aangezien daarmee elektrische meerwegverbindingen tussen bijvoorbeeld apparaten, kabels en printkaarten tot stand kunnen worden gebracht door de stekkers in de contrastekkers te steken zonder verdere montage.

ondertekeningen


* Procestaal: Duits.